Gr\INDCr\QLATO
TWEEDE BLAD
MSDDEILDVr\C3C-HE
COV-MRANT,
DE DERDE IN HET
DRIEMANSCHAP
LEGPLAATJE
BINNENLAND
HAAGSCHE BRIEVEN.
LOOP DER BEVOLKING.
Voor Uw gezondheid is U
het beste juist goed genoeg.
Hoofdpijn,
Schele hoofdpijn,
Zenuwpijnen
flngez. Med,).
¥oor de Kleintjes
VAX D®
|.H'. VAX
Zaterdag 12 Jan. 1929 Na. 10
De eerste dagen van een nieuw be
gonnen jaar zijn zoo jets als één voort
durende, onafgebroken zegenwensch en
bet zij uw kroniekschrijver vergund bij
de vele andere, in proza en op rijm, ook
cijn bescheiden wensch in 't gebruikelijke
„heil en zegen" neer te leggen.
Ik houd van traditie en blijf daarom
graag bij den ouden vorm), al dreigt die
langzaam en geleidelijk verdrongen te
Worden door een nieuwer term „geluk
kig nieuwjaar". Wie wat nieuws wil in
voeren bereikt het beste zijn doel door
zich tot de jeugd te wenaen en zoo hoor
de ik van de lippen van mijn vele neefjes
en nichtjes ditmaal bij de jaarswisseLing
niet het, wel wat bombastische, maar
loch zoo genoeglijk-aandoende „veel heil
en zegen", maar het nieuwere, practische,
korte, zakelijke „gelukkig nieuwjaar". Ze
ker, waarom niet Het komt immers
toch op hetzelfde neer en wij mtodeme
toetischen, die snel leven én van de
wene emotie in de andere vallen, we
schijnen weinig behoefte meer te hebben
aan „zegen", al is het dan miaar een
Siieuwjaarszegen. Geluk, dat is wat an
ders, dat kunnen we gebruiken, daaraan
blijven we toch de behoefte gevoelen, al
doen we wel vaak alsof alles wat sen
timent is tegelijk met de sentimentali
teit uit de vorige eeuw, die we, overigens
niet ten onrechte, hebben leeren haten,
naar de rommelkamer gebannen behoort
to worden.
Een gelukkig nieuwjaar dan, zoo ge
wilt. We hebben het dezer dagen in al-
iertei bewoordingen en toonaarden ge-
ibpord, in de traditioneele nieuwjaars-
.wenschen van de Klorissen en Roos
jes, die voor diverse voetlichten zijn uit
gesproken, waarin de kroniek van het
afgeloopen jaar even werd opgehaald en
waarvan vele trouwe schouwburgbezoe
kers beweerden, dat ze met het jaar
onbenulliger en slechter worden, en in
de woorden, waarmee onze burgemeester
de eerste gemeenteraadsvergadering van
het jaar geopend heeft. Niemand zal wil
len beweren, dat dit een lange of van
hartelijkheid overvloeiende nieuwjaars-
speech was. Het kwam ongeveer hierop
neer de traditie wil nu eenmaal, dat de
burgemeester bij de eerste raadsverga
dering de vroede mede-vaderen een ge
lukkig nieuwjaar en een zegenrijken ar
beid loewenscht. Het zou onhebbelijk van
me zijn om het ook niet te doen en'
daarom wensch ik jullie alles goeds toe
erri"ik hoop, dat het een beetje beiier
mag gaan dan verleden jaar en laten
we nou alsjeblieft gauw aan den zake-
lijken terugblik beginnen. Natuurlijk was
deze quintessence netjes verpakt in ver
guld papier in hoffelijke woorden.
De eerste dagen van dit nieuwe jaar
zijn voor den Haag al dadeltijk vol eniloiie'
geweest. Terwijl de residentie zich ge
reed maakte om op passende wijze het
gouden feest van de Koningin-MoecLer
mee te vieren, werd zij diep getroffen
door het plotseling varscheiden van een
harer oudste predikanten, zoo niet de
oudste, dr. van Gheel Gildemeester.
