TWEEDE BLAD
.GTCINDERBLADQ
MIDDE LDVnC3C=M£
COV^nANHD
ARTISNIEUWS
LEGPLAATJE
VAN DE
VAN
Zaterdag 24 Aug. 1929 No. 199
HAAGSCHE BRIEVEN.
BINNENLAND
H VAN DE ÊT
De herstelconierentie in Den
Haag. Wat men ziet en
wat men niet ziet. Alas-
trim in Dellt en vrees voor
alastrim in Den Haag.
Nu de lierslel-conferentie een poosje
bijeen is en het nieuwtje er wat afgaat;
begint ook de belangstelling' bij heV
groote publiek te luwen. Die fotelaiigstel-
ling was trouwens meer voor Üe perso
nen der hooge heeren dan voor bigt
werk. dat ze kwamen doen of nipfr
kwamen doen. precies zooals meh dat
wil opvatten.
De eerste dagen was het geweldig en
abnormaal. Zelfs Tauber, naar wien
toch heel wat interesse uitgaat, zonk er
bij in het niet. In bosjes en dichte
rijen stonden de mensclien, zoowel goe
de Haagsche burgers als bezoekers uit
'de provincie, bij de poorten van Itet
Binnenhof, met engelengeduld wach
tend of ze misschien een glimp van de
>punt van den neus van Briand of Snow-
den of een andere beroemdheid te zien
gouden krijgen. Het deed er absoluut
niet toe wie het was, als het maar
iemand was van |d,e conferentie. Des
noods was een particulier secretaris' of
de secretaris van dien secretaris ook
wel goed en de kamerdienaar van Briand
was haast zoo goed als de groote man
zelf. .Want die is op zich zelf weer
een beroemdheid.
Er waren natuurlijk ook menschen,
die net deden of de heele conferentie
en ae groote mannen, die Den Haag
voor een poosje mag herbergen, hun
geen sikkepit konden schelen en ze
zouden er voor geen geld van de wereld
toe gekomen zijn (om in Ide huurt van helt
Binnenhof of bij de hotels op de wacht
en op den uitkijk te gaan staan. Maar
ze deden veel beter. Ze streken néér
in het groote café op den hoek van 5"tel
Buitenhof, vanwaar je zoo'n prachtig ge
zicht hebt op den verkeersweg en de
Gevangenpoort en de poorten van het
Binnenhof, en daar konden ze rustig
en ongemerkt poolshoogte neïnuen van
wat er gebeurde en terloops en als
gansch' niet geïnterepsieterd wijzen op
een luxueuse auto met een internatio
naal vlaggetje: «ijk, daar is de auto van
die of van drie. met een air, alsof die
gene die er in zat |al jaren tot "fun tmetest
vertrouwde vrienden had behoort.
Voor den ingang der hotels, waarde
verschillende delegaties logeerden, was
het nog erger. Voor het Paleis in bjet
Woordeinde kan het niet drukker zijn,
als de Koningin op het punt staat uit
te rijden. Er kon geen auto met een
kleurig vlaggetje voor de hoofddeur
stilhouden, of de nieuwsgierigen zwerm
den er op af als wCspen op een taartje
piet slagroom.
Om te zien, ja wat? Een enkele bak-
visch hoorde ik een opmerking makeji,
die blijk gaf van een zeker gezond cy
nisme. jW,at valt daar nou 'aan te kijken
verweet ze een vriendinnetje, dat wou
blijven staan blij den ingang van een der
Scheveningsche hotels. „Als ze nou nog
een aardige uniform aan haidden was
het nog wat. Maar 'dat hebben ze niet
en knap zijn ze ook niet en jong ook
niet. Wat is er nou te kijken aan zoo'n
oude heer in een gewoon colbertje! Ik
kan thuis net zoo goed eens extra 'naar
vader kijken. Ga mee naar de Pier, daar
zien we Tauber misschien!" Om Tauhiejr
zweefde tenminste nog een schijn van
romantiek, wat aan al het andere ont
brak.
Zelfs de meest enthousiaste en trouwte
kijkers zijn overigens langzamerhand tot
de conclusie gekomen, dat het niet erg
opwindend en ook niet érg intereisjsaint
was wat ze te zien, of lievefr niet te
zien kregen en zoo is de drukte dan ge
leidelijk wat geluwd. Trouwens, de com
missie houdt momenteel geeh zittingen,
dus van het Binnenhof is de aardigheid
heelemaal af.
