Ij hebben of wcggeloopen oïze moe ten dan maar de duistere waarheid hoe ren, omdat ze dan een, jaar ouder zijn geworden en ouder zijn, moet immers J^arder en minder gevoelig beleekenen Er is een tijd dat je gaat zeggennu ja, Pau-Pietje is dood het was maar eeu konijn, maar er is misschien ook een tijd, dat je 's avonds diep rampzalig in het donker ligt te kijken omdat zoo iels liefs als Pau-Pietje niet meer bestaat, ■want hij was eenig, anders ais ieder an der konijn en je hield zoo van hem en je wist ook zeker dat Pau-Pietje blij was als hij je weer zag en dat laatste vooral is iets heèl bijzonders Paulientje en broertje Piet waren in die prachtige Augustusmaand, toen de zon er maar niet genoeg van, kreeg om het strand en de zee te doen, tintelen, toen de lucht iederen dag, weer hoog en blauw was en menschen en kinderen ;\1 brui ner en gezonder eruit zagen, de vinders en redders van het armzalige, grijze wezen dat met aangeschoten, bebloede kop in 'l warme duinzand, den donkeren dood wachtte Het was regelrecht ondeugend dat Pau en Pietje zonder vragen^ hun schoppen en fort op het strand in den steek lielen, maar hoe kon je nu Moeder wat vrJgep, Moeder die zoo diep in slaap was}, dat ze niet eens Piel's zanderig handje op de hare gevoeld had, niet gemerkt dat de roze woibluwen van haar voileja-1 ponschoot in het zanp was gerold en prooi geworden van een. stout klein hondje. Moeder sliep diep en vervveg, de oogen heelemaal dicht achter de groe ne uilebrilglazcn en dus zei Paulientje suggestief ,.Ze vindt het zéker goed", omdat zc Pietje's en eigen twijfel met een krachtterm wilde overstemmen eu de zomersche, wijde wereld, haar on dernemingslust had gewekt En, dus to gen ze hand iu nana de duinen in en voelden zich als ontdekkingsreizigers die misschien vreeselijke en heerlijke avon turen gingen beleven Af en toe draaide Pietje zijn siliuldig, blonde kopje nog ,eens naar het badstoelen beslippelde strand, maar dan pakte Paulientje stijver zijn hand en wist hij weer met een éven trillende lip dat hun tocht prachlig was. Hoe prachtig begrepen ze pas toen ze het zieltogend konijntje, dal met donkere staaroogen in doodangst hen aanblikte, ontdekten Piel legue zijn, warme handje op het grijs-fluweclig, schokkend lijfje. ,,Zijn hart bonst z6ó," fluisterde hij oon- kerrood, gansch vervuld van eerbiedige^ schrik en diep medelijden Zesjarig, moe derlijk en doortastend Paulientje over zag den toestand snel en doeltreffend „We moeten hem meenemen^ naar Moe der. En zoo gebeurde het dal Paulientje nu ook diep blozend vaq inspanning eu zwijgend verwerkte griezel, den bloederi- gen aangeschoten stumper voorzichtig til de in haar blauwe-bloempjesjurk, uitge spreid door Pietje en zoo sukkelden ze de duinen weer af naar Moeder die al lang ontwaakt, helder en lichtelijk geagi teerd naar het voortvluchtig twcétal uit zag maar bij hun zonderlingö thuiskomst ieder boos woord over stoutigheid en vuile jurk inslikte om alle kuudc van verpleegster en troosteres ten lom te spreiden. Uit hun huurvilla pal bij het strand holde Paulientje om een. zacht kussen, waarover Moeder een kraak- schoonen zakdoek spreidde en, zoo be landde het konijn op de meest omzich tige brancardwijze in de zoqnige serre, waar Moeder de marejuise neerhaalde, zoodat de zon niet langer zijn gewonde kopje blakerde en waar Pietje een bord met geweekte beschuit met wat fijn ge sneden sla naast het trillend konijn- mondje zette, voorloopig zonder eenig succes Ze liepen zoo zacht mogelijk om het konijn dat natuurlijk razende hoofdpijn zou hebben njet te stiren en 's avonds wachtten ze met extra onge duld op vader die dokter was en uit de stad thuis gekomen, den patiënt zorgvul dig onderzocht en met zijn, vriendelijke oogen op twee heel ernstige gespannen gezichtjes