De Plaatsvervanger. BIJVOEGSEL Lichtzinnigheid vajs m Dinsdag 19 Maart 1929 No. 66 BINNENLAND DE UTRECHTSCHE PUBLICATIES EN DE NEDERLANDSCHE JOUR NALISTENKRING. FEUILLETON door DE VERKEER SCONFERENTIE. „Waarom?" Draagt BERSON Hakken. (Ingez. Med.) Wij meldden gister onder laatste be richten in het kort de motie van het be stuur van den Nederlandsche Journalis tenkring aangenomen in zijn vergadering van j.l. Zaterdag. Gezien het belang der k'westie geven wij hierbij den volledigen tekst. Het bestuur van den Nederlandschen Journalistenkring, in zijn vergadering van 16 Maart 1929 opnieuw de gebeurtenis sen besprekend, die zijn voorgevallen in verband met de Utrechtsche publicaties,» Vooropstellend, dat zijn ingrijpen in deze ernstige aangelegenheid niet alleen wordt gerechtvaardigd door aard en karakter der vereaniging, maar ook steunt op de duidelijke bepaling der kring-statuten, die den kring in het al gemeen en hét bestuur in het bijzonder den plicht opleggen te waken voor „ge zonde toestandenin de Nederlandsche pers, en toe te zien, dat de „waardigheid van het beroep" niet wordt aangetast, welke taak de kring gedurende de 15 jaren van zijn bestaan onafgebroken heeft vervuld. Constateert: le dat het lid van den kring dr. P. H. Ritter Jr., hoofdredacteur van hel Utreen tsch Dagblad zidh wel bereid heeft verklaard medewerking te verleencn tot een regeeringsonderzoek inzake den aard der door hem gepubliceerde stukken', doch niet tot een onderzoek door andere „bevoegde personen", welke verschil van beteekenis is, aangezien de Nederland sche Regeering, die verklaard heeft, dat er, na de officieele tegenspraken van Londen, Brussel en Parijs, voor haar geen aanleiding bestaat, verdere stappen te doen, zeer moeilijk' uit eigen beweging een onderzoek kan laten instellen; 2e dat dro. Ritter, met een terzake geenszins dienend beroep op het persge heim, heeft .afgewezen een onderzoek naar het belangrijke onderscheid tus- schen de eerste en de tweede publicatie bij welk punt zijn journalistieke verant woordelijkheid ten nauwste is betrokken; spreekt als zijn meening uit, dat dit beroep ten aanzien van dit ernstige punt dus niet kan worden aanvaard als reden om elk onderzoek hetzij door het kring- bestuur hetzij door eenige met mede werking van dr. Ritter gekozen bevoegde personen af te wijzen; betreurt in hooge mate, dat dr. Ritter zijnerzijds, niet tot het gevraagde on derzoek heeft medegewerkt; verklaart, tenzij nieuwe gebeurtenissen daarin verandering brengen, thans gr en aanleiding te vinden, verder «op deze aangelegenheid in te gaan, doch voorne mens te zijn, de principiëele vragen waartoe het gebeurde aanleiding geeft, te zijner tijd nader in den kring aan de orde te stellen. DE W ATERSTAATSBEGROOTING, Aan de Memorie van Antwoord i.z. de waterstaatsbegrooliïig onlleenen wij, wat betreft de provincie Zeeland Het vervoer van en naar Zeeland wèt- tigt voorloopig geen uitbreiding van hel aantal treinen. Samentrekking van alle trams in een noorder-, midden en zui- •set RICHARD MARSH. Yrij naar het Engelsch door 0. M. G. de W. 25). „Neen, die man heeft niets van die blanke lummels zooals je op het oog hebt; je moest gezien hebben hoe hij er uitzag en hoe hij keek'. Ik ken een mensch op het eerste glezicht. Hij is een echte man". „Dat is geen reden waarom hij niet een bedrieger zou wiezen. Ik zeg je Hog eens.' je bent voor den gek ge houden. Ik weet niet hoe. maar zeker op de een of andere manier, ik hen er zeker van. Maar ik laat ei' mij zelf niet inloopen, nu niet en in 't geheel