TWEEDE BLAD De Kroonjuweelen. VAN DE VAN Maandag 30 Sept. 1929 No. 230 INDRUKKEN VAN POLEN FEUILLETON t door Dr. FELIX RUTTEN. IV. Hernieuwingsvreugd en her denkingsviering. Aanzijn en aanzien. Polens bonte as pecten, Zijn schamel volk, Zoo kom ik van Wilno terug, in den noord-oostelijken uithoek van Polen, bij de grens van Lithauen. Het kost, van Warschau uit, een dag of een nacht rei zen. Maar de ongeveer 450 kilometer mogen niet tellen. Móét Wilno zien: de tweede kunststad van het uitgestrekte rijk, de tweede koningsstad van het oude Polen, waar Napoleon verblijf hield toen hij de Berezina tegemoet ging, waar de Poolsche romantiek is opgebloeid met de grootste dichters van het land, Adam Mickiewicz en Julius Slowacki. Daar ook is Kosciusko geboren, de held en op standeling, die als een symbool werd van het vaderland en de vrijheid; en even eens is het de bakermat van den presi dent der republiek, maarschalk Pilsouds- ki, die Wilno van de Russen bevrijdde, den 19den April 1919. Tusschen de ruïnen van den konings burcht te Wilno en het hersteld konings slot te Krakaw wentelt heel de geschie denis van het vrije Polen. Hoe kan er een ,,Lithuaansche kwestie" zijn om het be zit dezer stad, wier inwonerstal van 180.000 bestaat uit 55 pCt Polen, 40 pCt. Joden en 5 pCt. Russen, Ruthenen en Li- thauers, waarvan de laatste zelfs geen 0.5 pCt. vertegenwoordigen? Had 'k niet ergens gelezen, dat deze stad al heel Russisch is en bijna Oos- tersch? Het is een stad vol verrassingen als Krakaw, maar heel anders als Kra kaw; doch even vol van Italiaansche in vloeden, rococo-pronk en klassieke zui len; even aanminnig en bloeiend en be koorlijk in haar liefelijk heuvelgroen, langs de kronkelende oevers der zange rige Wilja: een Noordsch Florence in een Fransch landschap! Ln ook hier weer, in dezen uitersten uithoek, waar de houthandel nu stil ligt, en het Russisch pelswerk nog maar schaarsch zijn weg zoekt naar de Balti- sche zee daar Russen en Lithauers mokken toch diezelfde bedrijvigheid van overal in dit herlevende land, die zelfde koortsachtige lust tot hernieuwen en het opbeuren, die flikkerende levens wil en gespannen energie, waardoor over al het woord bewaarheid wordt, dat Pil- soudski sprak in 1919: „arbeid zal het kenteeken zijn van dezen nieuwen tijd, die volgt op een tijdperk van ijzer en bloed." Straten opgebroken, huizen in aan bouw, groote restauratiewerken aange vat, de parken vol bloemen, de pleinen vol vroolijke levendigheid: heel die stad ligt er, blank als melk, als een fantas tisch visioen in den blauwen en zonnxgen dag. „Maar je had ze moeten zien, toen de Russen er huisden!" Ik laat me vertellen van den ellende- tijd der vergeten vervuiling, der voor bije smerigheid. De Russen verzorgden (The crinkled Crown). «eantorisecrde vertaling uit het Engelsch rsrn William Le Queux, door M«j. E. H. -75). Hij was een geheimzinnig doorgron- dcr v!an liet hart ,die kalme, eenzelvige man. i ..(Tedere normale vrouw verlangt lo Itrouwen en u is, daar hen ik zeker van, Secn abnormale v'rauw'. Zeg mij de ^'aarheid. Voelt u al liefde v|oor eien ander?" dien strékken, onderzoekenden op zich gericht kon zij geen leu- gen «preken. "'K heb liefde gevoeld," antwoordde *e> op zuchten toon. ,,Ucl> gevoeld en voel ze nóg", sprak nu stem nadrukkelijk. „Ik ver- De' v'r 'lei een ongelukkige liefde is. laaS> die u zich nu allereerst Won'1 ni0ct -k>: Ben ik' bereid, mijn °P le offeren aan een herinnering v3p wi} '1:|d kunnen zijn?" au ine kon niet antwoordenop dit oogenbln: kon zij onmogelijk uitmaken, noch wegen, noch straten. Daarom zijn de straten in alle Poolsche steden nu nog jammerlijk, en de wegen slecht. Begrijp, dat de Poolsche Republiek van heden 388.390 K.M.2 beslaat en dat dit halve land verwoest lag, tien jaar geleden, toen het nieuwe tijdvak begon. De Staat zat sindsdien nog met de vijandschap der Sovjet opgescheept, maar wist ondanks den oorlog, die nog duurde, in dezen tijd toch al heel de industrie, die uitgeplun derd en verwoest lag, weer op de been te brengen, 6200 nieuwe scholen op te richten, 1100 kilometer bruggen te her bouwen, over 2000 kilometer nieuwe spoorlijnen aan te leggen en over 10.000 kilometer nieuwe wegen! 