L t B IJ VOEGSEL De Kroonjuweelen. lgi Vrijdag 28 Juni 1929 No. 150. BINNENLAND, FEUILLETON RECHTZAKEN. J ere lis er o r ir .VAN! 1X1 .VAN CENTRALE COMMISSIE VOOR BEZUINIGING. In de 125ste te Leeuwarden gehouden jaarlijksche algemeene vergadering der Ned. Maatschappij van Nijverheid en Handel werd uitgebracht het verslag in zake de actie der Centrale commissie voor bezuiniging. In het afgeloopen verslagjaar heeft de Centrale Commissie voor Bezuiniging in de eerste plaats haar aandacht ge wijd aan de plaatselijke bezuinigingsac tie, doch ook voor de Rijksfinanciën blijft bezuiniging beter en doelmatiger orga nisatie van den overheidsdienst noodig en de Oommissie heeft dan ook niet na gelaten ook in het verslagjaar deze be zuiniging te bepleiten. Maar de Commissie was toch van miee- ning, dat nu meer nog dan tot dus ver geschied was aandacht aan den toestand der gemeentelijke geldmiddelen moest worden geschonken. De Commissie heeft dan ook gemeend, dat het aanbeveling verdient speciaal aan de bezuiniging op1 de gemeente-uit gaven aandacht te wijden. Intusschen is plaatselijke bezuinigingsaclie alleen mogelijk voor hen, die met de toestan den ter plaatse goed bekend zijn. Dat is de Commissie als centraal lichaam uiteraard niet. Zij kan de algemeene lijnen aangeven, behulpzaam zijn bij het verzamelen en eventueel verwerken van gegevens, maar het eigenlijke werk moet plaatselijk worden verricht. Daartoe heeft de Commissie een beroep gedaan op de medewerking van de 'departemen ten rjer Maatschappij, waarvan verschil lende reeds vroeger zeer nuttig werk op dit gebied hebben geleverd. Op 1 Augustus 1928 is een schrijden gezonden aan alle departementen der Maatschappij om hen tot plaatselijke be Ruinigingsactie op te wekken. Die op roep heeft grooten weerklank gevonden. In verschillende departementen zijn dan ook door voorzitter en secreta|ris der Commissie met de departementsbe- sturen besprekingen gevoerd, die naar wij hopen zullen leiden tot een krachtige plaatselijke actie voor zuiniger en meer doelmatig beheer der gemeentelijke geld middelen. Het was in het algemeen te laat die (plaatselijke actie nog te voeren vóór de behandeling van de gemeente-begroolin- gen voor 1929, in het najaar van het af geloopen jaar. Teneinde hen, die plaatselijke bezui- (nigingsactie willen voeren, eenig mate riaal te verstrekken aangaande den hui- digen toestand der gemeente-financiën, in een meer overzichtelijken vorm dan de gemeentebegrootingen en dé daarop gebaseerde Statistiek der Gemeenlefinan- ciën kan geven, heeft de Commissie een nieuwe, met de laatste beschikbare cij fers aangevulde uitgave van de „Waar schuwende Cijfers uit de Gemeentefiuan- ciën" gepubliceerd. De Oommissie wil hier nogmaals een beroep op de medewerking van alle de partementen der Maatschappij doen tot het voeren van plaatselijke bezuinigings actie. Wenschelijk is het zeker ook,, dat de departementen, die de plaatselijke actie aanvatten, ouderling voeling houden en via het secretariaat der Commisisie el kander mededeeling doen van verzamel- (The crinkled Crown). Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch van William Le Queux, door Mej. E. II. 2) i De hervorming was gekomen van ge heel onverwachte zijde, op aansporing van Jan van der Wyck zeiven. Ondanks zijn overdreven opvattingen in sommige opzichten bezat de man veel gezond verstand en hij was nu gaan beseffen, dat zijn dochter toch althans de gelegen heid moest gegeven,worden, om uit h-aar tegenwoordige omgeving te komen, daar zij niet steeds in die onreine atmosfeer kon blijven. Een gewoon man zou haar nu in een zaak hebben gezet, waar zij,, met baar knap uiterlijk en li^ar natuur lijken aanleg, dan wel degelijk in de gelegenheid zou zijn geweest om l\aar eigen weg te vinden in de