TWEEDE BLAD
met een
VAN DE
PROVINCIALE ZEEUWSCHE
VAM
Zaterdag 4 Jan. 1930 No. 3.
NIEUWS UIT BELGIE.
GROOTVADERS GLORIE.
U ZULT VERMAGEREN
op welk gedeelte van het liihaam U
ook wenscht, zonder gymnastiek, zonder
diëet, zonder geneesmiddelen in te nemen,
zonder baden. Uitsluitend uitwendig
gebruik. Het resnltaat is na den zesden
dag zichtbaar.
RECHTZAKEN
van
SPORT
•Van onzen bijzonderen correspondent.
Wat 1929 voor België heelt
beteekend. De vooruitgang
van de Vlaamsche beweging.
De betrekkingen met Neder
land. - Een economische crisis
voor de deur.
Brussel, 28 Dec. '29.
Het is geen slechte gewoonte, bij de
jaarwisseling, de balans op te maken
van wat er achter den rug ligt, van wat
er is gebeurd in deze periode van 365
dagen die een jaar vormen. Iedereen
heeft immers onwillekeurig den indruk
bij Nieuwjaar, alsof men een oud Meed
aflegt, om een nieuw in gebruik te ne
men. En in dergelijke omstandigheden is
het begrijpelijk, wanneer men met een
meewarigen blik, met voldoening of met
ergernis, hel afgelegde Meed nog even
beschouwt, alvorens het voor goed op te
bergen. Het sluit een hoofdstuk af dat
men nog wel eens graag hei-ziet.
Het afgeloopen jaar is voor België
van onbetwistbaar groote beteekenis ge
weest, zoo op buitenlandsch als op bin-
nenlandsch gebied. Op buitenl. gebied,
omdat België betrokken is bij de groote
gebeurtenissen, welke, in '29, in de (in
ternationale verhoudingen, wijzigingen
hebben gebracht. Op binnenlandsch ge
bied, omdiat juist in het afgeloopen jaar
de binnenLandscbe politiek van België 'n
wending heeft genomen;, die, zoo niet be
slissend, sedert het bestaan en ook voor
het verdere bestaan van het land dan
toch een bijzonder belangrijk karakter
draagt. Men zal het reeds geraden heb
ben dal zulks het Vlaamsche vraagstuk
betreft. De reeks van voorname feilen
die het j.aar ons heeft gebracht in dit
opzicht, werd ingezet met dë invrijheid
stelling, zonder dat hieraan-voorwaarden
werden verbonden, van dr. Aug". Borms,
nadat door het parlement, na zeer moei
zame bespreMngen, amnestie was ver
leend ,aan de politieke veroordeelden,
zij het dan niet een amnestie zooals de
groote meerderheid van de Vlamingen
deze wenschte, miaar die dan toch een
zekere bevrediging heeft gebracht en het
de vele Vlamingen, die in het buitenland
verbleven, de gelegenheid heeft verschaft
onl naar hun vaderland terug te keeren.
De hierop volgende verkiezingen staan
nog in ieders geheugen en men weet, hoe
deze een overwinning 'brachten aan de
iVlaamschgezinde partijen in Vlaanderen
en hoe de meest radicale Vlaamschge-
zinden, de groep van de Vlaamsche nati
onalisten namelijk, met zes leden ver
sterkt in de nieuwe Kamer terug kwa
men om twaalf zetels in te nemen..
Dit is voor de bewindvoerders het ver
trekpunt geweest en de aanleiding om
hun houding ten opzichte van de Vlaam
sche beweging te herzien. Het heeft hen
HET VERHAAL VAN DEN
TIENDAAGSCHEN VELDTOCHT.
door
H. G. CANNEGETER.
De hier volgende bladzijden zijn uit 't
dagboek van mijn grootvader, doctor in
de medicijnen, die zich juist als arts in
een Friesch dorp had gevestigd, toen de
Belgische opstand uitbrak.
Als kapitein bij de vijfde kompagnie
van het tweede bataljon der eerste af-
deeling Friesche Rustende Schutterij
heeft hij mee deelgenomen aan den Tien-
daagschen Veldtocht.
Nu dit krijgsbedrijf eerdaags honderd
jaar is geleden en mpn het eeuwfeest
van België's zelfstandigheid staat te her
denken, zal een authentiek relaas van de
gebeurtenissen allicht belangstelling
wekken. Ook het verschil tusschen de
toenmalige wijze van oorlogvoeren en
de moderne krijgstechu'ek rechtvaardigt
cieze belangstelling.
