durende dc gehcele week zijn zij voor
ons in de weer geweest. zonder eon
woord van dank in ontvangst Ie willen
nemen. Nimmer zullen de Mid lelbuvg-
sche Padvinders hun opofferingen en gul
hartigheid vergeten. Laten wc hopen.
dat wij in de naaste toekomst dit alles
onze nieuwe vrienden^ met renle kunnen
terugbetalen.
Ingezonden Stukken.
IIEnilALINGS-OEFEMNGEX «Eu
INFANTERIE TE BREDA.
Eveuals zulks het vorig jaar geschied
de, is wederom een Commissie samenge
steld oui hen, die gedurende drie weken
in September ten einde deel te ne
men aan de herhalingsoefeningen uit
hun omgeving weg moeten, godin ende
de avonduren een aangename ca kosle-
looze afleidi ng tc bezorgen. Hiervoor zijn
ecliler krachten en geld noodig.
Wie van hen, die moeten op komen
wil zijn kameraden een of meer avonden
door (muziek, zang, voordracht of op
andere wijze cenige aangename oogen-
hlikken verschaffen?
Gaarne ontvingen wij - met hel oog
op het samenstellen van ten program
ma spoedig Uwe opgaven of Uw
gift
Bij voorbaat onzen dank, terwijl be
richt van ontvangst persoonlijk zal wor
den toegezonden.
Namens de Commissie,
J. G. VAN DER VEEN,
Kapitein 6 R. 1
Postrekening 46513, Breda
VERKOOPINGEN - VERPACHTINGEN
IN ZEELAND.
Augs.
14 Qoslkapelle, Veldvruchten,
Blaupot len date
15 Grijpskerke, Hofstede Loeff.
23 Middelburg, Iluizen Slruve
28 Veere, Huis enz., v d. Harst,
29 Souburgen/... Onr goederen, v. d,'Harst
16-30 Terneuzen, Hangars enz
Callenfels.
Sept.
Oostkapeile, Inspan, Blaupol ten Oate
MAP
„Ik wilde maar, dat Henk een vriend
je had", zei mevrouw van Lacr en zij
keek bezorgd door het raam den luin in,
waar zij JIcnk in een ruslehoze houding
voor een bloemperk zag staan.
,Dat wou ik met je", zei haar man.
„li/aar hei zal een loer zijn om er
een le vinden, vrouw! We kennen hier
haasi geen mensch I"
„Neen," zei mevrouw. Zij zuchtte eens.
Zij nacht aan Amsterdam, waar ze tot
vóór cenige weken hadden gewoond en
waar hel Henk aan vriendjes nooit ont
broken had. Nu, iu het kleine Gooische
dorpje, waafr zij zich ter wille van zijn
gezondheid gevestigd hadden, kon de
jongen dikwijls met een verveeld ge
zichtje bij haar komen en dan zeggen.
Is liter wel mooi, hè, moeder, maar
zoo prettig als «ir» Amsterdam toch met Ik
ben hier altijd zoo alLeen!"
Zij troostte hem dan maar met de
woorden, dal het over enkele maanden,
als hij naar de dorpsschool zou gaan,
wet veranderen zou.
„Heusch jongen zei ze dan, „je
zuil eens zien, je krijgt nog vriendjes
genoeg".
,.Ja, maar daar hel» ik nu toch niels
aan, moeder", was dan ongeduldig zijn
antwoord, „en dat duurt bijna twee
maanden nog".
Twee maanden' Henks moeder vond
dit zelf ook verschrikkelijk lang en op
den morgen, dat zij bovenstaande ver-
flichting legen haar man had geuity
nam zij zich voor, eens extra goed
haar oogen te zien. Misschien ontdekte
zij hier of daar wel een aardig kame
raadje voor Henk.
Dil gebeurde nog gauwer dan zij zelf
had gedacht, want luister maar.
Enkele dagen later, toen zij 's mid-
«ags voor een boodschap naar het dorp
Hnoest, liep op een kleinen afsland voor
haar uil een jongen, die zoo ongeveer
Henk's leeftijd had. De knaap slapie
er met de handen in de zakken en een
vroolijk deuntje fluitend dapper op los.