gericht, kou verklaren Hij zal liet wel h ilen En toen doopten ze hem (natuurlijk zonder water reor de wond) Pau-Pietje en gingen gelukzalig slapen en Moeder waschte de blauwe- bloempjesjurk en hing hem te drogen in hel maanlicht dat glimlachte Aan alles komt een eind, ook aan e'en heerlijke zomerstrandvacantie en zoo moesten Paulien en Pietje met hun ouders weer terug naar de groote stad waar ze op een mooi bovenhuis woon den, maar voor Pau- Pietje ongeschikt, naar Moeders onverbiddelijk eindbesluit En zoo belandde Pau-Pietje in een meC versch hooi gevoerd mandje, dat Pau- dentje naast haar Moeder gezeten, op schoot hield in den trein naar Leeuwar den, naar Oom-Dokter, die altijd dingen wist daar een ander nog nooit van ge hoord had. Pau-Pietje zou bij een fel-1 twistend kippengezelschap gaan, wonen, „orr.dat" zei Oom-Dokter „dan de vre-; de zou weerkeeren en de gehavende I pluimen aangroeien." Pietje had gehuild van angst en medelijden. j..Ze zullen i hem kwaad doende haan zal hem; pik- ken cn hij moet immers n,og voorzichtig om zijn hoofdje zijn!" Maar Oom-Dokter h id hem getr-,1 sl en belooFd dat hel ko nijn onmiddellijk uit het hok bevrijd zou worden en alleen leven als het kippengezelschap vijandig optrad. En zoo stouden Moeder, Paulientje en Piel in geweldige spanning toe te zien toen Oom- Dokter, Pau-Pietje in liet kippenhok sloot met een bemoedigend duwtje tegeq zijn witte staartje. De pedante kippen vergalen voor één keer hun, hopelooze verwaandheid, de haan voor één minuut zijn sultandeftigheid, al de kale oogen staarden uit beweginglooze koppen, diep verwonderd en vol ontzag naar het nieu we, wondere wezen. En zooals, wanneer in ,de concertsaal een nieuwe, buitenlandsche ster optreedt. Er heerschte een zwijgende, intense op getogenheid, een criliekloos aanvaarden, een toejuichen ook al werd voorloopig nog niets gepresteerd. Pau-Pietje ver legen en schrikkerig dook diep ineen, wat de kippen en haan opvallen als een moderne reverence ery ze waren verrukt en verblijd over zooveel hoffelijkheid. In wijden kring stonden ze sprakeloos j om Pau-Pietje en zagen opgetogen en glimlachend toe, als hun gast eenigszins bekomen van zijn nieuwe omgeving, een groen slakropje door Oom-Dokter als verfrissching na de reis toegestoken, be-1 hendig naar binnen moffelde; een ide aal slakropje, waarvoor ze eikdór nijdig en jaloersch gepikt en geplukt zouden heb ben. Maar de innemende, gedistin geerde eu allengs vlotte manieren, van hun gast imponeerden hen zóó, dat ze begrepen zich te moeten herzien en meer gepolijst voor den dag komen en hun ou derlingen haat verbergen! En aldus kreeg Oom-Dokter gelijk; Pau- Pietje werd ontzien geeerd en nage aapt; baan noch ,cip die hem een veertje in den weg gelegd zou hebben, hij, werd de vredesapostel, de ordebewaar der door zwijgende waardigheid, door de vriendelijkheid van zijn, donkere oogen, doorvolkomen onverschilligheid voor alle verbeten herrie. En met gepaste vricnde.ijke nonichalence stuurt men het ook buiten een kippenhok verge rustgesteld, maar wel weemoedig ge stemd, zegden Pau en Pietje hun pleeg kind goeden dag en moesten weer in den trei» terug naar de groote slad. naar de school en al de lessenl Ach, waarom was Oom-Dokter niet ge trouwd, waarom had hij dat vergeten, dan was het vreeselijke nooit gebeurd, dan zou Pau-Pietje, St. Nicolaas en ook nog Kerstmis vredig beleefd hebben en het nieuwe jaar blijmoedig met zijn haan en kippen bin.nen gehupt zijn. Helaas, Oom-Dokter was niet getrouwd, maar werd voorbeeldig verzorgd en behoed door een echtpaar; Popma die den tuin harkte, de kippen voerde, het konijn er- eis aaide en vööradvies iu de wachtka mer aan de patiënten, uitdeelde, soms zoo treffend en afdoende dat ze nooit in de spreekkamer belandden maar meteen