B IJ V O E 6 S E I VLUG KOKENDE HAVERMOUT Dinsdag 29 Jan. 1929 No. 24 BINNENLAND FEUILLETON Het Geheimzinnige Genootschap. RECHTZAKEN VAM DE VAS HAAGSCHE BRIEVEN. Neen, its. geloof toch met, dat ik me schuldig maak an onoehooiiijk-chauf/e1- nistische ge-voelens, wanneer ik zeg, dat Den Haag toch altijd een oeetje anders is dan iedere andere stad in ons scho >ne vaderland. En dit zonder rekening te nouaen met de omstandigheden, die sa men werken om te maken, dal Den Haag eigenlijk geen stad is, maar toch te grooi om het dorp of vlek \e noemen ef wat dan overigens de techniselie naam fr voor moge zijn. De^ qualificatle conglomeraat van dor den benadert het ware karakter van onze residentie misschien nog het best, maar Zieelemaai juist is dat ook weer niet, daarvoor is Den Haag en zijn de Ha genaars veel te mondain en veel te' cosmopolitisch. Aangenomen nu, dat we Den Haag dan maar, al of niet terecht, den naam .van stad zulten geven, dan komt bij een vergelijking met andere plaatsen, die denzeifaen naam dragen toch wei heet duidelijk het verschil naar voren, zoowel in het karakter van de plaats zeitve als in dat van haar inwo ners. De Hagenaar beeft iets aparts, iets wat hem onderscheidt van ieder ander een zeaere zwier en iegelijk een ze itere gereserveerür.eid, daarbij een zekere deftigheid of in ieaer geyai waardig heid en een zeer sterk gevoal voor decorum. Dit alies vormt misschien de redenen, die maken dat Den Haag in den tijd van sneeuw en ijs ook weer anders is, dan iedere vaderlandsche stad onder gelijke omstandigheden. Om te beginnen is hier heel weinig wa ter, water dat bij een temperatuur, die voldoende onder mn is, in aanmerking komt om te bevriezen en ijsbanen op te leveren, dan aitijd. Want met de zee zoo vlak in de nabijheid kan men moei lijk zoo maar in hel algemeen beweren, dat er geen water genoeg is. Dat is een bezwaar, aat tekort aan water, dat nog verergerd wordt door de om standigheid, dezen winter althans,, dat het weinige water, dat er is, moeilijker schijnt te bevriezen dan elders. In de vorige ijsperiode, die voor ons helaas maar een dag of wat geduurd heeft, lazen we iederen avond in de courant zeer fergenac oerichten over ijsbanen in anuere plaat en, die open gesteld wa ren, over vaarlen en slooten, die dicht lagen, terwijl wij maar, pope'end van ongeduld zalen te wachten of de ijs korst op het weinige water, dat we nog hebben, nu nilet eindelijk dik genoeg zou zijn om schaatsenrijden mogelijk te ma ken. En in dey eerste dagen van de afgeloopen week, toen het weer e*ven naar uitzag, alsof het serieus zou gaan vriezen, zagen we van uit de raampjes van den trein de plassen onder Sloter- dijk zwart van de schaatsenrijde s, werd er ook in de buurlen van Rotterdam druk gereden, terwijl wij niet wisten waar we met onze schaatsen heen moesten. Gemhmideera door wat er in beide genoemae steden gebeurde gaven de scholen ijsivacantie, maar het groolsle percenlage van de aldus bevoorrechten haalde de schoudet-s op en amuseerde zich cp anaere wijze, want hoewel er ijsyacantie was, was er geen ijs. Niet noemenswaard tenminste. Wel is de ijs- oaan een paar uur open geweest, maar dat was een zeer korte vreugde en tot meer dan met schaatsen onder den arm op oc tram staan of langs de stralen wancelen is het zelfs voor den tverwoeac lieihebbers met gekomen Het is mogelijk dat al deze factoren samenwerken, dat Den Haag op schaat sen zich steeas min of meer blijft on derscheiden. Om maar een enkel voor beeld lei noemen, tot een ware verbroe dering op het ijs wit het hier nooit goed komen. De inaeeling in kasten en co terieën olijlt cestaan. De Hagenaar, die zich respecteert, is lid van de Haagsche ijscluo. Hij is er dan zeker van, dat hij zich