£ig dit nummer behoort Md Bijvoegsel.
Een stapje vooruit.
BINNENLAND
HOE HET MISLUKTE.
HET NIEUWE KABINET.
NIEUWE KAMERLEDEN,
TENTOONSTELLING VAN MOND
HYGIËNE,
MINISTER KAN,
RILLAND-BATH.
OVERBRENGING VAN INGEVOERDE
NOG TE KEUREN VLEESCHWAREN.
HET BIOSCOOPCONFLICT IN HET
ZUIDEN.
HET VLAAMSCH VRAAGSTUK,
11 II i uil i i II llllll^-
No. 185 Hosaitsjpiiiag S Augustus iüUif 172^ Jaargang
MIDDELBURGSCHE COURANT.
De abonnementsprijs bedraagt, voor Middelburg en t agentschap lissingen, UITGAVE: N.V, MIDDELBURGSCHE COURANT Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels ƒ2.10, elke regel
2.30, elders 2.50 per kwartaal. Week-abonnementen in Middelburg Lange St. Pieterstraat, Middelburg meer 30 cent. In de rubriek Kleine Advertentiën" worden, mits uit-
18 cent per week. De advertentieprijs is, voor de gewone advertentiën, Telefoonnummers drukkelijk daarvoor opgegeven, advertentiën, tot niet meer dan 5 regels,
30 cent per regel voor ingezonden mededeelingen 60 cent per regel. Redactie 269 Administratie 139 opgenomen a 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder .Brieven" of
Bij abonnement voor beide veel lager, Men vrage daarvoor de tarieven. Postchèque- en Girorekening 43255 „Bevragen bureau dezer courant" 10 cent extra. Bewijsnummers 5 cent.
Het nieuwe kabinet, waarmede we, bij
leven en welzijn, het vier jaar zullen
moeten stellen, is een klein stapje
vooruit. Men versta ons wel: niet in
onze richting, maar toch: vooruit, in
den zin van iets minder zakelijk dan, en
ook niet zoo heel erg extra-parlementair
als het vorige.
We hebben nu, naar den aard zijner
samenstellende deelen, buiten kijf een
rechts kabinet gekregen. Zelfs de min of
meer kleurloozen ontbreken er ditmaal
in: dit kabinet is, zij het dan extra-par
lementair, vrij stevig rechts onder
roomsch-katholieke signatuur.
Het meest is er nog in te waardee-
ren.... de voortvarendheid waarmede
het tot stand is gebracht. Maar overigens
kan het optreden van dit extra-parle
mentaire kabinet als geheel ons niet tot
uitingen van uitbundige vreugde brengen.
Het ontbreken van eiken degelijk-libera-
Ien invloed zal op de algemeene lijnen
der regeeringspolitiek stellig een ons on
welkom stempel drukken en een misluk
king van deze opdracht zou ons dan ook
liever geweest zijn, omdat dan mogelij
kerwijs een alzijdiger en, naar te hopen
valt, ook krachtiger kabinet gevormd
had kunnen worden. Natuurlijk zouden
ook daarin wel een overwegend aantal
mannen van de rechterzijde zitting geno
men hebben, maar als van liberaal geori-
enteerden kant ook een paar robuuste
figuren bewogen hadden kunnen worden,
tcft een te vormen kabinet toe te treden,
dan zou er allicht'een regeering ontstaan
zijn, die naar onze meening, ook van li
beraal, maar bovenal .van nationaal stand
punt, meer toejuiching zou verdienen.
Dat heeft niet zoo mogen wezen.
Het stapje vooruit, dat we met dit ka
binet niettemin maken, zal zijn dat het
uit hoofde van zijn gansch rechtsche ori
ëntatie zoo min of meer zal pogen te
regeeren als een uiterst voorzichtig coa
litie-kabinet. Verwacht mag stellig wor
den, dat verschillende vraagstukken van
principieelen aard, die het vorige kabi
net principieel liet liggen, thans met de
noodige omzichtigheid wel aan de orde
gesteld zullen worden. Evenzeer valt te
verwachten, dat het kabinet de liberalen
dan wel eens tegenover zich zal vinden;
meer zal daarvan echter niet te zeggen
zijn,, voor we het regeeringsprogram
denkelijk pas in den vorm van een Troon
rede voor oogen zullen hebben. Dat
de radikale onderstroom der roomsch-
katholieke politiek een stroom die
langs onderaardschen weg mede door de
S. D. A. P. gevoed wordt de nieuwe
regeering in de Kamer nog wel eens voor
heete vuren zal stellen en eigenaardige
politieke verwikkelingen zal veroorza
ken, daarop rekene men bij voorbaat.
