TWEEDE BLAD
De Kroonjuweelen.
I.L..
VAN DE
m
Ien-
VAN
Woensdag 2 Oct. 1929 No. 232
INDRUKKEN VAN POLEN
FEUILLETON
DE
STERRENHEMEL IN NEDERLAND
IN DE WEEK VAN 2-9 OCT.
Oeerste
©volle maah
laatste kwartier
0nieuwe maan
ZUID
RECHTZAKEN
Sfc
ïrg
rkt,
(.ter
ide
3g«
ren
het
21,
ttt.
door
Dr. FELIX RUTTEN.
V.
t
Gdynia zeehaven, De Pool
sche „corridor", Verloren
land en herwonnen zee-
Angsten en ontroeringen.
En als ge nu alles gezien hebt, bergen
en bosschen, musea en steden, zwarte
mijnschachten en kleurige volksdrachten,
het landvolk en de millioenenstad, de
Weichseloevers en de zoutmijn van Wie-
licska bij Krakaw, dan is er Gdynia
nog, Gdynia en de zee, Gdynia, dat de
eigen bewoners van het vrije Polen even
zeer in verstomming brengt als de ten
toonstelling van Poznan, waarin de re
publiek zich zeil wel bewonderen moest.
Gdynia, pas geleden een visschersdorp
met eeinge honderden bewoners, is als
bij tooverslag tot een stad omgevormd
van 30.000 inwoners: en waar tot dan
toe een schilderachtig strand zich uit
breidde, met alleen maar zandheuvels en
wat verkreupeld bosch, blinkt nu een
badhotel tusschen een krans van villa's
en bloeit een haven nog eer die is afge
bouwd.
Poznan's tentoonstelling klonk op als
een symphonie uit de stilte van het land,
en lag er plotseling kleurrijk in de zon
te branden als een mozaïk, een mooie
droom, een tooverspiegel, die geheimzin
nig de woorden sprak uit het sprookje:
Polen, Polen, wat ben je rijk, wat ben je
levenskrachtig, wat ben je mooi....
Maar Gdynia is het wonder, het wonder
zonder meer, het wonder waarvoor allen
sprakeloos staan, dat niet werd ge
droomd, maar eenvoudig vervuld, dat op
blonk en bloeide en er nu is, zonder zich
den tijd gegund te hebben om te wor
den. Het werd gedacht, en was er.
Nog wordt de haven uitgebreid; eerst
in 1931 zal zij klaar zijn; maar nu reeds
wimpelen er al de kleuren der vreemde
mogendheden. Een buiten-bassin en een
binnendok, kaaien met kranen en stapel
plaatsen voor 20 schepen, zijn er al. Het
moet alles nog verdubbeld worden, en
uitgelegd. Een krijgshaven hoort er nog
toe, en een visschershaven. Maar nu al,
eer het opgezette plan geheel is uitge
voerd, behoort Gdynia, na Stockholm en
Kopenhagen, met Danzig, tot de groot
ste havens der Balthische zee. Na den to
talen afbouw zal de haven 450 hectaren
wateroppervlak beslaan met 13.500 me
ter kaai, waar 15 millioen ton per jaar
kunnen verscheept worden.
En een goed uur verder, zichtbaar van
Gdynia uit, ligt de haven van de vrije
stad Danzig,
Is dit waaghalzerij, is dit waanzin? Het
was als een hersenschim van den minis
ter, die het plan doordreef. De mogend
heden maakten van Danzig een vrije
stad, om Polen aan een haven te hel
pen. Maar Polen zelf bouwt, binnen de
eerste tien jaren van zijn bestaan, een
nieuwe haven daarnaast.
Dit zou alles anders geweest zijn, als
de eindelijke vrede na den grooten oor
log ook verzoening en rust gebracht had.
Maar dit was niet zoo. De vrije handels
stad maakte het Polen op allerlei wijzen
lastig. Lithauen bleef onverzoend. Oost-
(ïhe crinkled Crow»).
Jheaatorisearde vertaling uit het Engelscb
ran William Le Queux, door M«j. E. H
77)
Pauline bedankte hem; zij had geen
contanten (paodig. Tm haar eenvoudige be
hoeften ,\verd ruimschoots' voorzien door
ha,ar (eigen in momentje cn het flinke sa
laris,, (djait (Bishop haar gaf voor haar dien
sten pj)s secretaresse.
