lÉlsrpit taal r 1*- P5 3! 1 aatf en. -#=B {el* mm on- rdt. Id. 1.20 45 erg hen ▼rij ider ÏA, en IS. QD k of ohe iter Km. Si. lbt g«a ifb. 145. U*. per aad cL Loa. Een een 'eg, ere IfuL H 'al- jer. str. rkl pr. SE, sa Bij. Iter er- lui- ehu BB - U- m n. w m JL m- TWEEDE BLAD Zaterdag 10 Dec. 1927 No. 291 BINNENLAND. UIT DE PERS. l)e Gas corruptie. De raadsman van den heer van der Stel, mr. B. J. Nöthorn te Zutphen gaf dezer dagen in de „Tel.1' een uiteenzetting omtrent liet wezen en karakter der re- tourcommissies en opzetgelden. In de gasindustrie en andere gemeen tebedrijven was het sinds tientallen jaren een helaas ingekankerde gewoonte, dat de meeste leveranciers aan ambtenaren, die invloed op het geven der leveranciers konden uitoefenen en deze aan een be paalden leverancier toewezen of toe de den wijzen, een van te voren vast be paald percentage van de factuurbedra gen der door hen geleverde goederen de den toekomen. Bij de gasmeters en andere artikelen was dit een vast percentage dat door de leveranciers in hun standaardprijzen ver rekend was; deze prijs bevatte dus den [kostprijs, de winstmarge voor den le verancier, benevens daarenboven het per centage, als retourcommissie voor den ambtenaar bestemd. Bij drie meterfabrieken hier te lande was dat percentage krachtens onderlinge overeenkomst hetzelfde, terwijl hun stan daardprijzen ook gelijk waren. Hier ging do retourcommissie dus van de betrok ken leveranciers uit. Een andere meter- fabriek hier te lande gaf ter wille van de concurrentie echter aan de betrok ken ambtenaren de keuze, hoeveel re tourcommissie zij wilden hebben en deze kon dan tot 20 pet. opgevoerd worden, een percentage, dal men bij andeie me- terfabriekem niet kon krijgen. Om zoo te zeggen kpn men op dei leveranties van alle artikelen die re tourcommissie krijgen, was deze niet in den standaardprijs berekend, zoo kon, men bij de bestelling overeenkjomen hoe veel percent er op den prijs opgezet moest worden als relourcommissic of op- zelgeld. Soms lawaaien ei- op de reeds in den' standaardprijs berekende retourcom missie nog een opzet geld. In Weesp is b. v. gebleken dat in den prijs van een ton .steenkolen een lcwartje retour commis sie zal, terwijler bovendien nog een kwar tje als opzetgeld bij kwam. Hier sneed bet mes dus van twee kanten. Het percentage reiourcommissle dat den betrokken ambtenaar uitgekeerd w erd, was dus niet een deel van de normale winst van den leverancier betgeen hij uit eigen zak betaalde, maar een van le vo ren bepaald en op den prijs gezet bedrag ten behoeve van de personen, die hem bevoordeelden. De corrupte ambtenaren kochten dus veel duurder in dan zij moesten en be hoorden le doem en kochlen tegen veel hoogere prijzen in dan waartegen par.icu- liere bedrijven van dezelfde leveranciers kochten, dientengevolge benadeelden zij met bun „stille vennooten", de leveran ciers, op strafbare, ongeoorloofde eniin- moreele wijze, de gemeentekas, waar voor de belastingbetalers "maar moeten bloeden. In kringen van directeuren en hun ondergeschikten was dit een publiek ge heim, zoodat men met vrij groole zeker heid mag aannemen, dat het aan n^e- noeg iedereen bekend was. Nairn de be trokken ambtenaar de retour oommissie niet aan, dan bezorgde bij den leverancier een extrawinst en benadeelde tevens zijn: gemeente. Dergelijke personen zijn moreel schul dig, daar zij te laf waren de