mmm
FEUILLETON.
B IJ VOEGSEL
Woensdag 21 Dec. 1927 Ho. 300
BIKftENLAND.
HAAGSCHE BRIEVEN.
(Nadruk verboden)
Elke groote slad heeft in overdrachte-
lijken alf» in werkelijken zin baar licht
en haar duisternissen, maar het belang
rijke Ilaagsche Bezuidenhoutkwarlier
heelt in de laatste jaren van beide
toch wel wal te veel gehad Ik denk
niet om ten opzichte van onze _,,Bezui-
denhout" deze bewering in den* breede
uil te spinnen, wil slechts zeggen, dat,
nu wij mei onze verlichting op de clec-:
triciteil rekenen, onze „centrale, door
welke oorzaken ook, meestal toevallige,.;
als 't ware juist steeds het Bezuidenhout-
kwartier uitzoekt om de menschen een
tijdlang in 't donker te zeilen
'O, het Bezuidenhoudkwarüer! Het mag
niet meer zijn wat de Bezüidenhout eens
was, toen liet groots buiten van graaf
Van den Bosch, den man van het In
dische „cultuurstelsel'^, „BoschlusL", ver
kaveld werd lol voor dien tijd statige
heerennuizen; het mag in zijn achterstra
ten een wat burgerlijk karakter hebben
verkregen; er mogen hier en daar minder
geachte dames wonen; het is toch nog
steeds, de hemel zij geprezen, want uw
brave „ad interim'' woont er, een heel
fatsoenlijke buurt Zoodat het Bezuiden-
houtlcwarUer er best tegen kan, wil ik
maar zeggen, om, onverwacht, voor een
paar uur in 't donker gezet te worden
kwaad zal er niet van groeien. Maar
dit neemt niet weg, dat hel voor zijn be
woners toch maar hoogst onaangenaam
is om 's avonds een paar uur lang in liet
donker te zitten. Je bent aau het lezen
of studeeren, je zit genoeglijk bij elkaar
le kouten, je hebt je „speefavondlje". .1
fuut! Het licht gaat plotseling uit. -W zit
in hel donker en weel niet., wanneer net
weer licht voor je zal worden Het kan
over een paar minuten zijn, het kan we
zen, dat je je lectuur, studie of spel maar
voor goed opgeeft.
Onze voorouders, onze ouders waren
voor het eigenmachtige leven veel betér
ingericht dan wij Wij mogen meer licht
hebben, maar zij belieerschlen zeLT bun
hoeveelheid licht, en zorgden er voor, dal
zij nimmer meer of minder licht "hid
den dan waaraan zij en hun beurs 'ge
wend waren Maar wij., ondanks de waar
schuwing van den Heldentenor, dien ik
eens, ik herinner mij niet meer iu welke
Fransche opera heb hooren zingen: „Dou-
to ft la lumiëre, mais ue doute pas h mon
amour" „twijfel aan het Licht, maar
twijfel niet aan mijn liefdel" ik zeg,
ondanks die waarschuwing, is het tegen
woordige menschengeslacht lichtzinnig
genoeg om niet aan zijn eleclrische
lichting le twijfelen... „Gemeentelijke cen
trale", hè die op zich genomen heeft om
onfeilbaar le zijn, en je daarvoor ook
laat betalen, en dan doe j© daarmee zul
ke ervaringen op. En, natuurlijk, hel
lichtzinnig menschdom van lieden heeft
soms niet eens een stukje kaars in huis,
zoodat, wanneer het lang duurt, zooals
deze week met de bewoners van het
Haagsche Bezuidenhoutkwarlier hel ge
val was, je ten einde raad maèr in het
donker naar lied gaal.
