Middelburgse Conranl
FEUILLETON.
BIJVOEGSEL
VJM OM
j L -
Donderdag 17 Nov. 1927 No. 271
STUKKEN VOOR DE PROV. STATEN
VAN ZEELAND.
'Age uj<k ja,.
De agenda voor de a.s.. najaarszilling
bevat oA: voorstellen van Ged.. Staten
tot:
toekenning van eervol ontslag aan Öcn
beer H. J. G. Hartman als Griffier der
Staten, onder ,sanbieding van eene voor
dracht tot benoeming van diens opvolgen',
aanhouding van
a. de aanvraag om subsidie door de
N.V. Stoomtram-Walcheren.
b. het verzoek om vrijmaking van den
calamiteuzen polder Borssele.
c. de mededeeling van Ged. Staten in
zake het plegen van overleg tusschen
„Het Groene kruis"' en het „Wit-Geie-
kruis" naar aanleiding van de aanvraag
van de diocesane Federatie „Het Wat-
Gele kruis to het bisdom Breda' 'om sub
sidie voor wijkverpleging.
d. het adres van de Commissie voor
de hvgiène van hel kind in Zeeland om
een jaarlijksch subsidie
e. de verzoeken om verbetering van
den stoómbootdienst Ilansweert—Wal-
zoorden,
f. de adressen van den A. N. W. B.,
Toeristenbond voor Nederland, en de K.
N. A. C., inzake verbetering v,ain den stei-
,ger te .Walzoorden;
wijziging van de verordening óp dc
heffing en invordering van leges ter Pro
vinciale griffie van Zeeland;
wijziging van het algemeen reglement
voor de polders of waterschappen in
Zeeland
wijziging van het reglement op do we"
gen en voetpaden in Zeeland;
wijziging van het bijzonder reglement
op hel beheer der uilwatering van de
polders Willem c, a., in Noord-Beve
land;
wijziging van den naam van den cala
miteuzen Annapolder in dien van Jonk
vrouw-Annapolder
uitvoering van werken aan steigers en
wegen en voorts in verband met het
motor- en rijwielregltement;
verleening van subsidie voor handels
onderwijs;
verleening van een bijdrage over 192S
aan de vereoniging „Schoolmuseum te
Middelburg";
den bouw van een nieuw gebiouW' met
dienstlokalen voor den Provincialen
stoombootdienst op; de Wester-Schelde te
Missingen;
verleening van een subsidie voor het
herstel van grafmonumenten in de kerk
te Burgh;
afwijzing van het verzoek om subsi
die van het bestuur der Centrale ver-
eeniging ter behartiging van de maat
schappelijke belangen van zenuw- en
zielszieken, met een mededeeling van Ge
deputeerde Stalen naar aanleiding van
een vraag van het lid der Staten, den
heer Wallien;
wijziging van het besluit der Staten
van 26 Juli 1927 tol verlcening van sub
sidie aan de vereertjging tot verbetering
van hel schapenras in Zeeland;
vaststelling van een verordening krach
tens art. 38 der wegenbel'SiSlingwet
vaststelling van een regleihent betref
fende den rechtstoestand vsn de amb
tenaren in dienstder provincie Zee
land
afwijzing van het verzoek van den Ned.
Bond van Technici betreffende de be
ëindiging van de dienstbetrekking vkn de
heeren G. Reuvers en II.. C;. A. Roosa
bij de Provinciale Zeeuwsche EljectricV
tei ts-Maa tscliappij
eleclrificalie van de Noordgroep;
wijziging van de begrooting der Pro
vinciale inkomsten en uitgaven voor
1927;
wijziging van de begroeting der Provin
ciale inkomsten en uitgaven voor 1928;
Dienstlokalen Prov.
Stoombootdienst te
Vlissingen.
Ged. Staten stellen voor in plaats van
liet in 1888 ten behoeve van den Prov.
Stoombootdienst op de Wester Schelde
bij de aanlegplaats te Vlissingen gestichte
gebouw voor kantoor en" bergplaats, een
nieuw gebouw te stichten op een meter
daarvoor geschikte plaats in de nabij
heid van de aanlegplaatsen.
Het zal bevatten: de noodige kanto
ren voor den directeur, de klerken met
dén walkapitein, den agent met de goe
derenklerken, een wachtkamer voor de
passagiers en een goederenloods nuet
afzonderlijke oliebergplaats, een en an
der met W. C.'s, waschgelegenheden,
waterleiding, electrische lichtleiding en
centrale verwarming.
