Vrouwenhanden
Tweed® bBad
D&OUOÈ THOMAS
van do
PROVINCIALE ZEEUWSCHE
van
Maandag 17 Febr. 1930 No. 40.
'KUNST EN WETENSCHAP
P, C. BOUTENS
door: ANNY VON PANHUYS.
Op de Schelde.
WALCHEREN.
Verdwenen molens op Walcheren.
"UID-BEVELANB.
Besluit vernietigd,
20 Febr. 1870—1930.
Wie eens de roep van de zee heeft
verstaan in zijn hunkerend hart, kan die
nooit meer vergeten. En al zijn niet, zoo
als bij onzen grootsten dichter van wind
en zee, A. Roland Holst, al Boutens ver
zen overspringende vonken tusschen de
polen van heimwee en verlangen naar
zee en wind, toch beheerschen deze wil
de, ontembare oerkrachten de meeste
zijner verzen.
Doch Boutens heeft de natuurkrachten
niet alleen lief gehad omdal zij voor hem
de manifestaties waren van machten
wier wezen de stervelingen nooit wordt
geopenbaard en welke daardoor on
weerstaanbaar lokken naar de buiten-
menschelijke gebieden, van waar hun
geheimzinnig komen is; hij heeft hun
werking óók ondervonden: als een zali
gende troost in uren van eenzaamheid,
waarin het hart, gedreven naar zelfver
nietiging in deze wereld, daaruit een
wanhopige bevrijding zocht die den weg
opent tot een inkeer naar het diepste
zelf.
En mag men hier niet spreken van een
goddelijke verwantschap tusschen geest
en bloed? Het hart, aan zich zelf over
gelaten, is als een eenzame planeet
weerloos overgeleverd als de aarde die
de donkere prooi is van het hartstoch
telijk spel van zee en wind, dat heen
trekt over alle grenzen welke de men-
schelijlce zelfbeperking zich stelt in de
•uren van aardsche bezinning. Maar zoo
dra deze bezinning gebroken wordt door
den feilen inval van leed of vreugde, dan
vallen de grenzen weg.
Al dat lachen en schreien van anderen
En de heele wereld niet te veranderen,
Die heb ik nu vaarwel gezeid
Voor alle tijd.
Zoo spreekt de menscb in zijn we
reldsdie machteloosheid, maar stelt te-
geli/k daarmee de wereld van den droom
voor zich open. Want:
Heb ik niet Uw oogen
E'.n al Gods and're vaste sterren
Eeuwig en. bij me?
Maar hiermede wentelt de mensch
zijn verantwoordelijkheid in deze we
reld niet blijvend van 2;ich. Men kan
vaan-wel zeggen, maar men heeft niet de
macht, te vergeten. En deze laatste pha
se in de ontwikkeling van het leven dat
van het menschelijk bedrijf niets meer
verwacht dan duister onheil, vindt wel
haar citing in den machteloozen kreet:
„Wie over 't brandend blind bazalt
Brengt mij naar Lethe?
O, alles te vergeten
Eer de: avond valt."
Het zou een tekort aan begrijpen be-
teekeneri, wanneer we wilden trachten,
Boutens' 2ielegang vast te leggen in een
feuilleton.
We wilden enkel aangeven het on
verbrekelijk verband met zee en wind
dat een van Boutens felste potenties zij
ner poëtische aandrift genoemd moet
25
„En dubbel inforressant is het, dat
ik het stuk schreef in Duilsehland, waar
het speelt. Daardoor was ik in staat
hel land en de menschen naar de natuur
getrouw le schilderen", zei de Ruyter.
„Aan mijnheer vm Weiden heb ik we
gens zijn positie aan het hof ménig 'be
langwekkend detail te danken. "Hij gaf
mij kijkjes op intieme, zij het ook' on
schuldige dingen in den hofkring en ver
telde hoe het aan zoo n klein hof toe
ging. Indien hij eens wist,, waarvoor ik
zijn kleine, vertrouwelijke mededeelingén
noodig) had!" Vroolijk lachte do Ruyter
en ook om Ada's miond vertoonde zich
een glimk ch.
„Mijnheer von Weiden houdt u natuur
lijk voer een Nederlandsch schouwburg
directeur in ruste, die wegens een erfénis
van een )f ander Duilsch familielid thans
eenigen tijd in Duitschland woont."