1200 locomo tieven werden aangeschaft, 2000 wagons voor reizigersvervoer en 60.000 wagons voor goederenvervoer. Er lagen 1.837.305 gebouwen verwoest bij het einde van den oorlog. Daarvan heeft Polen er 82 pCt. heropgericht, zonder dat de Repu bliek ook maar de minste schadeloosstel ling kreeg bij den vrede dien zij sloot. En dit alles waar de bouw eener nieu we haven niet te vergeten valt haast uitsluitend met eigen middelen, daar Po len alléén maar mefde Vereenigde Sta ten een leening sloot. Over een lengte van 800 kilometer haar rivieren geregulariseerd en 10.000 hectaren grond in ontginning gebracht; haar steden opgeknapt.„Je had Wil no moeten zien toen de Russen er de baas speelden!" Daar gebeurde niets. Je liep over houten trottoirs, die in het wa ter der straat lagen te rotten, zoodat het vuil telkens tegen je kuiten spoot. Alle staatsgebouwen zagen er uit als vieze stallen, Er heerschte nergens orde, noch zindelijkheid. Want het czarenrijk had maar één wil en één doel: het land ka pot maken, alle welvaart fnuiken en alle levensvreugde verstikken. Polen moest een woestenij worden, waarachter Rus land zich veilig voelen zou. Daarom was de eerste zorg van den Russischen overweldiger, om in Wilno, de oude koningsstad, eenmaal verliefd op de kunst van Italië en den glans van het Humanisme, de universiteit op te heffen, die sinds 1578 de glorie der stad geweest was! Een universiteit, die een afzondeidijke faculteit had ingericht voor de aesthetica, waar de schoonheidsleer werd ondei-wezen naast muziek en dans en schermkunst Over drie weken zal Wilno ruischen van bonte feestelijkheid. Daarvandaan ook de sidderende ijver, waarmee er overal wordt geverfd en verfraaid. Want dan zal het 350 jaar geleden zijn, dat de Hoogeschool er door koning Stefanus Ba- tory werd gesticht, en tien jaar geleden, dat zij, als een der hoogescliolen van de Republiek, werd heropend. De Russen hadden alleen de gebouwen laten staan van de oude Universiteit, die sedert dienden tot administratieve doel einden. De heerlijke open gaanderijen van haar zeven groote en kleine binnen hoven waren dichtgemetseld. Al het ove rige, bibliotheek, verzamelingen, instru menten, herinneringen en kunstvoorwer pen, alles was naar Moscou gesleept of naar elders verdwenen. Maar aanstonds opent de nieuwe Staat de oude poorten, Pi-ofessoren, studenten en studiemateri aal, het kwam daarna alles van zelf. En na het inwendige hersteld, den geest, de oude ziel herwekt te hebben, heeft Wil no in deze laatste maanden nu ook nog de kracht en de middelen gevonden, om eveneens den uitwendigen glans weer te verlevendigen: de gebouwen staan nu welhaast hersteld in den vroegeren luis ter, in die melkachtige blankheid die heel de stad haar verrassende bekoorlijkheid geeft, en de heropende Renaissance-ho- ven harer Universiteit, die wijding en die weligheid, die van Italiaanschen praal laat droomen onder de bries der Balti- sche zee. Wij sporen Zuidwaarts terug door niets dan bosch. Overal nieuwe stations langs de lijn, wit met roode daken, in een stijl die ze „Poolsche Renaissance" noemen. In één dier stations zijn we afgestapt, om tegen den middag iets te gebruiken. Een willekeurig station, waar we wachten op aansluiting voor een zijlijn. Goed. Ik geef hoe zij over haar toekomst beschikken zou. ITij ging voor! op zijn