De Plaatsvervanger.
BIJVOEGSEL
Lichtzinnigheid
vajs m
Dinsdag 19 Maart 1929 No. 66
BINNENLAND
DE UTRECHTSCHE PUBLICATIES EN
DE NEDERLANDSCHE JOUR
NALISTENKRING.
FEUILLETON
door
DE VERKEER SCONFERENTIE.
„Waarom?"
Draagt BERSON Hakken.
(Ingez. Med.)
Wij meldden gister onder laatste be
richten in het kort de motie van het be
stuur van den Nederlandsche Journalis
tenkring aangenomen in zijn vergadering
van j.l. Zaterdag.
Gezien het belang der k'westie geven
wij hierbij den volledigen tekst.
Het bestuur van den Nederlandschen
Journalistenkring, in zijn vergadering van
16 Maart 1929 opnieuw de gebeurtenis
sen besprekend, die zijn voorgevallen in
verband met de Utrechtsche publicaties,»
Vooropstellend, dat zijn ingrijpen in
deze ernstige aangelegenheid niet alleen
wordt gerechtvaardigd door aard en
karakter der vereaniging, maar ook
steunt op de duidelijke bepaling der
kring-statuten, die den kring in het al
gemeen en hét bestuur in het bijzonder
den plicht opleggen te waken voor „ge
zonde toestandenin de Nederlandsche
pers, en toe te zien, dat de „waardigheid
van het beroep" niet wordt aangetast,
welke taak de kring gedurende de 15
jaren van zijn bestaan onafgebroken heeft
vervuld.
Constateert:
le dat het lid van den kring dr. P. H.
Ritter Jr., hoofdredacteur van hel
Utreen tsch Dagblad zidh wel bereid heeft
verklaard medewerking te verleencn tot
een regeeringsonderzoek inzake den aard
der door hem gepubliceerde stukken',
doch niet tot een onderzoek door andere
„bevoegde personen", welke verschil van
beteekenis is, aangezien de Nederland
sche Regeering, die verklaard heeft, dat
er, na de officieele tegenspraken van
Londen, Brussel en Parijs, voor haar
geen aanleiding bestaat, verdere stappen
te doen, zeer moeilijk' uit eigen beweging
een onderzoek kan laten instellen;
2e dat dro. Ritter, met een terzake
geenszins dienend beroep op het persge
heim, heeft .afgewezen een onderzoek
naar het belangrijke onderscheid tus-
schen de eerste en de tweede publicatie
bij welk punt zijn journalistieke verant
woordelijkheid ten nauwste is betrokken;
spreekt als zijn meening uit, dat dit
beroep ten aanzien van dit ernstige punt
dus niet kan worden aanvaard als reden
om elk onderzoek hetzij door het kring-
bestuur hetzij door eenige met mede
werking van dr. Ritter gekozen bevoegde
personen af te wijzen;
betreurt in hooge mate, dat dr. Ritter
zijnerzijds, niet tot het gevraagde on
derzoek heeft medegewerkt;
verklaart, tenzij nieuwe gebeurtenissen
daarin verandering brengen, thans gr en
aanleiding te vinden, verder «op deze
aangelegenheid in te gaan, doch voorne
mens te zijn, de principiëele vragen
waartoe het gebeurde aanleiding geeft,
te zijner tijd nader in den kring aan de
orde te stellen.
DE W ATERSTAATSBEGROOTING,
Aan de Memorie van Antwoord i.z.
de waterstaatsbegrooliïig onlleenen wij,
wat betreft de provincie Zeeland
Het vervoer van en naar Zeeland wèt-
tigt voorloopig geen uitbreiding van hel
aantal treinen. Samentrekking van alle
trams in een noorder-, midden en zui-
•set
RICHARD MARSH.
Yrij naar het Engelsch door 0. M. G. de W.
25).
„Neen, die man heeft niets van die
blanke lummels zooals je op het oog
hebt; je moest gezien hebben hoe hij
er uitzag en hoe hij keek'. Ik ken een
mensch op het eerste glezicht. Hij is
een echte man".
