TWEEDE BLAD met een VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE VAM Zaterdag 4 Jan. 1930 No. 3. NIEUWS UIT BELGIE. GROOTVADERS GLORIE. U ZULT VERMAGEREN op welk gedeelte van het liihaam U ook wenscht, zonder gymnastiek, zonder diëet, zonder geneesmiddelen in te nemen, zonder baden. Uitsluitend uitwendig gebruik. Het resnltaat is na den zesden dag zichtbaar. RECHTZAKEN van SPORT •Van onzen bijzonderen correspondent. Wat 1929 voor België heelt beteekend. De vooruitgang van de Vlaamsche beweging. De betrekkingen met Neder land. - Een economische crisis voor de deur. Brussel, 28 Dec. '29. Het is geen slechte gewoonte, bij de jaarwisseling, de balans op te maken van wat er achter den rug ligt, van wat er is gebeurd in deze periode van 365 dagen die een jaar vormen. Iedereen heeft immers onwillekeurig den indruk bij Nieuwjaar, alsof men een oud Meed aflegt, om een nieuw in gebruik te ne men. En in dergelijke omstandigheden is het begrijpelijk, wanneer men met een meewarigen blik, met voldoening of met ergernis, hel afgelegde Meed nog even beschouwt, alvorens het voor goed op te bergen. Het sluit een hoofdstuk af dat men nog wel eens graag hei-ziet. Het afgeloopen jaar is voor België van onbetwistbaar groote beteekenis ge weest, zoo op buitenlandsch als op bin- nenlandsch gebied. Op buitenl. gebied, omdat België betrokken is bij de groote gebeurtenissen, welke, in '29, in de (in ternationale verhoudingen, wijzigingen hebben gebracht. Op binnenlandsch ge bied, omdiat juist in het afgeloopen jaar de binnenLandscbe politiek van België 'n wending heeft genomen;, die, zoo niet be slissend, sedert het bestaan en ook voor het verdere bestaan van het land dan toch een bijzonder belangrijk karakter draagt. Men zal het reeds geraden heb ben dal zulks het Vlaamsche vraagstuk betreft. De reeks van voorname feilen die het j.aar ons heeft gebracht in dit opzicht, werd ingezet met dë invrijheid stelling, zonder dat hieraan-voorwaarden werden verbonden, van dr. Aug". Borms, nadat door het parlement, na zeer moei zame bespreMngen, amnestie was ver leend ,aan de politieke veroordeelden, zij het dan niet een amnestie zooals de groote meerderheid van de Vlamingen deze wenschte, miaar die dan toch een zekere bevrediging heeft gebracht en het de vele Vlamingen, die in het buitenland verbleven, de gelegenheid heeft verschaft onl naar hun vaderland terug te keeren. De hierop volgende verkiezingen staan nog in ieders geheugen en men weet, hoe deze een overwinning 'brachten aan de iVlaamschgezinde partijen in Vlaanderen en hoe de meest radicale Vlaamschge- zinden, de groep van de Vlaamsche nati onalisten namelijk, met zes leden ver sterkt in de nieuwe Kamer terug kwa men om twaalf zetels in te nemen.. Dit is voor de bewindvoerders het ver trekpunt geweest en de aanleiding om hun houding ten opzichte van de Vlaam sche beweging te herzien. Het heeft hen HET VERHAAL VAN DEN TIENDAAGSCHEN VELDTOCHT. door H. G. CANNEGETER. De hier volgende bladzijden zijn uit 't dagboek van mijn grootvader, doctor in de medicijnen, die zich juist als arts in een Friesch dorp had gevestigd, toen de Belgische opstand uitbrak. Als kapitein bij de vijfde kompagnie van het tweede bataljon der eerste af- deeling Friesche Rustende Schutterij heeft hij mee deelgenomen aan den Tien- daagschen Veldtocht. Nu dit krijgsbedrijf eerdaags honderd jaar is geleden en mpn het eeuwfeest van België's zelfstandigheid staat te her denken, zal een authentiek relaas van de gebeurtenissen allicht belangstelling wekken. Ook het verschil tusschen de toenmalige wijze van oorlogvoeren