nicl encanaikesren kan, dat hij, zelfs ais hij valt, in behoorlijk gezelschap valt. De vijvers in het Bosch, en de vaarlen ais de Schenk en de Molensloot zijn voor den minderen— man. Nu is er pas een nieuwe ijsbaan gekomen op de vijvers van Meer en Bosch onder Loosduinen, maar het ware schijnt dat loch ook niet te zijn. Wie mee wil doen, wie de bon ton is, wordt of is lid van „de" ijscluo, de eenige die meeleit, de oaan achter het Bezuidenhout. De oaan is nog zooveel le meer in trek, daar ons Prinsesje cr ook met enkel vriendelijk woordje en de Prinses reed door. Maar is het wonder, dat het clubje niet uitgepraat raakte over de ontmoeting, over zooveel gemoedelijke vriendelijkheid. Is het wonder dat ze, zoo ze het al niet eerder deden, van dat oogenblik af dwepen met „Juta" (een liefkozend naampje voor onze prin es, dat alge onder de jeugd gebruikt wordt) zooais alleen een baklvisch dwepen kan? En doet zoo'n ontmoeting., zoo'n vriende lijk woord, zoo'n spontaan toegestoken hand niet veel meer dan duizend ver togen en beredeneerde uiteenzettingen c\er de band die Nederland bindt aan het Oranjehuis? Als de auto. met het oranjevlaggetje, waarin de Prinses gezeten is, voorbijrijdt, aan vliegen hoeden en mutsen af, dan wordt er gegroet op een wijze, waarbij men zien kan dat er aan den eerbied niets ontbreekt, maar waarin naast die eerbied doorstraalt warme genegenheid en, oij de ouderen van dagen, een soort an zachte verteedering. v. T. haar vriendinnen komt schaal enrijden. We zien haar graag, ten alle tijde,, maar we zien haar vooral zoo graag in ons midden. Soms, als ik de bewonderende blikken zie, waarmee zij wordt aange keken, moet ik denken aan een grapje dat de Weeners graag van hun ouden keizer Frans Joseph verteken. De kei zer Jiaa een van de keizerlijke parken open geslela voor het publiek en de adel die in Weenen nog al een hoog woord heeft mee te spreken gehad beklaagt- de zich er over, dat er nu voor zijn leden geen plaats in Weenen overbleef, waar zij veilig en zonder vrees om met burgerlijke e.emenlen in aanraking te komen, onder huns gelijken verkeeien konden. „Ja," antwoordde bei keizer toen ongéveer, „als ik aileen veilig met mijns gelijken zou willen verkeeren, blijft me geen andere plaats oyer dan de Kapuzinergrufl (de grafke'der, waar de leden van het vorstelijk huis zijn*bijgezet) Diezelfde verhouding is 't ongeveer op de IJsclub, met dien verstande echter, dat de Haagsche Leau monde er zich vooralsnog volkomen veilig kan voelen En onze Prinses is veel te lief en k eenvoudig en, ik zou haast wilien zeg gen te welopgevoed, om hooghartig le doen of hooghartig te zijn. Zij rijdt er zooals ieder ander er rijdt, en zoo er iemand is, die l et voorbeeld geeft van de ware verbroedering op het ijs, dan is zij het wel, Zij bezit in buitengewone tnal&r de gajve om zich populair te maken, overal en onder alle omstan digheden. maar vooral op de spiegel gladde ijsbaan. Een van de aardigstê staaltjes daar van woonde ik een van de eerste da gen ,dat er ijs was, bij. Een baklvisch die in dezen winter voor het eerst op de ijzers stond, en de kunst nog op verre na niel mee ter was, zag kans ojp het zelfde moment, dat ze de schaatsen onder de veelen had, hulpeloos voort te glijden zonder veei anders te kunnen doen dan zich oveieind te houden. En zco, stuurloos en huipeloos, carambo leerde zij met de Prinses, die juist met een hofdame en een vriendin kwam aan rijden. Het bakvischje verontschuldigde zich blozend en verlegen, maar de Prin ses zette baar onmiddellijk op haar ge mak met een vriendelijk: het is niet erg hoor, we moeien allemaal leeren, ik ben ook wel eens tegen iemand aan gereden. Wat later stona helze'fde oakvischje met een paar vriendinnetjes