imiBusitmrai
172® Jaargang
No. 10
Woensdag 23 Januari 1829
BINNENLAND
IHT STAD EN PROVINCIE
Aan- en verkoop van Effecten,
Verzilvert Coupons en lossingen,
Koopt en verkoopt vreemde gelden,
Neemt gelden In Deposito,
Verhuurt Safe-loketten in hare
brandvrije kluizen,
KERKNIEUWS
Bij <öt nummer behoort ®ea Bijvoegsel.
Abonnements prijsp. kwartaal:
voor Middelburg en agentschap Vlis-
singen f 2.30 elders f 2.50
weekabonnementen in Middelburg 18
cent per week.
Advertentiëi worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip van
omranding.
Gewone advertentiën:30 cent
per regel.
Ingezonden Mededeelin-
g e n 50 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen
van 17 regels f 2.10, elke regel meer 30
cent.
Kleine advertentiën niet
grooter dan vijf regels druks en waarbij is
aangegeven, dat zij in deze rubriek moe
ten geplaatst worden, 85 cent bij voor
uitbetaling.
Advertentiën onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummers 5 cent per stuk.
Advertentiën móeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 uur en des ZA
TERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons
Bureau bezorgd zijn.
Postcheque- en Gironummer 43255.
DB HERDENKING VAN DE UNIE VAN
UTRECHT.
Hedenochtend te 10.53 arriveerde de
Koninklijke Familie en de Roningin-Moej-
der te Utrecht en reed per auto naar het
Universiteitsgebouw, waar Zij ontvangen
werden door het college van curatoren
die het vorstelijk gezelschap geleidde
naar de Kapittelzaal waar door het Prov.
Utrechts Genootschap v. K. en W., het
Historisch Genootschap te Utrecht, en
de afd. Utrecht van het Alg. Ned. Ver
bond, een bijeenkomst was belegd tot
herdenking van de totstandkoming vóór
350 jaren van de Unie van Utrecht.
Onder het zingen van het Wilhelmus
door het dubbelkwartet van Coer's Liede-
renkoor o. 1. V. J. H. Winnubst, schre
den de vorstelijke bezoekers naar hun
plaatsen.
Rede-Kernkamp
Prof. dr. G. W. Kernkamp had tot on
derwerp gekozende wording vande
Unie van Utrecht. Hij ging daartoe
terug tot de geestdriftige inhaling van
Willem van Oranje in Brussel in 1577,
waar hij, die vijf jaar tevoren na zijn
teleurstellingen werd afgewezen als de
man op wien men niet meer hooptej
nu werd ingehaald als de redder. Die
komst te Brussel achtte Oranje noodig
oandat hij trachtte te bewerken het her
leven van een nationaal verzet tegen
den Spanjaard, roomsch en onroomsch.
Hij bood aan de ontevredenen in liet
Zuiden de hand, nog vóór de Spaansche
furie de haat daar op het scherpst had
gewoed.
En de Pacificatie van Gent herstelde
toen den vrede tusschen rebellen en
Koning's getrouwen, bond hen samen
ter verdrijving van "het vreemide krijgs
volk.
De volksgunst te Brussel en de daarop
gebaseerde macht Wekte naijver bij den
aanzienlijken adel van het Zuiden. Daar
entegen had de anti-Spaansche politiek
van den Prins in het Zuiden den vu-
rigsten bijval gevonden bij de zg. Patriot
ten, de democratisch gezonden bur-
gerijen in Brabant en Vlaanderen. Meer
uit vijandschap tegen de Kerk als politiek
en sociale macht vielen de meeste „pa
triotten" van Rome af, en aanvaardden
de leiding van de heftigsten onder de
Calvinisten. Terwille van het samengaan
in de politiek had men bij den Gentschen
vrede den twistappel van den godsdienst
opgeborgen, en voorloopig den status qu»
gehandhaafd, met waarborg echter van
gewetensvrijheid. Deze bedoeling werd
echtei verijdeld door den geloofsijver
der Calvinisten, zoowel in het Noorden
als in het Zuiden. Maar wat er in het
Zuiden gebeurde, met name te Gent.
waar de Calvinistische overheerschim'
ontaardde in een schrikbewind, wekte
hij de Roomischen de meeste ergernis en
baarde ook Oranje de grootste zorg.
