B IJ V O E 6 S E I
VLUG KOKENDE HAVERMOUT
Dinsdag 29 Jan. 1929 No. 24
BINNENLAND
FEUILLETON
Het Geheimzinnige Genootschap.
RECHTZAKEN
VAM DE
VAS
HAAGSCHE BRIEVEN.
Neen, its. geloof toch met, dat ik me
schuldig maak an onoehooiiijk-chauf/e1-
nistische ge-voelens, wanneer ik zeg, dat
Den Haag toch altijd een oeetje anders is
dan iedere andere stad in ons scho >ne
vaderland. En dit zonder rekening te
nouaen met de omstandigheden, die sa
men werken om te maken, dal Den Haag
eigenlijk geen stad is, maar toch te
grooi om het dorp of vlek \e noemen
ef wat dan overigens de techniselie naam
fr voor moge zijn.
De^ qualificatle conglomeraat van dor
den benadert het ware karakter van onze
residentie misschien nog het best, maar
Zieelemaai juist is dat ook weer niet,
daarvoor is Den Haag en zijn de Ha
genaars veel te mondain en veel te'
cosmopolitisch. Aangenomen nu, dat we
Den Haag dan maar, al of niet terecht,
den naam .van stad zulten geven, dan
komt bij een vergelijking met andere
plaatsen, die denzeifaen naam dragen
toch wei heet duidelijk het verschil naar
voren, zoowel in het karakter van de
plaats zeitve als in dat van haar inwo
ners. De Hagenaar beeft iets aparts, iets
wat hem onderscheidt van ieder ander
een zeaere zwier en iegelijk een ze
itere gereserveerür.eid, daarbij een zekere
deftigheid of in ieaer geyai waardig
heid en een zeer sterk gevoal voor
decorum. Dit alies vormt misschien de
redenen, die maken dat Den Haag in
den tijd van sneeuw en ijs ook weer
anders is, dan iedere vaderlandsche stad
onder gelijke omstandigheden.
Om te beginnen is hier heel weinig wa
ter, water dat bij een temperatuur, die
voldoende onder mn is, in aanmerking
komt om te bevriezen en ijsbanen op
te leveren, dan aitijd. Want met de zee
zoo vlak in de nabijheid kan men moei
lijk zoo maar in hel algemeen beweren,
dat er geen water genoeg is. Dat is
een bezwaar, aat tekort aan water,
dat nog verergerd wordt door de om
standigheid, dezen winter althans,, dat
het weinige water, dat er is, moeilijker
schijnt te bevriezen dan elders. In de
vorige ijsperiode, die voor ons helaas
maar een dag of wat geduurd heeft,
lazen we iederen avond in de courant
zeer fergenac oerichten over ijsbanen
in anuere plaat en, die open gesteld wa
ren, over vaarlen en slooten, die dicht
lagen, terwijl wij maar, pope'end van
ongeduld zalen te wachten of de ijs
korst op het weinige water, dat we nog
hebben, nu nilet eindelijk dik genoeg zou
zijn om schaatsenrijden mogelijk te ma
ken. En in dey eerste dagen van de
afgeloopen week, toen het weer e*ven
naar uitzag, alsof het serieus zou gaan
vriezen, zagen we van uit de raampjes
van den trein de plassen onder Sloter-
dijk zwart van de schaatsenrijde s, werd
er ook in de buurlen van Rotterdam
druk gereden, terwijl wij niet wisten waar
we met onze schaatsen heen moesten.
