Vrouwenhanden Tweed® bBad D&OUOÈ THOMAS van do PROVINCIALE ZEEUWSCHE van Maandag 17 Febr. 1930 No. 40. 'KUNST EN WETENSCHAP P, C. BOUTENS door: ANNY VON PANHUYS. Op de Schelde. WALCHEREN. Verdwenen molens op Walcheren. "UID-BEVELANB. Besluit vernietigd, 20 Febr. 1870—1930. Wie eens de roep van de zee heeft verstaan in zijn hunkerend hart, kan die nooit meer vergeten. En al zijn niet, zoo als bij onzen grootsten dichter van wind en zee, A. Roland Holst, al Boutens ver zen overspringende vonken tusschen de polen van heimwee en verlangen naar zee en wind, toch beheerschen deze wil de, ontembare oerkrachten de meeste zijner verzen. Doch Boutens heeft de natuurkrachten niet alleen lief gehad omdal zij voor hem de manifestaties waren van machten wier wezen de stervelingen nooit wordt geopenbaard en welke daardoor on weerstaanbaar lokken naar de buiten- menschelijke gebieden, van waar hun geheimzinnig komen is; hij heeft hun werking óók ondervonden: als een zali gende troost in uren van eenzaamheid, waarin het hart, gedreven naar zelfver nietiging in deze wereld, daaruit een wanhopige bevrijding zocht die den weg opent tot een inkeer naar het diepste zelf. En mag men hier niet spreken van een goddelijke verwantschap tusschen geest en bloed? Het hart, aan zich zelf over gelaten, is als een eenzame planeet weerloos overgeleverd als de aarde die de donkere prooi is van het hartstoch telijk spel van zee en wind, dat heen trekt over alle grenzen welke de men- schelijlce zelfbeperking zich stelt in de •uren van aardsche bezinning. Maar zoo dra deze bezinning gebroken wordt door den feilen inval van leed of vreugde, dan vallen de grenzen weg. Al dat lachen en schreien van anderen En de heele wereld niet te veranderen, Die heb ik nu vaarwel gezeid Voor alle tijd. Zoo spreekt de menscb in zijn we reldsdie machteloosheid, maar stelt te- geli/k daarmee de wereld van den droom voor zich open. Want: Heb ik niet Uw oogen E'.n al Gods and're vaste sterren Eeuwig en. bij me? Maar hiermede wentelt de mensch zijn verantwoordelijkheid in deze we reld niet blijvend van 2;ich. Men kan vaan-wel zeggen, maar men heeft niet de macht, te vergeten. En deze laatste pha se in de ontwikkeling van het leven dat van het menschelijk bedrijf niets meer verwacht dan duister onheil, vindt wel haar citing in den machteloozen kreet: „Wie over 't brandend blind bazalt Brengt mij naar Lethe? O, alles te vergeten Eer de: avond valt." Het zou een tekort aan begrijpen be- teekeneri, wanneer we wilden trachten, Boutens' 2ielegang vast te leggen in een feuilleton. We wilden enkel aangeven het on verbrekelijk verband met zee en wind dat een van Boutens felste potenties zij ner poëtische aandrift genoemd moet 25 „En dubbel inforressant is het, dat ik het stuk schreef in Duilsehland, waar het speelt. Daardoor was ik in staat hel land en de menschen naar de natuur getrouw le schilderen", zei de Ruyter. „Aan mijnheer vm Weiden heb ik we gens zijn positie aan het hof ménig 'be langwekkend detail te danken. "Hij gaf mij kijkjes op intieme, zij het ook' on schuldige dingen in den hofkring en ver telde hoe het aan zoo n klein hof toe ging. Indien hij eens wist,, waarvoor ik zijn kleine, vertrouwelijke mededeelingén noodig) had!" Vroolijk lachte do Ruyter en ook om Ada's miond vertoonde zich een glimk ch. „Mijnheer von Weiden houdt u natuur lijk voer een Nederlandsch schouwburg directeur in ruste, die wegens een erfénis van een )f ander Duilsch familielid thans eenigen tijd in Duitschland woont." „Ja, ik heb' hem verteld, dat de erfe niskwestie van uit Nederland moeilijk geregeld zou kunnen worden. Als hij had geweten, dat ik een bekend Ainsler- woiden. En