Ten aanzien van den gaanden en ko
menden man enkele opmerkingen.
Onze kranige minister van Binnenland-
sche Zaken, mr. J. B. Kan, verdwijnt na
tuurlijk slechts in naam: hij was destijds
minister en zoon beetje z'n eigen secre
taris-generaal, en nu zal hij wel weer
secretaris-generaal en daarbij zoon beet
je z'n eigen minister worden.
Dat mr. Van der Vegte verdwijnt, zul
len de Kameroverzichtschrijvers betreu
ren, want hij was een geestig man. Maar
dat er aan het hoofd van een onzer be
langrijkste departementen (wegenbouw,
posterijen, radio!) een ander komt te
staan, betreuren we niet. Het heet, dat
de heer Reymer een kundig man en een
sterke figuur is; dat is noodig daar.
Het verdwijnen van den dominee-pro
fessor Slotemaker de Bruine bedroeft ons
ook niet in hevige mate hij was nog
minder dan mr. Van de Vegte persona
grata. De oud-journalist mr. Verschuur
als een voortvarend en toch bedachtzaam
man ons door de Msb. voorgesteld, zal
aan het departement van arbeid wel er
naar streven van het r. katholiek sociaal
programma te verwezenlijken wat hij
kan.
Dat minister Lambooy vallen moest,
viel te verwachten; of dr. Deckers, de
landbouw-specialist, de rechte man voor
het departement van defensie is, lijkt
vreemd. Maar het kan meevallen; hij
„deed" nog al eens wat en soms veel aan
deze militaire zaken.
Dat de r. k. minister van onderwijs
Waszink door den iet of wat steilen prof.
Woltjer van de Vrije Universiteit ver
vangen wordt, lijkt ons geen vooruitgang
maar het zal in onze aHermerkwaar-
digste onderwijspolitiek wel niet zoo heel
veel verandering kunnen brengen.
De benoeming van minister S. de j
Graaff lijkt wel de minst gelukkige greep
van jhr. Ruys de Beerenbrouck: voor In-
dië waren een vaste hand en een strikt
principieel beleid nu zéér gewenscht en
dat mag van den heer De Graaff be
zwaarlijk verwacht worden; misschien
maakt hij het zelfs nog bonter dan zijn
zwakke voorganger minister Koningsber
ger.
Jhr. Ruys, de premier, is in sui generis
nog de kwaadste niet en over het aan
blijven van den minister van financiën,
jhr. De Geer, mag men zich verheugen
evenals, in groote lijnen althans, om het
behoud van den stellig kundigen minis
ter Donner.
De gewoonte buitenlandsche zaken als
regel door denzelfden man bezet te la
ten, is nu ook gevolgd en dat heeft, voor
de continuïteit van 's lands buitenland
sche politiek, ontegenzeggelijk zijn voor-
deelen. Minister Beelaerts van Blokland
is een keurig man met rustige, goed-Ne-
derlandsche en fatsoenlijke opvattingen
in zake ons buitenlandsch beleid. Moge
het hem gegeven zijn in de komende par
lementaire periode de Belgische kwestie
op te lossen, ook door zijn ambtgenoot
van Waterstaat in zake de Limburgsch-
Belgische Maas- en kanaaltjesmoeilijkhe
den tot grooten spoed aan te zetten!
Aan de briefwisseling, die tusschen den
kabinetsformateur jhr. mr. Ruys de Bee(-
renbrouck en de drie Kamerfracties, wel-
xe hij in het overleg omtrent een te vor
men parlementair rechtsch kabinet heeft
betrokken, gevoerd is, ontleenen wij het
volgende.
