BOLS ren, de bloemen zoomin als de kinderen. Zorgvuldig keek hij langs de rijen zij ner boekenverzameling en haalde er een foliant uit, geschreven door een tijdge noot van hem, die twaalf in-folio deelen noodig had gehad om Bogus' werk over Menschel ij ke dwalingen te bestrijden en tot de conclusie was geko men de dwaas t dat het leven een eindelooze reeks van vreugdevolle con sequenties te zien gaf, welke konden lei den tot een gelukkig einde. Laat het kind Clarks' onzin maar voor haar bloemen gebruiken, dacht Bogus; dien leest toch niemand meer, als er ooit al iemand geweest is, die ze gelezen heef t." XXX Een nieuwe winter volgde op den zo mer, die den aanvankelijk kleinen voor raad van Jessie's bloemen zeer had ver groot, Het eene deel van Clark's „onzin" was vol met haar geplukte schat. En nu, in de lange wintermaanden, waarin alles nog eens werd nagekeken en beter ge rangschikt, kwam zij tot de overtuiging, dat ze een tweeden foliant noodig had om alles behoorlijk te bewaren. Het rang- schikken dier bloemen in de studeerka- j mer op deze winterdagen bracht Bogus' tof de overtuiging, dat er van het kind en van de bloemen een bekoring uitging, j die hij niet onder zijn „dwalingen" kon rangschikken, doch welke een werkelijk heid van gelukkigen aard in zich bevatte. En nu was bet de laatste dag van het jaar en de avond van dien laatsten dag. Jessie had vroeg de luiken gesloten te gen den vochtigen mist, die tusschen de huizen der nauwe, kronkelige straat hing. Zij had de vetkaarsen op de kandelaars aangestoken na die goed gesnoten, to heb ben. Voor den ijzeren haard stond een flesch wijn in flanel gepakt en zij gluurde af en toe naar een schotel warme kas tanjes, die op tafel gereed stond. Zij had den ouden man nog eens warm in zijn kamerjapon gestopt en was toen op een laag stoeltje bij hem komen zitten. I „Oom Bog," zeide ze, „je hebt me ge zegd, dat ik vanavond mocht opblijven en de klokken hooren galmen om twaalf uur. Ik vind dat heerlijk en ik vind het ook heerlijk, dat we zoo gezellig bij el kaar zitten. Vindt jij het óók heerlijk?" Bogus keek naar het kind met een goe- digen blik. Er was iets dat om zijn zorg- vuldig geschoren lippen trok. Hij ant woordde „Zeker, Jessie, ik vind het ook heer lijk." „En oom Bog," ging het meisje voort, „zul je mij bij je houden, totdat ik groot ben en ga trouwen?" Oom Bogus keek even verschrikt op: .Als je gaat trouwen.Wil je dan van me weg?" „Neen, oom Bog, dat wil ik niet, maar ik ga toch eenmaal trouv/en. Maar als je me noodig hebt, blijf ik bij je en zal ik voor je zorgen en mijn man ook." Oom Bogus' oogen deden vreemd; zijn bril werd met een rukje recht gezet en wéér eens recht gezet „Dat is goed, kind," zeide hij zacht, dat is afgesproken. Jij blijft dan altijd bij me, want ik zal je wel altijd noodig hebben." Toen schraapte hij zijn keel, snoot zijn neus en zeide „En hoe staat het met je bloemen?" „Wel, oom Bog, ik heb er zooveel, zóó veel, dat ik ze niet meer bergen kan in het boek, dat je me gaf." Oom Bog kuchte even. Langzaam stond hij op, liep naar de plaats, waar Jessie gezegd had, dat „de hel" was, nam het eerste deel Menschel ij ke dwa lingen er uit en zeide „Hier, Jessie, hier is het eerste van dc tien. Je moogt ze allemaal gebruiken voor je bloemen. Neem de gedroogde maar uit het foliant van mijn waarden collega hij heeft minder behoefte aan bloemen dan ik En zóó geschiedde. Toen het jaar ge ëindigd was in klokken-klanken en ge rucht van menschelijke stemmen, was het nieuwe herbarium ingewijd. De