en de moderne krijgstechu'ek rechtvaardigt cieze belangstelling. Ik heb het verhaal van mijn grootva der i?n naamgenoot onveranderd gelaten en het alleen hier en daar wat bekort. Ofschoon ik er over heb gedacht, de na men door initialen te vervangen, leek het mij bij nader inzien toch aardiger, ze voluit te laten staan, daar ze den au- thentieken indruk van het relaas ver sterken. Bovendien wordt van de dra matis personae geenerlei kwaad verteld, tenzij men met dit woord algemeen raen- schelijke hebbelijkheidjes wil kwalifi- ceeren, welke in onbevoordeelde oogen tamelijk onschuldig en soms zelfs nog gebracht tot het bekende wetsontwerp tot de vervlaamsching van de Gentsche hoogeschool, hetwelk zeer vermloedelijk in de eerste dagen van het volgende jaar zal worden goedgekeurd door het par lement, en wat, hoe men het ook be schouwt, een mijlpaal zal blijken te zijn in de ontwikkeling van het Vlaamsche volk naar meer zelfstandigheid' en hoo- gere beschaving. Wie de gebeurtenissen in België objectief volgt kan zich daar over slechts verheugen, want het gaat hier om de versterking v,an onze eigen cultuur en de verheffing van dë Vlamin gen, d. i. van de Vlaamsche volkse massa tot het .beschavingspeil hetwelk hun levensomstandigheden oneindig moet verbeteren, en dit heeft overigens ook 'n algemeen menschelijke beteekenis die ver buiten de stamgrenzen uitgaat .Zoo kan men dus getuigen dat dit jaar voor België het jaar van den Vlaamschen vooruitgang is geweest en dat de ko mende periode zeer vermoedelijk dezelf de richting uitgaan zal. Niet dat de moei lijkheden definitief zijn overwonnen en de Vlamingen in België reeds definitief het vooruitzicht mogen koesteren van spoedig volledig bezit te kunnen nemen van alles wat hen in het Belgis'che Staats leven tloekomt. Het zal vooral eigen kracht en bewustzijn wezen dat huh z'ulks bezorgen zal. Maar de stand van zaken, zooals 1929 deze lieeft gelaten, is zoo, dat men hoopvol kan gestemd zijn, ©n„' al kan men niet goed bepalen waar de Vlaamsche beweging haar einddoel stel len zal, al de elementen zijn; aanwezig om langzaam maar zeker dit einddoel te veroveren. Het verloopen jaar is ook gekenmerkt geweest door verscheidtene zware spoor weg- en mijnrampen, waarvan die te Na men, onlangs gebeurd, iedereen nog wel bekend is. Het heeft doen vermoeden dal er, meer speciaal op spoorwegen, iets niet in orde is en het actieve per soneel, als machinisten en treinwachters, hebben niet geaarzeld dit in het open haar aan te klagen, bewerende dat ver keerde bezuiniging, door de maatschappij van Belgische spoorwegen zoo talrijk zijn geweest als in het afgeloopen jaar, fataal moeten bevorderen. Meer dergelijke fei ten laten nog een pijnlijke herinnering na, zoo b.v. het overlijden van den groe ten Vlaamschen dichter Karei van de Woestijne en van den> baanbreker van het Vlaamsche tooneel, dr. O. de Gruyter, de zware overstroomingen die de bewo ners van de Scheldevallei hebben geteis terd en die thans weer aan hetzelfde gevaar bloot gesteld zijn. «r In de Nederlandsch-Belgische betrek kingen heeft het afgeloopen jaar. van hieruit gezien, niet veel verbetering ge bracht. Het pijnlijke incident, met de Brusselsche documenten, heeft hel scheppen van een gunstige atmosfeer niet bevorderd en het goede resullaat dat men had kunnen verwachten van de reis van Belgischen kroonprins en prinses Astrid, naar Nederlandseh-Indië, werd er gedeeltelijk door geneutraliseerd. De stemming in de Belgische kringen heeft zich, ten opzichte van Nederland', nog niet veel gewijzigd, overigens, en de ver klaring, dezer