mmm FEUILLETON. B IJ VOEGSEL Woensdag 21 Dec. 1927 Ho. 300 BIKftENLAND. HAAGSCHE BRIEVEN. (Nadruk verboden) Elke groote slad heeft in overdrachte- lijken alf» in werkelijken zin baar licht en haar duisternissen, maar het belang rijke Ilaagsche Bezuidenhoutkwarlier heelt in de laatste jaren van beide toch wel wal te veel gehad Ik denk niet om ten opzichte van onze _,,Bezui- denhout" deze bewering in den* breede uil te spinnen, wil slechts zeggen, dat, nu wij mei onze verlichting op de clec-: triciteil rekenen, onze „centrale, door welke oorzaken ook, meestal toevallige,.; als 't ware juist steeds het Bezuidenhout- kwartier uitzoekt om de menschen een tijdlang in 't donker te zeilen 'O, het Bezuidenhoudkwarüer! Het mag niet meer zijn wat de Bezüidenhout eens was, toen liet groots buiten van graaf Van den Bosch, den man van het In dische „cultuurstelsel'^, „BoschlusL", ver kaveld werd lol voor dien tijd statige heerennuizen; het mag in zijn achterstra ten een wat burgerlijk karakter hebben verkregen; er mogen hier en daar minder geachte dames wonen; het is toch nog steeds, de hemel zij geprezen, want uw brave „ad interim'' woont er, een heel fatsoenlijke buurt Zoodat het Bezuiden- houtlcwarUer er best tegen kan, wil ik maar zeggen, om, onverwacht, voor een paar uur in 't donker gezet te worden kwaad zal er niet van groeien. Maar dit neemt niet weg, dat hel voor zijn be woners toch maar hoogst onaangenaam is om 's avonds een paar uur lang in liet donker te zitten. Je bent aau het lezen of studeeren, je zit genoeglijk bij elkaar le kouten, je hebt je „speefavondlje". .1 fuut! Het licht gaat plotseling uit. -W zit in hel donker en weel niet., wanneer net weer licht voor je zal worden Het kan over een paar minuten zijn, het kan we zen, dat je je lectuur, studie of spel maar voor goed opgeeft. Onze voorouders, onze ouders waren voor het eigenmachtige leven veel betér ingericht dan wij Wij mogen meer licht hebben, maar zij belieerschlen zeLT bun hoeveelheid licht, en zorgden er voor, dal zij nimmer meer of minder licht "hid den dan waaraan zij en hun beurs 'ge wend waren Maar wij., ondanks de waar schuwing van den Heldentenor, dien ik eens, ik herinner mij niet meer iu welke Fransche opera heb hooren zingen: „Dou- to ft la lumiëre, mais ue doute pas h mon amour" „twijfel aan het Licht, maar twijfel niet aan mijn liefdel" ik zeg, ondanks die waarschuwing, is het tegen woordige menschengeslacht lichtzinnig genoeg om niet aan zijn eleclrische lichting le twijfelen... „Gemeentelijke cen trale", hè die op zich genomen heeft om onfeilbaar le zijn, en je daarvoor ook laat betalen, en dan doe j© daarmee zul ke ervaringen op. En, natuurlijk, hel lichtzinnig menschdom van lieden heeft soms niet eens een stukje kaars in huis, zoodat, wanneer het lang duurt, zooals deze week met de bewoners van het Haagsche Bezuidenhoutkwarlier hel ge val was, je ten einde raad maèr in het donker naar lied gaal. Ik zeg, wij bewoners van het Haagsche Bezuidenhoutkwarlier hebben zoozeer een goeden naam bij onze „gemeentelijk centrale'*, dat, als dan toch "het toeval wn, dal er een geheele wijk in hel don ker -gezet moet worden, zij bij voorkeur onzo wijk schijnt uil Le zoeken, waarin bioscoop noch theater of concertzaal ligt, en^zich slechts enkele koffiehuizen bevin den. En nog wil ilc aannemen, dat zij hel niet met opzet doet. Tenmiusllle deze week was de oorzaak haar hceie- maal vreemd, en in hot Bezuidenhout kwarlier zelf te zoeken. Er Ijgt daar na melijk een grool transformatorslalion, waardoor ook de eleclrische Ijjn Rotter dam-Haarlem gevoed wordt. Welnu, in dit station, geheel van zijn omgeving afge sloten, dus tamelijk ongevaarlijk, is tegen negen uur in den avond brand ont staan, misschien door kortsluiting, en daar liad je heli Do Haagsche brandweer deed ditmaal do rest Die goeie brandweer! De brandweer is er om vuur te blusschen en gewoonlijk doel zij dit met water. De Haagschio brandweer beeft voortreffelijke eigen schappen ,doch een gebrek barer deug de ugden is haar overdreven scheui'.