r
8 li VOEGSEL
De Plaatsvervanger.
Donderdag 23 Mei 1929 No. 119
FEUILLETON
VAN DB
VAN
GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG
In de gisteren gehouden vergadering
van den gemeenteraad van Middelburg
was de lieer Portheine wegens uitstedig-
heid met kennisgeving afwezig.
Ingekomen stukken
Door Hendrikse was aan den Voor
zitter verzocht zijn adres voor te lezen
opdat ook bet publiek van den inhoud
kan kennis nemen. De Voorzitter
vroeg of de raad meende of hij aan dit
'verzoek moet voldoen.
Algemeen bleek men van oordeel, dat
voorlezing niet noodig was.
De heer Jeronimus zegt, dat Hen
drikse in zijn adres dep raad beschul
digd de wet te hebben overtreden maar
dan is hij aan het verkeerde adres, want
dan moet hij bij de rechtbank of bij' Ged
Staten z ijn.
Het adres van den Bond van Gemeen'
teambtenaren inzake van vergoeding van
reis-, en verblijfkosten werd in handen
gesteld van B. en W. ter afdoening.
Dat van den Alg. Bond van Politie
personeel inzake erkenning van de akte
van bekwaamheid en subsidie aan de
cursussen, werd om praeadvies in handen
van B. en W. gesteld, omdat de burge
meester ook het advies van] den' com
missaris van politie wenscht te vragen,
Het voorstel om de salarisregeling van
mej C. H. Koers sedert 1916 apothe
keres der Godshuizen, nader vast te stel
le.n ,werd z. li. st. aangenomen.
Nog was ingekomen een verzoek van
den heer P. C. de Does hoofdopzichter
der gemeentewerken ,die heen gaat, om
eervol ontslag. Het werd z.h.st. verleend,
Thans verkreeg de heer O n d e r d ij
het woord om den burgemeester, de
raadsleden en den secretaris dank te bren
ige.;n voor de blijken van belangstelling op
7-ij.n 50sten verjaardag. Het was voor
hem en zijn vrouw een groote ver|ras
sing toen de hem gezonden bloemen
werden bezorgd.
Als nu werd in afwijking met de
agenda eerst het primitief kohier ddr
straatbelasting vastgesteld, opdat nog gis
lerenmiddag met het wegbrengen der
aanslagbiljetten zou kunnen worden be
gonnen.
Benoemingen.
Voor lid van het burgerlijk artnb'é
stuur werden bij eerste stemming uitge
bracht 7 stemmen op den heer mr.
B. Evers, no. één der aanbeveling, 4 op
mej. mr. A. Bolle .mede aanbevolen en
5 op mej. de Jonge Baas—de Klerk.
Bij de tweede stemming werd de heer
Evers gekozen met 9 stemmen, tegen
op mr. IJolle en 5 op mej. de Jonge
Baas—de Klerk.
School.geldVerord.
De heffings- en invorderingsiverorde
ningen schoolgeld l.o. enz., werden op
nieuw vastgesteld.
Rekening en begrootin
Armenraad.
De rekening 1928 en de begrootin
1930 van den Armenraad werden z.h.st
;goe,gdékeurd.
Wijziging gemeentebe
gro o ting 1929.
Bij jhet Voorstel tot wijziging deir be
grooting 1929 ,wees de heer Paul erop
(dat daarop f 2800 Voorkomt voor een
nieuwe kolentransportinrichting en
Vraagt of men dat niet vooruit had kun
nen 'voorzien.
Be heer De Veer zegt Van neen, en
vernieuwing is dringend noodig.
De heer C ome li se wijst op
f 1945 voor inwendige herstelling van
de compound—stoommachine met plun-
gerpomp der waterleiding en meent men
toch verleden jaar reeds moet kunnen
hebben gezien dat die herstelling noo
dig zou zijn.
De heer de Veer zegt, dat ook! dit
niet vooruit kon worden gezien.
De heer Paul blijft erbij dat men
toch eerder moest zien, als nu de Ver
nieuwing zoo noodzakelijk is.
De heer de Veer zegt, dat dit geen
maanden te Voren bemerkt wordt en
als regel heeft een transportinrichtingl
10 jaar leven, deze is nog slechts 3
jaar in dienst. Thans komt er een met
jaar garantie.
De wijziging wordt z.h.st. goedge
keurd.
