IlifiÉ! Sural
TWEEDE BLAD
VAN DB
VAK
Zaterdag 7 Juli 1928 Nc 159
BINNENLAND
VOOR DE VROUWEN
EEN INTERVIEW.
In het maken van een afspraak, liet
honden van een belofte, het nakomen
van een aangekondigd plan, schuilt het
Bezwaarlijke, speciaal voor den impul-
sieven memsch die de zwierende bewe
gelijke lijn liever volgt, dan den strak
gespannen draad, met andere woorden
die het zonder almanak en vast omschre
ven dagtaak moeilijk kan stellen, al ver
beeldt hij zich wellicht het tegendeel.
Er zijn meinschen, zoowel mannen als
vrouwen die op de meest uiteenloopen-
de uren van dag en nacht werken,
slapen en eten; de gestadig voortschrij
dende ldolckewijzers, noch de waarschu
wende stem des Langen Jan's zijn hun
een rem of aansporing, nauwelijks de
onwrikbare dienstregeling van trein, tram
of autobus. Dezulken plegen veel over
vrijheid te denken en te spreken; zij ge
voelen zich levensartiesten bij uitne
mendheid, zij veroordeelen dwang en
banden, als benepen-burgerlijk en zij ver
geten dat zij hun medemenschen „uren,
dagen, maanden, jaren" laten wachten
en dat hun tempo, wisselend lusschen
dat der slak en het vliegende hert,
physieke en psychische slijtage, meer
dan normaal bedoeld, meebrengt.
Na deze schoone orakeltaal is het
zonneklaar, dat wat veertien dagen ge
leden werd beloofd, moet worden inge
lost. Misschien herinnert zictï niemand
meer waarover het ging, maai* daarop te
speculeeren is even gewaagd, als triom
fantelijk, edoch scheef gehakt le gaan
fietsen, daar dan vast en zeker een
schoenmaker critïseerend volgt.
't Avondje is dus gepasseerd bij een
blauw-tongig, dankbaar stemmend gas
haardje op den langsten dag des jaars,
waarvan we gewend zijn onlogisch doch
optimistisch als zomer le spreken, hoe
wel een Eskimo zïcli de winterlraa» niet
zou afwassehen. Neen, van dat avondje
is weinig te vertellen, hel malerieele ver
loop was naar beproefd, oud-Hollandsch
recept: tus&hën acht uur en half tien,
twee a drie kopjes thee, geflankeerd
met drie Drosteflikken of drie even on
schuldige chocolade krakelingen van va
nille aroma doorgeurd; van half tien
tot elf uur, een glas rooden wijn, even
tueel koud of warm, of koningsgezinde
Ranja met een nuffig rietje deze
dranken begeleid door een in mesdunuc
plakken gesneden botercake of roze
schuimpjes en zoute palmiers voor de
meneeren Er is veel voor te zeggen,
om ereis fantastische spijzen en dranken
op te disschen, daar toch wel duidelijk
bewezen werd hoe kracht en lenigheid
des geestes en streeling van oog en
smaak, ten nauwste verband houden (De
fonkelende aardbeien of perzikenbowl
lichtend door zeegroene kristallen kel
ken, als voorbeeld 1) Wie kan iiph voor
stellen een dichtend poëet, bezingend
maan en sterren, intusschen verorbe
rend spekpannekoeken of gort met ro
zijnen daarna is wat anders! Ik ken
iemand die rammelt van den honger
als het .Mengelbergorchest of een Paul
Wegener-crealic hem den gcheelen avond
in gespannen vervoering brachteen
gezonde reactie. Het Boheemsch strijk
kwartet is dol op Geldcrsche rookworst
gelukkig! Menschen, die
fijne bonbons in hun kast vergeten, die
op hun jaardag in Juli nog caramels
of borstplaat van St. Nicolaas overhiel
den, z»u je door elkaar willen schud
den of bestelen, nit nijd op hun gees
telijk hoog peil. Het avondje slaagde
intusschen perfect cr was geen al
coholische- of radioprikkel noodig om
de oogen le doen glanzen en de gees
ten licht en vindingrijk te maken De
gêne die de aanwezigheid van een hoog
begaafde, meebrengt, sublimeerde tot