Gemhmideera door wat er in beide
genoemae steden gebeurde gaven de
scholen ijsivacantie, maar het groolsle
percenlage van de aldus bevoorrechten
haalde de schoudet-s op en amuseerde
zich cp anaere wijze, want hoewel
er ijsyacantie was, was er geen ijs. Niet
noemenswaard tenminste. Wel is de ijs-
oaan een paar uur open geweest, maar
dat was een zeer korte vreugde en tot
meer dan met schaatsen onder den
arm op oc tram staan of langs de
stralen wancelen is het zelfs voor den
tverwoeac lieihebbers met gekomen
Het is mogelijk dat al deze factoren
samenwerken, dat Den Haag op schaat
sen zich steeas min of meer blijft on
derscheiden. Om maar een enkel voor
beeld lei noemen, tot een ware verbroe
dering op het ijs wit het hier nooit goed
komen. De inaeeling in kasten en co
terieën olijlt cestaan. De Hagenaar, die
zich respecteert, is lid van de Haagsche
ijscluo. Hij is er dan zeker van, dat
hij zich nicl encanaikesren kan, dat hij,
zelfs ais hij valt, in behoorlijk gezelschap
valt. De vijvers in het Bosch, en de
vaarlen ais de Schenk en de Molensloot
zijn voor den minderen— man. Nu is
er pas een nieuwe ijsbaan gekomen op
de vijvers van Meer en Bosch onder
Loosduinen, maar het ware schijnt dat
loch ook niet te zijn. Wie mee wil doen,
wie de bon ton is, wordt of is lid
van „de" ijscluo, de eenige die meeleit,
de oaan achter het Bezuidenhout.
De oaan is nog zooveel le meer in
trek, daar ons Prinsesje cr ook met
enkel vriendelijk woordje en de Prinses
reed door. Maar is het wonder, dat het
clubje niet uitgepraat raakte over de
ontmoeting, over zooveel gemoedelijke
vriendelijkheid.
Is het wonder dat ze, zoo ze het al
niet eerder deden, van dat oogenblik
af dwepen met „Juta" (een liefkozend
naampje voor onze prin es, dat alge
onder de jeugd gebruikt wordt) zooais
alleen een baklvisch dwepen kan? En
doet zoo'n ontmoeting., zoo'n vriende
lijk woord, zoo'n spontaan toegestoken
hand niet veel meer dan duizend ver
togen en beredeneerde uiteenzettingen
c\er de band die Nederland bindt aan
het Oranjehuis?
Als de auto. met het oranjevlaggetje,
waarin de Prinses gezeten is, voorbijrijdt,
aan vliegen hoeden en mutsen af, dan
wordt er gegroet op een wijze, waarbij
men zien kan dat er aan den eerbied
niets ontbreekt, maar waarin naast die
eerbied doorstraalt warme genegenheid
en, oij de ouderen van dagen, een soort
an zachte verteedering. v. T.
haar vriendinnen komt schaal enrijden.
We zien haar graag, ten alle tijde,, maar
we zien haar vooral zoo graag in ons
midden. Soms, als ik de bewonderende
blikken zie, waarmee zij wordt aange
keken, moet ik denken aan een grapje
dat de Weeners graag van hun ouden
keizer Frans Joseph verteken. De kei
zer Jiaa een van de keizerlijke parken
open geslela voor het publiek en de adel
die in Weenen nog al een hoog woord
heeft mee te spreken gehad beklaagt-
de zich er over, dat er nu voor zijn
leden geen plaats in Weenen overbleef,
waar zij veilig en zonder vrees om met
burgerlijke e.emenlen in aanraking te
komen, onder huns gelijken verkeeien
konden. „Ja," antwoordde bei keizer
toen ongéveer, „als ik aileen veilig met
mijns gelijken zou willen verkeeren, blijft
me geen andere plaats oyer dan de
Kapuzinergrufl (de grafke'der, waar de
leden van het vorstelijk huis zijn*bijgezet)
Diezelfde verhouding is 't ongeveer op
de IJsclub, met dien verstande echter,
dat de Haagsche Leau monde er zich
vooralsnog volkomen veilig kan voelen
En onze Prinses is veel te lief en k
eenvoudig en, ik zou haast wilien zeg
gen te welopgevoed, om hooghartig le
doen of hooghartig te zijn. Zij rijdt er
zooals ieder ander er rijdt, en zoo er
iemand is, die l et voorbeeld geeft van
de ware verbroedering op het ijs, dan is
zij het wel, Zij bezit in buitengewone
tnal&r de gajve om zich populair te
maken, overal en onder alle omstan
digheden. maar vooral op de spiegel
gladde ijsbaan.