Rekening '28 reini-
gings- en öntsmetti ngs-
dienst.
Bij het voorstel tot vaststelling van
de rekeningen 1928 van den reinigings
en ontsinettingsdienst vraagt mevr. de
Graaf inlichtingen over een post terug
gegeven gelden voor de werkvrouw.
De heer Paul is van meening, dat
de sproeiwagens te weinig rijden en
lang niet in heel'de stad'.
De heer v. d. Weel gelooft dat de
wagens de bruggen niet oVer durven
want op de Singels en buitenwegen ko
men zij nooit en daar is het gezien het
(snelverkeer nog veel meer noodig dan
in de stad. i
De heer Onderdijk zegt natuurlijk
niet alle posten in zijn hoofd te heb
ben. De werkvrouw kost f 350, maar
er wordt door de arbeidsbeurs, waar
zij ook werkt van terugbetaald.
.Spr. weet niet beter of de beide sproei
wagens rijden geregeld uit. Spr. weet
niet, dat de wagens niet op den Noord
weg komen, maar hij zal er nog eens
op aandringen dat zij in heel de stad
(komen.
De voorzitter meent, dat om over
al te komen, twee wagens niet veel is.
De heer Paul vraagt of er wel per
soneel en paarden genoeg zijn met de
drooge dagen van thans.
De voorzitter acht ook groote
werkzaamheid der wagens in deze dagen
noodig. De rekening wordt z.h.st. goed
«gekeurd.
Schoolmeubelen bjj
school.
Aan hel bestuur der Ver. tot het ver
strekken van L. O. op Geref. Grondslag
de school van ds. Verhageln ,zooals dei
Voorzitter haar noemde, werd f 148.95
toegestaan voor de aanschaffing van een
zestal nieuwe banken.
zal3
van
door
RICHARD MARSH.
Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W.
72)
Terwijl hij met de handen in de zak
ken stond te wachten en te, peinzen,
zag hij een heer aankomen op het "pad
links, en die heer werd hoe langer hoe
meer een voorwerp van zijn belangstel
ling, hoe meer hij naderde. Het was on
tegenzeggelijk een heer, die daar kwam
aanwandelen, zwaaiende met zijn wandel
stokje, dat aan een gebogen handvat
aan zijn vinger hing. Het was niet een
soort man, dien men verwachten zou
in dit .afgelegen hoekje van de wereld.
Hij nam zijn groen vilthoedje af toen
hij naderbij kwam en sprak den heer
Talbot aan met een zeer muzikale slem.
En hij nam een sigaret uit zijn mond
met zijn linkerhand.
„Het spijt mij zeer, dat ik u moetf
lastig vallen, maar ik ben juist over
gevaren over de rivier van een plaats
Passage genaamd in een veerboot je.
C r e d i e t voor verbou
w'i n g R. K. school.
Rij het voorstel om Ï9100 beschik
baar te stellen voor de verbouwing en
imeubileering van de R.K. school op den
Wal, wijst de heer Paul er op ,3at B:.
en W. de post f 700 voor schoolmeubelen
vrij hoog vinden, maar toch dezen willen
handhaven. Verder vraagt hij waarom
het bestuur niet direct alleen heeft ge
ivraagd hetgeen waarop het recht heeft,
alleen voor het schoollokaal.
De voorzitter zegt dat niet ieder
schoolbestuur up to date op de hoogte
van de wet is.
Daarom is overleg gepleegd.
De heer Paul meent, dat het bestuur
had moeten beginnen voor het overige
geen geld aan te vragen.
De heer Mes zegt als raads-Iid en als
lid van het schoolbestuur, dat men
moet bouwen op het terrein van de
stichting en het lokaal van de 7de klas
se 'bij de andere moet aansluiten, an
ders had men een heel nieuw' gebouw
moeten vragen.
De voorz. meent wel te mogen zeg
gen van het R. K. inlichtingsbureau in
Den Haag aanvankelijk een verkeerd
advies aan het schoolbestuur had gege
ven.
De heer Mes zegt dat het moeilijk uit
te maken was, wat niet onder de wet
valt. I f f 1
Op vragen van mevf. de Graaf en
den heer Paul verzekert de voorzitter
dat het hier slechts een raming betreft
en niet meer uitbetaald Wordt dan noo-
dit is.