„Dat is geen reden waarom hij niet
een bedrieger zou wiezen. Ik zeg je
Hog eens.' je bent voor den gek ge
houden. Ik weet niet hoe. maar zeker
op de een of andere manier, ik hen
er zeker van. Maar ik laat ei' mij zelf
niet inloopen, nu niet en in 't geheel
niet. Je zult er ook niet achter kor
men, mijnheer Talbot. Ik zal je eens
wat zeggen: ik zal er op1 afgaan en mijn
heer eens bekijken ,dien mijnheer van
joul" i
„Juist, dat wou ik je juist aanraden;
jij moet er eens op afgaan. Misschien
heb ej hem wel eens meer gezien. Ik
nooit. Als ik hem ooit eerder ontmoet
had, zou ik het wel weten, 't Is niet
een type dat men zoo licht vergeet.
rMaar ik zou niet naar hem vragen;
derhet, elk onder een afzonderlijke be
drijfsleiding, zou, indien al mogelijk, geen
aanbeveling verdienen. Wel dient te wor
den gestreefd naar samenvoeging van
de in een zelfde streek gelegen en door
verscfiiheUae maatschappijen geëxploi
teerde tramwegen, hetgeen dan ook ge
schiedt. Overigens zal concentratie van
tramwegen een p'unt van onderzoen uit
maken van de commissie inzake 't tram-
wegvraagstuk.
Hec verzoek o!m uitbreiding van tram
wegen in Oost Zeeuwsch Vlaanderen is
in handen gesteld van de staatscommissie
voor liet vervoersvraagstuk.
IIET FRANSCH-BELGISCH MILITAIR
VERDRAG.
Het administratieve onderzoek, dooi
de Belgische regeering bevolen in ver
band met ae zaak Frank-Heine, is thans
geëinciga. De conclusies worden geheim
gehouaen en zouden gister in den mi
nisterraad worden besproken. In offici-
euse kringen acht men het zeer waar-
scnijnlijK, dat deze enquete tot geen in
grijpende sancties aanleiding zal geven
en alles zic'.i bepalen zal miss,dhien
op 'n paar vormelijke berispingen na
lot de reorganisatie van den veiligheids
dienst waarvan gister melding is ge
maakt.
HET VERBOND VAN NATIONALISTEN,
Het Verbond van Nationalisten zal
met eigen candidalen deelnemen aan de
verkiezingen voor de Tweede Kamer
Maandagmiddag had in een djer zalen
van het ge.bouw vani het Provinciaal be
stuur in Zeeland le Middelburg de
derde verkeersconl'erentLe, bijeengeroe
pen door Ged. Staten, plaats.
Met den Commissaris der Koningin,
de leden van Ged. Staten v. d. Weij;d|&,
van Dusseldorp en Stieger, den griffier
en enicele hoofd- en andere ambtenaren
der griffie, waren aanwezig vertegen
woordigers van de beide Kamers van
Koophandel, en van verschillende maat
schappijen en .organisaties, die bclang-
hebben bij liet verkeer, o.a, van den A.
N. W. B. de K. N. A. C., de Bedrijfsauto
houders, de Z.H.V., enz.
De Comm. der Koning in opende
als voorzitter de bijeenkomst en heette
alle aanwezigen welkom. Het aantal was
z. i. te groot om allen afzonderlijk te
vernoemen, maar tocli meende spr. en
kele uitzonderingen te mogen maken.
Tn het bijzonder 'heejtte de voorzitter
daarom welkom de vertegenwoordigers
der buitenlandsche maatschappijen, ntnl.
van den Spoorweg MechelenTerneuzen
en van dien GentTerneluzen. Verder
den nieuwen inspecteur der postierijlen,
den heer Groeneijk en den adjunct-in
specteur den heer van Houwelingen;
en ten slotte de vertegenwoordigers Van
den A. N. W. B. en de K. N. A.
Spr. weet, dat er nog wenschen en
klachten zijn en dit soms terecht, maar
men mag ook niet blind zijn voor het
vele goede, dat tot stand w'erd gebracht.,
fn de eerste plaats noemt spr. de motor-
veerboot, die zeker bewezen heeft een
degelijk vervoermiddel te zijn, dit gedu
rende den ganschen zomer. Zeer mooie
toegangswegen tot dfeze boot zijn gemaakt
en daarvoor brengt spr. hulde aan dein
Rijkswaterstaat. Dan is er de niieuwe boot
voor WolphaartsdijkKortgene, en het
plan voor den bouw van een tweede
boot, die f 70.000 zal kosten. Dan het
verbeteren en verbreeden van de aanleg
steigers le Kamerland en Kortgene; en
de plannen voor verbetering van die le
Walzoorden en te Stave-nisse. Plannen
zullen worden ontworpen worden voor
een ponton in de haven van Zierikzee.
