B IJ VOEGSEL
abak
R,
oh
Tuin,
9.90
1.40
ppif
>S.
Woensdag 6 Febr. 1929 No. 31
De restauratie van het Kerk"
gebouw te Cadzand.
FEUILLETON
Het Geheimzinnige Genootschap.
:h.
TAAT.
stand
in. Br.
bureau
ït wit-
teruf
Lt 27,
g van
>0 Ha-
iuwtjes
DOT,
A
water,
van
Kg.
traat.
atsen
1929.
DB
oord-
1 of
[EL,
da*
a.
i05t.
snU-
om
c*B.
UT,
EK.
oer.
TAX DB
TAS
De kerk vóór de restauratie-werken
Nu het restauratiewerk van de Ned
Herv. Kerk te Cadzand, van den 3dcn
Januari j.l. af ia vollen gang is, schijnt
het geschikte oogenbiik te zijn aangehro
ken om aan belangstellenden het een
en ander inedle te deelen van haar ge
schiedenis.
In weik jaar de kerk is gesticht staat
nergens aangeteekend. Zooveel is zeker
dat Cadzand ai in 1231 een zelfstandige
kerkelijke gemeente was. Uit den bouw
stijl leidt men af dat de zuidelijke beul
dagteekent uit de jaren 1200 en de
noordelijke, waarin de preekstoel is ge
plaatst, van 1300 a 1325. Van de middel
eeuwsche geschiedenis van de kerk is
nagenoeg niets bekend.
Gedurende de eerste vijfendertig jaar
van den Tachtigjarigen oorlog heeft het
gebouw veel te lijden geliadj. Dat zij in
1566 getroffen zou wezen door d,e ver
woestingen van den beeldenstorm, zoo
als wel boweerd is, behoeven wij niet te
gelooven. Elders heb ik aangetoond, dat
de beeldenstorm van 1566 in deze om
geving niet gewoed heeft. De verwoesting
is hier pas begonnen na 1572, toen Hol
land en Zeeland, tegen de dwingelandij
van Spanje in opstand kwamen. Sedert
djen staken de Viissingsche geuzen bij
herhaling de Schelde over om langs de
Vlaamsche kust te rooven 'en te plun
deren zooveel zij1 maar konden. Vooral
hadden zij het gemunt op de geestelijken
In 1573 vermoordden zij den Cadzand
schen pastoor en twee jaar later, in Jul
1576 werd een Sluissc'lie monnik', terwijl
hij te Cadzand in de kerk de mis las
door een bendje geuzen opgelicht, die
hem medevoerd.en en niet weder vrij lie
ten voordat hun een losprijs van 600
gulden was uitbetaald.
De Pacificatie van Gent van Novam
ber 1576 maakte aan. dien oorlogstov
stand een einde. Vlaanderen maakte nu
met Holland en Zeeland1 gemeene zaak
tegen Spanje, het was thans geen vij
andsland meer voor de Hollanders en
Zeeuwen, maar een vriend en bondge
noot. Weldra werden op verschillende
plaatsen, van Vlaanderen de Hervormde
godsdienstoefeningen ingevoerd, en bin
nenkort waren er de Hervormden heer
en meester. Sinds de afzwering van Ko
ning Filips in 1581 was er gansch Vlaan
deren door schier geen sprake meer
van den Roomsch-Katholieken godsdienst.
Te Cadzand nam men in 1582 de kerk
voor de Hervorming in gebruik, en in-
plaats van de mis had er voortaan de
predikatie plaats van de Hervormde leer,
die er om beurten werd verkondigd dooi
de predikanten van de omliggende ge
meenten, onder andpren ook door Jan
van Diest, den toenmaligen predikant van
Middelburg in Viaandeien. Deze Jan van
Diest is dezelfde als Jan Missuëns, die
in het volgend jaar (1583) dp,or een troep
Spaansch-gezinden gevangen genomen en
en op wreedaardige wijze vermoord
werd. Zij bonden hem in een zak, waar
aan een zware steen w.js vastgemaakt,
en versmoorden hem in een watergang
nabij Middelburg in Vlaanderen.
