üdtBmrqsete Sural
TWEEDE BLAD
Zitcrdag 10 Maait 1928 No. 60,
Centrale Holland", welke beide lichamen
een half-officieel karakter hpbben, en
juist zijn gevormd met het doei om be
trouwbare inlichtingen te geren
E.WGKANTE1VKLACHT.
We ontvingen een schrijven van een
•vroegeren Walcheuaar (die als emigrant
naar Canada vertrokken is. en die er
zich over beklaagt, dat de hemf gegeven
inlichtingen van de agenten der Cana
dian Pacific Railway een veel te mooie
voorstelling van de toestanden daar ga
ven. Hij wil er zijn landgenooten op
wijzen, dat als men in Canada, wil gaan
farmen, men minstens 2000 dollars moet
bezitten. Hij schrijft zelf gezien te. heb
ben, dat daar mcnschen aankwamen die
eerst in Nederland hun bezittingen ver
kocht hadden, maar hun geld grooten-
dpels verreisd hadden. In de winter
maanden heeft de man meestal geen
"werk, en moet de vrouw op een fabriek
gaan werken om de kofct te| Verdienen.
In den zomer gaan ze meestal' samep
naar het land.
Zijn raad is dan ook. leen uw oor
niet aan agenten, maar win eerst in
lichtingen in bij familie of bekenden die
in Canada zijn
Dat is een oude geschiedenis. We heb
ben meer van die klachten geihpord.
Maar iots wordt daar by vergeten. He
laas ook door sommigen die nu het
plan vormen om naar Canada te gaan.
En dat is, dat men niet familie of
bekenden in Canada behoeft te hebben
om betrouwbare inlichtingen te krijgen.
Daarvoor bestaan adressen in .ons eigen
land.
Daarom willen we nui nog eents her
halen wat al vaak herhaaldi is: wie ii
onze eigen provincie neiging heeft om
naar Canada te emigreeren, wende zich
voor het verkrijgen van inlichtingen tot
de Provinciale Emigratie Commissie voor
Zeeland, voorzitter mr. R. M. Busseldorp,
secretaris II P Staal, beiden te Middel
burg. Het adres van laatstgenoemde is
Arbeidsbeurs, Middelburg Wagenaar-
straat D 78.
Deze Provinciale Commissie staat ir
relatie met de Néder 1. Verceniging voor
Landverhuizing, en mei de Emigratie
BINNENLAND
HAAGSCHE BRIEVEN,
(Nadruk verboden).
Terwijl Den Haag onrustbarend groeit
en dreigt bet Westland te gaan over
woekeren met kleine nette heerenhuis
jes op erfpachtgrond, wordt er over het
woningvraagstuk in de toekomst gephi-
losofcerd. Er schijnen altijd nog menschen
te zijn, die het zoo ver willen zoeken,
in afwachting tot de tram wordt door
getrokken. Er zijn ook wijken waar men
een garage vindt voor een niet al te
groot wagentje. Doch in de nieuwe wij- j
ken lijkt het soms wel, of men te veel j
op den groei van de stad heeft gespe- s
culeerd, en aan het bittere einde van
de Laan van Meerdervoort liggen heele 1
straten die te huur of te koop staan, in j
de buitenwijk aan de zee, ten Zuiden
van het Ververschingskanaal, waar de
radio zijn hooge masten heeft staan, en i
waar men de Scheveningers, die nog in
hun gezellige dorpskrotjes zitten, mo-1
derner wil laten wdnen, vindt men van
die smakelooze buurten van stereotype
portiek-woningen, zooals we vlak na den
oorlog uit den grond zagen stampen, doch
ook in zulke lange risten te huur dat
men zich afvraagt: hoe kan dat vol ko
men? De Waalsdorpsche vlakte is al
aan bebouwing toe, en op dien zandigen
bodem schijnt het nette heerenhuisje met
een verdieping en een tuintje voor en
achter, het best wortel te schieten. Het
formaat wordt kleiner, het tuintje neemt
af, maar het principe heerenhuis, onder
de zinspreuk: „my home is my castel",
blijft tieren in onze residentie, die zoo
graag een welvarenden indruk wil ma
ken.