Het voorstel wordt z. h. s. aange
nomen.
een vereeniging toch niet
Afstaan deel vest voor
IJ s b a a n.
ar aanleiding van het voorstel in-
niet verhuren doch wel afstaan
de vest tusschen Noord- en Koe-
poortbrug aan de Middelburgscbe IJs
club was nog een schrijven ingekomen
van het bestuur om duidelijk Ie bepa
len het recht om alleen leden en hou
ders van dagkaarten toe te laten.
De voorz. merkt op, dat dit bij in
gebruikgeving natuurlijk de bedoeling is.
De heer Jeronimus zegt dat het
er toch niet duidelijk staat.
Mevr. de Graaf vraagt waarom de
vere-eniging f 10 zal "moeten betalen, men
moet deze vereeniging juist helpen. Zij
juicht het streven der vereeniging toe
en wil haar niet op kosten jagen, temeer
waar zij ook nog voordeel aan de ge
meente brengt in den vorm van verma
kelijkheidsbelasting en electrischen
stroomverbruik.
De voorz. zegt, als men het gratis
geeft, de vereengiing na 30 jaar het als
een eigendom zou kunnen beschouwen,
en f10 is voor
te veel.
Mevr. de Graaf zegt dat er vele
leden zijn van 50 en 25 cent.
De heer Hondius wijst er op, dat
het toch niet zoo dikwijls hier goed
ijs is en voelt daarom veel voor hetgeen
mevr. de Graaf opmerkte.
De voorz. zegt dat men de f 10
altijd kan restitueeren a!s het ijs niet ge
bruikt wordt.
Mevr. de G'r a a f vraagt waarom men
dan niet even goed f 1 kanj vragen.
Men moet een blijk geven van sympha-
tie met de vereeniging.
De voorz. zegt dit geschiedt door
lang niet het minste stuk te geven.
De heer v. d. Weel juicht het voor
stel toe, maar meent, dat de andere
vesten nu niet in orde zullen komen
en er zijn toch ook rijders, die de stille
plekken zullen zoeken. Men is nu reeds
(zeer voorkomend v-oor de vereeniging.
ging-
Als er bate is, dan kan de vereeniging
f 10 best belalen.
De heer Jeronimus w'il nu resti
tutie mogelijk is, het niet meer hebben
over f 10 of f 1. Z. i. is echter punt 1
der bepalingen te streng, men- moet de
goedkeuring niet van B. en W. verlangen
en vertrouwen op het bestuur. Vo-o|ral
waar in de vierde bepaling B. en W
toch het vecht krijgen de vergunni
ten allen tijde in te trekkjen.
De Voorz. zal het recht va,n doen
keuren nimmer uit zijn handen geven
De heer Jeronimus meent dat het
bij een ijsclub- iets anders' is.
De voorz. zegt. dat hij de vereeni
ging niet zal plagen, maar wil het recht
niet uit handen geven,.
De heer v. d. F e 11 z zegt dat hel be
stuur de bepaling juist zeer op prijs
stelt.
Mevr. de Graaf vraagt of de ver
eeniging ook voor de goedkeuring de
haan in orde mag maken en dan rij
ders kan weren.
De voorz. beaamt dit volledig en
daarna wordt het voorstel z. h. st. aan
genomen.
De voorz. hoopt echter geen ijs
winter meer als dit jaar.
Bescherming van do
cumenten tegen bra nd-
gevaar.
Bij het voorstel om een rediet van
f3870 te verstrekken om maatregelen
te kunnen nemen voor bescherming van
documenten legen randgevaar, zegt de
voorz., dat B. en W. zich zooveel
beperkt hebben. Hij wijst op de mecning,
die verkondigd is, dat de branden den
laatslen tijd zoo grooten omvang aanne
men door de groote droogte.
Mevr. W e ij 1 meent juist dat in de
huizen buitengewoon vochtig was.
De heer Vertregt meent dat de
schoorsleenen te droog worden gestookt.
Mevr. de Graaf vraagt of Lips de
kasten zal leveren.
De voorz. zegt ja maar niet de
kluis, die wordt te Middelburg gemaakt
De heer Paul vraagt of het niet lastig
is de dagelijks noodige zaken iederen
dag weer in de klujs te brengen.
De voorz. zegt dat niet het geval
(Ingez. Mied..)-
en de veerman gaf mij inlichtingen, die
ik niet heel duidelijk vond. Ik zoek een
huis „Monniksland" genaamd."