„Ja, ik heb' hem verteld, dat de erfe
niskwestie van uit Nederland moeilijk
geregeld zou kunnen worden. Als hij had
geweten, dat ik een bekend Ainsler-
woiden. En die wij noemen, omdat wij
gelooven dat ons land van wind en wa
ter het heimwee en verlangen in deze
dichterziel voor altijd hebben gewekt.
Boutens viert 20 Februari zijn zestig
sten geboortedag en dat jubileum gaan
wij niet onopgemerkt voorbij.
Kunnen wij, zieeuwen, hem een groo-
tere hulde brengen dan de verzekering
dat wij hem nog voelen als een der on
zen?
Erkennen wij dit, mede door de frag
mentarische analyse welke wij van zijn
werk gaven,. En laten we voor degenen,
welke de bronnen der poëzie kunnen
noch durven benaderen, een vers af
schrijven dat in woorden getuigt van de
liefde voor ons gewest welke wij hem
ill. zi.jn hart toekennen!
De zeilen voor den wind spreiden zich
vleugelwijs.
Het schip gaat onvermoeid zijn avond
reis
Naar roode havenbaak door duisterverre
Verstrooid» vloten van toplichten, lage
sterren.
Zwart blikkerwater licht en zingt diep
langs de kiel met vocht gebuis,
Om 't roerelooze roer sproeisprankt het
diamanten gruis.
Wij zitten ieder in zijn stillen hoek
Gesloten can elkander. Elk heeft zijn
bezoek.
In witten weerschijn van de nacht-
vergroote zeilen
Komt krans oog-open aangezichten met
mij wijlen.
'Zij /schrikken of verrassen niet, zoo eigen
Zijn zij. Bemin de dood - en leven
verren komen zwijgen
hlun vaat uur; allen vinden de 'eigen
glimlach reede
lïi de vertrouwlijkheid van de
avondvrede.
Zij zitten onbeweeglijk, wiegen even
maar uiteen,
Wanneer van de overplecht een vragend
woord komt treên.
Tot antwoord van mij is gegaan met
luchten voet
hn stappen vrieudlijk onverschillig van
gewoontes groet."
LEO VAN BREEN.
ZEELAND.
Ged. Staten van Zeeland hebben
bepaald, dat in 1930 de kooieenden door
den kooiman moeien worden opgesloten
of gehokt van 1 tot en met 30 April en
van 16 Juni tot en met 1 September.
In een boekje over de molens van
Walcheren, dat dit jaar zal worden uit
gegeven, zouden de schrijvers gaarne
ook afbeeldingen van verdwenen molens
wenschen op le nemen. Niettegenstaande
vele nasporingen is hel hun niet gelukt
afbeeldingen te krijgen van de volgende
molens
Uil de gemeente Koudekerke den vo-
rigen molen bij hel dorp, afgebrand in
1872 en den molen aan den ouden
Vlijssingschen weg in de nabijheid van
„de Parel". Dit was een graanmolen
van Machielse en is tusschen 1860 en
1870 verdwenen.
Uit de gemeente Middelburg den mo
len, die op het stadsbolwerk heeft ge
slaan ongeveer op de plaats waar nu
hel station is, afgebroken 1811 en 1830;
den molen, die voor de .Johanna" od
het Segeersholwerk heeft gestaan en den
molen od den Ouden Vlissingschen weg.
Oin de nabijheid van den, bok verdwe-
Onen oliemolen van Tak. Deze molen
moet in 1810 nog hebben toestaan.
Uit de gemeente N. en St. Joosland
den vorigen molen, in 1874 afgebrand.
Uit de gemeente O. en W. Souburg,
damsch tooneeispeier hen en hier een
aanzienlijk vermogen in haar geld heb,
dan zou hij mij dit lmisjjo zeker jniet voor
zoon lagen prijs verhuurd hebben."
„Waarhn liet u eigenlijk uw geld niet
in Nederland, vader?"
„Die vraag, mijn kind, is gemakkelijk
fte beantwoorden." Peinzend keek de va
der vor zich heen. „Toen wij naar
Duitschland gingen, k-n ik niet welen,
of en zoo ja, wanneer wij weer naar Ne
derland zouden terugkeeren; mijn stuk,
imlmers, had een mislukking kunnen wor
den cf wel ik had kunnen sterven. In
elk igeval wilde ik zorgen, dal je geen
oogenblik in geldverlegenheid had be
hoeven te verkeeren. Ie zoudt dadelijk,
indien ik in dezen "tijd ware overleden,,
in hel ongestoorde bezit van ons geld
zijn geweest, zonder omslachtige schrij
verijen. Daarom bracht ik het geld mee."
