FLIT
geen vliegen
TWEEDE BLAD
Zaterdag 8 Sept. 1928 No. 213
BINNENLAND
HAAGSCHE BRIEVEN.
(Nadruk verboden).
In het einde van Augustus, als die da
gen soms nog zoo broeiwarm kunnen
zijn' en de avonden zoo mild, al wordt
Ijet misschien al wal koel om aan den
Zeekant te zitten als de zon onder is,
geeft niemand er zioh rekenschap van,
dat het grootste gedeelte van den zo
mer al weer voorbij is. De Hagenaar,
die om elf uur zijn kopje koffie en
's miodags zijn kopje thee of zijn borrel
gaat drinken op het terras van een der
groote café's aan het Buitenhof, kijkt met
welgevallen naar liet frissche groen der
acracia-boompjes, waarmede het ruime
plein beplant is en laat gedachleloos
zijn blik glijden over de kastanjes langs
den Vijverberg, die al een beetje roest
bruine vlekken vertoonen, als een zach
te aankondiging van den naderenden
herfst. Want de dagen gaan toch al zoo
gauw, de weken rijen zich lot maanden
en wat voorbij te, keert niet weer, dus
Maar we worden er, of we willen
of niet, altijd weer op verschillende wij
zen aan herinnerd, dat het zomerseizoen
en dus de zomer vrijwel voorbij is.
Alle affiches, die de vermakelijkheden
op Scheveningen aankondigen, dragen met
groote letters de woorden „Afscheids-
ivoorstellng". Hel circus sluit onmiddel
lijk ha Koninginnedag, die altijd een
soort feestelijk slot aan het seizoen
maakt; de andere inrichtingen van ver
maak doen evenzoo. Alleen de concer
ten duren nog lot half September voort
en de badstoelen en lenljes en kraampjes
blijven meestal wel slaan tol na de ope
ning van de Slaten-Generaal, omdat die
derde Dinsdag in September nog wel
eens fortuinlijk kan zijn, als het weer
wat meewerkt, vanwege de provincialen
die dan in de stad komen en tegelijk
toch wel naar Scheveningen willen ook.
En dat .geeft langs het srand en ook op
het Gevers Deynoolplein nog zoo'n beet
je vertier. Maar feitelijk is het seizoen
den eersten September afgeloopen. Dan
wordt de feeslelijkheid, de mondainileil
en de vrooiijkheid weer overgebracht
naar Den Haag.
Dat overbrengen gaat niet in alle ge
vallen 'zoo een, twee, drie. De meeste
inrichtingen van vermaak nemen een
paar weken speling, zoodat we een
soort morle-saison krijgen. Maar er zijn
toch enkele, die, nog voor Scheveningen
goed en wel gesloten heeft, al aankondi
gen, dal met ingang van den eerstea
de thé dansant, of wal ze dan ook
hebben aan le bieden, zullen worden
herval.
Tegelijk met het zomerseizoen zijn ge
woonlijk de diverse werkzaamheden aan
onze Haagsche straten afgeloopen Ik
heb al eens erder gezegd, dal het nood
lot of iels anders nu eenmaal wil, dat in
alle steden, speciaal in den zomer alle
straten worden opgebroken, ter wille
van verbetering der stralen, aanleg van
tramrails en dergelijke dingen. Dezen zo
mer hebben we op dit gebied werkelijk
naar waarde genoten; er zijn tram rails
gelegd, er zijn plantsoenen omver ge
haald ,er zijn weer andere tramrails,
die lagen in stralen waar een tijdje ge
leden, laten we zeggen twee jaar geleden,
een tram reed, die er nu niet meer rijdt,
netjes uitgebroken en weggehaald, zooal's
kleine jongens, 'die treintje spelen, ook
'netjes den rommef, dien ze met hur^
rails in de kamer maken, van moeder
moeten opruimen, er zijn vluchtheuvels
gebouwd en pleinen omgespit, kortom,
wat iemand maar eenigszins zou kunnen
verzinnen om in een stad te doen, is
Nu is alles zoo ongeveer in orde, vol-
doende in orde om een beetje een over
zicht te kunnen hebben over wat is ge
schied Ik hoop, dat weg en werken,
of stad en plantsoenen, of verkeerswe
zen, of welke tak van bedrijf er verder
bij betrokken zijn mag, tevreden zijn over
alles wat er gewrocht is, en met een
gerust hart kunnen zien, dat het goed.
is. Het Jykt zoo sneu, als je zooveel om
ver hebt gehaald en je bent er na afloop
niet eens heelemaal van overtuigd, dat
het prima in orde is.