15 Juli heeft de formateur zich tot
deze drie fracties gewend met verzoek!
fe mogein vernemen of het door "hem
aan de fracties toegezonden Regeeringsj-
program hunne instemming had en of op
dat program van de zij|de dier fracties
steun aan een kabinet verleend kon wor
den.
De a.-rev. en r.-k. Kamerfracties be
antwoordden deze vraag bevestigend; de
c.-hist.-fractie antwoordde met een uit
voerig schrijven, waarin zij de hoop uit
spreekt, dat de samenstelling van het
regeeringsprogram en meer nog de uit
voering daaraan gegeven, en het ook hut
ten dat program gevoerde beleid, het
haar steeds mogelijk zullen maken, den
jo ae opuraciït Dadoelden steun harer
zijds onbekrompen te verleenen.
•Verder meent zij intusschea niet te
moeten gaan. Met name moet zij er Se-
'zwaar tegen maken om, aoor voorat in
stemming te betuigen met een Regjee-
ringsprogram of op de basis van zulk
een program steun toe te zeggen, zich
op eenige wijze te binden ten aanzien
van hare in het parlement te volgen
gedragslijn. De volle verantwoordelijk
heid voor het regeeringsprogram zal,
naar het oordeel der Christelijk-Histori-
sche fractie, het te vormen kabinet zelf
moeten dragen. De wetsontwerpen en
andere maatregelen, wélke van dat pro
gram een uitvloeisel zullen zijn, zullen
hun kracht moeten vinden, niet in een
vooraf gemaakte afspraak met de par
tijen waarop het kabinet steunt, maar,
voor zoover niet in eenheid van beginf
selen tusschen het kabinet en die par
tijen, in de goede argumenten die daar
voor in het openbaar kunnen worden
aangevoerd.
Daarop heeft jhr. mr. Ruys de Bee
renbrouck zich gewend tot de anti-revo-
tionnaire en roomsch katholieke Kamer
fracties met een brief, waarin gevraagd
wordt: lo. of deze 'fracties op denzelf
den voet als de chr.-hist. steun wilden
verleenen, 2o. of zij steun op een pro
gram wilden verleenen met „lossen"
steun der chr.-hist., dan wel of zij' 3o.
een minderheidskabinet van r.-k. met
a.-r. wilden steunen.
De a.-r. fractie was van meening dat
geen dezer drie oplossingen voerfle naar
een parlementair kabinet, en dus wees
zfj ze alle 3 af.
De r. k. Kamerclub wees het onder 'lo.
en 2o gestelde van de hand, doch wilde
over een a.-r. met r.-k. minderheidska
binet wel in nader 'overleg treden.
De kabinetsformateur deed daarvan
j niededeeling aan de c.-h.-fractie, die
daarop berichtte, dat zij bij nadere over-
j weging, gemeend heeft haar standpunt
i ongewijzigd te moeten handhaven.
I Den 31en Juli zijn toen besprekingen
gehouden tusschen den formateur en de
fron H
igezeld van een lid hunner fractie, en
daarop is gevolgd een uitvoerig schrijv-
ven der c.-h. Tweede Kamerfractie,waar
in deze nogmaals breedvoerig motiveer
de, waarom zij niet op een werkprogram
mee in zee wilde.
Bindende afspraken zoo 'heet het
daarin tot het verleenen van steun
aan wetsontwerpen, waarvan de juiste
tekst nog niet bekend is en die niet,
in het openbaar zijn "toegelicht en den-
toets der critiek doorstaan hebben, ach-
fen zij met de roeping van 'Kamerleden
in strijd. Zij achten zich te meer tot
waakzaamheid te dezen verplicht, daar
de ervaring leert, dat daarover vaak an>-
ders gedacht wordt en sommigen het
zelfs tb! enmerkend voor een parle
mentair kabinet achtten, dat zulke aft-
spraken wèl worden gemaakkt.
Dezen in een leidend rechtsch dag
blad genoemden „eenigen grondslag
voor een Parlementair kabinet" erkent
de c.-h.-fractie niet. Als een parlemen
tair kabinet beschouwt zij een kabinet,
dal blijkens zijn samenstelling en zijn
pilgram wil steunen op een vaste meer
derheid van de Tweede Kamer. Zijn
parlementair karakter verkrijgt het niet
door een goedkeuring van zijn program
door de Kamermeerderheid, maar be
halve door zijn samenstelling door
den inhoud van het Regeeringsprogram
waarin met de beginselen en de pro
grams van de meerderheid waaro_p het
steunen wil, is tekening gehouden.