bloemen hadden bezit genomen van Bogus' Men schelijke dwalingen, evenals Jessie haar kinderlijke aanvalligheid had vervuld van andere gedachten dan die hij in zijn geleerde betoogen tot waar heid had meenen te stempelen. zijn aanslaand vertrek uit Vlissingen, met ingang van 29 Dec. a s. onislag neemt als lid van den Raad. De voorzitte rede van het vertrek van den heer Noppen voor zijn persoon een geluik- GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN. tegen geen bezwaar, maar wijst toch op handeling door hen f7 5 per jaar toe T het groote belang van dezen weg, als goe- te kennen, aanleiding tot uitvoerige dis- In de Vrijdag geüouden vergadering de wandelwcgB en moeilijkheid cussie. van den gemeenteraad ian VI i s si n- voldaan wordl aan den eisch van Dc lieer v II al vindt dit voorstel prin- g e n was de lieer de Meij wegens familie- don poider Walcheren, dal de aangelan- cipieel onjuist, omdat nu de belrokke- omslandigheden afwezig den deQ - onderhouden. I nen zelf het risico van eventueele ziekte Ingekomen was o a. een schrijven pe v 0 0z j 11 e r zeel, dat men in dragen. Men moet het principe van vrije van den heer 0. D. van Noppen houden- trachten den weg voor neeskundige behandeling geheel nako- de mededeeling, dat luj, in verband met b e a den zomer gereed te hebben men. De beer M. Laernoes zegt, dat het De middenstandsverzekering heeft erg in dc bedoeling ligt de onderhouds- gesicaneerd, maar dat is het gevolg van wiisl er od dat de P,icldiScn van de ziJdc der gemeente zoo- overdreven bezuiniging daar men zoo J veel mogelijk te helpen, evenals vroeger jaag mogelijk premie wilde bela.en. Men ook reeds is gedaan. moet zoeken naar een Maatschappij met - - - De heer van Oorschot zegt, dat soepeler toepassing, ook al zal het iels weascli waard is. en spr. b.cdt die dan voldoende is> mede omdalPmeer- 2der komen. I gaarne aan. Anders is het eenter dere aan„elanden ver weg wonen Het De voorz. zegt dat dit idee ook bij 'eden^De heer van Nop'peiT heeft dadel bo(adS ook als on W. is besproken, maar hot nu voor- «ük een in den «4 ,n?- ™^r2Uter zegl Mdcre oïcr. "SS 3? j nomen en heelt door „jn aakel.jke on weging toe der betrokkenen ziek Wdl door de„ kalme^w'jzeran gieken nl.cr waaide- adres yan de Zuid.Nederla^d_ diensl, de gemeente toch betilen moe,', .'den dln vollen' aandacht, ook bij uiterst «"f Mslribuiie Maatschappij, - en men dan maar beter direef «lies links Daarom doet liet heensaan den verlenging van hare vergunning voor het voor de gemeente kan nemen raad'leed Ook in dc commissies van overkruisen van gemeentegrond, wordt in Do heer v Oor schol meent, dat fövSentag èn van T&oèiïe- en B W f*** '"S I5' 6n fruitveiling werd hel werk van den neer advie den l8cn {van Noppen gewaardeerd. Spr. weet na- Eervol ontslag. De beer Harts zegt, dat de premie mens <len geheelen raad te spreken als ihij Aan mevr. de Ruyier-de Vey Mest- steeds maar verhpogd werd, en men de den wenscli uitspreekt, dat het den heer dagh wordt eervol ontslag verleend als tanden dus eens moest laten zien. Hij van Noppen en zijn 'gezin ook buiten regentes van het Burgerweeshuis, met meent dat men toch weer tot verzek»- Vlissingen in alle opzichten goed rapge da"k voor de vele en goede diensten ring zal komen Hij wil het door B. en Wu gaan (Teekenen van instemming). - gedurende vele jaren als zoodanig be- voorgestelde voor éen jaar invoeren. De heer van Noppen brengt harte- wezen. De heer v.Hal acht dit liee.emaal ver- lijk dank voor de vriendelijke en waar- Benoemingen. keerd. deerende