Een van de aardigstê staaltjes daar
van woonde ik een van de eerste da
gen ,dat er ijs was, bij. Een baklvisch
die in dezen winter voor het eerst op
de ijzers stond, en de kunst nog op verre
na niel mee ter was, zag kans ojp het
zelfde moment, dat ze de schaatsen
onder de veelen had, hulpeloos voort
te glijden zonder veei anders te kunnen
doen dan zich oveieind te houden. En
zco, stuurloos en huipeloos, carambo
leerde zij met de Prinses, die juist met
een hofdame en een vriendin kwam aan
rijden. Het bakvischje verontschuldigde
zich blozend en verlegen, maar de Prin
ses zette baar onmiddellijk op haar ge
mak met een vriendelijk: het is niet erg
hoor, we moeien allemaal leeren, ik
ben ook wel eens tegen iemand aan
gereden.
Wat later stona helze'fde oakvischje
met een paar vriendinnetjes te pralen en
f-erlelbe haar ontmoeting, toch wel een
beetje geïmponeerd door het geval. En
nu wilde het geval, dat de Prinses juist
achter haar stona en haar woorde
hoorde. „Nu", zei ze j iviaal, ,ais je
dan toch al weet wie ik ben, laten
we dan maar eens even kennis maken'
waarop het geheele troepje gelegenheid
kreeg haar namen te noemen. Nog een
Naar het Engelsch van J. S. FLETOHEB.
door Mej. A. T.
70.
Jimmie nam deze uitnoodiging zwij
gend aan. Hij had het zonderlinge gevoei,
dat hij inderdaad eeEl werkelijke rijknecht
kon zijn, die om een betrekking geko
men was en ondervraagd werd door een
toekomsligen werkgever. Hij zonk neer
in den stoel, legde zijn hoed op den
grond en keek met al zijn oogen naar
de zonderlinge gedaante vcor hem. En
dochter Frobenius glimlachte tegen hem
den vreemdsten glimlach dien Jimmie
ooit gezien had, een glimlach, die hem
er aan deed denken, hoe een buitenge
woon vraatzuchtige roofvogel zou kun-
nem glimlachen, voordat hij begon zijn
slachtoffer lid voor lid te verscheuren
en nij wreef zijn vleesehlooze handen
samen en glimlachte weer, Kch naar
zijn bezoeker overbuigende.
„En u is dus gekomen?" zei dokter
Frobenius. „U is hier? Ja, juist. Ik ver
wachtte u. Fn waarom' is u hier, mijnheer
Trickett waarom ja, waarom is u
hier?
Jimmie kreeg ojp eens hei gebruik
van zijn zintuigen weer terug. Hij kreeg
e«n indruk van den vreemden persoon,
je grond in de voormalige ach(ter'.ia-
van aan de Diaconie der Gere?, kerk.
STUKKEN VOOR BEN GEMEENTE
RAAD VAN GOES.
A. s. Donderdag vergadert de raad
dezer gemeenle.
B. en W. stelen voor le 'besluiten,
dat voorlaan ook de administratie van
het Burgerl. Armbestuur èan accountanils
onderzoek zal worden onderworpen. Het
Burgerl. Armbestuur heeft zich daarme
de .vereenigd en bereid verklaard de
helft der kosten voor zijn rekening te
nemen.
Ter benoeming van e&n lid van liet
Burgerlijk Armbestuur in de vac.-J. de
Kruijter biedt het be duur den raa i de
volgende aanbeve.ing aan: 1. de heer C.
C. van der Does (R.K1.) en de h|ear
P .Crucq (S.D.A.P.).
B. en W. stellend en raai voor aan
het bestuur van den kring „Westelijk Z.-
jBeveland" der Z.L.M. ten behoeve der
ia het jaar 1929 alhier te houden land
bouwtentoonstelling door de gemeente
tot een bedrag van f 503 dael te laten
nemen in het garantiefonds.
