Vtthrpk teil BOLS ESlHflrSjft Ur\iNDSir\DL.ADL: 1 TWEEDE BLAD VAN DB VAN Zaterdag 3f Maart 1928 No. 78. VOOR DE VROUWEN KASTEN „DOEN". Er was een leerares in paedagogfe, die terwijl zij Haar braaf pennende klasse tot slot dicteerde„en komen dus tot deze eindconclusie dat zelfwerk zaamheid leidt tot concentratie, begin en einde van alle kennen en lc,unnem. in een ander hersenvakje uitrekende 2 kasten, ieder met G boorden vragen dus 48 punaises en 12 vel kastpapier 't zijn rave planken met zwaluwstaar ten toen kletterde de schoolbel luidruchtig en alle concentratie vervloei de in het verrukkelijk lenteweer, dlat door de wijd. geopende deur binnen woei, samen met heerlijk-bonkend|e straatorgelkflanken, die al de jonge, lang gekouste, kort gerokte beenen in vreug- dlg cadens, de straat op deden fladderen Ook de van opruimen vervulde leerares, die besloten had d|p Paasch- vacantie „schoon" te beleven (je kon nooit weten of je niet in die paar wek/en van afwezigheid door een auto werd omgereden, en hoe zouden d(p erven o\er den ontdlekten chaos, ach en wee roepen) zette heimelijk in haar eentje een foxtroltpas in, en wandelde verheugd huiswaarts, onder den arm geklemd een blinkend blanke rol kastepapier en een doosje roestvrije Olympiapunaises. Hoe de gedachlenassociatie van den punaisen- fabrilcant, via ijzeroxyd tot alhlelendom was vergleden, ontglipte deze paedagoge volkomen, maar wellicht gaf eenig mo dern vakboek uitkomst Een boekenkast gaan schoonmaken is intus- schen een hachelijk avontuur, vooral als het lang geleden is en uit stof en spin- webresten schatten opduiken, die in de herinnering verloren gingen O, een kast vol afthansclie jurken,, oudbakken hoe- >den, scheef geloopen schoenen, oprui men, is een verstandelijke onderneming, een bevrijdende daad als de voor oud uit gemaakte spullen voor van Marle en dc Sillc worden bijeengepakt of beter weg- gescnonken aan de achternicht van de wcrkvi'ouw, omdat jé tegenwoordig met regelrechte cadeautjes voorzichtig moet zijn. Er is niet veel kans op dat de ener gieke opruimsler verzonken en toegewijd temidden van dergelijke zelfstandigheden op den grond gaat zitten, uur en tijd vergelend, om met volle overgave herin neringsbeelden te herleven Maar een boekenkast doen, dus, sne! vegend, stoffend, kloppend, papier scherp vouwend, punaises inwringend orde scheppen, de tien Jean Christophes op een rijtje, de Duhamel's er naast, de Francesco Campano's in tegenovergestel- den hoek, de foto-albums op de onder ste plank, geflankeerd met ac grootte doo- zen vol kieken, en niet afdwalen, nijal inzien, niet bekijken, niet doorbladeren, is even onmogelijk als met een vriend over belastingmisère' praten in de Mid- dachter-allee o\p een eersten lentedag. Daar zat dan onze paedagoge op een laag voetenbankje, gehuld in een se rieuze schort met mouwen, den stofdoek in de rechterhand, iyat emaille Ipillje met koud wordend zeepsop ncgeerend, want in de linkerhand, het boek dat het leven zelve was, of de foto die een onbe- wusten glimlach vol herinneringsaan- dacht optooverde, het verzenbundeltje van den jongen dichter, die veel hle- loofde, doch snel uitbloeide. - De kieken vooraleen dagboek door dc vele jaren heen, vluchtige momtyiten vastgelegd tot blijvende herinnering, soms lot weemoed, dikwijls tot humoristisch vermaak als de vergane mode in al haar dwaasheid om den hoed gluurde. Wat te zeggen van het tweetal