IlifiÉ! Sural TWEEDE BLAD VAN DB VAK Zaterdag 7 Juli 1928 Nc 159 BINNENLAND VOOR DE VROUWEN EEN INTERVIEW. In het maken van een afspraak, liet honden van een belofte, het nakomen van een aangekondigd plan, schuilt het Bezwaarlijke, speciaal voor den impul- sieven memsch die de zwierende bewe gelijke lijn liever volgt, dan den strak gespannen draad, met andere woorden die het zonder almanak en vast omschre ven dagtaak moeilijk kan stellen, al ver beeldt hij zich wellicht het tegendeel. Er zijn meinschen, zoowel mannen als vrouwen die op de meest uiteenloopen- de uren van dag en nacht werken, slapen en eten; de gestadig voortschrij dende ldolckewijzers, noch de waarschu wende stem des Langen Jan's zijn hun een rem of aansporing, nauwelijks de onwrikbare dienstregeling van trein, tram of autobus. Dezulken plegen veel over vrijheid te denken en te spreken; zij ge voelen zich levensartiesten bij uitne mendheid, zij veroordeelen dwang en banden, als benepen-burgerlijk en zij ver geten dat zij hun medemenschen „uren, dagen, maanden, jaren" laten wachten en dat hun tempo, wisselend lusschen dat der slak en het vliegende hert, physieke en psychische slijtage, meer dan normaal bedoeld, meebrengt. Na deze schoone orakeltaal is het zonneklaar, dat wat veertien dagen ge leden werd beloofd, moet worden inge lost. Misschien herinnert zictï niemand meer waarover het ging, maai* daarop te speculeeren is even gewaagd, als triom fantelijk, edoch scheef gehakt le gaan fietsen, daar dan vast en zeker een schoenmaker critïseerend volgt. 't Avondje is dus gepasseerd bij een blauw-tongig, dankbaar stemmend gas haardje op den langsten dag des jaars, waarvan we gewend zijn onlogisch doch optimistisch als zomer le spreken, hoe wel een Eskimo zïcli de winterlraa» niet zou afwassehen. Neen, van dat avondje is weinig te vertellen, hel malerieele ver loop was naar beproefd, oud-Hollandsch recept: tus&hën acht uur en half tien, twee a drie kopjes thee, geflankeerd met drie Drosteflikken of drie even on schuldige chocolade krakelingen van va nille aroma doorgeurd; van half tien tot elf uur, een glas rooden wijn, even tueel koud of warm, of koningsgezinde Ranja met een nuffig rietje deze dranken begeleid door een in mesdunuc plakken gesneden botercake of roze schuimpjes en zoute palmiers voor de meneeren Er is veel voor te zeggen, om ereis fantastische spijzen en dranken op te disschen, daar toch wel duidelijk bewezen werd hoe kracht en lenigheid des geestes en streeling van oog en smaak, ten nauwste verband houden (De fonkelende aardbeien of perzikenbowl lichtend door zeegroene kristallen kel ken, als voorbeeld 1) Wie kan iiph voor stellen een dichtend poëet, bezingend maan en sterren, intusschen verorbe rend spekpannekoeken of gort met ro zijnen daarna is wat anders! Ik ken iemand die rammelt van den honger als het .Mengelbergorchest of een Paul Wegener-crealic hem den gcheelen avond in gespannen vervoering brachteen gezonde reactie. Het Boheemsch strijk kwartet is dol op Geldcrsche rookworst gelukkig! Menschen, die fijne bonbons in hun kast vergeten, die op hun jaardag in Juli nog caramels of borstplaat van St. Nicolaas overhiel den, z»u je door elkaar willen schud den of bestelen, nit nijd op hun gees telijk hoog peil. Het avondje slaagde intusschen perfect cr was geen al coholische- of radioprikkel noodig om de oogen le doen glanzen en de gees ten licht en vindingrijk te maken De gêne die de aanwezigheid van een hoog begaafde, meebrengt, sublimeerde tot geestrijkheid, onder de charme van haar eenvoudige lieftalligheid, waaronder