Ik zeg, wij bewoners van het Haagsche
Bezuidenhoutkwarlier hebben zoozeer
een goeden naam bij onze „gemeentelijk
centrale'*, dat, als dan toch "het toeval
wn, dal er een geheele wijk in hel don
ker -gezet moet worden, zij bij voorkeur
onzo wijk schijnt uil Le zoeken, waarin
bioscoop noch theater of concertzaal ligt,
en^zich slechts enkele koffiehuizen bevin
den. En nog wil ilc aannemen, dat zij
hel niet met opzet doet. Tenmiusllle
deze week was de oorzaak haar hceie-
maal vreemd, en in hot Bezuidenhout
kwarlier zelf te zoeken. Er Ijgt daar na
melijk een grool transformatorslalion,
waardoor ook de eleclrische Ijjn Rotter
dam-Haarlem gevoed wordt. Welnu, in
dit station, geheel van zijn omgeving afge
sloten, dus tamelijk ongevaarlijk, is tegen
negen uur in den avond brand ont
staan, misschien door kortsluiting, en
daar liad je heli
Do Haagsche brandweer deed ditmaal
do rest
Die goeie brandweer! De brandweer
is er om vuur te blusschen en gewoonlijk
doel zij dit met water. De Haagschio
brandweer beeft voortreffelijke eigen
schappen ,doch een gebrek barer deug
de ugden is haar overdreven scheui'.ïgheid.
Als zij eenmaal begint le spuiten kent
zij geen zelfbedwang. Zij zou liever heel
een stad onder spuiten dan eem brand
niet le blusschen Vondel mag van hel
liefdevuur zeggen, dat hel niel door wa
ter geblusclit kan worden en ik weet
niet of de goede dichter daarin geen
ongelijk had! - onze brandweer kent
geen vuur, waarvan zij niet overtuigd is
liet le kunnen, blusschen door waler.
Maar deze brand was dan toch zeer ern
stig, docht haar Dit keer begon zij een
oogenblik aan baar waler le twijfelen, cn
trachlto het vuur te blusschen door zand.
Daartoe brak zij de straat open om inélr
gauw aan zand ie komen, véél zand. Toch
was zij gedwongen tot haar echte blusch-
middel terug le koeren, cn 'begon wéér
met water Maar, oo<k door het open
breken van de straal w as de kabel die de
eleclrische lijn naar Rotterdam van kracht
voorziet, onder den invloed gekomen van
het waterwater, meer water, altijd
maar water, en bij de duisternis in bel
Bezuidenhoutkwarlier kwam nu de stag
natie in het verkeer van en naar Rotter
dam
Och, Talleyrand had in zijn tijd wed
gelijkk, door al wat ambtenaar is te
waarschuwen tegen overdreven ambts
ijver. Volgens hem moest een goed amb
tenaar. om niet gevaarlijk le worden,
nimmer trachten naar ijver, want dan
liep het, naar zijn ervaring, mis. Men
haalt zijn woord gewoonlijk verkeerd aan
Hij waarschuwde niet legen overdreven
ijver, want dat die verkeerd' is weet
ieder. Hij waarschuwde legen ambtsijver,
„Surtout pas de zêle", zei du looze vos.
Onze brandweer toonde dien avond niet
slechts ijver, zij was aangetast door «ver
dreven ijver, een brand waardoor dp
Bezuideuhout in het donker kwam Ie
liggen, schoon liet juist een heerlijk-hel
dere winteravond was melwoile maan - de
stralen hiel haar donkere vensters, doch
met haar wit "maanlicht leken fantas
tisch; ecin uilgestorven stad zou je ge
zegd hebben, indien niet bier en daar de
monschen de straal op waren geloopen
om met de hoofden hij elkaar het geval
te bespreken Met transformaties a! ion lag
geheel geïsoleerd de brandweer lia-1 kun
nen rekenen, dal in dit bijzonder geval in
de onthouding ook een kracht ligt. Aan
genomen, dat zij er is om le branden te
blusschen, had zij misschien toch wijzer
gedaan om dit hevige, schoon lamelijk on
schuldige vuur, dat zijn kwaad al in het
begin gedaan had aau eigen woede over
to laten en le zorgen, dat de naa^tf-be*
kmdendc huizen geen gevaar liepen Niét
zoo zijl Zij wilde dien brand blusschen!
