FEUILLETON B IJ VOEGSEL Donderdag 27 Oct. 1927 No. 253 PROV. STATES VAN ZEELAND. (Vervolg.) Prov. Wegen plan. De heer Moe liter wijst op het sta tion VlaJte, dat een der beduidieodste stations is. Voor het vervoer van oesters en mossels beteetyenl deze lijn zeer wéi nig. Spr. steunt hel voorstel-De Jonge. Spr. hoopt, dat ae weg Oud-Vossemeer St. Annaland ook eens in aanmerking .zal komen. De heer Koster is dankbaar maai' niet voldaan. Hij wijst op den weg door de Blikstraat en stelt voor die bij het wegeuplan te voegen. De heev W allien zegt, optimistisch te zijn, en eenig vertrouwen te hebben in de regecring in Den Haag. De regee ring heeft op spr.'s motie nog geen ant woord gegeven en spr. verklaart hier uit, dat ae regeering in ernstige overwe ging neemt aan de verlangens te vol doen. Doch er is ook een kans, dat de regeering de wegen niet overneemt. Spr. steil voor, in vertrouwen, dat de regee ring de wegen ovemepmt, eenigc we gen in het Prov. plan op te nemen, n.l. de wegen Breskens—Hoofdplaat, 's-Gra- venpoldcr—Schore, de weg door d<e Blik straat, en de weg Oud—Vossemeer—St. Annaland. De heer Joziasse wijst ook op den weg 's-Gravenpolder—Schore. Spr. ver- verlangt de aandacht voor dezen weg bij de herziening. De heer De Pauw bepleit overname van het voorstel-Koster. De verbinding met W. Zeeuwsch Vlaanderen gaat nu langs een omweg. Spr. zal de verschil lende voorstellen tot juilbreiding van het wegenplan steunen. De heer Kake beeke vraagt of '1 wel juist is, dat de Provincie onder houdt den weg van Kapelle naar Ier- seke. Wij zijn belast geworden met iets, dat we nog niet gekregen hebben. Is h«t niet mogelijk, dal Ged. Staten van het Rijk gedaan krijgen, dat de weg Ka pelle—Ierseke weer bij het Rijk komt? De vrijgekomen kilometers kunnen we dan gebruiken voor gewenschte wegen als 's-Gravenpolder—Schore e. a. Spr. vraagt zoo spoedig mogelijk een begrooting, als dit wegenplan ïs vastge steld. Zoodat worde nagegajan of een leening noodig is. De heer Catshoek vraagt *of Ged. Staten alle moeite willien doen den weg St. Philipsland-Grens-Steenbergen op het Prov. wegenplan te brengen, en slelt dit voor. De heer v. Dixhoorn wijst op een betere verbinding tusschen Zaamslag Axel. De heer D u m o u 1 e ij n betoogt dat bij het aannemen van het voorstel een groote verbetering zal konien voor de wegen in Z. Vlaanderen. Spr. betrteurd ook dat de weg door de Blikstraat niet is opgenomen, en sleunl het voorstel Kosfèr. De heer v. d. W/eijden (Ged. Stalen wijst er oj> dat de automobiel een alge meen vervoermiddel is geworden, en geeft een overzicht van de middelen van vervoer van vroeger waaraan de we gen zich aanpasten. Doch zij waren nog niet geschikt voor de motorrijtuigen. Fr WIE IS EDMUND GRAY? Geautoriseerde vertaling naar hel Bngelsch, ran WALTEB BESANT door Mej. 0. HOOG0W0RF 85). In dien tijd begreep 'ik nog niet zoo gelieel als nu de strooming van het heden, waardoor de eigendom toch over weldigd wordt, zonder dat ik er nog <cn enkele zwakke poging voor in het werk stel. Toch was mijn plan op zich- zelve goed en kon gunstig gewterkt heb ben, als degenen, op wie ik het aan wendde, er maar rijp voor waren weest. Ik was dan begonnen enkfele werknemers sommen voor te schieten, die hen onafhankelijk zouden maken van hun werkgevers, tol ze voldoende ar beid zouden geleverd hebben, om zeiven 'te verkoopen, zonder de hulp van hun werkgevers, uit hun eigen, gezamenlijke voorraden. Ongelukkig verdronken de meesten van hen het geld; de enkelen, die het in waarheid voor hun arbeid gebruikten, werden, in plaats van hun kameraden te steunen, zeiven werkgevers en zijn nu rijk. Toen dacht ik, aat ik uitbreiding zou geven aan die methode. Ik meende, dat, als ik bij elkaar zocht een uitverkoren troepje, zegge van een zeventig of zoo, en dat ik hun, na ze kwamen vele