Een vergadering op 2 Augustus gehou
den bracht de verschillende standpunten
niet nader tot elkaar en: de vorming van
een parlementair rechtsch ministerie was
mislukt.
Jhr. mr. Ch. J. M. Ruys' de Beeijen-
brouck -{lak.), (de premier tevens
binnen!, zakenj werd op 1 Decem
ber 1873 geboren.
Hij was advocaat en procureur, kan-
tonrechter-plaatsvervanger en ambtenaar
van het openbaar ministerie te Maastricht.
20 September 1905 tot 12 Mei 1928 was
hij lid der Tweede Kamer.
Daarna werd hij commissaris der Ko
ningin in Limburg. Op 9 September 1918
trad hij op als minister van Binnenland-
sche Zaken in het eerste ministerie Ruys
de Beerenbrouck.
In het tweede ministerie Ruys de, Bee
renbrouck bekleedde hij dezelfdje functie,
waarbij hij van 18 September 1922, toen
dit ministerie optrad, levens de porte
feuille van landbouw, nijverheid en han
del beheerde.
Jhr. Ruys de Beerenbrouck is mi
nister van Staat, lid van het college van
curatoren van de Rijksuniversiteit te Lei
den en lid van het college voor de vis-
scherijen. Sedert 16 September 1925 is
jhr. Ruys weer lid van de Tweede Ka
mer en sedert 18 Sept. 1925 voorzitter
van deze Kamer.
Jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland
(minister van buitenlandsche za
ken) werd 21 Januari 1872 geboren.
Hij was advocaat, ambtenaar bij' het
hoofdbestuur der P. en T., Commies
griffier van de Tweede Kamer, buitenge
woon gezant en gevolmachtigd minister,
in dien rang werkzaam aan het depar
tement van Buitenlandsche Zaken.
Mr. dr. J. Donner (anti-rev.) (minislei-
van Justitie) werd 3 Februari van
het jaar 1891 geboren. Achtereenvolgens
was hij commies-redacteur ter gemeente
secretarie van Deventer, hoofdambtenaar
ter gemeente-secretarie te Rotterdam; di
recteur van het Centraal Bureau van
Voorbereiding in Ambtenaarszaken, 'daar
na werd hij Raad-adviseur aan het de
partement van Justitie en toen minister
van Justitie.
Prof. R. II. Woltjer, (a. rev.) (onder
wijs) werd op 23 September 1901 be
noemd aan de Vrije Universiteit te Am
sterdam, waar hij Grieksch, Griek'sche
geschiedenis, antiquiteiten en paleografie
doceert. Voorts is hij onder-voprzitter
van den Onderwijsraad en sedjert de laat
ste verkiezing is hij lid van den gemeen
teraad van Amsterdam' voor de A. R.
Partij.
Jhr. mr. D. J. de Geer (c.h.) (f in an
ti n) werd 14 Dec. 1870 te Groningjen
geboren. Hij was lid van den raad
van Rotterdam, van Prov. Staten en
Ged. Staten van Z. Holland. 8 Mei 1920
werd hij tot burgemeester van Arnhem'
benoemd.
Jhr. de Geer was van 28 Juli '21 tot
11 Aug. 1923 minister van Financiën
in de ministeries-Ruys de Beerenbrouck
en Colijn.
In het afgetreden ministerie was hij
Voorzitter van den Raad van Ministers,
tevens Minister van Financiën.
sie) werd op 14 Februari 1883 geboren.
Hij was hoofdinspecteur der boeren-
leenbanken en secretaris van den R. K.
Ned. boeren- en tuindersbond.
Hij is advocaat, rechtskundig adviseur
en bestuurslid-secretaris van den Neder- j
landschen boerenbond, lid van dje een-'
trale commissie voor de statistiek en lid
van den Hoogen Raad van Arbeid.
Mr. Paul J. Reymer, (r. k.) (Water
staat) werd op 11 April 1882 geboren.'
