B IJ VOEGSEL
VAN D®
VAN
Dinsdag 3 April 1928 No. 80
BINNENLAND
I)E VRIJHEIDSBOND.
Van de alg. vergadering van 'den Vriji-
Sieidsbond zij nog het volgende gemeld.
Aanvaard werd het aanbod van «feu
iheer mr. G. A. Boon van een portret
van wijlen mr. H. C. Dresselhuys, ge
schilderd door H. van Meegeren. Het zal
eerst in liet secretariaat blijven om la
ter te worden gehangen in het 'FJioi*-
beckenhuis, zoodra dit geopend is.
Een groot deel van de vergadering van
Zaterdag werd besteed aan die prae-ad-
viezen van prof. mr. dr. II. W. C. BoF-
dewijk en dr. I. H. J. Vos inzake De
werkloosheid en hare bestrijding.
Prof. Bordewijk kwam ten slotte tot de
volgende conclusies.
1. Werkloosheid ontstaat met markt-
productie.
"2. De splitsing van bezit en leiding bij
de naamlooze vennootschap verandert 't
beeld der kapitalistische voortbrenging
slechts in geringe mate.
3. De werkloosheid valt in twee groote
'groepen uileen. subjectieve en objectie
ve werkloosheid.
4. Arbeidsverdeeling maakt het moge
lijk, de subjectieve werkloosheid) vrijwel
uit te roeien.
5. Alle belemmering van nationaal en
internationaal verkeer (met uitzondering
alleen van het voorbijgaand geval van
dumping) vergroot werkloosheid- ook de
voorkeur voor Ned. fabrikaat bij gelijke
kosten.
6. De strijdvraag: vrijhandel'-prolectie
is ten onrechte lot een partijpolitieke
controvers geworden.
7. Kapitaalvorming is een groot nïiddel
tot bestrijding vhn de oorzaken der ob
jectieve werkloosheid.
75. Evenzoo waardevastheid' van het
ruilmiddel.
9. Evenzoo een druk op te hoogegeftt-
fhonen.
10. Voordeelen van de ondernemings
gewijze productie: solidariteit van kapi
taal en arbeid in den strijd legen werk
loosheid.
11. Protectionistische werkverruiming
werkt echter werkverruiming tegen.
12. Het uitkeeringsstelsel moet binnen
enge grenzen blijven, wegen1» de onver
mijdelijke bevordering van arbeidsschuw-
heid.
13. Ook steun, waar niet dadelijk
Kroodeloosheid intreedt
14 Werkverschaffing het middel der
symtomalisehe bestrijding.
15. Werkverschaffing zij ioo produc
tief mogelijk. Vrees voor concurrentie
aan het vrije bedrijf mag hier In het als-
gemeen geen richtsnoer zijn.
16. Bij buitengewone werkloosheid
moet concurreereud we'rlc worden geme
den.
17 Arbeidsbemiddeling is een nuttig
middel tot voorkoming van wetteloosheid
die in werkelijkheid ontbreekt.
Dr. Vos (weHi. van Amsterdam wees er
in zijn prae-advies op, diat de volgende
factoren invloed uitoefenden on oefenen
op 't werkloosheidsvraagtuk in ons land
de internationale toestand met zijn fi-
naneieele, handels- en arbeidsverhoudin
gen: de nationalisatie van hel bedrijfs
leven de bevolkingsvermeerdering; de
FEUILLETON
De verdwenen Noodmunten.
Door J. S. FLETCHER.
Geautoriseerde vertaling uit hel Engelsch
door Mr. G. KELLER.
14).
„Ilc zou gaarne alle feilen naai- tijds
orde van u willen hoeren, mijnheer Sle-
veuege", zeid.e hij. „Ik houd van orde
en method,e en ik begrijp de dingen hel
best, wanneer d,e feiten mij in orde en
regelmaat worden medegedeeld. Maal
laat ik er dadelijk bijvoegen dal u een
aandachtig hoorder aan mij lieeft".