dagen, door minister Hy- mans, in de Kamercommissie van Builen- landsche Zaken, zal men wel zoo dienen te begrijpen dat men hier nog steeds verwacht dat over den Moerdijk het Bel gische standpunt eens zal worden „be grepen". Nederland blijft hier echter zijn goede vrienden tellen, onder de Vlamin gen, die nu, meer dan vroeger, invloed op den gang van zaken krijgen en onder dezen zijn er velen die n,iet aarzelenook in moeilijke omstandighedën. daar voor uit te komen. Zonder dat zij hun eigen standpunt inzake de technische zijde van wel eens aantrekkelijk zijn. Trouwens, mocht dit inderdaad „kwaad" wezen, dan is dit kwaad e&n eeuw na dato toch reeds verjaard! Haarlem. H. G. C. I. UITTOCHT UIT LEEUWARDEN. Vrijdag den 18d,pn Februarij 1831. Om half zeven sloeg de trommel tot het appel. Ik vreesde voor den goeden afloop der zaak. De manschappen, die zonder verlof, voor het laatst nog eens tot hunne betrekkingen waren terug gekeerd, om afscheid te nemen, waren den vorigen avond nog niet wederge keerd en die teruggekomen waren, had den den nacht aan Bachus en misschien ook aan Venus gewijd. Vijf man van mijne kompagnie had den den nacht in de kazerne doorge- bragt; de overigen waren dus allen ab sent. Toen echter de trommel den aan staanden afmarsch aankondigde, kwa- zooals ik wel gevreesd had, velen be schonken en anderen half slapende. Het duurde lang voor wij dat volkje in orde hadden geschaard; deze nam een teeder afscheid van zijn meisje, die van zijn zus ter, een ander van zijn ouders. Daaren boven hadden wij de beste krijgstugt ook nog niet bij ons volk ingeprent, en door den drank bevangen, luisterde het nog minder naar ons. Ik verheugde mij toen het appèl was afgeloopen en dat ik slechts één absent had, die buiten de poort ons nog achterna kwam loopen. Eindelijk sloeg de trom „voorwaarts!" ?n de trein, voorafgegaan door de muzijk der stedelijke schutterij, die ons uitge leide deed, nam den optogt aan, nadat er nog eerst liedjes aan de schutters wer de hangende vraag-stukken prijs geven, zullen deze Vlamingen toch weten' te be reiken dat elk hatelijk, opzet tegen Ne derland schipbreuk lijden zal. Hel huwelijk van prinses Marie José met den Italiaanschen kroonprins hebben wij reeds gesproken. De belangstelling voor dit prinselijk huwelijk wordt onder het publiek gaande gehouden, zij het dan door incidenten die laten voorzien dat de eenige dochter van den Belgischen Koning een bewogen toekomst tegemoet gaal in haar nieuw vaderland. De aanslag op prins Umberto en het complot, dat men zoo pas heeft ontdekt, zijn weinig gunstige vooruitzichten. Enkele dagen vóór Kerstmis hebben de handelaars van heel het land gemeend, door winkelsluiting otói[ 6 uur 's avonds te moeten betoogen tegen de zware taksen die op den handel wegen. Deze betoogin,g is volledig geslaagd en is een bewijs van de stemming die in de betrokken kringen heerscht, evenals van het dringend ka rakter van de geëischte hervormingen. Er slaat n.l. voor België een economische crisis voor de deur, die gelijken tred houdt mei de stijging van het index-cijfer een meer onaangenaam verschijnsel is van het afgeloopen jaar. De regeering heeft het begrepen en heeft daarom ook de fiscale ontwerpen ingediend die den belastingdruk met ongeveer ander half milliard moeten verlichten. Het is een zorg voor het komende jaar, het jaar wiaarin het 100-jarig bestaan van België wordt herdacht, welke viering haar stem pel drukken zal, mede ook door tallooze ffeestelijkheden, op 1930. Schrijft aan Mme COLENBRANDER, 445 B Overtoom, Amsterdam, die U gaarne gratis het eenvoudige