B IJ V O F. G S E L
De Plaatsvervanger.
Woensdag 6 Maart 1929 No. 55
DE GEZONDHEIDSCOMMISSIE
TE MIDDELBURG.
FEUILLETON
door
KAS M
In de Vrijdag gehouden openbare ver
gadering van de Gezondheids-Commissie
alhier werd het jaarverslag uitge
bracht, waaraan wij het volgende ont
leenen
Een woord van hulde wordt gebracht
aan de nagedachtenis van den heer J. C.
van der Harst, die eerst als secretaris
van den Geneeskundigen Raad en later
als lid der Gez. Commissie zoowel als
mensch als noeste arbeider op weten
schappelijk terrein door zoovelen werd
geacht en gewaardeerd.
Op 4 Nov. van dit jaar gewerd ook de
inededeeling van net overlijden van het
oud-lid den heer E. L. van Mervennee.
Hem wordt een woord van dank voor zij»
nauwgezette adviezen, van dank voor zijn
grocte en vriendelijke bereidwilligheid
gebracht
Hoewel de gezondheidstoestand der ge
meente over" het algemeen geen gegronde
reden tot klachten schonk, zoo moet de
Commissie tot haar leedwezen gewagen
van de gelukkig zien niet algem. uitbrei
dende Paratyphusepidemie. In de maand
Juli werden 46 personen aangetast, ter
wijl in de maand Sept. bij een herhaling
der ziekte nog een elftal ziektegevallen
zich voordeed.
Alle patiënten herstelden gelukkiger
wijs na een korter of langer ziekbed.
In zake overlast van ratten, kwamen
behoudens nog een enkel geval, geen
meerdere klachten uil het publiek ter
core der commissie.
De klacht der bewoners der Teerpak-
huizenstraat, die de Commissie langen
tijd in actie hield, omdat er hier beslag
was gelegd op Rijksgrond, kon tot aller
tevredenheid worden opgelost.
Voorts gewerd een klacht over een
vrij ernstige vervuiling van het polder
water en wel speciaal den watergang naar
■Vlissingen. Bij onderzoek bleek, dat dit
een gevolg was van het feit, dat door de
melkfabriek hij Poeiendalen melkresfcen
in vrij groote hoeveelheden clandestien
in dit water werden afgevoerd, die in rot
ting overgaande, een sterken stank ver
oorzaakten. Nadat den directeur was aan
gezegd aan dit euvlel1 yiapl en perk te
stellen, was de toestand in korten tijd
weer normaal. Evenzoo bereikte de Com
missie een klacht van een molenaar,
wiens land werd omgeven door een sloot,
waarin sinds jaren her een groep ,per-
ceelen huil menagevvater afvoerden. Deze
(piaestie kon niet zoo gemakkelijk worden
opgelost, omdat maar een klein deel der
aan die gemeenschappelijke sloot gren
zende bewoners er toe wilden overgaan
zich aan te sluiten aan de bestaande ri-
oleering, een ander deel' hiertegen groo
te bezwaren aanvoerde, terwijl de rest
zich formeel verzette tegen; het voorge
stelde dempen van genoemde sloot. Van
de zijde van Gemeentewerken zal alsnog
getracht worden tot algeheele overeen
stemming in deze quaestie te geraken.
Ook thans werd door B. en W., nadat
de Commissie hieromtrent was gehoord
vergunning verleend om te bouwen en te
verbouwen in afwijking van de veror
dening, wanneer hiervoor geschikte ter
men aanwezig waren. Het aantal dezer
soort aanvragen neemt echter sterk af.
In het begin van het jaar verzoch
ten B. en W. aan de Commissie om op
RIGHARD MARSH.
Vrij naar het Engelsch door 0. M. G. de W.
15).
„Credfet. is niet noodig, kapitein Briggs
en liefdadigheid evenmin. Ik kan u he
men geld bij de visch, zooveel als
u vraagt, redeajkerwijze natuurlijk, als
u aeze dame en m;; passage kunt geven
naar Napeis. Wanneer is u van plan
te vertrekken?