- Stevenege schoof zijn stoel wal dich
ter bij lafel en verleldp de feilen zoo
als deze in den loop van den djag wa
ren gebeurd,. De Amerikaan loonde daar
bij, dat hij talent van luisteren bezat.
Zwijgend, bleef hij loehooren en elk feit
van betekenis liet hij .door een hoofd
knikje volgeu. Ten slotte wend&e hij
zich lot den burgemeester
„Het wil mij toeschijnen, dal dit alles
een gevolg is van mijn bod. ..Die ver
moorde had in ieder geval naar het
schijnt er <le lucht van gekregen dal
iemand, in dit geval mijn persoon, be
reid was om tienduizend pond, in con
tanten neer te loggen voor die munten.
Maar nu die drukproef, meneer Sleve-
nege: heeft u die bij u?"
„Neen, ze berust hij de politie."
„Maar u is wel overtuigd van den
nationale handels-, belasting- .en socia
ble politiekde arbeidswetgeving en toe
passing daarvan; de armenwet en het
peil der sociale voorzong; het levenspeil
in de erschiLlende doelen van ons land!
en de bestaande ioonsverhoudingen.
De prae-adviseur geeft aan de migratie
verre de voorkeur boven een werkver
schaffing van tijdelijken aard, al zijn aan
de verplaatsing der gezinnon grootere
moeilijkheden verbonden. Dit is een blij!-
vende oplossing Werkverschaffing daar
entegen is slechts een noodmaatregel.
Niettemin 'heeft hij groote waardeering
voor het werk van minister Kan, die met
de landontginning een voortreffelijke
prestatie levert.
Uil een oogpunt van werkverruiming
levert dr Vos in zijn prae-advies verder
een pleidooi voor liet plaatsen van orders
bij de binnenlandsche industrie, waarvan
het verschil in prijs met de buitcnland-
sche aanbiedingen een gering percentage
(ongeveer 5 pet.) niet te boven gaat.
Het geldt hier geen protectie, doch een
maatregel in een abnormalen overgangs
tijd in het welbegrepen belang van 'de
nijverheid en ter bestrijding van de werkl-
ioosheid, die anders groote offers voor
steunuitkkeeringen zou vragen.
Een ondeelkiUndige verdeeüng van dfe
werkzaamheden bij de overheid sdiensten
over de jaargetijden kan mede in goede
richting werken
Herziening van wettelijke voorzienin
gen zooals de Bakkerswet die de
•werkloosheid direct of indirect in de
hand werken, alsmede hel wegnemen van
onoordeelkundige lasten en belastingen
van het bedrijfsleven, zullen ten goede
kunnen werken. Daarvoor is een goed
toegepaste zuinigheid bij de overheidsli
chamen mede eisch.
Dit gejdt evenzeer voor een soepele
toepassing der arbeidswetgeving, ook al
wenscht men zooals schrijver - geen
principieele wijzigingen van betee/keniis
daarin le brengen.
Voorts zou het een dankbare taak zijn,
de vakopleiding krachtig ter hand; te
nemen en het leerlingwezen doeltrefk
treffend te organiseeren.
J*en uitvoerige bespreking volgde.
Conclusies werden niet genomen.
Bepaald werd daarna, dat liet hoofdbe
stuur zal beslaan uit ten hoogst© lTi lo
den .(tol nu toe ten hoogste 12).
In huishoudelijke vergadering werd
daarna op voorstel van het hoofdbestuur
met algemeent' stemmen besloten den
den naam van de partij „Vrijheidsbond!'*
de Liberale Staatspartij te wijzigen in
dien van „De Liberale 'Staatspartij de1
Vrijheidsbond".
De heeren mr P. Drooglever Fob-
mr. J. Drost, A. v. d. Weydie, m©vr. A
Bomkes—Nijhoff en mevr. E. W. WijU
naendts FranckenDvserinek wenlen hij
handgeklap als leden van hel lioofdbei-
stuur herkozen.
In verband met hel besluit tot uïilbrc#-
ding van hef aantal hoofdlbestuursOeden
werden als nieuwe leden van hel hoofd
bestuur gekozen de heeren II. P. Gelder-
mau te Oldenzaal, mr. C. H. Guépin te
Amsterdam en Ed. Schönnann le Rolv-
lerdam.
