B IJ V O F. G S E L De Plaatsvervanger. Woensdag 6 Maart 1929 No. 55 DE GEZONDHEIDSCOMMISSIE TE MIDDELBURG. FEUILLETON door KAS M In de Vrijdag gehouden openbare ver gadering van de Gezondheids-Commissie alhier werd het jaarverslag uitge bracht, waaraan wij het volgende ont leenen Een woord van hulde wordt gebracht aan de nagedachtenis van den heer J. C. van der Harst, die eerst als secretaris van den Geneeskundigen Raad en later als lid der Gez. Commissie zoowel als mensch als noeste arbeider op weten schappelijk terrein door zoovelen werd geacht en gewaardeerd. Op 4 Nov. van dit jaar gewerd ook de inededeeling van net overlijden van het oud-lid den heer E. L. van Mervennee. Hem wordt een woord van dank voor zij» nauwgezette adviezen, van dank voor zijn grocte en vriendelijke bereidwilligheid gebracht Hoewel de gezondheidstoestand der ge meente over" het algemeen geen gegronde reden tot klachten schonk, zoo moet de Commissie tot haar leedwezen gewagen van de gelukkig zien niet algem. uitbrei dende Paratyphusepidemie. In de maand Juli werden 46 personen aangetast, ter wijl in de maand Sept. bij een herhaling der ziekte nog een elftal ziektegevallen zich voordeed. Alle patiënten herstelden gelukkiger wijs na een korter of langer ziekbed. In zake overlast van ratten, kwamen behoudens nog een enkel geval, geen meerdere klachten uil het publiek ter core der commissie. De klacht der bewoners der Teerpak- huizenstraat, die de Commissie langen tijd in actie hield, omdat er hier beslag was gelegd op Rijksgrond, kon tot aller tevredenheid worden opgelost. Voorts gewerd een klacht over een vrij ernstige vervuiling van het polder water en wel speciaal den watergang naar ■Vlissingen. Bij onderzoek bleek, dat dit een gevolg was van het feit, dat door de melkfabriek hij Poeiendalen melkresfcen in vrij groote hoeveelheden clandestien in dit water werden afgevoerd, die in rot ting overgaande, een sterken stank ver oorzaakten. Nadat den directeur was aan gezegd aan dit euvlel1 yiapl en perk te stellen, was de toestand in korten tijd weer normaal. Evenzoo bereikte de Com missie een klacht van een molenaar, wiens land werd omgeven door een sloot, waarin sinds jaren her een groep ,per- ceelen huil menagevvater afvoerden. Deze (piaestie kon niet zoo gemakkelijk worden opgelost, omdat maar een klein deel der aan die gemeenschappelijke sloot gren zende bewoners er toe wilden overgaan zich aan te sluiten aan de bestaande ri- oleering, een ander deel' hiertegen groo te bezwaren aanvoerde, terwijl de rest zich formeel verzette tegen; het voorge stelde dempen van genoemde sloot. Van de zijde van Gemeentewerken zal alsnog getracht worden tot algeheele overeen stemming in deze quaestie te geraken. Ook thans werd door B. en W., nadat de Commissie hieromtrent was gehoord vergunning verleend om te bouwen en te verbouwen in afwijking van de veror dening, wanneer hiervoor geschikte ter men aanwezig waren. Het aantal dezer soort aanvragen neemt echter sterk af. In het begin van het jaar verzoch ten B. en W. aan de Commissie om op RIGHARD MARSH. Vrij naar het Engelsch door 0. M. G. de W. 15). „Credfet. is niet noodig, kapitein Briggs en liefdadigheid evenmin. Ik kan u he men geld bij de visch, zooveel als u vraagt, redeajkerwijze natuurlijk, als u aeze dame en m;; passage kunt geven naar Napeis. Wanneer is u van plan te vertrekken? „Zooura ra kan. Ik he:n al iemand de kust langs gezonden om te kijken of er ergens een telegraafkantoor isde aardbeving kan toch niet ades meege voerd hebben. Ik dien bericht te zen den aan mijn maatschappij in Londen. De „Bella Jones was hier met een be- paame opdracht naar toe gezonden en nu ben ik haast genoodzaakt om iets hee.' anders te doen. Er zijn bijzondere redenen, waardoor ik niet graag iets anders doe en de gegeven bevelen niet uitvoer, en dat geheel op mijn eigen verantwoordelijkheid. Zoodra ik hoor, dat ik tijding kan zenden, ga ik weg en rnisi- schien ai eerder.'' „Ik geloof, dat er veel op aan te merken is.'