Zoo af en toe schopte hij eens een
Steentje voort.
Bij een zijweggetje bleef hij ecliler
plotseling slaan als zag hij iets, dat zijn
aandacht Irok en ja, dit scheen wel
zoo le zijn, want, onderwijl iels roepend,
wal niel le verstaan was, liep hij hel
f.egje op een drafje in. Toen hij na enr
kele oogenblilcken weer le voorschijjn
Jcwani, droeg hij een za'k op zijn rug
en strompelde er een oiid, gebrekkig
vrouwtje met moeite naast hem voort.
Mevrouw van laer had hel tweetal
spoedig bereikt en hooide duidelijk, hoe
hol oudje vroeg' „je wordl toch niel
moe, hè Jaap?" „Geen nood, hoor Teun
tje' zei dc jongen mei een lach. „Ik
'breng je hcclemaal naar huis. Die zak
is veet te zwaar voor jou,"
<,Een aardig ventje", dachl mevrouw
an l aer. Terwijl ze voorbij ging, lceck
ze even in hel prettige,, open jongens-
gezicht, dal naar haar toegekeerd werd.
Zo knikte eens vriendelijk en met een
verlegen glimlach nam Jaap zijn petje
af.
Weer op weg naar huis, zag zij den-
zelfden jongen opnieuw en plotseling
kroeg ze een invallende gedachte.
„Jaap'" riep zij zacht. De jongen kwam
verwonderd naderbij
tl,Jaap", zei mevrouw, „dal was daar
nel een mooie daad van je, hoor. Dat
oude vrouwtje zat je dankbaar zijn ge
weest1' Jaap 'lachic wat en kreeg een
kleur. Als een echte jongen vond hij
het vervelend om geprezen te worden
iels wat mevrouw van Laer met genoe
gen zag.
„Vertel me eens," ging ze verder
„,lccn je me wel?"
„Ja zeker, mevrouw", zei de jongen
vlug. ,,U bent de nieuwe mevrouw die
op „Zorgvliet" woont."
gjuisl, jongen, en nu moet je eens
hooren. Ik heb een zoontje, dat zich
erg verveelt Zou jij nu zoo af en toe
eens met hem willen spelen? Hel lijkt
me, daf je een aardig kameraadje voor
Henk zou zijn".
Het duizelde Jaap. Verbeeld je
dien mooien tuin, dien hij zoo dikwijls
vanuit de verte had bewonderd, daar
jou hij mogen komen. En dan nog wel
pra le spelen met liet zoontje van die
di'fligc mevrouw. Was dal niel bijna
le mooi?
„{Nu?" vroeg mevrouw van Laer, loen
zt niet dadelijk antwoord kreeg, „je
will mij dat genoegen toch wel doe»?"'
j,llcel graag, mevrouw", zei Jaap uil
d?ii grond van zijn hart en aarzelend
Mag het morgen dan al wel? Dan
Imt Zaterdag en hebben we geen schpol'
/.Afgesproken", lachte mevrouw. „Tot
morgen dus, Jaap. Ik zal het Henk vast
vertellen, boor'"
Den volgenden middag kloksLag Iwee
uir meldde Jaap-zich aan en liet bleek
'al gauw, dal "de beide jongens 'het uit
stekend met elkander konden vinden.
Mlhans 's avonds sloeg Henk de armen
om zijn moeders hals en zei. „ik ,heb
n prelligen middag gehad, mains:," en
aap zei bijna op heizelfde oogehblik.
TjUcnJc bevalt mij best cn mijnheer en
mevrouw zijn loch zulke aardige men-
srticu, moeder. Ileelomaal niet Lrotsch.
