B IJ VOEGSEL
catarrh en maj de eerstvolgende dagen
niet optreden. Men hoopt echte!-, dat zij
met de Paasclidagen geheel hersteld zal
zijn en weer zal* kunnen optreden.
B. cn W. van Haarlem hebben be
sloten aldaar geen bioscoop-vertooningen
toe te laten op Goeden Vrijdag, eersten
Paaschdiag, eersten Pinksterdag en eer
sten Kerstdag.
Woensdag 4 April 1928 No. 81
Kunst en Wetenschappen
Vrijdag j.l. tradi in de Winter club te
Domburg op mej. J. J. van der "Feen,
met het onderwerp; „Des Steen der Wijr
zen'\ door Anker Larsen.
Dit werk acht spreekster daarom zoo
belangrijk, omdat de hoofdgedachten
brandende kwesties van onzen tijd ra
ken, in de eerste plaats de verhouding
van den modernen mensclx tot de gods
dienstige stroomingen en tot zijn eigen
zieleleven.
De hoofdpersonen ziin meest zoekers
die, los geworden van de kerk waarin ze
zijn opgegroeid, „den Steen der Wijzen"
d. w. z. inncrlijken vrede zoeken langs
zeer verschillende, soms wonderlijke we
gen.
Spreekster schelste verscheidene der
karakters uitvoerig, vooral die van Hol-
ger, Christian Barnes en Jens Dahl.
Deze zijn alle one zoekers; cteoefde
laatsten echter vormen in hun moderne
verstandelijkheid een scherpe tegen
stelling met den eersten. Doch ook Chris
tian en Jens, op vele punten verwant,
staan in een belangrijk opzicht tegen
over elkaar. Christian is ondanks zijn
eeuwig-ontledenden geest, ondanks zijn
afdwalingen, zijn materialisme, een ster
ke, eerlijke persoonlijkheid pn hij Weet
üich op dén duur te herstellen; Jens Dahl
gaat ten onder. Want deze jonge man
wiens ontwikkeling zeer uitvoerig door
den schrijver wordt gegeven, is wel op
recht in zijn drang naar het religieuse,
eerlijk in zijn aangeboren mastiek, doch
hij is een moreele zwakkeling, een ver
fijnd egoist. Dit blijkt niet slechts in zjjn
verhouding tot de vrouwen waarmede
hij in aanraking komt, doch evenzeer
in zijn godsdienstig zoeken; zijn
excessen doorgevoerd streven naar het
iboveniiatuurljjke, waarin hij niet anders
zoekt dan zichzelf en dat hemi tot zelf
vernietiging leidt.
Hoiger staat tegenover deze modierne
zoekers als d|e arme van geest, traag
•Van deuken, weerloos tegenover eigen
drift, maar fijn en zuiver van geivoel
Boetend voor de misdaad, die hij1 beging,
leidt liem de diepte van zijn schuldbesef,
tot een volloomen religieuse overgave,
tot een zelf-overwinning, die hem een
diepen innerlijken vrede brengl.
Niet slechts persoonlijkheden zijn in
deze figuren geschetst in hun strijd en
ontwikkeling, doch tevens geeslesstroo-
mingen, in de eerste plaats de religi
euse draug die in onzen tijd op zoo
Verschillende wijze tot uiting Icomt. Ter
wijl Anker Larsen die eerlijkheid der re
ligieuse behoefte erkent oolc in de nieu
we stroomingen welke tegenwoordig in
West-Europa zooveel aanhangers vinden,
zoo is zijn werk toch een ernstjge waar
schuwing liegen excessen in deze richting,
en is daarin de overtuiging neergelegd
dal niet in zulk een, sterk met Ooster-
sche elementen vermengd) geloof, doch
in de uitspraken van het Evangelie „den
Steen der Wijzen" te vinden is, ook voor
den modernen Europeeschen mensch
De spreekster verlevendigde door ver
schillende citaten haar belangwekkende
voordracht, die de aanwezigen zeer had
welen le boeien en waarvoor de presi
dent, de heer L. J. van Yoorthuijsen
haar vriendelijk dank bracht.