Wel wordt er nog even extra aan
dacht aan gewijd, als er ergens een auto
staat met een kleurig vlaggetje, wat
bijvoorbeeld wel eens voorkomt met de
belangrijke Kurhausconcerten en dan is
het wel grappig om te Ispeculeieren, wie
er nu in die auto gezeten zou hebWen.
Waarschijnlijk zijn het wel altijd min
dere goden, want de kopstukken der dé-
legaties zijn toch allen beklemd gienoeg,
dat er hij hun verschijning in de zaal
een kleine electrische schok door het
publiek zou gaan, zelfs al zouden ze
maar heel gewoon in smoking zijn.
Wal de politieke kant van de confe
rentie aangaat, het spreekt vanzelf, dat
hiervoor de belangstelling grool blijft,
maar dat raakt weer een heel ander
deel van het publiek. Er wordt allerlei
verondersteld en gemompeld en bepaald
vlot van stapei loopen doet alles niet.
Een Fran sell journalist liet zich tegen
over een Iloll'andscheu collega al heel
weinig optimist uit en zei, dat de dele
gaties reden hadden 0111 meer dan ge
woonlijk erkentelijk te zijn voor de in
vitatie der Koningin op Vrijdag dat
was gisteren, als u dit onder de oogen
krijgt), want dat er anders best ka|ns
was geweest, dat voor dien tijd de heele
conferentie uit elkaar zou zijn. Nu gaat
dat met het oog op de etikette en den
goeden vorm toch moeilijk en misschien
zijn in de dagen ,die er intusschen nog
verloopen moeten, de gemoederen al'weer
wat in een betere stemming gekomen en
zien de heeren een en ander weer 'in
een ander licht, zoodat de mogelijkheid
om de resultaten te komen, weer toe-
néemt. Maar er zijn zoowel voor den
een als voor den ander zooveel voetan
gels en klemmen en de heeren vertrou
wen elkaar politiek gesproken al
tijd geen haar verder dan ze elkaar
zien. Wat niet behoeft te verhinderen,
dat ze elkaar on-oi'ficieel' best lijKlen
mogen. I
Nu moet men vooral niet denken, dat
er, al hebben er geen officieiele zittingen
van de heele conferentie plaats, er niet
ontzettend hard gewerkt wordt. De hee
ren hebben voortdurend afzonderlijke be
sprekingen en houden langdurige be
raadslagingen waarvan echter gewoon
lijk maar weinig of niets uitlekt. Geheel
geheim houden kan men alles toch niet
en daardoor ontstaan er telkens geruch
ten, die er soms veel ernstiger uitzien
dan ze verdienen. En men blijft er op| ho
pen dat per slot de conferentie toch
wel vruchten zal dragen.
Er is nog een omstandigheid, dtie er
toe bijdraagt om de aandacht van het
groote publiek af te leiden van de her-
stfelconferentie en van allerlei gebeurte
nissen, die het niet direct raken, en dat
is de uitbreiding van de alastrim-geval-
len, die het eerst in Botterdam zijp!
voorgekomen. Er zijn nu gevallen builen
Botterdam, onder andere ook te Delft,
en Delft ligt zoo dicht hij Den Haag en
er is zoo'n druk verkeer tusschen die
beide plaatsen, dat velen ernstig hebben
gekeken toen ze van alastrim in Delft
boorden. Er waren' er in het begin van
de week trouwens al drie en met een
zekere spanning kijken 's morgens en
's avonds heel wat menschen in de krant
om te zien of hieft eerste geval in .D(ejn
Haag nog niet wordt aangekondigd. Het
is voor een Hagenaar al tamelijk moeilijk
om builen contact met Botterdammers te
blijven, maar met Delfenaars wordt het
bijna een onmogelijkheid, zelfs al zijn
de Delftsche studenten nog met vacantie.
En dat die vrees niet geheel overdre
ven is blijkt wel uil het feit, dat er hier
in Den Haag reeds gelegenheid .gegeven
wordt tot inenting op groote schaal, aan
twee adressen, in het gebouw van de
koepokinenting, waar men tweemaal per
week, en aan een ander adres, waar
men dagelijks terecht kan. Ik hoorde, dat
daarvan reeds een vrij druk gebruik
werd gemaakt. 1
En voorzichtige moeders houden hun
kinderen bui tien gedrang en buiten de
gelegenheden, waar veel menschen bij
een zijn, al is de alastrim heelemaal niet
een kinderziekte. Maar moeders denken
nu eenmaal het eerst aan hun kinderen.