De kosten van den bouw worden glo
baal geschat op f25.000,—.
Rechtsgeding hoogaars
„B re sk e n s 27".
Ged. Staten melden Prov. Staten, dat
in liet rechtsgeding, ingesteld door J. F.
de Pauw te Breskens, ter zake eener
aanvaring tusschen den hoogaars „Bres
kens 27", en het s.s. „Zeeland" van
den Prov. Stoombootdienst, de arr.-recht-
bank te Middelburg bij vonnis van 19
October j.L de Provincie veroordeeld
heeft tot vergoeding der schade ad
f 740.70 met rente daarvan ad 6 pet.
's jaars van den dag der dagvaarding
af tot dien der voldoening, en in de
proceskosten.
Op grond van het dooi' mr. J. F. van
Deinse. advocaat en procureur te Mid
delburg, verstrekte advies hebben Ged.
Staten gemeend in het vonnis te moeten
berusten.
Verbetering steiger
Walzoorden.
Van de besturen van den A. N. W. B.
en de K. Ni. At. Cf. is did. 6 Qctobcu4
1927 een verzoek ingekomen, om dien
Provincialen steiger te Walzoorden te
verbeteren.
Aangezien het onderzoek hieromtnent
nog niet is afgeloopen, stellen Ged. St.
aan Prov. St. voor, het stuk in hunne
handen te stellen, teneinde in de Zomer-
zitling van 1928 een voorstel te doen.
Onderhoud monum.
gebouwen.
Bij de behandeling der Provinciale
begrooting 1927 heeft de heer De Jonge
de vraag gesteld, of niet te ©eniger tijd
het gevaar zou. kunnen bestaan, dat mo
numentale gebouwen, die op kosten van
de gemeenschap in oude schoonheid, zijn
hersteld, door achteloosheid of erger
an het individu weder te gronde zou
;aan.
Ged. Staten schrijven thans, dat voor
schriften ter verzekering van de instand
houding der aldus gerestaureerde gebou
wen naar hun meening zich minder
verdragen zouden met het .karakter der
Frovinciale bijdrage die immers slechts
bedoeld is als bewijs van belangstelling,
doch niet als een uitvloeisel van heigeen
meer eigenaardig als de taak der Pro
vincie pleegt te worden beschouwd. Naar
hun wijze van zien is bij de instandhou
ding, behalve het belang der plaatse
lijke gemeenschapbovenal het algemeen
Rijksbelang gemoeid. Voorschriften, als
bedoeld, behooren derhalve in de eer
ste plaats van Rijkswege gegeven Ie
worden, waarbij nog mag worden opge
merkt. dat het Rijk ook in veel hoogere
mate dan de Provincie voor hef uit-
MARTIN's VERJONGINGSKUUR.
Door RAFAEL SABATINI.
Uit het Engelsch door C. M. G. d. W|.
7).
Hij bood zijn bezoeker een sToeT aan,
ging zelf voor zijn schrijftafel zitten en
ontvouwde het papier ,dat Garnache hem
gegeven had. Garnache ging zitten, draai
de zijn koppel zooi dat hij met beide
handen op het gevest kon steunen en
zat stijf en onbewegelijk af te wachten
tot de Sénéchal gereed was. Bij zijn
lessenaar aan den anderen kant van bet
vertrek zat de secretaris op zijn vee-
ren pen te bijten en stilzwijgend den
heer uit Parijs op te nemen. En hij ver
wonderde zich en hij was nieuwsgierig
wal er gebeuren zou.
Tressan vouwde het papier zorgvuldig
toe en gaf het aan den eigenaar terug.
Het was niets meer dan een officieeIe
ambtsbrief met de mededeeling dat Gar-
narche voor een staatszaak naar Dauphi
né was gezonden en mijnheer de Tres
san hei'bevel kreeg Tiem zooveel moge
lijk van dienst te zijn voor het volvoeren
van zijn opdracht.
„Parfaitemcnf fluisterde mijnheer de
Sénéchal. „Als u nu zoo goed zoudtwil
len zijn mij uw opdracht mee te deelen.
zal ik geheel tot uw dienst wezen."
„Het spreekt van zelf ,dat u het kasteel
oefenen van het hier bedoelde toezicht
is uitgerust.