Ik heb het verhaal van mijn grootva
der i?n naamgenoot onveranderd gelaten
en het alleen hier en daar wat bekort.
Ofschoon ik er over heb gedacht, de na
men door initialen te vervangen, leek
het mij bij nader inzien toch aardiger, ze
voluit te laten staan, daar ze den au-
thentieken indruk van het relaas ver
sterken. Bovendien wordt van de dra
matis personae geenerlei kwaad verteld,
tenzij men met dit woord algemeen raen-
schelijke hebbelijkheidjes wil kwalifi-
ceeren, welke in onbevoordeelde oogen
tamelijk onschuldig en soms zelfs nog
gebracht tot het bekende wetsontwerp
tot de vervlaamsching van de Gentsche
hoogeschool, hetwelk zeer vermloedelijk
in de eerste dagen van het volgende jaar
zal worden goedgekeurd door het par
lement, en wat, hoe men het ook be
schouwt, een mijlpaal zal blijken te zijn
in de ontwikkeling van het Vlaamsche
volk naar meer zelfstandigheid' en hoo-
gere beschaving. Wie de gebeurtenissen
in België objectief volgt kan zich daar
over slechts verheugen, want het gaat
hier om de versterking v,an onze eigen
cultuur en de verheffing van dë Vlamin
gen, d. i. van de Vlaamsche volkse
massa tot het .beschavingspeil hetwelk
hun levensomstandigheden oneindig moet
verbeteren, en dit heeft overigens ook
'n algemeen menschelijke beteekenis die
ver buiten de stamgrenzen uitgaat .Zoo
kan men dus getuigen dat dit jaar voor
België het jaar van den Vlaamschen
vooruitgang is geweest en dat de ko
mende periode zeer vermoedelijk dezelf
de richting uitgaan zal. Niet dat de moei
lijkheden definitief zijn overwonnen en
de Vlamingen in België reeds definitief
het vooruitzicht mogen koesteren van
spoedig volledig bezit te kunnen nemen
van alles wat hen in het Belgis'che Staats
leven tloekomt. Het zal vooral eigen
kracht en bewustzijn wezen dat huh z'ulks
bezorgen zal. Maar de stand van zaken,
zooals 1929 deze lieeft gelaten, is zoo,
dat men hoopvol kan gestemd zijn, ©n„' al
kan men niet goed bepalen waar de
Vlaamsche beweging haar einddoel stel
len zal, al de elementen zijn; aanwezig
om langzaam maar zeker dit einddoel te
veroveren.
Het verloopen jaar is ook gekenmerkt
geweest door verscheidtene zware spoor
weg- en mijnrampen, waarvan die te Na
men, onlangs gebeurd, iedereen nog wel
bekend is. Het heeft doen vermoeden
dal er, meer speciaal op spoorwegen,
iets niet in orde is en het actieve per
soneel, als machinisten en treinwachters,
hebben niet geaarzeld dit in het open
haar aan te klagen, bewerende dat ver
keerde bezuiniging, door de maatschappij
van Belgische spoorwegen zoo talrijk zijn
geweest als in het afgeloopen jaar, fataal
moeten bevorderen. Meer dergelijke fei
ten laten nog een pijnlijke herinnering
na, zoo b.v. het overlijden van den groe
ten Vlaamschen dichter Karei van de
Woestijne en van den> baanbreker van
het Vlaamsche tooneel, dr. O. de Gruyter,
de zware overstroomingen die de bewo
ners van de Scheldevallei hebben geteis
terd en die thans weer aan hetzelfde
gevaar bloot gesteld zijn.
«r
In de Nederlandsch-Belgische betrek
kingen heeft het afgeloopen jaar. van
hieruit gezien, niet veel verbetering ge
bracht. Het pijnlijke incident, met de
Brusselsche documenten, heeft hel
scheppen van een gunstige atmosfeer niet
bevorderd en het goede resullaat dat
men had kunnen verwachten van de reis
van Belgischen kroonprins en prinses
Astrid, naar Nederlandseh-Indië, werd er
gedeeltelijk door geneutraliseerd. De
stemming in de Belgische kringen heeft
zich, ten opzichte van Nederland', nog
niet veel gewijzigd, overigens, en de ver
klaring, dezer dagen, door minister Hy-
mans, in de Kamercommissie van Builen-
landsche Zaken, zal men wel zoo dienen
te begrijpen dat men hier nog steeds
verwacht dat over den Moerdijk het Bel
gische standpunt eens zal worden „be
grepen". Nederland blijft hier echter zijn
goede vrienden tellen, onder de Vlamin
gen, die nu, meer dan vroeger, invloed
op den gang van zaken krijgen en onder
dezen zijn er velen die n,iet aarzelenook
in moeilijke omstandighedën. daar voor
uit te komen. Zonder dat zij hun eigen
standpunt inzake de technische zijde van
wel eens aantrekkelijk zijn. Trouwens,
mocht dit inderdaad „kwaad" wezen, dan
is dit kwaad e&n eeuw na dato toch reeds
verjaard!
