OE FIJNSTE KAAS extra lage prijzen CACAO dan a/ndahe, J A. TAK Co. Hlllllltl [fertoopUUlil.! ALBEIT MEI JM KOP MINDER DAN EEN CENT PER BANKIERS. Advertenties koopt U in de winkels van DEZE WEEK le kwal. volvette Ooudsche Kaas p. pond 57 ct. i» belegen 64 „oude t) 68 Echte Noord Holi, Edammer Kaas P< pond 54-58-62 Leidsche Kaas 36-42 De echte Geldersche Worst p. pond 72 ct. NAAR DE STEDEN VAN „DE ZUID". Het vertrek. Het eerste werk: wachtloopen, tomtoe maken, Zeeziek. Oporto. Een ongeval. St, Vincent. De Napoleonrots. ft Zeldzaam mooie GROENMARKT, MIDDELBURG. "TaTANNEER je moet werken, o VV den geheelen avond lang, geeft nietszoo'n krachtige versterking als een kop heerlijk geurige cacao. Maar dan ook alleen Van Houten's Cacao. Gee™ andereis:zoo opwekkend en heeft zoo fijnen^pittigen smaak." Het is bewezen, dat Van Houten's speciale methode van branden der fijnste kwaliteit cacaoboonen een product oplevert, dat noch in voordeeligheid, noch in smaak door eenig ander merk, geëvenaard^kan worJ den. van f 0.99 tot f 4.50. ALBERT HEIJN Lw aamheid onverwijld ter beschikking der autoriteiten en werkte hard ter be strijding der ziekte. Biougrat geniet thans een groote re putatie als dokter en lieeft bovendien een schatrijke Italiaansche vrouw ge- (huwd. Hij is nu eigenaar van een villa en twee auto"s en slaat aan het hoofdi van een modern uitgeruste kliniek. In het dorp Lubowitz in het district Lautenburg, in een boerderij met strooien dak brand uit. In een paar uur tijds werden 39 boerderijen een prooi der vlammen. Drie honderd personen werden dakloos. Te Gerolstein viel een onbe kende den stationschef, die juist een {geldzending ten bedrage van' 120.000 mark aan den trein in ontvangst had ge nomen, met de revolver in de hand aan, doch onmiddellijk schoot het spoorweg personeel toe, die er in slaagde Iden roover te ovferweldigen en aan de politie over te leveren. (Van onzen bijzonderen medewerker). I. Eindelijk zou ik dan uit varen gaan. Mijn studie in Delft eischt ook prac- tische ervaring. Dank zij de welwillende toestemming van de reeders, kon ik de zen zomer als volontair-assistent-machi- nist aan boord van een vrachtboot een reis naar Zuid-Amerika meemaken. Van die reis volgt hier een verhaal. Op een Donderdag in Juni vertrek ik. Met een Spido-bootje ben ik aan boord gekomen, waar het nog een ongelooflijke bende is, daar de laatste partij stukgoed wordt geladen. De hofmeester denkt, dat ik „de" pas sagier ben en brengt me eerbiedig naar de pasagiershut, maar als ik hem door 't lawaai heen toeschreeuw, dat ik slechts assistent-machinist ben, daalt de baro meter van zijn eerbied ettelijke centime ters: hij ziet nu een collega in me en brengt me naar zijn eigen hut! Tegen zeven uur is ieder en alles aan boord. Door twee nijdasserige sleep bootjes getrokken, tollen we tusschen allerlei schepen en lichters de haven uit, om op den Waterweg zelf te varen. De eerste machinist deelt me mijn wacht mee: van 812, 's morgens en 's avonds, de „heerenwacht" is dat. Dien eersten avond mag ik wel aan dek blij ven, maar „noblesse oblige", dus zak ik tegen 10 uur langs vetglibberige ladder tjes onder een hoek van 70 gr. naar de duistere diepten van een 7 meter hooge machinekamer, waar hóoren en zien je vergaat. Na een tijdje voelen we een licht ge- schommel en een wandelende maag; de „eerste" constateert verheugd dat we den Hoek uitgaan. Gelukkig heb ik nog geen last van zee ziekte, maar om het totaal te verhinde ren, doe ik bij het naar kooi gaan een riem stijf om mijn maag, wat me, met het lawaai der machines, een slapeloozen nacht bezorgt. Den volgenden morgen begint mijn eigenlijke werk: wachtloopen in gezel schap van een donkeyman met een op geruimde levensbeschouwing, en de noo- dige ratten, „aardige baissies" volgens den donkey. Hoofdzakelijk bestaat het werk uit opletten, dat het ketelwater peil constant blijft, oliën, een pomp, die het kreunend opgeeft, weer op gang hel pen enz. 's Middags moet ik twee uur „tomtoe maken", d. i. werkzaamheden aan dek of in de machinekamer verrich ten en 's avonds weer de gewone wacht. Dus meer dan een 8-urige werkdag; is er bovendien een lekke vlampijp of andere narigheid, dan moet ieder, ondanks zijn norma lenwerktijd, natuurlijk meehelpen. Zoo gaat het goed tot in de beruchte Golf van Biscaye, waar ik hopeloos zee ziek word en mijn ontbijt en diner in de krukpotten of in de zee deponeer. Gelukkig mag ik naar kooi waar ik, zon der eenigen lust naar het toch zoo uit stekende eten, twee dagen op apegapen lig- Als we in de baai van Leisoes, de ha ven van Oporto, komen, is de zeeziekte opeens over, en mijn eetlust terugge keerd. 