De Prins is toen gekomen met zijn,
nader door den spreker toegelichte voor
stel tot godsdienstvrede, dat echter schier
ne.r?ens aanvaard werd;. Vooral daar waar
zij in getalssterkte elkaar naderdjeh, vocht
elk der partijen voor haar leven en moest
zij erop uit zijn den andjer te knechten.
Inplaats vaD vrede kwam er d,us nog
meer strijd. In geheel Vlaanderen kwam
het tot open burgeroorlog. Voor de na
tionale zaak, die van die „generale .unie"
zag de toekomst er treurig uit.
Het plan om een nader verbond! tol
stand te brengen tusschen Holland en
Zeeland met de andere Noordelijke ge
westen, was reeds in 1576 door Oran'e
opgevat, maar er kwam' weinig schot in.
Wat er in het Zuiden gekeurde, voed
de hij Oranje den wensch, een nadere
Unie van de Noordelijke gewesten tet
stand te brengen; wanneer die godsdienst
twisten onverhoopt de generale Unie
mochten ontbinden, zou die nadere Unie
een soort van tweede verdedigingslinie
vormen waarachter men den strijd, voor
nationale onafhanke'ijklieid zou kunnen
voortzetten. Zijn positie als luilenant van
den aartshertog Matthias gedoogde niet,
dat hij openlijk ijverde voor een verbond,
waardoor de toch reeds geringe kracht
van de centrale regeering nog meer zou
worden besnoeid. Om geen voedsel te
geven aan den ar.gwaan, dat het de
aanstaande bondgenooten zou overheer-
schen, mocht ook Holland zich niet te
ijverig toonen voor de nadere Unie. Zoo
viel aan Jan van Nassau, de taak ten
deel, de leiding te geven aan de onder
handelingen.
Oranje heeft van den aanvang af ge-
wenscht dat de Unie ook voor de Boom-
schen aannemelijk zou rijn'.
De letter van de Unie was d:an ook niet
anti-Roomsch, maar de praktijk er van
zou dit wèl zijn. En dit kan ook niet
anders.' De Unie werd, aangegeven tus
schen gewesten, die öf Gereformeerd;
waren, öf in een overgangstoestand ver
keerden, en het straks zouden worden.
De Unie kreeg ook daarom een Pro-
testantsch karakter, omdat zij bestemd
was een tegenwicht te vormen legen de
Unie van Atrecht, waarbij de Waalsche
gewesten hun vergadering met d,en Ko
ning voorbereidden.
De gebeurtenissen in het Zuiden be
letten Oranje, persoonlijk deel te nemen
aan de beraadslagingen over de Unie.,
Met het resultaat ervan was hij niet te
vreden.
Het waren feitelijk slechts drie ge
westen die op den 23sten Januari in
de vergaderzaal van het Domkapittel, de
acte van de Unie onderteekenden: Hol
land, Zeeland en Utrecht.
Maar na een jaar hadden alle Noord-
Nederland sche gewesten, die men van
den beginne af had willen opmennen,
zich bij de Unie aangesloten en hadden
ook steden van Brabant en Vlaanderen
bij de Unie steun gezocht tegen het
Spaansch geweld.
Waartoe verbonden de leden der Unie
zich
Om elkaar met goed en bloed hij te
staan tegen den gemeenscliappelijken vij
and.
Daartoe vereenigden zij' zich, ten
eeuwigen dage, tegen iedereen, alsof zij
slechts een provincie waren, zonder op
eenige wijze te kunnen worden geschei
den. In die verbintenis ligt de duurzame
beteekenis van de Unie.
Daarom kannen alle Nederlanders,
onverschillig, van welke gezindheid, deel
nemen aan de herdenking van het sluiten
van de Unie van Utrecht.
Omidat zij aan Zeeuwen en Omme-
landers, aan Friezen en Gelderschen, het
begrip van saamhoorigheid heeft inge
prent.