- „Ja, de „Bella. Jones" is niet zoo 8QH «t#«r als hij geneest ie; als wrj gave te doen, van een aantal krotwo ningen, die voor onbewoonbaarverklaring in aanmerking konden komen. Toen de Commissie liierop ten antwoord gaf, dat haar behalve die woningen, wier onbe woonbaarverklaring reeds' hij besluit van 13 Dec. 1925 was uitgesproken,, geen an dere zoodanige woningen bekend waren, gewerd liaar een opgave van een groot aantal woningen, van wier onbewoon baarverklaring B. en W. zoo spoedig mo gelijk een principieele uitspraak der Com missie tegemoet zag. De Commissie ech ter van oordeel, dat door doeltreffende verbeteringen vele panden voor onbe- woonihaarverklaring konden behoed wor den, besloot in dezen een uitgebreid on derzoek naar den toestand dier woningen in te stellen. Hierop ontving de Commissie een 40- tal formulieren. Door het lid den lieer Vertregt zijn daarop al die woningen per soonlijk onderzocht, waarop nu met me dewerking van het medisch lid den heer Hoorweg, zoo spoedig mogelijk een de finitief voorstel dezer sub-commissie de vergadering ter beoordeeling zal worden aangeboden. Van liet Provinciaal bestuur van Zee land werd de meening gevraagd omtrent de al of niet voldoende regeling van het bouw- en woningtoezicht hier ter stede, waarop de Commissie als haar gevoelen mededeelde, dat dit toezicht voldoende alhier geregeld is. Afgaande op het feit, dat in verschil lende gedeelten der gemeente woningen te huur staan, komt het de Oommissie voor, dat geen bezwaar voor overbevol king bestaat temeer waar de groei dei- bevolking zelfs een negatief karakter draagt. De ombewoonbaarverklaring blijft nog altijd een moeilijk op te lossen puzzle, omdat verschillende personen niet alleen de huur van een goede woning niet kun nen opbrengen maar er bovendien en kele zijn die door onreinheid als ander zins bezwaarlijk zijn onder te brengen in de betere woningen zonder dat hun aanwezigheid een bezwaar dreigt te wor den voor de omwonenden, redenen waar om het dan ook de Commissie voorkomt dat men in dit geval verstandiger handelt om, zooveel dit ten minste doenlijk is de quaestieuse woningen door de meest noodzakelijke verbeteringen in een nog bewoonbaren toestand te brengen. In het begin dezes jaars bereikte de Commissie een schrijven van het college van B. en W. in zake uitbreiding der be bouwde kom, welke mededeeling uit den aard der zaak de belangstelling der Com missie heeft opgewekt, omdat daardoor aan vele onhygiënische toestanden een eind kon worden gemaakt. Naar aan,leiding van een publicatie van Dr. Putte over de hygiënische school con tröle, bracht het medisch lid de heer Hoorweg de kwestie ter sprake hoe het ten opzichte dier controle in onze ge meente thans gesteld stond. Gememo reerd werd hierop, dat vóór de opheffing der z.g.n. oude schoolcommissie, gepresi deerd door den burgemeester èn waarin in een hygiënische sub-commissie zitting had, een jaarlijkscihe ommegang plaats greep door de drie leiden dier sub-com missie, met hef doel eeni inspectie te houden op hygiënisch gebied- Wiaar de ze toestand echter geheel is gewijzigd be sloot de commissie dat haar medisch, lid eens een onderzoek in enkele scholen zal instellen. Door welwillende medewerking van B en W. kwam de commissie tijdig op do hoogte van het navolgende aantal be smetjfelijke ziekten: roodvonk 9, dyp theritis 7, paratyphus 57 gevallen. Waar- het aantal der beide eerstgenoemde he smettelijke ziekten de norm niet over- schreed, daar werd de gemeente in groo te onrust en 'beroering gebracht door het uitbreken eener typhusepidemie. In de vergadering van 7 Juli 1928 deelde het lid de heer Dumon Tak qual qua burgemeester den leden mede, da' hij in opdracht van den insp. der volks gezondheid die