jonge- meisjes in splinternieuwe, vrij aanneme lijke, hoewel volkomen langgerekte voor- jaarpakjes, maai- hoeden dlaarbij tor send als schnimpolonaises op een kapsel, opgepoeft door valsche baarrollen, als leverworsten dik en massief; toentjertijd volkomen naar den eisch, nu niet het korte, gladde hoofdhaar gedoken in Bang- kokstrooien kapje, tot een parodie ver worden. Zij, die op den grond? zat, keek, bladerde, herlas, genooil' en zou de te vervullen taak vergeten zijn als niet onncr ae vele papiertjes, één gevonden werd, waarop in forsch, vrij handschrift „I slept and dreamed that life was beauty; I woke and found that life was duty". Ach ja, de lijfspreuk van hel energiek en fijn jeugdvrienddnnefje. nu al jaren in Indië getrouwd, in de tabak, drie kin- ders, twee auto's, vier paarden, jurken van Hirsch, hoogste étage, zij, nu even veel kilo's wegend als vroeger ponden, evenveel juwoeleu en briljanten buitenop torschena ais vroeger eigengemaakte, versjes binnenin Ja, aaar liao je er nog een, uil den tijd dat zij in Indië ats jong onderwijzeresje, moedig heimwee naar haar dierbaar Zee land, omsmeedde tot - gedichtjes VEERE Zilverig Vecre, licht doorweven. Sterk omstuwd door forschen stroom, Sliltewonder in ons luide leven, Zijl gij werkelijkheid oif droom? Door dc groen bemoste straten Waar een gave stilte groeit, Glanst de glimlach der huizen gelaten, Herinnering in hun wezen bloeit- Voel d' Eeuwigheid: de vinger op de lippen Eén moment het «vonder gaal ont glippen Een bons op de deur „Ik kom hier even uitblazen" en binnenstapte die le venslustige, hartelijkste aller huismoe ders, meelorschcnd de onafscheidelijke reuze raTfialisch, waaruit öolijk gluurde een extra blanke, dikke bos prei. eenige blozende bosjes, eerste voorjaars radijs jes, bejekkena de onvermijdelijke knoe del te stoppen kousen en sokjes van het dozijn stevige jonge beenen. thuis. Dat tijdens een praatje wel degelijk een gaatje kan gevuld worden, wist deze kordate, warmte uitstralende jonge moe der maar at te best en een thee- of kol- fie-visile, zonder stopnaaldaccompagne- meut beschouwde zij terecht als e'en ver loren uur Thee behoef je mte niet te lappen", sprak zij bemoedigend tot de stoffige eenigszius weggedroomde kasllen- opruimsler .,\Ve zullen samen een bosje radijs oppeuzelen heb je zout'" „Dat weel ik heuscli niet", zei de an der vaag en nog niet heelemaal thuis. „Moet je hooren, hoe eenvo,udig-mooi zegt Bouteus hel toch. „Dit is van zus ter Beatrijs, van voordat zij herboren werd, als rijzige roos in het paradijs „Iloor eens meisje," zei die van de kou sen, radijs en prei: „Op deze manier zit je vannacht nóg op den grond. Wees toch praclisch In schoonmaaktijd moet je de poëzie in een verzegeld doosje sluiten en hoogstens op de Paaschdagen even voorzichtig openen. En - als je soms voor de krant gaal pennen, gee,f je le zers een schoonmaak-menue, wüar voor hun geld in Godsnaam, geen gezweef in de ruimte!" ,0. waclil eens.' zei die van dc schort met mouwen, geraakt „dacht je soms dal ik niet even praclisch kan ziju ais „Aaltje de zuinige keuken meid". „Als ik w ilde' schreef ik een ris kookboeken, je hebt wel leeraressen die een griesmcelscholieltje met zes va riaties neerkladden did brengt geld in hel laaüje. Je hebt schrijfsters die zagen over zuiue titels „In den oven „Op de kachel", „Achter de IJskasl", „Onder de vliegenkast". „Uil het vuilnis vat!" „Als ik