Haarlem. H. G. C.
I.
UITTOCHT UIT LEEUWARDEN.
Vrijdag den 18d,pn Februarij 1831.
Om half zeven sloeg de trommel tot
het appel. Ik vreesde voor den goeden
afloop der zaak. De manschappen, die
zonder verlof, voor het laatst nog eens
tot hunne betrekkingen waren terug
gekeerd, om afscheid te nemen, waren
den vorigen avond nog niet wederge
keerd en die teruggekomen waren, had
den den nacht aan Bachus en misschien
ook aan Venus gewijd.
Vijf man van mijne kompagnie had
den den nacht in de kazerne doorge-
bragt; de overigen waren dus allen ab
sent. Toen echter de trommel den aan
staanden afmarsch aankondigde, kwa-
zooals ik wel gevreesd had, velen be
schonken en anderen half slapende. Het
duurde lang voor wij dat volkje in orde
hadden geschaard; deze nam een teeder
afscheid van zijn meisje, die van zijn zus
ter, een ander van zijn ouders. Daaren
boven hadden wij de beste krijgstugt ook
nog niet bij ons volk ingeprent, en door
den drank bevangen, luisterde het nog
minder naar ons. Ik verheugde mij toen
het appèl was afgeloopen en dat ik
slechts één absent had, die buiten de
poort ons nog achterna kwam loopen.
Eindelijk sloeg de trom „voorwaarts!" ?n
de trein, voorafgegaan door de muzijk
der stedelijke schutterij, die ons uitge
leide deed, nam den optogt aan, nadat er
nog eerst liedjes aan de schutters wer
de hangende vraag-stukken prijs geven,
zullen deze Vlamingen toch weten' te be
reiken dat elk hatelijk, opzet tegen Ne
derland schipbreuk lijden zal.
Hel huwelijk van prinses Marie José
met den Italiaanschen kroonprins hebben
wij reeds gesproken. De belangstelling
voor dit prinselijk huwelijk wordt onder
het publiek gaande gehouden, zij het
dan door incidenten die laten voorzien
dat de eenige dochter van den Belgischen
Koning een bewogen toekomst tegemoet
gaal in haar nieuw vaderland. De aanslag
op prins Umberto en het complot, dat
men zoo pas heeft ontdekt, zijn weinig
gunstige vooruitzichten.
Enkele dagen vóór Kerstmis hebben
de handelaars van heel het land gemeend,
door winkelsluiting otói[ 6 uur 's avonds te
moeten betoogen tegen de zware taksen
die op den handel wegen. Deze betoogin,g
is volledig geslaagd en is een bewijs van
de stemming die in de betrokken kringen
heerscht, evenals van het dringend ka
rakter van de geëischte hervormingen.
Er slaat n.l. voor België een economische
crisis voor de deur, die gelijken tred
houdt mei de stijging van het index-cijfer
een meer onaangenaam verschijnsel is
van het afgeloopen jaar. De regeering
heeft het begrepen en heeft daarom
ook de fiscale ontwerpen ingediend die
den belastingdruk met ongeveer ander
half milliard moeten verlichten. Het is
een zorg voor het komende jaar, het jaar
wiaarin het 100-jarig bestaan van België
wordt herdacht, welke viering haar stem
pel drukken zal, mede ook door tallooze
ffeestelijkheden, op 1930.
Schrijft aan Mme COLENBRANDER,
445 B Overtoom, Amsterdam, die U
gaarne gratis het eenvoudige en doel
treffende recept zal zenden dat zij zelf
met veel succes heeft toegepast.
(Ingez. Med.)