hiertoe direct overgeko men was, een vergadering had belegd storm krijgen, dan zal het moeite kos ten Napels te bereiken met allen die wij aan ooord hebben. Als ik hier blijf liggen zullen er nog meer mee willen en ofschoon ik de goedhartigste man van de wereid ben, dat wou ik toch lier ver met. Talbot wendde zich tot het jonge meisje. „Ik geloof dat het zaak is da delijk aan boord te gaan. Zij ging een weinig achteruit, alsof zij iets wou zeggen, dat de ander niet hooren mocht. „Ik vind het niet prettig. Mij dunkt dal kan niet. Waarom zou u misschien een massa geld moeten betalen oan mij naar Napeis te brengen? En als ik een- maai in Napels ben, wat dan? Ik heb u al gezegd, dat ik geen cent op de we reld heb. Hoe kan ik het u ooit terug betalen? Ik wil u niet tot last zijn. Hij legde zijn vingers zachtjes op haar arm en glimlachte. „Praat' daar nu niet over. U moet mij helpen. Ik zal den financieelen kant van de zaak met u bepraten als u wilt en aile andere kwesties als wij aan boord zijn van de „Bella Jones". Het eenige wat u nu kunt doen is aan boord gaan, dus niet meer pralen'. „Maar wat u wilt, dat zal ik doen, wal u mij schijnt aan te raden is tocji iets onmogelijks. Wat moet u wel van mij denkeD? Heengaan, zonder zelfs .eeaige poging te d.o»n om t» vernemen weer «ffnheer..rif a* reel ie evee „iwewr waarin besloten werd alle maatregelen te nemen om de uitbreiding der epidemie zoo mogelijk te voorkomen, te weten: het koken va.n de melk en van alle drinkwa ter, het wassöhen van groenten en vruch ten in gekookt water, het sluiten der zweminrichting, het ontsmetten van ver schillende perceelen, enz. Na deze uiteen zetting maakte een der leden de bemer king, dat het hem aangenamjer geweest ware, zoo die vergadering van Burg, Insp. en Dir. Reinigingsdienst had plaats gegrepen in tegenwoordigheid van alle leden der Gez- Commissie, omdat heit publiek, in hooge mate door deze maat regelen verontrust, zich herhaaldelijk tot de leden der Gez. Commissie had ge wend om advies en deze nu zelf uit den aard der zaak nog niet op de hoogte wa ren der genomen maatregelen Toen nu terzelfder tijd het alarmeeren- de bericht inkwam, dat de waterleiding door Coli-bacillen was besmet, gaf dit ve len een gereedë aanleiding het Water te verdenken de besmetting te hebben ver- oorzaakL en was men zeer verontrust, dat deze infectie een groot deel der be volking zou aantasten, daar toch bijna allen hiervan gedronken hadden- Ten einde alles in het werk te stellen de uitbreiding le voorkomen, werd ook de kermis voorLoopig afgelast. Daar de epidemie zich in het begin nog al snel uitbreidde, werd hierop zeer ten genoege der commissie een vergadering belegd door den insp. dr. van Hunsel in tegenwoordigheid van zijn ooll- den heer van de Velde ten einde na een duidelijke uiteenzetting van den stand van zaken de middelen Ier verweer te beramen en zoo mogelijk den haard der ziekte op te sporen. Ter verg. waren opgeroepen de Gezondheidscommissie, het bestuur van den Geneesk. Kring, de Secr. der gemeen te, de hoofddirecteur der gemeentewer ken e,n de directeur van den reinigings dienst. In aansluiting aan dit artikel mag ze ker wel worden gereleveerd, dat de com missie na afloopi der ziekte haar dank overbracht aan den directeur van den Reinigingsdienst voor zijn oinvermoeiden arbeid en activiteit betoond bij de be strijding der typhusepidemie. Volgens de verstrekte maandstaten van den loop van den Burg. Stand te Middel burg, bleek, dat de influenza dit jaar slechts een enkel offer eischle, dat kan ker, tuberculose, hart- en nieraandoe ningen, nog menig offer vergden, ter wijl ook nog een enkel geval van een gewelddadigen dood moest worden ge constateerd. Waar in het vorig verslag werd op gemerkt, dat de Geneeskundige Armen verzorging te Middelburg, als verouderd, behoefte had in haar inrichting ge schoeid te worden op meer