L
t
B IJ VOEGSEL
De Kroonjuweelen.
lgi
Vrijdag 28 Juni 1929 No. 150.
BINNENLAND,
FEUILLETON
RECHTZAKEN.
J
ere
lis
er
o
r
ir
.VAN! 1X1
.VAN
CENTRALE COMMISSIE VOOR
BEZUINIGING.
In de 125ste te Leeuwarden gehouden
jaarlijksche algemeene vergadering der
Ned. Maatschappij van Nijverheid en
Handel werd uitgebracht het verslag in
zake de actie der Centrale commissie
voor bezuiniging.
In het afgeloopen verslagjaar heeft
de Centrale Commissie voor Bezuiniging
in de eerste plaats haar aandacht ge
wijd aan de plaatselijke bezuinigingsac
tie, doch ook voor de Rijksfinanciën blijft
bezuiniging beter en doelmatiger orga
nisatie van den overheidsdienst noodig
en de Oommissie heeft dan ook niet na
gelaten ook in het verslagjaar deze be
zuiniging te bepleiten.
Maar de Commissie was toch van miee-
ning, dat nu meer nog dan tot dus
ver geschied was aandacht aan den
toestand der gemeentelijke geldmiddelen
moest worden geschonken.
De Commissie heeft dan ook gemeend,
dat het aanbeveling verdient speciaal
aan de bezuiniging op1 de gemeente-uit
gaven aandacht te wijden. Intusschen
is plaatselijke bezuinigingsaclie alleen
mogelijk voor hen, die met de toestan
den ter plaatse goed bekend zijn. Dat
is de Commissie als centraal lichaam
uiteraard niet. Zij kan de algemeene
lijnen aangeven, behulpzaam zijn bij het
verzamelen en eventueel verwerken van
gegevens, maar het eigenlijke werk moet
plaatselijk worden verricht. Daartoe
heeft de Commissie een beroep gedaan
op de medewerking van de 'departemen
ten rjer Maatschappij, waarvan verschil
lende reeds vroeger zeer nuttig werk op
dit gebied hebben geleverd.
Op 1 Augustus 1928 is een schrijden
gezonden aan alle departementen der
Maatschappij om hen tot plaatselijke be
Ruinigingsactie op te wekken. Die op
roep heeft grooten weerklank gevonden.
In verschillende departementen zijn
dan ook door voorzitter en secreta|ris
der Commissie met de departementsbe-
sturen besprekingen gevoerd, die naar
wij hopen zullen leiden tot een krachtige
plaatselijke actie voor zuiniger en meer
doelmatig beheer der gemeentelijke geld
middelen.
Het was in het algemeen te laat die
(plaatselijke actie nog te voeren vóór de
behandeling van de gemeente-begroolin-
gen voor 1929, in het najaar van het af
geloopen jaar.
Teneinde hen, die plaatselijke bezui-
(nigingsactie willen voeren, eenig mate
riaal te verstrekken aangaande den hui-
digen toestand der gemeente-financiën,
in een meer overzichtelijken vorm dan
de gemeentebegrootingen en dé daarop
gebaseerde Statistiek der Gemeenlefinan-
ciën kan geven, heeft de Commissie een
nieuwe, met de laatste beschikbare cij
fers aangevulde uitgave van de „Waar
schuwende Cijfers uit de Gemeentefiuan-
ciën" gepubliceerd.
De Oommissie wil hier nogmaals een
beroep op de medewerking van alle de
partementen der Maatschappij doen tot
het voeren van plaatselijke bezuinigings
actie.
Wenschelijk is het zeker ook,, dat de
departementen, die de plaatselijke actie
aanvatten, ouderling voeling houden en
via het secretariaat der Commisisie el
kander mededeeling doen van verzamel-
(The crinkled Crown).
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
van William Le Queux, door Mej. E. II.