In zake de zakelijke bedrijfsbelasting
werd na bespreking de volgende molie
aangenomen „De algemeene vergadering,
enz. van oordeel dat de zakelijke belasv
ting op het bedrijf een Ixdemmering
voor de ontwikkeling van Iiatidfe'! en 1 in
dustrie is dat er bij de viitvoering geen
rekening wordt gehouden met de ber
drijfsuiikoinsten, en die betaling dienteu»-
gevolgc niet past in een stelsel van biC-
lijké belastingheffing; spreekt de weiv-
schelijkheid uit, dat artikel 2lDc. en
artikel 242e. uit de Gemeentewet worden
verwijderd, gaal over tok de orde van
aen ffhg."
Besprekingen vonden voorts 'Zondag
plaats over de te voeren propaganda.
De heer mr. H. Smeenge sprak eenïge
woorden van vvaardeering voor den lieer
mr. P Rink, voor diens werkzaamheid
aard, van hel stukje papier? Hel was
dus een drukproef van een courant, een
afdruk van een bericht?' vroeg Brans
dale.
„Zeker", antwoordde Stevenege, „daar
valt geen oogenblik aan le twijfelen.
Het leek mij een afgeknipt stuk van een
proef van een galei met zetsel, een
deel van een kolom berichten, Stads
nieuws of iets dergelijks, van een plaat
selijk blad".
„Hel was dus niet geknipt uit een cou
rant, die reeds was verschenen P" vroeg
de Amerikaan.
„Neen"' antwoordde Stevenege be
slist. „Het was een drukproef, natuur
lijk slechts aan één zijde van hel papier
bedrukt".
Bransdale slak zijn duimen in de arms
gaten van zijn vest en met zijn sigaar
in een hoek van zijn mond' staarde hij
in gedachten verdiept naar de zoldering
„H.'m!" zei hij tenslotte Inlusschien.
hoe was de r. cfirijver van hel bericht
op de hoogte van de feilen? Want, laten
we niet vergeten" en hij keek Ollard
mei een veel zeggendén blik aan „dal
was afgesproken, d'at de onderhandelin
gen lusschen mij en dén burgemeester
geheim zouden blijven!"
„Maar van mijn kant is dat geheim
niet geschonden'' haastte Ollard zich
te verklaren. „Ik heb tegenover .geen
Sterveling er ooil maar een woord oveh-
gekikt! De medédeclingen in dal bericht,
mijnheer Bransdale. zijn niet van mijn
ïh de Eerste Kamer. Op zijn voorstel
werd namens de vergadering een tele
gram van hulde gezonden aan den heer
Rink, die op dezen tweeden dag niet
aanwezig was.
Aan de partij werd bij monde van den
heer H Groenewout namens de vaanllel1-
comimssie een vaandel aangeboden. Dit
vertoont op een blauw veld met oranje
rood de beeltenis van Thorbecke, waar
boven de woorden ...Vrede Vrijheid Ar
beid, Vrijheidsbond" en onder het por
tret „1921 16 April 1928 Verantwoor
delijkheid."
Ten slotte sprak mej. dr. E. C, van
Dorp over den vrijhandel.
\OTO SOEROTO DVER DE
TOEKOMST VAN INDIË.
(Van onzen Jndischen medewerker).
-*@j> 16 Maart ï.I. hieid mr. Steenhuis,
vroeger advocaat te Seinarang, in het
deftige Indisch Genootschap een lezing
over de zegenrijke werking van het Ne-
derlandsch bestuur in Indië. Hij be
pleitte uitvoerig, dat Nederland alleen
door zijn staatkundige macht daar on-,
verzwakt de welvaart kan handhaven
en bevorderen.
Op dien zelfden avond op korten af-
stana sprak Raden Mas Nolo Soeroto
zijn wenschen uit over de toekomst van
Indië.