een gespannen aandacht intuïtief begrepen werd. Helaas, uit het bekoorlijk soi- reetje vloeide voort de toestemming tot een interview en na dat eerst toegejuich te, dankbaar aanvaarde moment, was hartbonzing en benauwenis het lot van hem die zich vermetel als ondervrager had uitgeroepen en wèl wist dat „Be- scheidenheit eine Zier" is, maai* nog niet goed leerde „ohne Ihr weiter" te komen Daar stond hij dan op' «een zon overgoten achternamiddag op de bewus te stoep, waar achter het zwijgende, hooghartige huis, daar stond hij met niéuwe handschoenen aan, met glan zend gepoetste molières, met een Libev- tydas wonderwel in harmonie t'usschcn de revers van een modern-grijzig zoineij- pak, mol een puntig geslepen potlood je en opschrijfboekje in zijn zak, maar voor alles met een kleinmoedig hart en <e»n haast schuldig gevoel Wie gaf hem het rechl een fijn besnaard mede- mensch uit le hoeren, haar opvattingen te ontfutselen als een zakkenroller een mooi geërfd horloge haar in eigen veilig huis aan te vallen als een struik- roover?? Er is een zeer voortvarende mevrouw die interviewt er lustig en sportief op los, speciaal Professorsi worden haai* prooi en daarna volgt publi catie, veelal in ,,de Groene." Het is bewonderenswaardig en vermetel.- De grootste, fijnste geest die in onzen lijd leefde. Professor Lorenlz berichtte) eens dat hij voor een interview ongïv- scliikt was hij hhd .geen dagtaak, hdd niets bijzonders mee te deelen en de journalist groette diep, heel diep en vertrok blozend, maar rijker en stiller geworden in zijn onrustig hart Eu zoo werd dit interview gèèn inter view, geen vorschend vragen en uit« wijkend mededeelen, hel werd en wel zeer bijzonder uur in een wel zeer bij zondere sfeer, waar oen fijne schroom waarde over de oude dingen, waarvan werd gehouden, zo«odat zij daar als le vend en denkend om hiidr stonden, die blond en teer weggedoken in pretentie- looze zijden sjawl, glinsterende gesprek- draden weefde van zeer bijzondere beko ring die het cotbertmeneertje opvoerde boven zijn geestelijken stand, zonder dat hij het bemerkte. Hij vergat zijn ontevreden wachtend potloodje, hij praatte niet mooi-litterair, hij keek zoo maar eens rond en <lan weer verlegen-verblijd naar haar die zoo heel rustig in haar hoekje genesteld was, de kleine voeten in zacht-Ieeren schoentjes, afgelijnd met een bontrandje en vragen stellenvergat hij heele- maal. Dan mocht hij den kleinen ingesloten tuin zien. waar zij werkte en zij wees een bevend goudenregenboompje aan. dat zich boog over een witte bank en dan waren er ook fluweelige violen, die hun gezichtjes allien in één richting, naar den zon keerden en hij begreep zoo. zonder dat erover gesproken werd, dal zij ook veèl zon behoefde en net Xoorden niet haar land kon zijn, maar wel,hel aangebeden Amsterdam en dc veiligheid van zonoverstraalde. sIilJe grachten Hij kreeg twee kopjes thee en aldoor wilde hij gaan zeggen - ,,wat genoot ik van Uw boeken maar hij sprak er niét van En dan deed een vriende lijke hand de zware voordeur open. oen glimlach en een tol „weerziens wuifde over zijn hoofd en meneer de inter-; viewer wandelde de oude hoven weer af, keek nog even om naar het veilig gesloten huis waar mevrouw Inu Boudier woonde en werkte en dan zei een nijdige slem Ezel,', is dól nu interviewenl)at was de stem van zijn potloodje en hij antwoordde „Laten we maar eens naar een professor in dc chemie gaan VEREENIGING „ZIEKENVERPLEGING OP WALCHEREN'. Nu dezer dagen te Middlelburg huis aan huis circulaires zijn bezorgd met opwekking zich als lid, van bovenstaan