Enkele dagen te voren, kort voor
Nieuwjaar, had ds. Welter, mede een
der oudsten, afscheid van de gemeente
genomen en bij zijn afscheidspreek er
op gewezen, dat van alle predikanten,
die in Den Haag waren, toen hij er,
jaren geleden, zijn intree deed, alleen
Vermeer en Gildemeester nog over wa
ren. Zij vertegenwoordigen om zoo te
zeggen het oudere geslacht. En vlak daar
op werd dr. Van Gheel Gil'dcrr(iesler„
die op oudejaarsavond nog gepreekt had,
plotseling weggenomen.
Met hem is een groote Haagsche fi
guur, typische figuur ook, heengegaan;.
Hij bekleedde in de kerkelijke gemteente
wel een zeer bijzondere plaats. En ho|e.
zeer hij geliefd was bij zijn gemeenste
den hebben de vele woorden van waar
deering getuigd, spontaan neergeschre
ven door vrienden en bekenden van djei
meest uiteenloo pende leilejaspositie,
waarmee plots kolommen van; de plaatse
lijke bladen gevuld werden. Daarvan
heeft ook getuigd de waarlijk grootsche
hulde, die den beminden predikant is ge
bracht, toen zijn stoffelijk overschot
naar het graf is gebracht. Te voren,
is in de Groote Kerk, die zich zoo bij
uitstek leent voor een dergelijke plech
tigheid, een rouwdienst gehouden, waar
plaats te kort was voor de talloos ve'en,
die hem een laatsten, groet wilden ko
men brengen, waar ook de Koningin zich
deed vertegenwoordigen in den ptarsoon
van den hofprediker ds. Wel ter, waar
arm en rijk, oud en jong samengestroomd
waren voor een grootsche beteelje(.xisvol-
ie hulde.
Zoowel degenen, die in de kerk tegen
woordig waren als zij, die zich paar
het graf hadden begeven, hebben oogtetn-
Dfikken van groote ontroering beleefd.
Doch niet alleen in zijn eigen kerke-
lijken kring was dr. Gildemeester een
groote figuur. Ieder Hagenaar kenjde hem.
liij ging niet onopgemerkt voorbij in de
straten van onze stad. Als de forsclie
gestalte met de groote grijze bakkebaar
den, waardig en wat stram-rechtop, voor
bij ging, 's winners in zijn zwarten péls
inet de bruine bontkraag, was er altijd
wel één ,die kpikkend in zijn richting
opmerkte: daar gaat Gildemeester. En
wie gevraagd zou liebbeu: wie is dat?
had daarmee opeens bewezen, gepn Ha
genaar te zijn.
En pu we leven nu eenmaal snel,,
hebben geen tijd stil te blijven staan
bij alle groote en kleine gebeurtenissen,
die ons leven beroeren is de vtaring
van Koningin Emma's gouden jubileum
begonnen. We jubelen niet uitbundig
doen we overigens in Den Haag maar
zelden maar we vieren het fqad der
Herdenking van Koningin-Emma's Nedjer-
landsche-worden met gepaste vreugde 0(11
een zekere stille sympathie. Er zijp mu
ziekuitvoeringen en lezingen er zijn
teekenen van blijheid, maar* er is geen
geprononceerde volksfeeststemming. Dat
de residentie meeleeft met deze feeste
lijke dagen van, bet vorstelijke huis blijkt
echter uit de belangstelling, d,ie groot en
klein toont voor het officieel vertoon, de
ontvangst van deputaties en commissies,
die huldeblijken, souvenirs en geschen
ken komen aanbieden. Er is voor het
paleis in liet Voorhout wat meer drukte
dan anders. Men verzamelt zich tegen
hel oogenblik dat er weer een, deputatie
naar binnen gaat, men blijft staan en
praat er eens over met apderen, die er
ook staan ,mep wil weten wat daar nu
precies achter die groote d/euren om
gaat
En de belangstelling blijkt ook uit een
wat drukker bezoek aan de Orante Nas-
sau-tentoonstellling, die georganiseerd is
in het oude Waaggebouw aan de Groole
Markt.