Omdat zij den band heeft gevormd tus
schen de gewesten, die onze nationale
zelfstandigheid hebben hevochtem.
Opdat zij het cement is geworden, dat
de Republiek der Vereenigde Provinciën
zou bijeenhouden.
Zóó willen wij haar heden gedenken en
eeren: als hoeksteen van het gebouw
onzer vrijheid, als plechtanker voor het
schip van Staat onzer Republiek.
Na deze rede zong het kwartet uit Va
lerius „Gedenckclanck": „Een Coning,
Prins en Iieere", een lied uit 1579.
Rede dr. de Visser.
Vervolgens werd het woord gevoerd
door dr. J. Th. de Visser over: de be
teekenis van, de Unie van
Utrecht.
Deze spreker vond het begrijpelijk dat
ten slotte de noordelijke, anders in zoo
menig opzicht naijverig' op elkaar zijnde,
en godsdienstig zoo onderscheiden ge
westen zich verbonden tot dien schijn
baar zoo wanhopigen strijd tegen den
machtigsten monarch in Europa. Als ooit
in onze historie duidelijk is gebleken dat
de vrijheid, de ideëeie vrijheid en de prac-
tische persoonlijke vrijheid den Neder-
jander alles waard is, dan, was dit bij! het
sluiten van de Unie van Utrecht. Want
hier vereenigden zich katholieken en
Protestanten in een verbond tegen een
gemeenschappelijken. vijand. De schoone
woorden, die Willem van Oranje, nog
katholiek zijnde, in den Raad van State
had gesproken: ,,lk kan. niet goedkeuren,
dat vorsten over het geweten van hun
onderdanen heerschen en hun de vrij
heid van geloof en godsdienst ontnemen",
leefden, ja brandden in het hart van
hen, die de Unie onderteekenden. En in
dezen werd bewaarheid de' uitroep, die
een priester op den preekstoel te Brug
ge deed: „O, gij Spanjaard, gij maakt
ons allen geus!"
Dank vooral dat eenparig vrijheids-
streven heeft Gode zij dank! de dwang-
politiek van Philips hier te lande de ne
derlaag ge'eden en is, met de vrijheid
van Noord-Nederland, ook de gewetens
vrijheid aldaar voor goed ge;ed. Niemand
heeft deze ooit meer hier te ïande dur
ven aantasten. In zooverre bleef art. 13
der Unie den Nederlanden heilig. Hoe
jammer echter, dat men, zoowel tedta als
ïater, bij de Unie het vraagstuk van de
vrijheid van godsdienstoefening onbeslist
liet, en zelfs kwam tot practijken,, die
zoowel in strijd waren met den geest van
onderliggen vrede en verdraagzaamheid,
die dit verbond kenmerkten, als 'n breuk
maakten op een, geloofsvrijheid, zooals
voorai de Vader des Vaderlands deze
steeds had bedoeld! Spiegelen wij ons
dan ook niet alleen aan ons voorgeslacht),
door de kostbare panden der vrijheid te
bewaren, die zij ons hebben toever
trouwd, maar ook door hunne dwalingen
te vermijden, waar zij den godsdienst
meenden te bevorderen en het staatsbe
lang waanden te dienen door directen of
indirecten geloofsdwang.
Maar niet minder hoog dain uit het
oogpunt van vrijheid kan de beteekenis
der Unie uit nationaal oogpunt wor
den aangeslagen. Van eene natie toch
was hier vóór haar tot stand komen, hoe
genaamd geen sprake. Menschelijker wij
ze gesproken, zouden deze heterogene
gewesten slechts tot eenheid kunnen
worden gevormd door overmacht en ge
weld.
En toch is dit geschied en; de Unie
van Utrecht heeft daarvoor den, grondslag
gelegd. D.iar schalt een nationa'e klank
in dat' verbond der zeven provinciën,
om ten eeuwigen dage bij elkander te
blijven „alsof zij maar één provincie
waren". Wet moet zoowel onder katho
lieken als onder protestanten de haat
tegen den dwingeiand groot geweest zijn,
dat zij niet adeen zich voornamen hem
schouder aan schouder te bestrijden,
maar het waagden samen voortaan hun
eigen weg te gaan. Feitelijk maakten zij
zich toch eenparig tos van de Zuidelijke
gewesten.