Dien (volgenden morgen vertelde zij
haar [Leermeester van dien onverwachten
omkieer :in haar fortuin.
„Het doet mij groot genoegen,'' was
zijn opmerking 'bijt die verrassende mede-
deeiimg. „Duizend pond, belegd volgens
dien iegenwoordigen rentestandaard, en
verminderd (met die onrechtvaardige suc
cessierechte rq (zouden u per jaar een
goede jveertigi pond opbrengen. En dit
is' mu wiel geen rijkdom,, ma,ar het is' toch
°en (aardige toevoeging aan een klein
inkomen."
Pauline jwias allereerst eerlijk; z!ij'
bloosdie idiep, terwijl zij- het voorstel
Pruisen door den Poolschen „corridor"
van Duitschland gescheiden, bleef onwil
lig; en Duitschland zelf nam geen vrede
met de regeling ondanks de verdragen,
Hoe zou dit land liet oude thema kun
nen opgeven, dat luidde: Polen van de
zee verdringen? Een vernieuwd Polen
was het schrikbeeld van Bismarck, die
wel begreep dat dit Danzig in onmiddel
lijk gevaar ging brengen.
De zee veroverd, en de zee behouden,
is daarentegen de groote stelling van de
Poolsche republiek. En daarom heeft deze
zich vastgezogen aan het strand, dat de
samenstellers der nieuwe wereldkaart
haar hebben toebedeeld. Op dit strand
laat Polen rechten gelden van histori-
schen en van ethnographischen aard.
Daartegenover is het Duitschland te doen
om zijn prestige en om krijgskundige
gronden.
Intusschen pleiten de statistieken voor
de getroffen regeling. Alleen omdat
Duitschland geen handelsverdrag met Po
len wil aangaan, gaat 't niet nog beter!
Zelfs Danzig, dat koppig bleef, won er
bij. En overigens snakt een bevolking van
30 millioen naar een vrijen uitvoer over
zee. Dat Duitschland bij dit alles onwil
lig bleef, kan beschouwd worden als een
gevolg van het feit, dat het Germanen-
dom, bij de grondvesting der Poolsche
republiek als bij de wording van Tsje-
cho-Slovakije, een zoo gevoeligen knak
kreeg.
Bij de geweldige economische uitbrei
ding van het nieuwe*Polen, werd de ha
ven van Danzig te klein. Men kan zich
ook voorstellen, dat de Poolsche staats
lieden zich met bezorgdheid de vraag
gesteld hebben: wat beginnen, in geval
van oorlog, wanneer wij geen vrij spel
hebben te Danzig, en de eerste buren
kwade vrienden zijn? En daarmee was
het ontstaan van Gdynia-zeehaven, als
mogelijkheden voorzien, al reeds in uit
voering, nog eer de Poolsche kamer het
plan had goedgekeurd. Tegenover alle
kritiek en bedenkingen van cijferende
hoofden, tegenover weifelingen eener
voorzichtige bedachtzaamheid, zal de
Pool dit eene woord zetten als afdoend
argument: levensnoodzaak.
De kolenproductie van Polen steeg van
1924 tot 1928 van 28 tot 40 millioen ton,
de buitenlandsche handelsomzet van 18
tot 28 millioen. De groote leveranciers
zijn, na Duitschland, de Vereenigde Sta
ten, Engeland en Frankrijk. Tegen de 13
pet. van den in- en uitvoer van Polen
over zee in 1924 staan 40 pet. in 1928.
Daarom dus: levensnoodzaak. En in 1926
begon de scheepvaartmaatschappij Zeg-
luga Polska met den aanbouw eener han
delsvloot.
Maar wij hebben achter de masten en
schoorsteenen der koopvaardijschepen
in de haven van Gdynia ook de grijze
rompen gezien der twee kanonneerboo-
ten en de zes kleine torpedobooten der
oorlogsvloot.