wereld. Maar met zijn begrippen, wat betreft werk gevers, zag hij er terecht tegen op, om nu nog een slavin toe te voegen aan de reeds zoozeer overvoerde arbeidsmarkt. Hij had de keuize tusschen dit en wat hij tenslotte beschouwde als toch een| de gegevens en eventueel bereikte re sultaten. De moeilijkheden, die vele gemeen ten ondervinden, hangen ook samen met het feit, dat door tal van Rijkswetten en maatregelen de gemeenten tot uitga ven verplicht worden, waaraan zij Weinig of niet kunnen veranderen. Een af doende verbetering van den toestand der gemeentelijke geldmiddelen vereischt dan ook naast bezuiniging een verbeterde regeling van de financieele verhouding tusschen hjet Rijk en de gemeenten. Zooals bekend, is dit vraagstuk' van de financieele verhouding nu reeds meer dan een kwart eeuw aan de orde, in welk tijdsverloop tal van ver geef sche po gingen zijn gedaan om er een oplossing voor te vinden. Inmiddels hebben de Ministers de Geer en Kan verleden jaar een wets ontwerp tot herziening van die finan cieele verhouding en, tot wijziging van eenige bepalingen der gemeentewet in gediend, dat, na verschillende wijzigingen bij de schriftelijke voorbereiding en later bij de openbare behandeling in de Twee de Kamer, tenslotte door die Kamer zonder hoofdelijke stemming ais aange nomen. Verwacht mag worden, dat ook de Eerste Kamer zich nog in den loop van dit zittingsjaar met het ontwerp zal vereenigen en dat het dus in 1931 van kracht zal worden. Uiteraard heeft ook onze Centrale - Commissie voor Rezuiniging aan dit be langrijk wetsontwerp haar aandacht ge wijd. Het bleek haar, dat hjet Hoofdbe stuur der Maatschappij met de algemeene strekking van het wetsontwerp ingeno men was en zich voorstelde, dat t>ti een adres tot uiting te brengen. De Com missie heeft daarop een schrijven aan het Hoofdbestuur gezonden, waarin zij mededeelde, met voldoening kennis te hebben genomen van hjet ontwerp der Regeering, dat beoogt een duurzame ver betering1 in de financieele verhouding tus schen Rijk en gemeenten te brengen volgens een breed gedacht plan. Het hoofdbestuur beeft zich met deze opmerkingen kunnen vereenigen en in een uïfvoerig adres bij de Tweede Kamer spoedige aanneming van de ontwerp-re- geiing bepleit. In tal van departementen onzer Maat schappij is een voortgezette 'bezuinigings aclie voorbereid. Naaf buiten kon hier van uit den aard der zaïak tot dusver nog weinig blijken. Wal de geldmiddelen van het Rijk be treft heeft de Commissie in het verslag jaar hare actie inzake bezuiniging op de Rijksuitgaven, op de gebruikelijke wij ze voortgezet. Vóór de openbare behan deling der Rijksuilgaven, op de gebruike lijke wijze voortgezet. Vóór de openbare behandeling der Rijksbegrooting voor '29 in de Tweede Kamer zond zij een uit voerig adres met toelichting aan die Ka mer. De argumenten, in dit adres aange voerd, gelden ook thans nog onveran derd. Sprekende over de reorganisatie van takken van Staatsdienst wordt gezegd dat voor zulk een reorganisatie wel in de eerste plaats in aanmerking komt de R ij ks w a ter sta a tsd i ens t In de zeer teleurstellende mede- deelingen, welke de Minister van Wa terstaat in de Memorie van Antwoord op zijn begrooting voor het dienstjaar '29 deed omtrent zijn voornemens ten deze, vond de Commissie aanleiding nog een adres te richten aan de Tweede Kamer, waarin verzocht werd omi met klem aan te dringen op een zoo spoedig mogelijke reorganisatie van den dienst onder eenhoofdige leiding van een ver antwoordelijken Directeur-Generaal. Bij de openbare behandeling van zijn be- grooling in de Tweede Kamer liet de Minister zich in een iets meer bevre digende zin uit, dan in zijn Memorie van Antwoord was geschied. Een be slissing bleef echter ook daarna uit. In de Eerste Kamer k'wam1 