FEUILLETON
B IJ VOEGSEL
Donderdag 27 Oct. 1927 No. 253
PROV. STATES VAN ZEELAND.
(Vervolg.)
Prov. Wegen plan.
De heer Moe liter wijst op het sta
tion VlaJte, dat een der beduidieodste
stations is. Voor het vervoer van oesters
en mossels beteetyenl deze lijn zeer wéi
nig. Spr. steunt hel voorstel-De Jonge.
Spr. hoopt, dat ae weg Oud-Vossemeer
St. Annaland ook eens in aanmerking
.zal komen.
De heer Koster is dankbaar maai'
niet voldaan. Hij wijst op den weg door
de Blikstraat en stelt voor die bij het
wegeuplan te voegen.
De heev W allien zegt, optimistisch
te zijn, en eenig vertrouwen te hebben
in de regecring in Den Haag. De regee
ring heeft op spr.'s motie nog geen ant
woord gegeven en spr. verklaart hier
uit, dat ae regeering in ernstige overwe
ging neemt aan de verlangens te vol
doen. Doch er is ook een kans, dat de
regeering de wegen niet overneemt. Spr.
steil voor, in vertrouwen, dat de regee
ring de wegen ovemepmt, eenigc we
gen in het Prov. plan op te nemen, n.l.
de wegen Breskens—Hoofdplaat, 's-Gra-
venpoldcr—Schore, de weg door d<e Blik
straat, en de weg Oud—Vossemeer—St.
Annaland.
De heer Joziasse wijst ook op den
weg 's-Gravenpolder—Schore. Spr. ver-
verlangt de aandacht voor dezen weg
bij de herziening.
De heer De Pauw bepleit overname
van het voorstel-Koster. De verbinding
met W. Zeeuwsch Vlaanderen gaat nu
langs een omweg. Spr. zal de verschil
lende voorstellen tot juilbreiding van het
wegenplan steunen.
De heer Kake beeke vraagt of '1
wel juist is, dat de Provincie onder
houdt den weg van Kapelle naar Ier-
seke. Wij zijn belast geworden met iets,
dat we nog niet gekregen hebben. Is h«t
niet mogelijk, dal Ged. Staten van het
Rijk gedaan krijgen, dat de weg Ka
pelle—Ierseke weer bij het Rijk komt?
De vrijgekomen kilometers kunnen we
dan gebruiken voor gewenschte wegen
als 's-Gravenpolder—Schore e. a.
Spr. vraagt zoo spoedig mogelijk een
begrooting, als dit wegenplan ïs vastge
steld. Zoodat worde nagegajan of een
leening noodig is.
De heer Catshoek vraagt *of Ged.
Staten alle moeite willien doen den weg
St. Philipsland-Grens-Steenbergen op het
Prov. wegenplan te brengen, en slelt dit
voor.
De heer v. Dixhoorn wijst op een
betere verbinding tusschen Zaamslag
Axel.
De heer D u m o u 1 e ij n betoogt dat
bij het aannemen van het voorstel een
groote verbetering zal konien voor de
wegen in Z. Vlaanderen. Spr. betrteurd
ook dat de weg door de Blikstraat niet
is opgenomen, en sleunl het voorstel
Kosfèr.
De heer v. d. W/eijden (Ged. Stalen
wijst er oj> dat de automobiel een alge
meen vervoermiddel is geworden, en
geeft een overzicht van de middelen
van vervoer van vroeger waaraan de we
gen zich aanpasten. Doch zij waren nog
niet geschikt voor de motorrijtuigen. Fr
WIE IS EDMUND GRAY?
Geautoriseerde vertaling naar hel
Bngelsch, ran WALTEB BESANT
door Mej. 0. HOOG0W0RF
85).
