B IJ VOEGSEL FEUILLETON ir en an de 46. 8 rand Tuin, leiding bert. pgbnr. IA.". Vrijdag 9 Oec. 1927 Mo. 290 zaglijk ontwikkeld. Omvangrijke groepen van ons maatschappelijke leven worden door die organisaties beheerschl. Men denke slechts aan landbouw vereenig Ln- gen, vakorganisaties, werknemersbonden, middenstandsvereenigingen. Het bestaan van die buitengewoon in vloedrijke organisaties wordt in onze staatsinrichting niet erkend. Er zijn lan den, waar althans eenige beteekenls aan enkele andere uit de maatschap pij opgekomen organisaties wordt ge geven door in de Eerste Kamer, Senaat or Iloogerhuis vertegenwoordigers op te nemen van de groote kerkorganisaties, de .universiteiten Bij ons is ook dit niet hel geval. Maar al wordt het bestaan dier orga nisaties niet door een wetsartikel er kend, in de praktijk is die erkenning er wel degelijk' Bijna geen belangrijk wetsontwerp wordt ingediend, zelfs geen belangrijke algemecne maatregel van bestuur wórdt afgekondigd, zonder dat een of meer dier algemeene organisaties vooraf wor den gehoord. Vooral de oorlogsjaren hebben dat vragen door de regeeering van 'adviezen aan de organisaties op het speciaal bij die wellen en besluiten be trokken gebied, enonn ontwikkeld. En dat' is zoo gebleven. Zelfs zijn fer licha men geschapen, die zoo ze al geen wet- telijken grondslag hebben, toch door zeer hechten band aan de regeering ver bonden zijn. Het sterkste voorbeeld van de fei telijke erkenning van die maatschappe lijke organisaties is wel de Hooge Raad van Arbeid, waarin naast de ambtenaars leden en een twaalftal sociaal-economen, ook zitting hebben tien leden, voor wier benoeming de Minister overleg pleegt met werlfgeversbonden, en tien leden waarvoor overleg is gepleegd met vak- centralen van arbeiders. Dal lichaam berust nbg steeds niet op een wet, maar op een Koninklijk besluit. En de klachten over de onbevredigende TOEKOMST- MOGELIJKHEDEN. De gedachtenwisseling over hel fas cisme vraagt vanzelf een vervolg. Want tegenover onze waarschuwing legen hel fascisme als remedie tegen vele kwalen, die wij hier ook erkennen, kan met recht gevraagd wordenwat wilt gij dan? We willen daarover hier wel enkele gedachten forrpuleeren, zij het ook slechts als een aanduiding van moge lijkheden. We beseffen ook, dat dit voorloopig nog praten in de ruimte is, nu alle partijen nog blijven voortbor duren op hel oude stramien. Misschien is het echter niet louter toe val, dat dezer dagen in de Standaard in een hoofdartikel werd herinnerd aan hel oude beginsel der Anti Revolulionnairen om inplaals van het individiueele stem recht van thans een liuismauskiesreclil te stellen, waarbij wordt uitgegaan van de gedachte, dal onze maatschappij is opgebouwd niet uit individuen, maar uit gezinnen. Een feit is het, dal lang niet alleen de Anti Revolulionnairen het een fout achten, dat ieder kind in een ygezin, zoodra het hoven zekeren leeftijd is, ook medezeggingschap krijgt bij verkie- wevkv»ujzc nebben onlangs nog geleid gen. En heel velen voelen het als iels jtot eeniSe w ijzigingen ongerijmds, dat ieder persoon een slem Maar wanneer de praktijk van thans, krijgt, die voor Allen precies dezelfde beslaande in hot geregeld vóóraf vragen waarde heeft, zonder eenig verband met j van advies aan zulke lichamen zich ver zijn maatschappelijke beteekenis. i der ontwikkelt, dan zijn \ve ook dicht Toch is er geen sterveling, die zal hij den toestand, dat die vóóraf geraad- ontkennen, dat bijv. een vakboudleider,pleegde vertegenwoordigingen van de een bedrijfsleider, een gestudeerde man maatschappelijke organisaties méér wer- of vrouw meer inzicht in zaken van kelijken invloed hebben dan de achteraf openbaar belang bezitten dan een los j beslissende Staten-Generaal, wier leden werkman die niet eens een vak kent