Toch zijn er menschen, die afwijken
van dezen goedmoedigen Hollandschen
stijl, die naar nieuwe moderne oplossin
gen streven, die inzien, dat het geluk
der huiselijkheid in een eigen net hee- j
renhuisje met een tuintje met een kip-
penren en bloemetjes, die je 's zomers-1
avonds zelf begiet, nadeelen heeft, als
daar zijn de niet meer te krijgen dege
lijke dienstbode, de bel, die moet wor
den nageloopen voor minstens tien I
schreeuwende fruithandelaren, kooplie-1
den in garen, band en aanverwante ar
tikelen, de vertegenwoordigers van alle
mogelijke stofzuigapparaten, die elk
minstens eenmaal in de week komen
vragen of ze deraonstreeren mogen in je
huiskamer en nog vele niet te kwalifi-
ceeren andere rustverstoorders: en zwa
re beproevingen in de dagen der „hul
peloosheid" en al wat meer huiselijke
beslommering mag hceten.
Deze vooruitstrevenden hebben de po-
ezie van een eigen woning overboord
geworpen en het practische benut, dat
de moderne tijd biedt: zij zijn flatbewo
ners geworden. Een flat is niet goed
koop, biedt zelfs niet eens zeer groote
ruimte, maar je koopt alle huishoude
lijke ellende voor den wat hoog schij-
nenden huurprijs af. De portier filtert
je telefoongesprekken van verkeerde
aansluiters en menschen, door wie je
niet gestoord wilt worden. De algemee-
ne keuken voedt je in de dagen, dat je
keukenmeid uit is of weg en wensch
je geen keukenmeid te houden, dan
geeft ze je het dagelijksche maal. Je
behoeft geen trappen te loopen en bij
gevolg geen traploopers in je tuin te
laten afranselen; er is geen bel, die ge-
BSftst behoeft te worden, er zijn zelfs
geen matjes, die op de daarvoor door
de politie toegestane uren geklopt be
hoeven te worden.
Het eerste flatgebouw leek een ge
vaarlijke onderneming, want men meen
de, dat de huisvrouw haar arbeid te lief
zou hebben, ondanks de moeilijkheden,
dat een braaf Hollandsch burgergezin er
niet van gediend zou zijn. Doch ziet, het
eerste flatgebouw werd een succes en
nadien zijn er telkens nieuwe opgere
zen, steeds moderner en practischer dan
hun voorgangers, volgens de prospecti,
die aan hun bouw vooraf gingen althans-
Flats zijn beknopte behuizingen voor
welgestelde lieden. De groote kolossen
verschijnen clan ook in de fraaiste vil.
parken, zijn er als het ware pieces
milieu. Bitter is de strijd geweest over
een flatgebouw op den heuvel van Cats,
in het park Zorgvliet, dat overigens al
zoo'n aristocratische woonkazerne rijk
is.
Toch schijnt ook zoo'n flat nog het
ware niet te wezen. De Vereeniging van
Huisvrouwen heeft zich onlangs eens uitr
gesproken over stedenbouw en al wie
dit gelezen heeft, moet wel den drang
in zich hebben voelen opkomen de stad
met den grond gelijk te maken, zoo som
ber, zoo bedompt, zoo onhygiënisch wa
ren de eindelooze muren, waar geen zon
tusschen komt, die onze straten heeten;
de ongelukkige verzamelingen hutjes
met een halven meter tuin er om heen,
die men tuinsteden durft noemen enz
De Vereeniging van Huisvrouwen is
energiek. Eigenlijk zijn alle vrouwenver-
eenigingen buitengewoon energiek, want
ik ken er geen, ol in haar bestuur ze
telt nog een of meer van die dappere
strijdsters, die den modernen vrouwen
het kiesrecht hebben gebracht. Die fris-
sche strijdlust is nog niet gedoofd.
Vroeger streed men voor de rechten
van de vrouw, die een huissloof was,
die niet werken mocht, maar gedwon
gen werd minderwaardige bezigheden te
verrichten voor man en kinderen, wier
slavin zij was, terwijl zij werkende vrouw
in de maatschappij hoorde te zijn. Thans
heeft men dit alles anders ingezien en
nu elke „flapper" met een diploma
Schroevers of Pont „werkende vrouw"
is, nu is de leuze bij iedere vereeniging
en op iedere vergadering dat cr geen
edeler bestaan is, geen nobeler levens
taak dan vrouw en moeder zijn Daarom
doen al die vrouwenverenigingen zoo
veel mogelijk voor de gehuwde moeder,
streven naar verlichting van haar taak,
opdat ook zij een blijder leven leven kan.