Maar de brand bluschle tenslotte zich
zelf, wanlt een olie vergaarbak was in
brand geraakt, cn ieder weel, de brand
weer ook, (maar nu stond zij er op
haar taak te doem), dat je brandende olie
nog gevaarlijker maakt boor haar met
water Ie bewerken Enfin, eindelijk kwam
er dim toch aan dil vuurgeweld een eind,
doch daarmee was hel leed niet gleden,
het leed dal allengs heel Den Ilaag zijn
deel gaf. Want dil keer was het niet de
Bezuidcmhout alleen, die m de jpenaric
kwam. De Bezuidenhoul en zijn achter
straten zaten wel is waar uren laug
in donker, zonder dal er elders een
haan naar kraaide, raaèr tegen den tijd,
dat de menschon van hun „gezellige
avondjes", hoe dan ook, naar huis wilden
gaan, was er in de hoele slad geen tram
in beweging te brengen, en de anlo's re
den als gekken heen en weer. je moést
letterlijk voor de chauffeurs op je knieën
vallen, of, als je telefoneerde, een gé-
ruimen tijd wachten, aleer je er een
kreeg. Want nauwelijks was er een in zijn
garage teruggekeerd, of hij moest weer
uitrijden. Zoo leed dan hot Bezuiden
houtkwarlier door dil geval wel het erg
ste, maar de heele stad door stonden de
memschen toch onverwacht op him neu
zen te kijken, vooral wanneer zij ver weg
van huis waren het Haagje heeft een
oppervlak zoo groot als Parijs!— en zij
vonden dan geen middel van vervoer.
Om vijf minuten over elf floepte hel
licht weer een oogenblik in de Bezui
denhoul aan, maar toen was het weer
mis tot legen middernacht. Toen kre
gen wij weer licht, waarvoor de Be-
zuidenhouters tenslotte toch bei alen, en
konden de menscben met de laatste trams
naar huis gaan Och, wat de Bezuiden-
houters betreft het znn lammeren, hee-
lemaal niet revolulionnair Zij beta'en
toch. ook voor de duisternis, waarin zij
een paar uur hebben gezeten.
Hel leed was om middernacht geleden,
het leed van den modernen mensch,die
zoozeer op de moderne verlichting ver
trouwt, dat hij geen maatregelen neemt
om althans een pak kaarsen in huis te
hebben, en die er ook op rekent, dat
overal vervoermiddelen voor hem k'aar
slaan, welke hem op de onverwachtste
oogemblililcen ook kunnen begeven. Ik
herhaal onze ouders s'onden veel eigen-
machtiger tegenover het leven dan wij
en waren veel minder hulpbehoevend in
tijd van nood. AD INTERIM
PROV. STATEN VAN ZEELAND.
A f t r e d e n II J. G.
Hartman.
In do zitting van gistermiddag ver
kreeg, ua de in ons vorig nummer ver
melde huldiging van den hqer Hartman,
deze zelf het woord. II|et kost spr. moeite
to sciieiden. Hij heeft de provincie zien
groeien Spr. heeft mei de leden steeds
op tie aangenaamste wijze samengewerkt,
en Deveell zich aan in aller vriend-
scnap en sympathie. Applaus),
(In hel verslag in ons vorig nummer
van de rede van den Commissaris dor
Koningin stond een hinderlijke drukfout,
n.l. dat de lieer Hartman iu 1881 wend
benoemd lol griffier. In de copy stond,
benoemd op de griffie.)
Samenstelling a 1-
g c m e e n e- en a f -
deelingsvers la gen
Aan de orde is mededeeling raa Ged.
Stalen aangaande de algemeene- en af
deel ings verslagen
Afdeelingen.