niet. Je zult er ook niet achter kor men, mijnheer Talbot. Ik zal je eens wat zeggen: ik zal er op1 afgaan en mijn heer eens bekijken ,dien mijnheer van joul" i „Juist, dat wou ik je juist aanraden; jij moet er eens op afgaan. Misschien heb ej hem wel eens meer gezien. Ik nooit. Als ik hem ooit eerder ontmoet had, zou ik het wel weten, 't Is niet een type dat men zoo licht vergeet. rMaar ik zou niet naar hem vragen; derhet, elk onder een afzonderlijke be drijfsleiding, zou, indien al mogelijk, geen aanbeveling verdienen. Wel dient te wor den gestreefd naar samenvoeging van de in een zelfde streek gelegen en door verscfiiheUae maatschappijen geëxploi teerde tramwegen, hetgeen dan ook ge schiedt. Overigens zal concentratie van tramwegen een p'unt van onderzoen uit maken van de commissie inzake 't tram- wegvraagstuk. Hec verzoek o!m uitbreiding van tram wegen in Oost Zeeuwsch Vlaanderen is in handen gesteld van de staatscommissie voor liet vervoersvraagstuk. IIET FRANSCH-BELGISCH MILITAIR VERDRAG. Het administratieve onderzoek, dooi de Belgische regeering bevolen in ver band met ae zaak Frank-Heine, is thans geëinciga. De conclusies worden geheim gehouaen en zouden gister in den mi nisterraad worden besproken. In offici- euse kringen acht men het zeer waar- scnijnlijK, dat deze enquete tot geen in grijpende sancties aanleiding zal geven en alles zic'.i bepalen zal miss,dhien op 'n paar vormelijke berispingen na lot de reorganisatie van den veiligheids dienst waarvan gister melding is ge maakt. HET VERBOND VAN NATIONALISTEN, Het Verbond van Nationalisten zal met eigen candidalen deelnemen aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer Maandagmiddag had in een djer zalen van het ge.bouw vani het Provinciaal be stuur in Zeeland le Middelburg de derde verkeersconl'erentLe, bijeengeroe pen door Ged. Staten, plaats. Met den Commissaris der Koningin, de leden van Ged. Staten v. d. Weij;d|&, van Dusseldorp en Stieger, den griffier en enicele hoofd- en andere ambtenaren der griffie, waren aanwezig vertegen woordigers van de beide Kamers van Koophandel, en van verschillende maat schappijen en .organisaties, die bclang- hebben bij liet verkeer, o.a, van den A. N. W. B. de K. N. A. C., de Bedrijfsauto houders, de Z.H.V., enz. De Comm. der Koning in opende als voorzitter de bijeenkomst en heette alle aanwezigen welkom. Het aantal was z. i. te groot om allen afzonderlijk te vernoemen, maar tocli meende spr. en kele uitzonderingen te mogen maken. Tn het bijzonder 'heejtte de voorzitter daarom welkom de vertegenwoordigers der buitenlandsche maatschappijen, ntnl. van den Spoorweg MechelenTerneuzen en van dien GentTerneluzen. Verder den nieuwen inspecteur der postierijlen, den heer Groeneijk en den adjunct-in specteur den heer van Houwelingen; en ten slotte de vertegenwoordigers Van den A. N. W. B. en de K. N. A. Spr. weet, dat er nog wenschen en klachten zijn en dit soms terecht, maar men mag ook niet blind zijn voor het vele goede, dat tot stand w'erd gebracht., fn de eerste plaats noemt spr. de motor- veerboot, die zeker bewezen heeft een degelijk vervoermiddel te zijn, dit gedu rende den ganschen zomer. Zeer mooie toegangswegen tot dfeze boot zijn gemaakt en daarvoor brengt spr. hulde aan dein Rijkswaterstaat. Dan is er de niieuwe boot voor WolphaartsdijkKortgene, en het plan voor den bouw van een tweede boot, die f 70.000 zal kosten. Dan het verbeteren en verbreeden van de aanleg steigers le Kamerland en Kortgene; en de plannen voor verbetering van die le Walzoorden en