B IJ VOEGSEL VAN D® VAN Dinsdag 3 April 1928 No. 80 BINNENLAND I)E VRIJHEIDSBOND. Van de alg. vergadering van 'den Vriji- Sieidsbond zij nog het volgende gemeld. Aanvaard werd het aanbod van «feu iheer mr. G. A. Boon van een portret van wijlen mr. H. C. Dresselhuys, ge schilderd door H. van Meegeren. Het zal eerst in liet secretariaat blijven om la ter te worden gehangen in het 'FJioi*- beckenhuis, zoodra dit geopend is. Een groot deel van de vergadering van Zaterdag werd besteed aan die prae-ad- viezen van prof. mr. dr. II. W. C. BoF- dewijk en dr. I. H. J. Vos inzake De werkloosheid en hare bestrijding. Prof. Bordewijk kwam ten slotte tot de volgende conclusies. 1. Werkloosheid ontstaat met markt- productie. "2. De splitsing van bezit en leiding bij de naamlooze vennootschap verandert 't beeld der kapitalistische voortbrenging slechts in geringe mate. 3. De werkloosheid valt in twee groote 'groepen uileen. subjectieve en objectie ve werkloosheid. 4. Arbeidsverdeeling maakt het moge lijk, de subjectieve werkloosheid) vrijwel uit te roeien. 5. Alle belemmering van nationaal en internationaal verkeer (met uitzondering alleen van het voorbijgaand geval van dumping) vergroot werkloosheid- ook de voorkeur voor Ned. fabrikaat bij gelijke kosten. 6. De strijdvraag: vrijhandel'-prolectie is ten onrechte lot een partijpolitieke controvers geworden. 7. Kapitaalvorming is een groot nïiddel tot bestrijding vhn de oorzaken der ob jectieve werkloosheid. 75. Evenzoo waardevastheid' van het ruilmiddel. 9. Evenzoo een druk op te hoogegeftt- fhonen. 10. Voordeelen van de ondernemings gewijze productie: solidariteit van kapi taal en arbeid in den strijd legen werk loosheid. 11. Protectionistische werkverruiming werkt echter werkverruiming tegen. 12. Het uitkeeringsstelsel moet binnen enge grenzen blijven, wegen1» de onver mijdelijke bevordering van arbeidsschuw- heid. 13. Ook steun, waar niet dadelijk Kroodeloosheid intreedt 14 Werkverschaffing het middel der symtomalisehe bestrijding. 15. Werkverschaffing zij ioo produc tief mogelijk. Vrees voor concurrentie aan het vrije bedrijf mag hier In het als- gemeen geen richtsnoer zijn. 16. Bij buitengewone werkloosheid moet concurreereud we'rlc worden geme den. 17 Arbeidsbemiddeling is een nuttig middel tot voorkoming van wetteloosheid die in werkelijkheid ontbreekt. Dr. Vos (weHi. van Amsterdam wees er in zijn prae-advies op, diat de volgende factoren invloed uitoefenden on oefenen op 't werkloosheidsvraagtuk in ons land de internationale toestand met zijn fi- naneieele, handels- en arbeidsverhoudin gen: de nationalisatie van hel bedrijfs leven de bevolkingsvermeerdering; de FEUILLETON De verdwenen Noodmunten. Door J. S. FLETCHER. Geautoriseerde vertaling uit hel Engelsch door Mr. G. KELLER. 14). „Ilc zou gaarne alle feilen naai- tijds orde van u willen hoeren, mijnheer Sle- veuege", zeid.e hij. „Ik houd van orde en method,e en ik begrijp de dingen hel best, wanneer d,e feiten mij in orde en regelmaat worden medegedeeld. Maal laat ik er dadelijk bijvoegen dal u een aandachtig hoorder aan mij lieeft". - Stevenege schoof zijn stoel wal dich ter bij lafel en verleldp de feilen zoo als deze in den loop van den djag wa ren gebeurd,. De Amerikaan loonde daar bij, dat hij talent van luisteren bezat. Zwijgend, bleef hij loehooren en elk feit van betekenis liet hij .door een hoofd knikje volgeu. Ten slotte wend&e hij zich lot den burgemeester „Het wil mij toeschijnen, dal dit alles een gevolg is van mijn bod. ..Die ver moorde had in ieder geval naar het schijnt er <le lucht van gekregen dal iemand, in dit geval mijn persoon, be reid was om tienduizend pond, in con tanten neer te loggen voor die munten. Maar nu die drukproef, meneer Sleve- nege: heeft u die bij u?" „Neen, ze berust hij de politie." „Maar u is wel overtuigd van den nationale handels-, belasting- .en socia ble politiekde arbeidswetgeving en toe passing daarvan; de armenwet en het peil der sociale voorzong; het levenspeil in de erschiLlende doelen van ons land! en de bestaande ioonsverhoudingen. De prae-adviseur geeft aan de migratie verre de voorkeur boven een werkver schaffing van tijdelijken aard, al zijn aan de verplaatsing der gezinnon grootere moeilijkheden verbonden. Dit is een blij!