waarheid te openbaren. Beambten en directeuren die niets ge noten benadeelden door te zwijgen hun gemeenten in den loop der jaren voor duizenden guldens. Onder de z.g.n. eigenlijke opzetgelden zijn te verslaan de bedragen diie door <len leverancier op zijn levcranlie- of aarrae- mangsprijs gezet werden voor den direc teur na gepleegd overleg met dezen. De gemeenten werden op deze wijzé bij de levering of aanbesteding van bui zen, gasovems, gashouders, ketels enz. voor tonnen gouds benadeeld. Opzetgel den van f 75.000, f 50.000, f '10.000 zijn geen unica, maar belaas veel voorko mende feiten. PASTOOR HEUMAM'S Geneesmiddelen steeds ook voorradig i?i het Alleen-depot NV. Apotheek „Coronae" Bergen o. Zoom, Zulvelstr. 35, Tel. 62, Poatgiro 3269, Het grootc Pastoor Heu- mann-Boek 352 blz.150, afbeeldingen ontvangt gratis en franco ieder lezer, die zijn adres m- z endt aan L. Heumann en Co, Amsterdam C 87, Staalkade 4, Briefkaart voldoende. (Ingez. Med.) VOOR DE HUISVROUWEN. Het juiste Woord. Er was een glorieus en toch intiem gereserveerd diner, dat begon met oes ters en, of, kaviaar en dat eindigde met een gekleurde noga en ijsbombe, waar onder een fantastisch lichtje brandde en omspoten door ragfijnen suikerdraad en deze door zilver, kristal en orchideeën luisterrijke disch, werd omkranst door zes smoking heeren, wat intiemer en ge distingeerder nu heet dan een half do zijn rokken, en door een zes gebobte dames met mouwlooze, spinweb-glins terende japonnen en feilloos opgemaakte' aangezichten, zoo lenteachtig overwaasd van bescheiden rouge, crème de mouson en veloulé dixor combinaties, de je ge rust kon zeggen, dat hier de kunstmatig heid de natuur overtroefde en leeftijd een volkomen weggedoezelde factor werd. Maar er was één meneer, die den zestig al gepasseerd was en hij had een onmodisch, kwiek kuifje boven een ver trouwen wekkend oud-kapiteinsgezicht en zijn lorgnetoogen keken wel heel hel der en oprecht en soms dwars door alles heen en dat laatste is on-mondain, waar een neveltje illusifes doet behouden. En nu wilde het lot, dat zijn vis a vis, waar mee je meestal meer contact hebt dan met de elleboog-tafelgenoot, een uiterst levendige, uiterst charmante weduwe was, wat twee dunne gladde ringen aan haar mooie handjes deden vermoeden en wellicht ook de meewarigheid van haar vonken schietend^, zwart pailletten toi let, waaruit hals en armen als zwanen dons blankten. De weduwe beheerschte een mondain pension waar de co-edu- catie in al haar weelde bloeide en haar stuurmanskunst en menschenmin waren alom bekend en bewonderd en haar leef tijd werd (door het vrouwendom speciaal) alom gegist en misraden. Want zij was een niet jonge vrouw, doch jeugdiger dan het eerste jaars meisjes-studentje, dat zij te bemoedigen en te bemoederen wist en naar veilige haven deed koersen. Zij was een volmaakte vrouw en dus beminnelijk ijdel. Zij amuseerde, coquet- teerde, complimenteerde al naar het mo ment dit meebracht en de zeekapitein bemediteerde in stilte hoe goed zij zijn boottafel gerecipieerd zou hebben en of de tijd nog wel ver zou zijn, dat een vrouw de brug zou bestijgen en Oceanen beheerschen Aan moed, tact en navi- gatie-talent ontbrak het déze waarachtig niet. En daar zij snel en feilloos intuï tief gevoelde hoe haar charme fijner geurde dan die der grootste, zich naar hem toenijgende orchidee, weefde zij luchtig in haar gesprek: „Ja, mijn doch ter en ik worden overal voor zusters gehouden eq de cri de coeur van den overkant „mevrouw, hoé is het moge lijk, mij zal het niet overkomen....", daar voor zijn geestesoog het lat-dunne, paardrijdende, twintig jarig meisje oprees, missend voor hem alle natuurlijke beko ring. Hoe kan een scheef geplaatst compliment, een discours reddeloos bre-1 ken hoe kan een toegestoken, fluwee- lig poezepootje, tot nagelklauwtje wor den als het geëischte weerwoord ver keerd geformuleerd blijkt. En nog den volgenden dag, toen hij ontdaan van smo king en lakschoenen en gehuld in een duffelsch jekkertje haar straat doorbeen- de, had hij nog niet gevonden de toover- formule, die haar als vrouw en moeder volkomen hadden bevredigd en bleef het „een lastig geval" zonder oplossing. Het juiste woord, zal altijd een lastig geval blijven, eerstens om de waar heid te vinden, die toch altijd bij de vrouw zeker, van subjectieve emotie overgoten blijft en tweedens ze zoo te uiten, dat de ander haar verdragen en liefst ook waardeeren kan. Altijd zal het gezegde: „Nur die Lumpen sagen die Wahrheit", een zeker recht behouden in conversatie- en debat-kringen. Er zijn natuurlijk rechtzaal- en andere gevallen, waar de meest strikte waarheidszin, moreele eisch en plicht zijn. Maar o, dat kwetsen uit een soort waarheids drang die nauw grenst aan onbeheerscht- heid, dat fantasieloos rechtuit praten, waarin de Noorderlingen maar al te zeer hun kracht zoeken en ze je klakkeloos in je gezicht zeggen, hoè leelijk ze je nieuwen mantel vinden, waarmee je nu juist stil-glorieus rondwandelt. Maar, het is raar gesteld met de waarheid in zak formaat, want al dit klein gepruts heeft niets van noode met de groote waar heid, waar ieder naar zoekt, zwijgend, en verdiept op eigen wijze en waar het uit is met schermutselen en debat- teeren.... Maar over die andere, kleine waarheid van allen dag nog een enkel woord. Er is een aardige, wat ouwer- wetsche plaat„Ikke grootste", een snoezige, kort gekouste, wit gejurkte dreumes zich op de teenen rekkend om hoog naast den doodgoeden, roerloozen reuzen hond, die met zijn zachte oogen goedmoedig óver haar hoofd heen ziet „Ikke grootste" een geweten zelfbe drog, doch alleen te corrigeeren door een lieve moederstem „Kijk eens goed kinje Bello is nü nog grooter." En iemand schreef 26 brieven en vroeg toen om een weerwoord, om verwijzing naar feilen, fouten en gebreken. En uit de stad van 20.000 menschen kwam één lang schrijven en die brief was een kleine aai, maar toen een groote klap om de ooren die tuitten En zij, die om fouten en aanwijzingen gevraagd had en ze nu grif toegestuurd kreeg, was kwaad en dacht: Huisvrouwen zijn akelige men schen en ik wil mijn eigen weg bewan-, delen en niet zoo recht gezet worden. En den volgenden dag nam zij den brief weer op en dachtZij schrééf tenminste zij gaf zich moeite èn ik behoorde ook volslagen huisvrouwelijk te blijven en niet aldoor te fladderen En den derden dag dacht zij: Zij heeft volkomen gelijk, maar ik toch ook een beetje en een mensch wil wel eens een goed cijfer voor vlijt en vorderingen op ijzerhandel, MIDDELBURG. Goed Goedkoop Zoo juist ontvangen de nieuwste Figuurzaag- en Snijplaten Gereedschappen Roestvrije Messen Friedr. Herder. (Ingez. Med.). zijn rapport zien en dan is het voldoen de, met kans op zakken, niet leuk. En toen was er heelemaal geen tijd voor