die wij noemen, omdat wij gelooven dat ons land van wind en wa ter het heimwee en verlangen in deze dichterziel voor altijd hebben gewekt. Boutens viert 20 Februari zijn zestig sten geboortedag en dat jubileum gaan wij niet onopgemerkt voorbij. Kunnen wij, zieeuwen, hem een groo- tere hulde brengen dan de verzekering dat wij hem nog voelen als een der on zen? Erkennen wij dit, mede door de frag mentarische analyse welke wij van zijn werk gaven,. En laten we voor degenen, welke de bronnen der poëzie kunnen noch durven benaderen, een vers af schrijven dat in woorden getuigt van de liefde voor ons gewest welke wij hem ill. zi.jn hart toekennen! De zeilen voor den wind spreiden zich vleugelwijs. Het schip gaat onvermoeid zijn avond reis Naar roode havenbaak door duisterverre Verstrooid» vloten van toplichten, lage sterren. Zwart blikkerwater licht en zingt diep langs de kiel met vocht gebuis, Om 't roerelooze roer sproeisprankt het diamanten gruis. Wij zitten ieder in zijn stillen hoek Gesloten can elkander. Elk heeft zijn bezoek. In witten weerschijn van de nacht- vergroote zeilen Komt krans oog-open aangezichten met mij wijlen. 'Zij /schrikken of verrassen niet, zoo eigen Zijn zij. Bemin de dood - en leven verren komen zwijgen hlun vaat uur; allen vinden de 'eigen glimlach reede lïi de vertrouwlijkheid van de avondvrede. Zij zitten onbeweeglijk, wiegen even maar uiteen, Wanneer van de overplecht een vragend woord komt treên. Tot antwoord van mij is gegaan met luchten voet hn stappen vrieudlijk onverschillig van gewoontes groet." LEO VAN BREEN. ZEELAND. Ged. Staten van Zeeland hebben bepaald, dat in 1930 de kooieenden door den kooiman moeien worden opgesloten of gehokt van 1 tot en met 30 April en van 16 Juni tot en met 1 September. In een boekje over de molens van Walcheren, dat dit jaar zal worden uit gegeven, zouden de schrijvers gaarne ook afbeeldingen van verdwenen molens wenschen op le nemen. Niettegenstaande vele nasporingen is hel hun niet gelukt afbeeldingen te krijgen van de volgende molens Uil de gemeente Koudekerke den vo- rigen molen bij hel dorp, afgebrand in 1872 en den molen aan den ouden Vlijssingschen weg in de nabijheid van „de Parel". Dit was een graanmolen van Machielse en is tusschen 1860 en 1870 verdwenen. Uit de gemeente Middelburg den mo len, die op het stadsbolwerk heeft ge slaan ongeveer op de plaats waar nu hel station is, afgebroken 1811 en 1830; den molen, die voor de .Johanna" od het Segeersholwerk heeft gestaan en den molen od den Ouden Vlissingschen weg. Oin de nabijheid van den, bok verdwe- Onen oliemolen van Tak. Deze molen moet in 1810 nog hebben toestaan. Uit de gemeente N. en St. Joosland den vorigen molen, in 1874 afgebrand. Uit de gemeente O. en W. Souburg, damsch tooneeispeier hen en hier een aanzienlijk vermogen in haar geld heb, dan zou hij mij dit lmisjjo zeker jniet voor zoon lagen prijs verhuurd hebben." „Waarhn liet u eigenlijk uw geld niet in Nederland, vader?" „Die vraag, mijn kind, is gemakkelijk fte beantwoorden." Peinzend keek de va der vor zich heen. „Toen wij naar Duitschland gingen, k-n ik niet welen, of en zoo ja, wanneer wij weer naar Ne derland zouden terugkeeren; mijn stuk, imlmers, had een mislukking kunnen wor den cf wel ik had kunnen sterven. In elk igeval wilde ik zorgen, dal je geen oogenblik in geldverlegenheid had be hoeven te verkeeren. Ie zoudt dadelijk, indien ik in dezen "tijd ware overleden,, in hel ongestoorde bezit van ons geld zijn geweest, zonder omslachtige schrij verijen. Daarom bracht ik het geld mee." „Uw liefde denkt aan alles, beste va der", zei Ada met een blik vol warmle naar henv „Zoodra wij weer in