De XXe Eeuw.
No. 187
Zater&ag 10 Augustus 1919
172* Jaargang
De Kroonjuweelen.
SPAARBUS1E
RENTE 4.08 °|0
Van torens en
van klokkenspel.
FEUILLETON
(The crinkled Crown).
BINNENLAND
HET NIEUWE MINISTERIE,
JB ANK-ASSOCIATIE
DIT
is gratis ter beschikking voor
houders onzer
SPAARBOEKJES
INDIE EN MINISTER DE GRAAFF.
DE OVERWEG TE RILLAND-BATH.
De abonnementsprijs bedraagt, voor Middelburg en 't agentschap Vlissingen,
2.30, elders 2.50 per kwartaal. Week-abonnementen in Middelburg
18 cent per week. De advertentieprijs is, voor de gewone advertentiën,
30 cent per regel voor ingezonden mededeelingen 60 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager. Men vrage daarvoor de tarieven.
UITGAVE N.V. MIDDELBURGSCHE COURANT
Lange St. Pieterstraat, Middelburg
Telefoonnummers
Redactie 269 -:- Administratie 139
Postchèque- en Girorekening 43255
Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels ƒ2.10, elke regel
meer 30 cent. In de rubriek „Kleine Advertentiën" worden, mits uit
drukkelijk daarvoor opgegeven, advertentiën, tot niet meer dan 5 regels,
opgenomen a 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder „Brieven" of
„Bevragen bureau dezer courant" 10 cent extra. Bewijsnummers 5 cent.
ms,
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
De zaak lijkt zoo heel eenvoudig: in
alle steden zijn kerken van velerlei soort,
grootte en richting, waar de geloovigen
van de honderd-en-zooveel godsdienstige
genootschappen, die men in Nederland
vindt, elk op zijne of hare wijze zich van
z'n plichten te dien aanzien kwijt. Daar
over thans niet maar hierover: die
kerken hebben dikwijls torens en soms
ook niet, althans geen torens dan, die
den naam waard zijn.
Men zou zoo zeggen: wat doet het er
toe?
Toch wel. Natuurlijk zouden wij geen
verband willen leggen tusschen de diepte
of de zuiverheid eens geloofs, dat in een
kerk met of zonder toren beleden wordt
dat ware mallepraat.
Maar dat een toren niet anders dan
een meer of minder hoog facultatief aan
bouwsel van een kerk zoude zijn dat
moet ontkend worden.
In de eerste plaats heeft de toren be-
teekenis als gedenkteeken van offervaar
digen zin: in vroeger eeuwen gaf men
het komt thans ook nog zoo voor
gul en gaarne om het bedehuis, zijn kerk,
zoo mooi en zoo karakteristiek mogelijk
te maken. In de tweede plaats heeft een
toren ook stellig religieus-symbolxeke be-
teekenis als uitbeelder van het vertikaal-
geestelijke moment tegenover de hori
zontaal-stoffelijke richting van het kerk
gebouw, en als wijzer naar omhoog, als
opgeheven vermanende vinger. Men
hoort daarbij nog wel eens de verklaring,
dat de ronde koepeltorens der joodsche
synagogen zouden duiden op de in-zich-
zelf afgeronde volmaaktheid van 't jood
sche geloof, terwijl de spitse torens van
de christelijke kerkgebouwen het voort
durend streven naar hooger zouden moe
ten symboliseeren.
Wanneer we nu nog op den prakti-
schen kant van de zaak wezen: dat kerk
en/of andere torens dragers zijn van de
lui-klokken en van kerkelijke of gemeen
telijke uurwerken, terwijl sommige to
rens ook nog als landmerk voor den zee
man hun dienst bewijzen, dan zou men
zeggen: een toren is toch nog wel een
nuttig en wenschelijk iets.
Dat is natuurlijk volkomen waar
maar het voornaamste ontbreekt dan
nog: de torens bepalen het
karakterbeeld van een stad.
Hebt gij wel eens een stad zonder to
rens gezien? Dat wil zeggen: zonder
mooie, markante, domineerende torens?
In Zuid-Holland ligt een universiteits
stad, die, behalve een mooi maar klein
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
van William Le Queux, door Mej. E. H.
32)
Mrs. Kearns vertelde hem van het
bezoek van den inspecteur en de houding
die zij tegenover hem had aangenomen.
Had zij goed daaraan gedaan, of had
zij er hem van 'moeten spreken, dat zij
de broederschap verdacht? Zij was toen
zoo opgewonden, dat zij haast niet ge
weten had, hoe zij handelen moest.