In dien tijd begreep 'ik nog niet zoo
gelieel als nu de strooming van het
heden, waardoor de eigendom toch over
weldigd wordt, zonder dat ik er nog
<cn enkele zwakke poging voor in het
werk stel. Toch was mijn plan op zich-
zelve goed en kon gunstig gewterkt heb
ben, als degenen, op wie ik het aan
wendde, er maar rijp voor waren
weest. Ik was dan begonnen enkfele
werknemers sommen voor te schieten,
die hen onafhankelijk zouden maken van
hun werkgevers, tol ze voldoende ar
beid zouden geleverd hebben, om zeiven
'te verkoopen, zonder de hulp van hun
werkgevers, uit hun eigen, gezamenlijke
voorraden. Ongelukkig verdronken de
meesten van hen het geld; de enkelen,
die het in waarheid voor hun arbeid
gebruikten, werden, in plaats van hun
kameraden te steunen, zeiven werkgevers
en zijn nu rijk. Toen dacht ik, aat ik
uitbreiding zou geven aan die methode.
Ik meende, dat, als ik bij elkaar zocht
een uitverkoren troepje, zegge van een
zeventig of zoo, en dat ik hun, na ze
kwamen vele klachten over de bochten,
de kunslbedekking, enz. De regeering
heeft zich ontfermd over deze zaak en
vandaar de wegenbelastingwet, en het
wegenfonds. De auto's brengen daarvoor
hel geld op. Hieruit wordt betaald hel
onderhoud, en de rijkswegen, daa|rna zul
len dan weer de Prov. wegen wlorden
gesteund, doch alleen die voorkomen op
het Prov. wegenplan.
De verdeeling nu is voor Ged. Staten
zeer moeilijk geweest. Nu kan men het
kil, meter-aantal vergrooten, doch de Mi
nister zal zich streng houden aan het
kilometeraantal dat door de wet in de
formule is aangegeven. Plannen die van
de voorgestelde afwijken, zullen de goed
keuring niet krijgen, dat is uitdrukkelijk
door de regeering gezegd. Laten wij daar
aan denken dat wij met Alle wijzigingen
zullen falen. Ged. Staten hadden graag
het wegennet uitgebreid, doch 't kan
niet anders
Spr heeft tijdens de behandeling ver
scheidene wegen hooren noemen, doc]^
men hoeft zich niet ongerust te maken,
dat die wegen, al sla.:n ze niet op het
Prov. plan, voorgoed van de baan zijn.
Het is een voorloopig plan. Door den
minister is gezegd, dal het plan binnen
korten lijd zal worden herzien. Daarin
alleen ligt reeds een reden de voorsle!(-
Iers te verzoeken de voorstellen in le
Irekken.
Zoodra als aan de orde komt de her
ziening, zullen natuurlijk de verschillende
wegen die le berde zijn gebracht bespro
ken werden en zal aan de zaak met
kracht worden gewerkt om de verschil
lende voorstellers te bevredigen.
Wat de vervanging van den weg Ier-
soke-Vlake door Haven Ierseke—Sta
tion Kruiningen betreft, wijst spr. er op,
dat er veel inecr verplaatsing van per
sonen is. Hel is dus niet zoo direct
voor het vervoer van oesters en mos-
seifn. spr. zou ook dft voorstel niel
willen doorzetten. Het is lang niel zeker,
dat nel station Kruiningen blijft bestaan.
Wat de fietspaden belreft, die de heer
Onderdijk wil, de hoofdingenieur vond nu
eenmaal beier wat voorgesteld wordt.
Het wegenplan zal zeker niet in 4 A
5 jaar zijn uitgevoerd. Als het is vast
gesteld, maken Ged. Staten wegenlijsten
op, en de begrooting daarvan wordt
ingediena, die onderworpen is aan de
goedkeuring van den Minister. De giehee-
le zaak loopt in ieder geval in de mll-
lioenen.
De voorzi'tler zegt, dat na even-
tueele wijziging van het Tijkswegenplan
Ged. Staten zullen komeu mei wijzi
ging van het Prov. wegenplan.