terughou dende wijze waarachter hij-,, gelijk' zij wist, zooveel oprecht-gemeende ont roering verborg. Ilij 'woes er haar op, dat hij heel \\at ouder was' dan zij; maar zij was geen onbezonnen meisje en wist dus, dat (zij des1 te heter kon reldenen op de standvastigheid van. zijn genegen heid. Haar positie zpu dan vferzekerd zijn; fee hoefde nooit vtoor ha.ar toekomst bezorgd le wezen. Hij hoopte haar tot een groot arlisle te meken; en, mocht «lit slagen, dan zou zij ook' onafhanke lijk Zijn; maar hierbij kwam in zekere male toch weer toeval. Hoc. ook haar antwoord feou wezeln, hij Icon niet in slaan voor het succes. waarop hij hoopte; hij kon haar enkel beloven ,»Jat hij zijn be-st zou doen, haar de positie te verzekeren, wa.a.rop haar studie bere- rektend was. Hij was zéér rviendelijk', zéér teeder zéér ridderlijk'. Zij had hom altijd graag mogen lijden; maar nooit beter, dan, op dit loogenblilc, nu hij zijn zaak zoo ne derig bepleitte, met zulk een totaal ont breken van alle aanmatiging. „Vertel mij eens", viel zij hem zacht in de rede, „u heeft zich altijd zoozeer enkel een vriend van mij betoond, maar heeft u al liefde voor mij opgevat, toen toe dat dit geen kleurig Holland is. Maar dit is alles hier niettemin zindelijk. En zie je dit ontroerend streven niet naar „nieuw leven"? Mijn vriend vertelt me van den vliegenzwerm, die onder Rus sisch bewind hier alle spijs ongenietbaar maakte. Nu is er al het eetbare in gla zen kasten opgeborgen. Op iederen scho tel, bij warm vleesch, bij kaas en boter en koekjes, ligt een groen takje tot sie raad; en versche groene bladeren van heesters en accacia's geven het buffet een verhoogde aanlokkelijkheid. Bloemen in vazen, op de tafels; bloemen in bak ken voor de vensters, bloemen in ijzeren hangers buiten langs den stationsgevel. „Op 't onverwachts komt de minister in eigen persoon, inspecteert den boel met de noodige standjes als dat moet, ook geldboeten, ook belooningen.zoo ma ken we van het oude Polen een nieuw land!" Dat Wilno's station zelf een keurige wachtsalon bezit, gesierd als een tuin kamer, met vergulde kaarskandelaars op elke tafel en bloemen in overvloed, moet ik hier nog even aan toevoegen, om niet te verzwijgen, dat ik daarbij vergelijkend aan de dito's onzer zuidelijke buren dacht. Werkelijk, de heerschende opvat tingen over Polen, gegrond op den toe stand van vóór tien jaar, moeten gron dig herzien worden, evenals alles wat er aan boekwerken over het land verscheen, die niet van de laatste jaren zijn. En wie als de Duitschers blijft schermen met een minachtende uitdrukking als „Pol- nische Wirtschaft" loopt hard kans, zich zelf belachelijk te maken. Van Noord tot Zuid een zelfde beeld en bewijs van het ernstig streven, het krachtig willen, het prachtig bereiken van een volk, dat nu eindelijk de weelde genieten mag van het vrije, zelfstandige bestaan en dit waard wil blijken door heel de duizelingwekkende expansie van zijn arbeidskracht. Het nieuwe aanzijn nu ook tot aanzien brengen: dat schijnt de geheimzinnige leuze te zijn, waarover alle, overigens met elkaar strijdende, po litieke partijen het eens zijn. En de tril ling van deze gedachte, tot daad omge zet, vaart door heel het land in al zijn geledingen, door al zijn districten, hoe verscheiden van kleur. Hier vei-baast nog geen welvaart; maar hier verbluft wat het zekerste onderpand is van den toe- komstigen voorspoed: deze ingespannen arbeid, deze wijdgrijpende ondernemings geest, deze geweldige energie die voor niets stil staat, en sti-aks als het moet, óók letterlijk, eenvoudig bergen verzet ten zal wanneer een kanaal noodig blijkt tusschen de zee en den Weichsel. Polen bezit nu reeds twaalf steden met meer dan 100.000 inwoners en Warschau zelf is, wat inwonertal betreft, de