BUITENLAND NIEUWS UIT BELGIE. BEKENDMAKINGEN 5 hevig oplaaiende vlammen over naar het warenhuis van C. Woning. Zoowel de loods als het warenhuis werden een prooi der vlammen. De brandweer van Hillegersberg, die spoedig met vier spuiten aanwezig was, mocht geen water geven, omdat de bur gemeester van Bergschenhoek geen as sistentie had verzocht. Eén uur na het uitbreken van den brand kwam de spuit van Bergschen hoek. Deze spuit heeft dan ook de smeu lende deelen nog bespoten. Noch de loods, noch 'het warenhuis wa ren verzekerd. Dinsdagavond werd een brand gealar meerd on de Rijnaak „God met ons'1 aan de Waalhaven N. Z. te Rotterdam gemeerd. Binnen zeer korten tijd stond de groote achterroef in lichte laaie, ter wij! de brand zich des te erger liet aan zien, daar genoemd schip tusschen vier andere lichters ligging had. De „Havendienst II" wist zich als een wig tusschen het brandende schip en de drie daarnaast gelegen vaartuigen te drin gen en ze een breeden strook water van elkaar te verwijderen. De achterroef van „God met ons" is met heel zijn inhoud uitgebrand. Alleen de ijzeren platen en staven staken nog als een geraamte omhoog. De oorzaak van den brand is nog niet opgehelderd. De schipper A. W. was niet aan boord toen de brand uitbrak. Zijn knecht, de 20-jarige A. v. d. P., was wel op het schip aanwezig, doch be vond zich in zijn eigen roef aan den vcorpiek, waar hij heel rustig een boek zat te lezen. De brand werd bemerkt door een knecht van een anderen lich ter. Hij sprong op deze aak over, sloeg de deur van de roef in, doch kon we gens den rook en het vuur niet verder doordringen. Snel waarschuwde hij den knecht. Deze kon van de oorzaak geen opheldering geven, daar volgens hem de kachel uit moet geweest zijn. ZAKKENROLLER GEKNIPT. - Na de aanhouding, onlangs in den Priincesise- Scli'. uwirarg te 's-Gravenhage van den gentlenian-zak'kenroller, den Armener G., was het de politic bekend, dat met hem en zijn internationaal gezelschap ook een Hollander in relatie stond, die tijdelijk te Amsterdam verblijf hield. Deze persoon Irad hier >p als een soort impresario, die connectie onder he'd met onderschei dene gauwdieven. De man woonde in de* Spiegelstraat le Amsterdam en wist, toen 14 dagen geleden een poging gedaan werd hem daar te arresteeren, te ont snappen. Hij is van een buitengewone vlugheid en het viel hem niet gemakke lijk verder zijn spoor te volgen. Dinsdag ging de gladde vogel naar Den Haag,-goed en wel in de residentie (aan gekomen, werd hij gearresteerd door een rechercheur. De gearresteerde, die in verzekerde bewaring is gesteld, is de 38-jarige C. v. W., een bekende zakkenroller. Hij is herkend als de trouwe metgezel van den Armeniër hij diens Schouwburgbe zoek. Bij voorkeur namen de beide hee ren hun slachtoffer tusschen zich 'in om vervolgens één van beiden zijn slag te slaan. Van W. zal Ier beschikking van de Justitie worden gesteld. GESLACHTE KOE MET PETROLE UM BEGOTEN. Toen personeel van het abattoir te Amsterdam het vleesch van een Maandagavond voor re kening van een slager aldaar geslachte koe*op den wagen wilde laden om het in den winkel te doen bezorgen, ont dekte men dat het vleesch met petro leum was begoten, zoodat het voor de consumptie onbruikbaar was geworden. De slager-eigenaar van de koe, die kort geleden een eigen zaak heeft ge opend, acht het zeer wel mogelijk dat zijn vroegere patroon, uit wraak voor het feit, dat verschillende klanten naar de nieuwe zaak zijn overgegaan, de ge slachte koe met petroleum heeft bego ten of doen begieten. De directeur van het abattoir heeft de za'ak in handen der politie gesteld. DE SLUIPMOORD BIJ VOORBÜRG. In verband met den bij Voorburg ge- pleegden sluipmoord op den Voorburg- schen manufacturier van der Drift, meldt de „Nwsbr." o.m. het volgende: De eerste aanleiding tot de arrestatie van J. B. met betrekking tot deze zaak was de mededeeling