Hij was advocaat en procureur, lid van
de Tweede Kamer sedert September '18,:
lid van de Provinicale Staten van Noord-1
Holland en gemeenteraadslid, wethou
der van Hilversum. Later werd hij bur-
gemeester van Hilversum en sedert 13
Maart 1928 is mr. Reymer lid van de
Eerste Kamer. Bij de jongste Eerste-
Kamerverkiezingen werd mr. Reymer,
die op de derdie plaats der candidatenlijst
voor Noord Holland stond, niet her
kozen.
Mr. Timotheus Josephus Verschuur,
(r. k.) (Arbeid, Handelen N ij v e r-
heidi), werd den 18en Maart 1886 te
Utrecht geboren.
Aanvankelijk zocht hiji zich een car-
rière in de journalistiek en werd in 1910
aan de Maasbode verbonden, wier par
lementaire redacteur hij was van 1913
tot 1919.
In 1919 werd hij voorzitter van den
Raad van Arbeid te Breda.
Hij is leider der Rij'kskringorganisatie
Tilburg van de Kath. Staatspartij, lid van
den Partijraad, en lid van dpn Radio-
raad.
De heer S. de Graaff (Koloniën)
werd in Aug. 1861 te Lisse geboren. J
Hij behoort wat zijn politieke overtuiging
betreft tot de rechterzijde. i
De betrekking van directeur van het
Binnenlandsche Bestuur in Neder-
landsch-Indië bekleeddie hij van 1906
tot 1910, waarna hem wegens langduri-
gen dienst een jaar verlof naar Europa
werd verleend.
Na zich te hebben gekweten van de
hem in 1913 verstrekte opdracht voor
het onderzoek naar de mogelijkheid van
beötuursreorganisatie in Ned.-Indië, ver
kreeg hij in Januari 1915 eervol ontslag
met recht op pensioen.
In 1917 werd hij president-commis
saris van de Nederlandsche Uitvoer-Mij.
Van 13 November 1919 tot 4 Augustus
1925 was hij eveneens minister van
Koloniën.
Wanneer de ministers in het nieuw te
vormen kabinet, die tot lid der Tweede
Kamer zijn gekozen, niet als zoodanig
zitting nemen, zullen tot lid der Tweede
Kamer zooals wij gisteren reeds in een
deel onzer oplage meldden, worden be
noemd verklaard:
in de plaats van jhr. mr. de Geer jhr,
Beelaerts van Blokland, doch aangezien
deze zelf opnieuw minister wordt, zal
deze plaats worden ingenomen door jhr.
mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg, te
Baarn;
in de plaats van jhr. mr. Ruys de Bee
renbrouck de heer C. M. J. F. Goseling,
te Amsterdam;
in de plaats van dr. L. N. Deckers de
heer J. C. van Beek, te Deurne, maar
aangezien deze zich, evenals alle candi-
daten op de R.K. lijsten, verbonden heeft,
de plaats open te laten voor dengeen,
die voor denzelfden kwaliteitszetel op de
lijst is geplaatst als het Kamerlid, dat om
een of andere reden bedankt, zal de heer
van Beek voor zijn benoeming bedanken,
en zal dan tot lid der Kamer benoemd
worden verklaard de heer Th. F. M.
Schaepman, in Den Haag, parlementair
overzichtschrijver van het dagblad de
Maasbode.
Woensdagmorgen bezocht H.M. de
Koningin-Moeder de Tentoonstelling van
Mondhygiëne, welke wordt gehouden in
het Universiteitsgebouw op het Dom
plein te Utrecht.
Nu mr. J. B. Kan geen deel zal uitma
ken van het extra-parlementaire kabinet-
Ruys de Beerenbrouck kan met grond
verwacht worden, dat hij eerlang het hoo-
ge ambt van secretaris-generaal in alge-
meenen dienst, tevens secretaris-generaal
van het Departement van Binnenl. Zaken
en Landbouw weder op zich zal nemen.
Zooals men zich herinneren zal, was, toen
mr, Kan. in.bol kabineUDc-LL»^- «O» M;
optrad, vastgelegd, dat hij zijn vroegere
functies weer zou aanvaarden na zijn
aftreden als Minister.