klachten over de bochten, de kunslbedekking, enz. De regeering heeft zich ontfermd over deze zaak en vandaar de wegenbelastingwet, en het wegenfonds. De auto's brengen daarvoor hel geld op. Hieruit wordt betaald hel onderhoud, en de rijkswegen, daa|rna zul len dan weer de Prov. wegen wlorden gesteund, doch alleen die voorkomen op het Prov. wegenplan. De verdeeling nu is voor Ged. Staten zeer moeilijk geweest. Nu kan men het kil, meter-aantal vergrooten, doch de Mi nister zal zich streng houden aan het kilometeraantal dat door de wet in de formule is aangegeven. Plannen die van de voorgestelde afwijken, zullen de goed keuring niet krijgen, dat is uitdrukkelijk door de regeering gezegd. Laten wij daar aan denken dat wij met Alle wijzigingen zullen falen. Ged. Staten hadden graag het wegennet uitgebreid, doch 't kan niet anders Spr heeft tijdens de behandeling ver scheidene wegen hooren noemen, doc]^ men hoeft zich niet ongerust te maken, dat die wegen, al sla.:n ze niet op het Prov. plan, voorgoed van de baan zijn. Het is een voorloopig plan. Door den minister is gezegd, dal het plan binnen korten lijd zal worden herzien. Daarin alleen ligt reeds een reden de voorsle!(- Iers te verzoeken de voorstellen in le Irekken. Zoodra als aan de orde komt de her ziening, zullen natuurlijk de verschillende wegen die le berde zijn gebracht bespro ken werden en zal aan de zaak met kracht worden gewerkt om de verschil lende voorstellers te bevredigen. Wat de vervanging van den weg Ier- soke-Vlake door Haven Ierseke—Sta tion Kruiningen betreft, wijst spr. er op, dat er veel inecr verplaatsing van per sonen is. Hel is dus niet zoo direct voor het vervoer van oesters en mos- seifn. spr. zou ook dft voorstel niel willen doorzetten. Het is lang niel zeker, dat nel station Kruiningen blijft bestaan. Wat de fietspaden belreft, die de heer Onderdijk wil, de hoofdingenieur vond nu eenmaal beier wat voorgesteld wordt. Het wegenplan zal zeker niet in 4 A 5 jaar zijn uitgevoerd. Als het is vast gesteld, maken Ged. Staten wegenlijsten op, en de begrooting daarvan wordt ingediena, die onderworpen is aan de goedkeuring van den Minister. De giehee- le zaak loopt in ieder geval in de mll- lioenen. De voorzi'tler zegt, dat na even- tueele wijziging van het Tijkswegenplan Ged. Staten zullen komeu mei wijzi ging van het Prov. wegenplan. De lieer De Jonge acht zijn wijziging juist, en trekt zjjn motie niet in. De heer Catshoek vraagt nog na dere inlichtingen en trekt levenmin zijn voorstel in. De heer Welleman herhaalt, dat het Rijkswegenplan te weinig gjeeft. Doch 't geldt hier een groot werk, en wij moeten Ged. Staten geen spaak in het wiel steken. Laten wij dus niet aandrin gen op verdere wegie-n, nu wij de toezeg ging van Ged. Staten hebben geknegen. dal die wegen een punt van ernstige overweging uitmaken. De heer Kodde vraagt hoe het staat met de uitvoering. Hebben de Stalen niet meer te beslissen hoe de weg wordl aangelegd? De heer Onde rdijk dringt nog eens aan op fietspaden. Kunnen Ged. Stalen nog eens over zijn denkbeeld qiet den hoofdingenieur spréken? Dan wil spr. zijn motie wel intrekken. De heer v. d We ij de betoogt, dat 't nu alleen gaat om het wegenplan De uitvoering, hef materiaal enz komt later weer in Prov. Staten, daar dit toch begroot wordt. Ged. Staten zullen zeker de vraag van den heer Onderdijk behandelen; hij krijgt gelegenheid die kwestie nog in Prov, Staten te behandelen. Spr. dringt nog eens aan op de in trekking van de motie-De Jonge. Ged. Stalen willen door dit plan alleen op maken een wegenlijst; hij hoopt daar eerst wat onderricht en opgevopcf te hebben, ieder een tien pond gaf, om ze over dc eerste moeilijke weken heen te helpen, ik dan den stoot zou heb ben gegeven tot een verdeelings- en 'n samenwerkingsfonds, waardoor ze den bemiddelaar den handelsman, zouden