te Stave-nisse. Plannen zullen worden ontworpen worden voor een ponton in de haven van Zierikzee. Hulde brengt spr. aan de gemeente Tho- "len, die zonder hulp van rijk of provincie de brug deed bouwen: Dan is er de totstandkoming van de Zuid-Beveland- sche spoorwegen, de uitbreiding van de ïandbouwlijnen van de Zeeuwsch-V!. Tramwegrpaatschappij en wellicht spoe dig een electrische tram Breskens: Knocke. Veel wordt er ook aan de we gen verbetering gedaan en de provincie stort daarvoor jaarlijks minstens f 70.000 in het wegenfonds. Tot stand kwamen of zijn in wording verbeterde wegen van Brouwershaven naar Zierikzee, over den Graafjansdijk; van IJzendijke naar de Belgische grens; den Nieuwen Vlissingschen weg en dan de in verre staat \an voorbereiding ver- keerende plannen voor den weg naar Westkapelle en Domburg. Zeer ernstig wordt de aandacht gevestigd op cl|e scheepvaart, wat blijkt 'uit de pogingen om een kanaal HulstAxelsche Sassing te krijgen, dat lerens voor de afwatering kan dienen. Spr. moet tot zijn leedwezen opmerken, dat de Nederlandsche Spoorwegen en de Spoorwegmaatschappij Zuid-Beveland niet tegenwoordig zijn. Zij hero epn zich op den spoorwegraad. Ged. Staten heb ben tevergeefs gepoogd in dien raad vertegenwoordigd te worden. De heer van Rompu was verhinderd te komen en de directie der Rotterdam - sche Tramwegmaatschappij berichtte Lot haar spijt niet aanwezig te kunnen zijn Spr. stelt als volgorde ter bespreking vast: 1. Stoombootdienslen op de W - en Oosterschelde; 2e de Veerdiensten. 3. Spoor- en tramwegen, ook de dienstre gelingen en de aansluitingen; 4e de we gen 5e de autobussen en ten slotte alles wat niet onder een dezer rubrieken is te brengen. Spr. zal echter raceten begin nen met zelf af te wijken en liet woord te geven aan den vertegenwoordiger van de spoorwegmaatschappij GentTerneu zen, die weinig tijd had. Genoemde vertegen woordige r wees er op, dat de eerste boot van Vlls- singeu bij vertrek te 5.10 in plaats van le 5.50 te Terneuzen aansluiting zou kunnen geven op den trein van 6.57 en daardoor te Gent—St. Pieter op treinen naar Brussel, Ostende enz., met aankomst nog in den loop van den morgen. Juist om die aansluitingen le Gent kan de trein van Terneuzen niet worden verlaat. Het vervroegen van de boot kan z. i. omdat er te Vlissinlgen toch geen aansluiting op is. !De voorz. acht het jammer, diat de heer v. Rompu er niet is, maar het ge vraagde heeft de volle aandacht an de bootcommissie. De Inspecteur der P. T. T. sluit zich hij het gedane verzoek aan, ómdat hem een waag uit Sas van Gent om vlug ger de post te verkrijgen' heeft bereikt De hoot kan dan alle des avonds te Vtis- singen aangekomen post medenemen. Voor het over België verzenden, zooals tijdens den ijsgang', voelt het hoofdbe stuur niet veel. De voorz. dankt voor deze mede deeling en zegt er des te meer reden is om aan deze kwestie aandacht te schen ken. De stoomk diensten op de W-Schelde. De voorz. wil in1 de eerste plaats de tarieven bespreken en deelt mede dat men al lang bezig is daarover met den Haag tot overeenstemming le konie,- Vorige week Woensdag had de bootcom missie nog een onderhoud met liet depar temen't van Waterstaat en er bestaat een 50 ct. per doos. Bij alle Apothekers en Drogisten. (Ingez. Med.) "je moet hem zien le ontmoeten onver wachts .Hij moet er niet op voorbereid zijn". Denk je, dat ik zoo dom zou wezen Neeïi. Ik zal wel zoo lang wachten tot hij buiten komt. Dat kan heel best ip een hotel; ik zal hem goed opnemen als hij op straat komt. Indien ik