te pralen en f-erlelbe haar ontmoeting, toch wel een beetje geïmponeerd door het geval. En nu wilde het geval, dat de Prinses juist achter haar stona en haar woorde hoorde. „Nu", zei ze j iviaal, ,ais je dan toch al weet wie ik ben, laten we dan maar eens even kennis maken' waarop het geheele troepje gelegenheid kreeg haar namen te noemen. Nog een Naar het Engelsch van J. S. FLETOHEB. door Mej. A. T. 70. Jimmie nam deze uitnoodiging zwij gend aan. Hij had het zonderlinge gevoei, dat hij inderdaad eeEl werkelijke rijknecht kon zijn, die om een betrekking geko men was en ondervraagd werd door een toekomsligen werkgever. Hij zonk neer in den stoel, legde zijn hoed op den grond en keek met al zijn oogen naar de zonderlinge gedaante vcor hem. En dochter Frobenius glimlachte tegen hem den vreemdsten glimlach dien Jimmie ooit gezien had, een glimlach, die hem er aan deed denken, hoe een buitenge woon vraatzuchtige roofvogel zou kun- nem glimlachen, voordat hij begon zijn slachtoffer lid voor lid te verscheuren en nij wreef zijn vleesehlooze handen samen en glimlachte weer, Kch naar zijn bezoeker overbuigende. „En u is dus gekomen?" zei dokter Frobenius. „U is hier? Ja, juist. Ik ver wachtte u. Fn waarom' is u hier, mijnheer Trickett waarom ja, waarom is u hier? Jimmie kreeg ojp eens hei gebruik van zijn zintuigen weer terug. Hij kreeg e«n indruk van den vreemden persoon, je grond in de voormalige ach(ter'.ia- van aan de Diaconie der Gere?, kerk. STUKKEN VOOR BEN GEMEENTE RAAD VAN GOES. A. s. Donderdag vergadert de raad dezer gemeenle. B. en W. stelen voor le 'besluiten, dat voorlaan ook de administratie van het Burgerl. Armbestuur èan accountanils onderzoek zal worden onderworpen. Het Burgerl. Armbestuur heeft zich daarme de .vereenigd en bereid verklaard de helft der kosten voor zijn rekening te nemen. Ter benoeming van e&n lid van liet Burgerlijk Armbestuur in de vac.-J. de Kruijter biedt het be duur den raa i de volgende aanbeve.ing aan: 1. de heer C. C. van der Does (R.K1.) en de h|ear P .Crucq (S.D.A.P.). B. en W. stellend en raai voor aan het bestuur van den kring „Westelijk Z.- jBeveland" der Z.L.M. ten behoeve der ia het jaar 1929 alhier te houden land bouwtentoonstelling door de gemeente tot een bedrag van f 503 dael te laten nemen in het garantiefonds. B. en W. stellen voor het „Uitbrei dingsplan 1924,, aan te vullen met het terrein langs den Parallelweg bSj1 liet Sta tion. Voorgesteld wordt B. en Wu te machi- tigen om weder aan H. M. de Koningin te verzoeken, de concessie voor dte 1 ley s'i-ng van sas- en havengeld, opnieuw' 'voor den lijil van drie .jaren, zoo- moge lijk voor langer, te verlengen. Voorgesteld wordt aan het bestuur der vereeniging voor Christelijk Schoolonder wijs een bedrag van f 251 beschikbaar te stellen ten behoeve van de aanscba fing van leermiddelen. Voorts dat de gemeente zal toetreden not de afdeeling Zee anl der Vereen, van Nederl. Gemeenten zoodra deze de finitief zal zijn opgericht; tot demping van een stuk sloot op den 'boek van den Westsingel en de Piet Heinstraat; tot wijziging der verordening op de keuring van waren, in verband met een daartoe van den Minister van Arbeid ontvangen schrijven; uitweg te verleenen naar Öe 'Violen-, straal voor een perceel grond gelegen hij die straal onder de gemeente Klloa- tinge; tot verlenging der pacht van een stuk- Klokluiden, fn het jaar 1924 werden in den raad inlichtingen gevraagd aanspande de op het zonderling lijkende omstandigheid, dat het klok uiden voor den aan Uig der godsdiensioe eningen der Ne-dort. Herv. Gem. geschiedt door middel van öuidkklokken, welke zich bevinden in een .gemeentelijken torein en door ge meen tepersoneel worden bediend. TTit een door den gemeente-archivaris