Naar de -Telg. verneemt is mevrouw
Annie van dier Lugt Meiseri—van Ees
Zondagavond ziek geworden en moet liet
bed houden. Zij lijdt aan een luolrlpijp-
Tentoonstelli ng
„Ie de Steenrot se".
Op de bovenvoorzaal der Steenrot se
a 1 h i e r zijn thans een aantal werken
geëxposeerd van mevr. Voorstad1— Car-
sten, meer bekend als Mies Carslen.
(Ook naar wij meenen, hier in 'Midc-
d el burg uit haar meisjesjaren bij sommi
gen bekend).
Men staal hier voor werk dat sterk
den invloed! onderging van die moderne,
oorspronkelijk Fransche richting welke
haar heil zoekt in een vereenvoudiging,
door weglating van dptaiL-nuanceeriing,
zoodat men de tegenstelling krijgt van
groole kleurvlakken. Dat zoo iets ont
stond in Frankrijk, speciaal in het Zui
den met zijn hel zonlicht, is te begrijpen,
In onze grijze atmosfeer, en zeiïs in ons
helder licht is te veel differentiatie voor
dlè vereenvoudiging. Hef werk Mat hier
hangt is trouwens meest uit Frankrijk of
Italië. En daarin, heeft deze schilderes In
derdaad mooie effecten bereikt. Want liet
gevaar van hardheid dat door die groote,
scherp begrensde kleurvlakken zoo licht
dreigt, lieeft ze bezworen, door groote
zorgvuldigheid, in het behouden van den
harmonischen „toon". Daardoor zit er
stemming in het beeld van de gevels van
Florence aan de Arno, in de oeverger
zichten bij de muren van Ville Close, (op
één ervan even onderbroken door het te
fel-witte van de letters op de boot).
Mooi is vooral het gezicht op Concar-
meau. Maar daarentegen is het pleintje
van Ville Close een voorbeéld Van tè fel
contrast door de zonVlelc, waardoor de
eenheid verbroken werdt, zooals ook bij
het breiende vrouwtje het wit van de
muts te fel afsteekt tegen <fe fluïsgevels.
En de bloeiende appelboom is er een
voorbeeld van hoe moeilijk het is om dat
vereenvoudigingsprocédé op alles toe te
passen. Van de teekeningen noemen we
vooral het dakenspel van Bormes, meT
zijn heel bijzondere lichtwerking.
Zooals altijd hangen ook deze schil
derijen in een smaakvol aangekleede om
geving, waarin Kinheimtapijten, Sluische
kant, aardewerk Van Lannooy, en de
mooie vogel beelden van Jan Trapman
een lust voor de oogen zijn.
RECHTZAKEN
De II ulster se he gasdireclc
voor de reentbank.
Dinsdagmiddag werd voor de rechtbank
te Middelburg de zaak voortgezet tegen
II. C. V., vroeger dirrecleur, thans chef
gasmeester van de gasfabriek Le Hulst,
verdacht van het aannemen van gelden
van verschillende firma's.
Thans werd het eerst als getuige ge
hoord Wilson, directeur der firma Wil
son in den Haag, die verklaarde dat hij
gelden aan verdachte liet geven, hel gold
geen bepaald percentage van het gelever
de, doch hing wel af van het besteede be
drag van de leverantie aan de gemeen
ten. Verdachte hield ook wel toezicht
op getuige's personeel bij het leg
van buizen De giften hadden geen in
vloed op de aan de gemeente berekende
prijzen. Nimmer is de directeuren in het
algemeen geld aangeboden, de wenk om
wat te ontvangen kwam altijd van hun
zijde.
De president wees er op dal hel hier
dus een algemeen misbruik geldt, of al
thans een gebruik. Hij meent dat de con
currenten moesten afspreken met die
giften op te houden, want als de een
meer geeft moet de ander het ook doen.
Op eenvraag van den officier van
justitie zegt getuige, dat nooit is afge
sproken, dal verdachle iets voor hel toe
zicht houden zou krijgen, maar dit is
later wel gegeven. Op een vraag door
het stil houden van de giften niet reeds
FEUILLETON
De verdwenen Noodmunten.