Pennington voelde te veel voor haar,
om haar ronduit te zeggen, dat zij vol
gens zijn meening een heel verkeerden
weg had ingeslagen. Als zij volkomen
openhartig was geweest, tegenover Baker,
dan zouden zij den man al lang te pak
ken hebben.
„|Ul dacht natuurlijk, dat u er het
best aan deed en ik kan iniij begrijpen
dat u verdeeld was tusschen allerlei
overwegingen. Maar nu ik! weer mijn
eigen baas ben, of althans voor een
deel, denk ik, dat ik dien inspecteur eens
hier aan mijn bed zal laten komen;; dat
ik' open kaart met hem' zal spelen en
dat ik van hem gedaan zal zien te
krijgen, dat nij heel Scotland Yard in
beweging zet, om Forbes op het spoor
te komen. Nog afgescheiden van mijn
stadhuistorentje, noch aan zijn mooie
groote kerken, noch bij z'n publieke ge
bouwen, forsche of hooge torens had
staan: van welken kant men die stad ook
naderde, steeds maakte zij een indruk
van karakterloosheid: het was een ag
glomeratie van woonhuizen en gebou
wen, maar geen stad, zoo te zien.
Stelt men daar nu eens tegenover Leeu
warden met zijn zware Oldehove, Gro
ningen met die twee fraaie en hooge to
rens: de Martini en de Atoren; Zutphen
met den forschen St. Walburg en het
mooie Wijnhuistorentje, Utrecht met den
hoogen en toch zoo fijnen Dom; Veere
met dien geweldigen kolos naast het ran
ke stadhuistorentje en dan zult ge we
ten: het beeld van zulk een stad en de
herinnering daaraan wordt voor een
groot deel gekarakteriseerd door zijn to
rens.
Daarom mag men zich er ook zoo over
verheugen, dat Zeelands hoofdstad een
paar zeer bijzondere en heel mooie to
rens heeft, Onze Lange Jan is van een
niet alledaagsch model maar door zijn
nobelen vorm en goede verhoudingen en
misschien wel mede door zijn uitzonder
lijkheid, van een bijzondere schoonheid.
Daarnaast ziet men van verre, behalve de
Oostkerkstoren, die heel goed in het
stadsbeeld past, den fijnen en meer speel-
schen of wereldschen Raadhuistoren, la
ger dan den Langen Jan, maar in zijn
soort even sprekend.
Middelburg is, gelukkig! geen toren-
looze stad.
Wij zijn niet enkel bewonderaar van
de torens, die een stad kunnen sieren;
ook van de klokkespelen of beiaarden,
die men er vroeger in aanbracht en te
genwoordig, tot onze groote vreugde,
steeds meer in gaat aanbrengen.
Daar zijn zoo van die dingen, die wel
eens gezegd mogen worden, omdat men
anders, door er aan te gewennen, ze niet
meer op de juiste waarde weet te schat
ten. Wie z'n leven lang den Langen Jan
zag staan en het vroolijk geklingel van
z'n klokken hoorde die ziet den to
ren ten leste niet meer en hoort zijn stem
al evenmin. En toch is hij schoon 'en z'n
klokkenspel welluidend. Maar deug
denen gebrekenmen went aan
alles, nietwaar?
Zoo kan het ook tot voldoening stem
men, dat Middelburg een beiaardier heeft
die ons lustige klokkenspel met vaardige
hand en talent weet te bespelen. Want
ook dat is iets, dat niet van zelf spreekt.
Wij kennen een stad van 'n 20.000 inwo
ners, op eenige uren sporens afstand,
met den mailtrein, van hier gelegen,
waar men in een stedelijken toren een
klokkenspel van middelmatigen omvang
maar van schoonen klank en modernen
bouw heeft. De stedelijke klokkenist al
daar, overigens een braaf en verdienste
lijk man en huisvader, heeft er in jaren
geen kans toe gezien, een behoorlijken
beiaardier-aanslag te ontwikkelen. Het is
zelfs zoo erg dat, wanneer binnen of bui
ten den gezetten tijd welke andere bei
aardier ook den toren met hem bestijgt
persoonlijke gevoelens jegens hem. moest
zoo'n bloeddorstige misdadiger uit den
weg geruimd worden."