- vende oplossing Werkverschaffing daar entegen is slechts een noodmaatregel. Niettemin 'heeft hij groote waardeering voor het werk van minister Kan, die met de landontginning een voortreffelijke prestatie levert. Uil een oogpunt van werkverruiming levert dr Vos in zijn prae-advies verder een pleidooi voor liet plaatsen van orders bij de binnenlandsche industrie, waarvan het verschil in prijs met de buitcnland- sche aanbiedingen een gering percentage (ongeveer 5 pet.) niet te boven gaat. Het geldt hier geen protectie, doch een maatregel in een abnormalen overgangs tijd in het welbegrepen belang van 'de nijverheid en ter bestrijding van de werkl- ioosheid, die anders groote offers voor steunuitkkeeringen zou vragen. Een ondeelkiUndige verdeeüng van dfe werkzaamheden bij de overheid sdiensten over de jaargetijden kan mede in goede richting werken Herziening van wettelijke voorzienin gen zooals de Bakkerswet die de •werkloosheid direct of indirect in de hand werken, alsmede hel wegnemen van onoordeelkundige lasten en belastingen van het bedrijfsleven, zullen ten goede kunnen werken. Daarvoor is een goed toegepaste zuinigheid bij de overheidsli chamen mede eisch. Dit gejdt evenzeer voor een soepele toepassing der arbeidswetgeving, ook al wenscht men zooals schrijver - geen principieele wijzigingen van betee/keniis daarin le brengen. Voorts zou het een dankbare taak zijn, de vakopleiding krachtig ter hand; te nemen en het leerlingwezen doeltrefk treffend te organiseeren. J*en uitvoerige bespreking volgde. Conclusies werden niet genomen. Bepaald werd daarna, dat liet hoofdbe stuur zal beslaan uit ten hoogst© lTi lo den .(tol nu toe ten hoogste 12). In huishoudelijke vergadering werd daarna op voorstel van het hoofdbestuur met algemeent' stemmen besloten den den naam van de partij „Vrijheidsbond!'* de Liberale Staatspartij te wijzigen in dien van „De Liberale 'Staatspartij de1 Vrijheidsbond". De heeren mr P. Drooglever Fob- mr. J. Drost, A. v. d. Weydie, m©vr. A Bomkes—Nijhoff en mevr. E. W. WijU naendts FranckenDvserinek wenlen hij handgeklap als leden van hel lioofdbei- stuur herkozen. In verband met hel besluit tot uïilbrc#- ding van hef aantal hoofdlbestuursOeden werden als nieuwe leden van hel hoofd bestuur gekozen de heeren II. P. Gelder- mau te Oldenzaal, mr. C. H. Guépin te Amsterdam en Ed. Schönnann le Rolv- lerdam. In zake de zakelijke bedrijfsbelasting werd na bespreking de volgende molie aangenomen „De algemeene vergadering, enz. van oordeel dat de zakelijke belasv ting op het bedrijf een Ixdemmering voor de ontwikkeling van Iiatidfe'! en 1 in dustrie is dat er bij de viitvoering geen rekening wordt gehouden met de ber drijfsuiikoinsten, en die betaling dienteu»- gevolgc niet past in een stelsel van biC- lijké belastingheffing; spreekt de weiv- schelijkheid uit, dat artikel 2lDc. en artikel 242e. uit de Gemeentewet worden verwijderd, gaal over tok de orde van aen ffhg." Besprekingen vonden voorts 'Zondag plaats over de te voeren propaganda. De heer mr. H. Smeenge sprak eenïge woorden van vvaardeering voor den lieer mr. P Rink, voor diens werkzaamheid aard, van hel stukje papier? Hel was dus een drukproef van een courant, een afdruk van een bericht?' vroeg Brans dale. „Zeker", antwoordde Stevenege, „daar valt geen oogenblik aan le twijfelen. Het leek mij een afgeknipt stuk van een proef van een galei met zetsel, een deel van een kolom berichten, Stads nieuws of iets dergelijks, van een plaat selijk blad". „Hel