Op dit bij de Unie van Utrecht gelegde*
fundament zou straks worden gevestigd
een eigen, echt Nederlandsche staat. Er
zou sprake komen van een algemeen, ty
pisch Nederlandsch volkskarakter. Eene
vaste lijn zou worden getrokken door de
Nederlandsche volkshistorie. En hit de
windselen van het bastaard-duisch, een
mengelmoes van Duitsch en Waalsch,
zou het Nederlandsche bestanddeel wor
den uitgelicht, om straks gezuiverd door
mannen als Marnix, Spiegel, Coornhert
»n de Amsterdamsche Kamer „In liefd'
Bloeyende", later gevolgd door onze* Bij
belvertalers, èn Hooft, èn Vondel.
Daarom is dit feest niet maar een
Utrechtsch feest, maar een echt-vader-
landsch- en nationaal feest. Het was
daarom goed gezien van de huidige Re
geering om eene aanschrijving te richten
tot gemeentebesturen en schoolbesturen
om zooveel mogelijk in eigen kring dezen
dag tot een nationalen gedenkdag te* ma
ken. klaar bovenal danken wij Uwe Ma
jesteit, dat Zij, met de Koningin-Moeder,
den Prins en de Prinses, helder en klaar
door uwe hooggewaardeerde tegenwoor
digheid alhier, dat nationaal karakter der
Unie-herdenking hebt willen hooghouden
waarvan Uw stamvader Jan van Nassau
wiens leuze was: „De zaak der Neder
landen is de zaak der Nassau's", de ma
ker, en Uw stamverwant, Willem van
Oranje, ook Uw geestelijke vader de
voorbereider, al was het in anderen
vorm, is §eweest.'
Ten slotte houdt de Unie alle Neder
landsche geslachten welsprekend voor
wat eendracht vermag. Ongetwijfeld kan
aan onze vaderen veel verweten worden
ter zake hunner nalatigheid om op den
eenheids-grondslag der Unie een deug
delijk staatsgebouw op te trekkenklaar
de band, dien de Unie eenmaal om de
zeven gewesten gelegd had, werd nooit
verbroken.
Ten slotte wees spreker op het wa
pen der Utrechtsche Unie: de gouden
steigerende leeuw op het roode veld
houdt in den rechtervoorpoot het zwaard,
ten teeken van het onversaagd streven
om de vrijheid en de eenneid dezer landen
te beschermen, en in den linkervoorpoot
den bundel van zeven pijlen, met herin
nering aan dien Koning der Scythen, die
op zijn sterfbed zinnebeeldig zijnen zonen
de les inprentte: „Eendrachtig te za-
men blijvend, zijt gij onverwinlijk, maar
oneenig kunt gij zeifs door een zwakken
vijand ten onder gebracht worden." Vóór
den vrede van Munster droeg die ieeuw
een hoed op den kop, als symbool der
vrijheid ,die men vêreend trachtte te
verwerven. Na dien vrede verkreeg 'hij
eene kroon, ais teeken der erkende, on-
afhankelijkneid.
Die kroon der Nederlanden siere nog
lang, zeer lang, het hoofd van onze alom
geëerde Vorstin en onder Haar schepter
bloeie een eendrachtig, krachtig vrijheids-
en vaderlandslievend volk, hetwelk wil
leven en werken bij de gratie van Go|d
en tevens kind wil zijn van zijn tijd.
Na deze rede zong het kwartet: „O
Nederland let op uw Saeck", een lied uit
1576.
Na afloop dezer herdenking (die ook
per radio werd uitgezonden) ging de
Kon. Familie naar het plein, waar aan
den voet van het standbeeld van Graaf
Jan van Nassau kransen Werden neer
gelegd. terwijl de klokkenist van den
toren het Wilhelmus liet hooren.
Eerst legde de Koningin een krans,
daarna de Commissaris der Koningin 'n
krans namens het Prov. Bestuur, de
burgemeester een namens het gemeen
tebestuur, en prof. Kernkamp en de
heer F. H. Kroon een namens het Her
denkingscomité.