2) i
De hervorming was gekomen van ge
heel onverwachte zijde, op aansporing
van Jan van der Wyck zeiven. Ondanks
zijn overdreven opvattingen in sommige
opzichten bezat de man veel gezond
verstand en hij was nu gaan beseffen,
dat zijn dochter toch althans de gelegen
heid moest gegeven,worden, om uit h-aar
tegenwoordige omgeving te komen, daar
zij niet steeds in die onreine atmosfeer
kon blijven. Een gewoon man zou haar
nu in een zaak hebben gezet, waar zij,,
met baar knap uiterlijk en li^ar natuur
lijken aanleg, dan wel degelijk in de
gelegenheid zou zijn geweest om l\aar
eigen weg te vinden in de wereld. Maar
met zijn begrippen, wat betreft werk
gevers, zag hij er terecht tegen op, om
nu nog een slavin toe te voegen aan de
reeds zoozeer overvoerde arbeidsmarkt.
Hij had de keuize tusschen dit en wat
hij tenslotte beschouwde als toch een|
de gegevens en eventueel bereikte re
sultaten.
De moeilijkheden, die vele gemeen
ten ondervinden, hangen ook samen met
het feit, dat door tal van Rijkswetten
en maatregelen de gemeenten tot uitga
ven verplicht worden, waaraan zij Weinig
of niet kunnen veranderen. Een af
doende verbetering van den toestand
der gemeentelijke geldmiddelen vereischt
dan ook naast bezuiniging een verbeterde
regeling van de financieele verhouding
tusschen hjet Rijk en de gemeenten.
Zooals bekend, is dit vraagstuk' van de
financieele verhouding nu reeds meer
dan een kwart eeuw aan de orde, in
welk tijdsverloop tal van ver geef sche po
gingen zijn gedaan om er een oplossing
voor te vinden.
Inmiddels hebben de Ministers de
Geer en Kan verleden jaar een wets
ontwerp tot herziening van die finan
cieele verhouding en, tot wijziging van
eenige bepalingen der gemeentewet in
gediend, dat, na verschillende wijzigingen
bij de schriftelijke voorbereiding en later
bij de openbare behandeling in de Twee
de Kamer, tenslotte door die Kamer
zonder hoofdelijke stemming ais aange
nomen. Verwacht mag worden, dat ook
de Eerste Kamer zich nog in den loop
van dit zittingsjaar met het ontwerp
zal vereenigen en dat het dus in 1931
van kracht zal worden.
Uiteraard heeft ook onze Centrale -
Commissie voor Rezuiniging aan dit be
langrijk wetsontwerp haar aandacht ge
wijd. Het bleek haar, dat hjet Hoofdbe
stuur der Maatschappij met de algemeene
strekking van het wetsontwerp ingeno
men was en zich voorstelde, dat t>ti
een adres tot uiting te brengen. De Com
missie heeft daarop een schrijven aan
het Hoofdbestuur gezonden, waarin zij
mededeelde, met voldoening kennis te
hebben genomen van hjet ontwerp der
Regeering, dat beoogt een duurzame ver
betering1 in de financieele verhouding tus
schen Rijk en gemeenten te brengen
volgens een breed gedacht plan.
Het hoofdbestuur beeft zich met deze
opmerkingen kunnen vereenigen en in
een uïfvoerig adres bij de Tweede Kamer
spoedige aanneming van de ontwerp-re-
geiing bepleit.
In tal van departementen onzer Maat
schappij is een voortgezette 'bezuinigings
aclie voorbereid. Naaf buiten kon hier
van uit den aard der zaïak tot dusver
nog weinig blijken.
Wal de geldmiddelen van het Rijk be
treft heeft de Commissie in het verslag
jaar hare actie inzake bezuiniging op
de Rijksuitgaven, op de gebruikelijke wij
ze voortgezet. Vóór de openbare behan
deling der Rijksuilgaven, op de gebruike
lijke wijze voortgezet. Vóór de openbare
behandeling der Rijksbegrooting voor '29
in de Tweede Kamer zond zij een uit
voerig adres met toelichting aan die Ka
mer.