woorden. Hel spijt hem ver- De volgende benoemingen hadden De ioorz. zegt geen bezwaar te tien- schillende werkkringen te moeten opge- plaats. Tot regentes en regent van het ben tegen verzekering als de raa ven en vooral ook in den raad Steeds Gasthuis, mevr. T. 0. L. Harts—van Raai- meerdere gelden wil toestaan. Met heeft hij met klemmende belangsleJliing te, en de heer 0. B. J. Wijlenburg, beide tegen b stemmen wordt tot verzekering het werk van den raad gevolgd Spr. aftredend; tot lid van het Burgerlijk besloten. Tegen stemmen de^heeren M. lioopt dat God den burgemeester en de Armbestuur de heer Joh. Loois Hzn. Laernoes, Paap, Wesseling, PI. La r- i raadsleden mogen zegenen en dat zij nog (aftr.); tol regentes van het Burgerwees-! noes, van Noppen en woltering. 1 vele jaren in het belang van Vlissingen huis mevr. J. W Paap—Ritmeestertot; Al de overige voorstellen v n mogen arbeiden. (Weder applaus) lid van de commissie van toezicht op het h. st. aangenomen. Afwijzend werd wederom beschikt op M. 0., de heer H. 0. Wesseling (aftr.};! Alleen maakte de heer Be ger ae het verzoek van de Kon. Nederl. Politie- tot leden van de Commissie van Toezicht opmerking, dat de namen ~V\ lehngen honden Vereeniging om als begunstiger op het M. O. de heeren ds. A. de Voogd en Deurloslraat met gelukkig^ge toe te treden en J. A. Berger. I ren voor de nieuwe straten bij den Kou- (Ingez. Med.) Het bekende adres van IJsselmonde Verder tol leden van de commissie van dekerkschen weg en hij me®n e a e zal worden beantwoord, met een verwij- toezicht op het L O. de heeren J. Butler, beter hadden gepast in de buui van e zing naar de Ver. van Nederlandfeche W>. Crcmer en J. P. F. Mentink falie aftr.) j Scheldestraat. Gemeenten. en tot lid der Commissie van de Zee- De voorzitter zeide, dat de his- Van dc eigenaren en bewoners van mans- en Visschersbeurs (uit den raad)torische namen volgens de oude kaart perceelen aan den Hpogeweg was een de heer J. de Meij (aflr.) van den heer Dommisse op waren Verzoek ingekomen om hel onderhoud Van de vroeger door ons gemelde voor stellen gaf alleen dat inzake de rege ling der vergoeding aan de inspecteurs en majoor-rechercheurs van politie voor hel genot van wege geneeskundige be- van dezen weg voor rekening der ge meente te nemen. De voorzitter stelde voor dit in handen van B. en W.te stellen om advies. De heer van Oorschot heeft daar- De hr. Berger wenschte geacht te wor den tegen dit voorstel te hebben ge stemd. Rondvraag. Op een vraag van den heer Rorije wordt toegezegd geen straatwerk uit te hebt gedroomd of je joktl Want hoe kan kleine Ingriö. die nu nog rustig slaapt, jou mijn pelsjas gegeven heb ben''" .,En toch is het waai-, boer Sven Olaf son." hield de man vol „Ja ik wil het u nu wel bekennen. Ik kwam hier ora te stelen, want ik had niets meer te eten, en nergens kon ill een dienst krijgenEn toen ik in uw pronkkamer bij de brandkast stond, kwam op eens dat kleine engeltje op haar Mooie voetjes binnen; ze kwam om de Kerst-engeltjes te zien, die dc kaarsjes in den Kerstboom zouden ko men uitblazen. Doch ze vond geen en geltjes; ze vond alleen eenslecht menschMaar een dief was ik Loen gelukkig nog niet. Wel zou ik een diet géworden zijn, als niet uw kleine meisje was gekomen en mij van den diefstal had teruggehouden door te zeggen, dat ik haar naar het veld moest dragen, Ze wilde zien, of de vogeltjes al Relict- men warenEn ik, die zoo slecht was, te willen stelen en, dat nog wei in den Heiligen Kerstnacht, moest het