„Zooura ra kan. Ik he:n al iemand de
kust langs gezonden om te kijken of
er ergens een telegraafkantoor isde
aardbeving kan toch niet ades meege
voerd hebben. Ik dien bericht te zen
den aan mijn maatschappij in Londen.
De „Bella Jones was hier met een be-
paame opdracht naar toe gezonden en
nu ben ik haast genoodzaakt om iets
hee.' anders te doen. Er zijn bijzondere
redenen, waardoor ik niet graag iets
anders doe en de gegeven bevelen niet
uitvoer, en dat geheel op mijn eigen
verantwoordelijkheid. Zoodra ik hoor, dat
ik tijding kan zenden, ga ik weg en rnisi-
schien ai eerder.''
„Ik geloof, dat er veel op aan te
merken is.'-
„Ja, de „Bella. Jones" is niet zoo
8QH «t#«r als hij geneest ie; als wrj
gave te doen, van een aantal krotwo
ningen, die voor onbewoonbaarverklaring
in aanmerking konden komen. Toen de
Commissie liierop ten antwoord gaf, dat
haar behalve die woningen, wier onbe
woonbaarverklaring reeds' hij besluit van
13 Dec. 1925 was uitgesproken,, geen an
dere zoodanige woningen bekend waren,
gewerd liaar een opgave van een groot
aantal woningen, van wier onbewoon
baarverklaring B. en W. zoo spoedig mo
gelijk een principieele uitspraak der Com
missie tegemoet zag. De Commissie ech
ter van oordeel, dat door doeltreffende
verbeteringen vele panden voor onbe-
woonihaarverklaring konden behoed wor
den, besloot in dezen een uitgebreid on
derzoek naar den toestand dier woningen
in te stellen.
Hierop ontving de Commissie een 40-
tal formulieren. Door het lid den lieer
Vertregt zijn daarop al die woningen per
soonlijk onderzocht, waarop nu met me
dewerking van het medisch lid den heer
Hoorweg, zoo spoedig mogelijk een de
finitief voorstel dezer sub-commissie de
vergadering ter beoordeeling zal worden
aangeboden.
Van liet Provinciaal bestuur van Zee
land werd de meening gevraagd omtrent
de al of niet voldoende regeling van het
bouw- en woningtoezicht hier ter stede,
waarop de Commissie als haar gevoelen
mededeelde, dat dit toezicht voldoende
alhier geregeld is.
Afgaande op het feit, dat in verschil
lende gedeelten der gemeente woningen
te huur staan, komt het de Oommissie
voor, dat geen bezwaar voor overbevol
king bestaat temeer waar de groei dei-
bevolking zelfs een negatief karakter
draagt.
De ombewoonbaarverklaring blijft nog
altijd een moeilijk op te lossen puzzle,
omdat verschillende personen niet alleen
de huur van een goede woning niet kun
nen opbrengen maar er bovendien en
kele zijn die door onreinheid als ander
zins bezwaarlijk zijn onder te brengen
in de betere woningen zonder dat hun
aanwezigheid een bezwaar dreigt te wor
den voor de omwonenden, redenen waar
om het dan ook de Commissie voorkomt
dat men in dit geval verstandiger handelt
om, zooveel dit ten minste doenlijk is
de quaestieuse woningen door de meest
noodzakelijke verbeteringen in een nog
bewoonbaren toestand te brengen.
In het begin dezes jaars bereikte de
Commissie een schrijven van het college
van B. en W. in zake uitbreiding der be
bouwde kom, welke mededeeling uit den
aard der zaak de belangstelling der Com
missie heeft opgewekt, omdat daardoor
aan vele onhygiënische toestanden een
eind kon worden gemaakt.