gratis ingelicht, verheugd vertrokken. Triensje Popma was tweemaal zoo Lang als Popma, die zachtjes gezegd een bult had en zulke enorme handen, dat je best begreep dat hij „met de vier door Leeuwarden kon koetsieren" Triensje kocht ponden, koffie met ca- deaux, waarbij haar liefde voor nikkel .hun zitkamer deed fonkelen Triensje kookte voortreffelijk, ach ja, had ze .dat maar niet gekund dan. leefde Pau- Pietje nog. Er komt nu een zóó tragisch bedrijf dat het niet te beschrijven is zonder de inkt te doen vlekken En dus in het kort- Er was een, De- ceniberiniddag dat Oom-Dokter gezeten aan zijn eenzame, doch glansrijk verzorg den disch verrast werd door een geurig, wildgebraad, een gebraad dat hem het bloed in de aderen deed stollen,. Diep verheugd en trots verklaarde Triensje. ,,'t Kenien!" en nooit of te jiun- mer zal zij noch haar verbouwereerde echtgenoot begrijpen, waarom haar ver rassing al bij den deurpost met een woordeloos, ontzet afgrijzen werd terug gewezen. „Eeu vél ken,ien at je op en je kocht een nieuw'. Nee, Pau en; Pietje mogen het niet weten. STUKKEN VOOR DEN GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG. Bestuur Godshuizen. In verband met de periodieke aflretljng van twee leden van het bestuur der Godshuizen heeft dat bestuur de vol gende aanbevelingen gedaan: de lieeren E. H. Peek (aftr.) en G. Mes; de heeren C. Boudewijnse (aftrA eu mr J. F. van Deinse. Comm. 'Toezicht L. O Voor de voorziening im de drie vaca tures, welke op 1 Jan. wegens periodieke aftreding zullen ontstaan in de Comm. van Toezicht op het L. O., leggen B. en W. de volgende aanbevelingen over de heeren G. Mes (aftr.) en L. H. H. Par- ren; de dames J. G. G. de Cleijn Brem (aftr.) en M. M. Jugius, do heeren S. Brouwer (aftr.) en H. Bonnet. De af tredenden vertegenwoordigen resp. de ouders van leerlingen der Bijz. scho len, de ouderwijzers van O. L scholen en de hoofden tfer fijjz. scholen is maar al te gemakkelijk aan* leiding voor in het vertrek te heet te stoken. Des te gevoe* Iiger is U voor de koude, ah. U in de buitenlucht komt. De plotselinge temperatuurswisse* ling heeft dan dikwijls een verkoudheid tot gevolg. Hoesten, hevige verstoptheid zijn de eerste vers schijnselen en vermanen U teges lijkertijd eenige Tabletten te nemen, om ernstiger verkouds heden te voorkomen, j Men eische steeds de origis r.eelc verpakking „«oyefc" en/ lette er op, dat op elkefoAYPW tablet het woord „BAYER" I g i ingestempeld is. Prijs 75 ets. p (Ingez, Mod) Subsidie Burg. Arm- Armbestuur. Overeenkomstig het verzoek van bM Burgerlijk Armbestuur wordt voorgesteld de reeds toegestane subsidie ad 100.000 gld., alsnog met eene som van f4794 71 te verlioogen. De commissie van financiën vereenigt zich met het voorstel. Commissie Sportterrein. Op voorstel van.de commissie van be heer en toezicht gemeentelijke sportter reinen, stellen B en W. voor, met ingang van 1 Januari a.s. de heer L. J. Geers als lid dier commissie le herbenoemleu. Hoofd Openb. Sch. A. Ter benoeming van, een hoofd van school A., in de vacature-C. Hack, heb ben B. en W. de volgende voordracht opgemaakt de heeren W. Heijt, H. N. Everaers cn 0. L. Hack, hoofd der O. L. school resp. te Veere, Oude Tonge en Zonnemaxre. B. en W. stellen voor de benoemjng te doen ingaan op eeu nader door hen te bepalen tijdstip. haai- wiegje met een rammelaar lag te spelen Ja, 't was een heeie familie, maar Lies wilde toch o zoo graag er een nieuw kind bij hebben, liefst eeu meisje mei een jongenskopje, want de krullen van Nora mocht ze niet afknippen, had Moeder gezegd. .Maar wanneer Sint nu ook vond, dat ze al genoeg poppekinde- ren had, zou hij haar stellig geen njeuwe brengen Kon ze al maar schrijven, dan zou ze hem vragen, of hij ..alsjeblieft" 't toch maar wilde doen Maar toen ze