De rechtbank te Zwolle heeft ver
oordeeld den koopman die beschuldigd
was van inbraak in het kantoor „De
Automaat" te Zwolle, tot vier jaren ge
vangenisstraf. Verdachte was reeds ver
oordeeld te Utrecht voor soortgelijke
feiten tot vier jaar, en hij moet nog te
recht staan te 's-Hertogenbosch en te
Roermond.
H o o g e r beroep.
Door 0. de W. te 's Heerenhoek
is hooger beroep aangeteekend tegen het
vonnis van den Kantonrechter te Goes
dd. 20 December 1929, waarbij hij we
gens overtreding van de Warenwet (on
deugdelijke me'lk ten verkoop voorhan
den hebben) is veroordeeld tot eene
geldboete van f 150 bij niet betaling en
verhaal te vervangen door 1 maand
hechtenis.
Kantongerecht te Goes.
Door den Kantonrechter te Goes zijn
veroordeeld wegens overtreding:
Leerplichtwet: C. v. d. W„ Driewegen,
10—10 dagen;
straatschenderij: J. Z„ Krabhpndijke,
1010 dagen;
brief vervoeren in strijd met de Post-
wet: J. J. L„ Hansweert, 11 d.;
IJkwet: P. J. de R„ Kloetinge, 6 maal
den rondgedeeld van Robidé van der
Aa.
Een verbazende menigte menschen
begeleide ons. De straten »?n buizen wa
ren opgepropt met menschen. Velen wa
ren aangedaan. In verscheidene huizen
tenminste zag ik vrouwen met doeken
voor de oogen. Het tegendeel had er on
der het volk plaats, alles zong en ju
belde dathet een aard had. Het was
echter een treffend tooneel, zoovele
menschen vrijwillig hunne betrekkingen,
have en alles wat hun dierbaar was te
zien verlaten, om een duistere toekomst
tegemoet te gaan. Langzamerhand werd
de trein die ons volgde kleiner, totdat
wij eindelijk alleen onzen weg vervolg
den. Het schoonste weder begunstigde
ons.
Op „de drie romers" gekomen, hielden
wij eenige oogenblikken halt en hier rie
pen nog eenige Leeuwarder heeren,
waaronder ook mijn grietman, welke ons
per as gevolgd waren, ons het laatst
vaarwel toe.
Na ons hier wat verfrischt te hebben,
vervolgden wij onzen marsch.
Ons volk wierd langzamerhand nog
vroolijker, want de marketensters had
den hunne vaatjes met vroolijkmakend
vocht gevuld, hetwelk voor de officieren
zeer lastig was, dewijl zij daardoor niet
die goede orde bewaren konden, die zij
zoo gaarne hadden gehouden. Het volk
zong en juichte dat het een aard had.
Nogal in eene tamelijk geregelde orde
passeerden wij het dorp Irnsum en ver
volgens kwamen wij aan de Oude
Schouw, waar wij moesten overvaren.
Dit gaf een geweldige drukte, want de
schuit moest nogal eenige malen heen
en weder, eer de laatste man over was
0.506 maal 1 dag, gewichten verbeurd
verklaard;
te Kapelle met een motorrijtuig har
der rijden dan 20 K.M. per uur: P. M. v.
d. V„ Princenhage, 1010 d.;
zonder vergunning van B. en W. te
Kruiningen een gebouw vernieuwen: M.
K„ Kruiningen, 55 d.;
overtreding reglement van politie voor
polders en waterschappen: J. W„ Wol-
faartsdijk, 3—3 d.;
overtreding Binnenaanvaringsreglem.
P. S„ Wemeldinge, 4 maal f 2.504 maal
2 dagen;
met vee voor een auto niet voldoende
wijken: J. K„ Wemeldinge, 1010 d.;
als schipper een rijkskanaal bevaren
de zijn naam niet op zijn schip hebban:
K. W„ Duisburg, 55 d.;
onder invloed van drank rijwiel be
sturen: J. K„ 's Gravenpolder, 2525
dagen;
links van den weg fietsen en de vei
ligheid van het verkeer in gevaar bren
gen: J. O., O. en W. Souburg, 2 maal
52 maal 5 dagen;
op kruispunt van wegpn met een auto
rechts niet voor laten gaan: F. C. B„
Kloetinge, 2020 dagen;
niet voldoen aan bevel van een amb
tenaar en een openbaren landweg ver
sperren: P. J. v. d. W„ Gouda, 25 en
1525 en 15 dag^n;
met een auto de vrijheid van het ver
keer belemmeren: P. B„ Middelburg, 15
15 dagen;
met een auto in een bocht niet rechts
houden: J. v. L„ Borssele, 55 d.;
met e^n rijwiel de veiligheid van het
verkeer in gevaar brengen: H. L„ Kapel
le, 51 w. ts.;
met auto 's avonds rijden zonder ach
terlicht: B. K„ Ossendrecht, 55 d.;
's avonds fietsen zonder licht: A. v. d.