lieve kind beloven, dat ik vandaag, met de korenschoof op mijn hoofd, over het veld zou loopen; ze wilde zien, hoe de Om aa ta taekgnsn en te kleuren. Daan Hoeksema laat ons hier zien, dat ook in het bosch de Oudejaars nacht niet is als alle arfdere nachten Precies 12 uur vliegt'n zwarte kraai met liet Oude jaar in zijn snavel weg en luiden de kabouters het Nieuwe Jaar in, om aan de wereld te verkondigen, dat 1029 ingetreden iè. Voor de groolen onder jullie zal het niet moeilijk zijn, deze afbeelding op ruitjespapier na te teekenen. Eu de klei neren Imogen haar op doorschijnend pa pier overtrekken Ze moeten daarbij de ruitjes weglaten Als we de teekening afhebben, gaan we haar kleuren. Daan Hoeksema had daar voor de volgende kleuren gedacht: De lucht blauw. De sterren geel. De klok geel. 1929 rood De grond wit De baarden der kaboeters wit Dc paddenstoelen oranje. De kabouters naai* eigen verkiezing Is dat geen gezellig werkje in de Kerst- vacantie 9 C. E, d. L. H. vogeltjes de graankorrels pikken zouden uit de aren van een scihoof, die poor bet veld wandeltIk wil liet lieve kind, dat mij door haar vriendelijke woorden heeft teruggehouden van een misdaad, ja, dat mij heeft gered, zon graag een genoegen doen, begrijpt u. „Maar Niels," sprak de boer, „als jij inet die korenschoof door liet veld loopt, geloof jij dan, dat er één vogel vs» idi® de korrels uit de halmen durft pikken?" „Ik begrijp, wat u bedoelt," was liet antwoord. „Ach ja, ik was niet j voor uw paarden, boer Sven Maar, loof me, ik wil anders wordenI Dit heb ik mij dezen nacht, toen ik naar mijn hut terugging, reeds voorgenomen Maar ik begrijp ook, dat u mij niet gelooft, en niet op mijn woorden vertrouwt Daarom ga ik maar liever heen, en ik wenscli u een gelukkig Kerstfeest, boer Sven „Dat wenscli ik jou ook, Niels/' sprak de boer. „Maar ga nog niet 'heen. Kom liever even binnen, en wacht, totdat mijn kleine meisje ontwaakt. Zij zal zeggen, wat er vandaag gebeuren moet Nauwelijks had Sven Olafson dit ge zegd of kleine Ingrid huppelde in liaar wit nachtponnetje het vertrek binnen, en zoodra zij Niels Gundersen zag, riep ze vroolijk- „O, dat is de man niet do tooverlantaarn die hier kwotn om de Kerstengeltjes te zien, en die me toen bij de korenschoof op 't veld bracht! O vader, en toen zei die man, dat de vogel tjes niet kwamen als het maantje scheen, die kwamen alleen bij dag En, ide man heeft mij öbk beloofd, dat hij vanda; met een korenschoof op zijn hoofd, dóór het veld zal loopen. Wal zal dat [aar dig zijn, hè vader? Hè ja, dan pikken de vogeltjes het graan uit die vreemde schoof, die al maar op en neer wan delt „Wat je mijn kind hebt beloofd, dafi moet dan ook maar gebeuren, Niels,' sprak op ernsiigen toon Ingrids vader „Je kunt eerst met de anderen, liet ont bijt gebruiken en daarna een volle ko renschoof lïit de schuur nemen Draag die dan op je hoofd over het veld Dan zullen de vogeltjes beslissen over je lot Dan zullen die kleine vogeltjes mij ver- lellen, of je werkelijk een goed mensoh wilt worden ,dat óók liefde voor de dieren heeft Want komen de schuwe vogels de graankorrels pikken uit de sohoof, waarmee jij door het veld wandelt, dan is dit \oor mij een teeken dal ik je weer in mijn diensl kan nemen, din. is dit Gods wilt Maar denk er dan óók aan, Niels Gundersen ,dat je de belofte ,mij op de zen Kerstmorgen gedaan, zult houden; de belofte om niet meer wreed te zijn. „Dat belooT ik y nqg eens op dezen Kerstmorgen, boer Sven", sprak de man, met een van aandoening bevende stem „En