Deze vrouwenvereniging heeft nu een
modern woningplan, dat ieder moet toe
juichen. Men neemt een park dit
moet een behoorlijk natuurpark zijn, aiet
zoo'n aangelegd, dat altijd onderhouds
kosten meebrengt, maar bijvoorbeeld iets
als een stukje van het Nationalpark in
Zwitserland dat kost dan verder niets,
want het behoeft niet zooals andere ter
reinen, waar men bouwen wil, verhoogd
te worden, van wegen voorzien en wat
men noemt bouwrijp te worden gemaakt.
Daaromheen bouwt men een parkwo
ning. Zulk een parkwoning is van alle
gemakken voorzien, nog veel erger dan
een flat, en is zoo gebouwd, dat de
huisvrouw nooit trappen behoeft te loo
pen, terwijl zelfs de lange weg, die zij
in de ouderwetsche huizen in de suites
moet afleggen, door beknoptheid wordt
bespaard. Deze woning is alleen maar om
te wonen, dat wil zeggen om te slapen,
te eten en te drinken. Op de hoeken van
het complex staan geweldige torens,
waarin gearbeid wordt, waarin bezems
en luiwagens, werkvrouwen per uur, pot
ten en pannen, alle mogelijke spijzen en
dranken, te krijgen zijn, waar schoenen
gepoetst worden „aan voet op stoel"
waar gewasschen wordt, gestreken, Idee-
ren versteld, gestookt, gekookt, kortom
waar de heele huishouding wordt ge
daan, op bed-afhalen en stof-afnemen
na, waarvoor men een werkvrouw per
uur een kwartiertje laat komen. Ook de
logé's kan je in zulke diensttorens laten
opbergen, je kunt er je kinderen in be
waring geven, je poes er gedurende de
maand Maart laten logeeren en je hond
jes laten luchten. Al deze woningen heb
ben bovendien de volle zon en overvloed
van frissche lucht, terwijl het park de
illusie geeft van volslagen vrijheid en
vergezichten van honderden meiers
biedt in het ongerepte groen- Alles is
werkelijk ideaal, alleen voor één ding
ben ik bang, zoo bang zelfs, dat ik me
er niet aan zou wagen, en dat is, dat
mijn kinderen zouden kunnen verdwalen
in het ongerepte park. Thans, nu ik in
een straal woon, waar de gevels der
straten als gevangenismuren oprijzen,
PASTOOR HEÜMANIS'S
Geneesmiddelen
steeds ook voorradig in
het AUeen-depot
N V. Apotheek
„Coronae" Bergen o.
Zoom, Zulvel6tr. 35,
Tel. 62, Postgiro 3269,
Het groote Pastoor fleu-
mann-Boek 362 bis. 160,
a/beeldingen ontvangt
gratis enJranca ieder
lezer, die zijn adres in-
zendt aan
CoAmsterdam C 87,
Staalkade 4, Briefkaart voldoende
(Ingez. Med.)
heb ik uit mijn erker zoo'n goed gezicht
op ze, als ze met hun vliegende Hollan
der op 't trottoir spelen v. T.
KUNST EN WETENSCHAP
Verslag R ij k sar chief 1 h Zee
land orer 1926.
Aan het bovengenoemde 111 druk ver
schenen verslag ontleenen we het vol
gende
Omtrenl de voortgang der inventarisa
tie wond gemeldd at de Rijksarchivaris
de bewerking van het Hulster ambacht
weder ter hand heeft genomen, daar de
Minister bcs.ist heeft dat zij zal worden
uitgegeven in één deel met de gereed ge
komen inventaris van het archief der
vegeer'mg 's Lands van de Vrije te Sluis.
Mej Felix regelde de stukken, afkom
stig van den lieer Patlist. voor zoover zij
geene betrekking hadden op diens func
tie als Gedelegeerd Regeeringscommissa
ris voor dv Belgische vluchtelingen in
Zeeuwsék Vlaanderen eil Wfdck(?r5n. Jlèt
zelfde geschiedde met de bijbehoorende
couranten, tijdschriften en brochures,
nadat deze door mej Versprille waren
gesorteerd. Daar pogingen om de verza
meling te completccren voorloopig faal
den. is met het beschrijven niet langer
gewacht en aan het eind van het jaar
was de inventaris vrijwel geheel voltooid.