L„ I. v. d. K„ G. de P„ Kloetinge, D. J.
J., J. C. K„ Goes, P. L. D„ Hansweert,
G. P., Yerseke, C. de W„ 's Heeren
hoek, en J. M„ Wolfaartsdijk, 55 d.
V ergiftigingszaak.
Op 10 Sept. 1.1. heeft voor de recht
bank te Utrecht terecht gestaan een 31-
jarige gehuwde vrouw uit Amersfoort,
wegens poging tot moord op haar echt
genoot, Zij zou getracht hebben haar
man met sublimaatpoeder van het leven
te berooven. Zij deed op verschillende
tijdstippen sublimaatpoeder in de dran
ken en de etenswaar, die zij voor haar
man bereidde, in het geheel ongeveer 10
gram, doch de pogingen hadden geen
doodelijk gevolg, doordat de toegediende
hoeveelheden te gering waren. De totale
hoeveelheid was echter voldoende om
iemands dood te veroorzaken.
Het O. M. eischte zes jaren gevange
nisstraf wegens poging tot moord. De
rechtbank legde haar op 24 Sept. 1,1.
zeven jaar gevangenisstraf op, onder af
trek van het voorarrest tot 9 October
1929.
Van dit vonnis werd door verdachte
hooger beroep aangeteekend.
Dit hooger beroep werd Donderdag
voor het Gerechtshof te Amsterdam be
handeld.
De vrouw bekende het feit, doch be
weerde het gepleegd te hebben op aan
drang van den man, met wien ze in on
geoorloofde verhouding stond.
De echtgenoot van verdachte het
slachtoffer verklaarde als getuige, dat
hij zijn vrouw niet in staat acht om een
dergelijk feit uit eigen aandrift te ple
gen. Hij zei er vast van overtuigd te zijn,
dat zij onder den invloed van een derde
gehandeld heeft.
De advocaat-generaal zeide in zijn re
quisitoir het feit, dat alleen wat de straf
maat betreft, moeilijkheden oplevert,
buitengewoon ernstig te achten. Ver
dachte tracht zich te verontschuldigen
en dan vielen de manschappen in zulk
eene menigte in de schuit dat het te ver
wonderen was dat er geen ongelukken
bij plaats hadden. Het ongeluk wilde ook
dat er aan den overkant een mooije her
berg stond en het is zeker een ijsselijk
gezigt voor een dorstige, te zien hoe
smakelijk zijne kameraden drinken en
het zelve niet te kunnen doen, dat is
bijna als de straf van Tantalus. Eindelijk
kwamen wij, die mede van de laatsten
waren, er ook over en toen was alles
zoo vol dat er voor ons geen plaatsje
meer was in de herberg. Wij passeerden
nog het schoone dorp Akkrum en kwa
men vervolgens op een hoogen dijk. De
landsdouw werd hier vrij wat slechter;
het was hier een moerassig waterachtig
land, waarvan in geen drie jaar vrugten
geplukt waren. Het hooi lag nog op het
land zooals men het tengevolge van den
regen, had moeten laten liggen. Het was
dus zeer eentoonig en de vroolijkheid
begon ook het volk te begeven. Gezang
en dans waren verdwenen, ten minsten
het eerste en de tweede was dikwijls
eene gedwongene fraaijigheid van hen
die te digt bij de marketenster hadden
geloopen.
Zoo kwamen wij digt bij het Heeren
veen, toen ik mij verbeeldde batterijen te
zien, doch bij nader inzien waren het
groote turfschuren, die van verre geheel
de gedaante van batterijen hadden. Het
volk begon vermoeid te worden, machi
naal wandelde elk voorwaarts. „Ik wüd
dat ik er mar wier" J) was het eenige
dat de stilte afbrak, en lettende op den
ganzentred van velen, was ik verblijd
toen wij, na eenen marsch van zeven
uur, 's avonds om half vijf het Heeren
veen binnen kwamen. Alles wat maar
SIERT
BRIL
(Ingez. Med.)
int^-tii «gor ïahïtt—
met de bewering, dat de sergeant haar
tot de daad aangezet heeft. De uitlating
van verdachte, dat zij haar man dood
wenschte en de manier waarop zij zich
het vergift aanschafte, wijzen op eigen
initiatief, doch ook al zou men aanne
men, dat de sergeant in deze een rol
heeft gespeeld, dan sluit dit de schuld
der verdachte nog geenszins uit.