ïgheid. Als zij eenmaal begint le spuiten kent zij geen zelfbedwang. Zij zou liever heel een stad onder spuiten dan eem brand niet le blusschen Vondel mag van hel liefdevuur zeggen, dat hel niel door wa ter geblusclit kan worden en ik weet niet of de goede dichter daarin geen ongelijk had! - onze brandweer kent geen vuur, waarvan zij niet overtuigd is liet le kunnen, blusschen door waler. Maar deze brand was dan toch zeer ern stig, docht haar Dit keer begon zij een oogenblik aan baar waler le twijfelen, cn trachlto het vuur te blusschen door zand. Daartoe brak zij de straat open om inélr gauw aan zand ie komen, véél zand. Toch was zij gedwongen tot haar echte blusch- middel terug le koeren, cn 'begon wéér met water Maar, oo<k door het open breken van de straal w as de kabel die de eleclrische lijn naar Rotterdam van kracht voorziet, onder den invloed gekomen van het waterwater, meer water, altijd maar water, en bij de duisternis in bel Bezuidenhoutkwarlier kwam nu de stag natie in het verkeer van en naar Rotter dam Och, Talleyrand had in zijn tijd wed gelijkk, door al wat ambtenaar is te waarschuwen tegen overdreven ambts ijver. Volgens hem moest een goed amb tenaar. om niet gevaarlijk le worden, nimmer trachten naar ijver, want dan liep het, naar zijn ervaring, mis. Men haalt zijn woord gewoonlijk verkeerd aan Hij waarschuwde niet legen overdreven ijver, want dat die verkeerd' is weet ieder. Hij waarschuwde legen ambtsijver, „Surtout pas de zêle", zei du looze vos. Onze brandweer toonde dien avond niet slechts ijver, zij was aangetast door «ver dreven ijver, een brand waardoor dp Bezuideuhout in het donker kwam Ie liggen, schoon liet juist een heerlijk-hel dere winteravond was melwoile maan - de stralen hiel haar donkere vensters, doch met haar wit "maanlicht leken fantas tisch; ecin uilgestorven stad zou je ge zegd hebben, indien niet bier en daar de monschen de straal op waren geloopen om met de hoofden hij elkaar het geval te bespreken Met transformaties a! ion lag geheel geïsoleerd de brandweer lia-1 kun nen rekenen, dal in dit bijzonder geval in de onthouding ook een kracht ligt. Aan genomen, dat zij er is om le branden te blusschen, had zij misschien toch wijzer gedaan om dit hevige, schoon lamelijk on schuldige vuur, dat zijn kwaad al in het begin gedaan had aau eigen woede over to laten en le zorgen, dat de naa^tf-be* kmdendc huizen geen gevaar liepen Niét zoo zijl Zij wilde dien brand blusschen! Maar de brand bluschle tenslotte zich zelf, wanlt een olie vergaarbak was in brand geraakt, cn ieder weel, de brand weer ook, (maar nu stond zij er op haar taak te doem), dat je brandende olie nog gevaarlijker maakt boor haar met water Ie bewerken Enfin, eindelijk kwam er dim toch aan dil vuurgeweld een eind, doch daarmee was hel leed niet gleden, het leed dal allengs heel Den Ilaag zijn deel gaf. Want dil keer was het niet de Bezuidcmhout alleen, die m de jpenaric kwam. De Bezuidenhoul en zijn achter straten zaten wel is waar uren laug in donker, zonder dal er elders een haan naar kraaide, raaèr tegen den tijd, dat de menschon van hun „gezellige avondjes", hoe dan ook, naar huis wilden gaan, was er in de hoele slad geen tram in beweging te brengen, en de anlo's re den als gekken heen en weer. je moést letterlijk voor de chauffeurs op je knieën vallen, of, als je telefoneerde, een gé- ruimen tijd wachten, aleer je er een kreeg. Want nauwelijks was er een in zijn garage teruggekeerd, of hij moest weer uitrijden. Zoo leed dan hot Bezuiden houtkwarlier door dil geval wel het erg ste, maar de heele stad door stonden de memschen toch onverwacht op him neu zen te kijken, vooral wanneer zij ver weg van huis waren het Haagje heeft een oppervlak zoo groot als Parijs!