geestrijkheid, onder de charme van haar
eenvoudige lieftalligheid, waaronder een
gespannen aandacht intuïtief begrepen
werd. Helaas, uit het bekoorlijk soi-
reetje vloeide voort de toestemming tot
een interview en na dat eerst toegejuich
te, dankbaar aanvaarde moment, was
hartbonzing en benauwenis het lot van
hem die zich vermetel als ondervrager
had uitgeroepen en wèl wist dat „Be-
scheidenheit eine Zier" is, maai* nog niet
goed leerde „ohne Ihr weiter" te komen
Daar stond hij dan op' «een zon
overgoten achternamiddag op de bewus
te stoep, waar achter het zwijgende,
hooghartige huis, daar stond hij met
niéuwe handschoenen aan, met glan
zend gepoetste molières, met een Libev-
tydas wonderwel in harmonie t'usschcn
de revers van een modern-grijzig zoineij-
pak, mol een puntig geslepen potlood
je en opschrijfboekje in zijn zak, maar
voor alles met een kleinmoedig hart en
<e»n haast schuldig gevoel Wie gaf
hem het rechl een fijn besnaard mede-
mensch uit le hoeren, haar opvattingen
te ontfutselen als een zakkenroller een
mooi geërfd horloge haar in eigen
veilig huis aan te vallen als een struik-
roover?? Er is een zeer voortvarende
mevrouw die interviewt er lustig en
sportief op los, speciaal Professorsi
worden haai* prooi en daarna volgt publi
catie, veelal in ,,de Groene." Het is
bewonderenswaardig en vermetel.-
De grootste, fijnste geest die in onzen
lijd leefde. Professor Lorenlz berichtte)
eens dat hij voor een interview ongïv-
scliikt was hij hhd .geen dagtaak, hdd
niets bijzonders mee te deelen en de
journalist groette diep, heel diep en
vertrok blozend, maar rijker en stiller
geworden in zijn onrustig hart
Eu zoo werd dit interview gèèn inter
view, geen vorschend vragen en uit«
wijkend mededeelen, hel werd en wel
zeer bijzonder uur in een wel zeer bij
zondere sfeer, waar oen fijne schroom
waarde over de oude dingen, waarvan
werd gehouden, zo«odat zij daar als le
vend en denkend om hiidr stonden, die
blond en teer weggedoken in pretentie-
looze zijden sjawl, glinsterende gesprek-
draden weefde van zeer bijzondere beko
ring die het cotbertmeneertje opvoerde
boven zijn geestelijken stand, zonder dat
hij het bemerkte.
Hij vergat zijn ontevreden wachtend
potloodje, hij praatte niet mooi-litterair,
hij keek zoo maar eens rond en <lan
weer verlegen-verblijd naar haar die zoo
heel rustig in haar hoekje genesteld
was, de kleine voeten in zacht-Ieeren
schoentjes, afgelijnd met een bontrandje
en vragen stellenvergat hij heele-
maal.
Dan mocht hij den kleinen ingesloten
tuin zien. waar zij werkte en zij wees
een bevend goudenregenboompje aan.
dat zich boog over een witte bank
en dan waren er ook fluweelige violen,
die hun gezichtjes allien in één richting,
naar den zon keerden en hij begreep zoo.
zonder dat erover gesproken werd, dal
zij ook veèl zon behoefde en net Xoorden
niet haar land kon zijn, maar wel,hel
aangebeden Amsterdam en dc veiligheid
van zonoverstraalde. sIilJe grachten
Hij kreeg twee kopjes thee en aldoor
wilde hij gaan zeggen - ,,wat genoot ik
van Uw boeken maar hij sprak er
niét van En dan deed een vriende
lijke hand de zware voordeur open. oen
glimlach en een tol „weerziens wuifde
over zijn hoofd en meneer de inter-;
viewer wandelde de oude hoven weer
af, keek nog even om naar het
veilig gesloten huis waar mevrouw Inu
Boudier woonde en werkte en dan zei
een nijdige slem Ezel,', is dól nu
interviewenl)at was de stem van zijn
potloodje en hij antwoordde „Laten we
maar eens naar een professor in dc
chemie gaan
VEREENIGING
„ZIEKENVERPLEGING OP
WALCHEREN'.