kunnen missen." ,,Ik begrijp u, dus u inde het geld voor dit doel?" ,,J(uist. Maar, zooals ik je reeds zei, ik was verplicht mijn plan op te geven De mensclien waren er nog niet rijp voor. Ze luisterden wel en wanen ien zeerste bereid het geld in ontvangst le nemen, maar ik kreeg niet de minste hoop, dat mijn plan lol uitvoering kwam. D,us werd het verijdeld. En de mannen zijn nog, tot op heden, in dienst van hun werkgevers. Daarom heb ik het geld nooit gebruikt. Ik herinner mij dat ik den wissel, opzettelijk voor dit doel, in lienponds banknoten had ge- ind." „Wat is er met de banknoten ge beurd „TK weet hef mét Misschien dwalen ze nu de wereld rond Ik heb zp terug gegeven aan Dering." ,,0, maar geliefde meester",Elsie sprong op en legde een velletje papier op tafel, ,,dit is een beschikking van de Voorzienigheid! Ik kan niet zeggens wat een vreeselijk verdriet die wissel ons heeft gegeven! Hij heeft hel leven van mijn broer half vernietigd. In 's hemels naam, schrijft p het alles voor mij opt door nog de bijdrage te kunnen krij gen over 1926. Spi. denkt, dal binnen twee jaar al een herziening zal komen De heer Koster tr-ekt zijn motie in. De heer v d. W e ij de zegt, dat er aan den Minister gevraagd was' op te nemen deu weg Zierikzee— Zijpe—Brabantscne grens op het Rijksplan, doch de Minis ter heeft 't tweede gedeelte geschrapt. De heer De Jonge trekt zijn motie in, mits Ged. Staten hun volle aandacht besteden aan zijn wenschen. De heer C a"t s hoek zegt, dat als N. Brabant zich afzijdig houdt van den wea Steenbergen—grens naar St. Phi- lipslana, Ged. Stalen toch moeite moeten doen nic verbetering tot stand te bretn- n. De heer v. d. W>eijde zegt toe, dat bij herziening ook speciaal op dit wegvak wordt gelet. De heer Wall ien meent, dal hel billijker tegenover onze provincie was jeweest, als men met de bijzondere 'igging had rekening gehouden Spr. had t beste gevonden de diverse wegen in één motie te voegen; hij zal die thans, gehoord de discussies, intrekken. Ook de heer O n d e r d ij k trekt zijn motie in. De heer Erasmus handhaaft zijn motie De heer v. d. W e ij de waarschuwt als de motie verworpen wordt. Wat is dan de zin daarvan. Spr. gelooft, dat dan de bedoeling van den heer Erasmus schade lijdt. Spr wijst nog eens op de herzie ning. De heer Erasmus trekt zijn mo tie in. Het Prov. wegenplan wordt z. h, st. goedgekeurd. Wegs verbetering. Aan de orde is het voorstel lot hel vet strekken van inlichtingen aan de ge meentebesturen van Westkapelle, Zoute- lanae, Biggekerke, en Koudekerlce, naar aanleiding van hun verzoek om wegs- verbe tering. Z h. st. goedgekeurd. Mo tie-W e 11 e m a n ver- keerscommissie. Aan de orde is de molie-Wplleman inzake de instelling eener verkeerscom- missie. - f fe] Ged. Staten geven in overweging de motie niet aan te nemen, doch zijn be reid om hel volgend jaar een bijeen komst te beleggen van vertegenwoordi gers van verkeersinstellingen en andere bij deze betrokken lichamen in 'Zeeland. In de afdeelingen is in het belaag eener goede verkeersregeling aangedron gen op de verdere uitvoering van het geen in de motie wordt gevraagd, alsook op meer openbaarheid over datgene, wat Ged. Stalen in deze materie doen Met nadruk is er op gewezen, dat de vraagde commissie zuiver een commissie van advies moet zijn. Er kan dus geen sprake zijn, dat Ged. Staten door die commissie worden verdrongen. In alle afdeelingen wordt geconsta teerd, dat er aan de verkeersdiensten nog wel een en ander verbeterd kan worden, zoowel wat betreft de aanslui tingen der verschillende dienslen, als de tarieven. In alle afdeelingen wordt door het lid van Ged. Staten medegedeeld, dat het college van Ged. Stalen niet afkeeerig is van het denkbeeld, neergelegd in de motie, voor wat betreft het inwinnen van adviezen, het vragen van voorlichting, enz. Vandaar