— en zij vonden dan geen middel van vervoer. Om vijf minuten over elf floepte hel licht weer een oogenblik in de Bezui denhoul aan, maar toen was het weer mis tot legen middernacht. Toen kre gen wij weer licht, waarvoor de Be- zuidenhouters tenslotte toch bei alen, en konden de menscben met de laatste trams naar huis gaan Och, wat de Bezuiden- houters betreft het znn lammeren, hee- lemaal niet revolulionnair Zij beta'en toch. ook voor de duisternis, waarin zij een paar uur hebben gezeten. Hel leed was om middernacht geleden, het leed van den modernen mensch,die zoozeer op de moderne verlichting ver trouwt, dat hij geen maatregelen neemt om althans een pak kaarsen in huis te hebben, en die er ook op rekent, dat overal vervoermiddelen voor hem k'aar slaan, welke hem op de onverwachtste oogemblililcen ook kunnen begeven. Ik herhaal onze ouders s'onden veel eigen- machtiger tegenover het leven dan wij en waren veel minder hulpbehoevend in tijd van nood. AD INTERIM PROV. STATEN VAN ZEELAND. A f t r e d e n II J. G. Hartman. In do zitting van gistermiddag ver kreeg, ua de in ons vorig nummer ver melde huldiging van den hqer Hartman, deze zelf het woord. II|et kost spr. moeite to sciieiden. Hij heeft de provincie zien groeien Spr. heeft mei de leden steeds op tie aangenaamste wijze samengewerkt, en Deveell zich aan in aller vriend- scnap en sympathie. Applaus), (In hel verslag in ons vorig nummer van de rede van den Commissaris dor Koningin stond een hinderlijke drukfout, n.l. dat de lieer Hartman iu 1881 wend benoemd lol griffier. In de copy stond, benoemd op de griffie.) Samenstelling a 1- g c m e e n e- en a f - deelingsvers la gen Aan de orde is mededeeling raa Ged. Stalen aangaande de algemeene- en af deel ings verslagen Afdeelingen. In de afdceiingen is door verschillende leden voorgesteld de algemeene-verslagen te doen opmaken door een ambtenaar Kier Griffie. In andere afdeelingen is daar tegen bezwaar gemaakt, daar hierin een belemmering van de vrijheid lot spreken en een gevaar voor de objectiviteit wo|rdl gezien. In een afdeeling wordt voorge steld hel desbetreffend artikel in hel reglement van orde zoo le wijzigen, dat de rapporteurs na het afdeelingsonder- zoek hun verslagen schriftelijk en gemo- •iveerd zullen opmaken, waarmee deze den oag volgend op dien van de beëindi ging van liet onderzoek in alle afdeeljngen Vastgesteld zullen worden. Een der afdeelingen neemt dit voor stel aan, na schrapping der woorden ,,na het afdeclingsonderzoek'", In een andere afdeeling wordt het voorstel zoo gewijzigd, dat gelezen wordt „op een nader te bepalen uur in en dooi' de afdceiingen zullen worden vastge steld". In ceu afdeeling stelt een lid voor het reglement zoo te wijzigen, dat de af- aeelingsverslagen onmiddellijk door den voorzitter dei' afdeeling naar den Grif fier worden gezonden, die zoo spoedig mogelijk een eindverslag doet opmaken en dit naar elk der rapporteurs toe zendt. die dan van hun opmerkingen binnen twee dagen kennis geven aan don Griffier. Door Ged. Slaton wordt in een der af deelingen er op gewezen, dal de Prov Stalen zich slechts hebben te houdeu aan hel reglement van orde. Dc ïoul is, dat cie leden over het algemeen tc weinig, tijd beschikbaar stellen voor hun laak als StatenlidDe leden moeten allereerst voor de bijeenkomsten der Stalen meer fijd reserveeren. Ged Staten beantwoorden de gedane opmerkingen a. v. Naar hunne meening is een wijziging van het reglement van orde niet bepaald noodzakelijk, mits slechts door de leden voldoende lijd aan de behandeling der stukken besteed wordt, en de thans