de zaak op nieuw ter sprake, maar intusschen is de reorganisatie nog geen stap verder gekomen. De hoop wordt voorts uitgesproken dat de reorganisatie van den Rijkswater- veel beter plan. Op het oogenblik roerde Van der Wyck de trom in een orkestje, dat in dienst was van een ayondclub in Soho. Het was zeker geen eerste-klas gelegen heid, maar toch ook niet zoo'n heel minderwaardige. Er waren van allerlei menschen onder, waaronder een niet gering aantal jongelui van goeden huize. Pauline was een verstandig meisje; ze zou waarschijnlijk op zichzelve kunnen passen en het kaf van het koren weten te scheiden. Haar bijzondere 'knapheid van uiterlijk moest wel de aandacht trek ken en bewondering wekken. Haar eenig uitzicht was een huwelijk'. En zou zij nu niet even goed hier een man kunnen opdoen, als dat hij bpar in een winkel of op een bureau had geplaatst? Hij toonde het nicl zoo, maar lijj was zeer trotsch op de schoonheid van zijn doch ter en liij hield haar voor een geschikte gezellin voor iederen man. Er was niets tegen, dat zij dien avond zou meegaan; de vrouw van een van de leden van het orkest, een zeer achtenswaardig per soontje, ging iederen avond en zou met genoegen het jonge meisje onder 'Waar hoede nemen, waardoor Pauline dan voldoende gechaperonneerd zou# zijn. Als het ondernemen niet slaagde, moest hjj andere plannen maken. Pauline was zeer ingenomen met het Waterstaatsdienst een van de eerste pun ten zijn, waaraan het nieuwe Ministerie zijn aandacht zal wijden. Daarnaast noemt de Commissie de re organisatie van den Waringskeurings dienst, welk vraagstuk op het oogenblik ook in studie is bij een Staatscommissie. Een ander onderdeel van Staatszorg, waar betere organisatie en bovenal be zuiniging noodig is, is zeker het onder wijs. Ook hier is in de eerste plaajts' doelmatiger organisatie onder deskundi ge leiding noodig," die verzekert, dat van de uit te geven gelden ook werkelijk het profijt wordt gelrokken, dat mo gelijk is. Nu ontbreekt hieraan nog maar al te veel. De organisatie van. het onderwijs blijft de aandacht onzer Commissie houden. Zij behandelde tot dusver reeds verschil lende onderdeelen hiervan o.m. 'de on derwijzersopleiding. Ook mogelijke bezuiniging door betere organisatie van de sociale verzekering heeft de aandacht van de Centrale Com missie. Van de publicatie der Commissie mag verder nog genoemd worden een nieu we studie over de kostprijzen van den eleclrischen stroom, bij de groote Cen trales hier te lande. De aangelegenheid der electriciteits- voorziening blijft eveneens de volle aan dacht houden van de Commissie. Van haar militairen medewerker pu bliceerde de Commissie nog een be schouwing over de defensie-begrooting. Uit bovenstaande opsomming blijkt wel genoegzaam, dat nog een zeer ruim veld open ligt voor zuiniger en doelmatiger prganisatie van tal van takken van over heidsdienst. De samenstelling der Commissie bleef in het verslagjaar ongewijzigd. Gaarne is de Commissie bereid hare actie, zoo wel wat de Rijks- als de Gemeentefinan- ciën betreft, met alle kracht voort te zetten. In dien zin, dat niet als doel vooropsta: enkel verlaging van uil gaven, maar dat tevens opbouwend werk worde verricht. BREEDE WATERING BEWESTEN IERSEKE. Gistermiddag werd in den Prins van Oranje te Goes een drukbezochte ver gadering gehouden van ingelanden van bovengenoemd waterschap, hoofdzakelijk Ier bespreking van den sluisbouw te Schore, waarbij zich zulke ernstige stag natie heeft voorgedaan. De voorzitter, de dijkgraaf de heer C. D'. Vereeke, deelt bij de opening dei- vergadering mede, dat aanwezig zijn 77 ingelanden, uitbrengende 119 stemmen. De voorzitter zegt, dat de vergadering om een treurige oorzaak is bijeengeroe pen. Het bijwerk, waartoe de vorige ver gadering besloot, was op 17 dezer klaar gekomen. 