Oók levens noodzaak,1)
Alweer begrijpelijk, wanneer men met
de oogen der Polen de toenadering tus
schen Frankrijk en Duitschland gade
slaat. Want als het dit laatste land in
derdaad ernst is met zijn revanche-ge
dachten in het Oosten en het opblazen
van den Poolschen „corridor", dan komt
het de Polen voor dat Duitschland door
dit koketteeren met Marianne tracht in
het Oosten de handen vrij te krijgen,
eenmaal verzekerd van de vriendschap
van Frankrijk, dat zich nu nog altijd de
bondgenoot van Polen heet, In dat geval
zou men hier immers niets meer hebben
aan de mooiste woorden der Fransche
vriendschap, door een Lafayette en Col
bert ooit uitgesproken, en zijn eenig heil
en toevlucht moeten zoeken in een goed
uitgerust leger met vloot
Zoo zou Duitschland met alle zorg er
mee bemoeid zijn, van nu af aan 't con
flict met Polen te „localiseeren", om te
zijner tijd te Warschau aan te kloppen
met bepaalde voorstellen tot grenswijzi
ging, waarbij geen verre vrienden het dan
lastig vallen.Polen is er maar te vast
Het spreekt vanzelf, dat wij deze en
de volgende, wel wat sterk eenzijdig
Poolschen kijk op de zaak, geheel voor
rekening van den schrijver laten. Red.
dleed.
„Ik (zou er liever geen cent van aan
rakenDe eerste gedachte,, die mij in-
veil,, Was', dat u dit zoudt aannemen, als
honorarium voor uw zoozeer gewaar
deerd 'Onderricht.
Maar Oscar Bishop schudde zeer 'be
slist het hoof dl:
„Je bent zeer eerlijk kindlijef „en ik
waardeer ge goede 'bedoeling. Maar je
moet mij in 'deze mijn eigen zin laten vol
gen. Dat je in het bezit van dit nest-ei
bent 'gekomen,, verandert niets, voor zoo
ver lik' weet; 'wij zullen precies zoio' voort
gaan. Dit kleine extra-inkomenlje zal een
meisje van jouw beschaving' zeer aan
genaam zijn."-
Zij trachtte nog tegen te stribbelen,
maar hij legde haar het zwijgen op, met
een ;géb< ar en met het weder aan
nemen van de gestrengheid, die hem ei
gen (was in hun verhouding van leer aar
tot leerlinge, en die haar altijd eenigs-
zins bang hao gemaakt.
„Geen Woord meer, dit onderwerp' is
afgehandeld! (Het moet gaan, zooals ik
het (gezegd heb."
HOOFDSTUK XXII.
George Pennington,, alias „Williamfe!",
zat mei zijn vriend, Mr. Maxton, den
hertogelij u-uitzienden (butler van Perci-
val, in de gezellige 'kamer, waar hij
van overtuigd dat de Duitschers altijd
weer vergeten, dat zij niet de eenigen in
Europa zijn
Maar tevens bepleiten de Polen met
hardnekkigheid de noodzaak van het be
staan van den Poolschen „corridor" voor
Europa, Zou de Republiek haar samen
hang met de zee moeten opgeven, dan
werd de verbinding met heel het binnen
land van Europa wat den handel van En
geland, Frankrijk, Scandinavië en Ameri
ka betreft, een monopolie van Duitsch
land .Tsjechoslovakije en Hongarije, zou
den aan de willekeur van Berlijn zijn
overgeleverd; zoo ook een groot gedeel
te van den Russischen handel, die zich
altijd weer zal oriënteeren naar de Bal
thische zee. Daarom is de toestand, als
nu bevestigd, voor den wereldhandel
noodzakelijk, en een ommekeer der din
gen in Duitschen zin niet meer bestaan
baar.
Zoo beeft de republiek van Polen met
den havenbouw van Gdynia voorgoed be
zit genomen van de zee en voor heel de
wereld de verklaring afgelegd, dat zelfs
het voorstel van een wijziging hiervan
den wereldvrede in gevaar zal brengen
en den oorlog onvermijdelijk maken.
Niet alleen dat dertig millioen Polen
recht hebben op een Poolsche haven,
maar ook heeft Polen recht op den „cor
ridor", op Pommeren, oud-Poolsch ge
bied, dat ondanks alle germaniseering,
zijn Poolsch-sprekende bevolking be
waard heeft. Het was de onvoorzichtig
heid van een middeleeuwschen vorst,
Koenraad, hertog van Mazovië, die dit
gebied in gevaar bracht, toen hij de rid
ders der Duitsche orde verzocht, om
Pruisen te bekeeren en zijn hertogdom
onder hun 'bescherming te nemen. De
orde nam Pruisen in bezit en in 1308 ook
Pommeren, de huidige „corridor", met
Danzig. Wat Poolscli sprak, werd er over
de kling gejaagd. In 1525 ging de orde
tot het Lutheranisme over, en uit haar
staten ontstond een erfelijk koningschap.