Toen Missuëns stierf naderde liet Pro
testantisme in deze streek reeds zijn
ondergang. De eene Vlaamsche 'stad na
de andere zwichtte -voor Parma's vcld-
heersbeleid en staatsmans geslepenheid,
in 1587 valt na heldhaftige verdediging
Sluis, het laatste bolwerk van het Vlaam
sche Protestantisme den Spanjaard in
"handen, het Roomsch-Katnolicisme h,er-
wint in Vlaanderen de alleenheerschappij,
de Hervormden worden allerwege uit
gebannen.
Zoo werd Westelijk Zeeuwsch-Vlaan-
deren teruggestort in de jammeren on
ellenden van den oorlog. De Zeeuwen
hernieuwen in het thans weer als vij
andelijk beschouwde land hun invallen.
Zij plunderen de bevolking uit, zij halen
er overal de looden goten van de kerken
af om er kogels van te speten tegen den
Spanjaard. Wat noodlottige gevolgen dit
faatste voor de gebouwen medebracht,
kan een ieder begrijpen. De balken en
het houtwerk, niet langer meer be
schermd tegen inwatering, waren voortaan
reddeloos prijsgegeven aan verrotting en
het daar uit voortspruitende verval had
in 1600 zulk een omvang genomen, dat
er van een honderdderliglal parochieker
ken in het bisdom van Brugge, waaron-1
der destijds ook Cadzand hoorde, ternau
wernood dertig meer overeind stonden.
Wie, hieraan gedachtig, de* Cadzand che
kerkmeestersrekening van 1609-10 op
slaat ziet voor zijn verbeelding d,e kerk
van Cadzand oprijzen als een ruïne, een
gebouw grootendeels berooft van het dak,
waarin weer en wind onverhinderd bin
nendringen en gestadig het werk van ver
nieling voortzetten.
Aan die vernieling heeft Prins Maurits
hoogloffelijker gedachte,nisse in 1601 te
goeder ure paal en perk gesteld. De on
der zijn beleid volbrachte herovering van
onze streek won haar voor het Prole-
stantsch geloof terug; welhaast werd
er de oefening der Gereformeerde religie
hervat en de hand geslagen aan den we
deropbouw der diep vervallen bedehui
zen. Te Cadzand onderging de kerk in
1607 de meest noodige reparaties, maar
het liep aan tot in 1609 eer men de
herstelling met kracht aanvatte. Men be
steedde ze publiek aan Gents-che tim
merlieden, voorzag het dak van pannen,
brak de muren omdat men die te hoog
vond aan den bovenkant een stuk af,
plaatste een tuin en banken in het ruim
en scheidde de oude Romaansche sacristie,
die tot 1894 heeft bestaan, geheel af
van de kerk zelve.
De herstelling 1609 betrof alleen den
den zuidbeuk, waarin thans het orgel
staat, den noordbeuk liet men voorloopig
liggen, zooals hij was. Naar alle gedach
ten heeft men bij die gelegenheid tus-
schen de pilaren houten schuttingen aan
gebracht om te voorkomen- dat in den
zuidbeuk de regen en wind doordrongen
en om de kerkgangers te beschermen
tegen koude en ongemak. Aangezien cb
aanwas van de gemeente de behoefte
aan meer ruimte deed ontstaan, nam- men
in 1641 cn 1642 ook den wederopbouw
yan den noordbeuk ter hand. Ais om de
kroon op het werlc te zetten, liet het
College's Lands van den Vrije in 1641
zijn wapen plaatsen in het venster van
den oostelijken gevel, in gebrandschilderd
glas, een werkstuk van den Middelburg-
schen glasschilder Cornel is van Barlaar,
denzelfde die de bekende glazen in de
kerk van Biervliet heeft vervaardigd.
Hoe de kerk er uit zal zien na de restauratie, volgens een.
teekening van Ir. van Cruijningen, die met het dagelijkseh
toezicht op het herstellingswerk is belast.