hem meer gezien heb, en dat is heel goed mo gelijk, dan ben ik misschien wel in de gelegenheid hem daaraan te herinneren." HOOFDSTUK IX. De teerling wordt geworpep. Mijnheer Talbot ging de trap af en was van plan een wandelingetje te gaan doen. Toen hij in de vestibule kwam ktond daar een dame met den portier le praten; de man was zijn kamertje uitge komen om haar uit te laten. Het was een jonge dame, knap van uiterlijk en goed gekleed in de oogen van den por tier. Hij twijfelde zeker geen oogenblik of het was een echte damie en de mees te mannen van bet slag van een 'por tier hebben een goed oog op e°n vrouw zoover liet fortuin, afkomst en manieren betreft. Toen Talbot beneden kwam, scheen de portier dadelijk de aandacht der dame op hem te vestigen. Talbot hoorde hem duidelijk zeggen in volmaakt goed Engelsch „Dat is de heer die met miss Hal lam meegekomen is". De dame draaide zich om en keek hem aan. Hij had een zonderlinge ge waarwording, toen hij haar gezicht zag. Waar had hij iemand gezien, waar zij hem aa'n deed denken? Er bestond be«- paaid een zekere gelijkenis met iemand, die hij gezien had, en ook weer iels geheel verschillends. Hij nam zijn hoed af toen zij hem even groette; zelfs die beweging van haar hoofd herinnerde hem aan iemand. „Neeni mij niet kwalijk, dat ik u aanspreek, maar de portier vertelt mij, (lat u gisterenavond uit Messina gekomen fs met juffrouw Hallam. U heeft zeker e?n vreeselijken tijd gehad. De telegraaf is zeker in de wai'; wij schijnen geen betrouwbare tijding te kunnen krijgen, maar het gerucht loopt, dat de stad een puinhoop is". „Ja, ik moet u zeggen, dat de geruch ten ditmaal niet overdreven zijn. Het is daar een treuigre toestand." „Is dat dus waar? O, hoe vreeselijkl! Is het waar, dat u hier naar toe is gekof men met juffrouw Hallam?" „Dat genoegen heb ik inderdaad ge had". „U begrijpt, dat het niet alleen uit nieuwsgierigheid is, dat ik u die vraag doe ,maar zou u mij ook kunnen zeggen of zij familie is van dom^né David Hal lam, den Engelschen predikant te Mes sina Talbot daeht even na voordat hij ant zeer goede kans, dat het tarief goedkoo- per zal worden, speciaal wat de goederen betreft. Er is echter nog geen positieve zekerheid te geven,. De heer Harte wijst op de door de Kamer te Neuzen geuite wensch, dat voor de auto's, die goederen overbrengen niet zal moeten worden betaald. De voorz. zegt dat dit ook op de conferentie in Den Haag onder de aan dacht is gebracht. Spr. komt dan tot de angst, die schijnt te bestaan, over' opheffing van de lijn NeuzenVlissingen, dit is echter zeer praematuur en neg heelemaal een vraag. Niemand denkt daar nog over, eerst zou dan moeten blijken, dat in tiet verkeer bijv. door sneltrammen voldoende werd voorzien. Men moet nu niet de minste vrees er voor hebben. De heer Bore el, vertegenwoordiger van de „Zeeland" wijst op de plannen om te Terneuzen een veiling te stichten en dan is een vlugge bootverbinding Neu zen—Vlissiugen voor de export van groo- te beteekenis. De heer Harte zal er niet verder over praten in het vertrouwen, dat de meest belanghebbenden in^ eventueele plannen zullen worden gekend De voorz. zegt dat opheffing toch niet kan zonder do Prov. Staten te ken nen. De neer Harte wijst er op, dat de steiger te Walzoorden niet behoorlijk ver li cat is en dit zoo-als hij verneemt door een versc.iil van meening tus- scnen gemeente en rijk. Spr. wijst op Terneuzen en zegt, dat goede verlicn- ting van groote beteekenis is voor het publiek. De voo r z. zegt, dat in verband met de plannen