Daarom hebben Ged. Staten zich ge
wend tot den Minister van O., K. en W,
met het verzoek, hun wet te willen
voorlichten met betrekking tot de voor
schriften, die aan de van Rijkswege
te verleenen bijdragen voor het hier
besproken doel plegen verbonden te
worden.
In het antwoord van den Minister van
8 November wordt medegedeeld, dat het
toezicht op de gebouwen, die met Rijks-
steun zijn gerestaureerd, wordt uitgeoe
fend door de architectenleden der afd.
B der Rijkscommissie voor de Monumen
tenzorg, eu dat de eigenaars of be
heerders van dezo gebouwen geregeld
opmerkzaam woraen gemaakt op gebre
ken of misstanden, waarvan bij dit toe
zicht mocht blijken. Do verplichting tol
behoorlijk onderhoud in den staat, waar
in het monument door de herstelling iu
gebracht, is nader omschreven in de
artikelen 20 en 22 der „Voorwaarden",
waarop Rijkssubsidies worden verleend
voor de instandhouding van monumenten
v4Jh geschiedenis en kunst", terwijl art.
23 strafbepalingen inhoudt voor het ge
val de voorschriften niet worden nage
leefd.
Ged. Stalen stellen voor deze miede-
deeling voor kennisgeving aan te nemen.
Naamsverandering c a-
lamit. Annapolder.
Naar aanleiding van het verzoek van
het bestuur van den calam. Annapolder,
d.d. 23 Mei 1927, om den naam van den
polder te veranderen in „Jonkvrouw
Annapolder", deelen Ged. Staten thans
mede, dat blijkens een door den
Rijksarchivaris te Middelburg ingesteld
onderzoek de polder, waarvan het be-
dijkingsconlract op 23 December 1726
te Middelburg werd verleden, in die eer
ste jaren na zijn ontstaan voor als „Jonk
vrouw An na-polder", alzoo genaamd na
Jonkvrouw Anna Agatha de Beaufort,
dogier van de Heer Mr. Hendrik de
Beaufort. Heere van Duijvendijke etc.
etc."
In latere jaren schijnt de aanduiding
„Jonkvrouw" vervallen te zijn en wordt
eenvoudigheidshalve gesproken van „An
napolder".
Waar echter vaststaat, dat de polder
aanvankelijk met den naam „Jonkvrouw-
Annapolder" werd aangeduid, stellen Ge
deputeerde Staten voor, om aan het ver
zoek van het polderbestuur te voldoen.
Wijziging legesverord.
De Minister van Waterstaat heeft zich
tot Ged. Staten gewend met het verzoen
te willen bevorderen, dat voor hel af
geven van rijbewijzen, als bedoeld bij
artikel 9 der gewijzigde Motor- en Rij-
wielwet, ten behoeve van militaire be
stuurders van dicnstmolorrijtuigen geen
leges zullen worden geheven, aangezien,
naar het oordeel van dien bewindsman,
met de afgifte van zoodanige rijbewijzen
een Rijksbelang zou zijn gemoeid.
Ged. Staten hebben geen bezwaar aan
de Staten in overweging te geven, aan
het verzoek van den Minister te vol
doen.
Zij gaan daarbij van de veronderstel
ling uit. dat op dergelijke wijze afge-
gegeven rijbewijzen slechts zulten mogen
worden gebruikt tijdens het militaire
verband, en dat zij mitsdien bij het
ook tijdelijk eindigen van dat ver
band zulien worden ingetrokken.
Dat van de gelegenheid tot het verkrij
gen van een militair rijbewijs onder de
aierboven aangegeven voorwaarden veel
gebruik zal worïlen gemaakt, komt Ged.
Stalen vooralsnog weinig aannemelijk
voor.
Zondagsvervoer
Prov. St. Dienst.
De heer S. Brandsma heeft 15 Octo
ber de volgende vragen aan Ged. Sta
ten gezonden:
Zijn Gea. Staten bereid te onderzoe
ken
1. hoe groot het gemiddeld aantal
passagiers bedraagt, da! op de Zonda
gen van 1 October 19261 April 192"
de Condillac kent, niet waar?" begon.
Garnache die dadelijk de koe bjj de ho
rens pakte.
„Volkomen goed." De Sénéchal leunde
in zijn stoel en merkte op dat zijn polj
een weinig te snel klopte. Maar "hij hield
zijn gezicht in den plooi en bleef ever*
kalm en minzaam kijken.