vijfde stad van Europa. Elk jaar neemt de be volking der 30 millioen met een half mil- lioen geboorten toe. Een agrarische wet, die den kleinen boer aan grondbezit helpt ten koste van den grootgrondbe zitter, is in werking getreden. De werk loosheid vermindert. Driekwart millioen arbeiders vinden hun bestaan in de in dustrie, mijnbouw, petroleum, textiel, hout wier statistieken een doorloo- pende, geweldige stijging aangeven. Een woud van schoorsteenen rookt boven Lu blin, boven Lodz en Leopol, het Lemberg der Oostenrijkers. Het stedennet van Bo- ven-Silezië, waar de arbeid dreunt in de heftigste trillingen, zet 's avonds een gloed af tegen de donkere lucht, alsof er heel het land in lichte laaie stond. Geen beter bewijs van de industriali satie van het nieuwe Polen, dan de ge weldige groei zijner steden, in het gebied v/aar de mijntorens rijzen en de daver der ijzeren hamers de heete lucht doet gonzen zonder verpoozen. Nog een aspect van het nijvere Polen. Wij stappen af te Bialowicza. Hier lig gen 130.000 hectaren bosch, staatseigen dom. Het is als een provincie op zich zelf. Enkele dorpen liggen binnen dit ge bied, met een jachtslot dat door den czaar bezocht werd, toen deze er kwam jagen op beren en bisons, herten, evers en wolven. De Poolsche staat stond een tijd lang de exploitatie hiervan af aan Engelschen. Maar later werd deze con u mij in Parijs voor het eerst op de de flat van Stephanie heeft gezien?" Met een glimlach antwoordde hij: „U verlangt van mij ,dat ik u zoo:- véél vertel, terwijl u mij maar zoo wei nig zegt! Maar dat zijn nu eenmaal zoo de manieren van een vrouw. Ik herin ner het mij echter niet duidelijk meer; wat dit betreft, is mijn geheugen wat verward. Wèl weet ik zeker dat ik onmiddellijk zag,' hoe in u een artiste school ,en ik denk wel, dat ik tegelijker- lijd voelde voor de vrouw". Er volgde een lange pauze en Paif- line was de eerste, die ze verbrak. „Verlangt u mijn antwoord dadelijk, of mag ik er even over denken?" Hij was zeer zeker innig in jyjn liefde, maar hij was niet ontstuimig. Misschien was hij in zijn vuur bekoeld door haar (bekentenis d,at zij liefde had gevoeld voor een ander. ^Natuurlijk, lieve kind. Geef mij je antwoord, wanneer je wilt: over een week, of over veertien dagen. Onder de omstandigheden (geef ik toe, dat het een zeer gewichtige slap voor je is, gewich tiger dan voor mijt Als je toestemt, heb ik als man van middelbaren leeftijd, al les le winnen." Als zij Easterbee nooit ontmoet had, zou ze op datzelfde oogeiïblik 'toegestemd hebben: dit ridderlijk aanzoek waarbij cessie ingetrokken. Nu heeft de Staat zelf het beheer in handen, dat over twee honderd beambten loopt. De omliggende dorpen leveren de noodige arbeidskrach ten. Wij tuffen 25 Kilometer om de naast- bijzijnde grens, van het middelpunt uit, te bereiken; naar andere zijden heen be draagt die afstand er ruim vijftig. Bij het jachtslot zelf werd, het omringende park niet meegerekend, een terrein van 4000 hectaren afgezonderd als natuurpark. Dit blijft door menschenhand onaangeroerd. Hier wordt de natuur vrij spel gelaten. Boomen en takken blijven er liggen, zoo als de storm ze ontwortelt en afscheurt, of zooals ze er neervallen, ontkracht door ouderdom. Een eik van zes eeuwen vormt er het merkwaardigst curiosum. Het is louter observatie-terrein, studieveld voor 't boschbeheer, waar allerlei wild en vreemd gevogelte een paradijs vonden, sneeuwwitte uilen, gieren en valken. Op het dak van het jachtslot heeft de ooie vaar zijn nest. Dit land draagt allen denkbaren zegen op zijn aanschijn en alle schatten der aarde in zijn schoot. Ontroerd zie ik daai-naast de erbarmelijke hutten zijner kleine boeren, donker van planken saam-, getimmerd, met zwart riet gedekt. Een gemetselde haard is