B. en W. stellen voor het „Uitbrei
dingsplan 1924,, aan te vullen met het
terrein langs den Parallelweg bSj1 liet Sta
tion.
Voorgesteld wordt B. en Wu te machi-
tigen om weder aan H. M. de Koningin
te verzoeken, de concessie voor dte 1 ley
s'i-ng van sas- en havengeld, opnieuw'
'voor den lijil van drie .jaren, zoo- moge
lijk voor langer, te verlengen.
Voorgesteld wordt aan het bestuur der
vereeniging voor Christelijk Schoolonder
wijs een bedrag van f 251 beschikbaar te
stellen ten behoeve van de aanscba fing
van leermiddelen.
Voorts dat de gemeente zal toetreden
not de afdeeling Zee anl der Vereen,
van Nederl. Gemeenten zoodra deze de
finitief zal zijn opgericht;
tot demping van een stuk sloot op den
'boek van den Westsingel en de Piet
Heinstraat;
tot wijziging der verordening op de
keuring van waren, in verband met een
daartoe van den Minister van Arbeid
ontvangen schrijven;
uitweg te verleenen naar Öe 'Violen-,
straal voor een perceel grond gelegen
hij die straal onder de gemeente Klloa-
tinge;
tot verlenging der pacht van een stuk-
Klokluiden,
fn het jaar 1924 werden in den raad
inlichtingen gevraagd aanspande de op
het zonderling lijkende omstandigheid,
dat het klok uiden voor den aan Uig
der godsdiensioe eningen der Ne-dort.
Herv. Gem. geschiedt door middel van
öuidkklokken, welke zich bevinden in
een .gemeentelijken torein en door ge
meen tepersoneel worden bediend.
TTit een door den gemeente-archivaris
samengesteld overzicht is toen geble
ken, dat deze omstandigheid ha,ar oor
zaak vond in een overeenkomst van
het jaar 1772 en verband hie d met het
gebruik hetwelk de gemeente maakte
<ati het schip van het kerkgebouw, da
zg. „wandelkerk" tot het opbergen van
brandspuiten en het drogen van brand
slangen.
De zaak heeft opnieuw de aandacht!
van B. en W. getrokken, nu voor de
'brandspuiten een nieuwe be .vaarplails
is gesticht en noch voor het opbergen
daarvan, noch voor het drogen der slan
gen meer gebruik van fifd kerkgebouw
behoeft te worden gemaakt.
B. en W. geven een historisch uitvoe
rig overzicht van hetgeen in 'dan loop
der tijden met betrekking tot het kloklui-
den bee.t plaats gehad.
Hieruit is gebleken, dat voor zoover
bekend, bij de grooie of St. Magdalena-
kerk nooit een afzonderlijke toren heeft
bevonaen, althans op het terrein nabij
de kerk een z.g. „klokhuis" zich bevond
waarin oe beide klokken waren opge
hangen, die lhans in den stadhuistoren
zijn te vinnen
Gewezen wordt voorts o.a., dat het
klokluiden voor 'de godsdienstoefeningen
bekostigd werd door de burgerlijke ge
nieente. De in 1815 geschapen toestand
heeft voortgeduurd lot het jaar 18G8
toeu oij gelegenheid der behandeling van
(Ie gemeente begrooting voor '1869, daar
tegen mt den ooezem van den Raad be
zwaren rezen, aie aanleiding gaven lot
een onefwisseling met de Kerkvoogdij
Kerkvoogden schreven daarbij, dat de
veitvcrgoeding aa i 100.— per jaar, welke
de gemeente voor 't opoergen van brand
spuiten enz. betaalde, zeker ver
hooging zou dienen te ondergaan
wanneer aaar tegenover niet stond het
betalen door de gemeente van de jaar
weuden der klokluiders, welke eveneens
in totaal f 100.— bedroegen.