of dan nog vaak het belemmerende nadeel een werkvrouw die nooit een courant hebben, dat ze niet op dat gebied des- in ziel. j kundig zijn En dan kiln het ook niet Maar sedert in 1848 de grondslag werd lang meer duren of er wordt uitvoering gelegd voor het individueele kiesrecht, j gegeven aan de mogelijkheid die bij de is men er nooit in geslaagd een grens- jongste Grondwetsherziening werd ge- lijn te trekken, die niet grof onbillijk I opend door het nieuwe artikel 194: „De was tegen groote groepen van per so- J wet kan aan andere dan in de Grond- nen. Dat was duidelijk bij het census- wet genoemde lichamen v e ro rd e n e n- stclsel, maar ook bij hel kenmerken- d e bevoegdheid géven." Dus bui- stelsel van v. Houten. En toen men de ten de Kamers, de Prov. Staten en den vrouwen wilde toelaten tot de stem-Gemeenteraad om bus, is er eerst wel een neiging geweest om voorloopig onderscheid te maken, j Geeft die in werkelijkheid reeds bij maar ook al weer de zeer groote moei- ons beslaande toestand niet een uitzicht lijklieid om een billijke grenslijn te trek- op mogelijkheden, die beter rekening ken, noopte tot het toelaten in eens houden met de realiteit van ons eigen van allen. Dat was de logische voortzet- j maatschappelijk leven, dan -de alleen- ting van het beginsel van '18. j heerschappij van de partij-politiek in Maar het is ook waar, dal de kwade'onze Kamers? gevolgen van het „allemanskiesrecht" j En geeft zulk een ontwikkeling van toen in geringeren omvang werden ver- wat bij ons reeds beslaat niet meer ver wacht, dan ze in de praktijk naar veler i trouwen in blijvende resultaten dan hel meening gebleken zijn. j blindweg overnemen van Italiaansch fas- Zal nu bijv. van Anti Rev. zijde gepvo- cisme of iets dergelijks? En is het ook beerd worden om terug le keepen naai' niet meer in overeenstemming met on- '48, door hel individueele kiesrecht te zen nucnteren aard om geleidelijk uit le vervangen door het organieke kiesrecht? gaan van net bestaande, dan met geweld Het is waar, dat ze onder Minister Corl hel eene volksdeel te dwingen om aan van der Einden zich met het algemeen het andere te gehoorzamen 1 kiesrecht hebben vereeuigd, feitelijk in Naar onze vaste overtuiging staal ons ruil tegenover een volledige tegemoetko- regeeringsstelsel niet stil bij hel alge- ming aan hun onderwijswenschen. Maar meen kiesrecht als bij een eindpunt, een herleving van die gedachte blijft toch maar ontwikkelt hel zich iu die richting altijd mogelijk. van een erkenning van de organisaties 1 in de maatschappij. Maar dan moet er toch dit bij worden i Door een dergelijk instituut kan een opgemerkt, dal een huismanskiesrecht evenwicht worden gevonden van maat- een zéér onvolledige erkenning zou zijn schappelijke machten, waarop onze poli van wat er in de maatschappij leeft. Wij lieke organisaties geen vat hebben zien hel althans zoo, dal onze maal- j Let wel: we voorspellen niet. We noe- schappij óók is opgebouwd uil organisa- men slecnts een mogelijkheid, die reke- ties. Juist na '18 hebben die zich onl- ning houdt, met het bestaan van organi saties, die een meening hebben welke waara is vernomen te worden Maar in dit korte woord zullen we niet pro- beeren in details te fantaseeren, hob zich dat dan moei invlechten in de wetgeven de macht van thans. En wellicht zullen er zijn die vragen ja, maar hoe moet dal dan met de ge meenteraden, waarvoor zoo iets niet denkbaar is, en die toch ook zoo'n treu rig figuur slaan, vooral in de groote steden Ahvecr we voorspellen niet. Maar we willen er toch op wijzen, dal er ook in de gemeenten nog heel andere dingen mogelijk zijn dan de terreur van fascisme, en die toch ook verbetering brengen. We denken bijv. aan het stelsel van „government by commission", dat zich in de Verecnigde Staten van