Dat is trouwens niet alleen vervelend,
voor dc betrokken tak of takken van
bedrijf, maar ook voor allerlei men-
schen, die over al die opbrekerij nu
niet zoo heel blij zijn geweest. In de eer
ste plaats bijv. de winkeliers Hel moet
voor hen nog veel onaangenamer zijn om
in een opengebroken straal te wonen
dan voor ecu particulier. Die kan hoog
stens 's avonds wat mopperen, als hij
thuiskomt en zijn weg moet zoeken in
een doolhof van opengebrokenheid,
slechts den weg gewezen door roode
lantaarnljes. of hij kan zich beklagen,
dat /.ijn vrienden niet voor hem over
hebben om hem te midden van gezegden
doolhof te komen opzoekende winkelier
heeft in de meeste gevallen rechtstreeks
schade voor zoo n ciiaos vour zijn deur
Want zoo zijn vaste klanten, overtuigd
dat ze toch bij niemand beter terecht
kunnen dan bij hun vasten leverancier
(maar wie is daar tegenwoordig eigenlijk
nog van overtuigd) niet bij hem weg
blijven, hij mist toch in elk gevM de
belangstelling en de kooplust van de
voorbijgangster, die de verlokkingen van
een smaakvolle etalage of de aantrekke
lijkheid van koopjes niet kan weerstaan
en binnenloopt. Maar het moet gezegd,
de Haagsche winkeliers hebben zich met
mannenmoed de opoffering getroost, die
er van hen gevraagd wertL omdat,
ze begrepen iels over te moeten hebben
voor de verbetering van hun stad. En
zoo is er geasfalteerd, zijn er tramrails
gelegd en trottoirs versmald, enz. zon
der veel protest of ontevredenheid van
den handeldrijvenden middenstan.d
Bij al de aangebrachte verbeteringen
behoort ook een niet onbelangrijke uit
breiding van een paar tramlijnen. Lijn
veertien is nu doorgetrokken van zijn
eindpunt aan hel Valkenboschplein naai-
hel Zuiderpark, dal volgens mijn dochter,
ongeveer Halverwege Rijswijk ligt. Dat
beweert ze tenminste altijd, als ik haar
adviseer om inplaats van fn zee, waar
van zwemmen toch eigenlijk nauwelijks
sprake kan zijn, in het Zuiderhad die
kunst te gaan beoefenen. In elk geval
tis het voor alle bewoners, die nu het
voorrecht hebben aan of dicht bij lijn
veertien te wonen, een groote aanwinst,
omdat het hun zoo'n gemakkelijke en
prellige verbinding met Scheveningen be
zorgt Voor iemand, die op de hoogte
wil blijven van de mogelijkheden die zijn
eigen stad biedt, is het noodig vooral
zoo nu en dan een ritje te maken van
eindpunt tot eindpunt met elke tram
lijn. Dan wachten hem telkens nieuwe
verrassingen, ook op verkeersgebied.
Een plek vol verrassingen is liet Val
kenboschplein in zijn huidigen vorm. Ik
doe er geen eed op, dat het zoo blijven
zal. Dal was vroeger een gezellig, aardig
en vooral mooi en aantrekkelijk pleintje,
ecnl een pleintje voor een buitenbuurt,
met een mooi planlsoentje cn rijen roo
de meidoorns, die in het voorjaar prach
tig bloeiden en heerlijk geurden. Op
dat pleintje is door liet groolestads-ver-
keev beslag gelegd. Hel plantsoentje was
een sta-iu-den-weg, dal viel niet te ont
kennen, de trams en de auto's verloren
veel tijd met êr omheen te rijden, en
zoowei "de bloemen als de "hoornen zijn
opgeofferd moeien worden aan de ei-
schen van. het Verkeer Eenige weken
lang is liet een zandwoestijn geweest en
nu is liet een archipel, een eilandenzee
van vluchtheuvels en stukjes trottoir,
met als bakens lanlaarns en als weg-
aanwijzingen de tramrails. Voor een auto
bestuurder moet net dunkt me zijn oin
razend te worden, vooral bij avond.