was dus niet geknipt uit een cou rant, die reeds was verschenen P" vroeg de Amerikaan. „Neen"' antwoordde Stevenege be slist. „Het was een drukproef, natuur lijk slechts aan één zijde van hel papier bedrukt". Bransdale slak zijn duimen in de arms gaten van zijn vest en met zijn sigaar in een hoek van zijn mond' staarde hij in gedachten verdiept naar de zoldering „H.'m!" zei hij tenslotte Inlusschien. hoe was de r. cfirijver van hel bericht op de hoogte van de feilen? Want, laten we niet vergeten" en hij keek Ollard mei een veel zeggendén blik aan „dal was afgesproken, d'at de onderhandelin gen lusschen mij en dén burgemeester geheim zouden blijven!" „Maar van mijn kant is dat geheim niet geschonden'' haastte Ollard zich te verklaren. „Ik heb tegenover .geen Sterveling er ooil maar een woord oveh- gekikt! De medédeclingen in dal bericht, mijnheer Bransdale. zijn niet van mijn ïh de Eerste Kamer. Op zijn voorstel werd namens de vergadering een tele gram van hulde gezonden aan den heer Rink, die op dezen tweeden dag niet aanwezig was. Aan de partij werd bij monde van den heer H Groenewout namens de vaanllel1- comimssie een vaandel aangeboden. Dit vertoont op een blauw veld met oranje rood de beeltenis van Thorbecke, waar boven de woorden ...Vrede Vrijheid Ar beid, Vrijheidsbond" en onder het por tret „1921 16 April 1928 Verantwoor delijkheid." Ten slotte sprak mej. dr. E. C, van Dorp over den vrijhandel. \OTO SOEROTO DVER DE TOEKOMST VAN INDIË. (Van onzen Jndischen medewerker). -*@j> 16 Maart ï.I. hieid mr. Steenhuis, vroeger advocaat te Seinarang, in het deftige Indisch Genootschap een lezing over de zegenrijke werking van het Ne- derlandsch bestuur in Indië. Hij be pleitte uitvoerig, dat Nederland alleen door zijn staatkundige macht daar on-, verzwakt de welvaart kan handhaven en bevorderen. Op dien zelfden avond op korten af- stana sprak Raden Mas Nolo Soeroto zijn wenschen uit over de toekomst van Indië. Het lijkt wel de moeite waard, ken nis le nemen van zulk een uiterst be schaafden er bezadigden Indiër. Hij is lid geweest van de Indonesische ver- eeniging, doch heeft een paar jaar gele den daarvoor bedankt, omdat die ver- eeniging den revolutionnairen kant uit ging en te onbekookt de socialisten en communisten napraatte: „Indië los van Holland". Toch wil Noto Soeroto eenigs- zins voeling blijven houden met de nationalisten; hij gebruikt ook het lee- 'lijke woord „Indonesië", dat enkel nog maar op de lippen genomen wordt door hen, die beweren, dat er nog eens één volk, één natie, in Indië zal wonen en die de Nederlanders willen diets maken, dat die eenheid zelfs zeer spoedig op komst is, of zelfs reeds bestaal Zoolang ech ter de volken van Indië nog meer on derling verschillen, dan Portugeezen en Russen, Serven en Engelschen, zal er van aie eenheid niets komen en ergeren gewone inenschen zich aan dat woord; juist omdat er velen opzettelijk mislei dend dat woord bezigen, om hier in Ne derland te doen denken, dal er eens gezinde nationalisten zijn er dat er spra ke van een Indische natie kan komen, lijkt dat woord onsympathiek. Nolo Soeroto nu begon zijn voordracht met te zeggen, dat hij een middenweg j^ewandelt tusschen hen, die Indië los van Holland willen hebben, liefst mor gen aan den dag. en die anderen, die ons gezag daar eeuwig zouden willen hand haven Hij heeft nu een sjstoem bedacht, dal bij artistocratisch-democratisch noemt en dat hierin bestaat, dat overal in In dië, waar het maar mogelijk is, grootere en kleinere afdeelingen gevormd worden, aie een inlander aan nel hoofd hebben, een aristocraat, maar die aan het „volk" verantwoording schuldig blijft, en hier in ligt hel democratische van zijn sy steem Hoc die verantwoording aan het „volk" zou moeten zijn, werkt hij niet uit; hij duidt het zelfs niet vagelijk aan; maar wel vindt hij het noodift, dat die bestuurder een chef heeft