het pronkstuk der eenige woonruimte. Op het „dak" van dezen vuurhaard legt zich heel het gezin voor den nacht ter rust. Dit volk heeft nooit welvaart gekend, en was toch te vreden. Het werd sterk in het harde le ven, vol ontberingen en zorg. Het bleef gezond van ziel en van lichaam, geluk kig met zijn rijken kinderzegen, Eenvou dig van hart, en trouw van aard. Moet er geen gi'oote toekomst wegge legd zijn voor dit volk, dat zooveel prachtige mogelijkheden in zich sluit? POLDER WALCHEREN, In de Zaterdagmorgen onder voorzit terschap van den heer mr. H. F. Lants- hcer gehouden vergadering van het pol derbestuur van Walcheren, waren met .kennisgeving afwezig de heerera v. IÜ. Minne, Van Dioorn en Gro,osman.. De notulen van de vorige vergadering werden goedgekeurd. Ingekomen was een adres van aange landen van den watergang naar de Zui- dersluis in de gemeente Ritthem', waar in zij vergoeding vragen voor de schade aan hun landerijen berokkend door het uitbaggeren en uitdiepen van diein water gang. Adressan ten welen, dat de polder besloot geen schadevergoeding le betalen in geval van uitbaggeren, doch zijl wijzen er op, dat nu het wetfc met een bagger machine gebeurde en ook uitdieping plaats had de schade bijzonder groot is en dezen zomer ernstig werd onder vonden. De VOORZ. stelt voor deze zaak ter afdoening in bandon le stellen van het Dag. bestuur en deelt mede, dat reeds een adres is ingekomen hij! dat college en dal toen adressanten te kennen is gegeven, dal op een algemeen adres niet kan worden ingegaan, maar hen is aan geraden ieder afzonderlijk te adresseer- ren, opdat kan worden nagegaan of ieder bijzondere schade heeft geleden. De heer JERONIMUS heeft geen be zwaar tegen het in handen van het Dag. Rest. stellen omdat de betrokkenen toch altijd weder bij de algemeene verga dering er op terug kunnen komen. Aldus werd besloten. Rekening 1928. Door de financieele commissie werd voorgesteld de rekeningen over 1928 1928 goed te keuren, zooa.ls die door het Dag. toestuur waren aangeboden. De heer JERONIMUS heeft enkele opmerkingen. Ten eerste meent hij liet lastig is, dat in de rekening zoowel de hoofdstukken als de af deelingen met ro- meinsche cijfers zijn aangewezen en in de begrooting resp. met romeinsche en gewone cijfers. De VOORZITTER zegt hierop in het vervolg te zullen leiten. De heer JERONIMLTS wijst dan op de grond hield, deed, een sterk beroep op grond hield deed een sterk toeroep op haar. Zij nam zijn hand era bracht die aan de lippen. „U is zeer edelmoedig," zei ze op ha- perenden toon. „Geloof mij, wanneer ik zeg, dat ik in mijn hart d'e grootste dankbaarheid voel voor al, wat u voor mij gedaan heeft." Hij sprak met een gretigheid, waarop zij maar heel weinig voorbereid was1. „En dankbaarheid kan makkelijk lot liefde worden, Pauline. Ik zou wel' zor gen, dat je mij ging lief hebben; je zoudt niet anders kunnen. Ik zou mijn lieele leven aan je wijden, iederen) wens'ch ieder verlangen nakomen." De tranen welden haar in de ongein bij idit ongewone vuur van' e|en man, dien zij enkel als haar vriend beschouwde. ,,(fk' (ben zeker. da,t u één en al toe- 'wjjding zoudt zijn; maar i'k' moet hel nog eens overdenken. Ik wil niet leelijk handelen 'tegenover u; zeker zijn, dat ik u Sets aan geven, waar u mij zoo véél schenkt!" De (arme Pauline had wieer een slape- looizen nacht en nu was het Os'car Bijs hop, (die grootendeels haar gedachten 'bezig hield. liet 'was een keerpunt in ha.ar leven. Zou het niet mogelijk' zijn, om ,ecn nieuw hoofetsluk te 'beginnen DE ELECTR. RIJWIELLAMP, Verkrijgbaar bij eiken rijwielhandelaar. Voor den handel bij de Firma GEBR. KAAN, - Middelburg (Ingez. Med.) opbrengst van hakhout en boomen en vraagt of dat wel ais kapitaal wordt be schouwd. De VOORZITTER