De argumenten, in dit adres aange
voerd, gelden ook thans nog onveran
derd.
Sprekende over de reorganisatie van
takken van Staatsdienst wordt gezegd
dat voor zulk een reorganisatie wel in
de eerste plaats in aanmerking komt de
R ij ks w a ter sta a tsd i ens t
In de zeer teleurstellende mede-
deelingen, welke de Minister van Wa
terstaat in de Memorie van Antwoord
op zijn begrooting voor het dienstjaar
'29 deed omtrent zijn voornemens ten
deze, vond de Commissie aanleiding nog
een adres te richten aan de Tweede
Kamer, waarin verzocht werd omi met
klem aan te dringen op een zoo spoedig
mogelijke reorganisatie van den dienst
onder eenhoofdige leiding van een ver
antwoordelijken Directeur-Generaal. Bij
de openbare behandeling van zijn be-
grooling in de Tweede Kamer liet de
Minister zich in een iets meer bevre
digende zin uit, dan in zijn Memorie
van Antwoord was geschied. Een be
slissing bleef echter ook daarna uit.
In de Eerste Kamer k'wam1 de zaak op
nieuw ter sprake, maar intusschen is
de reorganisatie nog geen stap verder
gekomen.
De hoop wordt voorts uitgesproken
dat de reorganisatie van den Rijkswater-
veel beter plan.
Op het oogenblik roerde Van der
Wyck de trom in een orkestje, dat in
dienst was van een ayondclub in Soho.
Het was zeker geen eerste-klas gelegen
heid, maar toch ook niet zoo'n heel
minderwaardige. Er waren van allerlei
menschen onder, waaronder een niet
gering aantal jongelui van goeden huize.
Pauline was een verstandig meisje; ze
zou waarschijnlijk op zichzelve kunnen
passen en het kaf van het koren weten
te scheiden. Haar bijzondere 'knapheid
van uiterlijk moest wel de aandacht trek
ken en bewondering wekken. Haar eenig
uitzicht was een huwelijk'. En zou zij
nu niet even goed hier een man kunnen
opdoen, als dat hij bpar in een winkel
of op een bureau had geplaatst? Hij
toonde het nicl zoo, maar lijj was zeer
trotsch op de schoonheid van zijn doch
ter en liij hield haar voor een geschikte
gezellin voor iederen man. Er was niets
tegen, dat zij dien avond zou meegaan;
de vrouw van een van de leden van het
orkest, een zeer achtenswaardig per
soontje, ging iederen avond en zou met
genoegen het jonge meisje onder 'Waar
hoede nemen, waardoor Pauline dan
voldoende gechaperonneerd zou# zijn. Als
het ondernemen niet slaagde, moest hjj
andere plannen maken.
Pauline was zeer ingenomen met het
Waterstaatsdienst een van de eerste pun
ten zijn, waaraan het nieuwe Ministerie
zijn aandacht zal wijden.
Daarnaast noemt de Commissie de re
organisatie van den Waringskeurings
dienst, welk vraagstuk op het oogenblik
ook in studie is bij een Staatscommissie.
Een ander onderdeel van Staatszorg,
waar betere organisatie en bovenal be
zuiniging noodig is, is zeker het onder
wijs. Ook hier is in de eerste plaajts'
doelmatiger organisatie onder deskundi
ge leiding noodig," die verzekert, dat van
de uit te geven gelden ook werkelijk
het profijt wordt gelrokken, dat mo
gelijk is. Nu ontbreekt hieraan nog maar
al te veel.
De organisatie van. het onderwijs blijft
de aandacht onzer Commissie houden.
Zij behandelde tot dusver reeds verschil
lende onderdeelen hiervan o.m. 'de on
derwijzersopleiding.
Ook mogelijke bezuiniging door betere
organisatie van de sociale verzekering
heeft de aandacht van de Centrale Com
missie.
