üdtBmrqsete Sural TWEEDE BLAD Zitcrdag 10 Maait 1928 No. 60, Centrale Holland", welke beide lichamen een half-officieel karakter hpbben, en juist zijn gevormd met het doei om be trouwbare inlichtingen te geren E.WGKANTE1VKLACHT. We ontvingen een schrijven van een •vroegeren Walcheuaar (die als emigrant naar Canada vertrokken is. en die er zich over beklaagt, dat de hemf gegeven inlichtingen van de agenten der Cana dian Pacific Railway een veel te mooie voorstelling van de toestanden daar ga ven. Hij wil er zijn landgenooten op wijzen, dat als men in Canada, wil gaan farmen, men minstens 2000 dollars moet bezitten. Hij schrijft zelf gezien te. heb ben, dat daar mcnschen aankwamen die eerst in Nederland hun bezittingen ver kocht hadden, maar hun geld grooten- dpels verreisd hadden. In de winter maanden heeft de man meestal geen "werk, en moet de vrouw op een fabriek gaan werken om de kofct te| Verdienen. In den zomer gaan ze meestal' samep naar het land. Zijn raad is dan ook. leen uw oor niet aan agenten, maar win eerst in lichtingen in bij familie of bekenden die in Canada zijn Dat is een oude geschiedenis. We heb ben meer van die klachten geihpord. Maar iots wordt daar by vergeten. He laas ook door sommigen die nu het plan vormen om naar Canada te gaan. En dat is, dat men niet familie of bekenden in Canada behoeft te hebben om betrouwbare inlichtingen te krijgen. Daarvoor bestaan adressen in .ons eigen land. Daarom willen we nui nog eents her halen wat al vaak herhaaldi is: wie ii onze eigen provincie neiging heeft om naar Canada te emigreeren, wende zich voor het verkrijgen van inlichtingen tot de Provinciale Emigratie Commissie voor Zeeland, voorzitter mr. R. M. Busseldorp, secretaris II P Staal, beiden te Middel burg. Het adres van laatstgenoemde is Arbeidsbeurs, Middelburg Wagenaar- straat D 78. Deze Provinciale Commissie staat ir relatie met de Néder 1. Verceniging voor Landverhuizing, en mei de Emigratie BINNENLAND HAAGSCHE BRIEVEN, (Nadruk verboden). Terwijl Den Haag onrustbarend groeit en dreigt bet Westland te gaan over woekeren met kleine nette heerenhuis jes op erfpachtgrond, wordt er over het woningvraagstuk in de toekomst gephi- losofcerd. Er schijnen altijd nog menschen te zijn, die het zoo ver willen zoeken, in afwachting tot de tram wordt door getrokken. Er zijn ook wijken waar men een garage vindt voor een niet al te groot wagentje. Doch in de nieuwe wij- j ken lijkt het soms wel, of men te veel j op den groei van de stad heeft gespe- s culeerd, en aan het bittere einde van de Laan van Meerdervoort liggen heele 1 straten die te huur of te koop staan, in j de buitenwijk aan de zee, ten Zuiden van het Ververschingskanaal, waar de radio zijn hooge masten heeft staan, en i waar men de Scheveningers, die nog in hun gezellige dorpskrotjes zitten, mo-1 derner wil laten wdnen, vindt men van die smakelooze buurten van stereotype portiek-woningen, zooals we vlak na den oorlog uit den grond zagen stampen, doch ook in zulke lange risten te huur dat men zich afvraagt: hoe kan dat vol ko men? De Waalsdorpsche vlakte is al aan bebouwing toe, en op dien zandigen bodem schijnt het nette heerenhuisje met een verdieping en een tuintje voor en achter, het best wortel te schieten. Het formaat wordt kleiner, het tuintje neemt af, maar het principe heerenhuis, onder de zinspreuk: „my home is my castel", blijft tieren in onze residentie, die zoo graag een welvarenden indruk wil ma ken. Toch zijn er menschen, die afwijken van dezen goedmoedigen Hollandschen stijl, die naar nieuwe moderne oplossin gen streven, die inzien, dat