die zorgt, dat hij zijn plicht doet; die chef zal hier n inlander, elders een Nederlander zijn; dal moet van de omstandigheden afhangen Hij wenscht als Gouverneur- Generaal een inlander, gekozen door een geheel uit inlanders bestaanden Volks raad on deze „G. G." zou als zoodanig door alle bevolkingsgroepen moeten wor den erkend. Voor Nederland zou dan de taak blijven, overal waar de bescha- vingstocstand nog niet van dien aard was, dat een streek „zelfregeerend". zooals hij het noemt, te maken was, het bestuur te voeren en elders le zorgen, dat de kant afkomstig" „Nu", zei Bransdale. met een droog lachje, „van mijn kant zeker ook ïrtol Ik heb aan niemand er iets over Jösge-<- laten! Een rare geschiedenis! Maar hoe vat de heer Stevenege als detective de zaak op?" „Ik beschouw het als een soort van driehoeks vraagstuk", antwoordde d,c detective, terwijl beide heeren zich tot hem wendden „We moeten drie punten vasthouden. Vooreerst Wie is de doodp? In het logement, waar hij zijn intrek had genomen, gaf hij op Samuel Thomson te lieeten, beweerde een plezierreisje le maken en verklaarde van Darliuglon te komen Naar mijn overtuiging wa ren daL allemaal leugens, uil den aard (ipj- werktuigen, welke ik in een verhor- gen zak op hem bevond, leid' ik af, dal hij een beroep si nbreker was en mis schien zou ik aan hel hoofdbureau wel een en ander omtrent hem te welen kunnen komen De tweede vraag is- wie vermoordde den man en heeft de moor denaar de hand kunnen leggen op de munten, welke <le vermoorde naar mijn overtuiging in een vroeg ochtenduur uil hel museum op liet kasteel had geroofd? Die vraag behoort misschien meer lol de competentie van de plaatselijke po- ilitie, hoewel natuurlijk a]les ten nauw ste samenhangt Maar u èn den heer Ollard. mijnheer Bransdale, gaat de der de vraag het meeste aan en' voor u is zij het belangrijkst. Dat is: hoe kreeg de inlandsche bestuurders hun plicht doen en als zoodanig alom erkend worden, tot de G. G. incluis. Wijselijk zegt Soeroto niet, hoe de Nederlanders het zouden moeten klaar spelen, te zorgen, dat de inlanders, die ze op nog hoogere plaatsen zouden zetten, dan thans reeds geschiedt, hun plicht doen en door alle volksgroepen worden erkend; hel is ook veel te moeilijk, dat aan te geven en als ooit de kunst ont dekt worat, er de eene volksgroep toe le brengen, het gezag te erkennen van een hoofd van een andere groep, nog meer. alle volksgroepen er toe te krij gen, het gezag van één inlandschen G. G. te erkennen, dan zou er inderdaad reden zijn, om te overwegen, of het geheel© Nederlandsche gezag niet zou kunnen verdwijnen. De taak der Nederlanders toch is te zorgen, dat Atjehers en Djambiërs elkaar en aile volken, die tusschen hen beide in wonen, dat Javanen en Madoereezen enz .enz. elkaar niet naar de keel vlie gen en daardoor binnen- en buitenland- sche moeilijkheden veroorzaken en orde en welvaart verloren. Ook thans reeds worden de aristocraten, vrienden van Noto Soeroto, beschermd en opgevoed voor hun taak en langzamerhand komen, ze lol nog hooger aanzien; ook tracht ons' bestuur in en naast de aristocratie door geboorte een aristocratie des geestes in Indië aan te kweeken- het slaagt in die; richting heel aardig. In de oude regen- tenfamilies en ook onder de Regenten, die niet uit oude hoofdengeslachten stammen, zijn al zeer 'veel bijzonder bekwame, plichtsgetrouwe ambtenaren, die niemand aarzelen zal te rekenen tot de aristocraten, zoo naar geboorte als naar den geest Maar zelfs onder de zen zal er wel geen zijn te vinden, die niet ter dege voelt, dat het een illusie is, te denken, dal een hunner als G. G. door alle bevolkingsgroepen erkend wor den zou, Zou Noto Soeroto misschien gedacht hebben aan den Emir van Afghanistan of den koning van Egypte, die in den laatsten tyd geëmancipeerd zijn? Maar dergelijke vergelijkingen gaan meestal mank Oin bij het