In de afdceiingen is door verschillende
leden voorgesteld de algemeene-verslagen
te doen opmaken door een ambtenaar Kier
Griffie. In andere afdeelingen is daar
tegen bezwaar gemaakt, daar hierin een
belemmering van de vrijheid lot spreken
en een gevaar voor de objectiviteit wo|rdl
gezien. In een afdeeling wordt voorge
steld hel desbetreffend artikel in hel
reglement van orde zoo le wijzigen, dat
de rapporteurs na het afdeelingsonder-
zoek hun verslagen schriftelijk en gemo-
•iveerd zullen opmaken, waarmee deze
den oag volgend op dien van de beëindi
ging van liet onderzoek in alle afdeeljngen
Vastgesteld zullen worden.
Een der afdeelingen neemt dit voor
stel aan, na schrapping der woorden ,,na
het afdeclingsonderzoek'",
In een andere afdeeling wordt het
voorstel zoo gewijzigd, dat gelezen wordt
„op een nader te bepalen uur in en dooi'
de afdceiingen zullen worden vastge
steld".
In ceu afdeeling stelt een lid voor het
reglement zoo te wijzigen, dat de af-
aeelingsverslagen onmiddellijk door den
voorzitter dei' afdeeling naar den Grif
fier worden gezonden, die zoo spoedig
mogelijk een eindverslag doet opmaken
en dit naar elk der rapporteurs toe zendt.
die dan van hun opmerkingen binnen
twee dagen kennis geven aan don Griffier.
Door Ged. Slaton wordt in een der af
deelingen er op gewezen, dal de Prov
Stalen zich slechts hebben te houdeu aan
hel reglement van orde. Dc ïoul is, dat
cie leden over het algemeen tc weinig, tijd
beschikbaar stellen voor hun laak als
StatenlidDe leden moeten allereerst
voor de bijeenkomsten der Stalen meer
fijd reserveeren.
Ged Staten beantwoorden de gedane
opmerkingen a. v. Naar hunne meening
is een wijziging van het reglement van
orde niet bepaald noodzakelijk, mits
slechts door de leden voldoende lijd aan
de behandeling der stukken besteed
wordt, en de thans beslaande bepalingen
stipt worden nageleefd
Mochten de Stalen een wijziging wen-
schen, dan voelen Ged. Stalen 't meest
voor de laatstgenoemde voorgestelde wij
ziging Daarbij blijft het opmaken der
afdeelingsverslagen bij de Statenleden
Het opmaken van het algemeen ver
slag zou door oen ambtenaar kunnen
geschieden, mits de slotvaststelhng door
de Staten zelf geschiedt. In dien geest
zouden Ged Staten een wijziging in het
reglement van orde goedkeuren Doch
noodzakelijk achten zij die wijziging niet.
Do heer Overhoff heeft het eerst
bovengenoemd voorstel in de afdeelin
gen gedaan Spr. zou gereglementeerd
willen zien, dal de rapporten in dte af
deelingen moel'en worden gelezen en
goedgekeurd Hij dient thans een des
betreffend voorstel in. Die goedkeuring
moet dan geschieden op den dag na
het beëindigen van het afdeelingsonder-
zoek Spr. vindt dit beter dan op een
nader tc bepalen uur, zooals in. een
andere afdeeling voorgesteld is
Do heer Adriaans© mtoenl, dal 'V
beste is over te nemen hel bovenge
noemd denkbeeld van Ged. Staten, wat
•rijwel conform zijn voorstel in de af-
afdeelingen is Spr. zet dit nader uilecn.
Hij heeft bezwaar tegen hel denkbeeld
van den heer Overhoff
De heer Kodde kon zich mei hel
voorsfel-Overhoff vereieuigen, beier als
met dat van den heer Adrlaanie Wij
moeten zooveel mogelijk trachten het
zelf te doen.
De heer Overhoff gelooft, dat 't
beste is als beide voorstellen worden
aangenomen.
De heer v d. W a r t bepleit 't voor-
stel-Overhoff, aangevuld met 't voor-
stel-Adriaanse om het eindrapport op
te maken door de griffie.
De heer v. D i x h o o r n zou wen-
sclien, dat alle ardeelingen op een uni
form uur konden werken.
De heeren Adriaans© en Kodde repli-
ceeren.