Amerika zoo merkwaardig ontwikkeld heeft. Ook daar had men al lang gemeenteraden, die door hun eindelooze debatten en hun politieken strijd den werkelijken arbeid onmogelijk maakten. Door een catastropne in een der Zuidelijke sleden is iels anders bedacht Die stad was overstroomd, en hel was er ejcn groote warboel. Toen heeft men daar hel be stuur niet gegeven aan een nieuwen gemeenteraad, maar aan commissioners, laten we zeggen aan wethouders, die rechtstreeks gekozen werden dooi de kiezers voor een bepaald aantal jaren. Bij verkiezing kunnen ze er dus worden uitgegooidEn zelfs is er een weg om, als ze tijdens die periode niet voldoen, d© kiezers te doen beslissen of ze mo gen aanblijven. Dat stelsel, heeft zulk een verrassend resultaat gehad, dat nu al in honderden steden het ook is inge voerd. In bijna alle groote steden is de gemeenteraad opzij geschoven, en berust het bestuur bij commissioners of wet houders. Nu zeggen we zeker niet, dal zoo iels als regel in ons land dadelijk bruikbaar is, of zelfs maar gewenscht. Er zou bij ons nog neel wal moeten ge beuren vóór het stelsel hier kon wor den ingevoerd Maar het is al weer een voorbeeld, hoe het anders kan, zonder dat men zijn toevlucht behoeft te nemen tot tirannie De lieele strekking van dit artikel is trouwens om niet te radicaal te zijn. Hel is o i. ook niet zoo erg gesteld in ons land, <lat we niet den tijd hebben om den groei af te wachten van 'wat al aan het groeien is. jtmrx \,J-C@T3 Aan Uw cigarette kent men Uw smaal:. Houdt ge van een werkelijk bijzondere cigarette, dan is er maar één merk dat bij U past: Caravellis. Neemt eens proef met: Rêve d'Orct$ Specials2'h Prime (Stroo-mondsti: 2 M-Cl MARTIK's VERJ0N6iflÖSKUUR. Door RAFAEL SABATLNI. Uit het Engelsch door C. M. G. d. W. o 24) De waard keerde terug niet oen scho tel ragout, die heel lekker rook, zijn vrouw volgde met andere spijzen en een flescli Armagnac onder haar arm Ra- becque was dadelijk op zijn post en zijn hongerige meesier was op het punt eten heel gezonden eetlust te voldoen loon er plotseling een schaduw viel qp het- lafeRje, Daar stond plotseling een man on be nam gedeeltelijk het licht van een dei- lampen die aan een balk van den zol der hingen. Eindelijk'" riep hij uil. zijn steniwas barscli van kwaadheid. Oarnaclic "keek op en tyachUe dus even: hij bediende zichzelf juist van de ra gout Rabecquie achter zijn meester slaande, keek ook op en klemde de lip pen samen. De waard was bezig de kurk van de flescli le trekken en keek ook op en zette groote oogen op, terwijl iiij reeds zon op een vernuftige veront schuldiging en zich levens gereed ïnaak- STLKKi;\ GEMEEN' 1,It.VAD VAN iMIDIJELBERG. Regeling geneesk. dienst binnen de ge stichten. B. en \V. schrijven den raad Bij schrijven van I Augustus 1925 de den wij aan de leden van Uw college ter kennisneming toekomen een exem- plaav san het rapport dd. 22 Juni 1925 mei bijlage nopens den gemeentelijken j geneeskundigen dienst enz zooals hel aan ons is uitgebracht door de commissie ad hoe, vyelke in de eerste maanden van hel jaar 1923 daartoe door ons Colllege werd gevormd. Daaraan voegden wij destijds loc, dat wij ons voorstelden U l z. t. ons gevoeljen nopens rapport en bijlagen kenbaar te maken. Wanneer wij thans deze aangelegen heid aan U ter beoordeeling voorlfoggen wensclien wij in de allereerste plaats onzen bijzonderen dank tc betuigen aan hen, die, cle een in meerdere, de ander in mindere male, hun lijd en hun krachten hebben willen geven aan de samenstel ling van vorenvermeld rapport, waarin lielder de gebreken voor oogen worden gesteld, die op dit oogenblik aan de or ganisatie van den gemeentelijken genees kundigen dienst kleven Het is dan ook zeker niet aan geringe waardeeriug voor den door de Commissie geleverden arbeid toe