„Heeft de veerman u niet gezegd, dat
het huis niet gemakkelijk te vinden is?"
De vreemdeling lachte alsof de heer
Talbot zich -schuldig -gemaakt had aan
het zeggen van eein grap.
„Hij zei mij wel zoo iets, en om u de
waarheid te zeggen, ik verwachtte niet
het te vinden, dat is te zeggen er dicht
bij te komen. Dat zou geloof ik een
heele toer zijn. Maar ik wou er toch
wel wal van weten, ook v'an de ligging.
Kunt u mij soms inlichtingen geven?"
„Mag ik uw vraag met een vraag
beantwoorden? Waarom wesnscht u bij
zonderheden te weten over Monniks
land?"
De vreemdeling vereerde den spreker
met wat men een brutalen blik zou
kunnen noemen, alsof hij wel eens
wou weten wat de man bedoelde; toen
lachte hij weer alsof bij het opnieuw
als een grap beschouwde.
„Ach, het kan jn!ij niet schelen het
u te vertellen, als u het graag welen
wilt. Het is geen geheim. Ik geloof,
dat daar een man woont, Talbot ge
naamd." j
„Hoe is zijn vóórnaam?"
is, hij heeft met de ambtenaren bespro
ken.
De heer Hondius vraagt of men
nu ook gerust kan zijn voor het stadhuis
zelf, dat als no. 1 op de lijst staat van
belangrijke stadhuizen, het zou een ramp
zijn als daar brand in kwam. Het staat
vrij wel alleen, want de conciërgewo
ning is afzonderlijk en aleen is er ge
meenschap.
Bij brandgevaar aan de andere zijde
merkt de concierge er niets van. Vroeger
was er nog de politiewacht in gevestigd,
nu is het geheel onbewaakt. Spr. vraagt
de verzekering dat alle maatregelen door
de veiligheid zijn genomen.
De voorz. meent dat men dit nooit
kan verzekeren. Iederen avond gaan al
le kachels uit en daarna is er nog steeds
controle van den concierge. Er zijn mi-
nimaxen hij geplaatst en de brandslangen
zijn goed nagekeken.
De heer Hondius vraagt of de
groote brandput op de Markt steeds 'be
reikbaar blijft ook tijdens de kermis enz.
De Voorzitter zegt onderz-ock toe.
De heer Paul wijst op de uitvinding
van een alarmirtrichting aan de zolders
aan te brengen.
De Voorzitter zegt dat men die
25 jaar geleden reeds in hotels in het
(buitenland had, maar zij voldoen niet
altijd goed.
De heer v. d. Weel zegt dat de zorg
isoms zoo spoedig weer verslapt en
dringt aan op geregelde controle de(r
hluschmiddelen.
De heer O n d e r d ij k zegl dat de di
recteur van gemeentewerken inspecteur!
van de brandweer is.
De heer v. d. Weel zegl dat imeJn
alles goed moet nagaan, ook de schoor
steenen of er soms halken in lo-open
of ander houtwerk.
De Voorzitter zegt dat al deze
wenken ter harte zullen worden geno
men.
Verhuring |g r o n, d'
Loskade.
Bij het voorstel tot verhuur van gr-o-nd
aan de Loskade aan de N.V. M. L. Po
lak en Zoon, waagt de heer Vertregt
te letten op de afsluiting van het ten
rein, die is nu verre van s chit (often dl
De Voorzitter zegt dat toegezegd
is, dat alles petjes zal worden geschil
derd.
De heer Vertregt meent dat de af
sluiting niet zoo scheef moet staan.
De heer O n d e r d ij k zegl dat een
sichutting is voorgeschreven zoo hoo
als de N.V. metaal opbergt. Er zal goed
op worden gelet, da|t zij aan de Voiojr1
schriften voldoet.
Het voorstel wordt z. li. st. aaniglet-
nomen.
Plaatsing
Het voorstel om aan
Bureau voor Algemeene
Kool en Co.
te verleenen
r e c l.z ui l'e n.
het Technisch
lichtreclame
te Amsterdam vergunning
om enkele reclamezuilen
te pla-atsen tegen' f 12 per zuil, doet den
heer Hondius opmerken dat hij' er
veel voor Voelt, al is het wellicht ld
I goedkoop f 12. Men m-oet echter zorgen
dat de zuilen niet te veel in strijd zijp
met de andere dingen in de omgeving.