de gedane, bovengenoemde toezegging. De instelling eener permanente ver- keerscommissïe wordt echter door Ged. Stalen ontraden Daarbij wordl in alle afdeelingen gewezen op de bootcommis sie en de wijze, waarop die haar inlich tingen verkrijgt. Voor de weinige resul taten, die dikwijls door de bootcomf- missie verkregen worden, wordt in één der afdeelingen door het lid van Ged. Staten „Is oorzaak genoemd, dal de ver schillende tramdirecties zeer «autonoom zijn, en slechts rekening houden met 't vooraeel hunner maatschappij. Ged. Sta ten meenen dan ook, dat een verkeerö- commissie de zaak niet veel verder zal brengen Vele lerfen leunuen niét begrijpen, dat Ged. Stalen zoo'n raaa van advies niel met beide handen aangrijpen, om de moeilijkheden op het gebied dei- ver keersdiensten beter te kunnen wegwer ken. Opgemerkt is nog, dal de voorstellers der motie hel werk der boolcommissie ten zeerste waardeeren, doch van oor deel zijn, dat daarnaast ruimte is voor een neutrale commissie Een lid acht het een bezwaar, dat verschillende leden van hel college van Ged. Stalen betrok,- ken zijn in de directies van diverse ver keersmiddelen. Vanwege Ged. Stalen is nog medege deeld, dat een rapport aan de Statenle den zal woraen toegezonden, waarin de op en aanmerkingen omtrent heft verkeer in deze provincie verwerkt zijn van 19 corporaties. Beraadslagingen De heer Welleman dankt voor de geschonken aandacht Hel principe is feitelijk door Ged. Staten aanvaard, Ook Ged Staten hebben het nut gevoeld van adviezen Er rest nu alleen nog de wijze, waarop die gegeven worden Ged Staten' en wij staan dicht bij elkaar, als Ged. Stalen maar aannemen willen, dat het lichaam slechts adviseerend zal zijn. Spr wil Jan ook zijn motie zoo wijzigen, dat de commissie niet aan de verscnillende oelanghebbenden, maar aan Gen Staten voorstellen zal doen Spr. wil een permanente commissie, die zich geheel in de materie inwerkt Ged Sta ten Zijn blijkbaar bang voor eemge zeg- gcuscn'ap, doch spr wijst op de vele aaviseeiende lichamen, die reeds be staan, als een spoorwegraad, enz Advie zen zullen Ged Staten toch krijgen, maar 't lijkt spr. het beste als dat advies georganiseerd komt, en geregeld gege ven wordt. In de afdeelingen is erkend, dat er nog ontzaglijk veel le verbeteren alt De instelling eener commissie is mede een poging daartoe. Met wat geven en nemen kan men dan tot overeen, stemming komen. De heer Onderrdijk steunt, mei zijn fractie, het voórstel-Welleman. Daar docr kan veel kritiek op de openbare vervoermiddelen voorkomen worden. Al les pleit voor hel voorstel van den heer Welleman. Doch laat men, als het verworpen wordl, de pers toelaten op de bijeenkomsten, als Ged. Stalen be doelen De heer v Dixhoorn stond aanvan Icelijk niet sympathiek tegenover de mo tie, doch is thans geneigd met het voor stel mede te gaan, nu blijkt, dat het lichaam slechts adviseerend zal zijn. De hc-er v Dusscldorp (Ged. St.. zegt, dat de heer Welleman heeft over genomen het principe als uit de verle den jaar gehouden bijeenkomst is ge bleken. Daarover zijn de heer Welleman en Geo. Stalen het eens. Een commissie van advies heeft echter zijn nadeelen Ged. Staten krijgen dan de adviezen uil de tweede hand; diréeté onderhandelingen geven adviezen uit ae eerste hand. Als Ged. Staten onderhan delen met de spoor- efn tranvwegmaat schappijen, is de weg toch vlugger, dan dat eerst alles gaat over die commissie van advies. Per correspondentie gaan die onderhandelingen zeker niet. 