Hel stuk zal bij de beschreven beschei
den worden gevoegd en komt naar
mijne meening. zoo meldt de Rijksar
chivaris voorloopig niet voor publicatie
in aanmerking, vooreerst onidat de col
lectie niet volledig is en voorts mede.
onidat zij volgens de bepalingen van het
Koninklijk besluit d.d. JJ Januari 1920
110. 33 eerst na lange jaren algemeen
toegankelijk zal worden
Het archief der rechtbank van eersten
aanleg te Zierikseo werd voorloopig ge
ordend en beschreven. De overige werk
zaamheden van mej Helix worden be-
E3 «AM DC GÏTSiJ Hl
/AIDDELBVRC3C="E
Dappere Dick.
"i'Jaar het Engelsch van II. II. JARVIS
Vrij bewerkt door
G. E. de Lille Hogerwaard.
HOOFDSTUK IX.
Op Ifecterdaatf betrapt,
liet was Zaterdagmiddag en de fabriek
was gesloten. Er was een gewichtige
voetbalmatch even buiten de stad, en de
jongens en mannen hadden er de ge-
heele week reeds druk over ge/praat.
Het terrein der fabriek was d,us ver
laten. Het gestamp en gedreun der ma
chines stond stil tot Zondagnacht twaalf
uur, wanneer de eerste ploeg arbeiders
weer aan het werk zou trekken.
Dick voelde zich heel gelukkig, loen
hij zijn boterhammen mei kaas cr tus
schen uit zijn zakje te voorschijn haal
de en die verorberde in de schaduw vau
een groote locomotief, welke niet ver
van het bureau van den directeur stond-
Een paar dagen geleden was de loco
motief binnen gekomen om gerepareerd
te worden en Maandag zouden de werkv
zaamheden er aan gereed, komen.
Dick's heldere oogen hadden van al
lerlei in de locomotief ontdekt en hij
besloot zijn vrijen middag met verdere
nasporingen door Ie brengen. Juffrouw
Garth was druk bezig met het schoonr
maken van haar huisje en had hem niet
nóodig, terwijl het voor de Zaterdagsche
wandeling met Pat wat later dan anders
zou worden.
Hij had zijn blauw werkpakje aan, dat
vuil was op het eind der week en bej-
gon weldra het groote gevaarte te inr
specteeren.
Het kleinste schroefje boezemde hem
meer belang in dan de heele voetbal
match. Hij had toestemming gekregen te
blijven en Job, de portier, zou hem hel
terrein aflaten, zoodra hij met zijn on
derzoekingen klaar was.
Hij kroop dus onder de locomotief en
en bekeek haar nauwkeurig Hij trachtte
daarbij de beleekenis en werking van
•elk onderdeel te doorgronden-
Misschien kwam het door vermoeid
heid of door de stilte om hem heen,
maar na eenigen tijd viel hij in zijn
liggende houding onder de locomotief in
slaap. Hoe lang hij geslapen had, zou
hij onmogelijk hebben kunnen zeggen.
Plotseling werd hij echter wakker van
het geluid van naderende stemmen.
„En ik zeg je .dan, dat er heelemaajl
geen gevaar bestaat. Die f.esch jenever
zal maken, dat de oude Job tot van7
avond slaapt, het kleine hek staat open
en iedereen is naar de match. Help me
even, dan spring ik op het kozijn en ga
door hel zijraam naar binnen. Ik heb
sleutels en als hel meeloopt, kan ik do
teekeningen wegnemen en ze a'lemaal
vóór hel donker wordt, laten copieerenl
Je krijgt een tientje voor je hulp, zoodra
ik ze weer op liun plaals gelegd heb. Zo
zullen er nooit achter komen, dat ik de
teekeningen gehad heb en daar ik niet
van plan ben iets anders aan te raken,
zou ik niet weten, wat mij zou kunnen
verraden."
Dick wisehte zich het zweet van het
voorhoofd af, toen hij die stem van
Whatman herkende. Voorzichtig keek hij
onder de locomotief door en daar zag
hij twee mannen met den rug naai" hem
toe staan vlak bij het kantoor van den
directeur.
Ilij wist, dat er plannen bestonden
vool" nieuwe niacherieën,, van welker
nul en voordeel men groote verwachtin
gen koesterde. En hij begreep, dal What
man, één der opzichters, dit geheim niet
alleen wilde ontdekken, maar hel waar
schijnlijk voor veel geld aan derden ver
knopen.