De voorzitter geeft dit toe, ma-ar
B. en W. behouden steeds het recht de
vergunning in te trekken.
De lieer Paul zegt, dat de zaak ze
ker tot de competentie van B. en W.
behoort, maar liij meent dal men de
za-ak moet bekijken Van het standpunt
van St-adsschoon en o-olc van dat van de
fcemeelntefinanciën. Het zal slecht zijn
voor de opbrengst der eigen aanplak
borden. Aanvankelijk dacht spr. dal er
achter het cijfer van 12 eenige inullen
waren vergeten.
Mevrouw de Graaf is het geheel
eens met den heer Paul dat f 12 veel te
weinig is, cn vaar zouden B. en W.
op de Markt een zuil willen plaatsen?
De voorz. zegt voor de LangedOlft.
De biljetten, die op de borden kom|en,
komen niet op de zuilen.
De heer Streefkerk "meent, dat het
de Markt zal ontsieren. Zelf heeft hiji
er eens een kastje willen heerzetfeta,1
toen hij nog in gemeentedienst wajs,
'maar dat mocht niet.
Bij de Loskaade kan liet er medei
door, maar niet op de Markt. Dan zou
men het ook voor de woning van den
burgemeester kunnen plaatsen.
De heer Jeronimus: Of voor de
Nieuwe kerk.
De heer Streefkerk hoopt, dat in
ieder gevaal geen zuil op de Markt
komt.
De heer Jeroni m u s is ook voöral
tegen de Markt. Als er plaats is vóór
zulke zuilen, dan moet de gemefentle
door inschrijvingen openstellen zien wat
er van te halen is.
De voo r z. ze;gt dajt f 12 van B(. elrt
W. is uitgegaan, omdat maar een klein
stukje gemeentegraf d wordt ingenomen.
De heer O n d e r d ij k zegt, dat men
ook f 60 per zuil 'kan vragen. Ma.'ajr
eerst moet men in principe uitmaken
of het mooi en noodig is voor de stad.
Men zal juist op drukke punten de
►.uilen willen plaatsen.
De heer Paul blijft er hij dal if 12
le luttel is.
De heer De Veer gelooft niet idat
de zuilen zoo zullen ontsieren en niet
veel kwaad zullen slichten, bijv. tegen
over de Gravenstraat. Hij vindt eldejrs
die zuilen wel een goed gezicht. Het!
is een klein stukje grond en men heeftl
ook den verbruik van den electrischen
stroom.
De heer Paul vraagt hoeveel.
De heer de Veer antwoordt laat het
klein zijn. Maar men moet ook rekening
houden met de b'ëpaling, dat men het
steeds kan weg doen nemen. De ver
dienste van den exploitant is niet na
le gaan, maar dit is bijv. ook niet heit
geval bij Polak en andere, die gemeente
grond huuren.
Mevrouw' de Graaf wil beslist geen
toestemming geven op de Markt.
De heer Paul en dan legen het be
drag, die de firma er voor over heeft.
De voorz itter verandert het voor
stel zóó, dat Bi. cn W. zullien trachten
er zooveel mogelijk van te krijgen en
dat er geen zuil op 'de Markt malgj
komen.
Na nog enkele opmerkingen wordt
het voorstel aangenomen met 11 tegen
5 stemmen, die der heeren v. d. Weel,
tCornelisse, v. d. Feltz, Streefkerk en
Paul.
Versterking en uitbrei
ding gasbuizennet.
In verband met de opmerking van fa
bricage over den aanleg van het nieuwe
net langs de Singels, zegt de Voorzit-
t e r, dat men hoopt de buizen langs
den slootkant te kunnen leggen.
De heer v. d. Weel wil er op wijzen,
dat de boomen van Noske tot de Oude
Visscherij zeer van het gas leden en
raoesten worden gerooid. Hij zou daarom
de buizen tot de Jodengang in het mid
den van den weg willen leggen.
De Voorzitter zegt dat er van
den Vlissingschen Singel tot den Noord-
weg reeds buizen van de Vlissingsche
igasfabriek liggen en deze brengen ook
schade aan de hoornen toe. Hoe ouder
zij zijn hoe meer gas zij door laten.
Mevrouw W e ij 1 zegt als men er -nu
nog buizen brengt wórdt het nog erger.