Mrs. Kearns keek teleurgesteld voor
een vrouw van een gewoonlijk zoo zelf
bewust optreden:
„Wij vrouwen, zijn toch feitelijk niet
veel waard in een echte crisis," zei
ze nederig. ,JHet trof dan ook wel aller-
noodlottigst, dat Egsterbee juist weg
moest zijn. Was hij bij de hand geweest,
dan zou ik onmiddellijk naar Honden
zijn gegaan, om hem te raadplegen. In
ieder geval had ik' er maar iemand
over moeten spreken; het was dwaas'
om enkel op 'mijn eigen oordeel af le
gaan."
Baker kwam dan ook bij Pennington
aan bed en ditmaal had de inspecteur
geen reden ,om te denken,. dat heta
niet volkomen openhartig alles verteld
werd. Terwijl de jonge man hem1 mee
deelde, dat het immers volstrekt niet
raadzaam was, om heel Elswick op de
hoogte te doen zijn, maakte hij overigens
geen geheim van den aard van zijn
werkzaamheden. Hij vertelde hem ook
alles, wat hij wist van de broederschap
en gaf hem een nauwkeurige beschrij
ving van den bloeddorstigen Forbes.
„Maar, natuurlijk; is het honderd telgen
één, dat wij nog bijtijds genoeg zijn
meende hij, met een zucht van spijt.
„Forbes is er de man niet naar, om
zich gewonnen te geven, en hij' zal heel
goed weten, dat ik hem' herkend©, om
dat wij elkaar al eerder ontmoet heb
ben. Hij heeft zich zeker al een hfoelen
en dan een enkele toonladder maar op
den beiaard slaat, men op de Markt blijft
staan luisteren: wie zou er nü aan 't kla
vier zitten?
En de sporadische uren dat men een
heuschen beiaardier, Timmermans of
Wagenaar meestal, de klokken hoort be
spelen, dan genieten de inwoners van dat
vriendelijke stedeke in een uur meer dan
gedurende de 52 wekelijksche bespelin
gen van dien overigens braven stads-
klokkenist.
Waarmede we maar zeggen willen, dat
men met een stadsbeiaardier die z'n vak
verstaat, in z'n schik dient te zijn.
Aan „De Residentiebode" ontleenen
we nog enkele bijzonderheden omtrent
de eigenaardige wisseling in de bezetting
van het departement van onderwijs, nog
vóór het kabinet officieel in elkaar zat.
Prof. Woltjer, die een zeer groot gezin
heeft, had de benoeming tot onderwijs
minister aangenomen op voorwaarde, dat
hij bij een ontijdig aftreden zijn oude
hoogleeraarsplaats onmiddellijk zou kun
nen bezetten.
Die regeling moest getroffen worden
met de directeuren en curatoren van de
Vrije Universiteit en nu trof het heel on
gelukkig, dat bijna al deze dignitarissen
in het buitenland vertoefden en Jhr.
Ruys Vrijdagmorgen gereed moest zijn
met zijn Kabinet,
Donderdagmiddag kwam de tijding dat
de heer Idenburg, president-curator, die
in Zwitserland vertoefde, naar Holland
zou komen, om met prof. Woltjer Vrijdag
een onderhoud te Arnhem te hebben, om
te zien of deze zaak geregeld kon, worden
Daarvan heeft prof. Woltjer Donder
dagavond laat nog aan Jhr. Ruys mede-
deeling gedaan, maar deze heeft daarop
niet kunnen wachten.
Omtrent mr. Terpstra, den nieuwen
functionaris, meldt het blad nog:
De nieuwbenoemde bewindsman is ook
in onderwijszaken uitstekend doorkneed
en heeft daar veel gezag.
Hij mist echter de practische politieke
scholing van prof. Woltjer.
Mr. Terpstra, die een self made man
is hij was vroeger Christelijk onder
wijzer is meer de man van het ver
borgen commissiewerk, waarbij bleek,
dat hij in onderwijszaken zeer goed op
de hoogte is.
Voor de Roomsch Katholieken komt
daar nog bij hen en het R. K. onderwijs
zeer goed gezind is. In dit opzicht behoeft
mr. Terpstra voor prof. Woltjer, in wien
men bij de R. K. in dit opzicht ook groote
verwachtingen had, niet onder te doen.
In een interview met den Indischen
medewerker van het „Hbld." zeide de
heer De Graaff, de nieuwe minister van
Koloniën, omtrent de door hem bij het
Wertheim Gompertz 1834 en
Credi&tvereeniging 1853 N. V.
GEVESTIGD TE AMSTERDAM.
KANTOOR MIDDELBURG, VLASMARKT K 145
tijd geleden uit de voeten gemaakt."