het geluk der huiselijkheid in een eigen net hee- j renhuisje met een tuintje met een kip- penren en bloemetjes, die je 's zomers-1 avonds zelf begiet, nadeelen heeft, als daar zijn de niet meer te krijgen dege lijke dienstbode, de bel, die moet wor den nageloopen voor minstens tien I schreeuwende fruithandelaren, kooplie-1 den in garen, band en aanverwante ar tikelen, de vertegenwoordigers van alle mogelijke stofzuigapparaten, die elk minstens eenmaal in de week komen vragen of ze deraonstreeren mogen in je huiskamer en nog vele niet te kwalifi- ceeren andere rustverstoorders: en zwa re beproevingen in de dagen der „hul peloosheid" en al wat meer huiselijke beslommering mag hceten. Deze vooruitstrevenden hebben de po- ezie van een eigen woning overboord geworpen en het practische benut, dat de moderne tijd biedt: zij zijn flatbewo ners geworden. Een flat is niet goed koop, biedt zelfs niet eens zeer groote ruimte, maar je koopt alle huishoude lijke ellende voor den wat hoog schij- nenden huurprijs af. De portier filtert je telefoongesprekken van verkeerde aansluiters en menschen, door wie je niet gestoord wilt worden. De algemee- ne keuken voedt je in de dagen, dat je keukenmeid uit is of weg en wensch je geen keukenmeid te houden, dan geeft ze je het dagelijksche maal. Je behoeft geen trappen te loopen en bij gevolg geen traploopers in je tuin te laten afranselen; er is geen bel, die ge- BSftst behoeft te worden, er zijn zelfs geen matjes, die op de daarvoor door de politie toegestane uren geklopt be hoeven te worden. Het eerste flatgebouw leek een ge vaarlijke onderneming, want men meen de, dat de huisvrouw haar arbeid te lief zou hebben, ondanks de moeilijkheden, dat een braaf Hollandsch burgergezin er niet van gediend zou zijn. Doch ziet, het eerste flatgebouw werd een succes en nadien zijn er telkens nieuwe opgere zen, steeds moderner en practischer dan hun voorgangers, volgens de prospecti, die aan hun bouw vooraf gingen althans- Flats zijn beknopte behuizingen voor welgestelde lieden. De groote kolossen verschijnen clan ook in de fraaiste vil. parken, zijn er als het ware pieces milieu. Bitter is de strijd geweest over een flatgebouw op den heuvel van Cats, in het park Zorgvliet, dat overigens al zoo'n aristocratische woonkazerne rijk is. Toch schijnt ook zoo'n flat nog het ware niet te wezen. De Vereeniging van Huisvrouwen heeft zich onlangs eens uitr gesproken over stedenbouw en al wie dit gelezen heeft, moet wel den drang in zich hebben voelen opkomen de stad met den grond gelijk te maken, zoo som ber, zoo bedompt, zoo onhygiënisch wa ren de eindelooze muren, waar geen zon tusschen komt, die onze straten heeten; de ongelukkige verzamelingen hutjes met een halven meter tuin er om heen, die men tuinsteden durft noemen enz De Vereeniging van Huisvrouwen is energiek. Eigenlijk zijn alle vrouwenver- eenigingen buitengewoon energiek, want ik ken er geen, ol in haar bestuur ze telt nog een of meer van die dappere strijdsters, die den modernen vrouwen het kiesrecht hebben gebracht. Die fris- sche strijdlust is nog niet gedoofd. Vroeger streed men voor de rechten van de vrouw, die een huissloof was, die niet werken mocht, maar gedwon gen werd minderwaardige bezigheden te verrichten voor man en kinderen, wier slavin zij was, terwijl zij werkende vrouw in de maatschappij hoorde te zijn. Thans heeft men dit alles anders ingezien en nu elke „flapper" met een diploma Schroevers of Pont „werkende vrouw" is, nu is de leuze bij iedere vereeniging en op iedere vergadering dat cr geen edeler bestaan is, geen nobeler levens taak