voor een op en neer gaande aanlegplaats, zeer groote kans is op een verbetering der verlichting De neer Rengers van de K.N.A.G, wijst op net moeilijke oprijden van auto s te Iloedekenskerke. De voorz. zegt, dat nieuwe plan- nen voor die aanlegplaats in bewerking zijn. De heer Boreel meent, dat er Zon dags te weinig booten varen, er is toch wel degelijk lust oui van uit Zeeuwsch- Vlaan neren Walcheren te bezoeken De voorz. zegt, dat men de uit spraak der Prov. Staten kent, men zou dan moeten trachten daarin verandering te aoen brengen. De Oos ter sch el de dienst De voorz. brengt nu de lijn Zierik zee—Wolphaartsdijk ter sprake en herin nert er aan, dat hij zeide dat een ponton te Zierikzee in voorbereiding is De I n s p. der P o s t e rij e n zou gaarne een betere aansluiting zien tol stana komen door een wijziging van de tram,, die te 15.10 uit Burgh gaat en de boot, die te 16.50 van Zierikzee koimt Het blijkt, dal er een mis verstand bestaat lusschen spreker en nen faeer v. d. Weijae en op1 voorstel van den voorz. verklaart de neer Groeneijk zich bereid de zaak bij de bootcommissie nader te komen bespreken. De heer Rouw vraagt als vertegen- wooroiger van den Bond van Bedrijfs- autonouaers om -ook voor den Oóster- scheldedienst verlaging der tarieven te overwegen. Spir. weet wel, dat Ged. Staten de ïiuancieele zijde van de kwes tie beter kunnen, bekijken dan hij, maar wellic.it zal aoor lager tarief de op brengst juist gaan stijgen. De voorz. zegt, dal ook dit de aanaacht heeft. De Veejren Allereerst komt nu het veer Zijpe— Anna Jacoba polder ter sprake en meent ae neeg, Rengers, dat er ook bij het lager tarief nog te weinig gebruik van worat gemaakt door automobilisten. De R. T. M. is met f 3.— (per reis tevreden als steun. Spr. maakte van deze gelegen hein gebruik om nog hulde te brengen aoor de groote verbetering op de lijn Vlissingen—Breskens, wat een goede stap is opi den weg tot verbetering Van den internationalen route door Zeeland naar België- De heer Gast zegt. dat men nog pas woord gaf. Indien hij de vraag niet be antwoordde zou de vreemde dame juf vrouw Hallam wenschen te spreken. Hij wist niet precies waarom, maar hij had een vermoeden dat juffrouw Hallam dat niet wensente. Zij had hem zoo iets verteld van een persoon ,die zij 's mor gens gezien uad en die zij liever niet wilde ontmoeten. Misschien was deze vreemde dame dat wel. Hij zou liever zelf de ge wensch te inlichting geven, cn hoopte zoodoende van haar af te komen. Misschien was dit de bewuste dame wel, ofschoon er niets onaangenaams was in haar uiterlijk. ,.Ja, zij is de dochter van den heer Hallam". „Zijn dochter?" de andere glimlachte. „Dat kan niet zoo wezen. Ik ken mijn heer Hallam heel goed; hij is niet ge trouwd" Geen oogenblik verloor Talbot zijn tegenwoordigheid van geest. Hij glimi- lacbte. „In dat geval is de juffrouw Hallam, die u bedoelt, niet dezelfde als deze." „Alkveder begrijp ik niet hoe dat mo gelijk is. „Er bestaat stellig en zéker maar één David Hallam, Engelsch predikant te Messina. Mag ik juffrouw Hallam even sppeken De dam* sch «en v*rba«sd t* Aj*. dat ten opzichte van dagelijksche benoodigd- heden is zoowel in zaken als in het huiselijk leven nadeeldg. Verstandige en bedachtzame mensohen brengen hunne eischen in overeen stemming met de beschikbare middelen, en gooien nooit onnoodig geld weg! Veelvuldige schoenreparaties, vooral van de hakken kunnen worden vermeden door Berson gummi hakken. Berson hakken zijn goedkooper dan leeren en slijten niet half zoo vlug; zij zijn