Amsterdam zijn, formeer ik een eersterangs tooneelge- ®elschap", zei de Ruyter, leruggrij'pen- de naar het onderwerp van zooeven, ji,waarvan jij onder de vrouwen de eersle persoon zult zijn en met het stuk ,„De Spion" zullen wc dan een groole kunst reis deor geheel Nederland maken." „En uw roemvolle naam zal als de klank van een fanfare voor ons uitgaan", zei Ada met enth msiisme. „Of jij met je lieve, hartelijke ijdel- heid." De vader was opgestaan. „Ik ga den istandaardmolen le Oost Souburg in in 1891 afgebroken. Uil de gemeente Ooslkapelle den stan- daardmoleii, ia 1858 afgebroken. Uit de gemeente Vlissingcn den slau- daardmoleh, die op liet Groothoofd heeft gestaan, en in 1800 is omgewaaid; den kruilmolen ten Oosten van de stad, in 1702 opgericht en in het begin der 18c eeuw gesloopt; den molen bij de oucle begraafplaats, in 1900 afgebrand en den molen bij de KaaskaaL in 1905 builen gebruik gesteld en later afgebroken. Uil de gemeente Vrouwenpolder den wipmolen te Gapinge ,die er slechts één jaar van 1865 tot 1866 heeft gestaan en den houten molen te Gapinge, gebouwd in 1866 en afgebrand in 1896. Indien er onder onze lezers zijn, die van een der genoemde molens of van an dere verdwenen molens een afbeelding (schilderij, leekening of photographic) bezitten, dan zouden zij de schrijvers zeer verplichten daarvan kennis 'le wil len geven aan den lieer dr. J. H. Vern- houl, Lange Noordstraat I. 121 le M:d- Middelburg. Gemeenteraad van Domburg. In de Vrijdagavond gehouden verga dering van den gemeenteraad van Dom burg, waarin de lieer Elout afwezig was, zeide de voorzitter niet met de oude tra ditie te willen breken om bij de eerste vergadering van het jaar een overzicht te geven van hetgeen het vorige jaar plaats had. Daarbij stipte hij als een voornaam punt aan, dat kon worden overgegaan tot het verlagen van de gem. inkomstenbelas ting met 1 pet., terwijl verschillende za ken, die tot stand waren gekomen, nog werden in het licht gesteld. Hij dankte den raad voor den steun en medewer king die hem was verleend waardoor, on danks verschil van meening, veel tot stand kon worden gebracht en hoopte ook voor het vervolg te mogen rekenen op denzelfden steun. Spr. wenschte ten slot te den leden van den raad met hunne gezinnen een goed jaar. De heer D e V i s s e r dankte den voor- 2;itter en wenschte hem en zijn gezin wederkeerig geluk en hoopte dat 1930 voor allen voorspoedig zou mogen zijn. Tot lid van het Burgerlijk Armbestuur werd benoemd de heer J. Wisse Pz, met wien de heer Laurens Maas was aanbe volen. De begrooting van dat bestuur voor 1930 werd goedgekeurd. Het kohier van de hondenbelasting werd vastgesteld, terwijl een voorschot van 355, op de vergoeding wegens ex- ploitat iekosten, over 1930 aan de bijzon dere school toe te kennen, werd ver leend. Het salaris van den te benoemen amb tenaar ter secretarie wegens het aan mej. W. C. van Sluijs op verzoek verleende eervol ontslag, werd bepaald op 450, pensioenaftrek 8 pet. Van den beer W. A. Abeleven te Goes was een verzoek ingekomen om een re clameplaat voor Domburg te ontwer pen. De heer G e 1 d o f voelde veel voor het doen vervaardigen van een dergelij ke plaat, hij vroeg echter of de daarvoor bestede kosten misschien niet doelmati ger konden worden gebruikt voor het' adverteeren in couranten en tijdschrif ten. De heer Westenburger kon zich met het denkbeeld vereenigen, wel licht zou dit samen met de Ver. voor Vreemdelingenverkeer kunnen geschie den. De heer V a n S 1 u ij s was tegen het vervaardigen van de plaat. Hij stelde zich veel voor van de reclame, die door de Alg. Ver. voor Vreemdelingenverkeer voor de Noordzeebadplaatsen gemaakt zal