4 Met den kapitein en den passagier, ook een student, die voor familiebezoek naar Rio mee vaart, ga ik naar de stad van den portwijn. We rijden over een prachtige oude Romeinsche brug, en ver volgens over een breeden boulevard, hoog boven de zee, naar de stad. Oporto is een schilderachtige, Oos- tersch aandoende stad, gelegen aan de monding van de Douro, en tegen de ber gen op gebouwd. De oude binnenstad is een warwinkel van smalle, kronkelende steile straatjes, waar twee voertuigen el kaar niet kunnen passeeren; de huizen, alle met balcons, neigen naar elkaar toe. In de straten is het erg druk, 't lijkt wel of niemand wat uitvoert. Hier en daar staan prachtige gebouwen, datee rend uit vroegere eeuwen, toen Portugal één der voornaamste koloniale staten van Europa was, maar alles is nu ver waarloosd, 't is een land geworden dat :ijn hoogtepunt van beschaving en wel vaart reeds ver achter zich heeft. Ik kan me soms niet voorstallen in Europa te zijn: donkere vrouwen op bloote voeten dragen kruiken water op 't hoofd, die ze bij een bron of fontein gevuld hebben; ossenkarren, van primi tief maaksel, met reusachtige ossen be spannen en door in lompen gehulde drij vers bestuurd, hotsen er over 't slechte plaveisel. Moderne westersche winkels zie ik slechts weinig, 't zijn meest bazars, zon der ramen of deuren, waar men vrij in en uitloopt. 't Is jammer dat we er maar een halven dag zijn, want er is heel wat interessants te zien. We komen eindelijk, veel later dan de afspraak was, een beetje vroolijk van de port en vergezeld van twee kruiwagen- wielen aan boord; aan die wielen moeten we kruiwagens fabriceeren voor het ko- lenrijden van de bunker naar de stook plaats, daar enkele snuggere geesten in Rotterdam de kruiwagens, die er waren, onder in de bunker hebben laten liggen, en toen maar kolen hebben geladen. Na Oporto begint het al flink warm te worden. Vooral als we wind mee hebben en er geen frissche lucht door de lucht kokers in de machinekamer komt, stijgt de thermometer al gauw tot over de 100 gr. We zetten nu regelrecht koers naar Rio de Janeiro; eerst hebben we nog wat „dwarsliggers", d. w. z. schepen die van de straat van Gibraltar naar Ameri ka oversteken, maar allengs wordt het stiller op den Oceaan en gebeurt het dat wij in dagen geen schip of land zien. De kruiwagens komen na een tijd klaar, na hopeloos gemartel met onvol doende gereedschap en te klein smids vuur, maar ze zitten stevig in elkaar, hoewel ze het vertikken om te rijden. Een paar klappen met den voorhamer brengen hen tot inkeer, Opeens, op een morgen, gebeurt h et ongeluk, dat ons allen hevig aangrijpt. Eén der machinisten, dien we allen graag mogen, is bij het navoelen van de ma chine uitgegleden; hij viel voorover naar de krukput, waar een meedoogenlooze, voortdurende wentelende kruk een ze keren dood beteekende, maar in z'n doodsangst zwiepte hij zijn lichaam om hoog en greep in 't wilde naar eenig hou vast, greep echter den oliebak van de leibaan, maar de kruk en de kruiskop die het slachtoffer zagen ontsnappen, draai den verwoed door en de oliekammen van den kruiskop groeven zich in de oliebak en vernielden zijn vingers, twee vin gers absoluut verbrijzeld en de pink op twee plaatsen gebroken. Hij vond nog steun met zijn andere hand, rende naar de telefoon om den „eerste" te waar schuwen en vloog de trap op naar dek. Een vreeselijk gezicht was het, die to taal misvormde hand. Aan boord wordt het zoo goed mogelijk gespalkt en ver bonden en we zetten onmiddellijk koers naar St. Vincent, een stadje op één der Canarische eilanden, waar een hospitaal is. Het duurt nog een dag en een nacht voor dat wij er zijn; de machinist lijdt verschrikkelijke pijn en heeft hooge koorts, maar aan boord van een schip kun je zoo weinig voor hem doen. Gelukkig komt in St. Vincent de dok ter gauw aan boord en deze brengt den patiënt naar het ziekenhuis. Later zoe ken we hem op; hij is reeds geopereerd, en de verbrijzelde vingers zijn geampu teerd. Het gaat ons aan het hart, hem achter te moeten laten, op dat gloeiend beete, kale, rotsachtige negereiland. Om er zoo even een bezoek te brengen is 't wel aardig; het is hoofdzakelijk bewoond door negers, de vrouwen loopen er nog met gekleurde hoofddoeken met reus achtige vlinderstrikken, en vormen een schilderachtigen aanblik. Het eiland is een verbanningsoord van Portugal; in het ruime, koele ziekenhuis zien wij den lei der van den laatsten Portugeeschen op stand, een energieken, donkeren man van misschien 25 jaar, die daar van een schotwond herstelt en dan zijn leven ver der moet slijten op dat verlaten, kale, boomlooze stukje grond. Hier is ook de beroemde „Napoleon's rots", een rots aan den ingang der baai, die den vorm heeft van den kop van Napoleon, met zijn bekenden driekanten steek op, zooals hij op zijn doodsbed lag. De gelijkenis is frappant, het valt een ieder onmiddellijk op. HAN. Van Houten n it li Mm *i if. ENGASSEEREN OP BINNEN- EN BUITENLAND. OPENEN HANDELSCREDIETEN IN REKENING COURANT. CHEQUE- EN GIRO REKENINGEN MET RENTEVERGOEDING. NEMEN GELDEN k DEPOSITO KOÖPEN EN VERKOOPEN SSREEMD GELD EN VREEMDE WISSELS. Moderne dessins en tinten

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1929 | | pagina 7