zegt, dat het onder houd der beplantingen er uit wordt be ta, alld alleen bij' het verknopen van een groot aantal boomen le gelijk iS het be drag van beteekenis. De heer JERONIMUS wil hel dan in ieder geval als betaling' belegging be schouwen. De VOORZITTER zegt overweging toe. De heer JERONIMUS wijlst nog op de groote overschrijding: van den post voor onderhoud van het polderhuis, graaind was f 600 en uitgegeven f 919.21. De VOORZITTER doet mededecling van de posten op het betreffend mandaat en speciaal ook van de sommen voorko mende op de schildersrekening en op die van den loodgieter, daarbij blijkt dat f 85 schilderwerk voor borden eigenlijk onder wegen behoort. De heer JERONIMUS neemt genoé- gen mei deze toelichting. De heer PORTHEINE meent, dat de rekening geen goede opsomming is van de werkelijke inkomsten en uitgaven. Zoo is er de post kosten van de wei"- ken ter verbetering van afwatering ,ad f 102.790.591/2, die geheel weer wordt overgebracht naar den dienst .1929; wat ook het geval is met f 205.401.82 van den post ad f 220.437, voor herstel van stormschade aan de Noord watering'. Het is meer dan een formeele kwestie én spr. vraagt of het dag. bestuur soms' heeft opgezien tegen een groot nadeelig slot lerwjjll er nu een gefingeerd voor- deelig saldo is. (Dit wordt bij interrup tie ontkend). Als de gelden niet zij'n uit gegeven behooren zij niet op deze re kening. De VOORZ. meent dat het een theo retische kwestie is. Men had natuurlijk een onlvangslpost er tegenover kunnen zetten. Er is reeds jaren lang zoo ge^ handeld en de afwaleringspost .blijft nog jaren zoo loopen. Inzake de stomischaL de is zoo gehandeld volgens een besluit van de algemeene vergadering. De heer PORTHEINE blijft er bij, dat het nu geen goede rekening is'. De heer DUMON TAK en de VOORZ. zeggen ,dat het batig slot toch juist is1, hel (dag. toestuur is echter bereid ;in het vervolg dergelijke afrekeningen af zonderlijk le geven. De rekening werd z.h.st. goedgekeurd. Dijkgeschot, Aan de orde was vervolgens het voor stel lot vaststelling van het dijlkges'chot op f25 per II.A. s.choltoaar en-f 16.80 per H.A. vrijland en f 2 per f 100 ibe-i lastbaren opbrengst voor het gebouwd. De heer PORTHEINE vraagt of het niet (beter is te spreken van f 19 gje:- woon ciijkgcschot en f 6 extra. De VOORZITTER zegt dat twee ko hieren en twee stel biljetten weler exp ire arbeid geven. De heer JERONIMUS meent dat men toch alleen op hel biljet de bcheiding met dien vriendelijKen, behulpzame/a Inan, (zon hoffelijk', zoo ridderlijk in zijn verhouding 'lot vrouwen? Er bestond reeds een schakel tusschen to,en, een overeenkomst in :s'ma,ajk', in .toewijding ,a,a'n hun kunst, die zeker blijk gaf van een verwantschap van geeis't. En tóch en tóch .-was dit al, wat 'noriciig izou zijn voor een huwelijk? Zij idt.cht aan Easterbee en haar hart a,n t woord de on l kennend Geen kus van dezen ouderen main zo.u haar po it ontroeren, geen gevoelen,, war nier (pan dankbaarheid voor al zijn toe wijding, kou .ooit in haar hart opwellen. Een achteloos gesproken woord van den ||nder izou ha.ar méér ontroeren, dan alle 4iet de, die hij 'bereid w,a,s, haar le schen ken. !F,n toen he t morgch'licht (ba,a,r vermoeid hooifd 'bescheen, wis'l zij,, dat ze hem niet het antwioora' kon geven, dat hij ver wachtte. Het huwelijk', dat één-zijn naar lichaam jen ziel, was een te heilig iéts, om het zoo licht op te nfemen; toet eischic, |e veej, van 'beidé partijen. Het zou niet eerlijk Izijn, om hém zoo weinig te schen ken, waar hij zoo veel zou geven. Eh vurig als hij wezen mocht, zou hiji lang zamerhand 'spijtig worden, .om haar kalme dankbaarheid, 'haar lauwe genegenheid vo,or (al wat hij haar schonk'. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1929 | | pagina 5