Nu dezer dagen te Middlelburg huis
aan huis circulaires zijn bezorgd met
opwekking zich als lid, van bovenstaan
de, zoo nuttige, vereeniging op te geven,
is aan het licht gekomen, dat nog niet
ieder den inhoud van dije circulaire ge
heel goed begrijpt en wij verleenen dan
ook gaarne plaats aan het schrijven van
den heer L. Onderdijk. secretaris van dp
vereeniging luidende
Er blijkl mij, dat bij menigeen de opt*
vatting heerscht dat, omdat geen hoogere
vergoeding per dag is vastgesteld dan
F 3.75, den 3en klasse verpleegpprijs te
Middelburg, zij die bij cventueole opname
in hel ziekenhuis 3e of le klasse ven
pfèegd willen worden, geen lid kunnen
gorden van de Vereeniging Ziekenjiuisi-
verpleging.
Deze opvatting is ten eenenmale on
juist.
Zij, die bij opname le of 3e klasse
willen worden verpleegd slaat dit voU
komen vrij. Zij hebben dan echter zelf
bij te betalen wat dit meer kost dai*
f3 75 per dag.
Vandaar dan ook, dat wij in onze cir
culaire schreven ,dat we uit aTle
kringen der samelu Ievi ng de le
den verwachten.
Door de betrekkelijk geringe contribu
tie is het mogelijk!, dat bijna ieder lid
kan worden ,maar ecm massaal toetreden
als lid moet dan ook de vereeniging in
staat stellen aan hare verplichtingen te
voldoen.
Vooral Je leden der Ziekenfondsen
zijn, wanneer ze zich ook bij deze Veo-
eeuiging aansluiten vrijwel gedekt tegen
alle groote financicele gevolgen van zie-
kenhuisbehandeling en verpleging
Dus nog eens Allen kunnen lid won
den van de Vereeniging Ziekenhuisvei*-
pleging op Walcheren, zelfs zal later won
den overwogeri of het mogelijk is, zij
die le of 2c klasse verpleging wen-schen
daartoe in slaat le stellen door betaling
van hoogere contributie, zoodat dapper
dag het le of 2c klasse tarief geheel
kan worden vergoed
(Ingez. Med.)
Voor hel platteland zal laten' worden
overwogen of het mogelijk is door beta
ling van een hoogere contributie de ope
ratiekosten te vergoeden
Dit is echter voorloopig nog toekomst
muziek.
Eerst dient de Vereeniging sterk ge
maakt voor het nu omschreven doel.
Ook werd mij gevraagd of men, waa
neer men beter gesitueerd is, niet vrijwil^
lig oen hoogere contributie mag betalen,
omdat men voor zich het bedrag der cont-
tribulie vrij laag vindt tegenover de vooiV
deekn die er tegenover staan; eenzich
zelf opgelegde progressieve contributie
dus.
Wij merkten boven reeds op .dat met
de vaststelling der contributie er op is
gerekend, dat de Vereeniging binnen be
trekkelijk korten tijd; duizenden Led^ent
gaal tellen. Wordt deze verwachting niet
beschaamd dan kan ook toet de vastgefc
stelde contributie naar menschelijke bef
pekening de vereeniging ten volle aan haj
re verplichtingen voldoen.
Het is o i. liet meest juiste ,dat ieder
lid dezelfde rechten on plichten heeft
Dit sluit echter niet uit, dat zij, die d|e
Vereeniging willen steunen vooral de
oprichting en organisatie ervan kost haat-
denvol gold - d|it kunnen doen. Onze
statuten voorzien hierin daar naast de
inkomsten uil contriibutio's ook genoemd
worden schenkingen en toevallige baten.
Onder dezen vorm wordll steun dus gaar
ne aanvaard. Zij, die dus het oprichten
dezer Vereeniging met sympathie hebben
begroet en daaraan uiling widen geven
op bovenomschreven wijze weten den
weg.
KERKNIEUWS
Heden herdenkt dc oudste djerllaag-
sche Xed Herv predikanten, dr. F v.
Ghecl Gilde meester den dag, dal hij vóór
50 jaar te Wlilhclminadorp het
predikambt aanvaardde Dr Gilde meester
zal Zondagmorgen in de morgengods-
dienstoefeniug in de Groote Kerk eon ge-
dachtenispredikatie houden
Te Zwijndrechl hebben naar de
Stand meldt, verschillende leden der
Ger. Kerk ,bij hun kerkeraad een klacht
^rXINDERBLADÜ
VAN DE QS
/\IDDELBVf\Ca=,E
COV-TWHANT.