Het is in elk geval een eenvoudige en
verstandige voorzorgsmaatregel, al is het
wat sneu voor de kleintjes, die juist van
liun laatste vacantiedagen genieten en
die natuurlijk het nut van dezen maat
regel in de verte niet kunnen begrijpen.
Het is te hopen, dat de gevallen zich
niet verder uitbreiden en dat Den Haag
voor de alastrim-bezoeking gespaard zal
blijven. v. T.
DE SLUISBOUW TE IJMUIDEN.
Naar het Hbld. verneemt zijn de werk
zaamheden bij den sluisbouw te IJm ui-
den zoover gevorderd, dat binnen en
kele dagen de deuren reeds kunnen
worden geplaatst, zoodat binnenkort het
proefdraaien met deze deuren kan wér
den tegemoet gezien.
Dr. BENESJ NAAR NAARDEN.
Dr. Benesj, de Tsjechische minister
van Buitenlandsche Zaken zala.s. Za
terdag naar Naarden gaan om tegen elf
uur een bezoek aan het graf van Come-
nius te brengen.
PEST IN EEN DESSA.
V.D. Aneta meldt uit Tasikmalaja
Vermoedelijk uit angst van de bevol
king die bij doorgave van de berichten
voor strenge maatregelen vreesde heeft
de d ienst der volksgezondheid, eerst he
den vernomen, dat in de afgéloopen
veertien dagen in een 'dessa in een
district 18 lijken op clandestine wijze
zijn begraven. Vermoedelijk zijn al deze
menschen aan pest overleden. Gedurende
dezelfde week werden nog 21 gevallen
van longenpest geconstateerd. De ziekte
is gelukkig beperkt gebleven tot deze
dessa, De maatregelen zijn van dien
aard, dat voor uitbreiding waarschijnlijk
niet zal behoeven te worden gevreesd.
STUKKEN VOOR DEN GEMEENTE
RAAD VAN VLISSINGEN.
Ter behandeling in de op 30 Aug us tbs!
te houden vergadéring van de.11 'gemeente
raad van V1 i s s i n 'g e n zijn de volgen
de stukken aan den raad overgelegd1:
G e meen te reken'ing.
De gemeentere kening over 1928, slui
tende wat den gewonen diénst 'aalngaat
in onlvangst met f 1.483.325.40 en in
uitgaaf met f 1.393.260.64, alzoo met een
batig slot van f 90.064.76, welk bedrag
ten goede komt aan den dienst 1930.
De kapilaaldienst sluit in Ontvangst met
f 124.209.721/2' en in uitgaaf met
f 205.144.52'i/2, alzoo met een naldeejlig
slot van f 80.934.80. Dit bedrag zal te
(zijner tijd door het aangaan van een
geldleening worden gjedelkt.
Er werd op verschillende pos te" meer
ontvangen dan geraamd was f 72200
(alleen aan belasting f 38300) en mindietr
op andere posten f 11.100. alzoo per
resto meer ontvangen f61100.
Meer uitgegeven dan geraamd weird
op verschillende posten f 35100 en
minder dan geraamd op andere. fG3200,
dus per resto minder uitgegldven
f28100. Meer werd dus ontvangen on
geveer f61.100 en minder uitgegeven
f28100. wat samen een voordeel op
levert van f S9.200.
B edr ij f s reiken 1 nge n.
De rekeningen der verschillende ge
meentebedrijven en instellingen en wel:
le. Die van het grondbedrijf, waarvan
de gewone dienst sluit met een batig sal
do van f 24695.47. In uitgaaf is ge
bracht f 24101.49, zijnde de aan de ge
meente betaalde rente der ten laste van
het Grondbedrijf overgeschreven gemeéni*
lelijke schuld en in ontvang f 39323.04
zijnde de winst der verkochte gronden.
De kapitaaldienst sluit in! ontvang en
uitgaaf met een gelijk bedrag ad.i
f 146.486.83, na verantwoording in uit
gaaf van een bedrag groot f 13676, we
gens terugbetaling aan de gemeente van
de aflossingen op de ten behoeve van
het grondbedrijf gesloten leeninlgen, ter
wijl het batig saldo f 23498.15 bedraagt.
In verband met de tweede 5-jaarlijksche
schatting is aan de gemeente, ter vermin
dering van de tegenover de waarde van
den grond staande gemeentelijke schuld
een uitkeering uit het reservefonds jge-
®aan groot f 60.044, terwijl het batig
saldo van den gewonen dienst ad.
f 24695.47 aan het reservefonds! vvgrd'
toegevoegd, dat daardoor op 31 Decem
ber f 44.853.87 bedroeg.