bedenksels, want er moest gauw een stukje in de bus, alles was te laat, want 't was Sint Nicolaas geweest en er was voor niets tijd alle kasten moes ten opgeruimd, het lak gekrabbeld uit je zegelring, en bedank-liedjes gezongen in den schoorsteen. En de wijze Sint vaart weer terug naar het vuile, zonnige Spanje, waar je oliebollen en appelbeignets zoo maar in de zon bakt. En ik weet een héérlijk Spaansch re cept, maar ik zeg het lekker niet. GEMEENTERAAD VAN TERNE Ij ZEN. In de Donderdag gehouden vergade ring waren met uitzondering van den heer Van Dijke alle leden tegenwoordig. Naar aanleiamg van in een vroegere vergadering door den heer Van Aken gestelde vragen omtrent uitbetaling van werkloon in vergunn ingsio ka li t e i t e n deelde de voorzitler medje, dat een nader ingesteld nauwkeurig on derzoek tot de conclusie heeft geleid dat geen wetsovertredingen plaats heb ben. De heeren Scheele en van Aken meenden, dat er in dit opzicht toch nog toestanden beslaan die de werk lieden aanleiding geven tot verteringen in herbergen bij de ontvangst van loon en dat het overweging zou verdienen daarin verandering le zien te brengen door beschikbaarstelling van een loka liteit vanwege de gemeente. De heer van Driel en de voorzitter herinnerden aan de besprekingen die hierover in vroe gere jaren al hebben plaats gehad en die geen resultaat konden.opleveren De bezwaren zijn van dien 'aard, dat men van wege de werklieden dan liever aan den beslaanden toestand de voorkeur geeft. De uitbetalingen hebben plaats zonder dat de werklieden tot het maken van verteringen genoodzaakt worden De Hier langs af te knippen en te bewaren v UffilNDEirVBLADG van DE MIDDELSVr\Csc=ME A MSN: 7RANT, _j jifi Wat de Pad riep. (Slot). Maar toen nu Wim zag, dat Nila weer lachte, was zijn angst even vlug voorbij. Ileel boos keek hij haar aan en vroeg: Waarom liet je ons niet kalm de pad dooden? Als jij je er niet mee had bemoeid, zou de steen jou niet geraakt hebben Nita begon te huilen, toen Wim op dien ruwen toon lot liaar sprak. Dit vonden Itu en Ansje wat :\I te erg. Ze liepen op Nita toe en brachten haar naar de serre, waai- grootmoeder in 't zonnetje zat. De oude blinde dame hooi-de de kin deren over het grind loopen. „Ben jij daar, Nita?" vroeg ze. „Ja, grootmoeder, ik ben het met Ru en Ansje." „Wat is er gebeurd, dat jullie op eens zoo stil waren?" vroeg weer de oude dame. „Eerst hoorde ik jullie zoo vroolijk spelen en daarna was het op eens zóó stil, alsof er een ongeluk.f ,,'t Was misschien, omdat ik mijn hoofd aan ben steen heb gewond, groot,- moedev", zei Nita haastig. „Maar het is niet erg, hoor!" „Kom eens bij mij, kind", sprak do oude dame. Vlug trok toen Nita de aaneengef- knoopte zakdoeken af en liep op haar toe. Grootmoeder's hand betastte toen haar voorhoofd en daarna vroeg ze: „Viel je op een steen, kindlief?" „Neen, ae steen viel op mij, grootmoe der", zei Nita. Grootmoeder vroeg niets meer; ze belde alleen dehuishoudster, en toen die was gekomen en de vrij diepe wond op Nita's voorhoofd zag, nam ze het kind dadelijk mee, om haar te verbin den. En hoewel Nita haar verzekerde, dat Ru en Ansje geen schuld hadden, joeg juffrouw Brons, de huishoudster, beiden toch naar huis. Een uur later wisten toen reeds alle kinderen, hoe lief Nita was geweest en hoe ze gezwegen had, en niets had ver teld, zelfs niet had gesproken over de pad. Doch al had