De Nederlandsche Spoorwegen zijn nu
overgegaan tot aanbesteding van het af
breken van de beruchte wachterswoning
aan de spoorlijn, bij den gevaarlijken
overweg van Rilland-Bath.
De Minister van A., H. en N. heeft het
volgende bepaald:
Overbrengen van ingevoerde nog te
keuren vleeschwaren in den zin der
Vleeschkeuringswet naar een eerste kan
toor, dat niet het grenskantoor van bin
nenkomst is, mag slechts geschieden on
der door een ambtenaar der invoerrech
ten aan te leggen en door den invoerder
ongeschonden te bewaren verzegeling en
met inachtneming der bijzondere voor
waarden, die de met het 'toezicht op de
naleving der Vleeschkeuringswet belas
te hoofdinspecteur noodig acht.
Voor deze overbrenging mogen slechts
vervoermiddelen worden gebezigd, die
voor verzegeling vatbaar zijn, tenzij de
vleeschwaren naar het oordeel van den
met het aanleggen der zegels belasten
ambtenaar der invoerrechten zonder be
zwaar op andere wijze onder verzegeling
zijn te brengen.
Na aankomst aan het eerste kantoor
nemen de ambtenaren der invoerrechten
aldaar de zegels af, na den ambtenaar,
bedoeld in artikel 27 der Vleeschkeu
ringswet, verwittigd te hebben van het
tijdstip der ontzegeling.
De Nederlandsche Bioscoop-Bond hield
dezer dagen een buitengewone ledenver
gadering, waar circa 200 bij den Bond
aangesloten film- en bioscooponderne
mingen vertegenwoordigd waren.
De drukke opkomst vond zijn oorzaak
in de omstandigheid, dat er onder de le
den groote verontwaardiging heerschte
over de verspreiding van een circulaire
door zes leden, waarin de indruk werd
gewekt, alsof, naar aanleiding van het
Zuidelijk bioscoopconflict, zulk een groo
te ontevredenheid in den Bioscoop-Bond
heerschte, dat tweespalt in de organisa
tie hiervan het gevolg was. Aan dien in
druk werd zelfs in verschillende persor
ganen uiting gegeven.
Bij de ledenvergadering werd een mo
tie ingediend, welke door de vertegen
woordigers van 168 bij den Bond aange
sloten film- en bioscoop-ondernemingen
was onderteekend.
In deze motie werd vastgesteld, dat de
verspreiding der bedoelde circulaire ten
doel heeft gehad opzettelijk een verra
derlijken aanval te plegen op den Bond,
die eene belangrijke actie voert tegen
de, het bioscoopbedrijf in strijd met de
bioscoopwet opgedwongen, Zuidelijke
film-nakeuring, en dat deze actie de in
stemming van alle leden heeft, weshalve
verontwaardiging en diepe afkeer over
de verspreiding dezer circulaire wordt
uitgesproken.
Goedgekeurd wordt in de motie het
beleid van het Hoofdbestuur ten aanzien
van de gevoerde actie in het Zuiden.
Deze motie werd met op* elf na alge
meene stemmen onder groote geestdrift
aangenomen.
De procureur-generaal te Brussel, mr.
Cornil, heeft aan de leden der parketten
een circulaire gezonden, waarbij hunne
aandacht wordt gevestigd op een tele
gram van den minister van justitie P. E.
Janson, betreffende het gebruik der talen
door de magistratuur, zoo meldt de N. R.
Crt. Deze, inplaats van de bestaande
taalwetten ten strengste na te leven,
geeft vaak zelf het voorbeeld van wets
ontduiking. De procureur-generaal drukt
dan ook den wensch uit, dat de vertegen
woordigers van het parket zich voortaan
ten strengste zullen onthouden van alles
wat het talenconflict kan verscherpen en
overal en altijd, waar zulks mogelijk is,
het recht der staatsburgers die alleen of
bij voorkeur Vlaamsch (d.i. Nederlandsch)
spreken, zullen ontzien. Fransche formu
lieren moeten door Vlaamsche worden
vervangen, terwijl ook in civiele zaken,
waar het gebruik der talen niet geregeld
is ,het parket zich niet door zijn eigen