beslaande bepalingen stipt worden nageleefd Mochten de Stalen een wijziging wen- schen, dan voelen Ged. Stalen 't meest voor de laatstgenoemde voorgestelde wij ziging Daarbij blijft het opmaken der afdeelingsverslagen bij de Statenleden Het opmaken van het algemeen ver slag zou door oen ambtenaar kunnen geschieden, mits de slotvaststelhng door de Staten zelf geschiedt. In dien geest zouden Ged Staten een wijziging in het reglement van orde goedkeuren Doch noodzakelijk achten zij die wijziging niet. Do heer Overhoff heeft het eerst bovengenoemd voorstel in de afdeelin gen gedaan Spr. zou gereglementeerd willen zien, dal de rapporten in dte af deelingen moel'en worden gelezen en goedgekeurd Hij dient thans een des betreffend voorstel in. Die goedkeuring moet dan geschieden op den dag na het beëindigen van het afdeelingsonder- zoek Spr. vindt dit beter dan op een nader tc bepalen uur, zooals in. een andere afdeeling voorgesteld is Do heer Adriaans© mtoenl, dal 'V beste is over te nemen hel bovenge noemd denkbeeld van Ged. Staten, wat •rijwel conform zijn voorstel in de af- afdeelingen is Spr. zet dit nader uilecn. Hij heeft bezwaar tegen hel denkbeeld van den heer Overhoff De heer Kodde kon zich mei hel voorsfel-Overhoff vereieuigen, beier als met dat van den heer Adrlaanie Wij moeten zooveel mogelijk trachten het zelf te doen. De heer Overhoff gelooft, dat 't beste is als beide voorstellen worden aangenomen. De heer v d. W a r t bepleit 't voor- stel-Overhoff, aangevuld met 't voor- stel-Adriaanse om het eindrapport op te maken door de griffie. De heer v. D i x h o o r n zou wen- sclien, dat alle ardeelingen op een uni form uur konden werken. De heeren Adriaans© en Kodde repli- ceeren. Het voorslel-Overhoff wordt aangeno men met 2G legen 15 sl/emmen Het voorslel-tlriaanse, gewijzigd door de aanneming van het voorslel-Ovferhoff, ordt aangenomen met 34 tegfen 7 sL Wijziging lcgcs- verordening Aan de orde is het voorstel lot wij ziging der verordening op de heffing en invoering van leges ter Prov griffie In de a face fin gen wordt een bedrag ad f 2.50 voor een verzoekschrift mfet een antwoord van 5 5 6 regels tie hoog geacht. Ook de leges voor cien rijbewijs (f 1.50) acht men te hoog, vooral als men een aanvraag door eien persoon Krijgt voor een rij- en een nummerbewijs, dan wordt dat voor één persoon f 3. In een andere afdleeling vraagt een lid of er voldoende zeklerlieid bestaat, dat van een, aan een militair uitgereikt rijbewijs na opheffing van het dienst verband geen gebruik mleer wordt ge maakt. Hij doet liet denkbeeld aan de nand, aal het rijbewijs na opheffing hel militair dienstverband ter prov. grif. fie wordt ingeleverd- Van de zijde van Ged. Staten wordt overweging hiervan toegezegd. Ook wordt gevraagd ot de legeshfef- fing voor ontneffing van het verbod om afgesloten wegen tie berijden (f2.50), ook betaald moet worden voor eien dupli caat. MARTIN'S VERJONGINGSKUUR. Door RAFAEL SABATINI. Uit het Engelsch door C. M. G. d. W» 32). „Laat mij voorbij!" brulde hij. Maar op hetzelfde oogenblik hoorde hij liet zachte schuiven van een ander wapen, dat uitgetrokken werd, en Rabecqu© was genoodzaakt om te draaien om den woe denden aanval van den heer Gaubprt af te. weren. „Jou leelijke verrader," riep de ver toornde lakei en dat was alles wat zij hem lieten uitspreken. Door sterke ar men werd hij van achteren aangegrepen. Het zwaard werd hem uit de hand' ge rukt. iiij werd met geweld voorover op dén grond geworpen en in een hoek ge duwd door een van d|e pedante heeren, die op zijn rug neerknielde. En toen ging de deur weer open en de arme Ra-< becque kermde van machtelooze ellende, toen hij mademoiselle de la Vauvrage bleek en met wijd geopencic oqgeli op den drempel zag staan bij het aanschou wen van mijnheer