Nu, dat vermoeden werd bewlaarheid.
Scotland Yard, dat heel wat wist van
de broederschap, in het algemeen,, en
van de vooraanstaande leden in het hij
zonder ging zonder een minuut te ver
liezen aan het werk, om de hand te
leggen op den misdadiger. Maar alles
tevergeefs
Pennington was nog altijd aan bed
gebonden, want hij ging maar heel
langzaam vooruit, toen de grijze su
perintendant Dunville, een van „het
viertal" hem kwiaimi opzoeken. Hij had
Pennington verscheidene malen onlmloet
en het deed hem leed, omi te izien,| hoe
leelijk de jonge man te pas gekomen was.
Hij koesterde niet veel hoop, Forbes
te .Snappen, want die was een handige
schurk, kon wel een half dozijn Malen
spreken en was een kunstenaar in het
vermommen. Ongetwijfeld zou hij al dui
zend mijlen weg zijn, eer Scotland Yard
aan het werk ging. Hij was waarschijn
lijk in Rusland, in gezelschap van zijn
breeder S-bolsj e wiekendie heel blij zou
den zijn, om' hemi zoo verborgen te kun
nen houden.
„[Het is zeer te 'betreuren, dat Mrs.
Kearns niet wat méér aan Baker heeft
verteld," sprak hij bij het goedendag
zeggen. „Vrouwen zijn zoo eigenaardig:
kleinigheden leggen zoo'n gewicht bij
haar in de schaal; ik denk, dat er feite»;
lijk bij haar achterschool vréés', dat de
menschen in den omtrek wat meer van
haar zouden te weten komen. Wat ter
wereld deed haar in zulk een doodsche
(Ingez. Med.)
bestuur te volgen lijnen o.m. het vol
gende:
„U begrijpt dat het regeeren van en in
Indië tegenwoordig veel moeilijker is dan
vroeger. Ook de taak van de Europee-
sche bestuursambtenaren is onder de
nieuwe beginselen veranderd en zwaar
der geworden. In het algemeen is be
velen gemakkelijker dan leiden en advi-
seeren! De belangrijkste vraagstukken,
't dagelijksch bestuur van Nederlandsch-
Indië betreffend, houden verband met de
bepalingen van 1922 aangaande de be-
stuurshervorming en met de Staatsinrich
ting van 1925. De huidige algemeene po
litiek is daarbij niet het uitvloeisel van
subjectieve inzichten en theorieën, maar
in hoofdzaak van de tijdsomstandigheden.
En daarom ook zou van verandering van
onze politieke gedragslijn in het alge
meen weinig sprake kunnen zijn.
Het nieuwe regeeringsstelsel brengt
overigens 'mede, dat veel in Indië zelf
wordt geregeld en niet meer in Holland.
De Staatsinrichting van 1925 laat ver
der in groote mate ruimte voor ontwik
keling van het Indisch zelfbestuur in de
naaste toekomst.
Wat de taak van den wetgever aan
gaat, wordt overigens wel eens wat veel
uit het oog verloren, dat de wet in dit
opzicht niet veel meer geven kan dan
normen voor de staatkundige ontwikke
ling van het land. Uit den aard der zaak
zal de groei van 't staatkundig leven van
de bevolking eerst langzamerhand zich
daaraan kunnen aanpassen. Een betrek
kelijk langdurige periode van overgang
brengt noodzakelijk telkens 'moeilijkhe
den mede. Daaraan valt niets te veran
deren; Indië zal zijn tijd en gelegenheid
moeten hebben om in te groeien in het
nieuwe stelsel."
Naar de Msb. vernam, heeft jhr. mr.
Ch. Ruys de Beerenbrouck, in verband
met zijn optreden als minister van Bin-
nenlandsche Zaken en Landbouw, zijn
ontslag genomen als voorzitter der R. K.
Staatspartij.
plaats wonen. Een vtouw met haar
bezigheden moest nooit anders dan in
groote steden verblijf houden."
Pennington was dit met hem eens,
ma,ar voegde er 'bij, dat, ofschoon 'zij over
het geheel een vrouw van een zeer
sterk karakter was, zij af en toe van
die grillen had. Haar besluit', om zich
voor eenigen tijd in Elswick' te begra
ven, was óók weer zoo'n luim.
Dunville zei verder, dat„ als zij enkel
maar den naam van de broederschap
had vermeld, dan zou hij onmiddellijk
zijn aandacht hebben gewijd aan Forbes,
door wat hij al van dien wist. Maar
Pennington was te ridderlijk, om Mrs.