Of er bij al dat bouwen en herstellen
ook iets is gedaan aan den toren, die bij
de kerk stond, blijkt niet. Veel kan het
niet hebben beteekend, want in 1677 was
hjj zoo bouwvallig geworden jlal Jjij
op instorten stond en tot verhoed!eg
van ongelukken is afgebroken. Tee-
keningen zijn èr niet van bewaard geble
ven, maar uit oude zeeatlassen leert men,
dat het een liooge, plompe toren is ge
weest, die dfe zeelieden tot "baken dien
de om hun koers te bepalen. Wijl de re
gelen van den Roomsch-Katholieken kerk
bouw voorschrijven, dat de torens aan
de westzijde van de kerken behooren
te staan, moeten wij aannemen dat hij
zal gestaan hebben ongeveer waar nu
de ingang van de kerk is.
Het herstellen van den noord-beuk in
1641 en 1642 is de kerk te- staan geko
men op het totale verlies yan haar 'eens
zoo aanzienlijk landbezit, dat in 1665 nog
130 Brugsche gemeten- of 58 hectaren
groot was. Rampen 'van watervloed en
oorlog, lage graanprijzen en andere oor
zaken brachten in de tweede helft van
de zeventiende zulk een verarming te
weeg onder dp- bevolking hier Te- lande
dat de kerkelanden, wilde mep ze niet
vaag laten liggen, slechts tegen uiterst
lage pachtprijzen aan den man waren
te brengen. Het gevoig was flat de kerk
meesters ten langen leste uit hel jaar-
lijksch provenu van het land niet eens)
meer den interest laat slaan de aflossing
konden betalen van die kapitalen, die
men voor den kerkbouw 'van 1641 en
1642 geleend had. Om den schuldenlast
af te wentelen schoot er ten slotte maar
één middel over nl. formeele failliet
verklaring van de kerk. D|it is in 1677
met toestemming van de Staten-Generaal
geschied, en in Augustus 1677 zijn al
de kerkelanden publiek ten .bate van de
scliuldeischers te gelde gemaakt.
Ruim dertig jaar lang heeft de kerk te
vens dienst gedaan voor de Waalsche
gemeente, welke hier in 1686 door Hu-
genootsche vluchtelingen uit den o-mtrej'
van Calais was gesticht. Dit heeft ge
duurd tot 1719 toe, toen de Walen een
aparte kerk verkregen. Van de Fransche
gemeente, die in 1809 opgeheven is, en
volvaardig zijn gift offerde voor het edele
doel. Synode, Rijk en Provincie voegden
er hun subsidies bij, en zoo zag zich dp
gemeente in staat gesteld het kostbare
j werk van de restauratie te ondernemen,
onder de leiding van het Rijksbureau voor
de Monumentenzorg en onder hel da
gelijkseh toezicht van den heer I. A. van
Cruijningen, civiei-ingenieur te Oostburg.
De burgerlijke gemeende verleende haar
medewerking door het besluit om tegen
I de kerk een sierlijken toren te bouwen
in Renaissance stijl.
Eenang, hopen wij, zal de Ca-dzandsche
kerk, een van Zeeiand's alleroudste be
dehuizen, herrijzen uit haar diep vervat:
monument van den godsdienstzin der
vaderen, gedenkteeken van den eerbied!
en de liefde van het nageslacht.
Cadzand. Dr. J. DE HULLU.
ZEEUWSC'II VLAAMSCHE WATER
LEIDING.
Het is -na het door ons kort geleden 1
medegedeelde rapport van de commissie,
die destijds werd benoemd om de mo-el-
MjkKho-den, die bij de -tot standkoming
j v an de Zeeuwsch Vlaamsche waterlei
ding naar voren kwamen, te onderzoe.-
I ken zeker een aangename, laak, over het
werken van de commissarissen en van
bedoelde commissie :nog een en ander
meer te kunnen m.ededeeLen, dan uit dat
rapport blijkt en vooral te doen! uitko.-
Ime-n hoe hoog noodig een waterleiding
I voor dit zoo belangrijk deel van onze
provincie is.