De Gevolgen van
Klimpartij
sen
door
O. E. DE LILLE HOGER WAARD
„Bang"! zei de deur en de tweelin
gen die als er op school een 'cijfer ge
geven werd voor ondeugende streken,
zeker niet minder dan 5 plus (5 was
het hoogste!) verdienden, rammelden le
vergeefs aan den deurknop. Maai* lioe
zij ook rukten, draaiden en op de deur
bonsden, deze was dicht en bleef dicht!
„Ook wat moois! Ze heeft ons opge
sloten!" riep Frank verontwaardigd uit.
„Bah! Wat flauw!" luidde hel oordeel
van Nol.
„Juf was woedend! begon Frank weer.
„En wij z ij n woedend, dat is nog
veel erger!" vond Nol.
„Mopperen helpt niet!" zei Frank, die
nogal practisdh uilgevallen was. „Lafen
we liever een middel bedenken om er
uit te komen 1"
„Door 'traam!" viel zyn tweelingbroer
tje hem bij.
Frank en Nol Lange holden nu naar
het raam, dat ze gemakkelijk konden op
schuiven.
„Als alles zóó gemakkelijk ging
mompelde Frank.
„Zaten wc hier niet opgesloten!'1
maakte Nol, die altijd wonderlijk goed
de gedachten van zijn broertje raadde,
den zin af.
Nu was het voor de jongens een
klein kunstje uit liet raam te Jdimmen
op het platje, dat langs de speelkamer
liep. Als katten, zoo vlug en behendig,
werkten zij zich op het iets hooger
gelegen plat der buren. Nog een paar
huizen verder liepen ze en bereikten
nu een plat, dat al heel breed was en.
waar ze besloten wat te gaan zitten.
Ze behoefden niet bang te zijn, dal
Juf hen daar overvallen zou. De ge
dachte, alleen al maakte, dat Nol het
plotseling uitproestte en niet nalaten kon
tegen zijn broertje le zeggen:
„Verhaald je, dal Juf ons hier eens
zocht!"
Frank schaterde het uit en v<
er aan toe
„Ik zie dikke Juf zich al viit het raam
worstelen. Als ze 't deed, zon ze toch
nooit over de platten dju»*veu loopent"
„Juf is topzwaar!" beweerde Nol
„Dus zou ze net als een duikelaartje
naai* beneden duikelen!" zei. Frank.
„Ze zal 't wel niet probeeren," meen
de Nol en ook Frank vond dil een ge
ruststellende gedachte.
Plotseling begon het echler le re
genen. Een groote druppel viel juist
op het puntje van Frank's neus, zoo
dat hij uitriep:
„Het regent, het zegent!"
„Dat is niet erg!" vond Nol. jVoor
'n nat pak zijn we niet bang, daar zijn
we op geabonneerd cn smelten zullen
we niet."
,,'tls juist wel leuk!" luidde het oor
deel van Frank.
Maar de regen, die eerst zoo leuk
gevonden wex'd door de jongens, begon
steeds harder te vallen, zoodat de beide
bengels die natuurlijk geen jas aange
trokken of een pet opgezet hadden, vóór
zij hun klimpartij ondernamen, danig nat
werden.
,,'f Druipt al uit je blouse!" riep Nol
plotseling uit.
En uit jouw haar!" ketste Frank
terug.
„We kunnen ons hier niet eens droog
en warm loopent" vond Nol, die zat
te klappertanden.
„Dan maar naar huis!" stelde Frank
voor. „In de speelkamer is het ten
minste droog."
En bijna nog vlugger dan de jongens
uit hun gevangenis onsnapt waren, keer
den zij er weer naar terug. Daar was
hun raam al!
,,'tls dicht. Wie zou dat gedaan heb
ben?" riep Nol op eens verbaasd uit.
„We kunnen het aan de buitenkant
gemakkelijk opschuiven," zei Frank.
Maar hoe de jongens ook probeerden
het raam open te krijgen, zij moesten op
dien vrijen Woensdagmiddag voor den
tweeden keer ondervinden, dat een raam
of een deur hun leelijk de vrijheid be
nemen kon.
„Zeker dicht gedaan voor den regent'
meende Nol.
„Nogal stom van Juf, dat ze ons niet
gemist heeft in de kamer'" vond Frank.