Allerlei gedachten flitsten plotseling
door zijn brein, terwijl hij zonder eenig
geruisch te maken zijn schoenen uittrok
en uiterst behoedzaam onder de loco
motief uitkroop. Als de vamen maar op
de pin waren en ilczc lang genoeg tegen
stand boden om hun het stelen te belet
ten, tot hij zich ongemerkt uit do voe
ten gemaakt eu het hek bereikt had?
Mei de vlugheid en behendigheid van
een kat kroop hij den hoek om, ten
einde zoodra hij onmogelijk door de
mannen gezien kon worden naar hel
kleine hek le hollen, dat een eindje
open stond.
In hel portiershuisje sliep de oude
Job zwaar le.11 gevolge van de jenever,
die hij gedronken had. Dick holde het
hek door en liep juist tegen een politie
agent aan, die wantrouwig keek naai
den jongen, die geen schoenen aanhad
en geheel buiten adem scheen te zijn.
„Kom gauw mee, gauw!" riep Dick,
den agent aansprekend, op een wijze,
zooals geen enkele misdadiger doen zou.
„Ze klimmen het kantoor in en wilflen
de teekeningen stelen. Kom toch dadelijk
mee 1"
„Hoeveel zijn hel er?" vroeg de agent,
terwijl hij een teeken gaf aan den man
in burgerkleeren, die aan den overkant
stond.
„Twee".
„Goed! Ga dan maar mee en als je
mij de waarheid, verleid hebt, zullen wij
hen eens vlug inrekenen. Als je mij ech
ter wat op de mouw gespeld hebt, zullen
wij met jou afrekenen. Denk daar goed
aan!-'
Dick zag er echter niet uit als een
jongen die jokte of verzinsels vertelde en
de agent in uniform volgde hem vol ver-
trouwen, terwijl de agent in politiek zich
bij hen aansloot.
Dick woes hun nu den weg, totdat ze
bij de locomotief gekomen waren.
Eén hunner trapte bij ongeluk op een
stuk ijzer, dat op den grond lag en dit
veroorzaakte et 11 zacht, rinke end geluid.
Verschrikt keek één der mannen om den
hoek van liet kantoor. Hij word onmid
dellijk gegrepen dooi' den agent in bur
gerkleding, terwijl de andere politic
agent doorliep en Whatman greep, die
juist door het raam naar buiten kwam
met een rol papieren in de hand.
„Dien hebben we", zei de agent en
hij deed zijn gevangene <le handboeien
aan.
„Jou leclijke, kleine dwarskijker! Jij
hebt ons dus verraden!' riep Walh-
man wraakzuchtig uit „Dal za ik je be
taald zetten hoort Wacht maar. het zal
je nog wol eens berouwen 1'
De vreemde man, die doodsbleek 1
was, trachtte den agent nog om te koo-
pen, maar deze logde hem onmiddellijk
het stilzwijgen op Zoodra Dirk nu zijn
sschoenen aangetrokken en verteld had,
wat hij bij toeval afgeluisterd had, ging
de kleine sloel het terrein af.
„We moeten dien slaapkop van een
portier wakker maken en het hek laten
sluiten," zei één der agenten.
En na zijn naam en adres opgegeven
te hebben, was Dick blij naar huis le
kunnen gaan, waar hij veilig zou zijn
voor de woedende blikken van Whatman.
Toen Dick dien avond met juffrouw
Garlh in hel gezellige kamertje zat. zei
hij
„Ik vond hel vrecselijb, maar ik
moest het doen- Ik kon die mannen de
papieren toch niet laten stelen, vindt
u wel?"
„Natuurlijk niet m'n jongen. Je deedt
niets anders dan je plicht en je hebt
je moedig gedragen. Maar het was een
groot geluk voor je, dat ze je niet ont
dekten, vóór je. den agent had gewaar
schuwd."
Het nieuws van den verijdelden dief
stal werd spoedig bekend en do fabrieks
arbeiders vonden het nog belangrijker
dan den uilslag der voetbalmatch.
I „Dick Manders is een pientere jon
gen" zei de onderdirecteur dien avond
tegen Daiuton, „en als de directeur niets
voor hem doel, zal ik het doen."
„U heeft gelijk, meneer," zei Dainlon
uit den grond van zijn hart. ^,Hij is
pienter en moedig ook. Met Whatman
valt niet te spotten en deze zaak heeft
bewezen, dat hij onecriijk is ook. I her
innert zich misschien nog wel, dal hij
sterk verdacht werd, toen er eenigen
tijd geleden zooveel koper vermist werd.