Er zijn heel wat Hagepaars voor wie
een bezoek aan die kleine tentoonstelL
Iing een dubbel nut heeft. In de ©epste
plaats kunnen ze zich eens op de hoogte
stellen van alles wat daar te zien is in
verband met het verblijf van de Ko-
ningni ;Moeder in ons land, niet alleen,
maar ook van wat betrekking heeft op
haar levens als jopge prinses van Wal-
deck-Pyrmont. Maar in de tweede plaats
komen ze dan meteen eens op opgjetzoch-
te wijze te welen wat het Waaggebouw
is, waar het staat en hoe het er uitziet.
En dat is voor dep Hagenaar, die zijn
stad graag goed kent, zeer zeker de
moeite waard. Er zijn weinigen die fei
telijk van het bestaan van dit gebouw
weten. Een verontschuldiging is, dat bet
wat buiten de gewone route staat, maar
die houdt geen steek g,Is meQ bedjepkt,
dat het nieuwe, moderpe, wonderlijke
glazen gebouw van de coöperati.e de Vol
harding nog maar enkele weken staat
in dezelfde buurt nota bene en dat
iedereen dat al kept en gezije.'u heeft
en er over spreekt. Uitstekend, ipaar
het is toch ook wel heel' goed, dat het
oude Waaggebouw eens te voorschijn
gehaald wordt, niet uit het vergeetboekje1
maar uit het vergeethoekje', waar het at
zooveel jaren was geraakt. v. T.
De bevolking van de gemeente O.- e n
W. -S o n b u r g bestond op 31 Dec. 1927
uit 2301 m. en 2204 vr. totaal ,4305.
Gevestigd in 1928 219 m. en 242 vr.
totaal 461. Geboren: 51 m. en 42 vr.
totaal 93.
Vertrokken in 1928 241 m. en 249 vr.
totaal 490. Overleden 17 m. en 15 vr.
totaal 32.
Zoodat de bevolking op 31 December
1928 bestond uit 2313 m. en 2224 vr.
totaal 4537 dus een vermeerdering met
12 m. en 20 vr.
Opi 1 Januari 1928 bestond de bevol
king van Westkapelle uit 1113 m.
en 1036 vr., totaal 2149 pers.
In dat jaar zijn geboren: 27 m. fen 23
vr. Gevestigd: 11 m. en 13 vr.} vermeer
dering van 38 m. en 36 vr. totaal
74 personen.
Overleden: 16 m. en 14 vr. ver
trokken 22 m. en 20 vr. vermindering
van 38 m .en 34 vr. totaal 72 personen.
Alzoo een totale vermeerdering van 2
vrouwen.
Op 1 Januari 1929 bestond de be
volking uit 1113 m. en 1038 vr. totaal
2151 personen.
De loop der bevolking te O u d-V o s-
semeer over 1928 is als volgt:
Op 31 Dec. 1927 bedroeg de bevolking
1171 m. en 1145 vr. of 2316 zielen. Ver
trokken zijn 52 m. en 76 gr.; overleden
15 m en 11 vr.; ingekomen 30 m. en 51v
vr. Geboren 37 m., 21 vr., zoodat het
totaal op 31 December 1928 bedroeg
-tor
Daarom zult U ook steeds bil
COFFIEASPIRIN nemen, want
dit werkt niet alleen buitenge
woon pijnstillend, doch ook
tegelijkertijd verkwikkend en
opwekkend.
Nden lette op de origineele ver-
cking oyefc", kenbaar aan den
inje band en het BAYER=kruis.
"len weigere losse tabletten.
1171 m. en 1130 v. of 2301 zielen, alzoo
een vermindering met 15 vr.