modernen leest, daar deden B. en W. de toezeg ging in liet voorjaar van 1928 mei voor stellen te komen tot algeheele reorga nisatie van dezen tak van dienst en zijn deze ook werkelijk in dat jaar nog in gediend. Het behoeft zeker geen beloog, dat het tot stand komen van het instituut schoolarts gerekend mag worden lot de gekoesterde wensclien der Commissie, Nadat aan het eind van het vorige iaar oip een spoedmissive van B. en W. inzake verlenging van het draineer- kanaal aan de Oranjezon met gebruik making van de arbeidskrachten van een groot aantal werkeloozen in gunstigen zin dcor de Commissie was geadviseerd, bereikte haar een .nieuw voorstel met het oog op de geringe capaciteit der filters, om n.l. een reinwalerleiding te bouwen en de filterinrichting zoodanig te verbeteren ,da't deze later dienstbaar kan worden gemaakt, wanneer eventueel het plan tot Centrale Drinkwatervoor ziening mocht tot stand komen en waar van de kosten op 137.000 gulden wer den geraamd. De Commissie betuigde gaarne haar adhaesie aan deze plannen, in liet vertrouwen echter, dat door de werkzaamheden geen verontreiniging der beslaande filters zou kunnen plaats vin den. Daar llians het water maandelijks bacteriologisch wordt onderzocht, deed de Commissie aan den Hoofddirecteur der Gemeentebedrijven liet verzoek toe komen haar geregeld een afschrift van dit rapport le zenden. De Commissie van, meening, dat de slecht riekende en smakende melk ten gevolge van het voeren van bietenkoppen aan het vee een groot bezwaar opleverde voor het gebruik ervan vooral bij kin deren, zieken en kraamvrouwen, wend de zich in dezen tot den Keuringsdienst van Waren te Goes met liet verzoek haar volle aandacht aan dit bezwaar le willen wijden. Van den Dir. van genoemden Dienst nu ontving men bericht; dat hij alle mogelijke maatregelen zal nemen om in liet vervolg dit euvel zooveel doenlijk te voorkomen,. Toen dc Commissie was ter oore ge komen, dat door een fabrikant, hier ter stede z.g. „ijsbonbons" als huisarbeid ter verpakking gegeven >varen aan een pa tiënte met open Longtubcrculose, werd eveneens de hulp van genoemden Keuringsdienst ingeroepen, waarop liet bericht gewerd, dat i,n. verband daar mede maatregelen zijn genomen om dit in liet vervolg onmogelijk te maken. Waar de toestanden op sanitair gebied in de slachthuizen, zooals ook door den Insp. moest worden beaamd, nog zeer droevig zijn te noemen,"behoeft het geen betoog, dat de Commissie reikhal zend uitziet naar de zoo lang verbeide verbetering door de stichting van een up- to-date abattoir. Op een enquête, ingesteld door de Hoofdinspectie van het Staatstoezicht op de volksgezondheid, waarin de vraag werd gesteld of door gehuwde vrouwen in de gemeente ook veldarbeid werd ver richt, kon na verricht onderzoek gemeld worden, dat hier geen veldarbeid dtpor gehuwde vrouwen in het bezit van kin deren van 03 jaar wordt verricht. De begrooting voor 1929 wijst een eindcijfer aan van f 1158.60, met een subsidie van het Rijk f 400 en het overi ge in verschillende vorm van de gemeen te. De rekening over 1928 geeft een eindcijfer van f 1225.10, w.o. een batig saldo 1927 ad f 82.56. HUWELIJKS- EN ERFRECHT. Over bovenstaand onderwerp sprak gis teren de heer Mr. P. Dicleman, rechts kundig adviseur van Handelsbelang, in eein door die vereeniging in 't Grand Ho tel belegde vergaaering. De voorzitter, de heer G. v. Neder veen, opende de vergaaering met wel kom aan de vrij talrijk opgekomen leden alsmede verschillende genoodigden. In de eerste p.aat.