De straf, door den eersten rechter op
gelegd, achtte spreker in overeenstem
ming met den ernst van het misdrijf. Hij
vroeg daarom bevestiging van het von
nis.
De verdediger riep in een gevoelvol
woord de clementie voor de verdachte
in.
Voetbal.
Overzicht.
De laatste competitie-Zondag in 1929
heeft zoowaar nog twee verrassingen in
deze afdeeling gebracht. Zoo lieten
D.O.S.K.O. en Vlissingen zich de punten
op eigen terrein ontfutselen door hunne
respectieve tegenstanders de Baronie en
Mevo. De club van Heijnen heeft zoo
langzaam aan op flinke wijze de onder
ste plaats verlaten. De toestand van
Vlissingen, dat tot ieders verwondering
het onderspit moest delven voor Me
vo, wordt hierdoor weer duister. Dat
het dit seizoen in de onderste regi
onen nog wel eens zal spannen, be
hoeft geen betoog. Onze hoofdstedelijke
groen-witte tweede klasser kon het, zoo
als te verwachten was, tegen de Volt-
menschen niet bolwerken. Na aanvanke
lijk de leiding te hebben genomen, wis
ten Boor c.s. geleidelijk op te halen, zoo
dat zij ten slotte nog met 3—1 wonnen.
Dongen stuurde R. B. C. met leege han
den huiswaarts. ZeelandiaBreda ging
wegens lerreinafkeuring niet door.
De stand is momenteel als volgt:
Gesp. gew. gel. verl.
v. t.
P-
T.A.C.
12
11
1
0
46—10
23
Middelburg
11
6
2
3
28—18
14
Mevo
13
6
1
6
27—37
13
Dongen
9
5
0
4
28—19
10
Zeelandia
9
4
2
3
32—23
10
De Baronie
10
3
4
3
17—23
10
R.B.C.
12
5
0
7
30—33
10
D.O.S.K.O.
12
2
4
6
33—29
8
Velocitas
9
3
1
5
20—31
7
Vlissingen
13
3
1
9
16—47
7
Breda
8
2
2
4
17—24
6
De w
e d
str*
ij d
e n
voor
morgen:
Het is te hopen dat het weer ons mor-
eene vlag voeren kon, vlagde ter onzer
eere; schepen, toren, herbergen, hetgeen
ons volk voor een goed voorteeken
hield.
Wij deelden onze billetten van in
kwartiering uit, 't geen nog al beter ging
dan ik verwagt had. Het slimste was dat
ik er zelve overschoot. Mijn beide luite
nants Bokma en Lelia hadden zich wei
nig met het uitgeven bemoeid en toen ik
hun miste waren zij met de officiersbil-
letten doorgegaan, zonder dat ik wist
waarheen zij zich begeven hadden, zoo
dat ik zonder billet zat. Ik geraakte hier
door niet in het beste humeur, maar de
menschen in het Heerenveen waren zeer
vriendelijk. Dadelijk was er een heer
(zijn naam is mij onbekend) die mij tafel
en bed aanbood mits ik met een anderen
kapitein op hetzelfde bed wilde slapen;
doch ik sliep liever alleen. Toen kwam
er een regeeringslid, dat mij verzogt in
de herberg mijne inkwartiering te ne
men, tegelijk met mijn collega Schwart-
senberg, den 2den luitenant Bokma en
den adjudant-vaandeldrager Bennoist,
Wij dineerden hier tamelijk goed. Na het
eten gingen de heer Schwartsenberg en
ik naar de sociëteit, waar wij thee dron
ken en de heer Boelens mij op een lek
ker glas Rhijnschen wijn tracteerde.
Hier vond ik verscheidene academie
kennissen, onder anderen Heioma, die
den vorigen dag aan het bestuur ver
zogt had om mij te logeeren, doch het
geen men had vergeten.
Daar wij vermoeid waren en den vol
genden morgen weer vroeg moesten
marcheeren, begaven wij ons reeds om
10 uur ter ruste.
1) „Ik wilde, dat ik er maar was."