Nita gezwegen, toch wisten de drie oude vrouwtjes het ge- heele geval. ,,'t Is zoo jammer, dat die lieve Nita altijd met dien naren Wim en zijn zusje speelt", sprak éón der vrouwtjes, ,,'t Zijn hartolooze kinderen allebei- „We moeten het St. Nicolaas vertel len", zei No. 2. „Neen, ik weet iets beters", lachte No. 3. „Wacht maar totdat de Sint in aantocht is, dan gebeurt er wat 't Was op den vierden December, dat de drie oude vrouwtjes weer door het bosch liepen. Ze spraken over St. Ni colaas en over de groote kisten vol lekkers en speelgoed, die nij had mee gebracht. „Wel prettig, dat hij dit jaar zooveel prachtig speelgoed heeft meegebracht", zei het eerste vrouwtje. Terwijl de oude vrouwtjes zoo over den Sint spraken, liep ook Wim Groes in het bosch en wel vlak achter het drietal, ,,'k Moet toch eens hooren, waar over de tooverheksen spreken", dacht hij. En toen nu de oudjes juist stilston den, klom hij1 in een boom. Daar hoorde hij weer het tweede vrouwtje „Zes auto's waren er noodig, om alles in het hotel te brengen „In welk hotel logeert St. Nicolaas?,. vroeg het derde vrouwtje, en ze keek naar den boom, waarin Wim zat. „In het Zwarte Paard" was het ant woord. „Dat heeft hij ons toch zelf verteld! We moeten ons haasten, hoor, want we zouden hem vanavond immers gaan vertellen, waar de zoetste en braaf ste kinderen wonen Vlug liepen toen de drie vrouwtjes voort. In een wip was Wim uit den boom. Hij wist nu genoeg! Op een holletje loopt hij' het bosch uit en naar het hotel, waar St. Nicolaas logeert. Hij ziet daar werkelijk eenigc auto's staan, en bij éón daar van staal een jongen, die op Piet, Sint's zwarte knechtje, gelijkt. Juist neemt hij het laatste pak, dat heel groot is, uil de auto en draagt het 't hotel binnen. Wim's hart klopt, half van angst, half van vreugde, dat hij zelf misschien den j Sint zal kunnen spreken, vóórdat die, oude vrouwtjes dit kunnen doen. Be denken moet hij iels, daarom loopt hij1 eerst even om het hotel lie|en. Daar ziet hij Sint's scbimmeltje staan. Hè, als St. Nicolaas nu maar even buiten kwam, dan zou hij hem vragen of de Sint mor genavond het allereerst wilde komen in villa Erica. Juist komt Pieler weer naar buiten. „Hij zal mij wel dadelijk bij St. Ni colaas brengen, als ik het hem vraag", demtl Wim en hij loopt heel brutaal op het zwartje toe en vraagt: „Is u de knecht van St. Nicolaas?" „Om u to dienen, jongenheer", is het beleefde antwoord, „wat wenscht u?" „Ik wilde den Sint wat vragen", zei Wim. „Mijn meester rust; hij is vermoeid, en ik mag hem niet wakker maken", zegt Piet. „Maar ik ik wil hem uw bood,- schap wel overbrengen, als 't moet.,." „Och, ik wilde den Sint alleen vragen, om als hij morgenavond de kinderen uit dit dorp bezoekt, het allereerst in villa Erica te willen komen. „Moeten de kinderen daar dan zoo1 vroeg naar bed?" vroeg Piet. „Is cr; soms één ziek?" „Weineen", lachte Wim, „mijn zusje en ik zijn zoo gezond als een visch. Maar ik heb zóóveel op mijn verlang lijstje gezet, dat ik graag wilde hebben, en als de Sint nu eerst bij anderen komt, geeft hij misschien dat, wat i k wenschte, weg „Je bent een inhalig baasje", brom de Piet. „Maar ik zal mijn meester je boodschap overbrengen. „Ja, maar 't is 's avonds zoo donker op den weg, waar onze villa staal", begon weer Wim. „En verbeeld je eens, dat de Sint ons niet vond? O, ik weet al wat", ging hij voort, „ik maak een