Op 1 Januari 1928 bedroeg het aan
tal inwoners van Brninisse 2508 per
sonen.
Vermeerdering door geboorte 44. Door
vestiging 78.
Vermindering door overlijden 24. Door
vertrek 102.
De bevolking op 31 December 1928
bedroeg dus 2504 inwoners, dat is 4
minder.
De bevolking der gemeente Sas van
Gent bedroeg op 1 Januari 1928 1484
in. en 1450 vr. totaal 2934.
Vermeerderd door geboorlen 29 ta. eW
25 vr. totaal 54. Vestiging: 101 m. en 132
vr. totaal 233.
Verminderd door: Overlijden 13 m. en
rn - VAN DE
E3
„O, Hans, wat moeien we doen'Lies-
je komt vandaag niet op school!,, riep
Dora Vogel uit, terwijl ze haar broer
tje vragend aankeek.
Op het gezicht van Hans stond) 'diepe
verslagenheid te lezen en de arme jongen
kon in het eerste oogenblik niets zeg
gen. Maar toen viel Dora uit:
•„'Zeg toch eens, Hans, wat we moe
ten doen. Jij oent de ouastei"
Hans, die zich anders gaarne liet voor
staan op het feit, dat hij de oudste was
en het zijn zusje maar al te dikwijls
kwalijk nam, dat zij daarvan niets wilde
hooren, scheen eindelijk toch van schrik
bekomen lo zijn. Hij kon tenminste weei
praten en zei:
„Wat? Is Liesje ziek? Ja, dan zul
le» we tot morgen moeten wachten."
O, maar, Hans, dat kan niet!" riep
Dora wanhopend uit, terwijl zij haar
bruinen krullcbol ongeduldig schudde,
„we kunnen het konijntje geen dag
langer houden! Het is vanmorgen al
ttwee maal losgebroken en den twee
den keer z.-.t het warempel onder Jufs
bed aan één van haar sloffen le knagen."
„Dan moet het al heel hongerig zijn
geweest", meende Hans, die nu toch
lachen moest.
„Heelernaal nietl :t Had pas één van
de kcolbladereu gegeten, dé jij gislteren-
uit den moestuin gehaald hebt.
Als de oude Jozef er achter kom't,
wie ze geplukt heeft, zijn we er bij.
Werkelijk we kunnen Trilneusje geen
uur langer houden. Vervelend dat Vader
■»n Moeder nu juist uit zijn! Moeder
bob 'het wel goed gevonden hebben, dat
we een konijntje hadden. Als Tom het
maar een paar dagen eerder of laler
gegeven had, wanneer Moeder thuis was
geweest! We kunnen het onmogelijk lan
ger geheim houden voor Juf en ik ben
bang, dal zij als ze 't weet zeg
gen zal, dat wij 'het Tom terug (moe
ien geven. En die woont net zoo ake
lig ver weg, dat we Trilneusje dan mis
schien nooit terug zulten zien! Nee,
als Liesje het heeft, kunnen wij er el-
ken dag een paar keer naar gaan kij
ken en is 't eigenlijk net, alsof wij 't
samen hebben. En dat Liesje nu juist
niet op school "komt!"
„Maar hoe weet je dat eigenlijk?"
vroeg Hans.
,„Wel, haar kleine' broertje kwam
straks voorbij, juist toen Mina aan de
voordeur stond om de bel te poetsen en
hij heeft het haar verteld".
„Ja, dan moeten we tegen Juf zeggen,
dat we vóór schoollijd even naar Lies
je toe willen gaan. Dat zal Juf toch
zeker wel goedvinden".
„Maar ik hen dat al tegen Juf ge
zegd en ze heeft het mij verboden.
Ze wil niet zeggen waarom."
„,Juf is vervelend", gaf Hans onom
wonden als zijn meen'ng te kennen.
®,Jk zie d!us geen kans Liesje Tril
neusje te geven", ging Dora voort. „Jij
of ik moet het zelf brengen en hoe
eerder hoe beter, maar hoe we liet
zullen klaarspelen is 111e een raadsel."