worden. De heeren De Visser en Almekinders meenen, dat de kosten hoog zouden worden, waartegenover de lieer G e d o f zeide, dat Domburg veel voor reclame moet doen, al ziet men met dadelijk succes. De voorzitter was van meening, dat het doen vervaar digen van een dergelijke plaat van groot belang voor Domburg zou zijn; het is een andere wijze van reclame dan tot nu naar mijn kamer im me te verkleed,en, waarschijnlijk komt mijnheer von Wei den straks." Acta glimlachte legen haar vader, die de kamer verliet. Zij trok de zijden sjaal nog wat Idichtor om zich heen en den schommelstoel, waarin zij zat, zachtjes in beweging bren gend, keek zij droomerig naar den zwar ten, ijzeren kachel, achter welks half geopende deur liet spel der vlammen, die begeerig onn een dik beukenblok lekten, zichtbaar was. Als vurige lanten slingerden zij zich om het harde hout, steeds sneller en sneller. Ada had hei koud, daarom word er al sinds weken gestookt. Terwijl Ada hel spel der vlammen bleef volgen, dacht 2 ij aan heL stuk, dal haar vader voor haar had gescho ven en in gedachten doorliep zij den in houd, die haar zoo boeide. Het stuk speelde in een kleine, Duit- sche residentiestad, alwaar een jong of ficier, die toevallig door een stille straat liep, achter een hek, dicht met klimop beplant, lirl gezicht van een vrouw ziet, waarop hij smoorlijk verliefd wordt, Hij ziel uitsluitend liet lioofd; van liet lichaam is door de heg niets te 'bespeu ren. Van toen af ging de officier dikwijls door de stille straal en bijna tekens ziet hij het wonderschoone hoofd. Op een dag waagt hij het de mooie vrouw le groeten,, die daarop als wedergroet hel hoofd met een 'betooverenden glimlach buigt. Voortaan verschijnt de officier da toe hier gevolgd en z. i. deoltreffend. Hij stelde voor de plaat te doen maken en de Ver. voor Vreemdelingenverkeer te verzoeken de helft in de kosten te dra gen. Dit voorstel werd met 4 tegen 2 st. die van de heeren Geldof en Westenbur ger, verworpen. B. en W. hadden prijzen opgevraagd voor de verdere bestrating van de Schuitvlotstraat. De heer Geldof stel de voor de geheele straat met eerste soort steen te verharden, welk voorstel werd verworpen met 4 tegen 2 stemmen, die van de heeren Geldof en Westen burger, waarna besloten werd de gehee le straat te verharden met 2e soort, mits deze goedgekeurd werden. De heer Westenburger verzocht de, voor het verkeer hinderlijke goot ir> die straat te doen vervangen door een ried M. a, st. werd besloten niet in te gaan op een verzoek van den heer Joh. Mal- jaars te Aagtekerke, tot ruiling van grond. Van M. Baard was een verzoek inge komen om verhooging van zijn weekloon aan de electrische centrale. Vooral uit overweging, dat een loonsverhooging kort voor de overneming van dat bedrijf door de P. ,Z. E. M. niet wenschelijk was, stelden B. en W. voor het verzoek af te wijzen. De heer G e 1 d o f stelde voor het loon met 2.50 te verhoogen. Het voorstel van B. en W. werd daarna met 5 tegen 1 stem aangenomen. Van P. Meijer was een verzoek in gekomen om een pensioen van 8 te mogen ontvangen, daar zijne verdiensten wegens het instellen van een ophaaldienst van vuil waren opgehouden. De voor zitter zeide, dat waar Meijer niet in dienst der gemeente was, van het ver leenen van een pensioen geen sprake kon zijn. Intusschen was ieder er van oveituigd, dat zoo mogelijk Meijer, die de dupe van de reorganisatie geworden is, moest worden geholpen, waarom B. en W. voorstelden hem aan den ophaal dienst te werk te stellen. De heer D e Visser wijst er op, dat hij, toen in de vorige vergadering het voorstel zonder nadere toelichting was gedaan om een ophaaldienst in te stellen, er