Vroeger wist hij tenminste, dal hij rechts
houdend; om net .plein liccn moest rij
den, dan kon ncm nooit erg veel over
komen. Nu weet hij alleen, dal hij iedere
vijf seconden kans loopt, dat hem wèl
erg veel overkomt, heizij in den vorm van
een bekeurenden agent, hetzij in den
vorm van een onverwachten trottoir
band cl vluchtheuvel, waar hij legen op
tornt, omdat hij het beslaan er van
nog niet vermoedde. Het veiligste voor
hem is de tramrails te volgen, als hij
tenminste zeker is, dat die vrij zijn
Sedert den korten tijd van het bestaan
van het Valkenboschplein in zijn nieuwen
vorm is er van alle kanten over dit stukje
vcrkeersarchilecluur al heel wat ge
mopperd cn er is al heel wal den draalc
mee gesloken. Misschien wennen we er
nog aan, maar zooveel is zeker; er zijn
oogcnblikkcn, dal ik me heel gelukkig
gevoel nog geen auto le bezitten, maar
die zijn het talrijkst, als ik een van mijn
kennissen, die daar in de buurt woont
en dokter is. dus autobezitter
met een ontstemd gezicht langs en door
de eilandjes zie laveeren, teneinde véilig
zijn huis le bereiken. Dal schijnt zoo'n
geweldige kunst en dat vraagt zoozeer
zijn aandacht, dal hij me laatst bijna
overreden had bij zijn ernstige pogingen
om zonder ongelukken zijn straatje in
le schieten. En ik kan zoo voor hem
meevoelen, dal ik den moed gemist heb
hem op het feit opmerkzaam le maken.
COLON'S
NIEUW BOEK OVER INDIE
30 Augustus is hij de Standaard-druk
kerij te Amsterdam het lang verwachte
hoek van Galijn Verschenen Koloniale
vraagstukken Van lieden en morgen.
Natuurlijk is het een degelijk stuk werk
en als alles, wal Galijn schreef is hel
zeer de moeite waard, dit boek te bestui-
deenen Reeds 35 jaar geleden Teerde
Colijn als luitenant een groot deel van
.Indië kennen; als kapitein werd 1» te
Buitenzorg aan dc Algemeene Secretarie
geplaatst om daarna als Adviseur voor
de Buileugeweslen overal rond te reizen
en de besluurstoestanden alom te beoor-
deelen en le verbeteren Zoo iémand, dan
is deze zeer bekwame staatsman bevoegd,
om over Indië mee te pralen
Thans heeft hij na een afwezigheid
van 13 jaren een studiereis door Indië
gemaakt en zijn bevindingen van heden
vergeleken bij .de 'oude ervaringen I)e
opmerking, dat de Javaansche landbou
wer de vertegenwoordiger bij uitnemend
heid van de 50 milHioen inwoners al
bijzonder weinig veranderd as, vergeleken
bij 35 jaar geleden, treft velen in de
eerste plaats. Aneta telegrafeert uit
Ba'avia dat vele dagbladen deze uiting
\an Colijn met vette letters publiceeren
en ook de groote Neder'andsche pers
haalt die meening in de eerste plaats aai
en de verandering in de houding dc
inlanders op de groote plaatsen wordt
daarnaast ais minder belangrijk voorge
steld. Dit laatste lijkt niet geheel juist
want het zijn voornamehjk de inlanders
sproeit
met
of
mitggen meer
(Tngez. Med.)
der hoofdplaatsen, 'die zich laten hooren
en wier stem men a'Iicht ais de stem
der inlanders beschouwt en die dus meer
fcewient: in de schaal plegen le leggen,
dan hun broeders, die zich niet laten
hooren en die daardoor bij de opper
vlakkige Volksraadredenaars geen be
langstelling vinden
Zeer verblijdend is. dal eindelijk iemand
met dc a utorileil van een Colijn onom
wonden uitspreekt, dat de Volksraad ge
ducht over het paard is gelild en men
veel le veel macht aan dat college hedt
gegeven. Colijn veroordeel! het stelsel,
dal fc jen jaar geleden in Indië werd inge
voerd .met groole beslistheid Indië is
nog niet rijp voor een vertegenwoordi
gend lichaam en voor parlementaire re-
geeringsvorm en één Volksraad is er niet
op zijn plaats Colijn zou liever zien
aparte Volksraden voor Java en voor
Sumatra.
Ook aic lijken me nog niet nuttig,
want er woont niet één volk op Java en.
er wonen vele volken op Sumatra, die
onmogelijk samen beraadslagen en juist©
beslissingen knunen nemen. Op Java
wonen in liet westen dc Soendaneezem,
in het midden de Javanen en in het
Oosten dc MadoereCzen en "en verdee
ling in drie provincies ligt daar voor
de hand; de drie hoofdplaatsen. "Batavia,
Semarang en Soerabajn zijn natuurlijk
gegroeid lot centra van de drie landen
cn van Java één best uurseenheid I©
makeu is iels kunstmatigs, dat weinig
kans op welslagen biedt. Nog veel erger
zou één provincie Sumatra in het hon
derd loopen in het Zuiden wonen de
Lampoiigcrs. die een eigen beschaving
hebben en economisch op Batavia en
Bantam georiënteerd zijn len Noorden
van deze komen naar het Oosten de
Palembangers, die handel drijven op
Singapore on Ponlianak en Batavia en
zeer zelfstandige lieden zijn, en naar
bet Westen de Reukoelers en de Minang-
kabauwers, die niets willen weten van
hun buren een geheel eigen beschaving
'hebben cn afgescheiden van alle anderen
willen blijven; de Djambiers en de
.ïïftlNDEfVBLADÏÏ
van de
/AIDDELBVRC3C=HE
COV-WRANT.