en doel treffende recept zal zenden dat zij zelf met veel succes heeft toegepast. (Ingez. Med.) De rechtbank te Zwolle heeft ver oordeeld den koopman die beschuldigd was van inbraak in het kantoor „De Automaat" te Zwolle, tot vier jaren ge vangenisstraf. Verdachte was reeds ver oordeeld te Utrecht voor soortgelijke feiten tot vier jaar, en hij moet nog te recht staan te 's-Hertogenbosch en te Roermond. H o o g e r beroep. Door 0. de W. te 's Heerenhoek is hooger beroep aangeteekend tegen het vonnis van den Kantonrechter te Goes dd. 20 December 1929, waarbij hij we gens overtreding van de Warenwet (on deugdelijke me'lk ten verkoop voorhan den hebben) is veroordeeld tot eene geldboete van f 150 bij niet betaling en verhaal te vervangen door 1 maand hechtenis. Kantongerecht te Goes. Door den Kantonrechter te Goes zijn veroordeeld wegens overtreding: Leerplichtwet: C. v. d. W„ Driewegen, 10—10 dagen; straatschenderij: J. Z„ Krabhpndijke, 1010 dagen; brief vervoeren in strijd met de Post- wet: J. J. L„ Hansweert, 11 d.; IJkwet: P. J. de R„ Kloetinge, 6 maal den rondgedeeld van Robidé van der Aa. Een verbazende menigte menschen begeleide ons. De straten »?n buizen wa ren opgepropt met menschen. Velen wa ren aangedaan. In verscheidene huizen tenminste zag ik vrouwen met doeken voor de oogen. Het tegendeel had er on der het volk plaats, alles zong en ju belde dathet een aard had. Het was echter een treffend tooneel, zoovele menschen vrijwillig hunne betrekkingen, have en alles wat hun dierbaar was te zien verlaten, om een duistere toekomst tegemoet te gaan. Langzamerhand werd de trein die ons volgde kleiner, totdat wij eindelijk alleen onzen weg vervolg den. Het schoonste weder begunstigde ons. Op „de drie romers" gekomen, hielden wij eenige oogenblikken halt en hier rie pen nog eenige Leeuwarder heeren, waaronder ook mijn grietman, welke ons per as gevolgd waren, ons het laatst vaarwel toe. Na ons hier wat verfrischt te hebben, vervolgden wij onzen marsch. Ons volk wierd langzamerhand nog vroolijker, want de marketensters had den hunne vaatjes met vroolijkmakend vocht gevuld, hetwelk voor de officieren zeer lastig was, dewijl zij daardoor niet die goede orde bewaren konden, die zij zoo gaarne hadden gehouden. Het volk zong en juichte dat het een aard had. Nogal in eene tamelijk geregelde orde passeerden wij het dorp Irnsum en ver volgens kwamen wij aan de Oude Schouw, waar wij moesten overvaren. Dit gaf een geweldige drukte, want de schuit moest nogal eenige malen heen en weder, eer de laatste man over was 0.506 maal 1 dag, gewichten verbeurd verklaard; te Kapelle met een motorrijtuig har der rijden dan 20 K.M. per uur: P. M. v. d. V„ Princenhage, 1010 d.; zonder vergunning van B. en W. te Kruiningen een gebouw vernieuwen: M. K„ Kruiningen, 55 d.; overtreding reglement van politie voor polders en waterschappen: J. W„ Wol- faartsdijk, 3—3 d.; overtreding Binnenaanvaringsreglem. P. S„ Wemeldinge, 4 maal f 2.504 maal 2 dagen; met vee voor een auto niet voldoende wijken: J. K„ Wemeldinge, 1010 d.; als schipper een rijkskanaal bevaren de zijn naam niet op zijn schip hebban: K. W„ Duisburg, 55 d.; onder invloed van drank rijwiel be sturen: J. K„ 's Gravenpolder, 2525 dagen; links van den weg fietsen en de vei ligheid van het verkeer in gevaar bren gen: J. O., O. en W. Souburg, 2 maal 52 maal 5 dagen; op kruispunt van wegpn met een auto rechts niet voor laten gaan: F. C. B„ Kloetinge, 2020 dagen; niet voldoen aan bevel van een amb tenaar en een openbaren landweg ver sperren: P. J. v. d. W„ Gouda, 25 en 1525 en 15 dag^n; met een