te schrijven, dat wij, na langdurige en rijpe overweging alsmede herhaald schriftelijk en mon deling overleg met het Bestuur der Gods huizen, mecnen voor het oogenblik ons alleen te moeten bepalen tot de regeling van den gemeentelijken geneeskundigen dienst in de Godshuizen. Een reorganisatie te dier zake immers schijnt ons het meest urgent toe, al ware hel alleen reeds om deze reden, dat na bet eervol ontslag, verleend aan de G©- meente-geneeshecren in de gestichten dr Schoute en drKindermann een tijdelijke voorziening werd getroffen, die, na en kele verlengingen, op l Januari 1928 zal afloopen. Bovendien staan ons thans de finan- ciëele gevolgen, die voor tie Gemeente zullen voortvloeien uil eene reorganisatie -au den gemeentelijken geneeskundigen dienst buiten de gestichten en uit de aan vaarding van het schoolartsen-instituut, niet zoo klaar en heider voor oogen. dat wij, gelet ook op den finaiiciëelen toe stand van de gemeente, met een desbe treffend voorstel kunnen komen. Wij ho pen de desbetreffende doelen van het rapport, met ons advies, derhalve nader aan uw oordeel te onderwerpen Ons nu verder beperkende jol den geneeskundigen dienst in de gestichten, beamen wij in het algemeen ten volle hetgeen op biz. 2 lot en met 9 van haar rapport door de Commissie werd neerge schreven nopens dien dienst, en waarin zij meer in het bijzonder onder de aaft- dacht brengt, dat de omvang en diffe rentiatie van de medische praktijk in het Gasthuis alsmede de verpleging van talrijke meergegoede, dw.z. voor eigen rekening opgenomen, patiënten aan het oude Gasthuis, waarin vroeger zoo goed als uitsluitend armenpatiënten'" werden verpleegd, meer het karakter van ©en modern ziekenhuis hebben gegeven, als mede dal een behoorlijke regeling van de rechtspositie der beide iu de Godshuizen werkzame gemeeule-geneesheerén ont breekt, vooral tengevolge van de omstan digheid, dat zij werden benoemd en be zoldigd door de gemeente maai- in hun werkkring geheel stonden onder toezicht van het Besluuur der Godshuizen, en dat het volledig geneeskundig onderzoek en de volledige geneeskundige behandeling in de laatste jaren meer en meer zijn gespecialiseerd. Met de Commissie zijn wij dan ook tol de conclusie gekomen, dat hel iu* stituut van gemeente-geneesheeren bin nen de gestichten behoort te worden af geschaft, wil een meer bevredigende re geling dan volgens de geldende veror dening kunnen lol stand komen. Even zeer kunnen wij ons vereenigeu met het denkbeeld der Commissie om de Gemeen te met liet Bestuur der Godshuizen een overeenkomst te doen aangaan voor be handeling en verpleging van alle ge- meente-patienten op den voet. zooats door haar aangegeven B en W<. slellen derhalve voor goed le keuren dal, met ingang van 1 Jan 1928, dan wél gerekend te zijn ingegaan op 1 Januari 1928 a wordt opgeheven de betrekking van geneeskundige, uitsluitend belast met den dienst in één of meer der gestichten, b. door de Gemeente niet liet Bestuur te om den ongeduldigen man lot bedja- ren le brengen Maar voordat lijj een woord kon uiten, verbrak de stem van Garnaehe reeds de stilte Op zulk een oogenblik gestoord le worden maakte hem boos ...Wal zegt mijnheer?" vroeg hij. „Tol u niets, mijnheer," antwoordde de man op onbeschaanulcn toon en keek hem strak aan. Garnaehe zag hem aan, een gloed was hem naar hel gezicht geslegen en zijn wenkbrauwen fronste hjjj. Het was de zelfde man die zooevcn had gevraagd of hel avondeten nog niet klaar was, een man van meer dan mid- délbave lengte, lenig en vlug op 'toog en toch breed in de schouders: hij zag) er sterk en krachtig uil Hij Jiad blond «krullend haar, langer dan de- modle van dip dagen voorschreef, bruine oogen en een gezicht, niet zoo zeer mooi maar toch meer dan aantrekkelijk, door kracht en openhartigheid