BUITENLAND
NIEUWS UIT BELGIE.
BEKENDMAKINGEN
5
hevig oplaaiende vlammen over naar het
warenhuis van C. Woning. Zoowel de
loods als het warenhuis werden een
prooi der vlammen.
De brandweer van Hillegersberg, die
spoedig met vier spuiten aanwezig was,
mocht geen water geven, omdat de bur
gemeester van Bergschenhoek geen as
sistentie had verzocht.
Eén uur na het uitbreken van den
brand kwam de spuit van Bergschen
hoek. Deze spuit heeft dan ook de smeu
lende deelen nog bespoten.
Noch de loods, noch 'het warenhuis wa
ren verzekerd.
Dinsdagavond werd een brand gealar
meerd on de Rijnaak „God met ons'1 aan
de Waalhaven N. Z. te Rotterdam
gemeerd. Binnen zeer korten tijd stond
de groote achterroef in lichte laaie, ter
wij! de brand zich des te erger liet aan
zien, daar genoemd schip tusschen vier
andere lichters ligging had.
De „Havendienst II" wist zich als een
wig tusschen het brandende schip en de
drie daarnaast gelegen vaartuigen te drin
gen en ze een breeden strook water
van elkaar te verwijderen.
De achterroef van „God met ons" is
met heel zijn inhoud uitgebrand. Alleen
de ijzeren platen en staven staken nog
als een geraamte omhoog.
De oorzaak van den brand is nog niet
opgehelderd. De schipper A. W. was
niet aan boord toen de brand uitbrak.
Zijn knecht, de 20-jarige A. v. d. P., was
wel op het schip aanwezig, doch be
vond zich in zijn eigen roef aan den
vcorpiek, waar hij heel rustig een boek
zat te lezen. De brand werd bemerkt
door een knecht van een anderen lich
ter. Hij sprong op deze aak over, sloeg
de deur van de roef in, doch kon we
gens den rook en het vuur niet verder
doordringen. Snel waarschuwde hij den
knecht. Deze kon van de oorzaak geen
opheldering geven, daar volgens hem de
kachel uit moet geweest zijn.
ZAKKENROLLER GEKNIPT. - Na de
aanhouding, onlangs in den Priincesise-
Scli'. uwirarg te 's-Gravenhage van den
gentlenian-zak'kenroller, den Armener G.,
was het de politic bekend, dat met hem
en zijn internationaal gezelschap ook een
Hollander in relatie stond, die tijdelijk te
Amsterdam verblijf hield. Deze persoon
Irad hier >p als een soort impresario,
die connectie onder he'd met onderschei
dene gauwdieven. De man woonde in de*
Spiegelstraat le Amsterdam en wist,
toen 14 dagen geleden een poging gedaan
werd hem daar te arresteeren, te ont
snappen. Hij is van een buitengewone
vlugheid en het viel hem niet gemakke
lijk verder zijn spoor te volgen.
Dinsdag ging de gladde vogel naar Den
Haag,-goed en wel in de residentie (aan
gekomen, werd hij gearresteerd door een
rechercheur.
De gearresteerde, die in verzekerde
bewaring is gesteld, is de 38-jarige C.
v. W., een bekende zakkenroller. Hij
is herkend als de trouwe metgezel van
den Armeniër hij diens Schouwburgbe
zoek. Bij voorkeur namen de beide hee
ren hun slachtoffer tusschen zich 'in om
vervolgens één van beiden zijn slag te
slaan.
Van W. zal Ier beschikking van de
Justitie worden gesteld.
GESLACHTE KOE MET PETROLE
UM BEGOTEN. Toen personeel van
het abattoir te Amsterdam het
vleesch van een Maandagavond voor re
kening van een slager aldaar geslachte
koe*op den wagen wilde laden om het
in den winkel te doen bezorgen, ont
dekte men dat het vleesch met petro
leum was begoten, zoodat het voor de
consumptie onbruikbaar was geworden.