Ga Zaterdag er weer naar toe. Dat
heb ik vast beloofd'"
Hel duurde niet lang, of Henk en
uip waren twee trouwe kameraadjes,
dip je heel veel bij elkander zag. Jaaps
iendjes slond Öit lang niet aan, doch
als ze 't af en toe eens lieten blijken'y
Jaap telkens weer opnieuw, „helb
maar geduld. Henk komt bij ons op
acliool en jongensje zult zien, dan
wordt hij vast een vriendje van ons al
lemaal". Daar troostten zich de jongens
dar maar mee.
hens, 't was Cfp een Zaterdagmiddag
loen Jaap als gewoonlijk bij Ilenk in
den tuin aan liet spelen was, kivam
llenks moeder buiten met de woorden
„jongens. Vil je er aan denken, dal
je van middag niel in bet schuurtje (komt
Ik heb er een schaal met eieren neer
gezet, die voor een ziek vrouwtje zijn
bestemd en ik zont niet graag willen
dal je me die ondersteboven liep".
t;Gocd, moeder," zei Henk en ook
aap beloofde het.
Of 't aan de warmte lag, ze wisten 'l
feitelijk zelf niel goed, maar het spelen
wiide dien middag niet als anders gaan.
Wat ze ook begonnen, het verveelde
direct,. Ten einde raad zei Jaap op eens
„Zal ik me eens verstoppen jó, zoodat
je me nergens vinden kunt?"'
,Dat zal je niel gelukken," lachte
Henk, „ik vind je overal."
„Nou," snoefde Jaap, „zeg dat maar
niel le hard. k Weet heusch plekjes ge
noeg, w aar 'k me wel zóó verbergen kan.
dal je me vast niel ontdekt!
„Wedden!' zei Henk,.
Ilij ging met zijn gezicht tegen hel
tuinhek slaan en Jaap sloop op zijn
teenen weg.
waar nu heengaan?" dachl hij
zoekend rondziend. Ha, hel schuurtje!
en dan achter die groote tobbe due er
altijd stond. Dan vond Henlc hem nooit.
Hij dacht op dat moment gebn oogenblik
aan hetgeen hij bad beloofd, maar loen
hij 't schuurtje binnen wide sluipen en
daar de scliaal met eieren zag staan,
schoot hel hem weer tc binnen en trad
hij haastig terug. Dat was ook zoo! Zich
t schuurtje verstoppen, mocht hij
immers niet!
Jammer, 't was anders zoo'n fijn
plaatsje geweest!
Jaap bleef besluiteloos staan.
„Toe", zei een stemmetje diep in zijn
hart, „loe, wees loch wijs! Wat zal '1 nu
hinderen, of je langs die eieren loopt
Daar breken ze niel van en bovendien.,
mevrouw ziel 't immers niet!"
Hoe jammert Jaap gaf aan dat stem
metje gehoor!
Ilij ging bel schuurljc in en kroop op
hel bewuste plaatsje weg, zich verkneu
kelend, dal Henk hein stellig niet ontdek
ken zou. Duidelijk hoorde hij, lioe Henk
na een oogenblik in alle richtingen liep le
zoeken en hij had een plezier!
Daar kwamen Henks slappen plolselin;
angstig dicht in zijn buurt
Zou hij toch Jaap hield zijn adem
in. Neen, gelukkig! Ilenk liep de schuur
oorbij! Nog even wachten cn hem dan
afkloppen, besloot Jaap. Toen Henk naar
iijn gedachte ver genoog verdwenen was.
loog hij overind. In de haast zijn
vriendje te verrassen, dacht hij nergens
om en... paf! daar lag liij languil opt den
grond, maar wat oneindig Veel erger
was, hij had de schaal niet eieren om
getrapt en... bijna alle waren stuk
Ilenk, die hel lawaai gehoord had
snelde naderbij
„0 Jaap'!' was zijn verschrikte uil-
roep „Jaap, wat nu? I En we mochten
hier immers niel komen, had moeder ge
zegd! i
Jaap zei de eerste oogenblilcken niets.
Ilij staarde maar naar den grond en
dacht, lioe boos mevrouw wel wezen
zou! Hij zou natuurlijk wel voor altijd
worden weggejaagd. Plots kreeg hij een
idee.
„We hoeven 't niet te zeggen, Henk",
begon hij haperend,- „Niemand heeft liet
gezien en... de tuinman heeft hier ook ge-
loopen cn Bertlia, jullie meisje!