De koning van Polen vond alles goed,
daar de nieuwe staat zijn souvereiniteit
erkende. Hij nam genoegen met een eed,
in plaats van met het zwaard zijn positie
te versterken. Ofschoon Danzig toen
tot 1772 aan Polen bleef, ging Pomme
ren aan de Duitschers verloren. Maar het
Duitsch Danzig, vast aan Polen verbon
den, werd groot en welvarend en bleef
tot 1863 ook trouw, om eerst bij de de
finitieve oplossing van het Poolsche rijk
bij Duitschland te worden ingelijfd.
Pommeren daarentegen, hoe lang ook
opgeslokt door Duitschland, bleef Poolsch
districten waren de Duitschers in de
in hart en nieren. In geen enkel zijner
meerderheid en altijd stuurde dit lands
deel weer telkens Polen naar den Duit
schen rijksdag als afgevaardigden.
Of de Duitschers de bevolking nu al
Kaszuben noemden, alsof dat iets anders
dan Polen was, zij sprak een Poolsch
dialect en was geheel iets anders dan
Duitsch.
Met de „corridor" is oud Poolsch land
aldus tot het nieuwe Polen teruggekeerd,
en Gdynia, de nieuwe zeehaven, is de
kroon op dit werk, op de hereeniging der
gescheiden volkeren en verscheurde ge
bieden. 2) Gdynia is de symbolische „ges
te" der inbezitneming van de weergevon
den zee. Er is voor de nieuwe Polen iets
mystieks in dezen naam, die brandt aan
den einder van het land als een vlam. De
plotselingheid waarmee die naam zelf aan
de kim der historie gerezen is, zet het
fantastisch aandoet. Voor wie dit strand
woord al in een gloed en een licht, dat
van vroeger kenden, lijkt het een be-
tooverd oord. Zooals alleen de Amerika
nen nog maar nieuwe steden te bouwen
wisten, is er hier de nieüwe stad ont
staan, En haar strand lokt de zomergas
ten in hun kleurige wemeling, evenals de
havenarmen de schepen trekken der ver
re kusten. Een zee zonder eb en vloed,
blauw als die van het Zuiden, binnen
eh krans van boschjes en heuvels,
een haven vol schepen, masten en schoor-
2) Dat Oost- en West-Pruisen door een
strook grondgebied van een vreemden
staat radicaal vaneengescheurd zijn, met
al den last daaraan verbonden, wordt
hierbij vergeten! Red.
©enigen tijd geleden had gezeten,, op
dien avond, (djat Easterbee buiten het huiisl
in Park' La tie de wacht had gehouden.
Die geschiedenis' had zich herhaald
Percival had weer een heeren-'bijeen-
ïtomst; ide (gasten verschilden al heel
weinig van die 'bij het vorig gastmaal.
En Penningtons diensten waren ver
langd.; (althans' Mr. Maxton had een paar
dagen tevoren een briefje geschreven
na,ar het winkeltje van schrijfbehoef
ten, 'dat 'brieven voor Pennington in ont
vangst 'nam, geadresseerd aan den ge-
heimzinnigen ,,Mr. Williams."
Mr. Maxton hief zijn glas port op, en
terwijl hij het beschouwde met ktenneirs-
bliii, idron'k hij op de gezondheid van zijn
kameraad.
„Goeae 'drank', dit ,uMr. William's,"
merkte hij op. „Zioo khijig je het niet
overal,, 'dat verzeker ik' je! En ik hen in
goeae huizen geweest,, zooals je weet.
D,at is iets: goeds van Percival,, dat hij
in het (geheel niet gierig is. Die OweeërS
smijten met het geld'!"
Pennington was het met hem eens1,,
dat degenen, die hun geld op die min-
fraaie wijze verdiend hadden,, er dan
wel heel gul mee waren.