Tenslotte wera overeen gekomen, dat
de burgerlijke gemeente het klokluiden
zou blijven bekostigen, mits de huursom
voor de nergploalsen der brandspuiten
werd terug gebracht tot f 50.—.
Tot 1920 is deze regeling bestendigd
geworden, met dit onderscheid evenwel
dal in aeri kop der jaren de salarissen
der klokluiders waren verhoogd tot f300
le zaraen. In gemeld jaar werden de drie
brandspuiten, die na de tot-standkoming
der walerleiü.ng nog waren aangehouden
verkocht en aangezien de motorspuit el
ders was opgeborgen, bestond er aan de
bergplaats in de kerk geen behoefte meer
Alleen voor bet drogen der brandslan
gen booa de wandelkerk nog een geschil
te gelegenheid. Met Kerkvoogden werd
toen door Burgemeester en Wethouder
overeen gekomen, de huur van de berg
plaatsen te doen beëindigen; er zou even
wel voorlaan voor het drogen der slan
gen jaarlijks een vergoeding worden be-
taalo van f 10.
De kerkrestauratie heeft hierin even
wel verandering gebracht. Het drogen
der slangen in het kerkgèbouw 'is thans
niet meer mogelijk, waarom daarvoor dan
ook in de onmiddellijke nabijheid van
het nieuwe brandweer-lokaal een inrich
ting is aangebracht.
De toestand is derhalve op het mo
ment zco, dat de gemeenle het kloklui
den voor alle (dus ook de kerkelijke)
doeleinden betaalt, waar tegenover zich
geen enkele prestatie van de zijde der
kerk bevindt.
B. en W. hebben gemeend, dat deze
eenigszins scheve toestand niet kon blij
ven bestendigd en ziin daarom met de
kerkvoogdij in briefwisseling getreden.
Resultaat hiervan is, dat laatstgenoemde
zicli bereid beeft verklaard om voo.taan
van de Jaarwedden der klokluiders 75
pet. voor haar rekening te riemen, daarbij
de hoop uitsprekende, dat deze jaar
wedden in de toekomst niet meer zullen
worden verhoogd..
B. en W. stollen voor, dat voortaan
deze jaarwedden niet zullen worden ge
wijzigd, dan nadat de Kerkvoogdij hier
omtrent zal zijn gehoord.
Het voor rekening der gemeente blij
vende deel der jaarwedden dient voor
hel liiiden bij brand, watersnood,, an
plechtige gelegenheden.
B. en W. geven den raad in nyerwegng
luin le machtigen, met de Kerkvoogdij
in boven aangehaalden zin een overeen
komst aan te gaan.
Stan d'p laats
autobussen.
Naar aanleiding van in de raad uit
gesproken wensch tot verbetering van de
slonoplaats voor autobussen aan de Koe
poort en het heffen van een recht voor
het gebruik maken van standplaatsen
voor autobussen op de Groote Markt
en oij de Koepoort, hebben B. en W.
zich een regeling gedacht, krachtens wel
ke oe autobussen op gewone dagen, ge
lijk lot heden, standplaats zul'en inne
men op de Groote Markt en op Dinsdag
en geaurende Kermis bij de Koepoort.
Zij geven den Raad in overweging, lot
de inrichting van een standplaats bij de
Koepoort voor de som van 14402.50 te
besluiten en hun op te dragen de samen
stelling van de noodige verordeningen.
wiens banden nooit stil waren, wiens
lippen voortdurend bewogen, wiens haar
in beweging scheen, wiens lichaam rus
teloos schokte.
„Als u mij verwachtte," antwoordde
hij, dokter Frooenius vast aankijkend,
als u mij werkelijk verwachtte, weet u,
waarom ik hier oen.'
Dokter Frooenius spreidde zijn zenuw
achtige nanden uit over de papieren,
die voor hem lagen. Hij schudde zijn
witte loKiien. i
„Ja, ja zei hij, alsof hij werktuigelijk
antwoordde op een toevallige vraag van
een Icinu. „Ja, Waarom is u hier, -mijn
heer Tricicell?'