Van de publicatie der Commissie mag
verder nog genoemd worden een nieu
we studie over de kostprijzen van den
eleclrischen stroom, bij de groote Cen
trales hier te lande.
De aangelegenheid der electriciteits-
voorziening blijft eveneens de volle aan
dacht houden van de Commissie.
Van haar militairen medewerker pu
bliceerde de Commissie nog een be
schouwing over de defensie-begrooting.
Uit bovenstaande opsomming blijkt wel
genoegzaam, dat nog een zeer ruim veld
open ligt voor zuiniger en doelmatiger
prganisatie van tal van takken van over
heidsdienst.
De samenstelling der Commissie bleef
in het verslagjaar ongewijzigd. Gaarne
is de Commissie bereid hare actie, zoo
wel wat de Rijks- als de Gemeentefinan-
ciën betreft, met alle kracht voort te
zetten. In dien zin, dat niet als doel
vooropsta: enkel verlaging van uil
gaven, maar dat tevens opbouwend werk
worde verricht.
BREEDE WATERING BEWESTEN
IERSEKE.
Gistermiddag werd in den Prins van
Oranje te Goes een drukbezochte ver
gadering gehouden van ingelanden van
bovengenoemd waterschap, hoofdzakelijk
Ier bespreking van den sluisbouw te
Schore, waarbij zich zulke ernstige stag
natie heeft voorgedaan.
De voorzitter, de dijkgraaf de heer
C. D'. Vereeke, deelt bij de opening dei-
vergadering mede, dat aanwezig zijn 77
ingelanden, uitbrengende 119 stemmen.
De voorzitter zegt, dat de vergadering
om een treurige oorzaak is bijeengeroe
pen. Het bijwerk, waartoe de vorige ver
gadering besloot, was op 17 dezer klaar
gekomen. 's Avonds van dien dag had
echter een groote afscliuiving van grond
plaats gepaard met een opbarsting van
veen in den put. Den volgenden dag
bleek, dat de toestand nog ernstiger was
geworden.
Het bestuur vraagt nu een blanco cre-
diet tot herstel. Hoeveel dit zal kosten,
is niet te zeggen.
De lieer II. P. Ganseman vraagt,
of er in 't geheel niets' te zeggen is van
de plannen en wat ze zullen kosten. Spr.
vindt het niet verantwoord direct een
blanco crediet te geven. Eerst is een de
gelijk onderzoek noodig. De oude dijk,
moet dan als ringdijk spoedig weer op
zijn oude plaats gelegd worden ter voor-
loopige bescherming van den polder.
De v o o r z. antwoordt, dat het Be
stuur niet bij machte is aan dit verzoek
le voldoen. Zelfs de ingenieurs kunnen
nog geen raming geven. Ze zijn druk
met het onderzoek bezig. De scheur in
den muur is reeds één m.M. breeder ge
worden. Spr. zegt toe, dat het onderzoek
zoo volledig mogelijk za! zijn, voor het
\verk wordt uitgevoerd.
De heer J. G. v. Nieuwen hui zen
te Schore wil toch ook eenige, zij het
globale, plannen en ramingen.
De v o o r z. zegt, dat de hoofdinge
nieur van den Prov. Waterstaat hem
voorstel, toen haar vader er mee voor
den dag kwam. Haar jeugd was onder
drukt. of liever: had zich. niet kunnen
uitleven; maar ze was er nog, trillende
en golvende, en slechts wachtend op
den stoot, die haar in beweging zou
brengen. v
Alles zou een verandering voor haar
zijn uit den saaien sleur van haar een
tonig bestaan; dat steeds staren op de
vier muren van het zitkamertje van
die armoedige woning in Sobo.
En zoo ging het opgewonden jonge
ding haar geluk beproeven in de buiten
wereld; onnoodig te zeggen, dat dit dus
een ervaring was, die met de grootste
opwinding werd tegemoet gezien door
een, die tot nog toe zulk een afgiezbn-
derd bestaan had geleid.