van een bewoonster van een perceel in de omgeving van het oude kasteeltje „de Binckhorst". Deze vrouw deelde aan de politie me de, dat eenige dagen voordat de moord op van der Drift plaats had, iemand bij het kasteeltje met een revolver aan het schieten was geweest. Later was deze persoon in de omgeving gaan vragen of men schieten gehoord had. Hij was n.l. zooals hij zeide bezig proe ven te nemen om vast te stellen op wel ken afstand de schoten uit een revolver hoorbaar waren. Bij onderzoek bleek de proeven-ne- mende schutter J. B. te zijn geweest. Hij werd aangehouden, doch de revolver '.verd niet meer in zijn bezit gevonden. Uit zijn mededeelingen bleek evenwel, dat de door hem gebruikte revolver on geveer van t zelfde kaliber moet zijn ge weest, als die, waaruit de doodelijke schoten op den heer Van der Drift zijn gelost. Hieruit valt dus te verklaren, dat de justitie grooten prijs stelt op het vinden van deze revolver, Tot op heden is deze revolver nog niet gevonden, In dit enkele feit meende de justitie blijkbaar voldoende aanleiding te heb ben B. in het Huis van Bewaring in te sluiten. Na zijn arrestatie bleek, dat B. teza men met den later aangehouden, doch weer vrijgelaten T. H„ korten tijd te voren ook een misdrijf tegen iemands leven had beraamd. Het was hun namelijk bekend, dat een loopknecht van een bekende bankinstel ling in de omgeving van den Kneuterdijk 's morgens steeds groote geldsbedragen in zakken uit de kelders van het bank gebouw haalde, om deze aan de bedien den der loketten te brengen. B. en H. hebben toen op de Prinse gracht aan den portier der bank voor gesteld, dat hij hen in de gelegenheid zou stellen zich in de onderaardsche gangen van het bankgebouw te laten insluiten. Zij zouden dan den loopknecht met een bijl de hersens inslaan om zich vervolgens van een flink bedrag aan geld meester te maken. De bankportier, die dit aan vankelijk als een grapje opvatte, heeft dit voorstel echter van de hand gewezen. Later heeft hij zich evenwel bij de justi tie gemeld, toen hij hoorde, dat B. gear resteerd was. In hoeven e het voorstel van B. en H. aan den bankportier ernst is geweest, valt niet uit te maken. De aanwijzingen, dat B. misdadige plannen had, zijn ook vrijwel de eenige gegevens, welke de justitie tegen hem heeft. Van een relatie met den vermoor de van der Drift is niets gebleken. Bij de verdenking tegen B. zou de ju stitie, naar het blad is verzekerd, dan ook uitgaan van de veronderstelling, dat de doodelijke schoten voor iemand an ders dan van der Drift bedoeld zouden zijn geweest. De oorsprong van het vreeselijk gebeu ren zou dan ook moeten worden ge zocht in een bekende dancing waar twee dagen voor den moord een aannemer, die veel over den Westvlietweg fietste, in een dronken bui een zeer groot bedrag aan contanten heeft laten zien. Vast staat, dat B. regelmatig in die in richting kwam. Of dit geval met den moord in ver band staat, is voor bet oogenblik ech ter niet meer dan een onderstelling. B. blijft ten steligste ontkennen iets van den moord op van der Drift af te we ten. Gezien de weinige aanwijzingen, die tegen hem bestaan, is het zeer waar schijnlijk, dat B. indien niets positiefs tegen hem kan worden ingebracht eerlang op vrije voeten zal worden ge steld. FELLE BRAND TE BEVERWIJK. Hedennacht omstreeks half drie heeft in het café „De Zon" van C. O. aan de Breestraat een felle brand gewoed. Het perceel brandde geheel uit. De belen dende winkels bekwamen groote brand schade. De hitte van het vuur was zoo groot, dat de spiegelruiten van den win kel aan den overkant van de straat sprongen, terwijl in een dezer winkels de koppen der etalagepoppen smolten. De brandweer, die eerst vrij laat op het terrein van den brand arriveerde, slaag de er ten slotte in den brand met drie slangen op de motorspuit en twee op de waterleiding, meester te worden. De oorzaak van den brand