Naar aan,leiding van een publicatie van
Dr. Putte over de hygiënische school con
tröle, bracht het medisch lid de heer
Hoorweg de kwestie ter sprake hoe het
ten opzichte dier controle in onze ge
meente thans gesteld stond. Gememo
reerd werd hierop, dat vóór de opheffing
der z.g.n. oude schoolcommissie, gepresi
deerd door den burgemeester èn waarin
in een hygiënische sub-commissie zitting
had, een jaarlijkscihe ommegang plaats
greep door de drie leiden dier sub-com
missie, met hef doel eeni inspectie te
houden op hygiënisch gebied- Wiaar de
ze toestand echter geheel is gewijzigd be
sloot de commissie dat haar medisch,
lid eens een onderzoek in enkele scholen
zal instellen.
Door welwillende medewerking van B
en W. kwam de commissie tijdig op do
hoogte van het navolgende aantal be
smetjfelijke ziekten: roodvonk 9, dyp
theritis 7, paratyphus 57 gevallen. Waar-
het aantal der beide eerstgenoemde he
smettelijke ziekten de norm niet over-
schreed, daar werd de gemeente in groo
te onrust en 'beroering gebracht door
het uitbreken eener typhusepidemie.
In de vergadering van 7 Juli 1928
deelde het lid de heer Dumon Tak qual
qua burgemeester den leden mede, da'
hij in opdracht van den insp. der volks
gezondheid die hiertoe direct overgeko
men was, een vergadering had belegd
storm krijgen, dan zal het moeite kos
ten Napels te bereiken met allen die
wij aan ooord hebben. Als ik hier blijf
liggen zullen er nog meer mee willen
en ofschoon ik de goedhartigste man
van de wereid ben, dat wou ik toch lier
ver met.
Talbot wendde zich tot het jonge
meisje. „Ik geloof dat het zaak is da
delijk aan boord te gaan.
Zij ging een weinig achteruit, alsof
zij iets wou zeggen, dat de ander niet
hooren mocht.
„Ik vind het niet prettig. Mij dunkt
dal kan niet. Waarom zou u misschien
een massa geld moeten betalen oan mij
naar Napeis te brengen? En als ik een-
maai in Napels ben, wat dan? Ik heb
u al gezegd, dat ik geen cent op de we
reld heb. Hoe kan ik het u ooit terug
betalen? Ik wil u niet tot last zijn.
Hij legde zijn vingers zachtjes op haar
arm en glimlachte.
„Praat' daar nu niet over. U moet mij
helpen. Ik zal den financieelen kant van
de zaak met u bepraten als u wilt en
aile andere kwesties als wij aan
boord zijn van de „Bella Jones". Het
eenige wat u nu kunt doen is aan boord
gaan, dus niet meer pralen'.
„Maar wat u wilt, dat zal ik doen, wal
u mij schijnt aan te raden is tocji iets
onmogelijks. Wat moet u wel van mij
denkeD? Heengaan, zonder zelfs .eeaige
poging te d.o»n om t» vernemen weer
«ffnheer..rif a* reel ie evee „iwewr
waarin besloten werd alle maatregelen
te nemen om de uitbreiding der epidemie
zoo mogelijk te voorkomen, te weten: het
koken va.n de melk en van alle drinkwa
ter, het wassöhen van groenten en vruch
ten in gekookt water, het sluiten der
zweminrichting, het ontsmetten van ver
schillende perceelen, enz. Na deze uiteen
zetting maakte een der leden de bemer
king, dat het hem aangenamjer geweest
ware, zoo die vergadering van Burg,
Insp. en Dir. Reinigingsdienst had plaats
gegrepen in tegenwoordigheid van alle
leden der Gez- Commissie, omdat heit
publiek, in hooge mate door deze maat
regelen verontrust, zich herhaaldelijk tot
de leden der Gez. Commissie had ge
wend om advies en deze nu zelf uit den
aard der zaak nog niet op de hoogte wa
ren der genomen maatregelen
Toen nu terzelfder tijd het alarmeeren-
de bericht inkwam, dat de waterleiding
door Coli-bacillen was besmet, gaf dit ve
len een gereedë aanleiding het Water te
verdenken de besmetting te hebben ver-
oorzaakL en was men zeer verontrust,
dat deze infectie een groot deel der be
volking zou aantasten, daar toch bijna
allen hiervan gedronken hadden-
Ten einde alles in het werk te stellen
de uitbreiding le voorkomen, werd ook
de kermis voorLoopig afgelast.