-. natuurlijk aan den spreker wien hij het woord gaf. De heer Diefman zeide, zich te moeten beperken tot huwelijksrecht en het erfrecht te moeten bespreken in een volgende vergadering. Spr. schetste 4 gezin als voor de samen leving van de grootste beteekeuis. De familie is ook de bakermat der maat schappij. Het patriarchaat is het orde lijk gezin, het matriarchaat het vader loos gezin. In onzen tijd kent men hel eerste. Er is o.a. door geloofsvervolging vermenging 50 ct. per doos. Bij alle Apothekers en Drogisten. (Ingez. Med.) mijn vader gebleven is. U kunt toch niet verlangen, dat ik Messina verlaten zal zonder daarvan iets te weten." Zijn vinger lag nog steeds op haar arm. Misschien had hij dit niet eens opgemerkt, en hij glimlachte nog steeds. „Houd u toch kaljn. Wat ik van u denk, zal ik u misschien later wel eens vertel len. En wat uw vader betreft mij dunkt dat dit schip nog niet zoo da delijk zal heengaan. U gaat aan boord; beloof mij dat u dit doen zult, en 'be loof mij dat u daar zult blijven totdat ik kom. Ik zal zulk een nauwkeurig on derzoek instellen als maar mogelijk is; ik zaï instructies geven als mijn eigen na sporingen tot geen resultaat leiden, dat er zoo spoedig mogelijk bericht gezon den wordt naar Napeis. Vertrouw nu maai' op mij; u zuit er geen spijt van hebben. Maai* ga nu aan boord. Het héipt niets of u met mij meegaat; u zou mij maar hinderen en ik iaat u niet met al dat volk op de kade staan. En beloof mij, dat u aan boord op mij zult wachten tot ik terug kom". Zij scheen nog over iets vte denken. Hij zou wei eens willen weten wat dat was en meende dat hij het wei gissen kon. „Ik zaï aan ooord gaan en wachten tot dat u komt, dat is nog ai niet zulk een heei moeilijke belofte." „Niet waar? Daar zijn wij h«t nu eens geheel over eens. Kapitale Briggs, dit 19 jeffMUW iTftdftM- De kapitein viei hem in de rede „Geen familie van den geestelijke hier? uen eerwaarden mijnheer Hallam? Hij kent mij vrij goed, die mijnheer Hallam en ia nem ook1 Haar aanziende merkte Talbot dat het jonge meisje een kleur had gekregen oij de woorden van den kapitein. Maar ze zei kaïm„Ja, dat is mijnheer Hal ican. Ik ben bang, dat hem iets heel ernstigs overkomen is. Hij was ook in het Pension Bianchi, en daar is niets van over gebieven. Ik weet niet wat er met hem geoeurd is. Mijnheer Talbot heeft oeioofd alle mogelijke pogingen aan te wenden, om 'iets van hem te weten te komen. ,,In dien lusschentijd wan ik graag dat juffrouw Hallam aan boord ging zei Talbot. „Indien ik iets van "hem tc weten kom zaï ik het haar dadelijk komen vertellen; zoo moge! ij n zal ik hem zeif meebrengen.' Uit zeggende keek hij haar aan. Zij bioosde. Dadelijk ging hij voort. O, juf frouw Hailam kan later terugkeeren, wanneer de boei hier wat geregeld is. Napels is de wereld niet uit. Kapitein Briggs, zou u haar eens willen ie-lel len, dal het nergens toe dient hier te blijven staan zoolang alles in zulk een toestand is als op het oogenoiik?" „Neen, nergens. Wat die mijnheer zegt, is volkomen waar. Het beste voor u zal zijn een plaatsje aan boord van bat sririp. bfijnhMr zal t$d gan-otg o*M»m ui nationaliteiten gekomen, zoodat b.v liet Nederlanderschap niet meer is een aak van b.oeaverwantschap. Reeds bij de Germanen was er ouderlijke macht 'iin moeder en vader heide, in tegenstel- ing van wat men bij de Romeinen zag. De huwelijksvoltrekking is noodig gewor den om geheime huwelijken en bigamie te voorkomen. In Engeiand en nog meer in Schotland gaat het veel eenvoudiger toe dan oij ons. Spr. gaat dan na hoe er lijden waren, dat er geen leeftijdsgrens bestond, of veel lager dan thans;, name lijk 18 voor jongens en 16 voor meisjes. Verder behandelde spr. verschillende vor men van trouwbeloften; en de verzeke ring, dat men zich daar aan houden zal. Echtscheiding is volgens het evangelie mogelijk hij overspel en moedwillige ver lating. En dit is beide met andere mo tieven opgenomen in ons burgerlijk wet boek. Doch hoe 't ook zij, het huwelijk is bedoeid voor het leven. Men wil dan ook met het vrijwillig scheiden zooais vroeger wel het geval was, en o.a. toen in Rome de vrouwen het recht op echtscheiding kregen, en de tijd aan wees met „het tweede jaar van mijn eersten