is onbekend. Ver zekering dekt de schade. BRANDSTICHTING. Te Oude- p e k e 1 a zijn gearresteerd U. D. en zijn vrouw. Zij worden beschuldigd van brandstichting. TE PAKKEN GENOMEN. De Fran- sche automobilisten werden Dinsdag in de buurt van Parijs op een origimee- Ie wijze gedwongen de voorgeschreven maximum-snelheid in acht te nemen. Zij ontdekten n.l. op een der goede straatwegen in de buurt van de hoofd stad., waar gewoonlijk ondanks alle po- litieverrrdeningen een "snelheid van 120 K.M. per uur wordt ontwikkeld, tot hun groote ergernis juist op het beste punt van den weg een agent, die half Mer- horgen onder de boomen stond met een notitieboek en potlood in zijn hand. De automobilisten verminderden toen zij aen ge.nl z.-gen, hun snelheid. Een stap te zelfs even uil, kwam in de 'buurt van den agent en ontdekte toen tot zijn ver bazing, dat hij met een vogelverschrikker die de uniform van een agent droeg,, te doen had. HET VERLOREN KIND, De Ca- nadeesche bladen vertellen dat zich op het station in Winnipeg het volgen de tragikomische geval heeft afgespeeld, dat werkelijk elke klucht tot eer zou strekken. Op het oogenblik dat de trein zou vertrekken, stormde een dame van onbestemden leeftijd het perron op en bezwoer het personeel der Canadian Pa cific den trein niet te laten vertrekken, daar ze haar kind verloren had. De po litie werd onmiddellijk ingelicht en ging cp zoek. De vrouw vertelde weenend en jammerend, dat haar kind tijdens 't op onthoud was uitgestapt en niet terugge komen. Ze was zóó wanhopig, dat zich een groote schare medelijdende zielen om haar heen verzamelde en het heele station in opwinding geraakte. Eindelijk wilde men, niettegenstaande het bidden en smeeken der troostelooze moeder den trein toch laten vertrekken, toen kalm een man er bij kwam en zei: Maak je toch niet ongerust, moeder, je ziet toch dat ik bijtijds terug ben. Iedereen staar de hem aan. Hoe oud is uw kind? vroeg een inspecteur. 43 Jaar, antwoordde de moeder vol trots op den heer wijzend. Aangezien de goede trouw der vrouw buiten twijfel vyas, heeft men er zich me de vergenoegd over het geval te lachen en zag de politie af van een proces-ver baal. IIA YEN BRAND. In de hoofd-opj- slagplaats van de haven van Genua is (Maandagavond een groote brand uilge broken. Hel vuur woedde in de opslagplaals van liout en in de katoenpakhuizen. De schade wordt op 3 millioen lire (geschat. VLIEGTUIGFABR. VERNIELD. Door hevigén brand zijn de vliegtuigfabrie ken van Mendon geheel vernield. Van de 20 vliegtuigen, die dn de fabriek gemon teerd stonden, zijn er 18 vernield. Ook de naburige huizen hebben min of meer ernstige schade opgeloopen. Klein meisje (doelend op den man, die juist voor het bordje „niet rooken" zit): „Kijk, mammie, is dat een heilige? (Passing Show). ■'M-'H 1MB»— WIIIIWIIB HET RAPPORT OVER DE EXPEDITIE- NOBILE, Hel rapport van de commisisie van on derzoek inzake de ramp van het lucht schip Italia op Nobile's Noordpoolexpe ditie toont, dat het oordeel over Nobile vernietigend is. Met allerlei bijzonder heden wordt aangetoond, dat Nobile's houding onzeker en vol tegenspraak is geweest. Noodlottig is het bevel geweest om de ketting neer te laten, terwijl die motoren nog draaien en het neerslaan van het luchtschip bevorderd moest wor den bij het haken van den ketting, door dat het den wind in den rug had. Uit de verklaringen van Ceccioni.' den chef-ma chinist, blijkt, dat de uitgeputte beman ning bij het dalen van het luchtschip in den war was, doch dat het commando geheel de kluts kwijt v/as. De rechtsreek- sche oorzaak van het neerstorten heeft de commissie niet kunnen ontdekken. Zij wijt de ramp er alleen aan,dat de be manning niet voldoende geschoold was. Aan boord heeft een beproefd luchtvaar der ontbroken, die over een lange er varing beschikte en die op den betrokken dag de Poolreis niet zou hebben onderno men. Het