Met ischucjhteren blik' stelde de butler
hem toen üe recMstreekSclbe vraag:
„En wat denk je van het glezelschapje
VENUS
MARS
JUPITER
SATURNUS
Bovenstaand kaartje stelt voor den
sterrenhemel in Nederland, in de week
van 29 October, des avonds te
8 uur middelbare tijd, dat wil
dus zeggen 9 uur zomertijd; men
houde daarbij in het oog dat den 6en Oct.
de zomertijd ten einde loopt.
Men dient, bij de beschouwing van den
sterrenhemel, en de vergelijking daarvan
mei deze kaartjes er rekening mede te
houden, 'dat m werkelijkheid het Oosten
rechts en het Westen links van den be
schouwer is. wanneer deze met den rug
naar het Zuiden en het gelaat naar het
Noorden gewend staat. Het is echter bij
sterrekaarten gewoonte, dit om te ke,e-
ren, teneinde geen spiegelbeeld van den
hemel te krijgen.
Wil men nu b.v. de sterrebeelden aan
den Oosthemel opzoeken, dan neme men
dat deel van den kaarthorizon, waar
OOST staat, vóór zich, zoo, dat de Pool
ster faau het einde van den Kleinen
Beer) van den beschouwer is afgewend;
men zal dan voor het NO-lijke vierdepart
van de kaart de sterrenbeelden zien,
juist zoo, als zij aan den hemel staan.
De sterren in bovenstaand kaartje, die
een gekartelden rand hebben, zijn van de
le grootte of helderder; 'de dikke ronde
stippen zijn sterren van de 2e grootte en
al de andere, kleinere stippen zijn ster
ren van de 3é of van een lagere grootte-
klasse. Het open cirkeltje nabij de Pool
ster geeft de plaats van den Noord-He
melpool aan.
De namen der sterre beelden zijn
rechtop, de eigennamen van enkele
sterren daarentegen cursief gedrukt.
Den opmerk'zamen lezer, die tevens
een bijzonder goed geheugen heeft (of
wel de voorgaande sterrekaartjes be
waarde) zal het opvallen, dat het hierbij
afgedrukte kaartje een verrassende ge
lijkheid vertoont met de afbeelding van
den sterrenhemel op 18 September j.l.
steenen, waar de Europeesche vlaggen
het Poolsche dundoek hun groet brengen.
En in de blauwe diepte van den hemel,
boven de breedé blauwte der wateren,
de wijd-ontploken wieken van den witten
ten adelaar, die klimt naar de zon.
Het moet voor een Poolsche ziel, voor
dit volk der knechtschap en der dwin
gelandij, iets van zoo wonderlijk beko
ren zijn, dit gezicht der Poolsche zee, dit
bewustzijn der bevrijding en expansie
naar alle windstreken uit, over de blau
we banen der vrije wateren, dat zij met
een uitbarsting van jubel „Gdynia" zeg
gen, zooals Xenophons' soldaten „thalas-
van vanavond? Nagenoeg dezelfden,, als
toen je hier den vorigen keer was,, hè?"
„Ik denk niet zoio heel veel van hen,
als u het mij vraagt,. Mr. Maxton! Allen
van dezelfde soort, als hun gastheer"
luila.de het antwoord. „Neen, het zijn
niet (dezelfde gasten. E.r is- er wleer een
nieuwe (bij ik ken hem wel van aan
zien in plaats' van een van de oude.
En ter izijn er twee bij,, die hier blij' Hls)
vorige (gelegenheid ook' niet waren,
Pennington inam den 'butler niet ge
noegzaam in zijn vertrouwen,, om hem
Ie vertellen, dat hij iets' wist van dedel
beide (mannendat zij de schatters van
de juweelen waren, deskundigen op huin
geibied, 'achtenswaardige menschen in
hun 'kring, maar die niet dikwijls gast-
vrijheia -genoten in een huis,, op zulk
een voornamen stand, als Park Lane.
Mr. Maxton ledigde zijn glas in één
teug en noodde zijn vriend, hetzelfde'
te 'doen, wat slechts de inleiding wa|s)
tot (een vernieuwd zich bedienen van
den 'kostelijkèn Wijn, die in den 'bëdiiejn-
nienhall (gedronken werd, dank zij de
.groote (gulheid van den edelmoedigjdn
Percival.