samengesteld overzicht is toen geble ken, dat deze omstandigheid ha,ar oor zaak vond in een overeenkomst van het jaar 1772 en verband hie d met het gebruik hetwelk de gemeente maakte <ati het schip van het kerkgebouw, da zg. „wandelkerk" tot het opbergen van brandspuiten en het drogen van brand slangen. De zaak heeft opnieuw de aandacht! van B. en W. getrokken, nu voor de 'brandspuiten een nieuwe be .vaarplails is gesticht en noch voor het opbergen daarvan, noch voor het drogen der slan gen meer gebruik van fifd kerkgebouw behoeft te worden gemaakt. B. en W. geven een historisch uitvoe rig overzicht van hetgeen in 'dan loop der tijden met betrekking tot het kloklui- den bee.t plaats gehad. Hieruit is gebleken, dat voor zoover bekend, bij de grooie of St. Magdalena- kerk nooit een afzonderlijke toren heeft bevonaen, althans op het terrein nabij de kerk een z.g. „klokhuis" zich bevond waarin oe beide klokken waren opge hangen, die lhans in den stadhuistoren zijn te vinnen Gewezen wordt voorts o.a., dat het klokluiden voor 'de godsdienstoefeningen bekostigd werd door de burgerlijke ge nieente. De in 1815 geschapen toestand heeft voortgeduurd lot het jaar 18G8 toeu oij gelegenheid der behandeling van (Ie gemeente begrooting voor '1869, daar tegen mt den ooezem van den Raad be zwaren rezen, aie aanleiding gaven lot een onefwisseling met de Kerkvoogdij Kerkvoogden schreven daarbij, dat de veitvcrgoeding aa i 100.— per jaar, welke de gemeente voor 't opoergen van brand spuiten enz. betaalde, zeker ver hooging zou dienen te ondergaan wanneer aaar tegenover niet stond het betalen door de gemeente van de jaar weuden der klokluiders, welke eveneens in totaal f 100.— bedroegen. Tenslotte wera overeen gekomen, dat de burgerlijke gemeente het klokluiden zou blijven bekostigen, mits de huursom voor de nergploalsen der brandspuiten werd terug gebracht tot f 50.—. Tot 1920 is deze regeling bestendigd geworden, met dit onderscheid evenwel dal in aeri kop der jaren de salarissen der klokluiders waren verhoogd tot f300 le zaraen. In gemeld jaar werden de drie brandspuiten, die na de tot-standkoming der walerleiü.ng nog waren aangehouden verkocht en aangezien de motorspuit el ders was opgeborgen, bestond er aan de bergplaats in de kerk geen behoefte meer Alleen voor bet drogen der brandslan gen booa de wandelkerk nog een geschil te gelegenheid. Met Kerkvoogden werd toen door Burgemeester en Wethouder overeen gekomen, de huur van de berg plaatsen te doen beëindigen; er zou even wel voorlaan voor het drogen der slan gen jaarlijks een vergoeding worden be- taalo van f 10. De kerkrestauratie heeft hierin even wel verandering gebracht. Het drogen der slangen in het kerkgèbouw 'is thans niet meer mogelijk, waarom daarvoor dan ook in de onmiddellijke nabijheid van het nieuwe brandweer-lokaal een inrich ting is aangebracht. De toestand is derhalve op het mo ment zco, dat de gemeenle het kloklui den voor alle (dus ook de kerkelijke) doeleinden betaalt, waar tegenover zich geen enkele prestatie van de zijde der kerk bevindt. B. en W. hebben gemeend, dat deze eenigszins scheve toestand niet kon blij ven bestendigd en ziin daarom met de kerkvoogdij in briefwisseling getreden. Resultaat hiervan is, dat laatstgenoemde zicli bereid beeft verklaard om voo.taan van de Jaarwedden der klokluiders 75 pet. voor haar rekening te riemen, daarbij de hoop uitsprekende, dat deze jaar wedden in de toekomst niet meer zullen worden verhoogd.. B. en W. stollen voor, dat voortaan deze jaarwedden niet zullen worden ge wijzigd, dan nadat de Kerkvoogdij hier omtrent zal zijn gehoord. Het voor rekening der gemeente blij vende deel der jaarwedden dient voor hel liiiden bij brand, watersnood,, an