's Avonds van dien dag had echter een groote afscliuiving van grond plaats gepaard met een opbarsting van veen in den put. Den volgenden dag bleek, dat de toestand nog ernstiger was geworden. Het bestuur vraagt nu een blanco cre- diet tot herstel. Hoeveel dit zal kosten, is niet te zeggen. De lieer II. P. Ganseman vraagt, of er in 't geheel niets' te zeggen is van de plannen en wat ze zullen kosten. Spr. vindt het niet verantwoord direct een blanco crediet te geven. Eerst is een de gelijk onderzoek noodig. De oude dijk, moet dan als ringdijk spoedig weer op zijn oude plaats gelegd worden ter voor- loopige bescherming van den polder. De v o o r z. antwoordt, dat het Be stuur niet bij machte is aan dit verzoek le voldoen. Zelfs de ingenieurs kunnen nog geen raming geven. Ze zijn druk met het onderzoek bezig. De scheur in den muur is reeds één m.M. breeder ge worden. Spr. zegt toe, dat het onderzoek zoo volledig mogelijk za! zijn, voor het \verk wordt uitgevoerd. De heer J. G. v. Nieuwen hui zen te Schore wil toch ook eenige, zij het globale, plannen en ramingen. De v o o r z. zegt, dat de hoofdinge nieur van den Prov. Waterstaat hem voorstel, toen haar vader er mee voor den dag kwam. Haar jeugd was onder drukt. of liever: had zich. niet kunnen uitleven; maar ze was er nog, trillende en golvende, en slechts wachtend op den stoot, die haar in beweging zou brengen. v Alles zou een verandering voor haar zijn uit den saaien sleur van haar een tonig bestaan; dat steeds staren op de vier muren van het zitkamertje van die armoedige woning in Sobo. En zoo ging het opgewonden jonge ding haar geluk beproeven in de buiten wereld; onnoodig te zeggen, dat dit dus een ervaring was, die met de grootste opwinding werd tegemoet gezien door een, die tot nog toe zulk een afgiezbn- derd bestaan had geleid. Haar vader nam haar mee naar de club, die onder haar leden bekend) stond als: „De Motten", en waar zij werd voorgesteld aan de vrouw van den violist, die in het orkest speelde. Dit was een jonge vrouw van ongeveer acht-en-twintig jaar, met een gunstig uiterlijk en die er rond voor uitkwam, dat haar veelvuldig zich vertoonen al daar zijn grond had in haar eenzaamheid. „Ik hoorde tot een groot gezin, vóór mijn trouwen, en ik had duis altijd volop gezelschap", vertelde ze Pauline. „,Wij hebben geen kinderen en ik zou me lieeft verzocht deze spoedeischende ver gadering te beleggen. Cijfers kan hij niet geven. Maar het zat veel geld kosten. De heer ir. Verhoeven zegt, dat hij een schema in het hoofd heeft. Eerst wil spr. een afsluiting maken zooals de heer Ganseman bedoelde om zekerheid te krijgen ,dat de gronden in den polder niet onderloopen .Dan zal een ontgra- ving moeten plaats -hebben, om die oor zaak van de scheur te weten te komen', Dan. kunnen we pas zien wat er geebu- ren moet. De heer N i e u w e ph-u i z e n vraagt, of de sluis te repareere n is. Ir. Verhoeven meent van! wel. De heer H. A. N ijs sen vraagt naar de oorzaajt van de scheuring. De voorzitter: die, is in den ön- dergrond gelegen. Dhr. N ij ssen: die was er coéh. Er zijn toch boringen gedaan .Men kan toch niet zeggen, dal de constructie van1 den on dergrond niet bekend was. Ir. Ve r h o e ve m: "Zeker, er Fijn 'bo ringen gedaan .Maar hier zijn natuur krachten jn 't spel, waartegen niets te doen is. Volgens spr. is de fundeering niet gezakt. De scheur is door bewe^nig in den grond 'veroorzaakt. De heer II. P. G a n s e m an.