Door J. S. FLETCHER.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
15).
door Mr. G. KELLER.
L
„Wat is dan daarmede uw gewoon
te?" vroeg Slevenege. „Ik bedjoeï: schrijft
u uw brieven eigenhandig of worden zij
voor u getypf?"
..Doorgaans laat ik al mijn brieven ijy-
pen", antwoordde Bransdale.
„Wal heeft u gedaan met uW brieven
terwijl u in liet Savoy Ifolel logeerde?"
vroeg Stevenege verder.
Bransdale keek hem eens aan, nlvoi-
rens le antwoorden en Stevenege zag,
dat bij een eenigszins anderen kijk op
het gebeurde begon te krijgen. Hij knik
te, alsof hij wilde zeggen, dat hij lie
groep waar de detective op aanstuurde.
„Nu", antwoordde hij wat gerekl. „Iaat
ik u dat eens uitleggen He was daar
gewoon, dat eiken moirgcn na' 't ontbijt
als ik door mijn jiosl heen was, een be-
roepslypiste hij me kwam. Deze typiste
nam stenografisch de door mij gedic
teerde brieven op, ging clan weer naar
blijkt, dat men voelde het niet in orde
was, zegt getuige, dat het zonder meer
werd overhandigd uit gewoonte.
De tweede en laatste getuige van de
zen middag, Kenens, vertegenwoordiger
der firma Wilson, heeft meermalen aan
verdachte de giften ter hand gesteld, de
ze heeft nooit gevraagd waarom hij het
geld kreeg. Met de instructies der direc
teuren heeft getuige zich nimmer inge
laten. Wel heeft hij directeuren ontmoet
die de gelden weigerden aan te nemen.
Hierna werd verdachte door den pre
sident ondervraagd en zeide niet te kun
nen verzekeren of alle genoemde bedra
gen geheel juist zijn. Hij meende de in- (?e)|ad
structie voor chef-gasmeester niet meer
van toepassing was toen hij directeur
werd.
De president meent, dal liet hier
sleclits»jjen verandering van titel gold.
Verdachte meende als directeur zelf
standig te staan Hij geeft toe ook toe
zicht op het leggen van gasbuizen te
hebben gehouden met toestemming van
den vroegeren burgemeester. Verdachte
zegt nooit om giften te hebben gevraagd,
maar toen ze gegeven werden te hebben
aangenomen zonder te vragen waarom
hij ze kreeg, oolc niet toen hij nog geen
directeur was.
Op een vraag van rechter inr, Bybau,
of verdachte de ontvangen giften noteer
de, antwoordde deze ontkennend, en op
een vraag van den president, mr. Jolles,
zegt hij nimmer met andere directeuren
over die giften te hebben gesproken,
wel heeft hij dit eens gedaan met den
\Toegeren burgemeester, die hem zei-
de dal het niet mocht. Hij heeft meerma
len op een instructie en verordening als
directeur aangedrongeg.
Naaat de verdediger" en de rechtbank
tegen eene wijziging in de dagvaarding
geen bezwaar bleken te hebben, werd het
woord gegeven aan den officier van justi
tie, mr. baron van der Feltz, voor het
houden van zijn
Requisitoir
Spr begon mét er op te wijzen, dat
dit de eerste i; van meerdere zaken op
dit gebied, het is een proefbailontje om
zoo le zeggen Dit is tevens tejen dei- sterk
ste zaken, omdat het een bedrag van on
geveer f 5000 geldt en er wel degelijk
voor dezen persoon een instructie be
staat.