't Is zeker geen zaak van alleen geven en nemen, de moeilijkheden zitten dieper, ued Stalen hebben bovendien alle dos siers betreffende de zaken, en zijn veel beter op de hoogte. Spr zegt, dal Ged. Staten hunne be doelde besprekingen toegankelijk zullen stellen voor de pers. Tevens zijn Ged. Stalen bereid de vergaderingen meer dere malen te houden "l Zijn dezelfde personen, die de heer Welleman wenscht Wij hebben, herhaalt spr daarmedte een onmiüdeihjk contact, en dat is be ter dan een tusschentrap als de commis sie van advies. Spr. verwacht dus meer resultaat van een bijeenkom--t als Ged. Stalen bedoelen En vlug vlug wat meester' Eer u hel alles vergeet'" .,Ik zal het niet vergeten' Intusschten Elsie, als een verklaring van de feilen je van eenig nul kan wezen'hij ver anderde van plaats en vatle de pen op, „zeker, dan wil ik het met genoegen voor je opschrijven." „Mij werd verzocht", schreef hij dus, „door miss Elsie Arundel, mijn leer linge, te verklaren, wat ik weet van een zekere overdracht, die plaats vond In Maart 1882 De feiten zijn als volgt- ik had een som van zeven honderd twintig pond noodig Voor bepaalde doeleinden wilde ik het in lïen-ponds banknoten hebben. Ik verzocht mijn zaakwaarner mer, rnr. Dering, mij een wissel le stu ren; en daar ik meende, dat ik hel geld onmiddellijk zou noodig hebben, vroeg Ik nem om net geld aan mijn order T>e- schikbaar te slellen. Hij gaf mij dén wissel op zijn kantoor. Ik ging naar het hotel, waar ik verbleef, in Arundél Street, Strand, en zond een coratnission- nait- naar ae "bank voor het geld, dat hij mij, ingevolge mijn verlangen-, dan ook bracht in lien-ponds banknoten Binnen een paar dagen kwam ik tot de ont dekking; dat mijn plan niet uitvoer baar was, zonder dat hel juist helt eigenlijk doel van mijn streven zou te niet doen. Dus nam ik de banknoten mee naar het kantoor van mï. Dering en legde ze in de safe. Ik denk, dat hij ze al lang aan de bank heeft terugge geven." „Daar, kind", zei hij, de verltlarin hardop voorlezend. „Dit is, wat ik m van de zaak herinner." „Wilt u het nu nog teekenen. waar de meester?" vroeg Elsie, hem de pen teruggevend „Duizendmaal dankl L' weel niet, u zult nooit weten, of toe grijpen hoop ik, van hoe groote waarde dit document voor mij zal zijnZe vouwae hel papier in een enveloppe en borg hel in haar handtaschje. „voor mij en de mijnen." 'Ze bukte zich en kuste hem de ban aen, om de tranen te verbergen, die haai in de oogen welden Athelstan's naam was nu, in ieder geval, bevrijd van smet. „Maar mijn geliefde leerlinge en dochter", - mr. Gray was bijna zelve tol tranen loe bewogen, bij deze onver- wacnie uitoarsnng „oi er iels was. ctai ik mei voor je zou willen aoen, ais ik kon! ik, die nog nooit eenigevrouw liet» nelgenaa, voei "nu nelde voor mijn dochter of eerder mijn kleindochter. Dus je broer zal geholpen zijn mei deze memoire? Hiermee nog enkel maar je broer Ik zou wel eens wiiljen weten, of er iets meer in mijn weinig beiwogen feven fs, dal ik mij voor je zou kunnen herinneren." „O, neen! Dat zou te veel verlangd zijn. Toch bestaal er kans, eenige kans Mag ik het u vertellen? We Ivehben nog tijd vóór ons. Als we in hel zaallje zijn om zes uur, is dit vroeg genoeg En nu is het half vijf. Zal ik u het bezwaar vertellen? O, neen, maar eigenlijk De heer Welleman zegt nog eens, dat hel hier dus belreft meer een kwes tie van uitvoering dan van principe. Spr zou wenschen, dat de voorzitter van Prov. Stalen tevens voorzitter was van die permanente commissie. Dan hebben Ged Staten de zaak toch ook uit de eer ste hand Ged. Staten moeten dikwijls optreden als bemiddelaars; dat gaal be itel* als er een permanente commissie, voorkomend uit het vrije bedrijfsleven, regelmatig bijeenkomt De heer v. Dusscldorp verdedigt nogmaals zijn standpunt De heer Onderdijk dankt voor de toegezegde toelating van de pers. De heer v 't H o f f is tegen de motie- Welleman, Hij acht het standpunt van Ged. Staten beter. De motie wordt verworpen met 23 tegen 15 steramen. Vóór de V D en S. D'. A. P„ en de heeren v. Dixhoorn, Moelker, v Oeveren. Wallien, Kakebeeke en Dieleman. Hierna wordt gepauseerd Middagzitting. Motiei-Adriaan