De lieer De Jonge acht zijn wijziging
juist, en trekt zjjn motie niet in.
De heer Catshoek vraagt nog na
dere inlichtingen en trekt levenmin zijn
voorstel in.
De heer Welleman herhaalt, dat
het Rijkswegenplan te weinig gjeeft. Doch
't geldt hier een groot werk, en wij
moeten Ged. Staten geen spaak in het
wiel steken. Laten wij dus niet aandrin
gen op verdere wegie-n, nu wij de toezeg
ging van Ged. Staten hebben geknegen.
dal die wegen een punt van ernstige
overweging uitmaken.
De heer Kodde vraagt hoe het staat
met de uitvoering. Hebben de Stalen
niet meer te beslissen hoe de weg wordl
aangelegd?
De heer Onde rdijk dringt nog eens
aan op fietspaden. Kunnen Ged. Stalen
nog eens over zijn denkbeeld qiet den
hoofdingenieur spréken? Dan wil spr.
zijn motie wel intrekken.
De heer v. d We ij de betoogt, dat 't
nu alleen gaat om het wegenplan De
uitvoering, hef materiaal enz komt later
weer in Prov. Staten, daar dit toch
begroot wordt.
Ged. Staten zullen zeker de vraag
van den heer Onderdijk behandelen; hij
krijgt gelegenheid die kwestie nog in
Prov, Staten te behandelen.
Spr. dringt nog eens aan op de in
trekking van de motie-De Jonge. Ged.
Stalen willen door dit plan alleen op
maken een wegenlijst; hij hoopt daar
eerst wat onderricht en opgevopcf te
hebben, ieder een tien pond gaf, om ze
over dc eerste moeilijke weken heen
te helpen, ik dan den stoot zou heb
ben gegeven tot een verdeelings- en 'n
samenwerkingsfonds, waardoor ze den
bemiddelaar den handelsman, zouden
kunnen missen."
,,Ik begrijp u, dus u inde het geld
voor dit doel?"
,,J(uist. Maar, zooals ik je reeds zei,
ik was verplicht mijn plan op te geven
De mensclien waren er nog niet rijp
voor. Ze luisterden wel en wanen ien
zeerste bereid het geld in ontvangst le
nemen, maar ik kreeg niet de minste
hoop, dat mijn plan lol uitvoering kwam.
D,us werd het verijdeld. En de mannen
zijn nog, tot op heden, in dienst van
hun werkgevers. Daarom heb ik het
geld nooit gebruikt. Ik herinner mij
dat ik den wissel, opzettelijk voor dit
doel, in lienponds banknoten had ge-
ind."
„Wat is er met de banknoten ge
beurd
„TK weet hef mét Misschien dwalen
ze nu de wereld rond Ik heb zp terug
gegeven aan Dering."
,,0, maar geliefde meester",Elsie
sprong op en legde een velletje papier
op tafel, ,,dit is een beschikking van de
Voorzienigheid! Ik kan niet zeggens wat
een vreeselijk verdriet die wissel ons
heeft gegeven! Hij heeft hel leven van
mijn broer half vernietigd. In 's hemels
naam, schrijft p het alles voor mij opt
door nog de bijdrage te kunnen krij
gen over 1926.
Spi. denkt, dal binnen twee jaar al
een herziening zal komen
De heer Koster tr-ekt zijn motie in.
De heer v d. W e ij de zegt, dat er aan
den Minister gevraagd was' op te nemen
deu weg Zierikzee— Zijpe—Brabantscne
grens op het Rijksplan, doch de Minis
ter heeft 't tweede gedeelte geschrapt.
De heer De Jonge trekt zijn motie
in, mits Ged. Staten hun volle aandacht
besteden aan zijn wenschen.
De heer C a"t s hoek zegt, dat als
N. Brabant zich afzijdig houdt van den
wea Steenbergen—grens naar St. Phi-
lipslana, Ged. Stalen toch moeite moeten
doen nic verbetering tot stand te bretn-
n.