auto de vrijheid van het ver keer belemmeren: P. B„ Middelburg, 15 15 dagen; met een auto in een bocht niet rechts houden: J. v. L„ Borssele, 55 d.; met e^n rijwiel de veiligheid van het verkeer in gevaar brengen: H. L„ Kapel le, 51 w. ts.; met auto 's avonds rijden zonder ach terlicht: B. K„ Ossendrecht, 55 d.; 's avonds fietsen zonder licht: A. v. d. L„ I. v. d. K„ G. de P„ Kloetinge, D. J. J., J. C. K„ Goes, P. L. D„ Hansweert, G. P., Yerseke, C. de W„ 's Heeren hoek, en J. M„ Wolfaartsdijk, 55 d. V ergiftigingszaak. Op 10 Sept. 1.1. heeft voor de recht bank te Utrecht terecht gestaan een 31- jarige gehuwde vrouw uit Amersfoort, wegens poging tot moord op haar echt genoot, Zij zou getracht hebben haar man met sublimaatpoeder van het leven te berooven. Zij deed op verschillende tijdstippen sublimaatpoeder in de dran ken en de etenswaar, die zij voor haar man bereidde, in het geheel ongeveer 10 gram, doch de pogingen hadden geen doodelijk gevolg, doordat de toegediende hoeveelheden te gering waren. De totale hoeveelheid was echter voldoende om iemands dood te veroorzaken. Het O. M. eischte zes jaren gevange nisstraf wegens poging tot moord. De rechtbank legde haar op 24 Sept. 1,1. zeven jaar gevangenisstraf op, onder af trek van het voorarrest tot 9 October 1929. Van dit vonnis werd door verdachte hooger beroep aangeteekend. Dit hooger beroep werd Donderdag voor het Gerechtshof te Amsterdam be handeld. De vrouw bekende het feit, doch be weerde het gepleegd te hebben op aan drang van den man, met wien ze in on geoorloofde verhouding stond. De echtgenoot van verdachte het slachtoffer verklaarde als getuige, dat hij zijn vrouw niet in staat acht om een dergelijk feit uit eigen aandrift te ple gen. Hij zei er vast van overtuigd te zijn, dat zij onder den invloed van een derde gehandeld heeft. De advocaat-generaal zeide in zijn re quisitoir het feit, dat alleen wat de straf maat betreft, moeilijkheden oplevert, buitengewoon ernstig te achten. Ver dachte tracht zich te verontschuldigen en dan vielen de manschappen in zulk eene menigte in de schuit dat het te ver wonderen was dat er geen ongelukken bij plaats hadden. Het ongeluk wilde ook dat er aan den overkant een mooije her berg stond en het is zeker een ijsselijk gezigt voor een dorstige, te zien hoe smakelijk zijne kameraden drinken en het zelve niet te kunnen doen, dat is bijna als de straf van Tantalus. Eindelijk kwamen wij, die mede van de laatsten waren, er ook over en toen was alles zoo vol dat er voor ons geen plaatsje meer was in de herberg. Wij passeerden nog het schoone dorp Akkrum en kwa men vervolgens op een hoogen dijk. De landsdouw werd hier vrij wat slechter; het was hier een moerassig waterachtig land, waarvan in geen drie jaar vrugten geplukt waren. Het hooi lag nog op het land zooals men het tengevolge van den regen, had moeten laten liggen. Het was dus zeer eentoonig en de vroolijkheid begon ook het volk te begeven. Gezang en dans waren verdwenen, ten minsten het eerste en de tweede was dikwijls eene gedwongene fraaijigheid van hen die te digt bij de marketenster hadden geloopen. Zoo kwamen wij digt bij het Heeren veen, toen ik mij verbeeldde batterijen te zien, doch bij nader inzien waren het groote turfschuren, die van verre geheel de gedaante van batterijen hadden. Het volk begon vermoeid te worden, machi naal wandelde elk voorwaarts. „Ik wüd dat ik er mar wier" J) was het eenige dat de stilte afbrak, en lettende op den ganzentred van velen, was ik verblijd toen wij, na eenen marsch van zeven uur, 's avonds om half vijf het Heeren veen binnen