Een ochtend vol verrassingen.
De geheele familie de Groot zal aan
de koffietafel, want 't was Zondag en
allen waren dien dag thuis. 'I Was een
vroolijk troepje van zes reeds groole
kinderen, waarvan Erna, een aardig,
blond meisje van bijna 12 jaar, de
jongste was.
Vandaag echter scheen Erna, die ge
woonlijk alles nog al luchtigjes opnam,
in ernstige gedachten verdiept le zijn;
ze had tenminste een kwartier tang niets
gezegd en al maar peinzend naar haar
boterhammen op haar bord zitten sbKCn,
totdat eindelijk moeder haar lachende
vroeg .,Waar denk jij vandaag zoo diep
over na, kindje?" „Over iels, wat ik
'erg vreemd vind en heelemaal niet zooals
't hoort, moeder", was het antwoord.
„Kom er maar mee voor den dag, zus!"
riep Piet, Erua's oudste broer tachead.
„Je behoeft me heelemaal niet uit le
lachen, hoor", zei Erna eenigszins be-
leedigd. „Want vreemd en onbillijk vind
ik het, dat als je iets gaat doen, dat je
zelf erg prettig vindt, je dan allerlei
moois krijgt; terwijl als je iets moet
doen, wat je allesbehalve prettig vindt,
niets krijgt
„Wat bedoel je loch, Erry?" vroeg
vader.
„Wel", legde Erna hem uil/^als je
op reis gaat, geeft iedereen je wat moois
-of wat lekkers mee; ben je geslaagd
voor je eind-examen, dan krijg je óók
allerlei geschenken. En wat kreeg Mies
al niet, toen ze met Johan verloofd
was? Maar als je ergens heen moet,
waar je eigenlijk het land aan hebt,
dan krijg je geen steek
„Moet je dan soms ergens heen, waar
je het land aan hebt, zusje?" vroeg
Mies. Frna's oudste zuster.
„Nou, dat weet jij ook wel", pruilde
Erna. „Moet ik dan na de vacanüe niet
naar school? En over een wijk is 't al
weer zoo laatl Ach, ach, wat een el
lende!"
Erna had dit op zulk een grappigeD
loon gezegd, dat allen het uitproesten
van het lachen.
Maar daarna begon Mies weer, op
quasi ernstigen loon „En verbeeld je
nu toch eens, hoe vreeselijk je hel zou
viuden, als je naar een kostschool
moestl"
„O, maar dan zou ik van alles mee
krijgen 1" riep Erna. „En jullie zouden
me naar den trein brengen en misschien
wel huilen bij het afscheid nemen- Maar
dat gebeurt nu allemaal niet, want ik
ga op een dagschool en dat vinden juï-
lie heel gewoon
„Stil maar, zusje," sprak 'Wim, die al
in de 4de klasSe II. B. S. zat, imet eten
geheimzinnig lachje. „Wie weel, wal er
op den morgen van je eersten school
dag zal gebeuren
Erha haalde de schouders op; ze be
greep, dat het op dien d,ag juist zou
gaan als op alle andere, en daarom zei ze
dan, ook niets meer, viel op haar bo
terhammen aan en at met den gezonden
eetlust van een gezond land
Zoo kwam weldra de eerste schooldag
na de vacanlie,
Met schrik werd Erna dien morgen
wakker, door een luid gebel, vlak naast
haar bed. Zij, 'die andiers wel drie keer
moest gerote pen wordenwas in een wip
ovepeind wreef de nog slaperige, otjgen
uit en keek rond.
,,'t Is toch juist het gebel van een
wekker" dacht ze. Doch ze zag niets
op het nachtkastje staan, nóch op de
waschtafel, dal op een wekker geleek.
Maar omdat ze wel graag wilde welen
vanwaar het vreemde geluid kwam,
sprong ze uit bed cn zag toen werkelijk
een splinternieuw wekkerklokje op één
der planken van haar boekenkastje staan,
't Ding ratelde nog steeds door en Erna,
die aan een aardigheid van Wiim dacht,
mompelde boos „Flauwe plaaggeest!"