„(Fr (zal hier onmiddellijk een vacature
zijn," merkte de vriendelijke 'butler op',
toen zij elkaar, ten .afscheid!, de hand
schudden. ,,'E.en van de onzen gaat, een
onhandige kameraad, die zijn werk niet
best 'verstaat. Percival kan hem niet
goed (zetten en heeft al lang getraqlit*
van (hem af te komen. Ik heb' mij nu (af
gevraagd, (of je dien pio.st ook graag
zouidt willen hebben, ik durf er voor
instaan, dat het een vaste aanstelling
kan 'worden. En, ondanks enkele dingein',
die nu minder aangenaam zijn,, maar
waar Ibest overheen te komen is je
weet, wat ik bedoel is het geien on-
vooraeelig haantje. De patricische fa
milies worden ten onder gebracht door
de hoogc prijzen en de drukkende be
lastingen. Nu is' het de eeuw van deizpi
nieuwbakken menschen en als wij het
op 'de 'beenen willen houden,, dan moef»
ten we ons daarin wel SchikkenPer
cival is altijd verbazend nauwlettend op
referentiën; maar in dit geval zou het
natuurlijk jgteen moeilijkheden geven."
Het idéé van dien man, die zijn rail-
lioenen nu zeker niet op de eervolste
w'ijze verkregen had en die toch „zoo
nauwlettend Was op: referentiën", werktje
op Penningtons zin voor humor. AI® het
'die gewoonte was, dat de hedientjen ook'
referentiën verlangden van hun werk
gevers, 'dan zou deze rijke Oweeër waar
schijnlijk -nogal moeite hebben om te vol
doen!-..
(Wordt vervolgd.)
Voorzoover zulks de vaste sterren, tot
sterrenbeelden vereenigd, betreft, is dat
volkomen juist; het vindt zijn oorzaak
in het feit, dat de kaartjes voor Sep
tember geteekend werden voor des
avonds 9 uur middelbaren tijd, terwijl
die voor O c t o b er voor 8 uur M.T.
ontworpen zijn. Waaruit dus dit te leeren
valt: men vindt denzelfden stand van den
sterrenhemel, als vandaag op zeker tijd
stip, over 14 dagen één uur vroeger op
■den avond.
Maar er is toch ook verschil met dat
kaartje: toen stond de Volle Maan in de
Visschen en het Laatste Kwartier tus
schen Wagenman en Stier; nu komt den
8en October het Eerste Kwartier in het
Z.W, op. Kort na opkomst passeert de
Maan Saturnus.
En nu is in het Noordoosten de pla
neet Jupiter te zien, opvallend door zijn
rustig, helder stralend, vol licht.
Mars, in het Sterrebeeld de Maagd,
is onder, evenals Venus, die bezuiden
den Leeuw staat; Jupiter is den gan-
schen nacht te zien en in den nanacht
komt Orion al weer op, het prachtige
sterrenbeeld onzer winteravonden!
De Melkweg, loopende door de ster
rebeelden Schutter, Zwaan, Cassiopeja,
Perseus en Wagenman, is ook 'deze
maand nog mooi te 'zien.
Niet alle sterren zijn voortdurend even
helder en de grilligste onder deze veran
derlijken is wel een ster in het beeld de
Walvisoh ('Cetus); deze ster, Mira, ook
wel, met haar achternaam erbij, Mira
Ceti genoemd, staat op de Octoberkaar-
tjes aangegeven. Let er maar eens op, zij
is nu slechts in een binocle zichtbaar en
wordt later een flinke heldere ster.
Fomalhaut van de Zuidervisch, is om
een uur of 10 des avonds mooi te zien;
zij komt, evenals de nu onzichtbare An-
tares van de Schorpioen nooit hoog aan
den Zuidertrans te staan en is dus vaak
niet zichtbaar.
sa, thalassa" juichten voor het ruischend
zeestrand.
Bij de eerste tien jaar van haar be
staan ziet de jonge republiek, haar schoot
vol rozen, als de koningsdochter der le
gende. De wonderen zijn er opgebloeid
als de bloemen in een zomertuin.
Voor de rechtbank te Maastricht
heeft tierecht gestaan J. A. F. !W„ te
Kerkerade gedetineerd ter zake van het