Het lijkt wel de moeite waard, ken
nis le nemen van zulk een uiterst be
schaafden er bezadigden Indiër. Hij is
lid geweest van de Indonesische ver-
eeniging, doch heeft een paar jaar gele
den daarvoor bedankt, omdat die ver-
eeniging den revolutionnairen kant uit
ging en te onbekookt de socialisten en
communisten napraatte: „Indië los van
Holland". Toch wil Noto Soeroto eenigs-
zins voeling blijven houden met de
nationalisten; hij gebruikt ook het lee-
'lijke woord „Indonesië", dat enkel nog
maar op de lippen genomen wordt door
hen, die beweren, dat er nog eens één
volk, één natie, in Indië zal wonen en die
de Nederlanders willen diets maken, dat
die eenheid zelfs zeer spoedig op komst
is, of zelfs reeds bestaal Zoolang ech
ter de volken van Indië nog meer on
derling verschillen, dan Portugeezen en
Russen, Serven en Engelschen, zal er
van aie eenheid niets komen en ergeren
gewone inenschen zich aan dat woord;
juist omdat er velen opzettelijk mislei
dend dat woord bezigen, om hier in Ne
derland te doen denken, dal er eens
gezinde nationalisten zijn er dat er spra
ke van een Indische natie kan komen,
lijkt dat woord onsympathiek.
Nolo Soeroto nu begon zijn voordracht
met te zeggen, dat hij een middenweg
j^ewandelt tusschen hen, die Indië los
van Holland willen hebben, liefst mor
gen aan den dag. en die anderen, die ons
gezag daar eeuwig zouden willen hand
haven Hij heeft nu een sjstoem bedacht,
dal bij artistocratisch-democratisch noemt
en dat hierin bestaat, dat overal in In
dië, waar het maar mogelijk is, grootere
en kleinere afdeelingen gevormd worden,
aie een inlander aan nel hoofd hebben,
een aristocraat, maar die aan het „volk"
verantwoording schuldig blijft, en hier
in ligt hel democratische van zijn sy
steem Hoc die verantwoording aan het
„volk" zou moeten zijn, werkt hij niet
uit; hij duidt het zelfs niet vagelijk aan;
maar wel vindt hij het noodift, dat die
bestuurder een chef heeft die zorgt, dat
hij zijn plicht doet; die chef zal hier
n inlander, elders een Nederlander
zijn; dal moet van de omstandigheden
afhangen Hij wenscht als Gouverneur-
Generaal een inlander, gekozen door een
geheel uit inlanders bestaanden Volks
raad on deze „G. G." zou als zoodanig
door alle bevolkingsgroepen moeten wor
den erkend. Voor Nederland zou dan
de taak blijven, overal waar de bescha-
vingstocstand nog niet van dien aard was,
dat een streek „zelfregeerend". zooals
hij het noemt, te maken was, het bestuur
te voeren en elders le zorgen, dat de
kant afkomstig"
„Nu", zei Bransdale. met een droog
lachje, „van mijn kant zeker ook ïrtol
Ik heb aan niemand er iets over Jösge-<-
laten! Een rare geschiedenis! Maar hoe
vat de heer Stevenege als detective de
zaak op?"
„Ik beschouw het als een soort van
driehoeks vraagstuk", antwoordde d,c
detective, terwijl beide heeren zich tot
hem wendden „We moeten drie punten
vasthouden. Vooreerst Wie is de doodp?
In het logement, waar hij zijn intrek had
genomen, gaf hij op Samuel Thomson
te lieeten, beweerde een plezierreisje
le maken en verklaarde van Darliuglon
te komen Naar mijn overtuiging wa
ren daL allemaal leugens, uil den aard
(ipj- werktuigen, welke ik in een verhor-
gen zak op hem bevond, leid' ik af, dal
hij een beroep si nbreker was en mis
schien zou ik aan hel hoofdbureau wel
een en ander omtrent hem te welen
kunnen komen De tweede vraag is- wie
vermoordde den man en heeft de moor
denaar de hand kunnen leggen op de
munten, welke <le vermoorde naar mijn
overtuiging in een vroeg ochtenduur uil
hel museum op liet kasteel had geroofd?