„Kent u dc bewoners misschien ook?'
„Ja".
„Is ii intiem met hen "beleend?"
Ve Sónecnal perste cfe fippen opeen
troic wenkbrauwen samen en schud
de langzaam zijn dikke handen, een ge
baar dat veel kon beduiden, maar ook
niets. Maar Garnache, wetende dat mijn
heel" de Tressan een tong Rad ;om' te spre
ken, vond het waarschijnlijk niet noodig
zijn eigen verbeelding veel in te span
nen want hij herhaalde en ditmaal op
scherper toon dan zooeven:
„Is u intiem met hen [bekend?"
Tressan boog zich een weinig voor
over en zette zijn vingertoppen tegen
elkaar aan. Zijn slem was zoo beleefd
als hij mel mogelijkheid kon wezen.
,.Tk had begrepen, dat mijnheer mij het
doel van zijn komst zou -meedeelen en
,niet naar nftjn zaken infoj-raeeren."
Garnache leunde in zijn stoel en "trok
de wenkbrauwen samen. Hij hegon weer
stand (e vermoeden en hel grootste strui
kelblok in Garnache's carrière was ge
weest dat hij nooit kon dulden tegen
stand te ondervinden van wien dan ook.
Deze karaktertrek bad zich reeds vroeg
bij hem geopenbaard eu had hem reeds
door de Stoomtram Walcheren is ver
voerd
2. hoe groot de gemiddelde opbrengst
van dat vervoer per Zondag bedraagt
over bovengenoemd tijdvak;
3. hoe groot het gemiddeld aantal pas
sagiers bedraagt, dat op de Zondagen
van 1 April 1927—1 October 1927 is
ervoerd;
4. hoe groot de gemiddelde opbrengst
van dat vervoer per Zondag bedraagt
over het in 3 genoemde tijdvak.
Ged. Staten deelen in antwoord hier
op mede
1. het gemiddeld aantal passagiers be
draagt 153;
2. de gemiddelde opbrengst bedraagt
f 34.21
3. hel gemiddeld aantal passagiers be
draagt 309;
4. de gemiddelde opbrengst bedraagt
f81.49.
veel kwaad gedaan. Hij was een man
ran groote intellectueele gaven, een be
kwaam militail*, een bemiddeld; man; en
door al die eigenschappen had. Marie de
Medicis liet oog op hem laten vallen om
deze opdracht te vervullen. Maar hij
bedierf alles door zulk een ontembare
opvliegendheid., dan men in Parijs ge
woon was te zeggen: „Ontplofbaar als
Garnache".
Tressan vermoedde in de verste verte
niet hij welk vaatje buskruit hij de lont
legde van zijn beleefde vrijpostigheid.
En Garnache liet hem dat ook niet mer
ken. Hij bedwong zich bijtijds en bedacht
dat die vette kerel wel ecnigszins gelijk
had.
„IJ begrijpt mij verkeerd, nyjnheer"
zei hij, terwijl hij met zijn bruine hand
«ver ziin lange kin streek. „Ik trachtte al
leen te vernemen of u reeds wéét wat
er daar plaats heeft en voor mij, zelf dus-
de moeite besparen u dingen te vertel
len die u reeds weel. Ik wil echter mét
genoegen een richting volgen die u aan
genamer zal wezen.
Dit is dus in het kort de zaak waari
voor ik hier ben gekoimyi. Wijlen mar
kies de Condillac heeft twee zoons nage
lalen. De oudste, Florimond, de tegeir-
woordige markies, is reeds eenigen tijd
afwezig en neemt deel aan den strijd in
Italic, waarin hij reeds gewikkeld was
vóór den dood; van zijn .vader. Hij is de
stiefzoon van de tegenwoordige wedu
we; haai* eigen- jongere zoon is Marius
dc Condillac.
GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG.
Heden vergaderde de Gemeenteraad.
Voorzitter: de burgemeester, de lieer
P, Dumon Tak.
Afwezig: de heer Vertregt.
Notulen.
De notulen werden z. h. st. goedge
keurd.
Ingekomen stukken.