Een bezoek aan Ternenzen en een
daar gehouden bespreking is daarvoor
een zeer wclkomen aanleiding.
liet was de voorzitter der Z.eeuvvsch
llaamsche Waterleiding Maatschappij
de lieer m-r. P. Dieleman, die ver
schillende vertegenwoordigers der pers
I wqlkom heette en er hen op we-es, hoe
j/gewensebt bet is de welvaart va-n liet
volk tot hooger peil te brengen.
Een der middelen daartoe is de op
richting van een waterleiding. Over Z-
I Vlaanderen wordt veel gesproken en ge-
haar kerk, welke in1 1817 werd afgebro- schreven en ook over d,e armoede waar
ken, bleef niets over dan de herinnering in de bevolking zou verkepren, maar men
alsmede een of twee mansbanken en vergeet daarbij te melden, dat er een
de fraaie zesarmige kaarskroon, welke rijke bodem is ,dat bel is eein rijk land
nog altijd in de tegenwoordige kerk aan-1 mol een nijvere bevolking,
wezig zijn. De andere kaarskroon met Men vergeel in ZeeuwscW Vlaanderen
haar rijkhewerkte zestjen armen hebben echter le veel .dat Eendracht maiclit
de Nederduitsche gemeenteleden in 1698 maakt, doch dat tweedracht de well-
aamgekocht uit de opbrengst van een voor vaart tegen -houdt. Daardoor zijn in den
dat doel gehouden collecte. Voor het loop der jaren over geheel Vlaanderen,
overige draagt het kerkmeubilair -den I en dan beperkt spr. zich' niet afljeen
stempel van den grootst moge lij ken een- Lot Zeeuwsch Vlaanderen, veel groote
vond. Alleen de zeventiende-eeuwsehe ongelukken gekomen. En dit diet alleen
luifelbanken langs den wand, met hun door eigen schuld maar ook door de lig-
snij'werk verdienen de aandacht. Het door ging van het land.
De breede stroom ,die Zeeuwsch
muntende orgel dagteekent van 1902 I Vlaanderen van overig Nederla.id scheidt
Van de lotgevallen der kerk gedurende Im aa'{L n'cL Z(jo makkelijk om werken
de jaren 1700 valt ten gevolge van het onderhavige tot sita-nd te brengen,
ontbreken van de kerkerekeningen niets te a 111 ai? re dee.-en van ons land.
zeggen. In 1821 onderging het dak een '°.1. grens het water zoeken, heeft
grondige herstelling, wier kosten ten he- 00 n SroolLe bezwaren en dus diende
N«r h«t Eagelsch ran J. S. FEETOHEE
door Mej. A. T.
o
76).
Jimmie keek weer. Frobenius was naar
het raam gegaan toen, hij de stemmen en
voetstappen van <le werklieden hoorde
en voor een oogenblik lette hij niet op
zijn twee gevangenen. B-ij' dien Iweedle'rt
blik zag Jimmie, dal hij zich zeker niet
vergist had dat was Packe buiten twij
fel. Packe in een. heel vuill en vet katoe
nen pak, m(et een oude pet boven zijnt
vuil gezicht, een leéljjke pijp jn zijn
mond, een baard van twee dagen oud
om zijn kin. Ilij' droeg de gereedschaps
kist van een werkman: hij scheen volko
men op zijn gemak! te zijn in zijn om'gfe-
ving en met zijn metgezellen. Jimmie
bekleek toen die melgezeliien en zag spoe
dig dat zij allen zieren of acht in
getal sterke -en zware mannen waren,
wier werkmanskleeren, zoo leeüjk en ge
vlekt als zij wanen, geen athletische en
gespierde gestalten verborgen. En een
algemeen gevoel van opluchting kwam
over hem bij het gezicht van die sterke,
groote kerels; hij wist zeker, dat dit iets
was, dat redding beleckende; dat moest
het zijn waarom anders zou Packe
daar zijn, op deze manier verkleed en
vermomd
Dokter Frobenius deed boos een der
openslaande ramen open.