De Voorzitter zegt dat er ook nog
waterleidingbuizen moeten worden -ge
legd.
De heer v. d. Weel meent, dat men
toch ook aan den kant wegdek zal be
schadigen.
De heer Onderdijk zegt dat de op
lossing niet zoo makkelijk is, wel' van
de Jodengang tot de Griffioen, om'dat
men daar achter de boomen ruimte heeft,
Na eenig nadenken blies de vreemde-1
ling een rookwolkje uit.
Ik zie, dat u goed op de hoogte is
van de geschiedenis van d-eze plaats'.
Ik heb' gehoord, dat de oude Reginald
dood is."
„Heeft u hem gekend?"
„Ja, in eenig opzicht wel zooals j
men zulk soorL ^inVensichejn fke-ht. -Die'|
man, dien ik bedoel, heet Percival. 't
Is de neef van den ouden man."
„Moet u liem spreken? Heeft u zaken
met hem?" I i i
De vreemdeling keiek hem ditmaal, niel I
zonder reden, aan alsof hij zich afvroeg
wat die man nu nog te vragan kon
hebben.
„Mijn waarde lieer, indien ik bij to-e-
val zaken had af te doen met dein
heer in kwestie, wat gaal u dat eigjen-
lijk aan?' i
,,'t Gaal mij in zooverre wel aan: ik
ben Percival Talbot."
„Is u Percival Talbot? Is dat werkelijk
zoo?" 1 i
De vreemdeling k-eek, en dezen keer!
niet zonder reden, alsof hij zich af
vroeg wat die v,ent nu weer zou vragen.
Hij deed nu iets zeer zonderlings. Hij
keerde zich om, alsof hij om de een of
andere reden den ander niet in
zijn gezicht wou zien. Nog steeds in
die positie vroeg hij, alsof hij olpzette-
over iets and-ers' wou spreken:
„Ik 'ben geheel de richting kwijt ge
raakt toen ik hier naar toe, kwam. Ik
geloof, dat de rivier de Heiford daar
ligt?"
„Ja, dat is zoo."
„Indien clat zoo is dan is daar, er
was daar tenminste vroeger een huis,
rechts van hier, een lioévfe Pen an ce
genaamd.' 1 I
„Ik geloof, dat u gelijk hébt."
Er was iets vreemds in den toom
van beider stemmen. Mem vóelde, dat
er meer achter zat dan mén aan de
oppervlakte zag verschijnen.
„O, ik weet zeker, dat ik gelijk heb.
Ik heb' deze, streek vroeger heel goed
gekend.
„Hoe komt het dan, dat u vergeten
was1 wat er op Monniksland gebeurde?"
Het -s'cheen dat de vreemdeling deze
vraag niet gehoord had. Hij gaf er geen
antwoord op.
„Er woonde vroeger -o-p Penance een
familie Luscullion. Ze hadden een doch
ter Judith. Zulk een mooi meisje
ontmoet mien niet dikwijls!. Ik ben be
nieuwd hoe he.t mei haar is afgeloopen.
U heeft zeker nooit van Judith Lus
cullion gehoord?
„Waarom waagt u dat?"
„Beste mijnheer, u beantwoordt al mijn.
vragen met een wedervraag. Schrijf het
maar toe aan nieuwsgierigheid enniels
meer." D-e vreemdeling keerde zich en
wendde zijn gezicht weer naar dein an
der toe. De. uitdrukking daarvan was
eenigsizins veranderd. H-et toonde niet
alleen onmiskenbare brutaliteit, maar ook
nog iets anders.
„Mag ik u vragen mr. Talbot, is' u
getrouwd?"
Een merkwaardige stilte volgde; de
twee manne-n keken elkaar aan meteen
gezicht dat meer uitdrukte dan woor
den kunnen doen. Eindelijk sprak
Talbot
„U zegt, dat ik al uw vragen met
een wedervraag beantwoord. Dat doe ik
weder. Ik heb u gezegd wie ik ben,
wie is u?"
Weder een oogenblik stilte. De vreem
deling wierp zijn sigaret weg. Toen leg
de hij heide handen op zijn wandel
stok, leunde een weinig voomvter, zoó-
dat het stokje boog onder zijn gewicht.
„Ik ben markies Polhurston."
(Wordt ?«nvolgd).'