Doch daar zeg ze op eenst onder t klokje
'n stukje papier liggen, waarop iets was
gekrabbeldze nam het op en las: „Lie
ve zus, hier|>ij een nuttig geschenk op
dezen blijden dag, je eersten schooldag
na de vacantic. Nu het klokje je wekte
uit je zoete droomen, zul je nooit meer
te laat op school komen
Je l>T(per Wim".
„Dat is zeker omdat ik verleden week
aan de koffietafel over het krijgen van
cadeautjes sprak" jnompeldc Erna, het
klokje bekijkend. ..Wat een plaaggeest
loch1 Maar e wat Jigt daar in de
waschkom
Terwijl Erna dit zeide greep ze een
in donkerbruin papier gewikkeld .pakje,
bekeek het van allé kanten, opende het
en riep toen. „O, wat beeldig'" Want
er kwam een keurige doos luxe post
papier uit, heel licht lila papier met zil
veren randje En oor d Aar bij lag een
reepje papier, waarop geschreven stond
„De geefster van dit postpapier.
Wenscht je dezen dag héél veel plezier
,,0, t is de hand van Mies' I lis van
Mies' riep Erna opgetogen Ze zette
de doos op diet nachttafeltje cn wilde
beginnen met zich te wasschen, toen ze
achter de waschkom weer een pakje
zag liggen dat haar vrool'ijk deed uit
roepen; ,,'t Lijkt wel, of 't vandaag Sin-
Ierklaas is' In een wip had ze dan
ook het pakje geopend en weer ont
snapte haar een kreet van blijde ver
rassing, toen ze daarin zes beeldige zak
doekjes vond. met een keurig gebor
duurde E in een dfcr boeken, en waar
bij ook weer een stukje papier lag. met
de volgende vermaning
„Niet als inktlap te gebruiken,
Maar je moogt er wel aan ruiken
T Geurtje ligt heel onderaan.
Ruik er maar eens lekker aan
Ja. daar leg ondjer de zakdoekjes een
klein roodeu sachet ..Wat een fjjii geur
tje'" riep Erna opgetogen
.,0. k weet zeker dut het een cadeau
van moeder is
Vlugger dan gewoonlijk was Erna van
daag aangekleed en terwijl ze op au-
dcre dagen altijd de laatste was. die
beneden kwam. was ze nü een der eer
sten. iels dat Mies die boterhammen
sneed, deed vragen, of zij er misschien
zoo naar verlangde, weer in de klas
le zitten
Erna. heel blij met al die verrassingen,
wilde iels grappigs terug zeggen Doch
daar zag ze opeens weer een pakje naast
haar hord l\ggen Haastig greep ze het
"u maakte het ojien. „O, wat fijn' riep
ze weer „O. kijk toch eens. Mies' Een
vulpotlood 'O. en dat heb ik al zoo lang
ge wenscht'
Met liet doosje, waarin het potloód,
een echte ..ever-^harp' danste Erna om
de tafel Toen eerst bemerkte zjj pas
het briefje, dat bij liet pakje had gelegen-
t Was. bij het haastig opnemen geval
len en lenechl gekomen op een doos
bonbons, die ook al weer voör hóór
bestemd was
Neen Erna kon vandaag haar geluk
niet op' nalf-zingend las ze dan ook
hei briefje, dat bjj liet potlood behóór
de l Was van vader, dat zag ze (da
delijk. O. wat was hel toch een heerlijk
ke eerste schooldag' Ze kon bijna niet
ontbijten van geluk' Ze had vader en
moeder en de zusters cji zelfs Wim,
die ze eerst een ..flauwen plaaggeest"
had genoemd, wel tien keer bedankt.
Maar weer wachtte Erna een groote
verrassing' l Was toen vader tol haar
begon ..Kom. Erry, zit nu niet zoo lang
ie treuzelen' Kom oei wat vhis voortl
We wachten op je!
,.Hè? vroeg Erna verbaasd. „Waar
om wacht u op mij, vader?"
„Wel, omdat Jan en ik vóórd%t wij
weer naar hel kantoor tuTfen. jou eerst
met dc auto naar school willen brengen.
Wc willen je uitgeleide doeu op den
eersten schooldag na de vacanlie. be»
grijp je? legde vader haar uit.
En ook Jan zei lachende. „Als je naar
een koslschool zou gaan. dan zóuden
wij je toch ook niet de auto1 naad" den
hein brengen nietwaar? Verbeeld je
dus maar. dat de school de trein is
..Dan zal ik óók doen, alsof ik cclit in
een trein zit! beloofde Erna lachen-*