Spr. wil eerst het bewijs aantooneu
en dan vragen hoe zwaar het gebeurde
vernachte moet worden aangerekend. De
eerste vraag is of verdachte werkelijk
ambtenaar was. Volgens de oude lit
teratuur en de oude juris prudentie is
niet bepaald te zeggen dat een gasdirec-
teur een ambtenaar is. Spr. meent echter
dat dit uu wel vast staat, en bijna allje
deze bedrijven overheidsbedrijven zijn en
in 1925 in alle instanties is uitgemaakt
dat een gasdirecleur een ambtenaar
Het woord „wetende"' moet zoo op
gevat worden., en dit ook volgens een
uitspraak van den hoogen raad, dat de
betrokkene iets „begrijpt en moet be
grijpen". Men vergete niet, dat verdach
te door zijn betrekking in cle gelegenheid
was de levering door de betrokken fir
ma's te bevorderen. Men gaf het geid wel
degelijk met het doel om door V iets
gedaan te krijgen en dit valt onder art.
363 van het Wetboek van strafrecht,
Vooral ook waar verdachte volgens zijn
instructie niets mocht aannemen. Die in
structie was vau krafht tot dat een an
dere werd ingevoerd en niet zooals men
hel wilt doen voorkomen tot dat
dachte van chef-gasmeester tot directeur
werd bevorderd. Ook het houden van toe
zicht op hel buizenleggen valt onder art.
363, omdat het verdachte verboden
een bezoldigde betrekking aan te nemen
zonder toestemming van B. en W.
Hoe moet men nu dit alles beschou
wen9 De courantenberichten over de cor
ruptie bleken juist te zijn Holland, dat
altijd prat er op ging niet zoo slecht
te zijn als andore landen, stond nu
plotseling tegenover een groote categorie
van ambtenaren, die wel zoo slecht ble
ken te zijn. Dat de feiten ernstig zijn.
blijkt reeds uit het stilzwijgen er over
zoowel door de schenkers als de ont
vangers der giften. Het is 'n slechte mo
raal le zeggen, de usance wil het nu
eenlmaal zoo en het Ts zéér verkeerd
zich daarop te beroepen. Spr. acht het
niet mogelijk, dat hier met een boete
wordt volstaan, men zou dan wel f 5000
moeten vorderen, wat verdachte zeker
heeft ontvangen, wat volgens het gewij
zigde art. 23 zou kunnen. Spr vordert
een gevangenisstraf van 3 maanden
Pleidooi
Hierna was het woord aan den verde
diger, mr. Lambooy, die aanving met
scherpe kritiek op de houding van den
chanteur, een oud-directeur van een gas,-
fabriek, die een jaar gevangenisstraf had
toen eerst trachtte zijn oud
collega's geld af te persen en hen, toen
dit niet lukte, voor den strafrechter
sleepte en hen tot den kop van jut
maakte, voor alles dat meent het recht
te hebben „anti-ambtenaar" te zijn. Zij
zijn in de gemeenteraden meermalen bel
slachtoffer van politiek en persoonlijke
wraak. Deze menschen moeten daardoor
vreeselijk hebben geleden, zooals alles
hun als een 'halsmisdaad wordt aange
rekend, hun levenspositie voor goed aan
hen wordt ontnomen en zij voor goed
worden aangewezen als een knoeier.
h"et gebied van bestellingen. Het is niét
bewezen, dat ooit iets werd gegeven
met het oog op toekomstige bestellingen,
en ook niet om verdachte gunstig te
stemmen, want uit een overgelegde» sta
pel correspondentie blijkt juist, aal ver
dachte zich nooit heeft laten weerhou
den van klachten en reclames, hij was
zetts streng en lastig voor de leveran
ciers. Mocht de rechtbank oudauks dit
alles nog geloovon aan de schud! en
de strafbaarheid van verdachte, dan
dringt spr. aan op milde straf.
Men dient in de eerste plaats te letten
op de moreele verantwoordelijkheid van
den verdachle. Deze is hier
gering.
Een enkeling, die inbreuk maakt op tte
maatschappelijke rechtsorde en hieraan
een ernstig letsel toebrengt, is voor de
volle zwaarte van dat feit aansprakelijk.
Maar dit .is hier niet het geval Spr. be
schouwt de gemeenten, die de gasfabri-
cage als monopoli beoefenen, als koop
man. Dc functie van ambtenaar ver
flauwt daardoor en een directeur wordt
als een afdeelingschef in een particulier
bedrijf En daar komt alom zoo iels
voor, als verdjachte beeft gedaan, met
namen hel aannemen van geschenken
Daarbij wijst spr. op de weinige unifor- jn natura of geld. Maar ook bij ambtena-
haar kantoor en bracht mij; des namid
dags de getypte brieven terug, waarop
ik ze natuurlijk teekende en ter post liet
bezorgen. Zoo is mijn manier van wer
ken geweest".