de Oondillac, die een diepebuiging voor haar maakte. Zij stond daar een oogenblik tusschen de twee schavuiten die gezonden waren om haar te halen en daar ontdekte zij Rabecque in dien onwaardigen en half verworgden toestand. „Waar waar is ïhijnhcer de Gar nache?" stamelde zij „nij is daar waar vroeg of laat al de genen zullen zijn die zich tcgien den wil van Oondillac verzetten," zei Marius op ■Tuchtigen toon. „Er is' over hem be schikt." „Wil dat zeggen, dat hij dood1, is?" riep zij uit. „Ik geloof dal dit heel waarschijnlijk is," zoi hij glimlachend, ..Zoo ziet u, ma demoiselle. nu de voogd djie de koningin u toegezonden hadu in den steek heeft gelaten, u verstandig znll deen on der mijn moeders dak terug te keuren. Laat mij u verzekeren, dat wij u met blijdschap zullen verwelkomen. Wij ge ven niemand anders dan Garnache dc schuld van uw vertrek en hjj heeft zijn verdiende loon voor de brutaliteit van zijn ontvoering." Zij wendde zich in wanhoop af van dezen spottenden man en jioogde een beroep le doen op den herbergier, alsof hij haar helpen kon, terwijl liij niet een? zich zelf kon helpen „Mijnheer de waard zoo begon zij, maar Marius viel haar op scherpen toon in de rede: I „Breng haar dien kant uit," zei hij en wpes op de gang bij de trap. „Naar het rijtuig Haast u wat." Zij trachtte zich nog le verzetten, maar zij sleurden haar weg en zoo volgden al dc anderen, de laatsten ondjer aan voering van Gaubert. „Yolg ons zoo aanslonds," was zijn laatste bevel aan den man die nojg op Rabecque geknield lag, daarop verdween hij zelf eveneens. Hun voetstappen stierven weg in de gang: cr sloeg een deur op e-n afstand. En daarna stilte, enkel en alleen ver stoord door het geluid van Rabecque's pijnlijke ademhaling; daarna eenig geraas buiten de deur van de herberg; iemand' riep een bevel. Paardehoeven, krakén cn knarren van w iclcn en dadelijk daarop het rammelen van een zv^aren wagen die vlug wegreed. Maar al te goed begreep Rabecque wat er had plaats geliad. De schavuit liet hem eindelijk los, hij sprong overeind cn was weg voordat Rabecque kon opslaan. Toen hij eenmaal overeind stond, ijlde de man naar de deur. Hij zag zijn laatsten aanvaller hard weg loopen, de koets was verdwenen. Hij keek om en zijn spiedend oog vi.el op den herbergier. „Zwijn!" viel hij uit hem uitschelden de om zijn verkropte woede te luch'lén. „O, bang varken!" „Wat had je dan gewild?" zoo veront schuldigde zich de verschrikte man. .^Ze hadden mij mijn keel afgesneden als ik 50-55-4O - SOct p rTv.DouwE Egberts" TABAKS-FABRIEKEN (Ingez. Med.) Ged. Slaten zeggen in hun antwoord, dal de in ae verordening opgenomen bedragen onveranderd zijn overgenomen uit de thans geldenae verordening Zij wijzen er op, dat naast beschik kingen van 5 a 6 regels ook zulke kun nen voornomen, die eenige pagina's cischen, eu dat in elk geval de lengte der beschikking niet sleleds evenredig is aan den arbeia, die voor de afgiftre dier beschikking gedaan moet wordien In verschillende gevalleu moeten auto riteiten gehoord worden, en bovendien do te nemen beslissing niet alleen bij Ged. Stalen, doch ook bij de daarmede belaslbare ambtenaren lier griffie een onderwerp van overweging uilmaken Zoo wordl dus zelfs voor de meest eenvoudige beschikking arbeid door meer din één persoon verricht Bovendien is er materiaal voor noodig. <Een verschil in heffing, afhankelijk van den omvang der beschikking, achten Ged. Staten aaarom minder op zijn plaats. Ged. Staten zeggen met betrekking tot de z g. militaire rijbewijzen indien dit noodig mocht blijken, er zorg voor le zullen dragen, dat die rijbewijzen niet nè het verstrijken van den diensttijd wor den gebruikt. De wijze, waarop hierin voorzien zal worden, behoort evenwel, als zijnde een regeling van internen aard. minder eigen