op haar manier een brie! geschreven had en hem aan, Ner, die al lang op school ging. liet lezen, zei deze „Kind die strepen en, krassen van jou kan geen mensch lezen." En daarom zat Lies nu zoo ernstig na te denken, hoe ze Siqt toch wei zou kun nen overhalen. En toen viel haar op eens een mooi plan in ze stond op en en ging dadelijk aan den gang In een groote doos legde zc Siene en Toos met Zwartje de negerpop. Over hen heen spreidde ze wat kleertjes uit en dicht ging toen liet deksel en de doos onder de kasl Nora eu den matroos stopte ze achter een stapel doozen op de onderste plank van de speelgoedkast Ook Baby mocht niet in haar wieg blijven Kan je denken! Als Piel door den schoor steen naar beneden kwam en rondkeek, moest hij denken die arxnc Lies, geen één pop bezit ze! En zoo kreeg Baby een plaats onder den divan in Moeders kamer. Wat duurde die dag Lies lang eu wal verveelde ze zich eigenlijk, ofschoon ze al eens met de bouwdoos speelde en ook met de legkaart en van kralen! een arm band reeg eu ook van voren af aan alle prentenboeken, bekeek Plezier had zc niet en toen ze s avonds bij den schoor steen stond, waar haar schoen niet hooi voor het paira van Sint klaar lag, zong met een erg beverig stemmetje ..Gooi wal in mijn schoentje En wat zat er den volgenden morgen in dat schoentje;' lien groote brief! Toen Lies er mee naar Moeder liep, las deze haar voor, wat er in stond 9 Liesjc. Zoo juist komt Piet terug uit den schoorsteen van ue speelkamer en vertelt me, dat ai je kindertjes weg zijn „Iioc kan dat nu'' raag ik en meteen hoor ik zelfs hier boven op hel dak huilen: „wal liggen we toch nauw". „Wat is hel toch donker." Au au. wat zit mijn voel in dc knel'en- w at lig ik koud zoo op den grond! Ben je wel een goed Moedertje. Lies? En wou jij Sint eens foppen Is dat wel eerlijk?? De groeten van den teleurgesteklen Sint Nicolaas Lang voordat Moeder klaar was met lezen, had Lies al een hooge Jueur gekregen en toen de brief uit was, sloop ze stilletjes naar haar speelhoek Dien heelen morgen had ze T druk met haar groot gezin AHeereerst moet Baby weer in qo wieg en nog wel met een doekje om den hals, want ze had kou gevat zoo zonder deken oiijder d,en divan. En wat waren de kleeren van de anderen ■erkreukeld; het poppeustrijkijzer moest er aan te pas komen enj Lies streek er duchtig op los. Ook Nora's krullen moes ten lang geborsteld worden, zoo zaten ze in de war. 't Matroosje zat dien dag stil in zijn stoel, want met een voel, die een heeien nacht in de knel gezeten heeft, kan niemand uit klimmen gaan, wel? O, wat voelde Lies zich dien avond veel levredener, toen ze slapen ging; de kinderen lagen welverzorgd in hun uachtkleertjcs in hun) ledikautjes en op raad van Moeder zette ze toch maar wel weer haar schoen bij den schoorsteen. Toen ze hierin den volgenden morgen een chocolade L vond. begreep ze, dat Sint wel niet meer zoo heel boos zou zijn. Op den avond van den vijfden werden er o zooveel pakjes voor Lies en Nel bezorgd. En wat was wel 'l mooiste ca deau. dal Lies kreeg? '1 Kwam uit een groot pak en er zaten zóóveel papie» ren omheen, oat toen die er af waren, per slot maar een klein koffertje o verbleek lil dit koffertje zat een lief popje mei een blond pagekopje en o zooveel mooie kleertjes; zelfs een para pluutje had ze en een cape en een laschje cn een pyamaatje voor den nacht. Eenig leuk! Wal een goed xnan was die Sint toch! HELENE A. H. MARCUS. Voor de Grooteren. ADVENT. 