al op had gewezen, dat de gevolgen nog niet wa ren te overzien. De heer G e 1 d o f drong aan op het treffen van voorzieningen ten aanzien van Meijer. De heer Alme kinders meende, dat wanneer een ver goeding wordt uitgekeerd, die door de gemeente rechtstreeks aan den belang hebbende moet geschieden. Het 5 st. voor en 1 blanco, die van den heer De Visser werd besloten aan P, Meijer een toelage van 150 te verleenen. De heer De Visser meende, dat de nieuw aan geschafte vuilniswagen niet doelmatig was; ook de heer Van Sluijs deelde een en ander omtrent den aankoop daar van mede. Besloten werd de oude vuil- lioop geheel op te ruimen. Besloten werd om dit jaar het over blijvende gedeelte van den spits van den toren geheel te herstellen. M. a. st. werd daarna besloten tot aansluiting aan den Algemeenen en Pro vincialen Brandweerbond. Van de omliggende gemeenten was be richt ingekomen dat zij bereid waren tot w e d e r z ij d s c h hulpbetoon bij brand. Verschillende besprekingen werden daaromtrent gevoerd. De kosten zullen worden gedragen door de gemeente op wier grondgebied de brand plaats vindt, terwijl Oostkapelle en Aagtekerke zal worden voorgesteld de verschillende vil la's aan villapark en Noordweg liggende te beschouwen als bij Domburg behoo- rende en verder aan Aagtekerke de bij die gemeente liggende woningen op Domburgs grondgebied te behouwen als tot Aagtekerke behoorende voor het blus- schen van brand, B. en W. stellen voor een bedrag van ,/25 uit te trekken voor bestrijding van den bastaardsatijnvlinder, de Ver. tot be vordering van de belangen van de Bad plaats geeft 25, de afd, Domburg van de Z. L. M. ƒ15. Verschillende bespre gelijks en nadat hij haar tenslotte had aangesproken wal vriendelijk werd op genomen, mag hij de dame in haar vil la. die door den tuin is omgeven, be zoeken. Steeds ziet hij echter van de Hoor hem innig vereerde vrouw slechts het hoofd. Hoe mooi moet het lichaam zijn. dacht hij, en verzocht zijn aangebe dene, die zich uitgeeft voor de weduwe 'van een hqogteren ambtenaar, dit spel- lel(V te eindigen en zich volledig aan'hem le vertoonen Onder allerlei voorwend sels weet echter de geslepen vrouw den armen verliefde aan het lijntje te hou den, terwijl liet haar, dank zij haar listig heid van den officier, die werkzaam is bij den inlichlingsd'ens', gewichtige ge heimen le we'e i te komen, nadat zij hem door haar 'belofte, zidh voluit aan hem te verlëonen mededeelzaam had ge maakt. Wanneer zij alles wee', wat zij wil welen, doet z.ij haar belofte gestand en met afschuw ziet de jonge man, dat het mooie hoofd op een mismaakt lichaam rust. Wankelend treedt hij ach teruit en de misvormde verdwijnt. „Spion!" riep hij haar ontzet na. „Verliefde dwaas!" klinkt het spottend terug en de officier gaat heen, om een einde aan zijn leven te maken. Natuurlijk waren er in het stuk nog eenige grootere en kleinere rollen onder andere had de schrijver een in teressante rol voor zich zelf geschreven, maar om deq hoofdpersoon, om „de spi on", draaide alles. Ada ging naar de kleine schrijftafel en kingen werden omtrent de organisatie van die bestrijding gevoerd. De heer G e 1 d o f was van meening, dat dit werk grondig verricht moest wor den en stelde daarom voor een blanco crediet te verleenen. Dit voorstel werd aangenomen, De N.V. Stoomtram Walcheren vroeg een deel van de Markt te bestraten ten behoeve van het inrijden van de Sta tionstraat met autobussen. De raad was daartoe alleen bereid wanneer die N.V. de kosten daarvan betaalde, daar deze bestrating alleen zou moeten geschieden ten behoeve der autobussen en niet van andere voertuigen. Besloten werd de rooilijn voor de ge heele