Het voorslel-Overhoff wordt aangeno
men met 2G legen 15 sl/emmen
Het voorslel-tlriaanse, gewijzigd door
de aanneming van het voorslel-Ovferhoff,
ordt aangenomen met 34 tegfen 7 sL
Wijziging lcgcs-
verordening
Aan de orde is het voorstel lot wij
ziging der verordening op de heffing en
invoering van leges ter Prov griffie
In de a face fin gen wordt een bedrag
ad f 2.50 voor een verzoekschrift mfet
een antwoord van 5 5 6 regels tie hoog
geacht.
Ook de leges voor cien rijbewijs
(f 1.50) acht men te hoog, vooral als
men een aanvraag door eien persoon
Krijgt voor een rij- en een nummerbewijs,
dan wordt dat voor één persoon f 3.
In een andere afdleeling vraagt een lid
of er voldoende zeklerlieid bestaat, dat
van een, aan een militair uitgereikt
rijbewijs na opheffing van het dienst
verband geen gebruik mleer wordt ge
maakt. Hij doet liet denkbeeld aan de
nand, aal het rijbewijs na opheffing
hel militair dienstverband ter prov. grif.
fie wordt ingeleverd-
Van de zijde van Ged. Staten wordt
overweging hiervan toegezegd.
Ook wordt gevraagd ot de legeshfef-
fing voor ontneffing van het verbod om
afgesloten wegen tie berijden (f2.50), ook
betaald moet worden voor eien dupli
caat.
MARTIN'S VERJONGINGSKUUR.
Door RAFAEL SABATINI.
Uit het Engelsch door C. M. G. d. W»
32).
„Laat mij voorbij!" brulde hij. Maar
op hetzelfde oogenblik hoorde hij liet
zachte schuiven van een ander wapen,
dat uitgetrokken werd, en Rabecqu© was
genoodzaakt om te draaien om den woe
denden aanval van den heer Gaubprt
af te. weren.
„Jou leelijke verrader," riep de ver
toornde lakei en dat was alles wat zij
hem lieten uitspreken. Door sterke ar
men werd hij van achteren aangegrepen.
Het zwaard werd hem uit de hand' ge
rukt. iiij werd met geweld voorover op
dén grond geworpen en in een hoek ge
duwd door een van d|e pedante heeren,
die op zijn rug neerknielde. En toen ging
de deur weer open en de arme Ra-<
becque kermde van machtelooze ellende,
toen hij mademoiselle de la Vauvrage
bleek en met wijd geopencic oqgeli op
den drempel zag staan bij het aanschou
wen van mijnheer de Oondillac, die een
diepebuiging voor haar maakte.
Zij stond daar een oogenblik tusschen
de twee schavuiten die gezonden waren
om haar te halen en daar ontdekte zij
Rabecque in dien onwaardigen en half
verworgden toestand.
„Waar waar is ïhijnhcer de Gar
nache?" stamelde zij
„nij is daar waar vroeg of laat al de
genen zullen zijn die zich tcgien den wil
van Oondillac verzetten," zei Marius op
■Tuchtigen toon. „Er is' over hem be
schikt."
„Wil dat zeggen, dat hij dood1, is?" riep
zij uit.
„Ik geloof dal dit heel waarschijnlijk
is," zoi hij glimlachend, ..Zoo ziet u, ma
demoiselle. nu de voogd djie de koningin
u toegezonden hadu in den steek
heeft gelaten, u verstandig znll deen on
der mijn moeders dak terug te keuren.
Laat mij u verzekeren, dat wij u met
blijdschap zullen verwelkomen. Wij ge
ven niemand anders dan Garnache dc
schuld van uw vertrek en hjj heeft zijn
verdiende loon voor de brutaliteit van
zijn ontvoering."