De slager-eigenaar van de koe, die
kort geleden een eigen zaak heeft ge
opend, acht het zeer wel mogelijk dat
zijn vroegere patroon, uit wraak voor
het feit, dat verschillende klanten naar
de nieuwe zaak zijn overgegaan, de ge
slachte koe met petroleum heeft bego
ten of doen begieten.
De directeur van het abattoir heeft de
za'ak in handen der politie gesteld.
DE SLUIPMOORD BIJ VOORBÜRG.
In verband met den bij Voorburg ge-
pleegden sluipmoord op den Voorburg-
schen manufacturier van der Drift, meldt
de „Nwsbr." o.m. het volgende:
De eerste aanleiding tot de arrestatie
van J. B. met betrekking tot deze zaak
was de mededeeling van een bewoonster
van een perceel in de omgeving van het
oude kasteeltje „de Binckhorst".
Deze vrouw deelde aan de politie me
de, dat eenige dagen voordat de moord
op van der Drift plaats had, iemand bij
het kasteeltje met een revolver aan het
schieten was geweest. Later was deze
persoon in de omgeving gaan vragen of
men schieten gehoord had.
Hij was n.l. zooals hij zeide bezig proe
ven te nemen om vast te stellen op wel
ken afstand de schoten uit een revolver
hoorbaar waren.
Bij onderzoek bleek de proeven-ne-
mende schutter J. B. te zijn geweest. Hij
werd aangehouden, doch de revolver
'.verd niet meer in zijn bezit gevonden.
Uit zijn mededeelingen bleek evenwel,
dat de door hem gebruikte revolver on
geveer van t zelfde kaliber moet zijn ge
weest, als die, waaruit de doodelijke
schoten op den heer Van der Drift zijn
gelost.
Hieruit valt dus te verklaren, dat de
justitie grooten prijs stelt op het vinden
van deze revolver,
Tot op heden is deze revolver nog niet
gevonden,
In dit enkele feit meende de justitie
blijkbaar voldoende aanleiding te heb
ben B. in het Huis van Bewaring in te
sluiten.
Na zijn arrestatie bleek, dat B. teza
men met den later aangehouden, doch
weer vrijgelaten T. H„ korten tijd te
voren ook een misdrijf tegen iemands
leven had beraamd.
Het was hun namelijk bekend, dat een
loopknecht van een bekende bankinstel
ling in de omgeving van den Kneuterdijk
's morgens steeds groote geldsbedragen
in zakken uit de kelders van het bank
gebouw haalde, om deze aan de bedien
den der loketten te brengen.
B. en H. hebben toen op de Prinse
gracht aan den portier der bank voor
gesteld, dat hij hen in de gelegenheid zou
stellen zich in de onderaardsche gangen
van het bankgebouw te laten insluiten.
Zij zouden dan den loopknecht met een
bijl de hersens inslaan om zich vervolgens
van een flink bedrag aan geld meester
te maken. De bankportier, die dit aan
vankelijk als een grapje opvatte, heeft
dit voorstel echter van de hand gewezen.
Later heeft hij zich evenwel bij de justi
tie gemeld, toen hij hoorde, dat B. gear
resteerd was. In hoeven e het voorstel
van B. en H. aan den bankportier ernst
is geweest, valt niet uit te maken.
De aanwijzingen, dat B. misdadige
plannen had, zijn ook vrijwel de eenige
gegevens, welke de justitie tegen hem
heeft. Van een relatie met den vermoor
de van der Drift is niets gebleken.
Bij de verdenking tegen B. zou de ju
stitie, naar het blad is verzekerd, dan
ook uitgaan van de veronderstelling, dat
de doodelijke schoten voor iemand an
ders dan van der Drift bedoeld zouden
zijn geweest.
De oorsprong van het vreeselijk gebeu
ren zou dan ook moeten worden ge
zocht in een bekende dancing waar twee
dagen voor den moord een aannemer, die
veel over den Westvlietweg fietste, in
een dronken bui een zeer groot bedrag
aan contanten heeft laten zien.