„Wat beteekent dit alles?" vroeg hij
knorrig. „Wat zie ik? Een leger van:
werklui, vermoed ik, toegerust met werk
tuigen en gereedschappen. Wat verlang
je, mijn goede menschen? Ik heb toch
niet om jullie gezonden!"
Een der mannen, een groote man mfsti
zwaren snor, maakte zich los van de
anderen en naar voren komende tikte
hij aan zijn. pet.
„Post- en telegraafdienst, mijnheer",
zei hij «terbiedig. „De hersfcellingsafdeie-
ling wij zijn gekomen om uw inrich
ting na te zien. We zullen eerst alles bui
ten nazien, mijnheer."
„Hetgeen beteekent, dat' ge later bin
nen zult komen"^ zei dokter Frobenius.
„Nu hoe gauw zult ge al in mjjn stu
deerkamer komen deze kamer van
wuaruit ik met je spreek? Ik hen juist
druk bezig."
„Oh goed, mijnheer, er is geen haast
bij," zei de zoogenaamde opzichter ge
ruststellend. „Wij zullen u laten weten
als wij u moeten storen er is tijd ge
noeg mijnheer wij zullen eerst ales
rondkijken."
Dokter Frobenius sloot het raam met
een gemompelde opmerking omtrent de
manieren van Engelsche werklieden. Hij
keerde naar zijn stoel terug en nam weer
een snuifje.
„Nu, waar waren we ook weer?" zei
hij, zijn gewelfd voorhoofd wrijvend. „Ik
heb zooveel dingen om aan te denken
tusschen twee haakjes", ging hij voort,
zich plotselinig omdraaiend en naar
Scraye kijkend, „onze vriend, de lord,
komt niet zoo gauw weer bij als ik wet
zou wenschen; ik wilde deze geldelijke
aangelegenheid met hem bespreken."
Toen Scraye hoorde, dat er over hem
gesproken werd, hief hij het hoofd op
en staarde naar. dokter Frobenius vrij
wel alsof hij juist ontwaakte uit een p-'ot-
selingen roes.
„Ik ben heel goemompelde hij.
„Hoorde wat u juist zeide groote be
langstelling ziet u zeer belangwek
kend. Ik ben bereid te betalen gfeef
ook mijn woord van eer. Dat zal Trickett
ook zeker doen.''
drage van f2370 bestreden zijn deels I ll!en in .®1°en. ^^d naar water te zoeken,
uit een gift van duizentji gulden, d.ior n vvilde in ieder geval economisch'
Koning Wille,m( I in dat jaar geschonken-, I j® streek opheffen,
deels dpor middel van^ een hoofde! ij ken aan,° dezer wateradding is ëen
omslag over de lidmaten. In 1892 heeft I ctjcri;indsclie zaak geworden, nadat de
men in het gebouw een vlakke zoldering a ,,en®raa zonder stemming het
aangelegd, en twee jaar na dien, in 1894, voorS|Let tot het stet.e-n van éen risico
bij liet houwen van de tegenwoordige "ai31 %an rijkswege aannam',
pastorie, is spijtig genoeg de overoude ,wf®.s er met klem op, dat als
Romaansche sacristie gesloopt, die sinds !!lcn. 111 ^klingen wenschf, men die moet
1623 deel uitmaakte van dé predikants- nvinuen J 11,1 l^ie °P hoogte
woning en door haar stevigen bouw de zlja'
eeuwen tartte -Pr' ls reeds in 191,1 met wijlen dr.