dan vrouw en moeder zijn Daarom doen al die vrouwenverenigingen zoo veel mogelijk voor de gehuwde moeder, streven naar verlichting van haar taak, opdat ook zij een blijder leven leven kan. Deze vrouwenvereniging heeft nu een modern woningplan, dat ieder moet toe juichen. Men neemt een park dit moet een behoorlijk natuurpark zijn, aiet zoo'n aangelegd, dat altijd onderhouds kosten meebrengt, maar bijvoorbeeld iets als een stukje van het Nationalpark in Zwitserland dat kost dan verder niets, want het behoeft niet zooals andere ter reinen, waar men bouwen wil, verhoogd te worden, van wegen voorzien en wat men noemt bouwrijp te worden gemaakt. Daaromheen bouwt men een parkwo ning. Zulk een parkwoning is van alle gemakken voorzien, nog veel erger dan een flat, en is zoo gebouwd, dat de huisvrouw nooit trappen behoeft te loo pen, terwijl zelfs de lange weg, die zij in de ouderwetsche huizen in de suites moet afleggen, door beknoptheid wordt bespaard. Deze woning is alleen maar om te wonen, dat wil zeggen om te slapen, te eten en te drinken. Op de hoeken van het complex staan geweldige torens, waarin gearbeid wordt, waarin bezems en luiwagens, werkvrouwen per uur, pot ten en pannen, alle mogelijke spijzen en dranken, te krijgen zijn, waar schoenen gepoetst worden „aan voet op stoel" waar gewasschen wordt, gestreken, Idee- ren versteld, gestookt, gekookt, kortom waar de heele huishouding wordt ge daan, op bed-afhalen en stof-afnemen na, waarvoor men een werkvrouw per uur een kwartiertje laat komen. Ook de logé's kan je in zulke diensttorens laten opbergen, je kunt er je kinderen in be waring geven, je poes er gedurende de maand Maart laten logeeren en je hond jes laten luchten. Al deze woningen heb ben bovendien de volle zon en overvloed van frissche lucht, terwijl het park de illusie geeft van volslagen vrijheid en vergezichten van honderden meiers biedt in het ongerepte groen- Alles is werkelijk ideaal, alleen voor één ding ben ik bang, zoo bang zelfs, dat ik me er niet aan zou wagen, en dat is, dat mijn kinderen zouden kunnen verdwalen in het ongerepte park. Thans, nu ik in een straal woon, waar de gevels der straten als gevangenismuren oprijzen, PASTOOR HEÜMANIS'S Geneesmiddelen steeds ook voorradig in het AUeen-depot N V. Apotheek „Coronae" Bergen o. Zoom, Zulvel6tr. 35, Tel. 62, Postgiro 3269, Het groote Pastoor fleu- mann-Boek 362 bis. 160, a/beeldingen ontvangt gratis enJranca ieder lezer, die zijn adres in- zendt aan CoAmsterdam C 87, Staalkade 4, Briefkaart voldoende (Ingez. Med.) heb ik uit mijn erker zoo'n goed gezicht op ze, als ze met hun vliegende Hollan der op 't trottoir spelen v. T. KUNST EN WETENSCHAP Verslag R ij k sar chief 1 h Zee land orer 1926. Aan het bovengenoemde 111 druk ver schenen verslag ontleenen we het vol gende Omtrenl de voortgang der inventarisa tie wond gemeldd at de Rijksarchivaris de bewerking van het Hulster ambacht weder ter hand heeft genomen, daar de Minister bcs.ist heeft dat zij zal worden uitgegeven in één deel met de gereed ge komen inventaris van het archief der vegeer'mg 's Lands van de Vrije te Sluis. Mej Felix regelde de stukken, afkom stig van den lieer Patlist. voor zoover zij geene betrekking hadden op diens func tie als Gedelegeerd Regeeringscommissa ris voor dv Belgische vluchtelingen in Zeeuwsék Vlaanderen eil Wfdck(?r5n. Jlèt zelfde geschiedde met de bijbehoorende couranten, tijdschriften en brochures, nadat deze door mej Versprille waren gesorteerd. Daar pogingen om de verza meling te completccren voorloopig faal den. is met het beschrijven niet langer gewacht en aan het eind van het jaar was de inventaris vrijwel geheel voltooid. Hel stuk zal bij de beschreven beschei den worden gevoegd en komt naar mijne meening. zoo meldt de Rijksar chivaris voorloopig niet voor publicatie in aanmerking, vooreerst onidat de col lectie niet volledig is en voorts mede. onidat zij volgens de bepalingen van het Koninklijk besluit d.d. JJ Januari 1920 110. 