Haar vader nam haar mee naar de
club, die onder haar leden bekend)
stond als: „De Motten", en waar zij
werd voorgesteld aan de vrouw van den
violist, die in het orkest speelde. Dit
was een jonge vrouw van ongeveer
acht-en-twintig jaar, met een gunstig
uiterlijk en die er rond voor uitkwam,
dat haar veelvuldig zich vertoonen al
daar zijn grond had in haar eenzaamheid.
„Ik hoorde tot een groot gezin, vóór
mijn trouwen, en ik had duis altijd volop
gezelschap", vertelde ze Pauline. „,Wij
hebben geen kinderen en ik zou me
lieeft verzocht deze spoedeischende ver
gadering te beleggen. Cijfers kan hij
niet geven. Maar het zat veel geld kosten.
De heer ir. Verhoeven zegt, dat
hij een schema in het hoofd heeft. Eerst
wil spr. een afsluiting maken zooals de
heer Ganseman bedoelde om zekerheid
te krijgen ,dat de gronden in den polder
niet onderloopen .Dan zal een ontgra-
ving moeten plaats -hebben, om die oor
zaak van de scheur te weten te komen',
Dan. kunnen we pas zien wat er geebu-
ren moet.
De heer N i e u w e ph-u i z e n vraagt,
of de sluis te repareere n is.
Ir. Verhoeven meent van! wel.
De heer H. A. N ijs sen vraagt naar
de oorzaajt van de scheuring.
De voorzitter: die, is in den ön-
dergrond gelegen.
Dhr. N ij ssen: die was er coéh. Er zijn
toch boringen gedaan .Men kan toch niet
zeggen, dal de constructie van1 den on
dergrond niet bekend was.
Ir. Ve r h o e ve m: "Zeker, er Fijn 'bo
ringen gedaan .Maar hier zijn natuur
krachten jn 't spel, waartegen niets te
doen is. Volgens spr. is de fundeering
niet gezakt.
De scheur is door bewe^nig in den
grond 'veroorzaakt.
De heer II. P. G a n s e m an.-wil al
leen crediet geven voor 'n tijdelijke zee
wering. Dan'kunnen ingenieurs die zaak
he studeer en en kunnen aan ingelanden
later nadere plannen worden overgelegd.
De heer P o 1 e y te Ierseke merkt op,
dat de zaak nog niet stil is. We moeten'
eens een vol jaar de kat uit den boom
kijken. Zoolang moeten we het maar
jmët de oude sluis doen. We hebhen
db nieuwe sluis niet broodnoodig. IWe
moeten weten waar de grond blijft en
heenzakl. Spr. vertrouwt dat het bestuur
Jb'lusschen waakt voor 'de zeewering,
De Voorzitter acht het niet on
mogelijk, dat er bij hevigen regenval nog
meer gebeurt. Spr. .acht het niet ver
antwoord, de zaak zoo te laten liggen.
De heer H.- A. Nijsse.il steunt het
idee-Ganzeman en Foley. Rustig afwach
ten is beter. Alle voorloopig gevaar is*
af te wenden door een tijdelijke zeewe
ring. Spr. doet een dergelijk voojrstel.
De heer Wisse te Kapelle vraagl, of
hel niet voldoende is{ de scheuren le
dichten.
De Voorzitter: de technici mee-
nen, dat dit niet kan.
De heer Wisse is er ook voor de
scheuren te dichten en den boel eens
een jaar te laten liggen.
De Voorzitter zegt, dat wij niet
mogen doen, wat wij willen. Ged. Sla-
ten zullen .een niet-afdoende oplossing
niet goedkeuren.
De he.er Wisse: het is toch vol
doende om den boel zeewaardig te ma
ken. Als we dan later tot andere dingen
gedwongen worden, is het nog tijd ge
noeg.
Ds. J. de Voogd te 's-ILeer Arelnds
kerke zegt, dat er heel ernstige manke
menten zijn. De polder moet voor alle
dingen safe zijn. Daarover zijn we hel
allen eens.