In het volgend oogenblik liep Dora
naar het raam, Hans dacht, dat ze er
uit wilde klimmen en riep:
„Pas op, Dora! De menscheh op
straat kijken al."
„Och, wat kan mij dePlotseling
hield Dora echter verschrikt op. Ze
dacht, dat zij een voorbijganger bij de.
voordeur zag stilstaan en aanbe len
De ellendige! Hij wilde zeker klikken,
dat zij uit het raam klom!
Maar in het volgende oogenblik had
ze reeds spijt van haar onvriendelijke
gedachten, want de onoekende liep al
weer door. Hij had alleen maar iets
in de brievenbus laten glijden
„Ik weet watl" juichte Hans op-
teens. „Niemand zal Juf vertellen, dat
wij stilletjes Dij Liesje zijn geweest."
„Fn Sientje dan? Die moet ons toch
opendoen en zal 't zeker aan onze Mina
vertellen. Ze zijn zulke dikke vriendin
nen I"
„Sientje hoeft ons heelemaal niet te
herkennen," zei Hans geheimzinnig
,jW-Wat bedoel je?" vroeg Dora.
Hans zag er plotseling zoo opgewekt
uit, dat zij wel gelooven moest, dat hij
een uitweg gevonden had.
„Wel", zei Hans gewichtig. „Het huis
van Liesje's ouders staat te koop/-'
„Maar dat heeft er toch niets mee
te maken!" zei Dora.
„Zeker heeft dat er mee te maken",
hernam Hens. „We verkleeden ons met
de kleeren van Vader en Moeder, ne
men Trilneusje in een lasch mee, bellen
aan den overkant aan en vragen liet
huis te zien. Bij Tante Jenny en Oome
Jan komen ook telkens kijkers voor
hun huis. We gaan dan ongemerkt naar
Liesje en kunnen haar het konijn'je ge
ven. Ze weet er al van, heb je zelf ge
zegd. We boeven haar dus niets uit te
leggen en kunnen ons dadelijk weer uit
de voelen maken."
„O Hanjs, prachtig!" riep Dora nu
opgewonden uit. ,,'t Heele plan zit uit
stekend in elkaar en als Juf straks
boven is...?' 1
„Trek ik Vaders motor jas aan en zet
ik zijn motorkap op, zooals ik in de
Kerstvacanlie deed, toen Juf me zelfs
niet eens herkende,"
Nauwelijks had Juf haar h'e'éli ge
licht, of t tweetal dofste zich haastig uit
in de kleeren van hun ouders, welke
zij in de diepe gangkast konden vinden
Dora had een ouden stormhoed van
Moeder op, die haar onkenoaar maakte,
terwijl een regenmantel van haar oud
ste zusje haar toilet vo'tooide. In Moe
ders boodschappentasch, die gelukkig
gesloten kon worden, zat Trilneusje.
Juf hoorde de deur dichtslaan en
dacht niet anders of Dora en Hans gin
gen naar school, 't Wias nog wel erg
vroeg, maar daar zij dat wel meer deden
om vóór schoollijd nog wat te spelen
liet zij lien hun gang maar gaan.
Vlug wip'en zij naar den overkant,
waar zij weldra met kleuren als boeien
van het haasten en de opwind ng op de
stoep stonden.
Hans voelde, toch iets van angst, toen
Sientje, die er altijd zoo streng uitzag,
hen opendeed.
Zijn stem beefde dan ook, toen hij
zei: i
„Wij wilden het huis graag zien".
Sientje, die heel bijztende was, en de
kinderen van den overkant niet her
kende, scheen de zaak toch niet recht
te vertrouwen, liet hen op de mat staan
en zei, dat ze 't mevrouw zou zeggen
Maar dat zou hun handig opgezet
plannetje nog kunnen mislukken! Nau
welijks was Sientje dan ook achter eei
deur verdwenen, of met twee treden te
gelijk wipten zij de trappen op, regel
recht naar Liesje's kamer, waar Dora
weldra hijgend kwdu hnnensiormen,
lei wijl Hans de vvaciii hield boven aan
co trap.