se. Verantwoordingsplicht Ged Staten. Aan de orde is de motie-Adjriaanse c s aan de Staten-Generaal aan le dringen op het behoud van de verantwoordings plicht van Ged. Stalen van hel door hen op de gemeentebesturen uilgeoefendé toezicht aan de Prov Staten op le hef fen. en niet over te gaan Itol <le idesbetref- fende wijziging der Prov. wet Afdeelingen Tweeërlei opval ting is in de afdeelin gen tot uiting gekomen Door verschillen de leden werd betoogd, dat Ged Stalen niet slechts terzake van hun bestuur van het eigenlijke Provinciaal huishouden, doch ook bij het op de gemeentebesturen uit te oefenen toezicht optreden als ver tegenwoordigers. als lasthebbers van de Prov Blaten, en dat 7ij mitsdien voor al hun gedragingen te dien aanzien door de Prov Staten Ler verantwoording kunnen worden geroepen Andere leden, die zich niet wenschen te begeven in de vraag of inderdaadi een zoo ruime verantwoordingsplicht, als door bovenbedoelde leden werd be doeld, steun vindt in de historische ont wikkeling onzer staatsinstellingen, waren toch van oordeel, dat zoodanige verant woordingsplicht past in hel raam der te genwoordige tijdsomstandigheden, die als eerste voorwaarde stellen dal de publie ke zaak publiek wordl behandeld Waar Ged Staten niet in het openbaar vergaderen, is de mogelijkheid om ver antwoording le vorderen noodig, om de motiëven. die Ged Stalen hebben geleid, te kunnen toetsen aan de rechtsovertui ging, die leeft in de bevolking der Pro vincie, gelijk die overtuiging bij monde van de vertegenwoordiger-- d er bevol king, ae Prov. Stalen, tot uiting komt Voorts wordt nog betoogd, dat behoud van den verantwoordingsplicht ook hier om gewenschl is, omdat eenerzijds bij het wegvallen van dien plichl. .geeneriet verantwoording meer zou bestaan, en Ged. Stalen m tsdien eiken rem zouden missen terwijl anderzijds, zoo van de uit spraken der Prov Stalen in de meesle gevallen al geen repressieve kracht uit kan gaan. een heilzame preventieve wer king daaraan niel kan worden ontzegd Een voordeel, dat in het behoud van hel interpellatierecht gelegen zou zijn dal n 1 Ged Staten gedwongen zouden worden, zich duidelijk rekenschap le ge ven van de motieven, die hen bij hun beslissingen leiden, werd door andere leden erkend, doch deze leden warén van oordeel, dat Ged. Staten daartoe, ook zonder verantwoordingsplicht aan de Prov Stalen wel gehouden zijn, omdat van hun beslissingen t a v besluilen van gemeentebesturen beroep op de Kroon open staat. Deze leden waren voorts van oordeel, dat Ged Staten met betrekking tot de zaken, waarvoor het interpellatierecht verlangd wordt, veel beter op dp hoogte zijn dan de Prov Staten Hun beslissin- dit loch ook niet, mei het groote werk, dat u ondernomen heeft." De blik, die deze woovvlen vfergev zelde, drukte echter een onbedwingbaar verlangen uit, om juist met het bezwaar voor den dag te treden. „Maar foeï' Zou mijn leerlinge nu Bezwaren hebben, die ik niet kende? Dat mag immers niet! Gauw! Vertel mij alles!" „Ik heb u toch al verleid, dal ik verloofd ben?" „Ja. Den naam van je verloofde heb je mij ook gezegd George Austin, is hiel niet? Er was eens een Austin, 't Is net of ik me dien naam herii^ ner, maar dat geeft nu met!" Woensdag gaan we trouwen „Zóó gauw HF' Maar je had mij imïners oeto'ofd. dal ik loch niel mijn leerlinge zal verliezen, niel waar?1' „Jfcen, gefxefde meester Zoodra we weergekoraen zijn van ons huwelijks reisje, kom ik u opzoeken en bij u leeren. Dal hoeft u niet in twijfjel te trekken. Ik kan u niet meer uit mijn leven laten gaan. Ik zal mijn mijn man meebrengen." „Als ik denken moest, dal je huwe lijk je van mij af zou nemen, dan zou ik mij al zeer ongelukkig achten. Maar vertel nu eerst eiens wat je op hel hart hebt." re. v»Igd.|

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1927 | | pagina 5