Vast staat, dat B. regelmatig in die in
richting kwam.
Of dit geval met den moord in ver
band staat, is voor bet oogenblik ech
ter niet meer dan een onderstelling.
B. blijft ten steligste ontkennen iets
van den moord op van der Drift af te we
ten.
Gezien de weinige aanwijzingen, die
tegen hem bestaan, is het zeer waar
schijnlijk, dat B. indien niets positiefs
tegen hem kan worden ingebracht
eerlang op vrije voeten zal worden ge
steld.
FELLE BRAND TE BEVERWIJK.
Hedennacht omstreeks half drie heeft in
het café „De Zon" van C. O. aan de
Breestraat een felle brand gewoed. Het
perceel brandde geheel uit. De belen
dende winkels bekwamen groote brand
schade. De hitte van het vuur was zoo
groot, dat de spiegelruiten van den win
kel aan den overkant van de straat
sprongen, terwijl in een dezer winkels
de koppen der etalagepoppen smolten.
De brandweer, die eerst vrij laat op het
terrein van den brand arriveerde, slaag
de er ten slotte in den brand met drie
slangen op de motorspuit en twee op de
waterleiding, meester te worden. De
oorzaak van den brand is onbekend. Ver
zekering dekt de schade.
BRANDSTICHTING. Te Oude-
p e k e 1 a zijn gearresteerd U. D. en zijn
vrouw. Zij worden beschuldigd van
brandstichting.
TE PAKKEN GENOMEN. De Fran-
sche automobilisten werden Dinsdag in
de buurt van Parijs op een origimee-
Ie wijze gedwongen de voorgeschreven
maximum-snelheid in acht te nemen.
Zij ontdekten n.l. op een der goede
straatwegen in de buurt van de hoofd
stad., waar gewoonlijk ondanks alle po-
litieverrrdeningen een "snelheid van 120
K.M. per uur wordt ontwikkeld, tot hun
groote ergernis juist op het beste punt
van den weg een agent, die half Mer-
horgen onder de boomen stond met een
notitieboek en potlood in zijn hand. De
automobilisten verminderden toen zij
aen ge.nl z.-gen, hun snelheid. Een stap
te zelfs even uil, kwam in de 'buurt van
den agent en ontdekte toen tot zijn ver
bazing, dat hij met een vogelverschrikker
die de uniform van een agent droeg,, te
doen had.
HET VERLOREN KIND, De Ca-
nadeesche bladen vertellen dat zich op
het station in Winnipeg het volgen
de tragikomische geval heeft afgespeeld,
dat werkelijk elke klucht tot eer zou
strekken. Op het oogenblik dat de trein
zou vertrekken, stormde een dame van
onbestemden leeftijd het perron op en
bezwoer het personeel der Canadian Pa
cific den trein niet te laten vertrekken,
daar ze haar kind verloren had. De po
litie werd onmiddellijk ingelicht en ging
cp zoek. De vrouw vertelde weenend en
jammerend, dat haar kind tijdens 't op
onthoud was uitgestapt en niet terugge
komen. Ze was zóó wanhopig, dat zich
een groote schare medelijdende zielen
om haar heen verzamelde en het heele
station in opwinding geraakte. Eindelijk
wilde men, niettegenstaande het bidden
en smeeken der troostelooze moeder den
trein toch laten vertrekken, toen kalm
een man er bij kwam en zei: Maak je
toch niet ongerust, moeder, je ziet toch
dat ik bijtijds terug ben. Iedereen staar
de hem aan. Hoe oud is uw kind? vroeg
een inspecteur. 43 Jaar, antwoordde de
moeder vol trots op den heer wijzend.
Aangezien de goede trouw der vrouw
buiten twijfel vyas, heeft men er zich me
de vergenoegd over het geval te lachen
en zag de politie af van een proces-ver
baal.