laatste land le blijven, want daar weten we het meest van al meer dan 5000 jaar is Egypte een be langrijk oord, dat de herinnering aan éénheid en welvaart onder den scepter der machtige pharao's in tempels, pyra- miden en geschiedenisrollen bewaart; al zijn er wel verschilllende rassen te on derkennen en al is er overheersching van Romeinen. Arabieren, Turken en sinds 1870 met het Suezkanaal van En geland geweest, toch is Egypte als „één land" geen geheet theoretisch denkbeeld, zooals Insulinde of Indonesië wèl is. Maar voor zoover vergelijking mogelijk is, moet de geschiedenis der laatste ja- reu van Egypte juist afschrikken van het idee van los maken van het Euro- peesch gezag. De wijze, ervaren koningin Victoria waarschuwde Gladstone reeds zeer ernstig tegen het te vroeg verhef fen van de Egyptenaren tot een weelde, die zij niet dragen konden; maar ver geefs, Engeland had in Egypte niet die historische rechten ,die handhaving van hun gezag rechtvaardigen konden en de band werd steeds losser gemaakt. In 1923 reisde prof. Obbink door Egypte en beschreef in zijn boek- „Op bijbelschen bodem", zeer boeiend de in drukken, die de eerste kennismaking met oosterlingen op hem maakte; hij •voorspelt ellende voor de voorgenomen onafhankelijkheidsverklaring van Egypte en geeft aan, op welke gebieden dat het eerst in het oog zal vallen Merkwaardig nu is, te lezen in een boek van Zentgraaf, den hoofdredacteur van het Soerabajaasch Handeleblad, die twee jaar later, toen werkelijk Egypte onafhankelijk geworden was, dezelfde reis maakte, hoe die voorspellingen let terlijk uitgekomen zijn Zentgraar klaagt hevig over de vuile treinen in Egypte, die nooit op tijd rjjden en soms, zoo schijnt het. in het geheel niet rijden, als de machinist niet door belofte of be man de drukproef in zijn bezit en hoe kwam de schrijver van liet bericht aan zijn inlichtingen?' „Precies!" zei Bransdale laconiek, „dal is juist de vraag." „Maar"vervolgde Stevenege, mei een blik naar den burgemeester, ..de heer Ollard heeft mij omstandig medegedeeld hoe hij verschillende brieven onIvangen heeft en wat hij er mede heeft gedaan Van het oogenblik af, dal hij iets van u vernam, lot op dit oogenblik. heeft hij tegenover geen levende ziel van uw IxkI gerept, zelfs niet tegenover zijn eigen vrouw „Zelfs niel lol haar!" riep de burge meester er tusschen in; „zelfs niel lot haarvoor hel eerst van mjjn leven „En de lieer Ollard href! ook nooit uw brieven een oogenblik uit handen ge geven." ging Stevenege voort „Ilij heeft mij medegedeeld ,dai hij ze van den be ginne af in een brandkast heeft bewaard, waarvan hij alleen dé sleutels heef! „Ja Jcüït is een feit, mijnheer", voeg de de burgemeester er aan toe „Dal is werkelijk een feil mijnheer Bransdale. Achter slot en grendel, mijnheer, achter slot en gnendél, werkelijk dubbel ach ter slot I" Stevenege keek den Amerikaan eens aan. deze liet peinzend zijn hand over zijn kin gaan. „Ik begin lot mijn spijt te gelooven," zei de detective, „dat aan uw zijde de bron is le zoeken, waaruit het nieuwtje looning er toe overgehaald is, de con ducteurs stoppen vieze bedelaars, die geen kaartje gekocht hebben, in een wagen met nuffe, keurige dames, om tegen geldelijke belooning den vuilpoets te verwijderen op veel te hardhandige manier de douanen dreigen met extra vuile handen in onberispelijke dames- garderobe te grabbelen, als ze niet groote fooien krijgen enz. Als men bij F.l Kan- lura over de grens is en Egypte heeft verlaten, dan is alles als bij too verslag veranderd; orde en regel hebben den vhaos vervangen en ieder doet zijn plicht; als twee druppels water lijken do beambten op de Egyptische; het is alsof de Egyptische conducteurs even een bad genomen en schoonc kleeren aangetrokken hebben en dan onder En gelsch bestuur van af de grens toonen te weten, hoe het behoort. Mogelijk, dat voor koning I-'oead