de, zoo nuttige, vereeniging op te geven, is aan het licht gekomen, dat nog niet ieder den inhoud van dije circulaire ge heel goed begrijpt en wij verleenen dan ook gaarne plaats aan het schrijven van den heer L. Onderdijk. secretaris van dp vereeniging luidende Er blijkl mij, dat bij menigeen de opt* vatting heerscht dat, omdat geen hoogere vergoeding per dag is vastgesteld dan F 3.75, den 3en klasse verpleegpprijs te Middelburg, zij die bij cventueole opname in hel ziekenhuis 3e of le klasse ven pfèegd willen worden, geen lid kunnen gorden van de Vereeniging Ziekenjiuisi- verpleging. Deze opvatting is ten eenenmale on juist. Zij, die bij opname le of 3e klasse willen worden verpleegd slaat dit voU komen vrij. Zij hebben dan echter zelf bij te betalen wat dit meer kost dai* f3 75 per dag. Vandaar dan ook, dat wij in onze cir culaire schreven ,dat we uit aTle kringen der samelu Ievi ng de le den verwachten. Door de betrekkelijk geringe contribu tie is het mogelijk!, dat bijna ieder lid kan worden ,maar ecm massaal toetreden als lid moet dan ook de vereeniging in staat stellen aan hare verplichtingen te voldoen. Vooral Je leden der Ziekenfondsen zijn, wanneer ze zich ook bij deze Veo- eeuiging aansluiten vrijwel gedekt tegen alle groote financicele gevolgen van zie- kenhuisbehandeling en verpleging Dus nog eens Allen kunnen lid won den van de Vereeniging Ziekenhuisvei*- pleging op Walcheren, zelfs zal later won den overwogeri of het mogelijk is, zij die le of 2c klasse verpleging wen-schen daartoe in slaat le stellen door betaling van hoogere contributie, zoodat dapper dag het le of 2c klasse tarief geheel kan worden vergoed (Ingez. Med.) Voor hel platteland zal laten' worden overwogen of het mogelijk is door beta ling van een hoogere contributie de ope ratiekosten te vergoeden Dit is echter voorloopig nog toekomst muziek. Eerst dient de Vereeniging sterk ge maakt voor het nu omschreven doel. Ook werd mij gevraagd of men, waa neer men beter gesitueerd is, niet vrijwil^ lig oen hoogere contributie mag betalen, omdat men voor zich het bedrag der cont- tribulie vrij laag vindt tegenover de vooiV deekn die er tegenover staan; eenzich zelf opgelegde progressieve contributie dus. Wij merkten boven reeds op .dat met de vaststelling der contributie er op is gerekend, dat de Vereeniging binnen be trekkelijk korten tijd; duizenden Led^ent gaal tellen. Wordt deze verwachting niet beschaamd dan kan ook toet de vastgefc stelde contributie naar menschelijke bef pekening de vereeniging ten volle aan haj re verplichtingen voldoen. Het is o i. liet meest juiste ,dat ieder lid dezelfde rechten on plichten heeft Dit sluit echter niet uit, dat zij, die d|e Vereeniging willen steunen vooral de oprichting en organisatie ervan kost haat- denvol gold - d|it kunnen doen. Onze statuten voorzien hierin daar naast de inkomsten uil contriibutio's ook genoemd worden schenkingen en toevallige baten. Onder dezen vorm wordll steun dus gaar ne aanvaard. Zij, die dus het oprichten dezer Vereeniging met sympathie hebben begroet en daaraan uiling widen geven op bovenomschreven wijze weten den weg. KERKNIEUWS Heden herdenkt dc oudste djerllaag- sche Xed Herv predikanten, dr. F v. Ghecl Gilde meester den dag, dal hij vóór 50 jaar te Wlilhclminadorp het predikambt aanvaardde Dr Gilde meester zal Zondagmorgen in de morgengods- dienstoefeniug in de Groote Kerk eon ge- dachtenispredikatie houden Te Zwijndrechl hebben naar de Stand meldt, verschillende leden der Ger. Kerk ,bij hun kerkeraad een klacht ^rXINDERBLADÜ VAN DE QS /\IDDELBVf\Ca=,E