33 eerst na lange jaren algemeen toegankelijk zal worden Het archief der rechtbank van eersten aanleg te Zierikseo werd voorloopig ge ordend en beschreven. De overige werk zaamheden van mej Helix worden be- E3 «AM DC GÏTSiJ Hl /AIDDELBVRC3C="E Dappere Dick. "i'Jaar het Engelsch van II. II. JARVIS Vrij bewerkt door G. E. de Lille Hogerwaard. HOOFDSTUK IX. Op Ifecterdaatf betrapt, liet was Zaterdagmiddag en de fabriek was gesloten. Er was een gewichtige voetbalmatch even buiten de stad, en de jongens en mannen hadden er de ge- heele week reeds druk over ge/praat. Het terrein der fabriek was d,us ver laten. Het gestamp en gedreun der ma chines stond stil tot Zondagnacht twaalf uur, wanneer de eerste ploeg arbeiders weer aan het werk zou trekken. Dick voelde zich heel gelukkig, loen hij zijn boterhammen mei kaas cr tus schen uit zijn zakje te voorschijn haal de en die verorberde in de schaduw vau een groote locomotief, welke niet ver van het bureau van den directeur stond- Een paar dagen geleden was de loco motief binnen gekomen om gerepareerd te worden en Maandag zouden de werkv zaamheden er aan gereed, komen. Dick's heldere oogen hadden van al lerlei in de locomotief ontdekt en hij besloot zijn vrijen middag met verdere nasporingen door Ie brengen. Juffrouw Garth was druk bezig met het schoonr maken van haar huisje en had hem niet nóodig, terwijl het voor de Zaterdagsche wandeling met Pat wat later dan anders zou worden. Hij had zijn blauw werkpakje aan, dat vuil was op het eind der week en bej- gon weldra het groote gevaarte te inr specteeren. Het kleinste schroefje boezemde hem meer belang in dan de heele voetbal match. Hij had toestemming gekregen te blijven en Job, de portier, zou hem hel terrein aflaten, zoodra hij met zijn on derzoekingen klaar was. Hij kroop dus onder de locomotief en en bekeek haar nauwkeurig Hij trachtte daarbij de beleekenis en werking van •elk onderdeel te doorgronden- Misschien kwam het door vermoeid heid of door de stilte om hem heen, maar na eenigen tijd viel hij in zijn liggende houding onder de locomotief in slaap. Hoe lang hij geslapen had, zou hij onmogelijk hebben kunnen zeggen. Plotseling werd hij echter wakker van het geluid van naderende stemmen. „En ik zeg je .dan, dat er heelemaajl geen gevaar bestaat. Die f.esch jenever zal maken, dat de oude Job tot van7 avond slaapt, het kleine hek staat open en iedereen is naar de match. Help me even, dan spring ik op het kozijn en ga door hel zijraam naar binnen. Ik heb sleutels en als hel meeloopt, kan ik do teekeningen wegnemen en ze a'lemaal vóór hel donker wordt, laten copieerenl Je krijgt een tientje voor je hulp, zoodra ik ze weer op liun plaals gelegd heb. Zo zullen er nooit achter komen, dat ik de teekeningen gehad heb en daar ik niet van plan ben iets anders aan te raken, zou ik niet weten, wat mij zou kunnen verraden." Dick wisehte zich het zweet van het voorhoofd af, toen hij die stem van Whatman herkende. Voorzichtig keek hij onder de locomotief door en daar zag hij twee mannen met den rug naai" hem toe staan vlak bij het kantoor van den directeur. Ilij wist, dat er plannen bestonden vool" nieuwe niacherieën,, van welker nul en voordeel men groote verwachtin gen