Het adres van den Minister van Wa
terstaat betreffende den N» Vlissingschen
weg doet de heer Paul vragen, wal de
bedoeling van den minister is met de
bereidverklaring tot een nadere1 bespre
king. Bedoelt dc minister de opname
het rijksvvegenplan? Spr. wijst op een
artikel in het nieuwe Motor- en Rijvvie\
reglement, waardoor de bevoegdheid ge
regeld is bebouwde kommen in klassen
in te deelen of voor liet verkeer af te
sluiten, terwijl B. en W. de bevoegdheid
hebben ontheffing te verleenen. Spr.
waagt naar de bedoeling der bebouwde
kom.
De v o o r z. zegt dat over deze kwestie
at correspondentie gevoerd wordt. Alleen
voor deze wel kan een aparte bebouwde
kom worden vastgesteld, naar spr.'s
meening zou dan heel nieuw Middelburg
er bij moeien komen.
De heer Paul zou er alle wegen,
aaraan aan weerskanten gebouwd is, op
willen nemen.
De heer Jeronimus gelooft dat dc
bedoeling is, dat nog eens een nadere
bespreking zal worden gevoerd over <Te
opname in het Rijkswegenplan Van den
N. Vlissingschen weg. Spr. wijst er verder
op, dat door den Minister als nadeel
wordt opgegeven, den doorgang door do
gemeente Middelburg. Doch met betrek-
telijk geringe kosten kau dit worden
voorkomen door een weg langs den
Blauwen dijk met een goede Verbinding
naar den PoeiendalcsingeL
De voorz- zegt dat er een dergelijk
plan was opgemaakt, dat evenwel f 80.000
zou kosten. Mogelijk is in die richting
toch wel de oplossing te zoeken. "Wat
de kwestie rijkswegen of provinciaal we-
;enplan betreft, de minister heef blijk
baar bedoeld B. en W. in overweging te
geven zich eerst te dezer zake tot Ged.
Staten te wenden en dan desgewenscht
nog eens tot den Minister.
Het stuk wordt z, h. st. voor kennis
geving aangenomen,.
Godshuizen.
Het adres van het bestuur der Gods
huizen over in de vorige vergadering
gedane opmerkingen betreffende de re
kening 1926 en de begi-ooUng 1928.
De heer Hond iu s is niet geheel
bevredigd over het antwoord betreffen
de zijn opmerkingen over de begnooling
1928. Dat ook de renten der fondsen van
het Gasthuis en het Oude Mannen- en
Vrouwenhuis worden gehouden buiten de
exploitatierekening en de begrooting, zegt
volgens spr» niets. Ook speciaal aan
gaande zijn vraag of er niet een zekere
categorie weezen lis waaraan gelden be
steed worden overeenkomstig den Wit
'der erflaters, heeft spr,. niets in de be-
Merkt u soms op dat ik mij vergis,
wees dan zoo vriendelijk mijnheer mij
daarop opmerkzaam te maken".
De Sénéchal maakte een deftige bui
ging en mijnheer de Garnache ging
oort
„Deze jongere zoon Ik geloof dat
hij nog geen een-en-twin tig jaar is is
zoo iets van een deugniet geweest'.
„Een deugniet? Lieve hemel neen' Dat
een strenge naam dien u hem geeft.
Een Weinig onverstandig nu en kl'an. een.
weinig onbezonnen, dat zijn de jongelui
wel meer."
Hij zou nog wel moei* gezegd hebben,
maai* de man uit Parijs was niet van plan
zijn tijd te vermorseu met spitsvondig
heden.
„Nu goed dan" viel hij hem in de re
de. „Wij zullen dus zeggen wal onver
standig. Mijn opdracht heeft niets te ma
ken met de moraliteit van mijnheer Ma
rius of wel zijn gemis aan moraliteit.
Deze onbezonnenheden die u zoo weinig
telt, schijnen toch voldoende geweest te
zijn om hem van zijn vader te vervreemf-
den, iets dat hem aan zijn moedier nog
dierbaarder maakte. Ik heb gehoord, dat
zij een buitengewoon mooie vrouw is
dat haar zoon haai" bijzonder vereert.
„01" riep de Sénéchal verrukt uit.
„Een mooie vrouw een edele, een
prachtige vrouw".
„Hm!" Garnache nam de extase en
den glimlach met een boos oog op,
Daarna ging hij voort:
„De overleden markies was zeer he-
Migr
misselijkheid, schemeren voor de
oogen, duizeligheid en ten slotte
hevige pijnen aan de slapen.
Onmiddellijk 1 - 2
Aspiriaa-
Tabletten
want zij verlossen u spoedig en
zeker van al die ongesteldheden.