„Precies," zei Stevenege, „en dat is
juist de manier geweest, waarop het
bericht omtrent uw bod, van tienduizend
pond. voor de Alanschestersche nood
munten uitgelekt is'"
Maar Bransdale schudde ontkennend
hel hoofdi,
..Dal geloof ik niet!" zei hij koppig.
„Die fypiste is een d,ame, voor Wier dis
cretie ik met mijn hoofdi borg zou wil
len staan."
„Hoe heet ze, mijnheer Bransdale?"
vroeg Stevenege
..Haar naam is Skcel." antwoordde de
Amerikaan: ..juffrouw Mary Skeel. Zij
heeft een kantoor in Bedford Street.
Strand".
„Een jonge dame?" vroeg de detective
„Neen, mijnheer, 't is een dame van
wat ik zou willen noemen dicht bij den
middelbaren leeftijd," antwoordde Brans
dale. „Ik zou zoo zeggen om' en bjj die
veertig jaar En naar ik heb kunnen
ervaren, is zij bescheiden en voorzich
tig, een eclile zakenvrouw, zeer nauw
gezet in liaar gewoonten. Ik koester
grooten eerbied voor baar op grond vpn
rniteit bij de gemeenten te dezen opzich
te. Het is funest geweest voor die men
schen, die nu, of hel al niet erg
genoeg is, nog aan een strafrechterlijke
vervolging worden prijsgegeven. Spreker
meent, dat men voortgaande op dezo
wijze een razzia zou kunnen houden
onder ambtenaren hoog en laag van alle
soorten van bedrijven, zoowel gemeente
lijke, provincie als rijks.
Komende tot de dagvaarding, zegt
spr., dat het kader daarvan is. dat ver
dachte als ambtenaar giften heeft aange
nomen en ontvangen, terwijl hij wist,
althans moest weten en begrijpen, dat
voornoemde giften hem gedaan worden
teneinde hem te bewegen om in strijd
met zijn plicht in zijn bediening iets te
doen of na te laten
Volgens pleiter heeft de strafwelgever
nergens gesteld het althans moeten wetten
en begrijpen en moet het O. M. ten deze
niet ontvankelijk worden verklaard. Spr.
acht vervolgens de dagvaarding ondui
delijk, men weet niet meer wat men
leest; er staat o. a., dat verdachte geld
heeft aangenomen om geld aan te nemen.
Verder wordt 'het verdachte o m. kwa
lijk geuomen, dat werklieden eener
maatschappij in Hulst komen werken
voor de gasfabriek, waarvan hij direc
teur is, en hij er toezicht op liioudt of
het werk wel goed wordt uitgevoerd in
het belang der gemeente Dat kan toch
niet zijn in strijd met zijn plicht In art.
362 is niet strafbaar gesteld hel „al
thans moeten weten en begrijpen."
Spr. wijst dan op den eisch, die prof.
Simons aan de toepasselijkheid van de
artt. 362 en 363 stelt, namelijk, dat ook
hij, die de giften geeft aan een ambte
naar, die hem aanneemt, deze laatste
handelt in strijd met zijn plicht. Spr.