aardig in deze belastingvcrordening thuis Trouwens leder rijbewijs vervalt na ver loop van twee jaren Deze aangelegen heid heeft reeds bij Ged Staten eoiv punt van bespreking uitgemaakt, De vraag bctreficndie de oupHcaal voot hot verleenfeu van ontheffing van hel verboa om afgesloten wegren te 'berij den, beantwoorden Ged. Statiën, dat, hls een vergunning voor een bepaalden ter mijn is verleend, bij het opnieuw vcrlee. nen aier vergunning na het verstrijken van den termijn opnieuw legles worden geheven. De heer v. t Ho ff begrijpt nifct. waarom juist hel Departement van Oor log vrijstelling wordt gegeven Hij wil hier oen zakelijk antwoord op 'hebben, en zal daarvan zijn slem laten afhangen. De heer Onderdijk vindt verschil lende bedragen wel wat hoog. Bij een verzoeksenrift betaalt nu. blijkens liet antwoord van Ged. Staten, de den voor den ander. In 't algemeen komen de le. ges toch nogal heel hoog Spr. zal geien voorstellen doen, hij vvenscht slechts inlicntingen om te zien, of niet op dien (tuur verlaging mogelijk i> De heer Moeiker verecnigt zich met het voorstel vail Ged. Staten met het oog op de inkomsten der provincie. De heer v. D u s s e 1 d o r p z®gt, dat een begunstgiing van het departement van oorlog geen zakelijk motief is. Hij wijst nog eens op de vvenschelijkheid dat niel meer vrijstellingen worden ge- gegeven Spr zal nagaan of er nog een op- weerstand had geboden." Rabecque stortte al zijn gal over hem uit, totdat hij bij gebrek aan woorden wel genoodzaakt was uit te scheiden En toen met een laatste uiting van minach ting ging hij zijn zwaard terughalen, dat in een hoek van dc kamer was neerge worpen Hij bukte daarvoor, toen hij een vluggen voetstap achter zich boorde op den drempel, een vertoornde stem. luid en krachtig sprak zijn jiaam uit. „Rabecque Het zwaard kletterde uil Rabecquie' hand, die plotseling krachtig was gewor den krachteloos van louter vreugde, al liet andere was vergelen bij de ontdek king, dal zijn zoo zeer ge'.iefde mijnhe®: daar gezond en wel voor hem stond. „Mijnheer!" riep hij u:it en de tranen stonden den ruwen vent in de oogen. „Mijnheer!" riep hij weer, en toen ro'.dcn de tranen hem over de wangen, die geél en gerimpeld waren als perkament „O Goddank'" riep hij schreiend. „Goddank „Waarvoor?" vroeg Garnache, de hem naderde met een wcedendj gezicht. „Waar is het rijtuig, waar zijn de soldaten van de wacht? Waar is mademoiselle? Geef antwoord!" Hij greep Rabecque bij. de pols zoo stevig, dal hij dreigde tc breken. Zijn gelaat was doodsbleek, zijn oogen scho ten vuur. „Zij zij stamelde Rabecque. Hij had den moed niet te vertellen wat er gebeurd was. Hij was bang dat Garna che hem zou doodslaan. En toen w as het of zijn angst hem een zonderling gevoel van moed ingaf Hij sprak tot Garnache zooals hij niet ge dacht had ooit te durven spreken en het kan best wezeu, dal bij aan dien loon en aau hetgeen hij zei "zijn I©vCn te- danken had. „Dwaas die gewaarl," riep hij hem toe. „Ik heb u genoeg gezegd, dat u op uw hoede moest wezen. Ik waar schuwde u voorzichtig tc werk tc gaan Maar u wou niet op mij letten. U wist het beier dan Rabecque U wou uwe gCn gang gaan. U moesl luid schreeuwen. En zij hebben u bedrogen, ze 1 nebben u allemaal voor den gek gehouden, mijn heer." Garnache liet de hand van zijn knecht los en ging een schrede achteruit. De reactie van zijn hartstocht en die roudc woorden van een zoo onverwachte zijde, hielpen gedeeltelijk ten minste mede om hem le kalmeeren Hij begi^ep wat er .gebeurd was, wat hij reeds ceii?g»zins had vermoed was zeker gebeurd; maar hij begreep ook, dat hij alleen le beschul digen was, hij en zijn verwcnschte drift „Wie wie hield mij voor den gek?" stamelde hij, ftWttraf vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1927 | | pagina 5