wilde!" „Bewijzen zei dood bedaard, die van dc radijsjes en dus nam de ander een flard schoon kast papier en dichtte: Menue voor een schoonmaakdag voor 1 personen 1 dL wille booneu (koken in die hooi last of eleclro-econoonu; Va liter tomatensaus nat van de boo neu, fleschje puree, 1 lepel boter, stukje ui, bloem voor binden •1 ons boterhamspelc daarbij vlu» bak ken Dessert gebakken brood waarop al>ri- kozenmoes, van y2 pond gedroogde abri kozen suiker). Menue voor een tweeden schoonmaak* dag, 'dirukle ten tóp gestegen 2 pond Brussèlslof met 1 hardgekookte eieren en gesmolten boter rijk aan vi taminen!). Desert sla van bananen, sinaasappe len, appelen en amandelen maken die .kinderen klaar, van snoepen mogen ze niet „En daar zonnigste aller huismoe der, dlaar nóg een stuk papier voor Diet recept van eigengemaakt Paaschbrood, bij de onvolprezen krukels, die in smaak met kreeft en ga malen wed ij veren. Aldus 350 gram bloem 15 gist i 2 d.L. melk 1 ei 50 gr. krenten, 50 gr rozijnen, >0 gr. sucade, 1 lepel basterdsuiker 1 lepel bo ter iels zout. Bereiding De gist met <lfc lauwe melk aanmengen, alle beslanddleeleu toevoegen en lang met de handlen kneden op dje tafel slaan, overdoen in een genlieden vorm; 1 uur laten rijzen in warm wai ter (toegedekt) In 3A uur gaar en goudbruin bak ken. „Je kunt er zeker van zijn, dat die Middlelburgsche vrouwen uitgewerkte re- (Ingez Med.) cepteu meer zouden waardieeren, dan praatjes over ezels, pucken, poezen en vogeltjes' /.ei de kousenstopsler over tuigd Die van de schort, den stofdoek, de kast en de boekenzei niets. RECHTZAKEN K u o e i e r ij met melk Betreffende de zaak legen den melk veehouder J. te Middelburg, die verschenen was en tot raadsman mr J. \driaanse nao kan nog het volgende worden gemeld Als eerste getuige werd gehoord liet hoofd vau oen keuringsdienst te Goes, die verklaarde te volharden bij het op gemaakt proces-verbaal, dat uit het on- derzoeK was gebleken, dat de melk 80 pet water bc-vatte. Vervolgens kwam een afnemer van verdachte verklaren, dat hij geregeld zijn zuivere koemelk van verdachte kocht. Verdachte, door den President onder vraagd, ontkent water bij de melk te hebben gedaan Dc Officier van Justitie requisitoir uc- mende, acht de feilen wettig en over tuigend bewezen en zegt zich aan Ite sluiten bij het vonnis van den kanton rechter en de daarbij opgelegde straf. Spr acht hiev ecu maximum-straf op zijn plaats, 1$ zou anders niet weten wanneer het maximum dan wel zou die nen te worden toegepast Melk toch is eeu artikel in hoofdzaak bestemd voor kinaeren. zwakken en zieken. Vast staat uit een onderzoek dat de melk uit dte koe gemolken, goed was De verdediger van verdachte ltöt woord krijgende, zegt dal zooals de dag vaarding luidt men den indruk zou krij gen dat er 80 pet. water is bijgevoegd, doch de melk heelt een wal|ergehalte van 80 pet 1 w z dat er het watcrgehalte van goede melk in aanmerking nemen- VAN DC ^\Ü8 /YIBDELOVRC3^ A wachttijd, welke nu volgde Maar inde- lijk, eindelijk toch werd dc uilslag hekend gemaakt en kreeg Rex den. eersten prijs voor jonge houden Er waren heel wat menschen, die Rex wilden koopen, maar daaraan dachten Bobby en Bertha natuurlijk niet Je kunt begrijpen, dal de tweelingen I, heel trots met Rex naar huis liepen ,Ik trek mijn woorden in, Bobby," zei Vader, zoodra hij den uilslag vernam, „je was niet bekocht, maar hebt integen deel een goeden koop gedaan