rieten fluitje, en als je nu hqort, dat iemand fluit, dan zeg je tegen St. Nico laas: „t7 moet het allereerst daar heen gaan, Sinterklaas. „Wel, dat is best", lachte Piet. „En ga nu maar naar huis, jongenheer, anders worden je ouders ongerust11. „O, die weten niet eens, dat ik hier ben", zei Wim. En toen liep hij vlug heen, want hij wilde een stevig stuk riet gaan zoeken, om een fluitje te snij den. een fluitje, waarvan men het geluid heel ver zou kunnen hooren. De avond van vijf December was heel donker. Geen sterretje flonkerde adn den hemel, en 't was zóó doodstil op den weg, dat men 't minste geluid reecis van verre kon hooren. Zoo hoorde dan ook St. Nicolaas, toen hij langs de villa reed, zulk een vreemd geluid, dat hij, noch Piet, lette op het schjrïlle gefluit, dat van uit één der vensters van villa Erica naar buiten drong. Het vreemde geluid werd gemaakt door een groote pad, die in den tuin van Nita's grootmoeder, rustig in het gras zat. Ook Nita hoorde het. „Luister eens, grootmoeder, hoe de pad van avond roept! We krijgen zeker sneeuw of re gen." spralc ze lachend. Terwijl Nita aan de pad dacht, die zij eens het leven redde, vroeg St. Nicolaas aan Piet: „Fluit die inhalige, ondeu gende Wim Groes zoo luid?" „Neen, goede meester", was het ant woord, ,,'t is een pad, die zoo luid j roept. Zij wijst ons den weg naar een andere villa, waar een lief meisje woont. Zij redde eens het leven der pad./." „Is z ij dan het lieve meisje, waarvan de drie oude vrouwtjes mij hebben ver teld?" vroeg St. Nicolaas. „Dat is zij, goede meester", antwoord de Piet. „En u moet dat meisje eens 1 héél blij maken Nita was er stil van, toen op eens St. Nicolaas en Piet in nuis kwamen, en haar zóóveel lekkers en boeken en speel goed gaven, dat zij er verlegen meie „Neen, dat kan toch niet allemaal voor mij alieen zijn", zei ze zacht tot grootmoeder. En St. Nicolaas. die 't hoorde, sprak: „Lieve Nita, 't is alles voor jou. 't Komt door de pad, weet je? Zij riep ons toe- „Breng toch heel veel aan Nita; ze heeft mijn leven gered!" „O, die goede pad!" riep Nita „Ik zal voortaan altijd de arme, kleine die ren bescnermen!" ,Doe dat, Nita", sprak vriendelijk St. Nicolaas, en daarna ging hij heen, ora nog meer kinderen gelukkig te maken. Onderweg sprak hij met Piet zóóveel over Nita, dat hij Wim's fluitje niet hoor de. Zoo kwam hij dan ook het aller laatste, in plaats van het allereerste, op villa Erica aan. „Kom, Piet, waar zijn de geschenken voor Wim en zijn zusje?" vroeg hij. „Acn, goede heer", zuchtte Piet, „er zit nog maar één doos chocolade en één andere doos in den zak: een doos mei rieten fluitjes!" Toen kreeg Elsje de doos met choco lade En Wim kreeg.de rieten fluitjes 1 TANTE JOH. De Wintervorst door C. E. DE LILLE HOGERWAARO. De Wintervorst met witten baard Had heide handen vol In één nacht viel de winter in - Do ltind'ren vonden 't dol I Hij blies het water in de gracht Op eens geweldig stijf En bromde. Ha, 't bevalt me hier 'k Denk, dal 'k in Holland blijf' - De boomen zijn nog kaal, maar wacht I Ik trek z' een jasje aan - Van witten ijzei. 't Past precies, Wat zal dal keurig staan - En op d© ramen leeken ik - Ijsbloemen, heel apart, - Mijn liev'lingskleur is smetloos wil 'k Houd niet van somber zwart. - Ook bracht 'k een massa witte sneeuw Mee uit het Noorderiand.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1927 | | pagina 5