Verbluft keek Henk hem even aan- Hij
had die woorden niet van Jaap verwacht,
maar bang voor de straf, die er voor zijn
vriendje op zou zitten, ging hij er gretig
op in.
„Kom dan maar gauw", zei hij haastig.
„Dan gaan we heeieinaai aan den an
deren kant van den tuin en weten van
niets
De beide jongens slopen weg, inai
spelen deden ze niet mieerl Ze konden
aan niets anders denken dan aan het
schuurtje en hoe het afloopen zou.
„Ilenk en Jaap!" klonk plotseling me-
vrouws slem. „Komen jullie eens liierl"
„Daar heb je t!" zei Henk,.
Ze kwamen naderbij en zagen me
vrouw en Bertha met verslagen gezich
ten bij het schuurtje slaan-
„Weten jullie hiervan, jongens?" vroeg
mevrouw streng cn ze wees naar den
grond Het was een oogenblik heel stil.
anl geen van tweeën gaf antwoord op
h£\ar vraag.
Dan deed Jaap plotseling een stap naar
voien en zei moedig „Ja, mevrouw! 't Is
allemaal mijn schuld- Ik had me in het
schuurtje verstopt en heb de schaal toen
omgegooid."
Mevrouw van Laer was werkelijk heel
boos.
„D.an ben je biet alleen .ongehoor
zaam geweest, maar je hebt ook een
belofte verbroken", zei Ze diep veront
waardigd, „en dat is wel het ergste
wal een jongen doen kan!"
,Ga naar huis, Jaap, ik wil je dil nog
zeggen, dat je me leelijk tegengevallen
bent."
Met gebogen hoofd en tranen in de
oogen verliet Jaap den tuin.
„Je Jiebt je belofte verbroken en dal
is hel ergste wat een jongen doen kan!"
Deze woorden bleven hem voortdurend
iu zijn gedachten, lieten hem niet los.
Thuis trof hij gelukkig niemand aan.
Zijn vader was nog op het werk en moe-
Ster, die voor anderen naaide, was zeker
naar hel dorp! Ilij viel op een stoel bij
de tafel neer, waar hij zijn gezicht in
zijn handen verborg. Hoe lang hij daar
gezeten had, wist hij zelf niet, maai
bij schrok op, toen er legen hel
werd getikt. Henk slond er en hij riep
,Jaap, moeder vraagt of je nog even
komen will?"
Jaap, ofschoon hij 't graag gewild had,
durfde niel weigeren! Met loome schre
den ging hij met zijn vriendje mee. llii
durfde ook niet vragen waarvoor hel
was en Henk zei riielS
Toen hij bij mevrouw in de kamer
trad, onldëkle hij lol zijn grooten schrik
ook mijnheer, die in de krant zal te
lezen.
Verbeeldde hij liet zich, of zag me
vrouw hem niet 'meer zoo veronlwaai-
digd aan? Ja, 't leek hem, of hij zells
een goedkeuring in haar oogen las.
Mijnheer slond op en kwam hem tege
moet.
„Jaap," zei hij „jongen, geef me
hand. Ilenk heeft ons alles verleid. Ook
van je groole verzoeking om de schuld
van je af te wentelen en dal j« daaraan
niel hebt toegegeven, hi|Gt bezweken bent.
zie je, daarvoor heb je een flinken hand
druk verdiend.
Onthoud het, kerel, wat je dunkl me
al zoo goed begrepen hebt, dat waarhein
boven alles gaat! Geef mevrouw nu odk
een hand. Die wil je ongehoorzaam
heid vergelen, Jaap!"
Met een kleur van blijdschap had dc
jongen toegehoord- Wat ging het alilcs
anders dan bij had gedacht en wat voel
de hij zich verlicht, toen hij dien mid
dag voor de tweede maal naar huis ging.
Toen hij 's avonds in zijn bed alles nog
eens goed overdacht, herinnerde hij zich
■oo k weer de woorden van me-,
rouw, die bij zijn heengaan had gezegd
„Blijf altijd Iienks vriendje, Jaap! Je
bent een kleine kameraad, op wien hij
lrotsch kan wezen!"