koesterde. En hij begreep, dal What man, één der opzichters, dit geheim niet alleen wilde ontdekken, maar hel waar schijnlijk voor veel geld aan derden ver knopen. Allerlei gedachten flitsten plotseling door zijn brein, terwijl hij zonder eenig geruisch te maken zijn schoenen uittrok en uiterst behoedzaam onder de loco motief uitkroop. Als de vamen maar op de pin waren en ilczc lang genoeg tegen stand boden om hun het stelen te belet ten, tot hij zich ongemerkt uit do voe ten gemaakt eu het hek bereikt had? Mei de vlugheid en behendigheid van een kat kroop hij den hoek om, ten einde zoodra hij onmogelijk door de mannen gezien kon worden naar hel kleine hek le hollen, dat een eindje open stond. In hel portiershuisje sliep de oude Job zwaar le.11 gevolge van de jenever, die hij gedronken had. Dick holde het hek door en liep juist tegen een politie agent aan, die wantrouwig keek naai den jongen, die geen schoenen aanhad en geheel buiten adem scheen te zijn. „Kom gauw mee, gauw!" riep Dick, den agent aansprekend, op een wijze, zooals geen enkele misdadiger doen zou. „Ze klimmen het kantoor in en wilflen de teekeningen stelen. Kom toch dadelijk mee 1" „Hoeveel zijn hel er?" vroeg de agent, terwijl hij een teeken gaf aan den man in burgerkleeren, die aan den overkant stond. „Twee". „Goed! Ga dan maar mee en als je mij de waarheid, verleid hebt, zullen wij hen eens vlug inrekenen. Als je mij ech ter wat op de mouw gespeld hebt, zullen wij met jou afrekenen. Denk daar goed aan!-' Dick zag er echter niet uit als een jongen die jokte of verzinsels vertelde en de agent in uniform volgde hem vol ver- trouwen, terwijl de agent in politiek zich bij hen aansloot. Dick woes hun nu den weg, totdat ze bij de locomotief gekomen waren. Eén hunner trapte bij ongeluk op een stuk ijzer, dat op den grond lag en dit veroorzaakte et 11 zacht, rinke end geluid. Verschrikt keek één der mannen om den hoek van liet kantoor. Hij word onmid dellijk gegrepen dooi' den agent in bur gerkleding, terwijl de andere politic agent doorliep en Whatman greep, die juist door het raam naar buiten kwam met een rol papieren in de hand. „Dien hebben we", zei de agent en hij deed zijn gevangene <le handboeien aan. „Jou leclijke, kleine dwarskijker! Jij hebt ons dus verraden!' riep Walh- man wraakzuchtig uit „Dal za ik je be taald zetten hoort Wacht maar. het zal je nog wol eens berouwen 1' De vreemde man, die doodsbleek 1 was, trachtte den agent nog om te koo- pen, maar deze logde hem onmiddellijk het stilzwijgen op Zoodra Dirk nu zijn sschoenen aangetrokken en verteld had, wat hij bij toeval afgeluisterd had, ging de kleine sloel het terrein af. „We moeten dien slaapkop van een portier wakker maken en het hek laten sluiten," zei één der agenten. En na zijn naam en adres opgegeven te hebben, was Dick blij naar huis le kunnen gaan, waar hij veilig zou zijn voor de woedende blikken van Whatman. Toen Dick dien avond met juffrouw Garlh in hel gezellige kamertje zat. zei hij „Ik vond hel vrecselijb, maar ik moest het doen- Ik kon die mannen de papieren toch niet laten stelen, vindt u wel?" „Natuurlijk niet m'n jongen. Je deedt niets anders dan je plicht en je hebt je moedig gedragen. Maar het was een groot geluk voor je, dat ze je niet ont dekten, vóór je. den agent had gewaar schuwd." Het nieuws van den verijdelden dief stal werd spoedig bekend en do fabrieks arbeiders vonden het nog belangrijker dan den uilslag der voetbalmatch. I „Dick Manders is een pientere jon gen" zei de onderdirecteur dien avond tegen Daiuton, „en als de directeur niets voor hem doel, zal ik het