Kearns nog verder verdriet mee te doen,
door er haar op te wijzen, hoe zij,
door naar dwaze terughoudendehid, de
zaak zeer veel kwaad had gedaan.
Om nu tot Pauline terujg te keer en';
nadat Lenoir haar verlaten had, ging izij
naar bed', waar zij een zeer rusteloozein
nacht doorbracht. Zij was teruggekeerd
van de kamers van Easterbee, dóór en
dóór in desillusie. Zij had hem haar
jeugdig, ongebreideld hart aangeboden,
en hij had in het geheel geen verlangen
getoond, «m die gift te aanvaarden. Zij
kwelde zich met vele vragen, die allé
leidden tot nog meerdere gempedsonrust.
IWas hij te zeer verdiept in 'zijn ambt,
om' liefde een plaats te schenken in zijn
leven? Was er iemand anders', die ou
dere rechten had op hem? Zou zij op
den ochtend een brief van hem krijgén?
Of zou hij het te druk' hebben, om te
schrijven? Zou hij weggaan en haar
Daar de samenstelling van het nieuwe
ministerie bekend werd op een moment,
dat de Indische dagbladen juist de per
sen verlaten hadden, konden Donderdag
nog geen perscommentaren op de benoe
ming van den heer De Graaff tót minister
van Koloniën gegeven worden. Wel heeft
de benoeming van den nieuwen minister
van koloniën een opmerking uitgelokt in
de Donderdag gehouden vergadering van
den Volksraad. De heer Dahler (i. s. d. p.)
noemde het bericht een donderslag aan
den helderen hemel, dien de regeerings-
gemachtigde getracht had in den Volks
raad te scheppen.
Een inzender in de N. R. C. uitte zijn
vrees, dat, na het in gébruik nemen van
den nieuwen verkeersweg bij Rilland-
Bath, een andere onbewaakte overweg
dan de beruchte het tourisme zou gaan
bedreigen. Dit is, zoo schrijft men nu uit
Zeeland aan dat "blad, niet het geval.
De jplaats waar de nieuwe verkeerswee»
Noord-Brabant—Zeeland de spoorbaan
zal kruisen, zal door de direcijie der
spoorwegen tot een bewaakten overweg
worden verheven. In September reedsi
zal men per auto van Bergen bp Zoom
naar Vlissingen kunnen rijden, zonder
dat men een onbewaakten overweg der
Ned. Spoorwegen op zijn weg zal ont
moeten.
Gedurende Augustus is het evenwél
bij Rilland-Bath nog oppassen, zoo ver
volgt de N. R. C. De wachterswoning
bij den onbewaakten overweg, welke het
uitzicht in niet geringe mate belemmert,
zal weliswaar verdwijnen, doch daar gaait
nog eenige tijd mede gepaard. Eenige
dagen na het jongste ongeluk heeft de
directie der spoorwegen het afbreken
van de woning per advertentie aanbe
steed! Deze aanbesteding wordt evenwel
eerst 27 Augustus gehouden. Tengevol
ge hiervan zalfde woning verdwenen zijn
als de nieuwe weg in gebruik genomen.
vergeten, zooals het zoo dikwijls gebeur
de bij zulke 'bezige menschen, bij wie
het dan met recht is: Uit het oog uit
het hart?
Den volgenden morgen was er géén
brief, maar er kwam er een, later op
den dag, die- het postmerk Folkestone
droeg. Blijkbaar had hij dus nog niet
een paar minuten wij gehad', om haar
te schrijven, eer hij Engeland verliet.
Hij had aan haar gedacht, toen hij in
den trein was en had die enkele regels
op papier gegooid, om zijn belofte ge
stand' te doen.
Waarde Pauline.
Ik had zoo'n haast, om weg te
komen, dat ik u niet kon schrijven,
eer ik vertrokken was. Ik zal een
paar dagen in Parijs blijven en dan
ga ik naar Rusland. Ik kan niet
precies zeggen, hoe lang ik mij
daar zal ophouden; ilc hóóp niet
langer dan veertien dagen. Ik denk,
dat het maar 't beste iS, dat u
over een week uit Soho verhuist.
Laat mij iedere verandering vain
uw plannen wéten in Ryderstreet,
vanwaar mijn brieven m'ij van tijd
tot tijd opgezonden zullen worden.
Ik zal u wéér schrijven, zoodra ik
kan.
Met de beste wenséhen, als altijd,.
Harold Easterbee.
'T "I i
fWfestit v*nvoïgd]