Die vraag behoort misschien meer lol
de competentie van de plaatselijke po-
ilitie, hoewel natuurlijk a]les ten nauw
ste samenhangt Maar u èn den heer
Ollard. mijnheer Bransdale, gaat de der
de vraag het meeste aan en' voor u is
zij het belangrijkst. Dat is: hoe kreeg de
inlandsche bestuurders hun plicht doen
en als zoodanig alom erkend worden,
tot de G. G. incluis.
Wijselijk zegt Soeroto niet, hoe de
Nederlanders het zouden moeten klaar
spelen, te zorgen, dat de inlanders, die ze
op nog hoogere plaatsen zouden zetten,
dan thans reeds geschiedt, hun plicht
doen en door alle volksgroepen worden
erkend; hel is ook veel te moeilijk, dat
aan te geven en als ooit de kunst ont
dekt worat, er de eene volksgroep toe
le brengen, het gezag te erkennen van
een hoofd van een andere groep, nog
meer. alle volksgroepen er toe te krij
gen, het gezag van één inlandschen G. G.
te erkennen, dan zou er inderdaad reden
zijn, om te overwegen, of het geheel©
Nederlandsche gezag niet zou kunnen
verdwijnen.
De taak der Nederlanders toch is te
zorgen, dat Atjehers en Djambiërs elkaar
en aile volken, die tusschen hen beide
in wonen, dat Javanen en Madoereezen
enz .enz. elkaar niet naar de keel vlie
gen en daardoor binnen- en buitenland-
sche moeilijkheden veroorzaken en orde
en welvaart verloren. Ook thans reeds
worden de aristocraten, vrienden van
Noto Soeroto, beschermd en opgevoed
voor hun taak en langzamerhand komen,
ze lol nog hooger aanzien; ook tracht ons'
bestuur in en naast de aristocratie door
geboorte een aristocratie des geestes in
Indië aan te kweeken- het slaagt in die;
richting heel aardig. In de oude regen-
tenfamilies en ook onder de Regenten,
die niet uit oude hoofdengeslachten
stammen, zijn al zeer 'veel bijzonder
bekwame, plichtsgetrouwe ambtenaren,
die niemand aarzelen zal te rekenen
tot de aristocraten, zoo naar geboorte
als naar den geest Maar zelfs onder de
zen zal er wel geen zijn te vinden, die
niet ter dege voelt, dat het een illusie
is, te denken, dal een hunner als G. G.
door alle bevolkingsgroepen erkend wor
den zou,
Zou Noto Soeroto misschien gedacht
hebben aan den Emir van Afghanistan
of den koning van Egypte, die in den
laatsten tyd geëmancipeerd zijn? Maar
dergelijke vergelijkingen gaan meestal
mank Oin bij het laatste land le blijven,
want daar weten we het meest van al
meer dan 5000 jaar is Egypte een be
langrijk oord, dat de herinnering aan
éénheid en welvaart onder den scepter
der machtige pharao's in tempels, pyra-
miden en geschiedenisrollen bewaart; al
zijn er wel verschilllende rassen te on
derkennen en al is er overheersching
van Romeinen. Arabieren, Turken en
sinds 1870 met het Suezkanaal van En
geland geweest, toch is Egypte als „één
land" geen geheet theoretisch denkbeeld,
zooals Insulinde of Indonesië wèl is.
Maar voor zoover vergelijking mogelijk
is, moet de geschiedenis der laatste ja-
reu van Egypte juist afschrikken van
het idee van los maken van het Euro-
peesch gezag. De wijze, ervaren koningin
Victoria waarschuwde Gladstone reeds
zeer ernstig tegen het te vroeg verhef
fen van de Egyptenaren tot een weelde,
die zij niet dragen konden; maar ver
geefs, Engeland had in Egypte niet die
historische rechten ,die handhaving van
hun gezag rechtvaardigen konden en de
band werd steeds losser gemaakt.