Daar de epidemie zich in het begin nog
al snel uitbreidde, werd hierop zeer ten
genoege der commissie een vergadering
belegd door den insp. dr. van Hunsel in
tegenwoordigheid van zijn ooll- den heer
van de Velde ten einde na een duidelijke
uiteenzetting van den stand van zaken
de middelen Ier verweer te beramen en
zoo mogelijk den haard der ziekte op te
sporen. Ter verg. waren opgeroepen de
Gezondheidscommissie, het bestuur van
den Geneesk. Kring, de Secr. der gemeen
te, de hoofddirecteur der gemeentewer
ken e,n de directeur van den reinigings
dienst.
In aansluiting aan dit artikel mag ze
ker wel worden gereleveerd, dat de com
missie na afloopi der ziekte haar dank
overbracht aan den directeur van den
Reinigingsdienst voor zijn oinvermoeiden
arbeid en activiteit betoond bij de be
strijding der typhusepidemie.
Volgens de verstrekte maandstaten van
den loop van den Burg. Stand te Middel
burg, bleek, dat de influenza dit jaar
slechts een enkel offer eischle, dat kan
ker, tuberculose, hart- en nieraandoe
ningen, nog menig offer vergden, ter
wijl ook nog een enkel geval van een
gewelddadigen dood moest worden ge
constateerd.
Waar in het vorig verslag werd op
gemerkt, dat de Geneeskundige Armen
verzorging te Middelburg, als verouderd,
behoefte had in haar inrichting ge
schoeid te worden op meer modernen
leest, daar deden B. en W. de toezeg
ging in liet voorjaar van 1928 mei voor
stellen te komen tot algeheele reorga
nisatie van dezen tak van dienst en zijn
deze ook werkelijk in dat jaar nog in
gediend.
Het behoeft zeker geen beloog, dat
het tot stand komen van het instituut
schoolarts gerekend mag worden lot de
gekoesterde wensclien der Commissie,
Nadat aan het eind van het vorige
iaar oip een spoedmissive van B. en
W. inzake verlenging van het draineer-
kanaal aan de Oranjezon met gebruik
making van de arbeidskrachten van een
groot aantal werkeloozen in gunstigen
zin dcor de Commissie was geadviseerd,
bereikte haar een .nieuw voorstel met
het oog op de geringe capaciteit der
filters, om n.l. een reinwalerleiding te
bouwen en de filterinrichting zoodanig
te verbeteren ,da't deze later dienstbaar
kan worden gemaakt, wanneer eventueel
het plan tot Centrale Drinkwatervoor
ziening mocht tot stand komen en waar
van de kosten op 137.000 gulden wer
den geraamd. De Commissie betuigde
gaarne haar adhaesie aan deze plannen,
in liet vertrouwen echter, dat door de
werkzaamheden geen verontreiniging der
beslaande filters zou kunnen plaats vin
den.
Daar llians het water maandelijks
bacteriologisch wordt onderzocht, deed
de Commissie aan den Hoofddirecteur
der Gemeentebedrijven liet verzoek toe
komen haar geregeld een afschrift van
dit rapport le zenden.
De Commissie van, meening, dat de
slecht riekende en smakende melk ten
gevolge van het voeren van bietenkoppen
aan het vee een groot bezwaar opleverde
voor het gebruik ervan vooral bij kin
deren, zieken en kraamvrouwen, wend
de zich in dezen tot den Keuringsdienst
van Waren te Goes met liet verzoek haar
volle aandacht aan dit bezwaar le willen
wijden. Van den Dir. van genoemden
Dienst nu ontving men bericht; dat hij
alle mogelijke maatregelen zal nemen om
in liet vervolg dit euvel zooveel doenlijk
te voorkomen,.