2e. Die van den gemeentelijken reini
gingsdienst met een bedrag in ontvang en
.uitgaaf van f 66.834.38 en een tekort
£3^
r-C
E3
"door G. J. .VISSCHEB.
Een jonge helm-casuaris.
Toen mijn moeder in ons nest in het
nachthok twee eieren gelegd had, zei
mijn vader:
„Vrouw! Ga nu eens een beetje op
zij!"
„Wat wou je doen?"
,,Ik zal eens op die eieren gaan zitten
en je zult eens zien, hoe netjes ik ze
uitbroed!"
„Och, je bent mal! Casuariseieren uit
broeden, dat is hier in Artis nog nooit
gebeurd, en in de diergaarde te Rotter
dam, Berlijn, Dusseldorp en Antwerpen
evenmin. In ons vaderland, op Ceram in
de Molukken, daar is het wat anders.
Daar werkt de natuur mee, maar hier!"
het probeeren", zei vader;
5>a's het maar goedvindt. Mag ik?"
jiGa je gang," zei Moeder. „Maar denk
er aan: mijn ei is geen kippenei. Als dafc
zoo was, zou je in drie weken klaar zijn,
maar op mijn eieren moet je netjes} twee
ënvijftig dagen blijven zitten."
„Al was het tweeënvijftig jaar. Ik
zul
„Tut tut! Schep niet zoo op! Alsje
blieft Neem plaats, ik wil zien, hoe
lang je het volhoudt."
Moeder ging wat wandelen. Vader ging
op de eieren zitten en bewoog zich niet.
Misschien kijkt ge er wat vreemd van
op, dat vader een beetje onderdanig aan
moeder vroeg, of hij alsjeblieft broeden
mocht. Ja, dat moest hij wel netjes vra
gen, want als moeder neen zei, dan was
het uit. Bij ons, casuarissen, is de vrouw
veel grooter en sterker dan de man. I3at
komt bij meer families voor; denk maar
aan den torenvalk en de kruisspin.
Ook zult ge zeggen.- „Moest het wijfje
uiet broeden?" Neen, in onze familie is
het ook een overoud gebruik, dat bet
mannetje broedt en 't vrouwtje niet.
Vader zat dus op de eiren en hij
blééf zitten. De oppasser scheen het aar
dig te vinden en bracht hem geregeld
eten en drinken vlak bij het nest. Moeder
kwam vader wel eens een beetje pla
gen, maar daaraan werd jgauw een eind
gemaakt. Ze werd gedwogen te verhui
zen naar het bok daarnaast en daar
is ze nóg.
't Kan zijn, dat, zooals moeder het
uitdrukte, de natuur heeft meegewerkt,
want het was hier in Holland in de
laatste dagen van de broedperiode ont
zettend warm zeker is het, dat ik
op 17 Juli uit het ei kwam kruipen en
4 dagen daarna, dus op 21 Juli, mijn
zusje eveneens!
Dat was me een gebeurtenis in Artis!
De directeur kwam erbij; de oppas
sers stonden op een rijtje; een foto
graaf kwam erop af; een massa bezoe
kers gluurden tusschen de tralies door.
„Moet er geen vlag op bet liok?" vroeg
een oppasser.
„Neen, Kees!" zei de directeur. „Dat
zou niet goed zijn, want dan komen allé
bezoekers hier kijken en dan krijgen de
andere dieren geen beurt."
Maar weet je wat er wèl gebeurd jsv
Er is een kiekje van ons genomen en
ons portret kwam in ,de krant met het
bijschrift: „De eerste Nederlandsche
helm-casuarissen."
Dat waren wij, maar dat bijschrift
heeft menigeen een beetje in de war ge
bracht. Dat kwam zoo.
Vader en moeder zijn helm-casuarissen;
dat kan iedereen dadelijk zien aan 3en
forschen, beenigen knobbel, den helm,
waarmede hun kop versierd is. Bij ons,
kleintjes, is van dien helm nog niets te
bespeuren. Vooral de kinderen zeurden,
als ze ons zagen, bij hun ouders: „Moe
der! Ik zie hun helm niet! Vader! Waar
is hun helmpje?"
Eén vader wist het goed. Die zei„Zie
je dat donkere plekje op hun kpp? Daar
komt later de helm."