rapport erkent Nobile's groote verdiensten als bouwmeester van lucht schepen, doch verwijt Nobile ondank baarheid jegens zijn bemanning en on waarachtigheid bij de voorbereiding van de expeditie. Hij heeft namelijk om de gemeente Milaan tot financiering van de expeditie te bewegen gezegd, dat anders een Duitsche expeditie hem voor zou zijn en zoodoende gewerkt op de chau vinistische gevoelens der Italianen. Het feit, ,j?.t hij zich eerst heeft laten red den en zijn bemanning aan zichzelf over liet, toont aan, dat hij zijn plicht en waar digheid als generaal en als commandant vergeten heeft. Het is niet waar, dat Nobile door de bemanning werd gedwongen als eerste le vertrekken: Nadat de generaal met der Zweedschen vlieger had gesproken, wendde hij zich tot de bemaning met de woorden: ,,,Wat zeggen jelui ervan; ik moet als eerste vertrekken!" De beman ning antwoordde eenvoudig: ,JJ bent de commandant en moet weten, wat u te doen staat". Merkwaardig is de opmerLmg in het rapport, dat Nobile ni ii hi t bezit was van een geldig diploma voor het bestu ren van een luchtschip. Dat laadt ten slotte een deel van de schuld voor de ramp mede op de schouders van de Ita- liaansche overheid, die hem niettemin een luchtschip van de marine afstond en hem er ongestoord mee liet oefenen en vertrekken. Ook wat de voorbereiding van den tocht betreft, richt men verwij ten tot Nobile over dingen, die de over heid had moeten en kunnen voorkomen. Zoo zegt men dat de eerste machinist nooit gevlogen had, de fotograaf nooit een foto uit de lucht had gemaakt. Waar de bemanning op enkele geleer den en een journalist na uit marineper soneel bestond, had men Nobile ten deze wel tijdig de noodige terechtwijzingen kunnen geven. Al weet men de oorzaak van het on geluk niet precies, hoe het gebeurde weet men wel. Een uur voor de ramp schoot het luchtschip eensklaps met den neus vooruit naar beneden, naar alle waarschijnlijkheid tengevolge van het feit dat de man aan het roer van uitputting in slaap gevallen was. Om weer hooger te komen, wierp men ballast uit. Men steeg toen tot 1000 M. en kwam daardoor boven de wolken. Om toen weer te da len liet men gas uit. Zooveel echter dat het schip toen het weer in koudere lucht lagen kwam, te zwaar werd. Ten slotte vergat men, toen men de motoren weer aanzette, de luchtkokers in verband met den sterkeren tegenwind te verstellen. Hierdoor werden de luchtzakken, die bij het halfstijve stelsel het luchtschip de vereisente vastheid van ligging geven zoo sterk gevuld, dat zij op de gasballons drukten, v/aardoor deze nog meer gas verloren en het drijfvermogen van het schip nog meer verminderd werd. Als men de noodige voorzorgsmaatregelen in acht had genomen en liet schip legein den wind in gezet had, zou men hebben kun nen dalen zonder zoo'n ernstige ramp te veroorzaken als thans, nu het schuitje met een snelheid van ongeveer 100 K.M. per uur tegen het ijs geslagen is. Van onzen bijzonderen correspondent. Een historische dag. Op het kasteel te Lophem-bij- Brugge op 11 November '18. Om een sociale revolutie te vermijden? Geen be drog van den Koning naar hij zelf plechtig verklaart. Dezer dagen verscheen het vierde en laatste deel van de gedenkschriften van een journalist, ex-hoofdredacteur van 'n vóór den oorlog zeer invloedrijk liberaal orgaan „Le Petit Bleu," waarin deze zoo genaamde onthullingen doet over de wij ze waarop, onmidellijk nadat de Duit sche nederlaag bezegeld was, in 1918, en het Belgische grondgebied door de bezet tende macht werd ontruimd, het land een nieuwe regeering heeft gekregen, in ver vanging van deze welke het tijdens ge heel den oorlog te La Havre had verte genwoordigd, en ook over de wijze waar op zich, op dat oogenblik, een onbloe dige revolutie heeft voltrokken, welke de meest ingrijpende veranderingen heeft meegebracht voor het binnenlandsche po litieke leven. Over deze