Toen dc Commissie was ter oore ge
komen, dat door een fabrikant, hier ter
stede z.g. „ijsbonbons" als huisarbeid ter
verpakking gegeven >varen aan een pa
tiënte met open Longtubcrculose, werd
eveneens de hulp van genoemden
Keuringsdienst ingeroepen, waarop liet
bericht gewerd, dat i,n. verband daar
mede maatregelen zijn genomen om dit
in liet vervolg onmogelijk te maken.
Waar de toestanden op sanitair gebied
in de slachthuizen, zooals ook door
den Insp. moest worden beaamd, nog
zeer droevig zijn te noemen,"behoeft het
geen betoog, dat de Commissie reikhal
zend uitziet naar de zoo lang verbeide
verbetering door de stichting van een up-
to-date abattoir.
Op een enquête, ingesteld door de
Hoofdinspectie van het Staatstoezicht op
de volksgezondheid, waarin de vraag
werd gesteld of door gehuwde vrouwen
in de gemeente ook veldarbeid werd ver
richt, kon na verricht onderzoek gemeld
worden, dat hier geen veldarbeid dtpor
gehuwde vrouwen in het bezit van kin
deren van 03 jaar wordt verricht.
De begrooting voor 1929 wijst een
eindcijfer aan van f 1158.60, met een
subsidie van het Rijk f 400 en het overi
ge in verschillende vorm van de gemeen
te. De rekening over 1928 geeft een
eindcijfer van f 1225.10, w.o. een batig
saldo 1927 ad f 82.56.
HUWELIJKS- EN ERFRECHT.
Over bovenstaand onderwerp sprak gis
teren de heer Mr. P. Dicleman, rechts
kundig adviseur van Handelsbelang, in
eein door die vereeniging in 't Grand Ho
tel belegde vergaaering.
De voorzitter, de heer G. v. Neder
veen, opende de vergaaering met wel
kom aan de vrij talrijk opgekomen leden
alsmede verschillende genoodigden. In de
eerste p.aat.-. natuurlijk aan den spreker
wien hij het woord gaf.
De heer Diefman zeide, zich te
moeten beperken tot huwelijksrecht en
het erfrecht te moeten bespreken in
een volgende vergadering.
Spr. schetste 4 gezin als voor de samen
leving van de grootste beteekeuis. De
familie is ook de bakermat der maat
schappij. Het patriarchaat is het orde
lijk gezin, het matriarchaat het vader
loos gezin.
In onzen tijd kent men hel eerste. Er
is o.a. door geloofsvervolging vermenging
50 ct. per doos. Bij alle Apothekers en Drogisten.
(Ingez. Med.)
mijn vader gebleven is. U kunt toch niet
verlangen, dat ik Messina verlaten zal
zonder daarvan iets te weten."
Zijn vinger lag nog steeds op haar
arm. Misschien had hij dit niet eens
opgemerkt, en hij glimlachte nog steeds.
„Houd u toch kaljn. Wat ik van u denk,
zal ik u misschien later wel eens vertel
len. En wat uw vader betreft mij
dunkt dat dit schip nog niet zoo da
delijk zal heengaan. U gaat aan boord;
beloof mij dat u dit doen zult, en 'be
loof mij dat u daar zult blijven totdat
ik kom. Ik zal zulk een nauwkeurig on
derzoek instellen als maar mogelijk is;
ik zaï instructies geven als mijn eigen na
sporingen tot geen resultaat leiden, dat
er zoo spoedig mogelijk bericht gezon
den wordt naar Napeis. Vertrouw nu
maai' op mij; u zuit er geen spijt van
hebben. Maai* ga nu aan boord. Het
héipt niets of u met mij meegaat; u
zou mij maar hinderen en ik iaat u niet
met al dat volk op de kade staan. En
beloof mij, dat u aan boord op mij zult
wachten tot ik terug kom".