Hulde brengt spr. aan de gemeente Tho-
"len, die zonder hulp van rijk of provincie
de brug deed bouwen: Dan is er de
totstandkoming van de Zuid-Beveland-
sche spoorwegen, de uitbreiding van de
ïandbouwlijnen van de Zeeuwsch-V!.
Tramwegrpaatschappij en wellicht spoe
dig een electrische tram Breskens:
Knocke. Veel wordt er ook aan de we
gen verbetering gedaan en de provincie
stort daarvoor jaarlijks minstens f 70.000
in het wegenfonds.
Tot stand kwamen of zijn in wording
verbeterde wegen van Brouwershaven
naar Zierikzee, over den Graafjansdijk;
van IJzendijke naar de Belgische grens;
den Nieuwen Vlissingschen weg en dan
de in verre staat \an voorbereiding ver-
keerende plannen voor den weg naar
Westkapelle en Domburg. Zeer ernstig
wordt de aandacht gevestigd op cl|e
scheepvaart, wat blijkt 'uit de pogingen
om een kanaal HulstAxelsche Sassing
te krijgen, dat lerens voor de afwatering
kan dienen.
Spr. moet tot zijn leedwezen opmerken,
dat de Nederlandsche Spoorwegen en de
Spoorwegmaatschappij Zuid-Beveland
niet tegenwoordig zijn. Zij hero epn zich
op den spoorwegraad. Ged. Staten heb
ben tevergeefs gepoogd in dien raad
vertegenwoordigd te worden.
De heer van Rompu was verhinderd
te komen en de directie der Rotterdam -
sche Tramwegmaatschappij berichtte Lot
haar spijt niet aanwezig te kunnen zijn
Spr. stelt als volgorde ter bespreking
vast: 1. Stoombootdienslen op de W -
en Oosterschelde; 2e de Veerdiensten.
3. Spoor- en tramwegen, ook de dienstre
gelingen en de aansluitingen; 4e de we
gen 5e de autobussen en ten slotte alles
wat niet onder een dezer rubrieken is
te brengen. Spr. zal echter raceten begin
nen met zelf af te wijken en liet woord
te geven aan den vertegenwoordiger van
de spoorwegmaatschappij GentTerneu
zen, die weinig tijd had.
Genoemde vertegen woordige r
wees er op, dat de eerste boot van Vlls-
singeu bij vertrek te 5.10 in plaats van
le 5.50 te Terneuzen aansluiting zou
kunnen geven op den trein van 6.57 en
daardoor te Gent—St. Pieter op treinen
naar Brussel, Ostende enz., met aankomst
nog in den loop van den morgen. Juist
om die aansluitingen le Gent kan de trein
van Terneuzen niet worden verlaat. Het
vervroegen van de boot kan z. i. omdat
er te Vlissinlgen toch geen aansluiting
op is.
!De voorz. acht het jammer, diat de
heer v. Rompu er niet is, maar het ge
vraagde heeft de volle aandacht an de
bootcommissie.
De Inspecteur der P. T. T. sluit
zich hij het gedane verzoek aan, ómdat
hem een waag uit Sas van Gent om vlug
ger de post te verkrijgen' heeft bereikt
De hoot kan dan alle des avonds te Vtis-
singen aangekomen post medenemen.
Voor het over België verzenden, zooals
tijdens den ijsgang', voelt het hoofdbe
stuur niet veel.
De voorz. dankt voor deze mede
deeling en zegt er des te meer reden is
om aan deze kwestie aandacht te schen
ken.
De stoomk diensten op
de W-Schelde.
De voorz. wil in1 de eerste plaats de
tarieven bespreken en deelt mede dat
men al lang bezig is daarover met den
Haag tot overeenstemming le konie,-
Vorige week Woensdag had de bootcom
missie nog een onderhoud met liet depar
temen't van Waterstaat en er bestaat een
50 ct. per doos. Bij alle Apothekers en Drogisten.
(Ingez. Med.)
"je moet hem zien le ontmoeten onver
wachts .Hij moet er niet op voorbereid
zijn".