gebeurtenissen hebben, se dert den oorlog, allerlei praatjes de ron de gedaan. Praatjes over bedrog van den koning, die het slachtoffer zou geworden zijn van in het land gebleven politici, welke er belang bij hadden om den toe stand en de stemming onder het verhon gerde volk zoo voor te stellen, dat hun partij- en andere belangen er door wer den gediend. Om goed te begrijpen moet men terug- keeren tot de bewogen dagen zelfs in Ne derland de revolutionaire draak zijn mon sterkop opstak. In België had de bevolking geduren de ruim vier jaren honger geleden, was iedereen blootgesteld geweest aan de bit terste ontberingen, waarbij bovendien nog het zedelijke lijden werd gevoegd. foen brak, in de eerste dagen van No vember de Duitsche revolutie los. De Keizer vluchtte en soldatenraden werden gevormd. In de straten van Brussel wer den de Duitsche officieren beleedigd en gedegradeerd door hun manschappen. Het oogenblik was nakend waarop de Duitsche legers den Belg. grond zou den verlaten en opnieuw een eigen re geering het bewind in handen nemen moest om een ontzaggelijke taak op zich te nemen. Het was het oogenblik om in verbin ding te treden met de regeering van Le Havre, met den Koning. En de huidige minister van Justitie, de heer Janson, 'n liberaal, werd aangeduid om zich dwars door de aftrekkende Duitsche troepen, naar Lophem te begeven, een kleine ge meente nabij Brugge, opnieuw reeds door de Belgische troepen veroverd, en waar de koning op een kasteel voor enkele dagen zijn intrek had genomen. A Wat is er te Lophem gebeurd? In wel ken toon hebben de bezoekers aan den Koning over den toestand in het land gesproken? Dat is de vraag, waarop de heer Gérard Harry een antwoord meent te kunnen geven. Volgens den schrijver van deze ge- denk-schriften is te Lophem aan den Ko ning den indruk gegeven dat te Brussel de ontwenteling werd voorbereid, onder de besmetting van de Duitsche revolutie, en werden door den heer Anseele, hier in gesteund door den heer Janson, eischen gesteld, op grond van dit spook beeld, die de Koning anders nooit zou hebben ingewilligd. Het gevolg was, dat men den Koning door gendarmen liet be schermen terwijl iedereen in vreugde leefde over de bevrijding en aan geen re volutie dacht. Toen Duitsche revolutio nairen in het Volkshuis te Brussel een revolutionaire beweging trachtten te ont ketenen, werden zij aan de deur gezet.. Het boek van den heer Harry bevat ook een inleiding van de hand van den huidigen minister van Buitenlandsche za ken P. Hymans, waarin hij al de „onthul lingen" van den heer Harry den bodem inslaat door vast te stellen, dat er van bedrog van den Koning eenvoudig geen sprake kan zijn, dat deze trouwens zelf heel goed wist wat hem te doen stond en dat, wat te Lophem en later te Brug ge, werd besloten, slechts de uitvoering was van wat, te Le Havre en te Brus sel, reeds gedurende vele maanden was voorbereid. Het is de vraag wie er gelijk heeft. Het debat is nog niet uitgeput. Ongetwijfeld zullen de herinneringen van degenen, die meer van nabij bij de besprekingen te Lophem waren betrokken, later nog meer licht brengen. Intusschen heeft nog niemand herin nerd aan de verklaringen, welke in Maart 1926 werden afgelegd door den heer Janson, voor de Conferentie van de Jon ge Balie te Brussel, waarin hij de huidi ge lezing van den heer Hymans volledig heeft bevestigd. Volgens den afgevaardig de bij den Koning was iedereen het in België eens, althans wat de liberale par tij betreft, dat het algemeen stemrecht moest worden toegekend op 21-jarigen leeftijd, daar men de soldaten niet van het stemrecht mocht berooven, evenmin als de jonge arbeiders, die zich kranig hadden gedragen tijdens de bezetting. Bovendien moest een „nationale" re geering worden gevormd, ook met deel neming van de vooroorlogsche opposi tie-partijen. Het was wellicht om die re den, dat geen katholiek werd gevoegd bij den