,,'l Kan ook best Geertje geweest zijn
die t raam geesloleu en de pin er op
gedaan heeft Z is altijd zoo bang voor
inbrekers!" zei Nol verontwaardigd
Zal natuurlijk weer een streek van Geer
tje zijn"
„En wij zitten er maar meel 'kZai aan
iedereen vertellen, hoe bang ze is!" riep
Frauk boos uit
Wat waren de jongens kwaadI Maar zo
vergaten heelemaal. dat als zij niet
telkens \an hun huiswerk weg en dc
kamer uitgeloopen waven. Juf niet ten
einde raad geweest zou zijin en hen
natuurlijk niet opgesloten zou hebben
Van het ééne kwamen zij in het an
dere Dat zouden zij dien raiddag on
dervinden
„Eerst mochten we er niet uit en
nou mogen we er niet in. 'I Leven is
vol afwisseling, zei Nol wijsgeerig[
„Misschien kunnen we wel ergens an
ders door een raam naar binnen komen,"
begon Frank weer. „Als dat van de
buren niet openstaat, kunnen we 'l mis
schien openschuiven, door dat huis loo-
pen en bij ons door de onderdeur naar
binnen gaan Als we dan boven komen,
draaien wij de deur van de speelkamer
van 'tslol af en veroveren we op die
manier ons eigen gebied."
„Juf uioest een boodschap doen, hee-
lemaal naar dc Vaart en is d,us stellig
nog niet terug,zei Nol en hij schaterde
hel plotseling uit van de pret bij het
vooruitzicht, dal ze hoej rustig in de
speelkamer zouden zitten ijverig be
zig met hun huiswerk als twee model-
jongens niet de deur wijd open om
Jufs verbaasde gezicht goed le kunnen
zien, als zij bovenkwam met het plan
hen te bevrijden, doch de deur wijd
open vond.
,'n Pracht-mopvond Frank, „en na
tuurlijk wordt Geertje aan een streng
verhoor onderworpen en ge'ooft Juf haar
niet als zij bij hoog cn laag beweert,
dat wij niet in de kamer waren, toen zij
het raam sloot en de deujr daarom maar
niet weer op slot heeft gedaan.
,,'n Reuze-fijne middag!" luidde het
oordeel van Nol en natuurlijk was Frank
het hiermede geheel eens.
IntUsschen hadden de jongens één
der ramen bij de buren, dat gelukkig
niet door een bange Geertje, Leenlje.
Rika of Marie op de pin gedaan was,
opengeschoven en klauterden zij naar
binnen tot groolc verbazing van een
anderen jongen, die daar in bed lag ei\
de overrompeling een welkome afleiding
vond, vooral, toen liij zag, dat Frank
en N'ol Lange de indringers waren. Dat
kon leuk worden!
En de tweelingen, die van plan wa
ren geweest op een holletje naar be
neden le loopen en Ui|Uis ijverig le gaan
leeren, vergaten voor den zooveelslen
keer in hun leven hun goede voorne
mens en bleven spelen bij hun buur-
maïi Jan Kolf die waterpokken had,
iets wat zij echter niet wisten.
Dat het bij dit spelen Jan Kolf
voelde zich gelukkig heelemaal niet ziek
zachtzinnig toegiug, zal wel niemand
veronderstellen t Werd een kussenge
vecht op leven en dood. totdat plotse
ling Jan s Moeder in de geopende deur
verscheen en met strenge stem vroeg,
wat dit alles te beteekenen had
Daar stonden de beide indringers met
beteuterde gezichten, maai* ze kwamen
altijd eerlijk uit voor de waarheid, over
tuigd als ze waren, dat je met jokken of
de waarheid verzwijgen de dingen maar
erger maakte
Elkaar aanvullend, deden zij nu het
heele verhaal, en toen mevrouw Kolf
alles gehoord had, zei zij
„Ga nu maar heel gauw naar huis,
jongens, want jullie zijn kletsnat Droog
je flink af en trek0 andere kleercn aan
Je zou best ziek kunnen worden van
zoo'n avontuur, te meer daar Jan wa
terpokken heeft en die besmettelijk zijn
.Mevrouw Kolf hield de deur al open
voor de jongens en deze blij, dat ze
er althans hier zoo gemakkelijk afkwa
men, maakten zich haastig uit de voe
len en waren weldra in hun eigen huis
aaugeland, waar Geertje druk aan het
werk was en hen niet hoorde. Vader en
Moeder waren uit en Juf was ook nog
niet terug.