IIA YEN BRAND. In de hoofd-opj-
slagplaats van de haven van Genua is
(Maandagavond een groote brand uilge
broken.
Hel vuur woedde in de opslagplaals
van liout en in de katoenpakhuizen.
De schade wordt op 3 millioen lire
(geschat.
VLIEGTUIGFABR. VERNIELD. Door
hevigén brand zijn de vliegtuigfabrie
ken van Mendon geheel vernield. Van de
20 vliegtuigen, die dn de fabriek gemon
teerd stonden, zijn er 18 vernield. Ook
de naburige huizen hebben min of meer
ernstige schade opgeloopen.
Klein meisje (doelend op den man, die
juist voor het bordje „niet rooken" zit):
„Kijk, mammie, is dat een heilige?
(Passing Show).
■'M-'H 1MB»— WIIIIWIIB
HET RAPPORT OVER DE EXPEDITIE-
NOBILE,
Hel rapport van de commisisie van on
derzoek inzake de ramp van het lucht
schip Italia op Nobile's Noordpoolexpe
ditie toont, dat het oordeel over Nobile
vernietigend is. Met allerlei bijzonder
heden wordt aangetoond, dat Nobile's
houding onzeker en vol tegenspraak is
geweest. Noodlottig is het bevel geweest
om de ketting neer te laten, terwijl die
motoren nog draaien en het neerslaan
van het luchtschip bevorderd moest wor
den bij het haken van den ketting, door
dat het den wind in den rug had. Uit de
verklaringen van Ceccioni.' den chef-ma
chinist, blijkt, dat de uitgeputte beman
ning bij het dalen van het luchtschip in
den war was, doch dat het commando
geheel de kluts kwijt v/as. De rechtsreek-
sche oorzaak van het neerstorten heeft
de commissie niet kunnen ontdekken. Zij
wijt de ramp er alleen aan,dat de be
manning niet voldoende geschoold was.
Aan boord heeft een beproefd luchtvaar
der ontbroken, die over een lange er
varing beschikte en die op den betrokken
dag de Poolreis niet zou hebben onderno
men.
Het rapport erkent Nobile's groote
verdiensten als bouwmeester van lucht
schepen, doch verwijt Nobile ondank
baarheid jegens zijn bemanning en on
waarachtigheid bij de voorbereiding van
de expeditie. Hij heeft namelijk om de
gemeente Milaan tot financiering van de
expeditie te bewegen gezegd, dat anders
een Duitsche expeditie hem voor zou
zijn en zoodoende gewerkt op de chau
vinistische gevoelens der Italianen. Het
feit, ,j?.t hij zich eerst heeft laten red
den en zijn bemanning aan zichzelf over
liet, toont aan, dat hij zijn plicht en waar
digheid als generaal en als commandant
vergeten heeft.
Het is niet waar, dat Nobile door de
bemanning werd gedwongen als eerste le
vertrekken: Nadat de generaal met der
Zweedschen vlieger had gesproken,
wendde hij zich tot de bemaning met de
woorden: ,,,Wat zeggen jelui ervan; ik
moet als eerste vertrekken!" De beman
ning antwoordde eenvoudig: ,JJ bent de
commandant en moet weten, wat u te
doen staat".
Merkwaardig is de opmerLmg in het
rapport, dat Nobile ni ii hi t bezit was
van een geldig diploma voor het bestu
ren van een luchtschip. Dat laadt ten
slotte een deel van de schuld voor de
ramp mede op de schouders van de Ita-
liaansche overheid, die hem niettemin
een luchtschip van de marine afstond en
hem er ongestoord mee liet oefenen en
vertrekken. Ook wat de voorbereiding
van den tocht betreft, richt men verwij
ten tot Nobile over dingen, die de over
heid had moeten en kunnen voorkomen.
Zoo zegt men dat de eerste machinist
nooit gevlogen had, de fotograaf nooit
een foto uit de lucht had gemaakt.