De heer v. d. W>eijde zegt toe, dat
bij herziening ook speciaal op dit wegvak
wordt gelet.
De heer Wall ien meent, dal hel
billijker tegenover onze provincie was
jeweest, als men met de bijzondere
'igging had rekening gehouden Spr. had
t beste gevonden de diverse wegen in
één motie te voegen; hij zal die thans,
gehoord de discussies, intrekken.
Ook de heer O n d e r d ij k trekt zijn
motie in.
De heer Erasmus handhaaft zijn
motie
De heer v. d. W e ij de waarschuwt als
de motie verworpen wordt. Wat is dan
de zin daarvan. Spr. gelooft, dat dan de
bedoeling van den heer Erasmus schade
lijdt. Spr wijst nog eens op de herzie
ning.
De heer Erasmus trekt zijn mo
tie in.
Het Prov. wegenplan wordt z. h, st.
goedgekeurd.
Wegs verbetering.
Aan de orde is het voorstel lot hel
vet strekken van inlichtingen aan de ge
meentebesturen van Westkapelle, Zoute-
lanae, Biggekerke, en Koudekerlce, naar
aanleiding van hun verzoek om wegs-
verbe tering.
Z h. st. goedgekeurd.
Mo tie-W e 11 e m a n ver-
keerscommissie.
Aan de orde is de molie-Wplleman
inzake de instelling eener verkeerscom-
missie. - f fe]
Ged. Staten geven in overweging de
motie niet aan te nemen, doch zijn be
reid om hel volgend jaar een bijeen
komst te beleggen van vertegenwoordi
gers van verkeersinstellingen en andere
bij deze betrokken lichamen in 'Zeeland.
In de afdeelingen is in het belaag
eener goede verkeersregeling aangedron
gen op de verdere uitvoering van het
geen in de motie wordt gevraagd, alsook
op meer openbaarheid over datgene, wat
Ged. Stalen in deze materie doen Met
nadruk is er op gewezen, dat de
vraagde commissie zuiver een commissie
van advies moet zijn. Er kan dus geen
sprake zijn, dat Ged. Staten door die
commissie worden verdrongen.
In alle afdeelingen wordt geconsta
teerd, dat er aan de verkeersdiensten
nog wel een en ander verbeterd kan
worden, zoowel wat betreft de aanslui
tingen der verschillende dienslen, als de
tarieven.
In alle afdeelingen wordt door het lid
van Ged. Staten medegedeeld, dat het
college van Ged. Stalen niet afkeeerig is
van het denkbeeld, neergelegd in de
motie, voor wat betreft het inwinnen van
adviezen, het vragen van voorlichting,
enz. Vandaar de gedane, bovengenoemde
toezegging.
De instelling eener permanente ver-
keerscommissïe wordt echter door Ged.
Stalen ontraden Daarbij wordl in alle
afdeelingen gewezen op de bootcommis
sie en de wijze, waarop die haar inlich
tingen verkrijgt. Voor de weinige resul
taten, die dikwijls door de bootcomf-
missie verkregen worden, wordt in één
der afdeelingen door het lid van Ged.
Staten „Is oorzaak genoemd, dal de ver
schillende tramdirecties zeer «autonoom
zijn, en slechts rekening houden met 't
vooraeel hunner maatschappij. Ged. Sta
ten meenen dan ook, dat een verkeerö-
commissie de zaak niet veel verder zal
brengen
Vele lerfen leunuen niét begrijpen, dat
Ged. Stalen zoo'n raaa van advies niel
met beide handen aangrijpen, om de
moeilijkheden op het gebied dei- ver
keersdiensten beter te kunnen wegwer
ken.