plechtige gelegenheden. B. en W. geven den raad in nyerwegng luin le machtigen, met de Kerkvoogdij in boven aangehaalden zin een overeen komst aan te gaan. Stan d'p laats autobussen. Naar aanleiding van in de raad uit gesproken wensch tot verbetering van de slonoplaats voor autobussen aan de Koe poort en het heffen van een recht voor het gebruik maken van standplaatsen voor autobussen op de Groote Markt en oij de Koepoort, hebben B. en W. zich een regeling gedacht, krachtens wel ke oe autobussen op gewone dagen, ge lijk lot heden, standplaats zul'en inne men op de Groote Markt en op Dinsdag en geaurende Kermis bij de Koepoort. Zij geven den Raad in overweging, lot de inrichting van een standplaats bij de Koepoort voor de som van 14402.50 te besluiten en hun op te dragen de samen stelling van de noodige verordeningen. wiens banden nooit stil waren, wiens lippen voortdurend bewogen, wiens haar in beweging scheen, wiens lichaam rus teloos schokte. „Als u mij verwachtte," antwoordde hij, dokter Frooenius vast aankijkend, als u mij werkelijk verwachtte, weet u, waarom ik hier oen.' Dokter Frooenius spreidde zijn zenuw achtige nanden uit over de papieren, die voor hem lagen. Hij schudde zijn witte loKiien. i „Ja, ja zei hij, alsof hij werktuigelijk antwoordde op een toevallige vraag van een Icinu. „Ja, Waarom is u hier, -mijn heer Tricicell?' Jimmie aarzelde, voordat hij weer sprak. Hij bestudeerde zijn omgeving. Hij haa reeas opgemerkt, dat er een volledige telegrafische inrichljng ïn de kamer was en dat de lessenaar, waar dokter Frooenius aan zat, goed voorzien was van teleionische toe-tellen. Was het mogelijn, vroeg hij zich af, aal deze bui tengewone persoonlijkheid, de wel ge schikt leek om een gecapitonneerde ka mer in een krankzinnigen gesticht in te nemen .het hoo"d en middelpunt was van deze dievenoende en dal van dien les senaar, langs die dealen, zijn bevelen vlogen naar zijn agenten en medeplich tigen? Het scheen meer dan waarschijn lijk, en Jimmie besloot de volle waarheid ronduit te zeggen. „Tk hen hier", antwoordde hij, ,om KWALITEIT KOST NIETS MEER, DAAR DE RAKKEN SUPERIEURE EEN VEEL GROÖTER" INHOUD HEBBEN DAN ANDERE MERKEN, (Ingez. Med.) dat lady Scraye hier is." De man aan den lessenaar boog met steeds meer schokken en trekkingen „Lady Scraye is inderdaad hier", zei hij „Ja, u volgde haar natuurlijk. Waar om? „lOmdat ik geloof, dat zij lid is van een bende, waarvan ik u voor het hooio hcud antwoordde Jimmie. „Of dit juist is of niel weet u zelf. „Zeer juist, stemde dokter Frobenius toe. „Zij is lid van een genootschap, waarvan ik president en d'recteur nen Maar ,dii verklaart nog niet, waarom u haar naar mijn huis volgt, mijnheer Trickett." „iNiet?' zei Jimmie. „Dan zal ik met uw toeslemming de zaken wat eenvoudi ger maken. Dit genootschap van u heeft zich meester gemaakt van de personen van mijn tante juffrouw Trickett en van een vriendin van mij, juffrouw Dokier Frobenius wenkte ongeduldig met de hand. „Tul, tut, mijn beste jonge man!" riep hij uil. „Daar welen wij alles van daar weien wij alles van! Uw achtens waardige. lieve tante en het meiqe uiit den hoedenwinkel worden vastgehouden als borg voor uw goed gedrag'. Men heeft u gezegd, dat, als u zich goed hield, voor slechts tien dagen, was het tien dagen? ja, ik ben er zeker van, dat tien dagen waren zij vrij ge- Halen zou worden. M-nar u gedraagt zich B. en W. stollen voor de erfpacht van de firma van Heel en Co. en N.V. Duvekot's Graanhandel van perceeleu grona aan de J. A. van der Goeskade (bij het haventerrein) met 25 jaar te verlengen. Voorts stellen zij voor de vergoeding voor de Chr. School voor gewóón lager onaerwijs vast te stellen op f 6328 02i/» en voor de Chr. School voor U.L