„Uw liefde denkt aan alles, beste va
der", zei Ada met een blik vol warmle
naar henv
„Zoodra wij weer in Amsterdam zijn,
formeer ik een eersterangs tooneelge-
®elschap", zei de Ruyter, leruggrij'pen-
de naar het onderwerp van zooeven,
ji,waarvan jij onder de vrouwen de eersle
persoon zult zijn en met het stuk ,„De
Spion" zullen wc dan een groole kunst
reis deor geheel Nederland maken."
„En uw roemvolle naam zal als de
klank van een fanfare voor ons uitgaan",
zei Ada met enth msiisme.
„Of jij met je lieve, hartelijke ijdel-
heid." De vader was opgestaan. „Ik ga
den istandaardmolen le Oost Souburg in
in 1891 afgebroken.
Uil de gemeente Ooslkapelle den stan-
daardmoleii, ia 1858 afgebroken.
Uit de gemeente Vlissingcn den slau-
daardmoleh, die op liet Groothoofd heeft
gestaan, en in 1800 is omgewaaid; den
kruilmolen ten Oosten van de stad, in
1702 opgericht en in het begin der 18c
eeuw gesloopt; den molen bij de oucle
begraafplaats, in 1900 afgebrand en den
molen bij de KaaskaaL in 1905 builen
gebruik gesteld en later afgebroken.
Uil de gemeente Vrouwenpolder den
wipmolen te Gapinge ,die er slechts één
jaar van 1865 tot 1866 heeft gestaan en
den houten molen te Gapinge, gebouwd
in 1866 en afgebrand in 1896.
Indien er onder onze lezers zijn, die
van een der genoemde molens of van an
dere verdwenen molens een afbeelding
(schilderij, leekening of photographic)
bezitten, dan zouden zij de schrijvers
zeer verplichten daarvan kennis 'le wil
len geven aan den lieer dr. J. H. Vern-
houl, Lange Noordstraat I. 121 le M:d-
Middelburg.
Gemeenteraad van Domburg.
In de Vrijdagavond gehouden verga
dering van den gemeenteraad van Dom
burg, waarin de lieer Elout afwezig was,
zeide de voorzitter niet met de oude tra
ditie te willen breken om bij de eerste
vergadering van het jaar een overzicht
te geven van hetgeen het vorige jaar
plaats had.
Daarbij stipte hij als een voornaam
punt aan, dat kon worden overgegaan tot
het verlagen van de gem. inkomstenbelas
ting met 1 pet., terwijl verschillende za
ken, die tot stand waren gekomen, nog
werden in het licht gesteld. Hij dankte
den raad voor den steun en medewer
king die hem was verleend waardoor, on
danks verschil van meening, veel tot stand
kon worden gebracht en hoopte ook
voor het vervolg te mogen rekenen op
denzelfden steun. Spr. wenschte ten slot
te den leden van den raad met hunne
gezinnen een goed jaar.
De heer D e V i s s e r dankte den voor-
2;itter en wenschte hem en zijn gezin
wederkeerig geluk en hoopte dat 1930
voor allen voorspoedig zou mogen zijn.
Tot lid van het Burgerlijk Armbestuur
werd benoemd de heer J. Wisse Pz, met
wien de heer Laurens Maas was aanbe
volen. De begrooting van dat bestuur
voor 1930 werd goedgekeurd.
Het kohier van de hondenbelasting
werd vastgesteld, terwijl een voorschot
van 355, op de vergoeding wegens ex-
ploitat iekosten, over 1930 aan de bijzon
dere school toe te kennen, werd ver
leend.
Het salaris van den te benoemen amb
tenaar ter secretarie wegens het aan mej.
W. C. van Sluijs op verzoek verleende
eervol ontslag, werd bepaald op 450,
pensioenaftrek 8 pet.