Zij scheen nog over iets vte denken.
Hij zou wei eens willen weten wat dat
was en meende dat hij het wei gissen
kon.
„Ik zaï aan ooord gaan en wachten tot
dat u komt, dat is nog ai niet zulk een
heei moeilijke belofte."
„Niet waar? Daar zijn wij h«t nu eens
geheel over eens. Kapitale Briggs, dit
19 jeffMUW iTftdftM-
De kapitein viei hem in de rede
„Geen familie van den geestelijke hier?
uen eerwaarden mijnheer Hallam? Hij
kent mij vrij goed, die mijnheer Hallam
en ia nem ook1
Haar aanziende merkte Talbot dat het
jonge meisje een kleur had gekregen
oij de woorden van den kapitein. Maar
ze zei kaïm„Ja, dat is mijnheer Hal
ican. Ik ben bang, dat hem iets heel
ernstigs overkomen is. Hij was ook in
het Pension Bianchi, en daar is niets
van over gebieven. Ik weet niet wat
er met hem geoeurd is. Mijnheer Talbot
heeft oeioofd alle mogelijke pogingen aan
te wenden, om 'iets van hem te weten
te komen.
,,In dien lusschentijd wan ik graag
dat juffrouw Hallam aan boord ging
zei Talbot. „Indien ik iets van "hem
tc weten kom zaï ik het haar dadelijk
komen vertellen; zoo moge! ij n zal ik hem
zeif meebrengen.'
Uit zeggende keek hij haar aan. Zij
bioosde. Dadelijk ging hij voort. O, juf
frouw Hailam kan later terugkeeren,
wanneer de boei hier wat geregeld is.
Napels is de wereld niet uit. Kapitein
Briggs, zou u haar eens willen ie-lel
len, dal het nergens toe dient hier te
blijven staan zoolang alles in zulk een
toestand is als op het oogenoiik?"
„Neen, nergens. Wat die mijnheer zegt,
is volkomen waar. Het beste voor u
zal zijn een plaatsje aan boord van bat
sririp. bfijnhMr zal t$d gan-otg o*M»m
ui nationaliteiten gekomen, zoodat b.v
liet Nederlanderschap niet meer is een
aak van b.oeaverwantschap. Reeds bij
de Germanen was er ouderlijke macht
'iin moeder en vader heide, in tegenstel-
ing van wat men bij de Romeinen zag.
De huwelijksvoltrekking is noodig gewor
den om geheime huwelijken en bigamie
te voorkomen. In Engeiand en nog meer
in Schotland gaat het veel eenvoudiger
toe dan oij ons. Spr. gaat dan na hoe
er lijden waren, dat er geen leeftijdsgrens
bestond, of veel lager dan thans;, name
lijk 18 voor jongens en 16 voor meisjes.
Verder behandelde spr. verschillende vor
men van trouwbeloften; en de verzeke
ring, dat men zich daar aan houden zal.
Echtscheiding is volgens het evangelie
mogelijk hij overspel en moedwillige ver
lating. En dit is beide met andere mo
tieven opgenomen in ons burgerlijk wet
boek. Doch hoe 't ook zij, het huwelijk
is bedoeid voor het leven. Men wil
dan ook met het vrijwillig scheiden
zooais vroeger wel het geval was, en
o.a. toen in Rome de vrouwen het recht
op echtscheiding kregen, en de tijd aan
wees met „het tweede jaar van mijn
eersten man, het vierde van mijn der
den man' enz.
Rij de Germanen trad de man naar
builen op voor de 'belangen van het
gezin, bij de Romeinen nam men aan,
(lat man en vrouw tegenover elkaar slon-
den. De Germ.aan.sche bos was de gift
die de man aan de vrouw gaf, de Ro-
meinschc dos was de gift, die een doch
ter van haar vader mede kreeg.