Waar de bemanning op enkele geleer
den en een journalist na uit marineper
soneel bestond, had men Nobile ten deze
wel tijdig de noodige terechtwijzingen
kunnen geven.
Al weet men de oorzaak van het on
geluk niet precies, hoe het gebeurde
weet men wel. Een uur voor de ramp
schoot het luchtschip eensklaps met den
neus vooruit naar beneden, naar alle
waarschijnlijkheid tengevolge van het feit
dat de man aan het roer van uitputting
in slaap gevallen was. Om weer hooger
te komen, wierp men ballast uit. Men
steeg toen tot 1000 M. en kwam daardoor
boven de wolken. Om toen weer te da
len liet men gas uit. Zooveel echter dat
het schip toen het weer in koudere lucht
lagen kwam, te zwaar werd. Ten slotte
vergat men, toen men de motoren weer
aanzette, de luchtkokers in verband met
den sterkeren tegenwind te verstellen.
Hierdoor werden de luchtzakken, die bij
het halfstijve stelsel het luchtschip de
vereisente vastheid van ligging geven
zoo sterk gevuld, dat zij op de gasballons
drukten, v/aardoor deze nog meer gas
verloren en het drijfvermogen van het
schip nog meer verminderd werd. Als
men de noodige voorzorgsmaatregelen in
acht had genomen en liet schip legein den
wind in gezet had, zou men hebben kun
nen dalen zonder zoo'n ernstige ramp te
veroorzaken als thans, nu het schuitje
met een snelheid van ongeveer 100 K.M.
per uur tegen het ijs geslagen is.
Van onzen bijzonderen correspondent.
Een historische dag. Op
het kasteel te Lophem-bij-
Brugge op 11 November '18.
Om een sociale revolutie
te vermijden? Geen be
drog van den Koning naar
hij zelf plechtig verklaart.
Dezer dagen verscheen het vierde en
laatste deel van de gedenkschriften van
een journalist, ex-hoofdredacteur van 'n
vóór den oorlog zeer invloedrijk liberaal
orgaan „Le Petit Bleu," waarin deze zoo
genaamde onthullingen doet over de wij
ze waarop, onmidellijk nadat de Duit
sche nederlaag bezegeld was, in 1918, en
het Belgische grondgebied door de bezet
tende macht werd ontruimd, het land een
nieuwe regeering heeft gekregen, in ver
vanging van deze welke het tijdens ge
heel den oorlog te La Havre had verte
genwoordigd, en ook over de wijze waar
op zich, op dat oogenblik, een onbloe
dige revolutie heeft voltrokken, welke
de meest ingrijpende veranderingen heeft
meegebracht voor het binnenlandsche po
litieke leven.
Over deze gebeurtenissen hebben, se
dert den oorlog, allerlei praatjes de ron
de gedaan. Praatjes over bedrog van den
koning, die het slachtoffer zou geworden
zijn van in het land gebleven politici,
welke er belang bij hadden om den toe
stand en de stemming onder het verhon
gerde volk zoo voor te stellen, dat hun
partij- en andere belangen er door wer
den gediend.
Om goed te begrijpen moet men terug-
keeren tot de bewogen dagen zelfs in Ne
derland de revolutionaire draak zijn mon
sterkop opstak.
In België had de bevolking geduren
de ruim vier jaren honger geleden, was
iedereen blootgesteld geweest aan de bit
terste ontberingen, waarbij bovendien
nog het zedelijke lijden werd gevoegd.
foen brak, in de eerste dagen van No
vember de Duitsche revolutie los. De
Keizer vluchtte en soldatenraden werden
gevormd. In de straten van Brussel wer
den de Duitsche officieren beleedigd en
gedegradeerd door hun manschappen.
Het oogenblik was nakend waarop de
Duitsche legers den Belg. grond zou
den verlaten en opnieuw een eigen re
geering het bewind in handen nemen
moest om een ontzaggelijke taak op zich
te nemen.