De jongens volgden den raad van
mevrouw Kolf op en zaten weldra in
droge kleeren hun huiswerk te maken
Zoo vond Juf hen De deur liad;-
den zij toch maar met opengelaten om
Jufs verbaasde gezicht te zien. Het ge
wicht van him schuld drukte hen te
zwaar. Als ze ook eens waterpokken
kregen en dat juist n u, vlak voor cfe
Paaschvacanlie, die ze met Vader en
Moeder bij familie in den Haag zouden
doorbrengen, terwijl Juf vrij kreeg 't
Zou niet ongelukkiger kunnen treffen!
En het tref werkelijk zoo, want toen
het een paar dagen latei* vacantie was,
lagen Frank en Nol met waterpokken
in 'bed. Hot lioele, prettige plan voor
de Paaschvacanlie kon nu niet door
gaan en de jongens wilden maar, dat
zij nooit op het denkbeeld van die on-
ge'ukkigc klimpartij waven gekomen
Zij beloofden Juf, die heelemaal niet
boos was, omdat haar vrije dagen er
bij inschoten en die ben met met veel ge
duld verpleegde, dat zij nooit meer zoo'n
ondeugende streek zouden uithalen.
Ze hadden er werkelijk meer dan
genoeg van.
FREDERIK DE GROOTE EN
ZIJN PAGE.
De bekende Frederik de Groote, Ko
ning van Pruisen, was niet altijd ge
makkelijk in den omgang en \le lieden uit
zijn omgeving hadden dikwijls lieel wat
te lijden van zijn opvliegend karakter,
al stond daar dan ook tegenover, dat
•hij een gouden hart bezat en niets lie
ver deed dan geluk en welvaart ver
spreiden onder degenen die zijn ver
trouwen waard bleken te zijn.
Op een mooien zomermiddag, terwijl
hij in Sans-Souci zijn geliefd paleis, ver
toefde, schelde bij den dienstdoende^
page om hem het een oT ander op te
dragen
Na verscheiden maleu tevergeefs aan
hel schellekoord getrokken te hebben,
ging hij eens kijken ou vond den page
in een stoel zitten slapen Ilij was op
het punt den jongen wakker te schud
den, toen zijn blik plotseling viel op
een dubbelgevouwen papier, dat een
eind uit zijn zak stak. Hij haalde het er
behoedzaam uit en ging er mee naar
zijn kamer om het daar te lezen. Het
was een brief van de moeder van den
page, een weduwe, en zij bedankte haar
zoon voor het regelmatig zenden van
zijn salaris, dal zij gebruikte voor do
opvoeding van haai* twee andere, nog
jonge kinderen
Frederik de Groote nam nu een rol
goud uit zijn secretaire, wikkelde die
in den brief en stopte hel geheel weer
voorzichtig in den zak van den page,
die nog altijd sliep
Daarna ging hij weer naai* zijn kamer
terug cn schelde opnieuw, dlimaal ech
ter zóó hard, dat de arme jongen plotse
ling wakker schrikte en niet een ont
daan gezicht bij zijn meester binnen
kwam kwam.
„Je hebt wel lang op je laten wach
ten zei de koning op een toon, alsof
hij heel boos was.
j „Sire, vergeef het mij! Haastte de
page zich te zeggen. „Ik geloof, dat
ik een oogeublki ingeslapen was en.
Plotseling hield hij op mei spreken,
tastte in zijn zak, die hem opeens onge
woon zwaai* voorkwam, haalde er een
rol goud uit een werd zoo wit als een
doek.
„Wat heb je?" vroeg Frederik de
Groote, die deed, alsof hij hoogst ver
baasd was.
„Oh, Sire!" antwoordde dc page nu
op fluisterenden toon Iemand heeft mij
stellig in het verderf willen storten en
mij in Uw oogen voor een dief laten
doorgaan Ik vind daar in mijn zak
iels van waarde, dat er niet in hoort
en mijn eigendom niet is
„Wees gerust, beste jongen'', zei de
vorst nu vroolijk „Weet je dan niet,
dat het fortuin altijd in den slaap tot
ons komt? Die rel goud is werkelijk de
jouwe Stuur haar aan je moeder, die
ik gelukwensch niet het bezit van zoo'n
goedèn zoon en zeg haar tevens, dat ik
van af dezen dag een pensioen op haar
naam vaststel en voor de toekomst
van haar kinderen zorgen zat