man, het vierde van mijn der den man' enz. Rij de Germanen trad de man naar builen op voor de 'belangen van het gezin, bij de Romeinen nam men aan, (lat man en vrouw tegenover elkaar slon- den. De Germ.aan.sche bos was de gift die de man aan de vrouw gaf, de Ro- meinschc dos was de gift, die een doch ter van haar vader mede kreeg. Uit liet eerste en de uitzet van de vrouw is de gemeenschap van goederen ontstaan; uit het tweede de bruidschat, waaronder men in Frankrijk en België nog gebukt gaat. Gedurende de eerste helft van de Middeleeuwen werd de vrouw volwaardig geacht, eerst later werd zij als een. oilmoindM?! te6 schouwd en met een minderjdfflge ge lijk gcstela. Het gemeenschapsidee komt met onze wel niet goed tot zijn recht en het is te begrijpen dat men opkomt tegen de enge. opvatting; maar men moet oppassen niet naar den anderen kant over te slaan. Bij het systeem der gezamenae hand blijft het vermogen aan den langst levende, bij ons stelsel wordt liet huweiijksvermogen verdeeld. De wet iaat acti zorg voor den langstlevende gelieei oier aan het erfrecht en dit voor een groot deei aan de testamentaire be schikking. Spr. komt dan tot de bepaling, dat de echtlieden elkaar steun en hulp ver- leenen. Reeds bij de oude Hebreeuwen nam het materalistisehe deel een voor name plaats in. Oorspronkelijk leerde do kerk, dat een huwelijk tot stand kwam niet alleen wcderzijdsche toestemming; laler werden meer voorwaarden gesteld, als o.a. de verklaring voor een gee stehjke. Het was een zuiver kerkelijk reoht. De Gerefonneorde opvatting erkende net recht van de overheid om ten deze op te treden. Maatschappelijk werd liet huwelijk van groote beteekeuis en de wet heeft dan ook alleen te maken met het burgerlijk rechterlijk karakter van het huwelijk. Wel schrijft dc wet het monarchistisch huwelijk voor, gesloten voor den ambte naar van den burgerlijken stand ten over staan van getuigen. Hier wordt men dus getrouwd en men trouwt niet zelf. Spr. behandelt dan de gevallen, waar in door bloedverwantschap of aanver wantschap 't huwelijk verboden is. Spr. vindt het verkeert dat men Volgens de wet niet met een zuster van zijn over leden vróuw mag trouwen, terwijl er toch steeds dispensatie wordt verleend. Minderjarige kinderen hebben de toe stemming van de ouders noodig, wordt die aan meerderjarigen geweigerd, dan kan de Kantonrechter die geven. I)e uitwendige vereischten zijn den vorm. Die dient om 'n verkeerd huwe lijk te voorkomen, en o.a. ook overijling. Ais men huwelijksvoorwaarden maakt, dan zijn die niet meer te veranderen. De afkondiging geschiedde vroeger door aflezen, nu eenvoudig door aanplakken. voor zijn onderzoekingstocht vóór ons vertrek. En hij Dehoeft zich niet onge rust te maken. Maar één ding begrijp ik toch niet goed. Ik heb mijnheer Hal lam jarenlang -gekend en nu en dan weergezien, maar ik wist niet dat hij getrouwd is". Misschien hoorde 't jonge meisje deze woorden niet; zij lette er tenminste niet op. Zij zat in de sloep, die met eert haak aan de kade was vastgemaakt, toen Talbot haar verliet. Hij werd gevolgd door een heele bende Sicilianen, die de kapitein op Talbot's verzoek had ge vraagd met hem mee te willen gaan en te helpen bij een onderzoek. Eén van die mannen sprak een weinig Engelsch en deze liep vooruit. Talbot merkte op, dat zij liet hotel passeerden waar hij den nacht had doorgebractht; de naam stond nog met groote, vergulde letters boven den ingang. Die naam was onge veer alles wat er van overgebleven was. Hij was verbaasd over den chaos, en vroeg zich af, waar zijn kamer geweest zoiu zijn en die van zijn vriend. Van de frontzijde was het niet uit te maken. Het was ergens op de derde verdieping aan de achterzijde, maar verder wist hij er niets van. Het nummer zelïs was hij vergeten. XWarrit varv-al^d).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1929 | | pagina 5