en zijn naaste omgeving de onafhankelijkheidverklaring een verbetering beteekent voor ieder ander is het een groote achteruitgang gewéést. Al zcüu ik Noto Soeroto of een ande ren hoogstaanden inlander gaarne gun nen, dal hij de schitterende positie van G G. kreeg, voor Indië en zijn vele be volkingsgroepen lijkt me echt oostersch gezag en bestuur een ramp en ieder© inlander, aie eenige verantwoordelijkheid heeft gedragen, bijv als bestuursambte naar, is hiervan ook ten volle overtuigd. STUKKKEN VOOR DEN GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG. Van dc ingekomen stukken voor de Woensdag te houden raadsvergadering vermelden wij de volgende Een tweetal adressen van G. Lam- bcrlz, waarin hij terugkomt op de in de vorige vergadering ten zijnen nadeelo ge sproken woorden en waarin hij zegt, dat wethouder De Veer nimmer met juistheid volgens adressant schaamt hij zich hiervoor) de kweslie-Moienwaler heeft medegedeeld Daarom herbaalt L. zijn meening over het gebeurde Men wilde z i. in zijn woning het kantoor van de gemeentebedrijven vestigen en heeft daarom getracht te bewijzen, dat adressant „zonder recht of titel" de wo ning bewoonde, en weigerde men het door hem onder getuige bij den ge meente-ontvanger aangeboden geld voor dc huur aan te nemen. Na een jaar werd Middelburg door de rechtbank in het ongelijk gesteld en toen was adres sant 1 190 huur schuldig. Bij deurwaar- dersexploit werd hij gesommeerd bin nen 1 dagen le betalen, een uitstel van 10 dagen werd geweigerd Toen Icon men een vonnis als wanbetaler uit lokken Hel kantoor is ten slotte op den Dam gekomen en had men dus vele kosten voor de gemeente kunnen be.sparcn Adressant ontzegt wethouder de Veer het recht hem wanbetaler te noemen Inzake de mededeeling. dat het de gemeente geen geld heeft gekost, zégt adressant, dal hij toch een bewijs heeft moeten leekenen niets meer op de gemeente te kunnen verhalen; die verklaring is dan z i. van nul of geener waarde. Adressant vraagt aan den heer de Veer zich te herzien en aan den raad hem alsnog de woning in de Koepoort te verhuren. In hel tweede adres vraagt L. een commissie van 5 personen in te stellen, van wie 3 door den raad en 2 door henï te benoemen en keurt hij hel van wethouder de Veer af na S jaar het schrijnend onrecht nog voort te zet ten; en deelt hij mede, dat wethouder Onderdijk. lid van het bestuur van „De Vooruil" zijnde, zijn medewerking niet verleende om een uit 1909 dateeréndlo schuld van een boottocht naar Gent aan hem uit te betalen Een adres van H Hendrikse. die nog maals opkomt tegen het onrecht hem z i aangedaan en nu vraagt hem aan een of andere betrekking le helpen om hem op andere wijze in de gelegenheid te stellen zijn brood te verdienen Hij waarschuwt voor het gevaar zoowel voor is uitgelekt," zer hij kalm „Aan uw leant' le Londen." Bransdale keek hem peinzend aan Hel zou mij genoegen doen als u kon ontdekken, hoe dal is geschied" riep hij uil „liet gaal in ieder gevat boven mijn begrip Want zooals ik reeds meer dan eens uitdrukkelijk heb verklaard, heb ook ik hel aan geen sterveling doen weten dat ik bereid was 10.000 pond voor die munten neer te tellen Ik heb er niet aan gedacht'. Maar hoe komt u lot de onderstelling, dat iets van liet 'geheim aan mijn kant zou zijn uitge lekt?" „Mag ik u eerst een paar vragen stel len?" vroeg Stevenege. ..Om te beginnen: J u heeft kamers in het Savov Hotel ge- jiomen. nietwaar?" „Dat heb ik al dadelijk gedaan, toen ilc in Engeland kwam", antwoordde Bransdale. „Ilc zit er al ongeveer zes a zeven weken. Ik heb er een suite ge huurd" „Goed", ging Stevenege voort „U voert ongetwijfeld' een drukke corres pondentie?' „Nu, niel zoo bijzonder druk", ant woordde Bransdale „Ik ben niet in za ken en daardoor zijn het uitsluitend par ticuliere brieven". (Wo-rdt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1928 | | pagina 5