Het was het oogenblik om in verbin
ding te treden met de regeering van Le
Havre, met den Koning. En de huidige
minister van Justitie, de heer Janson, 'n
liberaal, werd aangeduid om zich dwars
door de aftrekkende Duitsche troepen,
naar Lophem te begeven, een kleine ge
meente nabij Brugge, opnieuw reeds
door de Belgische troepen veroverd, en
waar de koning op een kasteel voor
enkele dagen zijn intrek had genomen.
A
Wat is er te Lophem gebeurd? In wel
ken toon hebben de bezoekers aan den
Koning over den toestand in het land
gesproken? Dat is de vraag, waarop de
heer Gérard Harry een antwoord meent
te kunnen geven.
Volgens den schrijver van deze ge-
denk-schriften is te Lophem aan den Ko
ning den indruk gegeven dat te Brussel
de ontwenteling werd voorbereid, onder
de besmetting van de Duitsche revolutie,
en werden door den heer Anseele, hier
in gesteund door den heer Janson,
eischen gesteld, op grond van dit spook
beeld, die de Koning anders nooit zou
hebben ingewilligd. Het gevolg was, dat
men den Koning door gendarmen liet be
schermen terwijl iedereen in vreugde
leefde over de bevrijding en aan geen re
volutie dacht. Toen Duitsche revolutio
nairen in het Volkshuis te Brussel een
revolutionaire beweging trachtten te ont
ketenen, werden zij aan de deur gezet..
Het boek van den heer Harry bevat
ook een inleiding van de hand van den
huidigen minister van Buitenlandsche za
ken P. Hymans, waarin hij al de „onthul
lingen" van den heer Harry den bodem
inslaat door vast te stellen, dat er van
bedrog van den Koning eenvoudig geen
sprake kan zijn, dat deze trouwens zelf
heel goed wist wat hem te doen stond
en dat, wat te Lophem en later te Brug
ge, werd besloten, slechts de uitvoering
was van wat, te Le Havre en te Brus
sel, reeds gedurende vele maanden was
voorbereid.
Het is de vraag wie er gelijk heeft. Het
debat is nog niet uitgeput. Ongetwijfeld
zullen de herinneringen van degenen, die
meer van nabij bij de besprekingen te
Lophem waren betrokken, later nog
meer licht brengen.
Intusschen heeft nog niemand herin
nerd aan de verklaringen, welke in Maart
1926 werden afgelegd door den heer
Janson, voor de Conferentie van de Jon
ge Balie te Brussel, waarin hij de huidi
ge lezing van den heer Hymans volledig
heeft bevestigd. Volgens den afgevaardig
de bij den Koning was iedereen het in
België eens, althans wat de liberale par
tij betreft, dat het algemeen stemrecht
moest worden toegekend op 21-jarigen
leeftijd, daar men de soldaten niet van
het stemrecht mocht berooven, evenmin
als de jonge arbeiders, die zich kranig
hadden gedragen tijdens de bezetting.
Bovendien moest een „nationale" re
geering worden gevormd, ook met deel
neming van de vooroorlogsche opposi
tie-partijen. Het was wellicht om die re
den, dat geen katholiek werd gevoegd
bij den afgevaardigde. De heer Janson
kwam er in zijn verklaringen voor uit, dat
de heer Anseele de socialistische eischen
voor het algemeen stemrecht op 21-jaar
en nog andere heeft vooropgesteld als
voorwaarde voor de socialistische me
dewerking aan de nieuwe regeering.
Maar wat er werd gezegd was geen
verrassing voor den Koning. Alles vorm
de lang nagestreefde hervormingen.
Anseele kwam met den Koning overeen
wat den datum betreft van de blijde in
trede van den Koning te Gent. Hij nam
zijn zakhorloge en vroeg den Koning:
„Te Gent hebben wij de Duitsche tijd.