Denk je, dat ik zoo dom zou wezen
Neeïi. Ik zal wel zoo lang wachten tot
hij buiten komt. Dat kan heel best ip
een hotel; ik zal hem goed opnemen
als hij op straat komt. Indien ik hem
meer gezien heb, en dat is heel goed mo
gelijk, dan ben ik misschien wel in de
gelegenheid hem daaraan te herinneren."
HOOFDSTUK IX.
De teerling wordt geworpep.
Mijnheer Talbot ging de trap af en
was van plan een wandelingetje te gaan
doen. Toen hij in de vestibule kwam
ktond daar een dame met den portier le
praten; de man was zijn kamertje uitge
komen om haar uit te laten. Het was
een jonge dame, knap van uiterlijk en
goed gekleed in de oogen van den por
tier. Hij twijfelde zeker geen oogenblik
of het was een echte damie en de mees
te mannen van bet slag van een 'por
tier hebben een goed oog op e°n vrouw
zoover liet fortuin, afkomst en manieren
betreft. Toen Talbot beneden kwam,
scheen de portier dadelijk de aandacht
der dame op hem te vestigen. Talbot
hoorde hem duidelijk zeggen in volmaakt
goed Engelsch
„Dat is de heer die met miss Hal
lam meegekomen is".
De dame draaide zich om en keek
hem aan. Hij had een zonderlinge ge
waarwording, toen hij haar gezicht zag.
Waar had hij iemand gezien, waar zij
hem aa'n deed denken? Er bestond be«-
paaid een zekere gelijkenis met iemand,
die hij gezien had, en ook weer iels
geheel verschillends. Hij nam zijn hoed
af toen zij hem even groette; zelfs die
beweging van haar hoofd herinnerde
hem aan iemand.
„Neeni mij niet kwalijk, dat ik u
aanspreek, maar de portier vertelt mij,
(lat u gisterenavond uit Messina gekomen
fs met juffrouw Hallam. U heeft zeker
e?n vreeselijken tijd gehad. De telegraaf
is zeker in de wai'; wij schijnen geen
betrouwbare tijding te kunnen krijgen,
maar het gerucht loopt, dat de stad een
puinhoop is".
„Ja, ik moet u zeggen, dat de geruch
ten ditmaal niet overdreven zijn. Het is
daar een treuigre toestand."
„Is dat dus waar? O, hoe vreeselijkl!
Is het waar, dat u hier naar toe is gekof
men met juffrouw Hallam?"
„Dat genoegen heb ik inderdaad ge
had".
„U begrijpt, dat het niet alleen uit
nieuwsgierigheid is, dat ik u die vraag
doe ,maar zou u mij ook kunnen zeggen
of zij familie is van dom^né David Hal
lam, den Engelschen predikant te Mes
sina
Talbot daeht even na voordat hij ant
zeer goede kans, dat het tarief goedkoo-
per zal worden, speciaal wat de goederen
betreft. Er is echter nog geen positieve
zekerheid te geven,.
De heer Harte wijst op de door de
Kamer te Neuzen geuite wensch, dat
voor de auto's, die goederen overbrengen
niet zal moeten worden betaald.
De voorz. zegt dat dit ook op de
conferentie in Den Haag onder de aan
dacht is gebracht.
Spr. komt dan tot de angst, die schijnt
te bestaan, over' opheffing van de lijn
NeuzenVlissingen, dit is echter zeer
praematuur en neg heelemaal een vraag.
Niemand denkt daar nog over, eerst zou
dan moeten blijken, dat in tiet verkeer
bijv. door sneltrammen voldoende werd
voorzien. Men moet nu niet de minste
vrees er voor hebben.
De heer Bore el, vertegenwoordiger
van de „Zeeland" wijst op de plannen
om te Terneuzen een veiling te stichten
en dan is een vlugge bootverbinding Neu
zen—Vlissiugen voor de export van groo-
te beteekenis.
De heer Harte zal er niet verder
over praten in het vertrouwen, dat de
meest belanghebbenden in^ eventueele
plannen zullen worden gekend
De voorz. zegt dat opheffing toch
niet kan zonder do Prov. Staten te ken
nen.
De neer Harte wijst er op, dat de
steiger te Walzoorden niet behoorlijk
ver li cat is en dit zoo-als hij verneemt
door een versc.iil van meening tus-
scnen gemeente en rijk. Spr. wijst op
Terneuzen en zegt, dat goede verlicn-
ting van groote beteekenis is voor het
publiek.