COV-TWHANT. De Gevolgen van Klimpartij sen door O. E. DE LILLE HOGER WAARD „Bang"! zei de deur en de tweelin gen die als er op school een 'cijfer ge geven werd voor ondeugende streken, zeker niet minder dan 5 plus (5 was het hoogste!) verdienden, rammelden le vergeefs aan den deurknop. Maai* lioe zij ook rukten, draaiden en op de deur bonsden, deze was dicht en bleef dicht! „Ook wat moois! Ze heeft ons opge sloten!" riep Frank verontwaardigd uit. „Bah! Wat flauw!" luidde hel oordeel van Nol. „Juf was woedend! begon Frank weer. „En wij z ij n woedend, dat is nog veel erger!" vond Nol. „Mopperen helpt niet!" zei Frank, die nogal practisdh uilgevallen was. „Lafen we liever een middel bedenken om er uit te komen 1" „Door 'traam!" viel zyn tweelingbroer tje hem bij. Frank en Nol Lange holden nu naar het raam, dat ze gemakkelijk konden op schuiven. „Als alles zóó gemakkelijk ging mompelde Frank. „Zaten wc hier niet opgesloten!'1 maakte Nol, die altijd wonderlijk goed de gedachten van zijn broertje raadde, den zin af. Nu was het voor de jongens een klein kunstje uit liet raam te Jdimmen op het platje, dat langs de speelkamer liep. Als katten, zoo vlug en behendig, werkten zij zich op het iets hooger gelegen plat der buren. Nog een paar huizen verder liepen ze en bereikten nu een plat, dat al heel breed was en. waar ze besloten wat te gaan zitten. Ze behoefden niet bang te zijn, dal Juf hen daar overvallen zou. De ge dachte, alleen al maakte, dat Nol het plotseling uitproestte en niet nalaten kon tegen zijn broertje le zeggen: „Verhaald je, dal Juf ons hier eens zocht!" Frank schaterde het uit en v< er aan toe „Ik zie dikke Juf zich al viit het raam worstelen. Als ze 't deed, zon ze toch nooit over de platten dju»*veu loopent" „Juf is topzwaar!" beweerde Nol „Dus zou ze net als een duikelaartje naai* beneden duikelen!" zei. Frank. „Ze zal 't wel niet probeeren," meen de Nol en ook Frank vond dil een ge ruststellende gedachte. Plotseling begon het echler le re genen. Een groote druppel viel juist op het puntje van Frank's neus, zoo dat hij uitriep: „Het regent, het zegent!" „Dat is niet erg!" vond Nol. jVoor 'n nat pak zijn we niet bang, daar zijn we op geabonneerd cn smelten zullen we niet." ,,'tls juist wel leuk!" luidde het oor deel van Frank. Maar de regen, die eerst zoo leuk gevonden wex'd door de jongens, begon steeds harder te vallen, zoodat de beide bengels die natuurlijk geen jas aange trokken of een pet opgezet hadden, vóór zij hun klimpartij ondernamen, danig nat werden. ,,'f Druipt al uit je blouse!" riep Nol plotseling uit. En uit jouw haar!" ketste Frank terug. „We kunnen ons hier niet eens droog en warm loopent" vond Nol, die zat te klappertanden. „Dan maar naar huis!" stelde Frank voor. „In de speelkamer is het ten minste droog." En bijna nog vlugger dan de jongens uit hun gevangenis onsnapt waren, keer den zij er weer naar terug. Daar was hun raam al! ,,'tls dicht. Wie zou dat gedaan heb ben?" riep Nol op eens verbaasd uit. „We kunnen het aan de buitenkant gemakkelijk opschuiven," zei Frank. Maar hoe de jongens ook probeerden het raam open te krijgen, zij moesten op dien vrijen Woensdagmiddag voor den tweeden keer ondervinden, dat een raam of een deur hun leelijk de vrijheid be nemen kon. „Zeker dicht gedaan voor den regent' meende Nol. „Nogal stom van Juf, dat ze ons niet gemist heeft in de kamer'" vond Frank. ,,'l Kan ook best Geertje geweest zijn die t raam geesloleu en de pin er op gedaan heeft Z is altijd zoo bang voor inbrekers!" zei Nol verontwaardigd Zal natuurlijk weer een streek van Geer tje zijn" „En wij zitten er maar meel 'kZai aan iedereen vertellen, hoe bang ze is!" riep Frauk boos uit Wat waren de jongens kwaadI Maar zo vergaten heelemaal. dat als zij niet telkens \an hun huiswerk weg en dc kamer uitgeloopen waven. Juf niet ten einde raad geweest zou zijin en hen natuurlijk niet opgesloten zou hebben Van het ééne kwamen zij in het an dere Dat zouden zij dien raiddag on dervinden „Eerst mochten we er niet uit en nou mogen we er niet in. 