Van den beer W. A. Abeleven te Goes
was een verzoek ingekomen om een re
clameplaat voor Domburg te ontwer
pen. De heer G e 1 d o f voelde veel voor
het doen vervaardigen van een dergelij
ke plaat, hij vroeg echter of de daarvoor
bestede kosten misschien niet doelmati
ger konden worden gebruikt voor het'
adverteeren in couranten en tijdschrif
ten. De heer Westenburger kon
zich met het denkbeeld vereenigen, wel
licht zou dit samen met de Ver. voor
Vreemdelingenverkeer kunnen geschie
den. De heer V a n S 1 u ij s was tegen het
vervaardigen van de plaat. Hij stelde zich
veel voor van de reclame, die door de
Alg. Ver. voor Vreemdelingenverkeer
voor de Noordzeebadplaatsen gemaakt
zal worden. De heeren De Visser en
Almekinders meenen, dat de kosten
hoog zouden worden, waartegenover de
lieer G e d o f zeide, dat Domburg veel
voor reclame moet doen, al ziet men
met dadelijk succes. De voorzitter
was van meening, dat het doen vervaar
digen van een dergelijke plaat van groot
belang voor Domburg zou zijn; het is
een andere wijze van reclame dan tot nu
naar mijn kamer im me te verkleed,en,
waarschijnlijk komt mijnheer von Wei
den straks."
Acta glimlachte legen haar vader, die
de kamer verliet.
Zij trok de zijden sjaal nog wat Idichtor
om zich heen en den schommelstoel,
waarin zij zat, zachtjes in beweging bren
gend, keek zij droomerig naar den zwar
ten, ijzeren kachel, achter welks half
geopende deur liet spel der vlammen,
die begeerig onn een dik beukenblok
lekten, zichtbaar was. Als vurige lanten
slingerden zij zich om het harde hout,
steeds sneller en sneller. Ada had hei
koud, daarom word er al sinds weken
gestookt.
Terwijl Ada hel spel der vlammen
bleef volgen, dacht 2 ij aan heL stuk,
dal haar vader voor haar had gescho
ven en in gedachten doorliep zij den in
houd, die haar zoo boeide.
Het stuk speelde in een kleine, Duit-
sche residentiestad, alwaar een jong of
ficier, die toevallig door een stille straat
liep, achter een hek, dicht met klimop
beplant, lirl gezicht van een vrouw ziet,
waarop hij smoorlijk verliefd wordt,
Hij ziel uitsluitend liet lioofd; van liet
lichaam is door de heg niets te 'bespeu
ren. Van toen af ging de officier dikwijls
door de stille straal en bijna tekens ziet
hij het wonderschoone hoofd. Op een
dag waagt hij het de mooie vrouw le
groeten,, die daarop als wedergroet hel
hoofd met een 'betooverenden glimlach
buigt. Voortaan verschijnt de officier da
toe hier gevolgd en z. i. deoltreffend.
Hij stelde voor de plaat te doen maken
en de Ver. voor Vreemdelingenverkeer
te verzoeken de helft in de kosten te dra
gen. Dit voorstel werd met 4 tegen 2 st.
die van de heeren Geldof en Westenbur
ger, verworpen.
B. en W. hadden prijzen opgevraagd
voor de verdere bestrating van de
Schuitvlotstraat. De heer Geldof stel
de voor de geheele straat met eerste
soort steen te verharden, welk voorstel
werd verworpen met 4 tegen 2 stemmen,
die van de heeren Geldof en Westen
burger, waarna besloten werd de gehee
le straat te verharden met 2e soort, mits
deze goedgekeurd werden. De heer
Westenburger verzocht de, voor
het verkeer hinderlijke goot ir> die straat
te doen vervangen door een ried
M. a, st. werd besloten niet in te gaan
op een verzoek van den heer Joh. Mal-
jaars te Aagtekerke, tot ruiling van
grond.
Van M. Baard was een verzoek inge
komen om verhooging van zijn weekloon
aan de electrische centrale. Vooral uit
overweging, dat een loonsverhooging kort
voor de overneming van dat bedrijf door
de P. ,Z. E. M. niet wenschelijk was,
stelden B. en W. voor het verzoek af
te wijzen. De heer G e 1 d o f stelde voor
het loon met 2.50 te verhoogen. Het
voorstel van B. en W. werd daarna met
5 tegen 1 stem aangenomen.