En evenals in 1579 na het teekenen
der Unie luidden gedurende eenige mi
nuten de groote klokken van den Dom.
Inmiddels begaf de Kon. Familie zich
naar het Universiteitsgebouw waar Zij
achter een venster van de bovenverdie
ping het daarop volgende voorbijtrekken
van een groot aantal vereenigingen met
Vaandels en muziekkorpsen gade sloeg.
Na afloop van dit défilé ging de Ko
ningin, vergezeld van den Prins en de
Prinses door den Trans naar Paushuize,
terwijl de Koningin-Moeder naar het sta
tion reed en naar Den Haag vertrok.
(Zie verder onder Laatste Berichten).
OUD-MINISTER Er. C. LELY
Op 74-jarigen leeftijd is gister in Den
Haag overleden dr. C. Ley, die in zoo'tal-
ilooze functies het land heeft gediend op
zoo'n buitengewone wijze.
Hij is een van de uitzonderingen die
drieanaal een ministerperiode doormaak
te: van '91'94, van '971911, en van
'13'18, telkens als Minister van Water
staat.
De tusschenliggende perioden was' hij
lid der Tweede Kamer en daarna lid
der Eerste Kamer.
En bovendien is hij ook nog van 1902
1905 gouverneur van Suriname ge
weest; en was hij van 190<T—'13 wethou
der van Den Haag.
En b:ij dat uiteenloopende werk dient
dan nog te worden aangeteekend dat Wij
als Minister van Waterstaat in 1901 als
-sociale wetgever optrad door m*et veel
'beleid de Ongevallenwet lot stand (te
brengen, en dat zijn eigenlijk hoofdwerk
nog boven dat alles, hierin is gelegen:
dat hij als voorzitter van clem Zuider-
feeeraaa een 'der groote stuwkrachten:
was van de doorzetting van het reusach
tige plan, dat door zijn omvang zelfs de
groote verbazing van de Amerikanen op
wekte toen dr. Lely daar op mtnoodiging
een reeks lezingen over deze droogleg
ging hield.
IZoo'n figuur 'teekent diepe groeven ïn
de landsgeschiedenis "van zijn tijd. Het
aantal waterstaatsonderwerpen waar
over hij artekelen of rapporten uitbracht
zijn legio. En wat aan het departement
van Waterstaat werd uitgewerkt voor
tailooze plaatselijke belangen, was voor
een niet gering deel aan zij!n initiatief
te danken.
"Voor de liberalen was hët inderdaad
een eer zoo'n persoonlijkheid onder hun
aanhangers 'te kunnen rekenen.
DE RADIORAAD.
Bij Kon. Besl. zijn voor het tijdvak
van heden tot en met 31 December
1933 nenoemd lot leden van den radio-
raad: Dr. J. Th. de Visser, voorzitter',
de dames: mevr. B. D. Boon—van der
Starp te 's GravenhageA. J. da Costa
Amsterdam;
de heeren: D. Crommelin., directeur
van het zendingsbureau te Oegstgeest,
Dr. J. Q. Fokkema Andreae, burgemees
ter van Utrecht; mr. B. de Gaay Fortman,
secr.-penningm. van het Alg. Ned. Ver
bond; Mr. P. S. Gerbrandy, lid van
Ged. Staten van Friesland te Sneek; Prof.
mr. R. Kranenourg hoogleeraar te Lei
den; Dr. C. rely, (echter gister over
leden); Prof. W. Noiet, seminarie te
Warmond; Aug. Philips, voorz. van liet
Verbond van Ned. Werkgevers; Dr. Th.
Stoop, arts te Dordrecht; Mr. T. J.
Verschuur, voorz. Raad van Arb. Breda;
J. W. de Vries, hoofdbestuurslid van de
Ned. Vereeniging van Fabrieksarbeiders
te Bussum;
en tot secretaris E. P. Weber. oud-
hootneommies hij het hoofdebestuur der
P. en T..
Uit Middelburg.