Spr. meent, dat het zakken nog ,niet
klaar is. Er zal nog wel meer gjeheki-
ren. Spr. adviseert om zoo gauw moge
lijk te zorgen, dal de zeewering in orde
is. Maar voor het verdere zal spr.
een commissie benoemen, bestaande uit
twee ingenieurs, twee aannemers en
twee opzichters, die advies zal geven
over cie nog noodig,e werken.
De heer v. Nieuwcnhuizen ie
Schore zegt ook, dat de zeewering in
orde moet komen. We moeten straks in
het najaar en den winter niet ongerust
zijn, dat de polder onderloopt.
De heer Po ley meent, dat de tegen
woordige dijk geschikt is voor zeewering.
Maar voor de ongerusten zou men nog
enkele maatregelen kunnen treffen. Ove
rigens zegt spr. niet aan die sluis prut-
rigeos zegt spr. niet aan dë sluis pruTit-
sen. Het helpt niemendal.
De voorzitter vraagt een blanco
crediet ,'om een zeewering aan1 TeTeggen
en tevens machtiginig,. om tot vergraving
ijver te gaan zoodra dit noodig is.
Verschillende heeren komen tegen dit
laatste op.
(Ing. Med J
dood-kniezen, als ik den heelen avond
alleen zat. Mijn man ziet dat ook in en
daarom vindt, hij bet heel goed dat ik
mee ga. Ik wacht lot hij klaar is en
dan gaan wij samen, naar huis." »Ze
lachte eens vroolijk. „Ik moet oppasteen,
zie je, want hij is een beetje aan den
jaloerschen kant! Maar tot nog toe is
er niets voorgevallen, dat ondergingen
aanstoot gaf, en ik denk ook niet, dat
dit ooit zal gebeuren, want ik houd veel
te veel van hein, om iets te doen wat
liem ergeren zou. Hij wéét, dat lijj miij
vertrouwen kan,"
Zij wendde zich lot Pauline's vader
en sprak met de zekerheid van de er
varen getrouwde vrouw;
„Laat u liaar maar gerust aan mij
over! Ik zal goed voor haai" zorgen.
Ik ken heel wat van de geregelde be
zoekers hier en ik zal toezien, dat zij
alleen in aanrakiinjg komt met de ge
schikte, terwijl ik baar zal waarschuwen
tojgen de twijfelachtige."
Mrs. Jackson kon geen pverbe,schaafde
of welopgevoede vrouw genoemd wor
den, maar zij was een betrouwbaar per
soontje en Pauline was dadelijk zeer
met haar ingenomen. Deze goede in
druk werd nog verhoogd door een be
nauwend openhartige, maar volkome|fi
oprecht gemeende opmerking betreffende
het uiterlijk van het jonge meisje na-
De heer J. Q. C. Lens'hoëk wil een
positieve toezegging Mat er nletsi aan.' de
'sluizen gebeurt.
De voorzitter wil d'ijkaanleg en
vergraving doen gaamemgaan. Er moet
toch grond voor dien dijk gevonden
worden.
De heer P o 1 e y vraagt in de eerste
plaats een onderzoek, of het noodig is,
een Tijk voor versterking van de zeewe
ring aan te i*ggen. Spr. meent d'at het
niet noodig is. Is heL echter wel noodig,
dan kan de grond voor dijkaanleg inden
polder gevonden wórden.
Hierna wordt even gepauzeerd, ten
einde het Bestuur gelegenheid te geven,
zich le beraden.
Na heropening zegt de Voorzitter,
dat het Bestuur twee voorstellen heeft,
omdat het niet eenstemmig is. Het eene
voorstel is: een blanco crediet voor het
maken van een afsluitdijk mei uitgra
ving gelijktijdig en het tweede: het" af-
igeischovene weer op oen dijk' te bren
gen maar den hinnenberm herstellen
e.n ver oer aan ae .siüis1 niets te dïoen.