Jimmie aarzelde, voordat hij weer
sprak. Hij bestudeerde zijn omgeving.
Hij haa reeas opgemerkt, dat er een
volledige telegrafische inrichljng ïn
de kamer was en dat de lessenaar, waar
dokter Frooenius aan zat, goed voorzien
was van teleionische toe-tellen. Was het
mogelijn, vroeg hij zich af, aal deze bui
tengewone persoonlijkheid, de wel ge
schikt leek om een gecapitonneerde ka
mer in een krankzinnigen gesticht in te
nemen .het hoo"d en middelpunt was van
deze dievenoende en dal van dien les
senaar, langs die dealen, zijn bevelen
vlogen naar zijn agenten en medeplich
tigen? Het scheen meer dan waarschijn
lijk, en Jimmie besloot de volle waarheid
ronduit te zeggen.
„Tk hen hier", antwoordde hij, ,om
KWALITEIT KOST NIETS MEER, DAAR DE RAKKEN
SUPERIEURE
EEN VEEL GROÖTER" INHOUD HEBBEN DAN ANDERE MERKEN,
(Ingez. Med.)
dat lady Scraye hier is."
De man aan den lessenaar boog met
steeds meer schokken en trekkingen
„Lady Scraye is inderdaad hier", zei
hij „Ja, u volgde haar natuurlijk. Waar
om?
„lOmdat ik geloof, dat zij lid is van
een bende, waarvan ik u voor het hooio
hcud antwoordde Jimmie. „Of dit juist
is of niel weet u zelf.
„Zeer juist, stemde dokter Frobenius
toe. „Zij is lid van een genootschap,
waarvan ik president en d'recteur nen
Maar ,dii verklaart nog niet, waarom
u haar naar mijn huis volgt, mijnheer
Trickett."
„iNiet?' zei Jimmie. „Dan zal ik met
uw toeslemming de zaken wat eenvoudi
ger maken. Dit genootschap van u heeft
zich meester gemaakt van de personen
van mijn tante juffrouw Trickett en
van een vriendin van mij, juffrouw
Dokier Frobenius wenkte ongeduldig
met de hand.
„Tul, tut, mijn beste jonge man!" riep
hij uil. „Daar welen wij alles van
daar weien wij alles van! Uw achtens
waardige. lieve tante en het meiqe uiit
den hoedenwinkel worden vastgehouden
als borg voor uw goed gedrag'. Men heeft
u gezegd, dat, als u zich goed hield,
voor slechts tien dagen, was het tien
dagen? ja, ik ben er zeker van,
dat tien dagen waren zij vrij ge-
Halen zou worden. M-nar u gedraagt zich
B. en W. stollen voor de erfpacht
van de firma van Heel en Co. en N.V.
Duvekot's Graanhandel van perceeleu
grona aan de J. A. van der Goeskade
(bij het haventerrein) met 25 jaar te
verlengen.
Voorts stellen zij voor de vergoeding
voor de Chr. School voor gewóón lager
onaerwijs vast te stellen op f 6328 02i/»
en voor de Chr. School voor U.L O. óp
f6141, 26, beiden over de jaren 1923 t. e.
m. 1925 en de vergoeding voor de uit
gaven van het vakonderwijs dezer school
voor 1924 op f 41.67 en voor 1925 op
f 46.871/j.
?niet goed. mijnheer Trickett! Inderdaad
u veroorzaakt en heeft mij veroorzaakt
groote moeite en last. Het spijt mij het
te moeten zeggen, maar u is een bemoei
ziek jongmensch. Nu, toen ik jong was
schreef ik dikwijls in mijn schrift, in
navolging natuurlijk van een voorbeeld
dat mijn schrijfmeester mij gaf schreef
ik dikwijls zeg ik, de mooie oude spreuk
Pas op je eigen zaken! Banaal, maar wijs
en verstandig. Waarom past u met op uw
eigen zaken jonge mij'n.hepr Trickett?'