mag ik dan nu maar dadelijk de korenschoof gaan halen? Ik durf nu nog niet met de anderen mee aan te zitten Ik heb geen rust vóórdat ik weet, wat de vogeltjes over mij hebben beslist. Mag ik gaan, boer Sven? En ziet, toen even later Niels Guilder sen, met een zware korenschoof op zijn lioofd, al maar op en neer over 't veld, achter Sven Olafsons boerderij, liep kwa men er werkelijk vele vogels het graan uit de halmen pikken. Ze pikten en rui ten en vlogen weer weg, om' dan weer terug te komen met nog meer vogel tjes ,even hongerig en gulzig als zij zelf waren. En al die vogels schenen niet be vreesd voor de vreemde, al maar op en neer wandelende schoof, want ze pikten alle zóó lang, totdat er geen korreltje graan meer in de aren was achterge bleven. Toen eerst vlogen zij luid sjilpend heen. Uit dit alles begreep toen Sven Olaf son, dat zijn vroeger zoo wreede knecht Werkelijk had voorgenomen een g mensch te worden. Hij nam daarom Niels Gundersen weer op de boerderij, en daar .bleef hij nog heel veel jaren. Ja, hij bleef er zelfs toen hij te oud was gewor den om het zware werk te doen en hij stierf er! En vóórdat hij toen werkelijk voor al tijd de boerderij moest verlaten, vroeg bij naar Ingrid, die toeq reeds getrouwd was en zelf kinderen had. Toen nu In grid was gekomen en zioh vriendelijk over hem heenboog, fluisterde Niels Gun- dersens reeds zwakke stem „O, hoe dank ik u, dat ge in dien Kerstnacht tol me zijt gekomen en toen een beter mensch, van ipe hebt gemaakt vrouw Ingrid. Dit waren de laatste- woorden, die Niels Gundersen sprak. TANTE JOH. Raadselhcskjg. Oplossingen der raadsels uit 'I vorige nummer Veer grogteren. 1. Toulouse. Stoel, leus, stout, tule. 2. Laat juffrouw Rood over een kwar tiertje terugkomen Jenny. (Dover). Dora, Mien, Stans en Coba vormen samen een klaverblad van vier. (Amiens). De slechte vrouw veronachtzaamde haar beide kinderen. (Verona). Heeft Margot haar vlechten einde lijk laten afknippen (Gotha). 3. Schild, pad, schildpad. H bok t r 0 m a muskiet Boekarest Woerden zwerm e 8 p t Boekarest. Voor kleineren. In geen geval. Den leugenaar, want hem gelooft toch niemand. Kever, bever, lever. Vee. Sm op te losser,. Voor grootsren. 1. Kaïmraadsel, Op den rug van den kajm staat do naam van een plaats in Noord-Holland. x xxxxxxxxx x Op den lo land iets, dat dagelijks door ons gegeten wordt. 2o een dun wafeltje. 3o een zware hamer. 4o een deel van et maal. 5o een giftslangetje. 6o een jaargetijde. 2. Mijn geheel wordt met 8 letters ge schreven en noemt een stad in Grie kenland. 7, 8, 3 be teekent koud, vochtig. 1, 3, 6, 7 is een ander woon* voor (modder. Een 1, 2, 3, 4, 5 is een vprteek. 2, 5, 5, 2 is een meisjesnaam Een 3, 2} 5, 1 is een wapen. 3. Moord wordt altijd als een misdaad beschouwd, maar wie kan rnq' zeg gen, waar moord recht is? 4. Wanneer je één letter in mijn naam verwisselt, kun je van een groote ha venstad in Duitscliland een bad plaats maken. Voor kleineren. 1. Mijn eerste is met klein, mija tweede en derde vormen samen iemand, van wie je heel veel houdt en mijn- ge heel eveneens 2. Wat kan in ons land alleen in den winter gezien worden (en dan. lang nog niet altijd) en groeit als een koe staart naar beneden? Wanneer er een dikke vogel zit op een tak, waaraan veel bloemen prij ken en je wilt den tak afbreken, zon der den vogel op te schrikken, hoe leg je het dan aan? 4. Lees mij' van achter of van voren. Een jongensnaam' zul je steeds hoo ren

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1928 | | pagina 6