Opgemerkt is nog, dal de voorstellers
der motie hel werk der boolcommissie
ten zeerste waardeeren, doch van oor
deel zijn, dat daarnaast ruimte is voor
een neutrale commissie Een lid acht
het een bezwaar, dat verschillende leden
van hel college van Ged. Stalen betrok,-
ken zijn in de directies van diverse ver
keersmiddelen.
Vanwege Ged. Stalen is nog medege
deeld, dat een rapport aan de Statenle
den zal woraen toegezonden, waarin de
op en aanmerkingen omtrent heft verkeer
in deze provincie verwerkt zijn van 19
corporaties.
Beraadslagingen
De heer Welleman dankt voor de
geschonken aandacht Hel principe is
feitelijk door Ged. Staten aanvaard, Ook
Ged Staten hebben het nut gevoeld
van adviezen Er rest nu alleen nog de
wijze, waarop die gegeven worden Ged
Staten' en wij staan dicht bij elkaar,
als Ged. Stalen maar aannemen willen,
dat het lichaam slechts adviseerend zal
zijn. Spr wil Jan ook zijn motie zoo
wijzigen, dat de commissie niet aan de
verscnillende oelanghebbenden, maar aan
Gen Staten voorstellen zal doen Spr.
wil een permanente commissie, die zich
geheel in de materie inwerkt Ged Sta
ten Zijn blijkbaar bang voor eemge zeg-
gcuscn'ap, doch spr wijst op de vele
aaviseeiende lichamen, die reeds be
staan, als een spoorwegraad, enz Advie
zen zullen Ged Staten toch krijgen, maar
't lijkt spr. het beste als dat advies
georganiseerd komt, en geregeld gege
ven wordt. In de afdeelingen is erkend,
dat er nog ontzaglijk veel le verbeteren
alt De instelling eener commissie is
mede een poging daartoe. Met wat geven
en nemen kan men dan tot overeen,
stemming komen.
De heer Onderrdijk steunt, mei
zijn fractie, het voórstel-Welleman. Daar
docr kan veel kritiek op de openbare
vervoermiddelen voorkomen worden. Al
les pleit voor hel voorstel van den
heer Welleman. Doch laat men, als het
verworpen wordl, de pers toelaten op
de bijeenkomsten, als Ged. Stalen be
doelen
De heer v Dixhoorn stond aanvan
Icelijk niet sympathiek tegenover de mo
tie, doch is thans geneigd met het voor
stel mede te gaan, nu blijkt, dat het
lichaam slechts adviseerend zal zijn.
De hc-er v Dusscldorp (Ged. St..
zegt, dat de heer Welleman heeft over
genomen het principe als uit de verle
den jaar gehouden bijeenkomst is ge
bleken. Daarover zijn de heer Welleman
en Geo. Stalen het eens.
Een commissie van advies heeft echter
zijn nadeelen Ged. Staten krijgen dan
de adviezen uil de tweede hand; diréeté
onderhandelingen geven adviezen uit ae
eerste hand. Als Ged. Staten onderhan
delen met de spoor- efn tranvwegmaat
schappijen, is de weg toch vlugger, dan
dat eerst alles gaat over die commissie
van advies. Per correspondentie gaan
die onderhandelingen zeker niet. 't Is
zeker geen zaak van alleen geven en
nemen, de moeilijkheden zitten dieper,
ued Stalen hebben bovendien alle dos
siers betreffende de zaken, en zijn veel
beter op de hoogte.
Spr zegt, dal Ged. Staten hunne be
doelde besprekingen toegankelijk zullen
stellen voor de pers. Tevens zijn Ged.
Stalen bereid de vergaderingen meer
dere malen te houden "l Zijn dezelfde
personen, die de heer Welleman wenscht
Wij hebben, herhaalt spr daarmedte
een onmiüdeihjk contact, en dat is be
ter dan een tusschentrap als de commis
sie van advies. Spr. verwacht dus meer
resultaat van een bijeenkom--t als Ged.