Van P. Meijer was een verzoek in
gekomen om een pensioen van 8 te
mogen ontvangen, daar zijne verdiensten
wegens het instellen van een ophaaldienst
van vuil waren opgehouden. De voor
zitter zeide, dat waar Meijer niet in
dienst der gemeente was, van het ver
leenen van een pensioen geen sprake
kon zijn. Intusschen was ieder er van
oveituigd, dat zoo mogelijk Meijer, die
de dupe van de reorganisatie geworden
is, moest worden geholpen, waarom B.
en W. voorstelden hem aan den ophaal
dienst te werk te stellen. De heer D e
Visser wijst er op, dat hij, toen in de
vorige vergadering het voorstel zonder
nadere toelichting was gedaan om een
ophaaldienst in te stellen, er al op had
gewezen, dat de gevolgen nog niet wa
ren te overzien. De heer G e 1 d o f drong
aan op het treffen van voorzieningen
ten aanzien van Meijer. De heer Alme
kinders meende, dat wanneer een ver
goeding wordt uitgekeerd, die door de
gemeente rechtstreeks aan den belang
hebbende moet geschieden. Het 5 st.
voor en 1 blanco, die van den heer De
Visser werd besloten aan P, Meijer een
toelage van 150 te verleenen. De heer
De Visser meende, dat de nieuw aan
geschafte vuilniswagen niet doelmatig
was; ook de heer Van Sluijs deelde
een en ander omtrent den aankoop daar
van mede. Besloten werd de oude vuil-
lioop geheel op te ruimen.
Besloten werd om dit jaar het over
blijvende gedeelte van den spits van den
toren geheel te herstellen.
M. a. st. werd daarna besloten tot
aansluiting aan den Algemeenen en Pro
vincialen Brandweerbond.
Van de omliggende gemeenten was be
richt ingekomen dat zij bereid waren tot
w e d e r z ij d s c h hulpbetoon bij
brand.
Verschillende besprekingen werden
daaromtrent gevoerd. De kosten zullen
worden gedragen door de gemeente op
wier grondgebied de brand plaats vindt,
terwijl Oostkapelle en Aagtekerke zal
worden voorgesteld de verschillende vil
la's aan villapark en Noordweg liggende
te beschouwen als bij Domburg behoo-
rende en verder aan Aagtekerke de bij
die gemeente liggende woningen op
Domburgs grondgebied te behouwen als
tot Aagtekerke behoorende voor het blus-
schen van brand,
B. en W. stellen voor een bedrag van
,/25 uit te trekken voor bestrijding van
den bastaardsatijnvlinder, de Ver. tot be
vordering van de belangen van de Bad
plaats geeft 25, de afd, Domburg van
de Z. L. M. ƒ15. Verschillende bespre
gelijks en nadat hij haar tenslotte had
aangesproken wal vriendelijk werd op
genomen, mag hij de dame in haar vil
la. die door den tuin is omgeven, be
zoeken. Steeds ziet hij echter van de
Hoor hem innig vereerde vrouw slechts
het hoofd. Hoe mooi moet het lichaam
zijn. dacht hij, en verzocht zijn aangebe
dene, die zich uitgeeft voor de weduwe
'van een hqogteren ambtenaar, dit spel-
lel(V te eindigen en zich volledig aan'hem
le vertoonen Onder allerlei voorwend
sels weet echter de geslepen vrouw den
armen verliefde aan het lijntje te hou
den, terwijl liet haar, dank zij haar listig
heid van den officier, die werkzaam is
bij den inlichlingsd'ens', gewichtige ge
heimen le we'e i te komen, nadat zij hem
door haar 'belofte, zidh voluit aan hem
te verlëonen mededeelzaam had ge
maakt. Wanneer zij alles wee', wat zij
wil welen, doet z.ij haar belofte gestand
en met afschuw ziet de jonge man, dat
het mooie hoofd op een mismaakt
lichaam rust. Wankelend treedt hij ach
teruit en de misvormde verdwijnt.
„Spion!" riep hij haar ontzet na.
„Verliefde dwaas!" klinkt het spottend
terug en de officier gaat heen, om
een einde aan zijn leven te maken.
Natuurlijk waren er in het stuk nog
eenige grootere en kleinere rollen
onder andere had de schrijver een in
teressante rol voor zich zelf geschreven,
maar om deq hoofdpersoon, om „de spi
on", draaide alles.
Ada ging naar de kleine schrijftafel en
kingen werden omtrent de organisatie
van die bestrijding gevoerd.
De heer G e 1 d o f was van meening,
dat dit werk grondig verricht moest wor
den en stelde daarom voor een blanco
crediet te verleenen. Dit voorstel werd
aangenomen,
De N.V. Stoomtram Walcheren vroeg
een deel van de Markt te bestraten ten
behoeve van het inrijden van de Sta
tionstraat met autobussen. De raad was
daartoe alleen bereid wanneer die N.V.
de kosten daarvan betaalde, daar deze
bestrating alleen zou moeten geschieden
ten behoeve der autobussen en niet van
andere voertuigen.