Zijn kleeding was minder aantrekkelijk. Veel le opvallend en bont: goedkoop, opvallend en zonder smaak. Toch toonde hij een zekere ge makkelijkheid; een man die meer min deren dan meerderen heeft Niettegenstaande zijn aanmatigende ■woorden voelde Garnaehe zich ten gun ste van den man gestemd. Maar voordat lui kon spreken zei de waard „Mijnheer vergist zich zoo be gon hij „Vergissen?" bulderde de aiiidjere met eeuigszms buitentandkch accent. „TT vergist u als u wilt beweren dat dit niet mi.in avoudcleu is Moet ik den heelcn avond zitten wachten, terwijl iedere lummel, die na mij komt dn uw kenskot voor mij bediend wordt?" „Lummel?" zei Garnaehe bedacht zaam en keek de man weder aan. Nu waren de drie metgezellen van den man achter hem aan komen slaan terwijl de soldaten voor hun kaarlspej geen oog meer hadden omi hun aandacht le wij den aan den twist, die op handlen scheen te zijn 5 De vreemdeling naar zijn accent Ie oordecleii moest men hein bepaald voor een vreemdeling houden - wend de en keerde zich met een zekere min achting lot den waard, zonder eenige notitie te nemen van Garnaehe en mét iels beleedigends in zijn loon. „Lummel?" mompelde Garnaehe we der en ook liij wendde zich tot djen waard, ,,Zcg eens mijnheer de waard," zei hij. „waai- begraven de lummels him dooden hier, dn Grenoble? Misschien dien rik dal te weten Voordal de ontstelde herbergier een woord kon uilen, had de vreemdeling zich een weinig omgekeerd en zag Gar nache aan. „Wal moet dat beleekenen?" vroeg hij op scherpen loon en met lieren blik. „Dat Grenoble misschien morgen tuige moet wezen van een begrafenis van een pedanten mijnheer, mijnheer de vreemdeling" zei Garnaehe meteen pret tig lachje. Hij voelde op dat oogenblik oèu aanraking van zijn schouder maar sloeg daar geen ach op, daar hij al zijn aandacht op den vreemdeling gevesligjc? liield. Wat hij h|et eerst op dal ^gelaat opmerkte was verrassing, daarua betrok het van toorn. „Bedoelt u mij daarmee, mijnheer?' snauwde liij. Garnaehe haalde de schouders op. „Als mijnheer voelt dat de schoen hem past, zal ik niet weigeren hem aan le neikén." De vreemdeling legde eBii hand op de tafel en hoog zich voorover tol Gar nache. „Mag ik mijnheer verzoeken wat duidelijker tc spreken?" vroeg hij. Garnaehe leunde achterover in zijn stoel en zag den man glimlachend aan Hoe opvliegend hij gewoonlijk was. nu amuseerde oe man hem meen- dan hjj hem boos maakte. Hiji had dikwijls .een twist zien ontstaan uit onbeduidende oor zaken, maar stellig nooit was hij getui ge geweest van iets dergelijks. Het Was of alles aaet voorbedachten rade. was ge schied, of de man opzettelijk was ge komen om hel met hem aan den stok le krijgen Plotseling rees een vermoeden bij hem op. ltij herinnerde zich de waarschuwing die mademoiselle hem Jiad gegésven. Lu hij was verbaasd. Was dit een streek van dien man om hem in den val te laten loopen? Hjj nam hem nauwkeuriger op, maar hij kon niets ontdekken 'lat zijn vermoedens grond gaf. De vreem deling zag er zoo openhartig en eerlijk uil en zijn accent deed bepaald aan een buitenlander denken. Hel was lipst mo gelijk. dal hel een jeugdige lord uil Sa voy© was, die niet gewoon was, dat men hem liet wachten eu die idoor z.ijn honger nog wal prikkelbaarder cu ongeduldiger geworden was. Als dat zoo was. dan ver diende de jonge beer zeker een lesje om hem Ie bewijzen, dat hij nu ia Frank rijk was. waar men aan hetere manie ren gewend was, dan hij toonde te be zitten; en toch uiit vrees dat hij iemand anders was, besloot Garnaehe zijn ver zoeningspolitiek vol le houden Het zou dwaasheid zijn zich juist op dat oogen blik in moeilijkheden te steken, of hij iemand uit öondillac mocht wezen, ja of neen." (Wordt verrotgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1927 | | pagina 5