acht dit buitengewoon juist en onaan
vechtbaar, Van het oogmerk van den
schenker is absoluut niets bewezen
beide artikelen zijn niet toepasselijk en
moet verdachte van het primair ten laste
gelegde worden vrijgesproken. Daarbij
komt de vraag, of de verordening van de
gemeente Hulst wel op verdachte van
toepassing was. Men moet. daarvoor be
wijzen, dat verdachte met de wijziging
van de verordening en de toepassing
oolc voor hem1 als directeur bekend was
en dit staat absoluut niet vast. Er is
tegen hem niet gesproken over liet van
kracht blijven van de bepalingen voor
den gasmeester. Herhaaldelijk heeft ver
dachte om een verordening en een in
structie gevraagd en loen zijn jaarwedde
tot f'1000 werd verhoogd in 1921, scheen
ook het dagel. bestuur der gemeente
tc meenen, dat er geen instructie was,
wan! in het desbetreffend schrijven aan
verdachte staat „onder nader vast te
stellen verordening en instructie
Wat betreft de giften, zegt spr dat
niet bewezen is, dat deze werden ge
geven om „in zijn bediening iels tc
doen of na te laten." De geldon werden
gegeven voor bestellingen, die bezorgd
waren, en verdachte heeft nooit ongemo
tiveerd een firma bevoordeeld boven een
andere, of iets ongeoorloofds gedaan op
wal ik hel genoegen heb gehad,
haar le zien."
Stevenege kreeg het gevoel, dal dé
Amerikaan misschien wel wal onder de
bekoring van juffrouw Skeel was. Maar
hij ging op de zaak door.
^,In ieder geval waren dus uw brieven
en al wat er in stond gedurende eeni-
ge uren buiten uw bezit en bereik. Zij
lagen op het kantoor van juffrouw
Skeel in Bedford Street."
„Ik ben er volkomen zeker van, dat
juffrouw Skeel er niets uit verklapt
heeft. Zij is niet iemand, die misbruik
van vertrouwen maakt."'
„Maar ik twijfel er geen oogenblil,
aan, of juffrouw Skeel is een hoogst
fatsoenlijke dame," erkende de detec
tive glimlachend. „Maar vermoedelijk
heeft jjpffrouw Skeel personeel in haar
dienst, bijvoordeeld een paar "jongeda
mes als kantoorbedienden9"
„Daar kan ik niets van zeggen.' ant
woordde Bransdale. „Ik weet niet* or juf
frouw Skeel er vrouwelijk of manne
lijke kantoorbedienden op na houdt, of
jongens in dienst heeft; ik hen nooit op
haar kantoor geweest. Maar op grond
van wat ik weet van haar en haar werk,
acht ik 'L hoogst onwaarschijnlijk, dat de
oorsprong van het bericht van dien kant
is te zoeken. Tntusschen koester ik liet
ren komt hel ook buiten het gasbedrijf
voor, en het is wel eigenaardig, dat het
hier geld'l de eerste maatschappijen die
dus niets hnoreels er in zagen Vele
chefs de bureau ziju agenten van boek
handelaren, secretarissen van kleine ge
meenten, schoolhoofden, leveren boeken
en die weten dan vooraf nog welt dat
zij provisie krijgen Maar ook als men
liooger gaal treft men hetzelfde aan. Een
vliegofficier, die een nieuw type of mo
del vliegtuig invliegt, zal een geschenk
krijgen niet om hem om te lcoopen maar
alleen uit erkentelijkheid' Spr geeft nog
mieer voorbeelden en wijst er dan op,
dat in den handel gunst een factor is
waarmede ernstig rekening moet wor-
dten gehouden en lipt is te begrijpen
men die tracht te verwerven' en te be
houden. Dit is geen omkooperij maar
vrijwillig afstand doen van een deel van
dé winst Daarbij wijst pleiter er op,
dal ook de gemeente-autoriteiten van
Hulst dé verordeniug niet zoo heel ern
stig bleken op te nemen, en ook op het
groole gezin van verdachte. Op het be
leid' en het werk van V. is nimmer ern
stige aanmerking gemaakt, en hiv is reeds
Jiard gestraft door de vermindering van
zijn inkomsten. Spr. meent dan ook dat
hier alle reden is voor een \oorwaarde-
Kjke veroordeeliug. Mocht de rechtbank
dit niet willen dan zegt spr. dat eeD
vrijheidsstraf voor zijn cliënt funest zou
'rijn en verzoekt dan met toepassing van
art. 23 bis. een geldboete op te leggen.
Na re-en dupliek werd de uitspraak
bepaald! op Vrijdag 13 April
Moord).