'I Leven is vol afwisseling, zei Nol wijsgeerig[ „Misschien kunnen we wel ergens an ders door een raam naar binnen komen," begon Frank weer. „Als dat van de buren niet openstaat, kunnen we 'l mis schien openschuiven, door dat huis loo- pen en bij ons door de onderdeur naar binnen gaan Als we dan boven komen, draaien wij de deur van de speelkamer van 'tslol af en veroveren we op die manier ons eigen gebied." „Juf uioest een boodschap doen, hee- lemaal naar dc Vaart en is d,us stellig nog niet terug,zei Nol en hij schaterde hel plotseling uit van de pret bij het vooruitzicht, dal ze hoej rustig in de speelkamer zouden zitten ijverig be zig met hun huiswerk als twee model- jongens niet de deur wijd open om Jufs verbaasde gezicht goed le kunnen zien, als zij bovenkwam met het plan hen te bevrijden, doch de deur wijd open vond. ,'n Pracht-mopvond Frank, „en na tuurlijk wordt Geertje aan een streng verhoor onderworpen en ge'ooft Juf haar niet als zij bij hoog cn laag beweert, dat wij niet in de kamer waren, toen zij het raam sloot en de deujr daarom maar niet weer op slot heeft gedaan. ,,'n Reuze-fijne middag!" luidde het oordeel van Nol en natuurlijk was Frank het hiermede geheel eens. IntUsschen hadden de jongens één der ramen bij de buren, dat gelukkig niet door een bange Geertje, Leenlje. Rika of Marie op de pin gedaan was, opengeschoven en klauterden zij naar binnen tot groolc verbazing van een anderen jongen, die daar in bed lag ei\ de overrompeling een welkome afleiding vond, vooral, toen liij zag, dat Frank en N'ol Lange de indringers waren. Dat kon leuk worden! En de tweelingen, die van plan wa ren geweest op een holletje naar be neden le loopen en Ui|Uis ijverig le gaan leeren, vergaten voor den zooveelslen keer in hun leven hun goede voorne mens en bleven spelen bij hun buur- maïi Jan Kolf die waterpokken had, iets wat zij echter niet wisten. Dat het bij dit spelen Jan Kolf voelde zich gelukkig heelemaal niet ziek zachtzinnig toegiug, zal wel niemand veronderstellen t Werd een kussenge vecht op leven en dood. totdat plotse ling Jan s Moeder in de geopende deur verscheen en met strenge stem vroeg, wat dit alles te beteekenen had Daar stonden de beide indringers met beteuterde gezichten, maai* ze kwamen altijd eerlijk uit voor de waarheid, over tuigd als ze waren, dat je met jokken of de waarheid verzwijgen de dingen maar erger maakte Elkaar aanvullend, deden zij nu het heele verhaal, en toen mevrouw Kolf alles gehoord had, zei zij „Ga nu maar heel gauw naar huis, jongens, want jullie zijn kletsnat Droog je flink af en trek0 andere kleercn aan Je zou best ziek kunnen worden van zoo'n avontuur, te meer daar Jan wa terpokken heeft en die besmettelijk zijn .Mevrouw Kolf hield de deur al open voor de jongens en deze blij, dat ze er althans hier zoo gemakkelijk afkwa men, maakten zich haastig uit de voe len en waren weldra in hun eigen huis aaugeland, waar Geertje druk aan het werk was en hen niet hoorde. Vader en Moeder waren uit en Juf was ook nog niet terug. De jongens volgden den raad van mevrouw Kolf op en zaten weldra in droge kleeren