„Mijn zaken", antwoordde Jimmie on
versaagd en stijfhoofdig als aitijd, „zijn
nu te zorgen voor een paar vrouwen
die zich niet verdedigen kunnen".
„Tut, tut! met die vrouwen is het hee]
goea hel zou heel goed met haar
geweest zijn als u zich ructig gehouden
had, mijn goed heer," zei dokter Frooe
nius. „Uw dwaze en ongelukkige ge
woon ie om u met al.es te Denmeien
brengt haar in gevaar. Heel dwaas van
u, heel dwaast Weet u nu, mijnheer
Trickett", hier boog dokter Frobenius
zich vertrouwelijk voorover en tikte de
toppen vain zijn du-nne vinders tegen el
kander, „weet u werkelijk, dat ais ik d'en
liccru opnam en één woord van- bejvel
aan mijn agent in Londen gaf, uw tante
en haar metgezellin zouden ophouden
te Ieren, binnen vijf minuten na ont
vangst van dit bevel? Nu? Weet u dat?
Geen geweld ziet u, geen pijn, neen,
geen onaangenaamheid! Maar af
Kantongerecht te Middelburg.
De Kantonrechter te Middelburg heeft
in de zitiing van 23 Jan. veroordeeld
wegens:
met een rijwiel niet behoorlijk uitwij1-
ken naar links bij het inhalen van een
rijwiel: J. J. v. D. te Koudekerke, f 5
5b. s. 5 d. h.;
met een trekdier de linkerzijde van den
weg h,ouden: J. B., J. V. Z. beiden te Mid-
defl.burg beiden f 2 b.-s. 2 d. ht.;
idem met 'n rijwiel: H. d. IC., Vlissin-
gen, fl 5 b. s. twee w. t.-schi;; J. S.
te Koudekekerke, f 3 b. s. 3 d. h(;
idem als geleider van vee: N. D., P.
B. belden te Middelburg, beiden f 5
b. s. 5 d. h.
met een motorrijtuig in een boeh|t bin
nen de bebouwde kon' eener .geneeote
niet de rechterzijde van den- weg hou
den- W. P. te Assen, f 5 b. si. 5 d. fy;
rijden met een moitbrrijtuiig zonder
voor- en achterlicht en zie ïtbaar le'.ter
en nummer: B. H. C. te Rotterdam!,
f25 en f 5 b. s. 25 d'. en 5| d.hlj.
een motorrijtuig zonder voldoertde toe
doend! Werkelijk afdoend."
Jimmie voelde zijn hart krimpen, hij
voelde ook dat zijn zenuwen en spieren
plotseling gespannen werden.
..A s go dien hoorn aanraakt",, zei hij,
me' zijn oogen vast op dokter Frooent-
u> gericht, „zuil ge mijn vingers om aw
sc.hurkachtigen ouden hals voelen! En
a's zij ca ir eenmaal zijn, zullen zij het
leren uit n knijpen. Ik heb gesproken!"
„Als oe jonge en onwetende man, die
ge ?ijf, antwoordde dokter Frobenius
met een lach „Nu, nu, ik ben niet
van plan d«- dames onmiddellijk te doen
dooden u sar
Jimmie heeft nooit precies geweten,
wat e; hei volgende oogenblik gebeurde.
De insn. die voor hem zat, bewoog zich
niet van zijn plaats, zijn hoofd schudde
nog, zijn lange, dunne vingers waren
nog tegen elkander geklemd. Misschien,
dacht Jimmie later, als hij een verklaring
trachtte te vinden, drukte hij met zijn
veel op een veer, die onder het la
pijl verborgen was. Er klonk plotseling
een scherpe klank van staal, een ^lot-er
linge .snelle beweging van een machinerie
en Jimmie bevond zich vastgenageld op
zijn gemakkelijken stoel door metalen
armen, die, de hemel weet vanwaar te
voorschijn gesprongen waren en hem
stevig om zijn borst en om zijn knieën
vasthielden.
(Wordt- voffolgd)