het behoud uwer schoenen door hunne buitengewone elasticiteit. Praktische, zuinige men-j schen dragen altijd Berson cuimmi hakken bij regeering en R. T. M. op verbeterinj- gen is wezen aandringen,, maar men is met ledige nanden terug gekeerd. De 25.000 inwoners van Schouwen en Dui- veland wonen zter afgelegen en ver* keeren ia zeer ongunstige positie. Het is geen iaeale boot, die in dienst is, me ar voorlaopig- wil men alleen een he tere regeling vragen Met vrijmoedigheid durft men dit 'te doen, gezien wat voor Zeeuwsch-Vlaan- deren wordt gedaan. Wellicht moet Scnouwen ook eens met annexatie wor den nedreigd. (Hilariteit). De voorz. zegt, naar aanleiding van een vraag van den heer Gast, dat niet bij Geu. Staten, docli bij hem een schrij1- ven vrn aen Minister is ingekomen, naar aanleiding van het onderhoud in Den Haag en waarin wordt gevraagd hoeveel de provincie zou willen betalen in het door de R. T. M. gevraagde su^sidiu van f 16.000. Spr. zal dit ais, 'Vrijdag in Ged. Staten brengen, maar zegt, dal bij wijze van proef ongeveer f 5000 per jaar is toegekend. Ged. Staten staan ech ter op het standpunt, dat het hier eien rijkszaak geldt. De vertegenwoordiger van V ree mo deling enver keer te Zierikzee maakt een vergelijking met liet kleine Noordi- Bevelana, dat drie verbindingen heeft. De heer Rouw, thahs namens de commissie tot verbetering van de ver keersmiddelen op de Zuid-Hollandsche en Zeeuw sche eilanden, zegt dat de proef geen juist beeld geeft, gezien de an dere bootjes, die ook varen. De heer Ren g e r s zegt, dat de ver meerdering van vaarten juist is geschied voor de motorrijtuigen, die kunnen niet met ae kleine bootjes mede. Komende tot het veer Wolphaartsdijk Kortgene, zegt de voorz. dat vermoe delijk dit jaar een verlaging van tarieven tot stand zal komen. De heer K o 1 e vraagt om meer vaar ten, en wijst er op, dat des Dinsdags soms vele auto s moeten 'blijven wach ten. De tarieven worden z.i. willekeurig toegepast. Reeds te kwart over zeven is het eiland dicht en afgesloten. Te Kort gene is het levensgevaarlijk op' en af de boot te rijden ,het plateau is te klein om te draaien. Het fooienstelsel is nu ge lukkig verdwenen. De voorz. zegt, dat meer diensten overwogen worden en verwijst het an dere naar de bootcom'missie. De heer Duvekot legt namens de Goesche Middenstandsvereenigkigen Ver- hij niet dadelijk haar verzoek inwilligde. „Al is juffrouw Hallam niet meer dan een verre bloedverwant van den heer David Hallam, toch zal 't haar zeker genoegen doén mij te ontvangen. Mijn heer Hallam is een oude vriend Van mij." „Ik weet zeker, dat juffrouw Hallam liever geen bezoek ontvangt". Hel was duidelijk, dat deze woorden niet in den smaak vielen van de dame. Zij richtte zich een weinig meer op en keerde zich om, hetgeen duidelijk eenigé minachting moest beduiden." „Ik zal een van de kellners belet la ten vragen bij juffrouw Hallam." „Neem mij niet kwalijk, dat zal u niet baten" Nu zag z'ij hem aan met een blik. c?ie hem nog duidelijker de gelijkenis deed opmerken met die andere. Zij nam hem zijn gedrag zeer kwalijk; zij wilde hem dat toonen. „,En toch met of zonder uw permissie zal ik mij zelf het genoegen verschaffen belet te laten vragen bij juffrouw Hal lam" De man, dien zij tegenover zich had. was niet zoo gemakkelijk af le scfiepen: hij bleef op zijn stuk staan. De uitdruk king in haar oogen was er niet vriende lijker op geworden, doch ontlokte hem slechts een glimlachje. (W«mt vérwlgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1929 | | pagina 5