Uit liet eerste en de uitzet van de
vrouw is de gemeenschap van goederen
ontstaan; uit het tweede de bruidschat,
waaronder men in Frankrijk en België
nog gebukt gaat. Gedurende de eerste
helft van de Middeleeuwen werd de
vrouw volwaardig geacht, eerst later
werd zij als een. oilmoindM?! te6
schouwd en met een minderjdfflge ge
lijk gcstela. Het gemeenschapsidee komt
met onze wel niet goed tot zijn recht
en het is te begrijpen dat men opkomt
tegen de enge. opvatting; maar men
moet oppassen niet naar den anderen
kant over te slaan. Bij het systeem der
gezamenae hand blijft het vermogen aan
den langst levende, bij ons stelsel wordt
liet huweiijksvermogen verdeeld. De wet
iaat acti zorg voor den langstlevende
gelieei oier aan het erfrecht en dit voor
een groot deei aan de testamentaire be
schikking.
Spr. komt dan tot de bepaling, dat de
echtlieden elkaar steun en hulp ver-
leenen. Reeds bij de oude Hebreeuwen
nam het materalistisehe deel een voor
name plaats in. Oorspronkelijk leerde do
kerk, dat een huwelijk tot stand kwam
niet alleen wcderzijdsche toestemming;
laler werden meer voorwaarden gesteld,
als o.a. de verklaring voor een gee stehjke.
Het was een zuiver kerkelijk reoht. De
Gerefonneorde opvatting erkende net
recht van de overheid om ten deze op
te treden.
Maatschappelijk werd liet huwelijk van
groote beteekeuis en de wet heeft dan
ook alleen te maken met het burgerlijk
rechterlijk karakter van het huwelijk.
Wel schrijft dc wet het monarchistisch
huwelijk voor, gesloten voor den ambte
naar van den burgerlijken stand ten over
staan van getuigen. Hier wordt men dus
getrouwd en men trouwt niet zelf.
Spr. behandelt dan de gevallen, waar
in door bloedverwantschap of aanver
wantschap 't huwelijk verboden is. Spr.
vindt het verkeert dat men Volgens de
wet niet met een zuster van zijn over
leden vróuw mag trouwen, terwijl er
toch steeds dispensatie wordt verleend.
Minderjarige kinderen hebben de toe
stemming van de ouders noodig, wordt
die aan meerderjarigen geweigerd, dan
kan de Kantonrechter die geven.
I)e uitwendige vereischten zijn den
vorm. Die dient om 'n verkeerd huwe
lijk te voorkomen, en o.a. ook overijling.
Ais men huwelijksvoorwaarden maakt,
dan zijn die niet meer te veranderen.
De afkondiging geschiedde vroeger door
aflezen, nu eenvoudig door aanplakken.
voor zijn onderzoekingstocht vóór ons
vertrek. En hij Dehoeft zich niet onge
rust te maken. Maar één ding begrijp
ik toch niet goed. Ik heb mijnheer Hal
lam jarenlang -gekend en nu en dan
weergezien, maar ik wist niet dat hij
getrouwd is".
Misschien hoorde 't jonge meisje deze
woorden niet; zij lette er tenminste niet
op. Zij zat in de sloep, die met eert
haak aan de kade was vastgemaakt, toen
Talbot haar verliet. Hij werd gevolgd
door een heele bende Sicilianen, die
de kapitein op Talbot's verzoek had ge
vraagd met hem mee te willen gaan en
te helpen bij een onderzoek. Eén van
die mannen sprak een weinig Engelsch
en deze liep vooruit. Talbot merkte op,
dat zij liet hotel passeerden waar hij
den nacht had doorgebractht; de naam
stond nog met groote, vergulde letters
boven den ingang. Die naam was onge
veer alles wat er van overgebleven was.
Hij was verbaasd over den chaos, en
vroeg zich af, waar zijn kamer geweest
zoiu zijn en die van zijn vriend. Van
de frontzijde was het niet uit te maken.
Het was ergens op de derde verdieping
aan de achterzijde, maar verder wist hij
er niets van. Het nummer zelïs was
hij vergeten.
XWarrit varv-al^d).