en jc lie veling goed verzorgd De tweelingen waren in dc wolken van blijdschap. DE ZWARTE HOOGSPRINGER Rex Naar het Engelscli van E, C. HOLDS WORTH. Vrij bewerkt door C. F. de Lille Hogerwaard. Toen Bobby zijn schat mee naar huis bracht, lachte iedereen, behalve natuur lijk zijn moeder. Maar al keek moeder ook nog zoo vriendelijk, Bobby zag toch wel aan haar gezicht, dat ook zij den hond niet mooi vond. „Zijn kop is te groot", zei groote broer Tom. „En wat heeft hij gekke pooten", voeg de zijn oudste zusje Gov er aan toe. „Als ik je Moeder was," zei Grootmoe der, „zou ik er niet ovc# denken honden belasting voor dal mormeltje te betalen. Alles is tegenwoordig toch al zoo duur." „Bobby", zei Vader nu, terwijl hij ziju jongste zoontje op den schouder klopte, zooals twee kooplieden doen, die met elkaar aan het pralen zijn, „je bent be kocht, mijn jongen. Dat wordt jiooit eeu goeie hond. 't Lijkt wel, of hij Eugelsche ziekte heeft. Zie maar, dat je weer zoo gauw mogelijk van hem afkomt." Bobby kreeg een vuurroode kleur. Uitdagend stond hij. vóór de heeie fami lie, terwijl hij zei- ,,Ik zal de belasting en zijn eten wel betalen. En jullie hebt allemaal ongelijk, 't Wordt een pracht hond! Dat zul je eens zien, als de hondentenloonstelling komt Een algemeen gelach was het antwoord op dit laatste gezegde. ,Een hond eet wel vo,or een gulden in de week op," zei Tom'. „En Bobby krijgt maar een kwartje weekgeld, dus „Stilt" zei Moeder nu, terwijl Bobby met samengeperste lippen cn den houd in zijn armen naar boven holde, waar hij zich pas veilig voelde voor den spot lust der anderen, toen hij de speelkamer bereikt liad Zouden zouden ze mis schien gelijk hebben9 Bij den honden koopman had alles zoo mooi geleken te denken, dat hij het hondje voor de groote hondententoonstelling zou opfok ken. En nu nu was het net. alsóf alle aardigheid er op eens af was! De tranen liepen den armen Bobby over de wangen. Naluurijk had hij ge dacht, dat Moeder voor bet hondenbrood en het andere eten zou zorgcu, maar na de woorden van Grootmoeder en het algemeene gebrek aan belangstelling in oen hond moest hij zelf voor alles zorgen, voor de belasting natuurlijk ook. En het zou bovendien ook geld kosten hem op de hondententoonstelling naar een prijs te laten dingen. Iiij ging bij het raanl zitten, aam zijn lei en rekende dit alles uit. Juist was hij hiermee klaar en erg geschrokken van al het geld, dat de hond kosten zou, toen Bertlia, zijn tweelingzusje, de kamer binnen stormde. „Ilt heb een plan bedacht," zei zij cn haar oogen schitterden. „Het is zoo'ii schattig hondje. Mieke Rovers gaat na schooltijd altijd een draad in de naald van juffrouw van Dorpe steken, je weet wel die rijke dame, die bijna blind is, maar toch nog altijd handwerken maakt Mieke vindt hel heelemaal niet prettig om het te doen en heel't mij gevraagd, of ik ook een meisje w$st, dat het wel zou willen. Ik heb het al aan drie meisjes gevraagd, maar niemand wil Ik zal dus gaan. En wat ik er mee verdien, is voor den hond.'" „Je bent een bovenste beste meid!" riep Bobby uit. „Maar dan is de hond ook van jou. Hoe zullen we hem noe men?"' Zij besloten, dat hij Rex zou heeten. Den volgenden dag ging Berlha na schooltijd naar juffrouw van Dorpe, om telkens een draad in haar naald te ste ken. Hel vertrek, waar de jp ff rouw zal, was groot en hol. De gordijnen waren neergelaten, omdat de oude dame het felle daglicht