Hoe laat hebt U het Sire?" „5 uur 17",
antwoordde de Koning. „Goed",ant
woordde Anseele; „ik ga mijn horloge
met de Uwe gelijk stellen. Hopen wij,
dat onze twee horloges steeds gelijk zul
len loopen".
De eerste regeering van België, na den
wapenstilstand, heeft een politiek van
democratische 'sociale hervormingen in
gevoerd. Het merkwaardige is dus wel
niet of deze hervormingen goed waren.
Dit staat, volgens ons, als een paal bo
ven water. Slechts een anti-democrati
sche politiek had de revolutie in de
hand kunnen werken en men zou het 'n
politiek leider ten slotte bezwaarlijk
kunnen kwalijk nemen wanneer hij van
zijn macht gebruik maakt, om zijn pro
gramma door te drijven.
Wanneer men maar eenmaal aanneemt
dat den Koning iets werd voorgelogen
is het heel normaal dat de socialistische
woordvoerder, van zijn invloed bewust,
zonder chantage te plegen, slechts op
bepaalde voorwaarden zijn medewerking
toezegde. Dit gebeurt nu ook. Alleen
blijft dus als interessant element van
het debat, op welke wijze tot de „poli
tiek van Lophem" is besloten. De waar
heid zal vermoedelijk wel in het midden
liggen.*)
In dit verband is nog van belang het
verwijt, dat de toenmalige Vlaamsche lei
ders reeds herhaaldelijk van Vlaamsch-
nationalistische zijde hebben opgeloopen
n.l. dat zij toen de historische gelegen
heid hebben laten voorbijgaan om, door
een eenvoudig besluit, ook de hervor
mingen te bekomen waarvoor thans hard
moet worden gestreden. Het is waar, dat
de oorlogsneurosc de atmosfeer bezwaar
de en dat er, toen, zelfs moed toe noo-
dig v/as om maar de kleinste Vlaamsch-
gezinde belijdenis af te leggen. Doch te
Lophem, zoo beweert de heer Harry, was
men bang voor een „activistische" revo
lutie te Gent. Dit is slechts een bloote
bewering, die door de verklaring van den
Koning blijkbaar waardeloos wordt. Het
is echter een element van het debat dat
zeer zeker ook in de toekomst nog stof
opjagen zal.
De Koning is overigens ook uit zijn
trationeele- geslotenheid getreden en in
een door Belga medegedeeld schrijven
aan den minister-president, heeft hij de
door den heer Harry verspreide legen
den op zijn beurt gelogenstraft. De Ko-
nig beeft, aldus getuigt hij, de Havresche
regeering niet tot ontslag verplicht; hij
was voldoende in voeling met het bezet
te gebied om over den geestestoestand
van het volk op de hoogte te zijn en nooit
zoo verklaart hij met klem, heeft iemand
hem over onmiddellijk gevaar van ge-
lijk„ welke politieke of sociale onlusten
gesproken. Nooit heeft iemand getracht
invloed uit te oefenen op zijn beslissing
door hem den geestestoestand van het
volk verkeerd voor le stellen.
DIENSTPLICHT.
Uitspraken in zake vrijstelling.
Dc Burgemeester van Middelburg
brengt ter algemeene kennis, dat om
trent aanvragen om vrijstelling van den
dienstplicht betreffende dc hieronder ge
noemde personen de uitspraken zijn ge
schied, bij ieders naam vermeld.
Michiel van de Ven. en Gilles Adriaan
van Wezel, beiden lichting 1931, vrij
gesteld wegens broederdienst bij besluit
van den Commissaris der Koningin dd.
10 en 14 Febr.
Tegen elke uitspraak kan uiterlijk den
tienden dag na den dag dezer bekendma
king in beroep worden gekomen.
Middelburg, 17 Febr. 1930.
De Burgemeester,
P. D'UMON TAK.
'El cc Ir. Drukkerjj G. W. DEN BOER,
Middelburg.