't Is Advent, tijd van verwachting, voorbereiding tot het ïeest, dat van blijdschap Spreekt en vrede, maar van liefde 't allermeest. Nog ,een poosje en dan klinkt weer 'tlicd .van Stillen, Ileil'gcn Nachjt, en is ons de groene Kerstboom door den tuinman thuis gebracht. (Tijd van licht en blijde zangen, liefelijke Kerslmistijd! vrooUjk schjLl'reu onze oogen nu gij weer in aantocht zijt ÏIERMANNA. TWEE SPELLETJES. HET WOORDENSPEL. Voor dit spelletje gaat het gezelschap in een kring zitten. Hierop iieem't één1 van alien een doek en werpt dien naar een ander, terwijl hij daarbij een zelf standig naamwoord noemt. Degene, wien dc doek toegeworpen wordt, moet on middellijk een tweede zelfstandig naam woord noemen, dal vereenigd meL het eerste een goed nieuw woord vormt. Vervolgens werpt degene, die den doek ontvangen heeft, dezen verder, terwijl bijl een ander zelfstandig naamwoord noemt, enz. enz. Wanneer b.v. A. „Klok" zegt, terwijl hij B. den doek "toewerpt, zegt VAN ALLES WAT. OPGAVE VOOR GBOOTEREN Maak van o;iderslaande stukjes een vierkant, maar doe het zóó, dat ze pre cies in elkaar sluiten en je op de horizontale lijnen zes jongensnamen te lezen krijgt. H M B *l"l T R LL 0 R A 1' R M V '1 E D E N L LIIE R 1° L F D 1» 1 L B „liuis". Hierna werpt B. den doek naar C. en noemt het woord „Inkt". C. zegt dan „vlek", enz. Hoe vlugger <lil gaal, hoe vroolijker het spel is. Wie talmt met een woord te noemen oï een verkeerd woord zegt, moet een pand betalen, Na afloop worden deze panden inge lost. WATTEN BLAZEN. Voor dit spellelje gaat bel gezelschap een dichten kring om "de tafel zitten. Op de tafel ligt een vlokje watten en allen probeeren nu dit vlokje watten an zich af te houden en naar een ander te blazen. Degene, op wie hel hangen blijft, moet een pand geven, maar ook hij of zij, die het vlokje met de handen tracht af le weren. Ook bij dit spelletje worden de panden later ingelost. fêaadselfooekje Oplossingen der raadsels uit 'i vorige nummer 'laa< grsoteren. 1. Sluis, kil; Sluiskil. 2. Krater, kater. 3. Beiden kunuen lot bisschop ge maakt worden. 4. Melk. weg; Melkweg. Voor kleineren. 1. Omdat een blijde hond aanhoudend kwispelstaart. 2 Ik kom li schoonc handdoeken bren gen. (Must 10- Hajnver eiken dag toch niet op het zelfde aambeeld. (Merel). Zij is ernstig gewond. Haal ijs, ter wijl ik om den dokter telefoneer. (Lijster). Wil je graag ansichten lcoopen. Jenny? (Gans). 3. Middelburg. Deur, mier, brug, Lim burg, deeg. 4. Lex, mond; Lexmond 0m op to iossss. 'laar yrooloren. 1. Kruisraadse! Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een stad in Zeeland XXXXXXXXX X X lo rij een medeklinker. 2e een meubelstuk. 3e iets wat in een stal te vin den is. 4e een plaats in de prov. Gro ningen. 5o 't gevraagde woord. 6o 't meervoud van groote roof dieren. 7o 'n klein gedroogd vruchtje, 8o iets dal dient om tuinen, parken enz. af te sluiten. 9o een medeklinker 2. uis lie eus reus zei and nkt abel ank x*wt oot ik lal aak end lak dem rn tem. Bovenstaande lettergroepen möeten door één beginletter afgemaakt wor den lot goe'de zelfstandige naaïn1- wocrcien. De beginletters vormen dan een bekend spreekwoord. 3. 'Welke steden in hpt buitenland kun je maken van BOS STEL OPA DE BAL BOG ALTEN LES W GRAP A GAS GUUR B 4. Mijn geheel wordt met vier woor den of 17 letters geschreven en noemt een bekend spreekwoord. 13, 2, 15, 3, 17 is een dorp in de provincie Utrecht Een 4, 11, 12, 9 maakt deel uit van een ketel. 8, 10, 6, 15 is een warme drank. 5, 1, 6, 16, 17 beteekenl wild. Een 14, 1. 2, 4 is een vaartuig Een 3, 1, 15, 7 is gebak. Voor kleineren, 1. Welke bakker bakt geen brood? 2. Waarom regent 'hel nooit twee da gen onafgebroken achter elkaar? 3. Verborgen plaatsen in ons land. Is één vel papier voldoende, Ber tha? Het slot en de sleutel waren beide verroes't. Bleef dc hond vóór de kachel liggen? Bello en enkele andere honden voch ten geregeld met onzen Nero. 4. Mijn eerste is een kleur, mijn twee de is een zware uitademing en mijn geheel een ziekte. Wie raadt dit?

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1928 | | pagina 6