In 1923 reisde prof. Obbink door
Egypte en beschreef in zijn boek- „Op
bijbelschen bodem", zeer boeiend de in
drukken, die de eerste kennismaking
met oosterlingen op hem maakte; hij
•voorspelt ellende voor de voorgenomen
onafhankelijkheidsverklaring van Egypte
en geeft aan, op welke gebieden dat het
eerst in het oog zal vallen
Merkwaardig nu is, te lezen in een
boek van Zentgraaf, den hoofdredacteur
van het Soerabajaasch Handeleblad, die
twee jaar later, toen werkelijk Egypte
onafhankelijk geworden was, dezelfde
reis maakte, hoe die voorspellingen let
terlijk uitgekomen zijn Zentgraar klaagt
hevig over de vuile treinen in Egypte,
die nooit op tijd rjjden en soms, zoo
schijnt het. in het geheel niet rijden, als
de machinist niet door belofte of be
man de drukproef in zijn bezit en hoe
kwam de schrijver van liet bericht aan
zijn inlichtingen?'
„Precies!" zei Bransdale laconiek, „dal
is juist de vraag."
„Maar"vervolgde Stevenege, mei een
blik naar den burgemeester, ..de heer
Ollard heeft mij omstandig medegedeeld
hoe hij verschillende brieven onIvangen
heeft en wat hij er mede heeft gedaan
Van het oogenblik af, dal hij iets van u
vernam, lot op dit oogenblik. heeft hij
tegenover geen levende ziel van uw IxkI
gerept, zelfs niet tegenover zijn eigen
vrouw
„Zelfs niel lol haar!" riep de burge
meester er tusschen in; „zelfs niel lot
haarvoor hel eerst van mjjn leven
„En de lieer Ollard href! ook nooit
uw brieven een oogenblik uit handen ge
geven." ging Stevenege voort „Ilij heeft
mij medegedeeld ,dai hij ze van den be
ginne af in een brandkast heeft bewaard,
waarvan hij alleen dé sleutels heef!
„Ja Jcüït is een feit, mijnheer", voeg
de de burgemeester er aan toe „Dal is
werkelijk een feil mijnheer Bransdale.
Achter slot en grendel, mijnheer, achter
slot en gnendél, werkelijk dubbel ach
ter slot I"
Stevenege keek den Amerikaan eens
aan. deze liet peinzend zijn hand over
zijn kin gaan.
„Ik begin lot mijn spijt te gelooven,"
zei de detective, „dat aan uw zijde de
bron is le zoeken, waaruit het nieuwtje
looning er toe overgehaald is, de con
ducteurs stoppen vieze bedelaars, die
geen kaartje gekocht hebben, in een
wagen met nuffe, keurige dames, om
tegen geldelijke belooning den vuilpoets
te verwijderen op veel te hardhandige
manier de douanen dreigen met extra
vuile handen in onberispelijke dames-
garderobe te grabbelen, als ze niet groote
fooien krijgen enz. Als men bij F.l Kan-
lura over de grens is en Egypte heeft
verlaten, dan is alles als bij too verslag
veranderd; orde en regel hebben den
vhaos vervangen en ieder doet zijn
plicht; als twee druppels water lijken
do beambten op de Egyptische; het is
alsof de Egyptische conducteurs even
een bad genomen en schoonc kleeren
aangetrokken hebben en dan onder En
gelsch bestuur van af de grens toonen
te weten, hoe het behoort. Mogelijk,
dat voor koning I-'oead en zijn naaste
omgeving de onafhankelijkheidverklaring
een verbetering beteekent voor ieder
ander is het een groote achteruitgang
gewéést.
Al zcüu ik Noto Soeroto of een ande
ren hoogstaanden inlander gaarne gun
nen, dal hij de schitterende positie van
G G. kreeg, voor Indië en zijn vele be
volkingsgroepen lijkt me echt oostersch
gezag en bestuur een ramp en ieder©
inlander, aie eenige verantwoordelijkheid
heeft gedragen, bijv als bestuursambte
naar, is hiervan ook ten volle overtuigd.
STUKKKEN VOOR DEN
GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG.