Bovendien zijn zij volmaakt on
schadelijk.
Men eische echter steeds de originccle
verpakking „flojiefc", ken
baar aan den oranje
band en het Bayerkruis.
Weiger namaak of losse tabletten.
(Ingez. Med
gpooling gezien. Was er niemand die er
voor in aanmerking kwam?
Mevr. We ijl is evenmin lievredigd
door het antwoord, doch op onderzoek
uit geweest en heeft toen bevoudeu. dat
do bedoelde gelden .die aan bet wees
huis waren gegeven 'niet meer voor het
weeshuis hoeven te worden gebruikt. In
een historisch overzicht wijst spr. erop,
dat dit oorspronkelijk wel de bedoelmg is
geweest. Doch sinds den revolutietijd',
aan hot begin der vorige eeuw is de toe
stand veranderdsinds het burgerwees
huis eu het armenweeshuis zijn vercenigd
bevindt het bestuur zich op een volko-
tnen wettig standpunt, als de bezittingen
gemeenschappelijk worden aangewend.
De heer Hon d i u s meent toch dal
het burgerweeshuis ein de weezen van
het bui gerl. armbestuur eerst in 1906 zijn
vereenigd, tengevolge van het gedaalde
aantal weezen. Maar er is toen wel dege
lijk op gelet dat de fondsen liepaaldelijk
zouden worden besleed voor hen, die'
ervoor in aanmerking kwamen. Boven
dien kan bet aantal weezen vermeet-
deren.
Het stuk, wordt z. h. st. voor kennis-
gering aangenomen.
Z u i gel i n ge n be
scherm ing.
De rekening 1926 en de begrooUng
1928 van 'fle afd. Middelburg van de
de Vereenigiing lot bescherming van Zui
gelingen.
Z.h. st. voor kennisgeving aangenomen!
Kolentoesïag.
Het adres van de afd. Middelburg der
communistische partij Holland, om f 2.50
pel" week toeslag voor brandstoffen van
1 Nov. tot eind Maart..
Z. h. st. voor kennisg. aangenomen.
Abattoir.
Het adres van slagers voor een abaf-
toir zal worden behandeld, wanneer
deze kwestie aan de orde komt
Op voorstel van den heer P a u 1 z,al
een afschrift van dit adres naar Ged.
Staten worden gezonden.
Vloek verbod.
Een adres van liet bestuur van den
bond tegen het vloeken een vlockvorbod
in te stelten.
B. en [Wi. stelllen voor. \va3r reeds twee
maal binnen korten lijd de instelling van
een dergelijk verbod door den raad in
meerderheid niet is goedgekeurd, thans
hier niet op in te gaan.
Aldus besloten.
Ge I diee n i ng
Een telegram van Van Oppenhefm
vriend met zijn buurman, nu eveneens
overleden, den heer dp Ia Vauvrage.
Deze mijnheer de la Vauvrage had een
eenig kind, een dochter, d,e erfgename
van zijn zeer belangrijke bezittingen,
waarschijnlijk de rijkste in heel Dauphi-
né, indien ik goed ben ingelicht. Het was
zijn dierbaarste wensch, hetgeen een le
venslange vriendschap geweest was in
zijn eigen geslacht tc veraudereu in eén
hechter betrekking voor liet volgende ge
slacht, een wensch die weerklank vond
in hel hart van mijnheer de Condillac.
Florimond de 0ond,iilac was toen zestien
jaar en Yalérie de la Vauvrage veer
tien. Hoe jong zij ook wareu, zij wei-den
verloofd en zij groeiden op met' de ige
dachte dat zij elkaar zouden liefhebben
eu de plannon ten uitvoer brengen die
hun vaders voor hen gemaakt hadden."
„Mijnheer, mijnheer" kwam de Séné
chal tusschenbeiden „Hoe leunt u met
mogelijkheid zulke gevolgtrekkingen ma
ken'? Hoe kunt u zeggen dat zij elkaar
lief hadden? Op welke gronden kunt
u beweren (e welen, wat in hun Itfrf
omging9"
„Op grond van de getuigenis van ma
demoiselle de la Vauvrage", was het on
verantwoordelijke bescheid. „Ik vertel' u
min of meer, wat zij zelf Wan de koningin
ge schre venheef t'"
„O! goed, goed ga voort mijnheer"»
(Wordt vervolgd.)