kwamen. Alles wat maar SIERT BRIL (Ingez. Med.) int^-tii «gor ïahïtt— met de bewering, dat de sergeant haar tot de daad aangezet heeft. De uitlating van verdachte, dat zij haar man dood wenschte en de manier waarop zij zich het vergift aanschafte, wijzen op eigen initiatief, doch ook al zou men aanne men, dat de sergeant in deze een rol heeft gespeeld, dan sluit dit de schuld der verdachte nog geenszins uit. De straf, door den eersten rechter op gelegd, achtte spreker in overeenstem ming met den ernst van het misdrijf. Hij vroeg daarom bevestiging van het von nis. De verdediger riep in een gevoelvol woord de clementie voor de verdachte in. Voetbal. Overzicht. De laatste competitie-Zondag in 1929 heeft zoowaar nog twee verrassingen in deze afdeeling gebracht. Zoo lieten D.O.S.K.O. en Vlissingen zich de punten op eigen terrein ontfutselen door hunne respectieve tegenstanders de Baronie en Mevo. De club van Heijnen heeft zoo langzaam aan op flinke wijze de onder ste plaats verlaten. De toestand van Vlissingen, dat tot ieders verwondering het onderspit moest delven voor Me vo, wordt hierdoor weer duister. Dat het dit seizoen in de onderste regi onen nog wel eens zal spannen, be hoeft geen betoog. Onze hoofdstedelijke groen-witte tweede klasser kon het, zoo als te verwachten was, tegen de Volt- menschen niet bolwerken. Na aanvanke lijk de leiding te hebben genomen, wis ten Boor c.s. geleidelijk op te halen, zoo dat zij ten slotte nog met 3—1 wonnen. Dongen stuurde R. B. C. met leege han den huiswaarts. ZeelandiaBreda ging wegens lerreinafkeuring niet door. De stand is momenteel als volgt: Gesp. gew. gel. verl. v. t. P- T.A.C. 12 11 1 0 46—10 23 Middelburg 11 6 2 3 28—18 14 Mevo 13 6 1 6 27—37 13 Dongen 9 5 0 4 28—19 10 Zeelandia 9 4 2 3 32—23 10 De Baronie 10 3 4 3 17—23 10 R.B.C. 12 5 0 7 30—33 10 D.O.S.K.O. 12 2 4 6 33—29 8 Velocitas 9 3 1 5 20—31 7 Vlissingen 13 3 1 9 16—47 7 Breda 8 2 2 4 17—24 6 De w e d str* ij d e n voor morgen: Het is te hopen dat het weer ons mor- eene vlag voeren kon, vlagde ter onzer eere; schepen, toren, herbergen, hetgeen ons volk voor een goed voorteeken hield. Wij deelden onze billetten van in kwartiering uit, 't geen nog al beter ging dan ik verwagt had. Het slimste was dat ik er zelve overschoot. Mijn beide luite nants Bokma en Lelia hadden zich wei nig met het uitgeven bemoeid en toen ik hun miste waren zij met de officiersbil- letten doorgegaan, zonder dat ik wist waarheen zij zich begeven hadden, zoo dat ik zonder billet zat. Ik geraakte hier door niet in het beste humeur, maar de menschen in het Heerenveen waren zeer vriendelijk. Dadelijk was er een heer (zijn naam is mij onbekend) die mij tafel en bed aanbood mits ik met een anderen kapitein op hetzelfde bed wilde slapen; doch ik sliep liever alleen. Toen kwam er een regeeringslid, dat mij verzogt in de herberg mijne inkwartiering te ne men, tegelijk met mijn collega Schwart- senberg, den 2den luitenant Bokma en den adjudant-vaandeldrager Bennoist, Wij dineerden hier tamelijk goed. Na het eten gingen de heer Schwartsenberg en ik naar de sociëteit, waar wij thee dron ken en de heer Boelens mij op een lek ker glas Rhijnschen wijn tracteerde. Hier vond ik verscheidene academie kennissen, onder anderen Heioma, die den vorigen dag aan het bestuur ver zogt had om mij te logeeren, doch het geen men had vergeten. Daar wij vermoeid waren en den vol genden morgen weer vroeg moesten marcheeren, begaven wij ons reeds om 10 uur ter ruste. 1) „Ik wilde, dat ik er maar was."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1930 | | pagina 5