afgevaardigde. De heer Janson kwam er in zijn verklaringen voor uit, dat de heer Anseele de socialistische eischen voor het algemeen stemrecht op 21-jaar en nog andere heeft vooropgesteld als voorwaarde voor de socialistische me dewerking aan de nieuwe regeering. Maar wat er werd gezegd was geen verrassing voor den Koning. Alles vorm de lang nagestreefde hervormingen. Anseele kwam met den Koning overeen wat den datum betreft van de blijde in trede van den Koning te Gent. Hij nam zijn zakhorloge en vroeg den Koning: „Te Gent hebben wij de Duitsche tijd. Hoe laat hebt U het Sire?" „5 uur 17", antwoordde de Koning. „Goed",ant woordde Anseele; „ik ga mijn horloge met de Uwe gelijk stellen. Hopen wij, dat onze twee horloges steeds gelijk zul len loopen". De eerste regeering van België, na den wapenstilstand, heeft een politiek van democratische 'sociale hervormingen in gevoerd. Het merkwaardige is dus wel niet of deze hervormingen goed waren. Dit staat, volgens ons, als een paal bo ven water. Slechts een anti-democrati sche politiek had de revolutie in de hand kunnen werken en men zou het 'n politiek leider ten slotte bezwaarlijk kunnen kwalijk nemen wanneer hij van zijn macht gebruik maakt, om zijn pro gramma door te drijven. Wanneer men maar eenmaal aanneemt dat den Koning iets werd voorgelogen is het heel normaal dat de socialistische woordvoerder, van zijn invloed bewust, zonder chantage te plegen, slechts op bepaalde voorwaarden zijn medewerking toezegde. Dit gebeurt nu ook. Alleen blijft dus als interessant element van het debat, op welke wijze tot de „poli tiek van Lophem" is besloten. De waar heid zal vermoedelijk wel in het midden liggen.*) In dit verband is nog van belang het verwijt, dat de toenmalige Vlaamsche lei ders reeds herhaaldelijk van Vlaamsch- nationalistische zijde hebben opgeloopen n.l. dat zij toen de historische gelegen heid hebben laten voorbijgaan om, door een eenvoudig besluit, ook de hervor mingen te bekomen waarvoor thans hard moet worden gestreden. Het is waar, dat de oorlogsneurosc de atmosfeer bezwaar de en dat er, toen, zelfs moed toe noo- dig v/as om maar de kleinste Vlaamsch- gezinde belijdenis af te leggen. Doch te Lophem, zoo beweert de heer Harry, was men bang voor een „activistische" revo lutie te Gent. Dit is slechts een bloote bewering, die door de verklaring van den Koning blijkbaar waardeloos wordt. Het is echter een element van het debat dat zeer zeker ook in de toekomst nog stof opjagen zal. De Koning is overigens ook uit zijn trationeele- geslotenheid getreden en in een door Belga medegedeeld schrijven aan den minister-president, heeft hij de door den heer Harry verspreide legen den op zijn beurt gelogenstraft. De Ko- nig beeft, aldus getuigt hij, de Havresche regeering niet tot ontslag verplicht; hij was voldoende in voeling met het bezet te gebied om over den geestestoestand van het volk op de hoogte te zijn en nooit zoo verklaart hij met klem, heeft iemand hem over onmiddellijk gevaar van ge- lijk„ welke politieke of sociale onlusten gesproken. Nooit heeft iemand getracht invloed uit te oefenen op zijn beslissing door hem den geestestoestand van het volk verkeerd voor le stellen. DIENSTPLICHT. Uitspraken in zake vrijstelling. Dc Burgemeester van Middelburg brengt ter algemeene kennis, dat om trent aanvragen om vrijstelling van den dienstplicht betreffende dc hieronder ge noemde personen de uitspraken zijn ge schied, bij ieders naam vermeld. Michiel van de Ven. en Gilles Adriaan van Wezel, beiden lichting 1931, vrij gesteld wegens broederdienst bij besluit van den Commissaris der Koningin dd. 10 en 14 Febr. Tegen elke uitspraak kan uiterlijk den tienden dag na den dag dezer bekendma king in beroep worden gekomen. Middelburg, 17 Febr. 1930. De Burgemeester, P. D'UMON TAK. 'El cc Ir. Drukkerjj G. W. DEN BOER, Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 6