„Do ander zal er ook! niet zonder
straf afkomen."
„Dal geloof ik met u. Maar wat ik
zeggen wi.de zou u Dick niet in mijn
afdeeling kunnen plaatsen? Ik zóu hem
graag een handje ui Hen helpen, al dynk
ik, dal hij ook zonder mijn hulp wejj
vooruit zal komen. Hij is zoo leergierig
e.11 zou den ha,ven nacht blijven opzit
ten tun allerlei wijsheid le putten uit
mijn boeken over werktuigkunde. En de
groolc vorderingen, welke hij in die en-
Aele weken op de avondschool in lecke-
uen gemaald heeft, zijn werke.ijk buiten
gewoon. Ik zou wel willen, dat mijn
eigen jongen was als hij."
„Zijn oom was een knap werkman,"
zei de onderdirecteur, ,,'t Was ecu groo
te dwaasheid van hem, dat hij zich zoo
liet beheerschen door de goudkoorts en
in verre landen zijn fortuin ting zoeken,
terwijl hij hier zoo'n mooie toekomst
had. Ik zal meneer Steffens over Dick
spreken en de jongen zal sJcl'lig voor
uitkomen."
De onderdirecteur had inderdaad oen
onderhoud mot meneer Steffens, den di
recteur, en het resultaat hiervan was,
dal I)ick een sport hooger kom op de
maatschappelijke ladder en nu direct on
der meneer Dainlon geplaatst werd'.
(Slot volgt
Voor de Kleintjes
DE JONGE GANSJES EN DE
LUCIFERS.
„Nu hoop ik één ding", zei Moedor
Breedsnavel, -,cn dal is, dat als ik weg
ben. jullie geen kaltekwaad zult uit
voeren."
„Nee Moeder dal zullen we niet
doen," antwoordden de vier gansjes.
„Vuur is heel gevaarlijk! I)enk daar
goed aan'" ging mevrouw Breedsnavel
voort
„Ja, vuur is gevaarlijk!" herhaalden
haai- lievelingen.
Nauwelijks was Moeder echter uit het
gezicht verdwenen, of Donsje, liet oud
ste der vier gansjes zei
„Kijk, daar ligt een doosje lucifers,
iftvtior merkt «>r cuptx v»n. als we met
één "okol 'neifertie spelen. En ik weet
heel goed, hoe ik het moet afstrijken. Nu
moeten jullie eens kijken, wal er ge
beurt, als ik het gele puntje langs den
kant van het doosje strijk."
„Ja, ja, ja!" juichte hel ongehoorza
me drietal.
In liet volgend ookgenblik slak Donsje
een lucifer, af.
Petsss! Floep' Ksss Vonken! Vuur'.
„Oh, oh, oh!" kermden de gansjes.
„Het brandt! liet brandt! Oh, oh, oh!"
En terwijl zij huilden en schreeuwden
van de pijn, kwam Moeder Breedsnavel
thuis.
„Wal is hier te doen?" vroeg zij1 op
strengen toon. ik zie het all Jullie
hebt je mooie, gele jasjes verbrand!
Nergens op de heele wcrehll zien de
gansjes er zóó Ieelijk uit als jullie nu
doen."
Maar de/vier ongehoorzame gansjes
konden niets anders <lan huilen en met
hun \crbraude vleugeltjes klappen. Nog
heel, heel lang daarna hadd.en zij erge
spijl, dal ze niet gedaan hadgen, wat
Moeder gezegd had en van de lucifers
afgebleven waren-
GR APJES.
MET VRAGEN
Moeder gaat mei kleinen Dan bij een
oude. dame logeeren. Daar de gastvrouw
niet veel drukte verdragen kan heeft
Moeder legen Ilan gezegd
„Denk er goed aan, l-Ianneman, dal
je aan tafel alleen pralen mag, «nis je iets
gevraagd wordt
llan belooft het Moeder.
Aan he! desseri vvord't er een prach
tige taart binnengebracht.
„Mevrouw," zeg! Ilnu nu legen zijn
gastvrouw, „wilt u mij alstublieft wat
vragen
„Zeker, \cnl," antwoordt dp vriende
lijke, oude dame- ..Maar wal moet ik je
vragen9"
„Vraagt u mij alstublieftof ik een
stukje van die niooic taart wil hebben."