niet verdragen kon. Nu begreep Bertha, waarom Mieke Ro vers het niet graag deed. Juffrouw van Dorpe was zoo mager als een geraamte. Haar vingers waren net ivoren stokjes. Maar Bertha had zóó'n medelijden met haar, dat zij erg haar best deed, niet ze nuwachtig of bang te zijn en hoe vreemd dit misschien ook klinken moge het blonde meisje en de nagenoeg blinde, oude dame waren weldra vrien dinnen. „Bobbyzei .Berllia op zekeren dag opgewonden, terwijl zij de speelkamer, waar hij juist bezig was hel hondje aller lei kunstjes te leereu, binnenstormde, „Bobby, ik heb vandaag den huisknecht van juffrouw van Dorpe gesproken. Hij heeft heel veel versland van "honden en '.egt, dat we de pootjes van Rex moe ten zwachtelen Dit was echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. Toen Bobby eindelijk met dit lastige werkje klaar was, vond hij toch niet. dat hij tevreden over zijn werk kon zijn. Plotseling riep hij uit „Ik weet wat!" En hij rende de trap af en bet huis uit. Toen hij een uurtje later weer thuis kwam, liet hij Bertlia een paar leeren beenstukken zien, met veters. Ze waren voor Rex "bestemd. De oude schoenlap per had ze voor een kwartje gemaakt en ze moesten dienen om de pooten van Rex recht te maken. Toen de hond ze voor hel eerst aan had, moest de heele familie er om lachen. Het was niet de „Gelaarsde Ivat", maai de „Hond met de Beenstukken aan Hij zag er werkelijk potsierlijk 'uit. In de week daarop verdiende Bobby- wat bij bun buurman, door eiken dag na schooltijd een uurtje in den tuin te werken. O, wat werklcu de tweelingen bard om Rex zóó op te knap pen, dal hij op de tentoonstelling toege laten zou worden! En wat maakte de hond langzaam vorderingen I Maar eindelijk, eindelijk toch moest zelfs Tom toegeven, dat er oen veran dering ten goede in Rex plaats vond «n dal de hond een raooien, verstaudigen kop kreeg. Een onverwacht meevallertje voor de tweelingen een postwisseltje bij gelegen heid van hun verjaardag, verschafte de middelen om den toegangsprijs voor de tentoonstelling te kunnen betalen. Rex zou echter niet alleen tentoongesteld wor den, maar bovendien mededingen naar een paar prijzen, welke er voor jonge honden uitgeloofd zouden worden. Eindelijk was het tijdstip daarvoor aan gebroken. \Val een (massa honden werden er naai de tentoonstelling gebracht! Er scheen geen einde aan te zullen lcomeu! Groote honden, kleine honden, magere honden, dikke honden, o, er waren er van allerlei soort. Ook hun meesters en mcesLeressen waren natuurlijk verschillend, maar het aardigste paar, dat een hond kwam bren gen, waren tocli wel Bobby cn Bertha, met Rex tusschen lien in, Rex, die nu heel rechte pooten had en een aardigen, verstandigen kop. Heel gewichtig en wel een beetje verwaand zag hij er uit. Hij werd natuurlijk in de afdeeling: jonge houden geplaatst. Het sclieeq den tweelingen, of er nooit een eind zou komen aan den langen Een nikker, die hoog springen kon, Wou heel hoog springen naar de Zon Maar 't Maantje zei Spring maar naar .mij! Dat is toch zeker dichterbij! De nikker ging zicli toeu goed trainen, Sprong over hooge planten henen. Maar hoe hij oeed en boe hij sprong, Hij reikte nimmer tot de Zon Het hoogste, dat hij heeft bereikt. Is 'n klapperboom L... zie, hoe hij lyijkt En lacht., en groet trotsch enjarmant, Zijn speer en hoedje in dc hand HETTY BOREL.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1928 | | pagina 5