Bos begonuen met plannen voor eein wa-
Dit laatste geldt helaas niet van de lerleiding in deze streek en later is dit
kerk zelf. De bekrompen, middelen van van particuliere zijde herhaald,
de kerkvoogdij maakten, een behoorlijk in 1916 werd op initiatief van enkerte
onderhoud onmogelijk, en de gevolgen burgemeesters uit Westelijk Zeeuwsch
zijn niet uitgebleven. Zij is van lieverlede Vlaanderen een comité opgericht voor
vervallen tot een toestand van zao groo- een waterleiding en spr. nam' daarin
te bouwvalligheid. d,at alleen' radicale gaarne zitting.
maatregelen haar van algeheelen onder- flet heeft wat moeite gekost om liet
gang konden redden. Piëteit voor den zoo ver te krijgen,, ais het destijds gevor-
ouden tempel, waar zoo vele geslachten derd was. De bevolking is op populaire
d-e godsdienstoefeningen hebben bijge- wijze voorgelicht door z u i vecon,s u 1 en te n
woond, waarheen ook het tegenwoordig Ian|dbouwconsulenten, door leden van het
geslacht van zijn prille jeugd af aan ter comité en de populaire boekjes over het
prediking opging, besef van dp archi- n.ut eener waterleiding zijn uitgedeeld
tec,tonische schoonheid van het rnonu- bij het uitgaan der kerken,
mentale bouwwerk, wekten de gemeente- De deskundige rapporten zijn uitge
leden op tot milddadigheid, zoodat na- bracht door het Rijksbureau voor drink-
genpeg een ieder, gegoed- -of niet gegoed, watervoorziening en daardoor is voorko-
„U moest liever de geldzaken met mij
bespreken", zei Jimmie. Scraye zonder
ling aankijkend. „Lord Scraye is nog niet
in staat iets te bespreken."
Scraye schudde uitdagend het hoofd.
„Even goed in staat als jij!" zei hij!.
„Ik ben goed in orde word weer
geheel goed. Ben in ieder geval in staat
een cheque te teekenen ik heb een
goed deposito bij mijn bankier."
Hij lachte onnoozel en trok toen een
gezicht tegen Jimmie, die steeds mfe,er
in de war geraakte door zijn gedrag. En
na een gezicht getrokken te hebben, dat
smalende minachting uitdrukte, begon hij
een chequeboek uit zijn, zak te krijgen.
„Hoeveel?" vroeg hij aan dokter Fro
benius. „Ik ben bereid alles in het re
delijke te betalen. Levën en vrijheid
onschatbare gaven hè? Hoeveel, nu
ik zal dadelijk een chèque voor u schrij
ven."
„U moet hem iets zeer vreemds'
geven hebben om' hem zoo te mbken'",
zei Jimmie. „Hij is niet in staat om' iets
te doen. Spreek met mij laat hij bij
komen. Berg dat chèque-boek weg en
herstel je!" ging hij voort, zich kwaad
tot Scraye wendend. „Houd moed!"
Scraye begon protesteerend en zwak
te mompelen; Jimmie, die er zeker van
was, dat er heel spoedig iets zou gebeu
ren, duwde hem zonder complimenten in
zijn stoel en keek dokier Frobenius aan.
„Noem mij uw voorwaarden op", zei
hij. „Ik zal ze dan overwegen. Maar ik
wil eerst iets zeer veel w'eten. Hoe
staat het met het gestolen eigendom,
dat ik in Parijs onderschepte? Het kruis
van lord Scraye bijvoorbeeld zal dat
teruggegeven worden?"
„Wij geven nooit iets terug", antwoord
de dokter Frobenius. „Zeker niet! Het
staat niet in de macht van ons genootj
schap, om iets terug te geven dat het
eenmaal genomen heeft."
„En dan is' er nog iets anders," ging
Jimmie voort, die er op uit was, om tijd
te winnen. „Als ik betalen zal, moet ik
wat waarde voor mijn geld en mijn stil
zwijgen in de toekomst hebben. Wie isi
uw genootschap en wat heeft het ge
daan? U is verplicht mij dal te zeggen,
als ge mij als een man van eer behan
delt,"
Dokter Frobenius scheen dit voorstel
redelijk en zelfs aanlokkelijk te vinden.
Hij gaf teeken, dat hij tot praten ge
zind was.
It v*rv«lg4)