-wil al leen crediet geven voor 'n tijdelijke zee wering. Dan'kunnen ingenieurs die zaak he studeer en en kunnen aan ingelanden later nadere plannen worden overgelegd. De heer P o 1 e y te Ierseke merkt op, dat de zaak nog niet stil is. We moeten' eens een vol jaar de kat uit den boom kijken. Zoolang moeten we het maar jmët de oude sluis doen. We hebhen db nieuwe sluis niet broodnoodig. IWe moeten weten waar de grond blijft en heenzakl. Spr. vertrouwt dat het bestuur Jb'lusschen waakt voor 'de zeewering, De Voorzitter acht het niet on mogelijk, dat er bij hevigen regenval nog meer gebeurt. Spr. .acht het niet ver antwoord, de zaak zoo te laten liggen. De heer H.- A. Nijsse.il steunt het idee-Ganzeman en Foley. Rustig afwach ten is beter. Alle voorloopig gevaar is* af te wenden door een tijdelijke zeewe ring. Spr. doet een dergelijk voojrstel. De heer Wisse te Kapelle vraagl, of hel niet voldoende is{ de scheuren le dichten. De Voorzitter: de technici mee- nen, dat dit niet kan. De heer Wisse is er ook voor de scheuren te dichten en den boel eens een jaar te laten liggen. De Voorzitter zegt, dat wij niet mogen doen, wat wij willen. Ged. Sla- ten zullen .een niet-afdoende oplossing niet goedkeuren. De he.er Wisse: het is toch vol doende om den boel zeewaardig te ma ken. Als we dan later tot andere dingen gedwongen worden, is het nog tijd ge noeg. Ds. J. de Voogd te 's-ILeer Arelnds kerke zegt, dat er heel ernstige manke menten zijn. De polder moet voor alle dingen safe zijn. Daarover zijn we hel allen eens. Spr. meent, dat het zakken nog ,niet klaar is. Er zal nog wel meer gjeheki- ren. Spr. adviseert om zoo gauw moge lijk te zorgen, dal de zeewering in orde is. Maar voor het verdere zal spr. een commissie benoemen, bestaande uit twee ingenieurs, twee aannemers en twee opzichters, die advies zal geven over cie nog noodig,e werken. De heer v. Nieuwcnhuizen ie Schore zegt ook, dat de zeewering in orde moet komen. We moeten straks in het najaar en den winter niet ongerust zijn, dat de polder onderloopt. De heer Po ley meent, dat de tegen woordige dijk geschikt is voor zeewering. Maar voor de ongerusten zou men nog enkele maatregelen kunnen treffen. Ove rigens zegt spr. niet aan die sluis prut- rigeos zegt spr. niet aan dë sluis pruTit- sen. Het helpt niemendal. De voorzitter vraagt een blanco crediet ,'om een zeewering aan1 TeTeggen en tevens machtiginig,. om tot vergraving ijver te gaan zoodra dit noodig is. Verschillende heeren komen tegen dit laatste op. (Ing. Med J dood-kniezen, als ik den heelen avond alleen zat. Mijn man ziet dat ook in en daarom vindt, hij bet heel goed dat ik mee ga. Ik wacht lot hij klaar is en dan gaan wij samen, naar huis." »Ze lachte eens vroolijk. „Ik moet oppasteen, zie je, want hij is een beetje aan den jaloerschen kant! Maar tot nog toe is er niets voorgevallen, dat ondergingen aanstoot gaf, en ik denk ook niet, dat dit ooit zal gebeuren, want ik houd veel te veel van hein, om iets te doen wat liem ergeren zou. Hij wéét, dat lijj miij vertrouwen kan," Zij wendde zich lot Pauline's vader en sprak met de zekerheid van de er varen getrouwde vrouw; „Laat u liaar maar gerust aan mij over! Ik zal goed voor haai" zorgen. Ik ken heel wat van de geregelde be zoekers hier en ik zal toezien, dat zij alleen in aanrakiinjg komt met de ge schikte, terwijl ik baar zal waarschuwen tojgen de twijfelachtige." Mrs. Jackson kon geen pverbe,schaafde of welopgevoede vrouw genoemd wor den, maar zij was een betrouwbaar per soontje en Pauline was dadelijk zeer met haar ingenomen. Deze goede in druk werd nog verhoogd door een be nauwend openhartige, maar volkome|fi oprecht gemeende opmerking betreffende het uiterlijk van het jonge meisje na- De heer J. Q. C. Lens'hoëk wil een positieve toezegging Mat er nletsi aan.' de 'sluizen gebeurt. De voorzitter wil d'ijkaanleg en vergraving doen gaamemgaan. Er moet toch grond voor dien dijk gevonden worden. De heer P o 1 e y vraagt in de eerste plaats een onderzoek, of het noodig is, een Tijk voor versterking van de zeewe ring aan te i*ggen. Spr. meent d'at