Op een vraag van den heer P. Lindein-
bergh zegt de Voorzitter, dat het Be
stuur aan het laatste de voorkeur geeft,
waar de ingenieurs het eerste willen.
Deze laatste willen de zaak radicaal in
orde brengen. Het Bestuur wil licve(r
even afwachten.
De heer P. O e 1 e wil een bepaald be
drag genoemd zien- b.v. f 30.000 en niet
anders doen dan den dijk op profiel
brengen. Spr. zou de delfwerken in
Eversdijk dan willen uitstellen.
De heer J. G. v. N ie u wenhuizen
vraagl of er een nieuwe zeewering komt.
De voorz. antwoordt ontkennend. Al
leen de dijk wordt op profiel gebracht.
Spr. betwijfelt, of Ged. Staten het zullen
goedkeuren, want de ingenieurs zijn van
een andere meening.
Do heer Po ley: da's de kwestie van
den stok achter de deur.
De heer G a n s e m a n blijft bij een
ringdijk en wil geen dijk ophoogen, die
geen goeden grondslag heeft.
Ds. J. de Voogd herhaalt zijn voor
stel: den zeedijk in behoorlijken toestand
brengen, maar het sluiswerk laten rus
ten. We moeten denken aan de beveili
ging van de miljoenen in den polder.
De heer P. Oele is voor het twee
de bestuursvoorstel, maar aangevuld met
het leggen van een buitendijk.
Er ontstaat nu een verwarde discus
sie, waaraan lal van personen deelne
men.
Het laatste Bestuursvoorstel (herstel
van het afgeschoven deel van den dijk,
breeder maken van den hinnenberm', en
dus gewn herstel van de scheuren) wordt
aangenomen met 100 tegen 14 stemmen.
(1 st. blanco.)
Als tweede punt kwam op de agenida
voor: verhooging salaris waterbouwkun
dig ambtenaar of toekenning gratifica
tie., De Voorzitter deelt echter mede,
dat de betrokken ambtenaar dit verzoek
heeft ingetrokken.
Hierna sluiting.
Do rechtbank le 's Hertogenbosc'.i
heeft H. B, arbeider le Eindhoven,
verdacht dat hij op 13 Maart te Best
den wissellooper A. V. van de Incasso-
bank te Eindhoven beroofde van zijn
tasch met een inhoud ten bedrage van
f 850 en hem een steekwonde toebracht
aan het hoofd, wegens gebrek aan wet-
dat Van der Wyck van het tooneel
vernwenen was.
„Lieve kind ik wel je wel «zeggen,
dat ik verrast hen! Toen je vader mij
verzocht een oogje op je te bipuden,
wist ik niet, wat ik te zien zou krijgen.
Maar je bent een uitgemaakte schoon
heid, met dat mooie h.aar, die perziken-
teint en die prachtige oogen! Ik liëb
hier nooit een meisje gezien, dat zich
wat dat,'betreft, met je meten kan. Ik
durf wedden, dat je opschudding zult
verwekken eer de avond voorbij is. Houd
je nu maar aan mij, dan zal ik wel izor-
gen, je enkel aan geschikte jongelui
voor te stellen."
Mrs. Jackson hield woord en lette
lieel goed op het jonge meisje, dat
aan haar was toevertrouwd. Zij kende
een groot aantal van de geregelde be
zoekers e n stelde Pauline voor aan
degenen, die in haar smaak vielen.
Maar, eer zij tot de eigenlijke Voor
stelling overging, gaf zij haar bescher
melinge, terzijde, eenige nuttige wenken.
Vooral deed zij dit ten aanzien van
kapitein Easterbee, die zich uit den
dienst teruggetrokken had met het Mili
taire Kruis, en zijn vriend mr. George
Pennington.
(Wiordt vervolgd.)
en,
m,
r-
isri
m,
in,
ïr-l
,eu
:er
ml
sn|
)eil
31
tol
Ier
L O
ag
aai
gei
>aa
lig
Ier
iei
er
:he
i
stu
Ju
1 i:
brii