Besloten werd de rooilijn voor de ge
heele kom der gemeente vast te stellen.
Een commissie, bestaande uit B. en W,
en de heer Geldof, werd daartoe be
noemd.
Nadat de heer G e 1 d o f nog verzocht
had een gedeelte van de bestrating op
den hoek van den Schelpweg te her
stellen en de heer De Visser om de
boomen op liet Groentje met bramen te
omwinden, werd de vergadering geslo
ten.
('icd. Staten hebben vernietigd liet be
sluit van de Algemeene Vergadering van
hel Waterschap De YalkenGsegeul van 18
Januari 1929 tot uitvoering van een ver
betering van den afwateringstoestand van
liet waterschap Krabbendijke en den
Maagspolder op kosten van eerstgenoemd
waterschap, zulks op verzoek van in
gelanden van de polders Emmanuel en
Valkenisse. Ged. Staten hebben daarbij
gelet op de Watersla,atswet 1900, het al
gemeen reglement voor de polders of
waterschappen in Zeeland en het bijzon
der reglement voor hel Waterschap De
Yalkenissegeul.
Overwogen is o.n.. dal het besluit o.ni.
vordert de verbreeding en verdieping van
de waterleiding in tien Emmanue lp older
en verlaging van den slagdrempel van
de sluis van dien polder, benevens ver
breeding en verdieping der ofpterleklin
gen mcL nieuw te maken bergbolezem
in den V.alkenissepolder en vervanging
van den besla,inden duiker in den dijk
tusschen het Waterschap Krabbendijke
en den V.alkenissepolder door een duiker
van ruimere afmetingen, doch dat de in
gelandenvergaderingen van de polders
Oicst, Emmanuel en Valkenisse zich met
dat besluit niet hebben kunnen vereeni
gen en die van den O.ostpokler niet ono
vergrooting en uitbreiding der werken
in den Emmanuelpo'.der heeft \erzochl
en die werken niet in het belang van 1de
afwatering van haar polder acht. Dal
verder de ingelandenvergadering van den
Emmanuelp-older door de verbreedinig van
de waterleiding langs den zeedijk de be
langen van dien dijk bedreigd ziet en 'dal
die van den Valkenissepolder aanvoert,
dat het besluit de autonomie van dien
polder aantast, voor wal betreft de uit
voering van werken in dien polder.
File dezer vergaderingen was van oor
deel, dal dit besluit ia strijd is mep ge
noemd hijz. reglement.
Naar Ged. Staten meenen. kunnen
krachtens art. 2 sijo. e van dal Reglement
van de voorgestelde werken alleen dé
verruiming en verdieping van de water
leiding in den Emmanuelpolder en de
verlaging van den slagdrempel van de
sluis in dien polder door hel Waterschap
De Yalkenissegeul Ier hand worden ge
naio daar de eerste akte van het stuk
uil. Boven de schrijftafel hing een oude
gravure, den admiraal de Ruyter voor
st/lend. Opmerkzaam beschouwde zij ei
ken trek van het portret, als had zij het
nog nooit van tevoren gezien.
O, wat een man, wat een voortreffe
lijke, koene man moet hij geweest zijn,
die in de heele wereld bekende admi
raal. Zelfbewustzijn en trots spraken uit
zijn trekken. Ada glimlachte tegen het
portret -en overdacht, dat er bijna drie
honderd jaren waren vergaan, sinds hij
leefde -en dat de krans van roemruchtig
heid, die de vaderlandsche geschiedenis
hem had gevlochten, nog immer groen
was gebleven. Waarlijk, op zoo'n voor
vader kon ze trotsch zijn.
Ada nam plaats in den leunstoel, waar
in haar vader zooeven zat en verdiepte
zich geheel in „de Spion". Nu eens be
wogen haar lippen zacht fluisterend en
murmelden woorden voor zich heen, dan
weer zei ze een zin overluid, om er
den indruk van te onderzoeken. Haar ge
dachten waren volledig in beslag geno
men door haar werk en daardoor hoorde
zij niet dat de ouderwetsche bel aan de
voordeur overging.
Maar de Ruyter, die inmiddels in zijn
kamer een ander pak had aangetrokken,
hoorde het wel en ging open doen,
[Wordt vervolgdl