het niet noodig is. Is heL echter wel noodig, dan kan de grond voor dijkaanleg inden polder gevonden wórden. Hierna wordt even gepauzeerd, ten einde het Bestuur gelegenheid te geven, zich le beraden. Na heropening zegt de Voorzitter, dat het Bestuur twee voorstellen heeft, omdat het niet eenstemmig is. Het eene voorstel is: een blanco crediet voor het maken van een afsluitdijk mei uitgra ving gelijktijdig en het tweede: het" af- igeischovene weer op oen dijk' te bren gen maar den hinnenberm herstellen e.n ver oer aan ae .siüis1 niets te dïoen. Op een vraag van den heer P. Lindein- bergh zegt de Voorzitter, dat het Be stuur aan het laatste de voorkeur geeft, waar de ingenieurs het eerste willen. Deze laatste willen de zaak radicaal in orde brengen. Het Bestuur wil licve(r even afwachten. De heer P. O e 1 e wil een bepaald be drag genoemd zien- b.v. f 30.000 en niet anders doen dan den dijk op profiel brengen. Spr. zou de delfwerken in Eversdijk dan willen uitstellen. De heer J. G. v. N ie u wenhuizen vraagl of er een nieuwe zeewering komt. De voorz. antwoordt ontkennend. Al leen de dijk wordt op profiel gebracht. Spr. betwijfelt, of Ged. Staten het zullen goedkeuren, want de ingenieurs zijn van een andere meening. Do heer Po ley: da's de kwestie van den stok achter de deur. De heer G a n s e m a n blijft bij een ringdijk en wil geen dijk ophoogen, die geen goeden grondslag heeft. Ds. J. de Voogd herhaalt zijn voor stel: den zeedijk in behoorlijken toestand brengen, maar het sluiswerk laten rus ten. We moeten denken aan de beveili ging van de miljoenen in den polder. De heer P. Oele is voor het twee de bestuursvoorstel, maar aangevuld met het leggen van een buitendijk. Er ontstaat nu een verwarde discus sie, waaraan lal van personen deelne men. Het laatste Bestuursvoorstel (herstel van het afgeschoven deel van den dijk, breeder maken van den hinnenberm', en dus gewn herstel van de scheuren) wordt aangenomen met 100 tegen 14 stemmen. (1 st. blanco.) Als tweede punt kwam op de agenida voor: verhooging salaris waterbouwkun dig ambtenaar of toekenning gratifica tie., De Voorzitter deelt echter mede, dat de betrokken ambtenaar dit verzoek heeft ingetrokken. Hierna sluiting. Do rechtbank le 's Hertogenbosc'.i heeft H. B, arbeider le Eindhoven, verdacht dat hij op 13 Maart te Best den wissellooper A. V. van de Incasso- bank te Eindhoven beroofde van zijn tasch met een inhoud ten bedrage van f 850 en hem een steekwonde toebracht aan het hoofd, wegens gebrek aan wet- dat Van der Wyck van het tooneel vernwenen was. „Lieve kind ik wel je wel «zeggen, dat ik verrast hen! Toen je vader mij verzocht een oogje op je te bipuden, wist ik niet, wat ik te zien zou krijgen. Maar je bent een uitgemaakte schoon heid, met dat mooie h.aar, die perziken- teint en die prachtige oogen! Ik liëb hier nooit een meisje gezien, dat zich wat dat,'betreft, met je meten kan. Ik durf wedden, dat je opschudding zult verwekken eer de avond voorbij is. Houd je nu maar aan mij, dan zal ik wel izor- gen, je enkel aan geschikte jongelui voor te stellen." Mrs. Jackson hield woord en lette lieel goed op het jonge meisje, dat aan haar was toevertrouwd. Zij kende een groot aantal van de geregelde be zoekers e n stelde Pauline voor aan degenen, die in haar smaak vielen. Maar, eer zij tot de eigenlijke Voor stelling overging, gaf zij haar bescher melinge, terzijde, eenige nuttige wenken. Vooral deed zij dit ten aanzien van kapitein Easterbee, die zich uit den dienst teruggetrokken had met het Mili taire Kruis, en zijn vriend mr. George Pennington. (Wiordt vervolgd.) en, m, r- isri m, in, ïr-l ,eu :er ml sn| )eil 31 tol Ier L O ag aai gei >aa lig Ier iei er :he i stu Ju 1 i: brii

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1929 | | pagina 5