De voo r z. zegt, dat in verband met
de plannen voor een op en neer gaande
aanlegplaats, zeer groote kans is op een
verbetering der verlichting
De neer Rengers van de K.N.A.G,
wijst op net moeilijke oprijden van auto s
te Iloedekenskerke.
De voorz. zegt, dat nieuwe plan-
nen voor die aanlegplaats in bewerking
zijn.
De heer Boreel meent, dat er Zon
dags te weinig booten varen, er is toch
wel degelijk lust oui van uit Zeeuwsch-
Vlaan neren Walcheren te bezoeken
De voorz. zegt, dat men de uit
spraak der Prov. Staten kent, men zou
dan moeten trachten daarin verandering
te aoen brengen.
De Oos ter sch el de dienst
De voorz. brengt nu de lijn Zierik
zee—Wolphaartsdijk ter sprake en herin
nert er aan, dat hij zeide dat een ponton
te Zierikzee in voorbereiding is
De I n s p. der P o s t e rij e n zou
gaarne een betere aansluiting zien tol
stana komen door een wijziging van de
tram,, die te 15.10 uit Burgh gaat en de
boot, die te 16.50 van Zierikzee koimt
Het blijkt, dal er een mis verstand
bestaat lusschen spreker en nen faeer
v. d. Weijae en op1 voorstel van den
voorz. verklaart de neer Groeneijk zich
bereid de zaak bij de bootcommissie
nader te komen bespreken.
De heer Rouw vraagt als vertegen-
wooroiger van den Bond van Bedrijfs-
autonouaers om -ook voor den Oóster-
scheldedienst verlaging der tarieven te
overwegen. Spir. weet wel, dat Ged.
Staten de ïiuancieele zijde van de kwes
tie beter kunnen, bekijken dan hij, maar
wellic.it zal aoor lager tarief de op
brengst juist gaan stijgen.
De voorz. zegt, dal ook dit de
aanaacht heeft.
De Veejren
Allereerst komt nu het veer Zijpe—
Anna Jacoba polder ter sprake en meent
ae neeg, Rengers, dat er ook bij het
lager tarief nog te weinig gebruik van
worat gemaakt door automobilisten. De
R. T. M. is met f 3.— (per reis tevreden
als steun. Spr. maakte van deze gelegen
hein gebruik om nog hulde te brengen
aoor de groote verbetering op de lijn
Vlissingen—Breskens, wat een goede stap
is opi den weg tot verbetering Van den
internationalen route door Zeeland naar
België-
De heer Gast zegt. dat men nog pas
woord gaf. Indien hij de vraag niet be
antwoordde zou de vreemde dame juf
vrouw Hallam wenschen te spreken. Hij
wist niet precies waarom, maar hij had
een vermoeden dat juffrouw Hallam dat
niet wensente. Zij had hem zoo iets
verteld van een persoon ,die zij 's mor
gens gezien uad en die zij liever niet
wilde ontmoeten. Misschien was deze
vreemde dame dat wel. Hij zou liever
zelf de ge wensch te inlichting geven, cn
hoopte zoodoende van haar af te komen.
Misschien was dit de bewuste dame wel,
ofschoon er niets onaangenaams was in
haar uiterlijk.
,.Ja, zij is de dochter van den heer
Hallam".
„Zijn dochter?" de andere glimlachte.
„Dat kan niet zoo wezen. Ik ken mijn
heer Hallam heel goed; hij is niet ge
trouwd"
Geen oogenblik verloor Talbot zijn
tegenwoordigheid van geest. Hij glimi-
lacbte.
„In dat geval is de juffrouw Hallam,
die u bedoelt, niet dezelfde als deze."
„Alkveder begrijp ik niet hoe dat mo
gelijk is.
„Er bestaat stellig en zéker maar één
David Hallam, Engelsch predikant te
Messina. Mag ik juffrouw Hallam even
sppeken
De dam* sch «en v*rba«sd t* Aj*. dat
ten opzichte van dagelijksche benoodigd-
heden is zoowel in zaken als in het huiselijk
leven nadeeldg. Verstandige en bedachtzame
mensohen brengen hunne eischen in overeen
stemming met de beschikbare middelen, en
gooien nooit onnoodig geld weg!
Veelvuldige schoenreparaties, vooral van
de hakken kunnen worden vermeden door
Berson gummi hakken. Berson hakken zijn
goedkooper dan leeren en slijten niet half
zoo vlug; zij zijn het behoud uwer schoenen
door hunne
buitengewone
elasticiteit.