Zij wendde zich in wanhoop af van
dezen spottenden man en jioogde een
beroep le doen op den herbergier, alsof
hij haar helpen kon, terwijl liij niet een?
zich zelf kon helpen
„Mijnheer de waard zoo begon zij,
maar Marius viel haar op scherpen toon
in de rede: I
„Breng haar dien kant uit," zei hij en
wpes op de gang bij de trap. „Naar het
rijtuig Haast u wat."
Zij trachtte zich nog le verzetten, maar
zij sleurden haar weg en zoo volgden
al dc anderen, de laatsten ondjer aan
voering van Gaubert.
„Yolg ons zoo aanslonds," was zijn
laatste bevel aan den man die nojg op
Rabecque geknield lag, daarop verdween
hij zelf eveneens.
Hun voetstappen stierven weg in de
gang: cr sloeg een deur op e-n afstand.
En daarna stilte, enkel en alleen ver
stoord door het geluid van Rabecque's
pijnlijke ademhaling; daarna eenig geraas
buiten de deur van de herberg; iemand'
riep een bevel. Paardehoeven, krakén
cn knarren van w iclcn en dadelijk daarop
het rammelen van een zv^aren wagen die
vlug wegreed. Maar al te goed begreep
Rabecque wat er had plaats geliad.
De schavuit liet hem eindelijk los, hij
sprong overeind cn was weg voordat
Rabecque kon opslaan. Toen hij eenmaal
overeind stond, ijlde de man naar de
deur. Hij zag zijn laatsten aanvaller hard
weg loopen, de koets was verdwenen.
Hij keek om en zijn spiedend oog vi.el
op den herbergier.
„Zwijn!" viel hij uit hem uitschelden
de om zijn verkropte woede te luch'lén.
„O, bang varken!"
„Wat had je dan gewild?" zoo veront
schuldigde zich de verschrikte man. .^Ze
hadden mij mijn keel afgesneden als ik
50-55-4O - SOct p
rTv.DouwE Egberts"
TABAKS-FABRIEKEN
(Ingez. Med.)
Ged. Slaten zeggen in hun antwoord,
dal de in ae verordening opgenomen
bedragen onveranderd zijn overgenomen
uit de thans geldenae verordening
Zij wijzen er op, dat naast beschik
kingen van 5 a 6 regels ook zulke kun
nen voornomen, die eenige pagina's
cischen, eu dat in elk geval de lengte
der beschikking niet sleleds evenredig is
aan den arbeia, die voor de afgiftre
dier beschikking gedaan moet wordien
In verschillende gevalleu moeten auto
riteiten gehoord worden, en bovendien
do te nemen beslissing niet alleen bij
Ged. Stalen, doch ook bij de daarmede
belaslbare ambtenaren lier griffie een
onderwerp van overweging uilmaken
Zoo wordl dus zelfs voor de
meest eenvoudige beschikking arbeid
door meer din één persoon verricht
Bovendien is er materiaal voor noodig.
<Een verschil in heffing, afhankelijk van
den omvang der beschikking, achten
Ged. Staten aaarom minder op zijn plaats.
Ged. Staten zeggen met betrekking tot
de z g. militaire rijbewijzen indien
dit noodig mocht blijken, er zorg voor
le zullen dragen, dat die rijbewijzen niet
nè het verstrijken van den diensttijd wor
den gebruikt.
De wijze, waarop hierin voorzien zal
worden, behoort evenwel, als zijnde een
regeling van internen aard. minder eigen
aardig in deze belastingvcrordening thuis
Trouwens leder rijbewijs vervalt na ver
loop van twee jaren Deze aangelegen
heid heeft reeds bij Ged Staten eoiv
punt van bespreking uitgemaakt,
De vraag bctreficndie de oupHcaal voot
hot verleenfeu van ontheffing van hel
verboa om afgesloten wegren te 'berij
den, beantwoorden Ged. Statiën, dat, hls
een vergunning voor een bepaalden ter
mijn is verleend, bij het opnieuw vcrlee.
nen aier vergunning na het verstrijken
van den termijn opnieuw legles worden
geheven.