In hooger beroep stond voor het ge
rechtshof te 's-Herlogenbosch terecht de
mijnwerker Klaas dfe Vries uit Brunssium,
wien de rechtbank le Maastricht had
veroordeeld tot tien jaren gevangenis^
straf wegens moord, den 28ste u Aug.
1927 le Heerlen gepleegd op Leonard
ïteimersdal. op wien hij zijn revolver
afschoot, waardoor R. getroffen werd
en na eenige weken overleed
Bij het getuigenverhoor verklaardle de
weduwe van den verslagene. dat verd.
haar man haatte, omd[al deze geen toe
slemming gaf tot verkeering met dé
dochter, en hij had in twee jaar, dat
de veele bestond, meermalen gedreigd.
e advocaat-generaal concludeerde,
dat het voornemen van verdachte om
Iteimersdal to dooden vast slaat Meer
malen heeft hij gezegdi: ..Hij zal niet
in zijn bed sterven", en ook andere be
dreigingen wierden gebezigd Spr is het
niet eens roei dé straf in de qualificaüe
an de rechttbank. Hij reqiiiriecrde ten
slotte vernietiging van hel Maustricht-
sclie vonnis en veroordeeling wegens
moord tol twintig jaar gevangenis
straf.
le veivkediger pleitte clementie.
plan de noodige stappen le doen om dat
,punl loL klaarheid te brengen."
„Zou ik mogen weten, op welke wij
ze, mijnheer Bransdale?"
„Zeker, mijnheerl Ik ga zoo dadelijk
naai- hel telegraafkantoor en stuur een
telegram aan de dame," antwoordde de
Amerikaan. „Als u de vriendelijkheid wil
hebben mij den weg naar het kantoor
te wijzen
„Zeker," zeide, Stevenege, terwijl
zij opstonden. „Het is vlak bij en ook
is daar vlak bij het lijkenhuis, waarheen
het lijk van den vermoorde is ge
bracht. Het zou mij aangenaam zijn, als
ik u bereid vond om mij daarheen tc
vergezellen om het lijk te zien.
„Nu, ik kan niet zeggen, dat ik daar
bij zonder op gebrand ben, mijnheer Ste
venege," antwoordde Bransdale hoofd
schuddend. „Maar als u het noodig acht,
ben ik er toe bereid. Maar wal is uw
doel daarmee?"
„Ik zou gaarne willen weten, of u
den man wel een vroeger gezien heeft,"
zei de detective. „Dat is tocli mogelijk
niet waar? Maai- nu wil ik u," ging
hij voort, terwijl zij de kamer verlieten,
„toch op een paar dingen wijzen, waar-
san u blijkbaar niet heeft gedacht. Ik
waag de onderstelling, dat, als juffrouw
Skeel u uw getypte brieven in het hotel
terugbracht, klaar om door u overgele
zen en geteekend le worden u ze niet
altijd onmiddellijk teekende
„Ja, 't is volkomen waar, dat ik dat
ntet altijd lieb gedaan. Ik wil zeifs er
kennen, dat liet wel eens, misschien wel
verscheidene malen voorgekomen is, dat
ik het niet deed".
„Welnu," ging Slevenege voort, „in
een groot hotel als het uwe loopen al
tijd een hoop menschen rond. niet en
kel gasten maar ook personeel. U zou
dan uw brieven op uw lessenaar hebben
kunnen laten liggen, terwijl u uw kamer
verliet. Dan zijn er misschien bedien
den gekomen, terwijl zij daar open en
bloot lagen, om uw kachel op te stoken, 'n
pakje eeu boodschap, een telegram le
brengen en zij hebben eens in uw' brie
ven geneusd Ik opper enkel mogelijk
heden. Nu kan de bewuste man een
hotelbediende geweest zijn of wel een
bediende kan hem verteld hebben dat
er in dit ver afgelegen stadje iets le
vinden was waarvoor een Amerikaan
graag tienduizend pond in contanten
neer wilde tellen! Dat is allemaal ébl-
volslrekt niet onmogelijk mijnheer ^Jrans-
dalc over de waarschijnlijkheid spreken
wij niet!"
£Wordt vervolgd)