De minister van financiën maakt
bekend, dat ten behoeve van 's Rijks
schatkist is ontvangen wegens over vori
ge jaren te weinig betaalde belastingen
MIDDELBURG.
r.. A. W. Jansen,
Directie: j Th y Q Meke
(Ingez. Med.),
naar inkomen en/of vermogen (gewetens-
geld), bij: den ontvanger der registratie
en domeinen te Middelburg f 470.77,
f814.41.
In verband met de herdenking van
do Unie van Utrecht, wapperde heden
alhier de driekleur van meerdere
openbare en enkele particuliere gehou
wen.
Uit Walcheren
De heer A. Jobse, waterbouwkundig
opzichter bij den Polder Walcheren,
standplaats Zuidwatering (Rilthein)
is in gelijke betrekking benoemd met de
standplaats Middelburg.
Iu zijn plaats is te Ritthem beinoemdl
de heer A. Hoefkens van Westkapelle.
$3"-
Uit Zuid-Beveland.
Bij beschikking van den mïinister
van A. H. en N. van 21 Jan. is de vol
gende wijziging gebracht in de samen
stelling van den Raad van Arbeid te
Goes. Aangewezen wordt als' plaals-
verv. arb.-lid A. Buys aldaar, in verband
met 't tusschentijds uittreden Van 't ar
beider-lid M. Bols te Goes, en het ver
vullen van diens plaats door het plaats
vervangend arbeider-lid J. Catshoet, te
Zierikzee.
J>
Zeeuwsch "Vlaanderen W.D.
Zondag j.I. vergaderde te Groe de
de R. K. Kiesvereeniging in de zaal van
den heer van Poucke. tijdens de verga
dering gaven zich 22 personen als lid
op. Als voorzitter en vice-voorzitter Wer
den resp. gekozen de heeren P. Marte
laar en F. Govaert, als secretaris de
heer J. E. van Leeuwen en als penning
meester de heer L. van 't Westeinde',
terwijl als gewoonlid in het bestuur werd
gekozen de heer L. Rijk.
Na vaststelling der contributie en eeni
ge besprekingen omtrent de a.s. Kamer
verkiezingen en aanwijzing der candi-
daten werd de vergadering gesloten.
(Yoor verder Stad en Provincie zie
men het Bijvoegsel.)
Men meldt ons dat de tweede zen-
dingsiilm Melawan Gelan (Strijd tegen
de duisternis) zal worden vertoond in de
volgende plaatsen op ae volgende data:
Maandag 18 en Dinsdag 19 zoo er veel
animo is ook Woensdag 20 Februari
fe Gees, Donoeraag 2i Axel, Vrijdag
22 te Terneuzen en zoo er veex 'ariuno
is ook Zaterdag 23 te Axel, Maandag 25
te Breskens, Dinsdag 26 te Groede,
Woensdag 27 (e Vlissiugen, Donderdag
28 te Middelourg, Vrijdag 1 Maart te
Öostburg en Zaterdagmiddag 2 Maart
(Kindervoorstelling) te Middelburg.
De heer ds. P. N. Kruijswijk, pre
dikant hij de Geref. Kerk te Vlissingen
die net beroep naar "Hilversum heeft aan
genomen, zal Zóndag 10 Maart afscheid
preeken.
Er heeft zich thans een commissie
gevormd om ter blijvende gedachtenis
aan den bekenden predikant dr. F. van
Gheel Gildemeester, die onlangs zoo*
plotseling ,aan zijn veel omvattenden ar
beid onttrokken werd, te geraken tot
de stichting van een Tehuis voor Chris
telijke belangen, vooral' ten dienste van
de Ned. Herv. gemeente te 's-Gravenha-
ve-
Het schijnt in haar voornemen te lig
gen o:m: daartoe 'het huis, w'aar dr. Gil
demeester zoovele jaren gearbeid heeft,
als „Gildemeester-Huis" aan te koopen
en geschikt te maken.
o
0 h r. Geref. Kerk.
Op het tweetal te Aalten komt voor
os. J. Tolsma te Zaamslag.
o
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te St. Annaland ds. L. G.
Bruijn te Berschenhoek.
i mum