(Sloit volgt.)
Dezen schaatsenrijder kun je gemakke
lijk maken van leghouljes of lucifers,
waarvan de koppen verwijderd zijn.
Voor zijn hoofd en de ondergaande zon
kun je knoopen of andere ronde voor
werpen nemen.
Aan de geheele houding van den
schaatsenrijder kun je zien, dat hij er een
aardig vaartje in heeft.
Is dat bij liet plaatje, dat jullie gelegd
hebt, ook het geval?
HOE' HET 'KOMT DAT VARKENS
KRULSTAARTJES HERREN.
Op een groote boerderij woonde heel
lang geieden, eens een biggetje, dat
Guusje heette. Hij woonde daar met
zijn moeder en acht broertjes en zus
jes in een varkensstal'.
De boer gaf hun ruimschoots te eten
en het zou dan ook niet meer dan na
tuurlijk zijn geweest, als ons biggetje
heel gelukkig en tevreden was.. Zijn
broertjes en zusjes waren het ook,
maar Guusje alleen vormde een uitzon
dering; hij was ontevreden en kon zóó
leetijk knorren, dat de anderen óf van
schrik wegliepen óf hem uitlachten. "En
dat was nog veel erger! 1J I
Waarom Guusje zoo ontevreden was?
Wel, dat is gauw gezegd, hij vond het
vreeselijk, dat zijn haar niet krulde,
maar akel'g steil was. Dikwijls plaagden
de andere biggetjes Guusje en daarom
werd hij nog het meest boos.
Maar op zekeren avond dacht hij
„Ik wil krulhaar hebben."
iDe maan scheen helder en ons Guus
je ging op zijn eentje den stal uit en
liep zoo vlug als z'n korte poolen hem
dragen konden naar de Feeënkoningin,
die aan den rand van het 'bosch woonde,
„J>io zal mij niet uitlachen en mij
zeker wel krulhaar willen geven", dacht
nij'. Fn toen hij eindelijk bij het paleis
der Feeënkoningin gekomen was, zat
deze op "Kaar troon va» groen mosu
„Zoo, Guusje Big!" zei zij'. „Kom jö
mij eens opzoeken? Je hebt me zeker
wat te vragen?" 1 i
Guusje maakte een diepe buiging, die
wat potsierlijk uitviel. Nu hij zoo voor
de Feeënkoningin stond, zonk al zijn
.moed in zijn pootjes, maar toen hij
aan het lachen en de plagerijen van de
broertjes en zusjes dacht, zij hij te
gen zichzelf, dat hij deze mooie gé-'
tegenheid toch vooral niet ongebruikt
voorbij moest laten gaan.
Hij knorde eens even uit verlegen
heid, zooals een mensch of kind wel
eens hoest en begon:
„O, sciioone Koningin der Feeën, ik"
weet dat Gij almachtig zijt in Dieren
land en daarom kom ik U vragen mij
.....krulhaar te geven*'.
Maar ae Feeenkoningin antwoordde
gllmiaclienö
„Nee, Guusje, je Vader en je Moeder,
je Grootvader en je Grootmoeder, al
je Ooms en Tantes hebben steil haar.
Waarom zou ik jou dus krulhaar geven?"
Ons arme Guusje was diep teleur
gesteld. Zijn snuitje trilde en er rolde
uit ieder biggenoog een heel Tlikke big-
gentrann. Was het ook niet vreeselijk,
dat hij altijd steil haar zou moeten hou
den? i
De Koningin der Feeën had echter
een vriendelijk hart en kreeg mcdja'ijdeu
met hem, toen hij zag, hoe bedroefd
hü was. Daarom zei zij:
„Luister eens, Guusje! Als je my be
looft, altijd een verstandig biggetje en