„Waarom is die er nu nog niet?"
„Och, jongen!" zei zijn yader. „Waar
is jouw knevel?"
Daar had het ventje niet van terug
en hij vroeg niets meer.
De meeste menschen vinden ons mooi
er dan onze ouders. Vader en moeder
zijn donker van kleur, bij zwart aï, en
wij 'zijn lichtbruin met „mooie donkere
strepen over ons heele lijf. Ook missen
wij nog die roode aanhangsels aan den
hals, die bij sommigen ook niet in den
smaak vallen. Het spreekt vanzelf, dat
we goed verzorgd worden.
Het fijnste eten is voor ons. We krij
gen aardbeien, sla, spinazie, brood, mie
reneieren, enfin! alles net als een men sch,
behalve misschien de miereneieren. Va
der maakt de groote stukjes brood voor
ons fijn. De menschen spreken nogal
eens met lof over moederzorg, maar
voor ons is de vaderzorg onmisbaar.
Naast ons staat moeder heel dikwijls
tusschen de spijlen van het hok door te
kijken.
„Vader!" vroeg ik op een keer, „wat
zou moeder doen, als ze bij! ons kon
komen
„Dat zal ik je vertellen," zei vader.
„Eerst zou ze al jullie lekkere hapjes
opeten. Vervolgens zou ze waarschijnlijk
probeeren juhie beiden dood te maken.
En tot slot zou ze mij! een pak slaag
toedienen.'!
„O!" riep ik verschrikt, „laat ze dan
alsjeblieft maar blijven, waar ze is!"
Onze oppasser zorgt goed voor ons.
Als het gaat regenen, moeten we naar
binnen, in het nachthok. Vader wil wel
eens buiten blijven, maar dan zegt "de
oppasser, 'terwijl hij hem opjaagt: „Voor
uit! Naar binnen!" Daarbiji brengt hij
altijd een bezem mee. „Dat is maar goed
ook," zegt vader, „want wiji, volwassen
casuarissen, lijden wel eens aan 'drift
buien, en dan zijn we gevaarlijk."
„Waarom gevaarlijk, vader?" vroeg ik.
„Hoe denk je over mijn snavel? Ep
kijk eens naar die groote, scherpe nagels
aan mijn teenen!"
Ik begreep het en vroeg niet meer.
De oppasser heeft groot gelijk. Hij slaat
vader wel nooit, maar die bezem brengt
vader toch tot andere gedachten.
Vaders veeren zijn zoo donker en fijn,
dat dé menschen ze wel eens voor haren
aanzien, maar het zijn toch echte veeren,
ja het zijn zelfs dubbele, want elke veer
heeft twee schachten.
Ik vind het hier in Artis prachtig.
Vlak tegenover ons staat het „Huis van
DM
DE VOGELVERSCHRIKKER.
Dezen vogelverschrikker kun' je ge
makkelijk leggen van leghoutjes of luci
fers, waarvan de koppen eerst verwij
derd zijn. Voor het hoofd gebruik je eën
knoop, waarvan je het gaatje niet zien
kunt .een geldstukje of een ander rond
schijfje.
Om het geheel zoo echt mogelijk te
maken, vliegen er nog 'twee vogels om
den vreemden sinjeur heen. Ze willen er
natuurlijk het hunne eens van hebben, al
izullen zij zich dan ook wel niet al te
dicht bij den vogelverschikker wagen!
't Zeewijf"; daarin woont de zeekoe. On
langs vroeg ik aan vader, hoe het toch
kwam, dat ik buurvrouw nog nooit huiten
gezien had, maar vader zei, dat zij geen
beenen heeft en dag en nacht in 't \vater
doorbrengt. Ik geloof, dat vader liever
op zijn geboortegrond, het eiland Ceram,
zou zijn. „Daar zijn zulke moois bos-
schen", zei hij gisteren.
„Maar," zei mijn zusje, „die zijn hier
ook. Kijk maar eens op den kruiwagen
van den oppasser! Daar liggen prachtige
bossen wortelen en hossen preil'i
Toen begon vader te lachen en hij
legde ons uit, dat hij heel1 andere bos-
schen bedoelde. Ik kreeg medelijden met
hem en vroeg, of het onmogelijk voor
ons was, om Ceram te hereiken.
„Dan zou eerst dit hek weg moeten
zijn", zei hij en hij gaf er een trap. tegen.
„En verder?" vroeg ik.
,„En verder ga je naar de HandelskaÉ-