hun huiswerk te maken Zoo vond Juf hen De deur liad;- den zij toch maar met opengelaten om Jufs verbaasde gezicht te zien. Het ge wicht van him schuld drukte hen te zwaar. Als ze ook eens waterpokken kregen en dat juist n u, vlak voor cfe Paaschvacanlie, die ze met Vader en Moeder bij familie in den Haag zouden doorbrengen, terwijl Juf vrij kreeg 't Zou niet ongelukkiger kunnen treffen! En het tref werkelijk zoo, want toen het een paar dagen latei* vacantie was, lagen Frank en Nol met waterpokken in 'bed. Hot lioele, prettige plan voor de Paaschvacanlie kon nu niet door gaan en de jongens wilden maar, dat zij nooit op het denkbeeld van die on- ge'ukkigc klimpartij waven gekomen Zij beloofden Juf, die heelemaal niet boos was, omdat haar vrije dagen er bij inschoten en die ben met met veel ge duld verpleegde, dat zij nooit meer zoo'n ondeugende streek zouden uithalen. Ze hadden er werkelijk meer dan genoeg van. FREDERIK DE GROOTE EN ZIJN PAGE. De bekende Frederik de Groote, Ko ning van Pruisen, was niet altijd ge makkelijk in den omgang en \le lieden uit zijn omgeving hadden dikwijls lieel wat te lijden van zijn opvliegend karakter, al stond daar dan ook tegenover, dat •hij een gouden hart bezat en niets lie ver deed dan geluk en welvaart ver spreiden onder degenen die zijn ver trouwen waard bleken te zijn. Op een mooien zomermiddag, terwijl hij in Sans-Souci zijn geliefd paleis, ver toefde, schelde bij den dienstdoende^ page om hem het een oT ander op te dragen Na verscheiden maleu tevergeefs aan hel schellekoord getrokken te hebben, ging hij eens kijken ou vond den page in een stoel zitten slapen Ilij was op het punt den jongen wakker te schud den, toen zijn blik plotseling viel op een dubbelgevouwen papier, dat een eind uit zijn zak stak. Hij haalde het er behoedzaam uit en ging er mee naar zijn kamer om het daar te lezen. Het was een brief van de moeder van den page, een weduwe, en zij bedankte haar zoon voor het regelmatig zenden van zijn salaris, dal zij gebruikte voor do opvoeding van haai* twee andere, nog jonge kinderen Frederik de Groote nam nu een rol goud uit zijn secretaire, wikkelde die in den brief en stopte hel geheel weer voorzichtig in den zak van den page, die nog altijd sliep Daarna ging hij weer naai* zijn kamer terug cn schelde opnieuw, dlimaal ech ter zóó hard, dat de arme jongen plotse ling wakker schrikte en niet een ont daan gezicht bij zijn meester binnen kwam kwam. „Je hebt wel lang op je laten wach ten zei de koning op een toon, alsof hij heel boos was. j „Sire, vergeef het mij! Haastte de page zich te zeggen. „Ik geloof, dat ik een oogeublki ingeslapen was en. Plotseling hield hij op mei spreken, tastte in zijn zak, die hem opeens onge woon zwaai* voorkwam, haalde er een rol goud uit een werd zoo wit als een doek. „Wat heb je?" vroeg Frederik de Groote, die deed, alsof hij hoogst ver baasd was. „Oh, Sire!" antwoordde dc page nu op fluisterenden toon Iemand heeft mij stellig in het verderf willen storten en mij in Uw oogen voor een dief laten doorgaan Ik vind daar in mijn zak iels van waarde, dat er niet in hoort en mijn eigendom niet is „Wees gerust, beste jongen'', zei de vorst nu vroolijk „Weet je dan niet, dat het fortuin altijd in den slaap tot ons komt? Die rel goud is werkelijk de jouwe Stuur haar aan je moeder, die ik gelukwensch niet het bezit van zoo'n goedèn zoon en zeg haar tevens, dat ik van af dezen dag een pensioen op haar naam vaststel en voor de toekomst van haar kinderen zorgen zat

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1928 | | pagina 5