Praktische,
zuinige men-j
schen dragen
altijd Berson
cuimmi hakken
bij regeering en R. T. M. op verbeterinj-
gen is wezen aandringen,, maar men is
met ledige nanden terug gekeerd. De
25.000 inwoners van Schouwen en Dui-
veland wonen zter afgelegen en ver*
keeren ia zeer ongunstige positie. Het
is geen iaeale boot, die in dienst is,
me ar voorlaopig- wil men alleen een he
tere regeling vragen
Met vrijmoedigheid durft men dit 'te
doen, gezien wat voor Zeeuwsch-Vlaan-
deren wordt gedaan. Wellicht moet
Scnouwen ook eens met annexatie wor
den nedreigd. (Hilariteit).
De voorz. zegt, naar aanleiding van
een vraag van den heer Gast, dat niet
bij Geu. Staten, docli bij hem een schrij1-
ven vrn aen Minister is ingekomen, naar
aanleiding van het onderhoud in Den
Haag en waarin wordt gevraagd hoeveel
de provincie zou willen betalen in het
door de R. T. M. gevraagde su^sidiu
van f 16.000. Spr. zal dit ais, 'Vrijdag
in Ged. Staten brengen, maar zegt, dal
bij wijze van proef ongeveer f 5000 per
jaar is toegekend. Ged. Staten staan ech
ter op het standpunt, dat het hier eien
rijkszaak geldt.
De vertegenwoordiger van V ree mo
deling enver keer te Zierikzee maakt
een vergelijking met liet kleine Noordi-
Bevelana, dat drie verbindingen heeft.
De heer Rouw, thahs namens de
commissie tot verbetering van de ver
keersmiddelen op de Zuid-Hollandsche
en Zeeuw sche eilanden, zegt dat de proef
geen juist beeld geeft, gezien de an
dere bootjes, die ook varen.
De heer Ren g e r s zegt, dat de ver
meerdering van vaarten juist is geschied
voor de motorrijtuigen, die kunnen niet
met ae kleine bootjes mede.
Komende tot het veer Wolphaartsdijk
Kortgene, zegt de voorz. dat vermoe
delijk dit jaar een verlaging van tarieven
tot stand zal komen.
De heer K o 1 e vraagt om meer vaar
ten, en wijst er op, dat des Dinsdags
soms vele auto s moeten 'blijven wach
ten. De tarieven worden z.i. willekeurig
toegepast. Reeds te kwart over zeven
is het eiland dicht en afgesloten. Te Kort
gene is het levensgevaarlijk op' en af de
boot te rijden ,het plateau is te klein om
te draaien. Het fooienstelsel is nu ge
lukkig verdwenen.
De voorz. zegt, dat meer diensten
overwogen worden en verwijst het an
dere naar de bootcom'missie.
De heer Duvekot legt namens de
Goesche Middenstandsvereenigkigen Ver-
hij niet dadelijk haar verzoek inwilligde.
„Al is juffrouw Hallam niet meer dan
een verre bloedverwant van den heer
David Hallam, toch zal 't haar zeker
genoegen doén mij te ontvangen. Mijn
heer Hallam is een oude vriend Van mij."
„Ik weet zeker, dat juffrouw Hallam
liever geen bezoek ontvangt".
Hel was duidelijk, dat deze woorden
niet in den smaak vielen van de dame.
Zij richtte zich een weinig meer op en
keerde zich om, hetgeen duidelijk eenigé
minachting moest beduiden."
„Ik zal een van de kellners belet la
ten vragen bij juffrouw Hallam."
„Neem mij niet kwalijk, dat zal u
niet baten"
Nu zag z'ij hem aan met een blik.
c?ie hem nog duidelijker de gelijkenis
deed opmerken met die andere. Zij nam
hem zijn gedrag zeer kwalijk; zij wilde
hem dat toonen.
„,En toch met of zonder uw permissie
zal ik mij zelf het genoegen verschaffen
belet te laten vragen bij juffrouw Hal
lam"
De man, dien zij tegenover zich had.
was niet zoo gemakkelijk af le scfiepen:
hij bleef op zijn stuk staan. De uitdruk
king in haar oogen was er niet vriende
lijker op geworden, doch ontlokte hem
slechts een glimlachje.
(W«mt vérwlgd).