Jaap glimlachte en viel in slaap.
R. WINKEL.
Voor ój Kiefntjss.
HET NIEUWE POESJE.
Aardig Loesje
Kreeg een poesje,
Heel'maal zwart als ,gitl
't Lint alleen was wit!
Aardig Loesje
Brengt haar poesje
'n Pan vol lekk're pap
Poesje eet geeti hap tl
Want dat eten,
"Moet je weten,
Is een beetje lcoud'
Poesje is wal fitout,
Bovendien is Poesje zeer verwend
Enkel warme pap heeft zij gekend.
IIETTY BOREL
Raadselhoekje.
Oplossingen der raadsels uit 't
vorige nummer
Voer graoteren.
1. Schiermonnikoog. Koos, monnik, gier,
schim, koningin.
M Magdalena.
rad
t ij g e r
a a r (J b e i
Magdalena
Zeeland
breuk
ons
i. Zeven, burg, en; Zevenburgen
4. Jan weet niet, wie de fiels gestolen
heeft.
Onze poes 1 an in haar nieuwe omge
ving nog niet wennen).
Je moet hem zijn avonturen hoorcii
vertellen
Ik wis gaarne naar je luisteren.
Maar dan moet je even geduld hebben.
Laat Leentje maar eens even moeten
of 't buiten koud ia-
Wie niet hooien wil', moei vor lon.
Voor kic-lneren.
1. Zwam, mer (el), dam; Zwam.ner-
dam.
2. Met de letter D.
3. De jongen probeerde de w esp eehi
1e vangen, maar zij was hem te vlV.g.
(Specht). -
Hoe lang, Ahs, moet ik n,qgf o,p je (wach
ten? tgans).
Tante gaat u niec? Uw auto wacht al
op u. tmeeiffiv).
Is de weg door het parl< iels korter
f (parkiet.)
De lama rende over het grasveld,
arendj
4. Hart, hert, Bert.
Cm op te lossen.
Voor grootsren
1. Mijn eerste noemt een windstreek,
mijn tweede gebruikt men, als het
koud is om- zich in te kleeden or onder
te kruipen, mijn derde is een lidwoord
en mijn geheel ligt in Drente.
2. Neem van elk der onderstaande
woorden één letter, voeg die in de
zelfde volgorde samen en je krijgt een
plaats in Friesland.
Lag Rover, op uw wandelstok?
3. Ik ben een bekend spreekwoord, dat
met 5 woorden of 30 letters gesehre"
ven wordt.
4, 26, 30, 19, 23, 27 is een stad in
Engeland.
Een 24, 29, 3, 9 is |een viervoetig dier.
Een 21, 20, 21, 9, 6, 11' is een voor
werp, dal zoowel in den luin als in de
kamer gebruikt wordt,.
I, 2, 8, 8, 5 is een metaak}
Een 7, 10, 12, 22 is een insect;.
II, 26, 18, 28 is iets,'wat geen hoeken
heeft.
Een 15, 14, 17,'25 is een verscheurend
dier.
13, 6, 3, 30 is een jongensnaam.1.
Een 16, 8, 1 is een rond voorwerp.
4. Ik ben een bloeiende struiik,' ont
hoofdt men mij, dan word ik een slad
in België Onthoofdt men mij nog eens,
dan word ik een bewoner van een
koninklijk in Europa.
Voor kleineren.
1 Welk Nederlandsch eiland kun je
maken van
A D A ,11 NEL.
2. Ik ben eeri jongen; keert mou ni'fj
om, dan wordl ik een vrucht.
3. Verborgen groenten.
Had hel aapje, Jocko, Olga's muls ge
pakt?
Heeft Anton van der Hope u lentelie
deren voorgezongen?
Henk, Nol, Lena en Annie kwamen te
Iaat op school.
Zijn er apen op de kermis geweest?
4. Ik ben een gelat, snaar als je mij imijri
kop en inijn staart afneemt, blijft er
een rivier over, die door ons land
stroomt.