O. óp f6141, 26, beiden over de jaren 1923 t. e. m. 1925 en de vergoeding voor de uit gaven van het vakonderwijs dezer school voor 1924 op f 41.67 en voor 1925 op f 46.871/j. ?niet goed. mijnheer Trickett! Inderdaad u veroorzaakt en heeft mij veroorzaakt groote moeite en last. Het spijt mij het te moeten zeggen, maar u is een bemoei ziek jongmensch. Nu, toen ik jong was schreef ik dikwijls in mijn schrift, in navolging natuurlijk van een voorbeeld dat mijn schrijfmeester mij gaf schreef ik dikwijls zeg ik, de mooie oude spreuk Pas op je eigen zaken! Banaal, maar wijs en verstandig. Waarom past u met op uw eigen zaken jonge mij'n.hepr Trickett?' „Mijn zaken", antwoordde Jimmie on versaagd en stijfhoofdig als aitijd, „zijn nu te zorgen voor een paar vrouwen die zich niet verdedigen kunnen". „Tut, tut! met die vrouwen is het hee] goea hel zou heel goed met haar geweest zijn als u zich ructig gehouden had, mijn goed heer," zei dokter Frooe nius. „Uw dwaze en ongelukkige ge woon ie om u met al.es te Denmeien brengt haar in gevaar. Heel dwaas van u, heel dwaast Weet u nu, mijnheer Trickett", hier boog dokter Frobenius zich vertrouwelijk voorover en tikte de toppen vain zijn du-nne vinders tegen el kander, „weet u werkelijk, dat ais ik d'en liccru opnam en één woord van- bejvel aan mijn agent in Londen gaf, uw tante en haar metgezellin zouden ophouden te Ieren, binnen vijf minuten na ont vangst van dit bevel? Nu? Weet u dat? Geen geweld ziet u, geen pijn, neen, geen onaangenaamheid! Maar af Kantongerecht te Middelburg. De Kantonrechter te Middelburg heeft in de zitiing van 23 Jan. veroordeeld wegens: met een rijwiel niet behoorlijk uitwij1- ken naar links bij het inhalen van een rijwiel: J. J. v. D. te Koudekerke, f 5 5b. s. 5 d. h.; met een trekdier de linkerzijde van den weg h,ouden: J. B., J. V. Z. beiden te Mid- defl.burg beiden f 2 b.-s. 2 d. ht.; idem met 'n rijwiel: H. d. IC., Vlissin- gen, fl 5 b. s. twee w. t.-schi;; J. S. te Koudekekerke, f 3 b. s. 3 d. h(; idem als geleider van vee: N. D., P. B. belden te Middelburg, beiden f 5 b. s. 5 d. h. met een motorrijtuig in een boeh|t bin nen de bebouwde kon' eener .geneeote niet de rechterzijde van den- weg hou den- W. P. te Assen, f 5 b. si. 5 d. fy; rijden met een moitbrrijtuiig zonder voor- en achterlicht en zie ïtbaar le'.ter en nummer: B. H. C. te Rotterdam!, f25 en f 5 b. s. 25 d'. en 5| d.hlj. een motorrijtuig zonder voldoertde toe doend! Werkelijk afdoend." Jimmie voelde zijn hart krimpen, hij voelde ook dat zijn zenuwen en spieren plotseling gespannen werden. ..A s go dien hoorn aanraakt",, zei hij, me' zijn oogen vast op dokter Frooent- u> gericht, „zuil ge mijn vingers om aw sc.hurkachtigen ouden hals voelen! En a's zij ca ir eenmaal zijn, zullen zij het leren uit n knijpen. Ik heb gesproken!" „Als oe jonge en onwetende man, die ge ?ijf, antwoordde dokter Frobenius met een lach „Nu, nu, ik ben niet van plan d«- dames onmiddellijk te doen dooden u sar Jimmie heeft nooit precies geweten, wat e; hei volgende oogenblik gebeurde. De insn. die voor hem zat, bewoog zich niet van zijn plaats, zijn hoofd schudde nog, zijn lange, dunne vingers waren nog tegen elkander geklemd. Misschien, dacht Jimmie later, als hij een verklaring trachtte te vinden, drukte hij met zijn veel op een veer, die onder het la pijl verborgen was. Er klonk plotseling een scherpe klank van staal, een ^lot-er linge .snelle beweging van een machinerie en Jimmie bevond zich vastgenageld op zijn gemakkelijken stoel door metalen armen, die, de hemel weet vanwaar te voorschijn gesprongen waren en hem stevig om zijn borst en om zijn knieën vasthielden. (Wordt- voffolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1929 | | pagina 5