De heer v. t Ho ff begrijpt nifct.
waarom juist hel Departement van Oor
log vrijstelling wordt gegeven Hij wil
hier oen zakelijk antwoord op 'hebben,
en zal daarvan zijn slem laten afhangen.
De heer Onderdijk vindt verschil
lende bedragen wel wat hoog. Bij een
verzoeksenrift betaalt nu. blijkens liet
antwoord van Ged. Staten, de den voor
den ander. In 't algemeen komen de le.
ges toch nogal heel hoog Spr. zal geien
voorstellen doen, hij vvenscht slechts
inlicntingen om te zien, of niet op dien
(tuur verlaging mogelijk i>
De heer Moeiker verecnigt zich
met het voorstel vail Ged. Staten met het
oog op de inkomsten der provincie.
De heer v. D u s s e 1 d o r p z®gt, dat
een begunstgiing van het departement
van oorlog geen zakelijk motief is. Hij
wijst nog eens op de vvenschelijkheid
dat niel meer vrijstellingen worden ge-
gegeven
Spr zal nagaan of er nog een op-
weerstand had geboden."
Rabecque stortte al zijn gal over hem
uit, totdat hij bij gebrek aan woorden
wel genoodzaakt was uit te scheiden En
toen met een laatste uiting van minach
ting ging hij zijn zwaard terughalen, dat
in een hoek van dc kamer was neerge
worpen Hij bukte daarvoor, toen hij
een vluggen voetstap achter zich boorde
op den drempel, een vertoornde stem.
luid en krachtig sprak zijn jiaam uit.
„Rabecque
Het zwaard kletterde uil Rabecquie'
hand, die plotseling krachtig was gewor
den krachteloos van louter vreugde, al
liet andere was vergelen bij de ontdek
king, dal zijn zoo zeer ge'.iefde mijnhe®:
daar gezond en wel voor hem stond.
„Mijnheer!" riep hij u:it en de tranen
stonden den ruwen vent in de oogen.
„Mijnheer!" riep hij weer, en toen ro'.dcn
de tranen hem over de wangen, die geél
en gerimpeld waren als perkament „O
Goddank'" riep hij schreiend. „Goddank
„Waarvoor?" vroeg Garnache, de hem
naderde met een wcedendj gezicht. „Waar
is het rijtuig, waar zijn de soldaten van
de wacht? Waar is mademoiselle? Geef
antwoord!"
Hij greep Rabecque bij. de pols zoo
stevig, dal hij dreigde tc breken. Zijn
gelaat was doodsbleek, zijn oogen scho
ten vuur.
„Zij zij stamelde Rabecque. Hij
had den moed niet te vertellen wat er
gebeurd was. Hij was bang dat Garna
che hem zou doodslaan.
En toen w as het of zijn angst hem een
zonderling gevoel van moed ingaf Hij
sprak tot Garnache zooals hij niet ge
dacht had ooit te durven spreken en
het kan best wezeu, dal bij aan dien loon
en aau hetgeen hij zei "zijn I©vCn te-
danken had.
„Dwaas die gewaarl," riep hij hem
toe. „Ik heb u genoeg gezegd, dat u
op uw hoede moest wezen. Ik waar
schuwde u voorzichtig tc werk tc gaan
Maar u wou niet op mij letten. U wist
het beier dan Rabecque U wou uwe gCn
gang gaan. U moesl luid schreeuwen. En
zij hebben u bedrogen, ze 1 nebben u
allemaal voor den gek gehouden, mijn
heer."
Garnache liet de hand van zijn knecht
los en ging een schrede achteruit. De
reactie van zijn hartstocht en die roudc
woorden van een zoo onverwachte zijde,
hielpen gedeeltelijk ten minste mede om
hem le kalmeeren Hij begi^ep wat er
.gebeurd was, wat hij reeds ceii?g»zins
had vermoed was zeker gebeurd; maar
hij begreep ook, dat hij alleen le beschul
digen was, hij en zijn verwcnschte drift
„Wie wie hield mij voor den gek?"
stamelde hij,
ftWttraf vervolgd.)