kom der gemeente vast te stellen. Een commissie, bestaande uit B. en W, en de heer Geldof, werd daartoe be noemd. Nadat de heer G e 1 d o f nog verzocht had een gedeelte van de bestrating op den hoek van den Schelpweg te her stellen en de heer De Visser om de boomen op liet Groentje met bramen te omwinden, werd de vergadering geslo ten. ('icd. Staten hebben vernietigd liet be sluit van de Algemeene Vergadering van hel Waterschap De YalkenGsegeul van 18 Januari 1929 tot uitvoering van een ver betering van den afwateringstoestand van liet waterschap Krabbendijke en den Maagspolder op kosten van eerstgenoemd waterschap, zulks op verzoek van in gelanden van de polders Emmanuel en Valkenisse. Ged. Staten hebben daarbij gelet op de Watersla,atswet 1900, het al gemeen reglement voor de polders of waterschappen in Zeeland en het bijzon der reglement voor hel Waterschap De Yalkenissegeul. Overwogen is o.n.. dal het besluit o.ni. vordert de verbreeding en verdieping van de waterleiding in tien Emmanue lp older en verlaging van den slagdrempel van de sluis van dien polder, benevens ver breeding en verdieping der ofpterleklin gen mcL nieuw te maken bergbolezem in den V.alkenissepolder en vervanging van den besla,inden duiker in den dijk tusschen het Waterschap Krabbendijke en den V.alkenissepolder door een duiker van ruimere afmetingen, doch dat de in gelandenvergaderingen van de polders Oicst, Emmanuel en Valkenisse zich met dat besluit niet hebben kunnen vereeni gen en die van den O.ostpokler niet ono vergrooting en uitbreiding der werken in den Emmanuelpo'.der heeft \erzochl en die werken niet in het belang van 1de afwatering van haar polder acht. Dal verder de ingelandenvergadering van den Emmanuelp-older door de verbreedinig van de waterleiding langs den zeedijk de be langen van dien dijk bedreigd ziet en 'dal die van den Valkenissepolder aanvoert, dat het besluit de autonomie van dien polder aantast, voor wal betreft de uit voering van werken in dien polder. File dezer vergaderingen was van oor deel, dal dit besluit ia strijd is mep ge noemd hijz. reglement. Naar Ged. Staten meenen. kunnen krachtens art. 2 sijo. e van dal Reglement van de voorgestelde werken alleen dé verruiming en verdieping van de water leiding in den Emmanuelpolder en de verlaging van den slagdrempel van de sluis in dien polder door hel Waterschap De Yalkenissegeul Ier hand worden ge naio daar de eerste akte van het stuk uil. Boven de schrijftafel hing een oude gravure, den admiraal de Ruyter voor st/lend. Opmerkzaam beschouwde zij ei ken trek van het portret, als had zij het nog nooit van tevoren gezien. O, wat een man, wat een voortreffe lijke, koene man moet hij geweest zijn, die in de heele wereld bekende admi raal. Zelfbewustzijn en trots spraken uit zijn trekken. Ada glimlachte tegen het portret -en overdacht, dat er bijna drie honderd jaren waren vergaan, sinds hij leefde -en dat de krans van roemruchtig heid, die de vaderlandsche geschiedenis hem had gevlochten, nog immer groen was gebleven. Waarlijk, op zoo'n voor vader kon ze trotsch zijn. Ada nam plaats in den leunstoel, waar in haar vader zooeven zat en verdiepte zich geheel in „de Spion". Nu eens be wogen haar lippen zacht fluisterend en murmelden woorden voor zich heen, dan weer zei ze een zin overluid, om er den indruk van te onderzoeken. Haar ge dachten waren volledig in beslag geno men door haar werk en daardoor hoorde zij niet dat de ouderwetsche bel aan de voordeur overging. Maar de Ruyter, die inmiddels in zijn kamer een ander pak had aangetrokken, hoorde het wel en ging open doen, [Wordt vervolgdl

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 5