doen." „U heeft gelijk, meneer," zei Dainlon uit den grond van zijn hart. ^,Hij is pienter en moedig ook. Met Whatman valt niet te spotten en deze zaak heeft bewezen, dat hij onecriijk is ook. I her innert zich misschien nog wel, dal hij sterk verdacht werd, toen er eenigen tijd geleden zooveel koper vermist werd. „Do ander zal er ook! niet zonder straf afkomen." „Dal geloof ik met u. Maar wat ik zeggen wi.de zou u Dick niet in mijn afdeeling kunnen plaatsen? Ik zóu hem graag een handje ui Hen helpen, al dynk ik, dal hij ook zonder mijn hulp wejj vooruit zal komen. Hij is zoo leergierig e.11 zou den ha,ven nacht blijven opzit ten tun allerlei wijsheid le putten uit mijn boeken over werktuigkunde. En de groolc vorderingen, welke hij in die en- Aele weken op de avondschool in lecke- uen gemaald heeft, zijn werke.ijk buiten gewoon. Ik zou wel willen, dat mijn eigen jongen was als hij." „Zijn oom was een knap werkman," zei de onderdirecteur, ,,'t Was ecu groo te dwaasheid van hem, dat hij zich zoo liet beheerschen door de goudkoorts en in verre landen zijn fortuin ting zoeken, terwijl hij hier zoo'n mooie toekomst had. Ik zal meneer Steffens over Dick spreken en de jongen zal sJcl'lig voor uitkomen." De onderdirecteur had inderdaad oen onderhoud mot meneer Steffens, den di recteur, en het resultaat hiervan was, dal I)ick een sport hooger kom op de maatschappelijke ladder en nu direct on der meneer Dainlon geplaatst werd'. (Slot volgt Voor de Kleintjes DE JONGE GANSJES EN DE LUCIFERS. „Nu hoop ik één ding", zei Moedor Breedsnavel, -,cn dal is, dat als ik weg ben. jullie geen kaltekwaad zult uit voeren." „Nee Moeder dal zullen we niet doen," antwoordden de vier gansjes. „Vuur is heel gevaarlijk! I)enk daar goed aan'" ging mevrouw Breedsnavel voort „Ja, vuur is gevaarlijk!" herhaalden haai- lievelingen. Nauwelijks was Moeder echter uit het gezicht verdwenen, of Donsje, liet oud ste der vier gansjes zei „Kijk, daar ligt een doosje lucifers, iftvtior merkt «>r cuptx v»n. als we met één "okol 'neifertie spelen. En ik weet heel goed, hoe ik het moet afstrijken. Nu moeten jullie eens kijken, wal er ge beurt, als ik het gele puntje langs den kant van het doosje strijk." „Ja, ja, ja!" juichte hel ongehoorza me drietal. In liet volgend ookgenblik slak Donsje een lucifer, af. Petsss! Floep' Ksss Vonken! Vuur'. „Oh, oh, oh!" kermden de gansjes. „Het brandt! liet brandt! Oh, oh, oh!" En terwijl zij huilden en schreeuwden van de pijn, kwam Moeder Breedsnavel thuis. „Wal is hier te doen?" vroeg zij1 op strengen toon. ik zie het all Jullie hebt je mooie, gele jasjes verbrand! Nergens op de heele wcrehll zien de gansjes er zóó Ieelijk uit als jullie nu doen." Maar de/vier ongehoorzame gansjes konden niets anders <lan huilen en met hun \crbraude vleugeltjes klappen. Nog heel, heel lang daarna hadd.en zij erge spijl, dal ze niet gedaan hadgen, wat Moeder gezegd had en van de lucifers afgebleven waren- GR APJES. MET VRAGEN Moeder gaat mei kleinen Dan bij een oude. dame logeeren. Daar de gastvrouw niet veel drukte verdragen kan heeft Moeder legen Ilan gezegd „Denk er goed aan, l-Ianneman, dal je aan tafel alleen pralen mag, «nis je iets gevraagd wordt llan belooft het Moeder. Aan he! desseri vvord't er een prach tige taart binnengebracht. „Mevrouw," zeg! Ilnu nu legen zijn gastvrouw, „wilt u mij alstublieft wat vragen „Zeker, \cnl," antwoordt dp vriende lijke, oude dame- ..Maar wal moet ik je vragen9" „Vraagt u mij alstublieftof ik een stukje van die niooic taart wil hebben."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1928 | | pagina 5