Van dc ingekomen stukken voor de
Woensdag te houden raadsvergadering
vermelden wij de volgende
Een tweetal adressen van G. Lam-
bcrlz, waarin hij terugkomt op de in de
vorige vergadering ten zijnen nadeelo ge
sproken woorden en waarin hij zegt,
dat wethouder De Veer nimmer met
juistheid volgens adressant schaamt hij
zich hiervoor) de kweslie-Moienwaler
heeft medegedeeld Daarom herbaalt L.
zijn meening over het gebeurde Men
wilde z i. in zijn woning het kantoor
van de gemeentebedrijven vestigen en
heeft daarom getracht te bewijzen, dat
adressant „zonder recht of titel" de wo
ning bewoonde, en weigerde men het
door hem onder getuige bij den ge
meente-ontvanger aangeboden geld voor
dc huur aan te nemen. Na een jaar
werd Middelburg door de rechtbank in
het ongelijk gesteld en toen was adres
sant 1 190 huur schuldig. Bij deurwaar-
dersexploit werd hij gesommeerd bin
nen 1 dagen le betalen, een uitstel
van 10 dagen werd geweigerd Toen
Icon men een vonnis als wanbetaler uit
lokken Hel kantoor is ten slotte op
den Dam gekomen en had men dus
vele kosten voor de gemeente kunnen
be.sparcn Adressant ontzegt wethouder
de Veer het recht hem wanbetaler te
noemen Inzake de mededeeling. dat het
de gemeente geen geld heeft gekost,
zégt adressant, dal hij toch een bewijs
heeft moeten leekenen niets meer op
de gemeente te kunnen verhalen; die
verklaring is dan z i. van nul of geener
waarde. Adressant vraagt aan den heer
de Veer zich te herzien en aan den raad
hem alsnog de woning in de Koepoort
te verhuren.
In hel tweede adres vraagt L. een
commissie van 5 personen in te stellen,
van wie 3 door den raad en 2 door
henï te benoemen en keurt hij hel van
wethouder de Veer af na S jaar het
schrijnend onrecht nog voort te zet
ten; en deelt hij mede, dat wethouder
Onderdijk. lid van het bestuur van „De
Vooruil" zijnde, zijn medewerking niet
verleende om een uit 1909 dateeréndlo
schuld van een boottocht naar Gent aan
hem uit te betalen
Een adres van H Hendrikse. die nog
maals opkomt tegen het onrecht hem
z i aangedaan en nu vraagt hem aan
een of andere betrekking le helpen om
hem op andere wijze in de gelegenheid
te stellen zijn brood te verdienen Hij
waarschuwt voor het gevaar zoowel voor
is uitgelekt," zer hij kalm „Aan uw
leant' le Londen."
Bransdale keek hem peinzend aan
Hel zou mij genoegen doen als u kon
ontdekken, hoe dal is geschied" riep
hij uil „liet gaal in ieder gevat boven
mijn begrip Want zooals ik reeds meer
dan eens uitdrukkelijk heb verklaard,
heb ook ik hel aan geen sterveling doen
weten dat ik bereid was 10.000 pond
voor die munten neer te tellen Ik heb
er niet aan gedacht'. Maar hoe komt
u lot de onderstelling, dat iets van liet
'geheim aan mijn kant zou zijn uitge
lekt?"
„Mag ik u eerst een paar vragen stel
len?" vroeg Stevenege. ..Om te beginnen:
J u heeft kamers in het Savov Hotel ge-
jiomen. nietwaar?"
„Dat heb ik al dadelijk gedaan, toen
ilc in Engeland kwam", antwoordde
Bransdale. „Ilc zit er al ongeveer zes
a zeven weken. Ik heb er een suite ge
huurd"
„Goed", ging Stevenege voort „U
voert ongetwijfeld' een drukke corres
pondentie?'
„Nu, niel zoo bijzonder druk", ant
woordde Bransdale „Ik ben niet in za
ken en daardoor zijn het uitsluitend par
ticuliere brieven".
(Wo-rdt vervolgd)