Stalen bedoelen
En vlug vlug wat meester' Eer u hel
alles vergeet'"
.,Ik zal het niet vergeten' Intusschten
Elsie, als een verklaring van de feilen
je van eenig nul kan wezen'hij ver
anderde van plaats en vatle de pen op,
„zeker, dan wil ik het met genoegen
voor je opschrijven."
„Mij werd verzocht", schreef hij dus,
„door miss Elsie Arundel, mijn leer
linge, te verklaren, wat ik weet van een
zekere overdracht, die plaats vond In
Maart 1882 De feiten zijn als volgt- ik
had een som van zeven honderd twintig
pond noodig Voor bepaalde doeleinden
wilde ik het in lïen-ponds banknoten
hebben. Ik verzocht mijn zaakwaarner
mer, rnr. Dering, mij een wissel le stu
ren; en daar ik meende, dat ik hel geld
onmiddellijk zou noodig hebben, vroeg
Ik nem om net geld aan mijn order T>e-
schikbaar te slellen. Hij gaf mij dén
wissel op zijn kantoor. Ik ging naar
het hotel, waar ik verbleef, in Arundél
Street, Strand, en zond een coratnission-
nait- naar ae "bank voor het geld, dat hij
mij, ingevolge mijn verlangen-, dan ook
bracht in lien-ponds banknoten Binnen
een paar dagen kwam ik tot de ont
dekking; dat mijn plan niet uitvoer
baar was, zonder dat hel juist helt
eigenlijk doel van mijn streven zou te
niet doen. Dus nam ik de banknoten
mee naar het kantoor van mï. Dering
en legde ze in de safe. Ik denk, dat hij
ze al lang aan de bank heeft terugge
geven."
„Daar, kind", zei hij, de verltlarin
hardop voorlezend. „Dit is, wat ik m
van de zaak herinner."
„Wilt u het nu nog teekenen. waar
de meester?" vroeg Elsie, hem de pen
teruggevend „Duizendmaal dankl L'
weel niet, u zult nooit weten, of toe
grijpen hoop ik, van hoe groote waarde
dit document voor mij zal zijnZe
vouwae hel papier in een enveloppe
en borg hel in haar handtaschje. „voor
mij en de mijnen."
'Ze bukte zich en kuste hem de ban
aen, om de tranen te verbergen, die haai
in de oogen welden Athelstan's naam
was nu, in ieder geval, bevrijd van smet.
„Maar mijn geliefde leerlinge en
dochter", - mr. Gray was bijna zelve tol
tranen loe bewogen, bij deze onver-
wacnie uitoarsnng „oi er iels was.
ctai ik mei voor je zou willen aoen, ais
ik kon! ik, die nog nooit eenigevrouw
liet» nelgenaa, voei "nu nelde voor mijn
dochter of eerder mijn kleindochter.
Dus je broer zal geholpen zijn mei
deze memoire? Hiermee nog enkel maar
je broer Ik zou wel eens wiiljen weten,
of er iets meer in mijn weinig beiwogen
feven fs, dal ik mij voor je zou kunnen
herinneren."
„O, neen! Dat zou te veel verlangd
zijn. Toch bestaal er kans, eenige kans
Mag ik het u vertellen? We Ivehben nog
tijd vóór ons. Als we in hel zaallje zijn
om zes uur, is dit vroeg genoeg En nu
is het half vijf. Zal ik u het bezwaar
vertellen? O, neen, maar eigenlijk
De heer Welleman zegt nog eens,
dat hel hier dus belreft meer een kwes
tie van uitvoering dan van principe. Spr
zou wenschen, dat de voorzitter van
Prov. Stalen tevens voorzitter was van
die permanente commissie. Dan hebben
Ged Staten de zaak toch ook uit de eer
ste hand Ged. Staten moeten dikwijls
optreden als bemiddelaars; dat gaal be
itel* als er een permanente commissie,
voorkomend uit het vrije bedrijfsleven,
regelmatig bijeenkomt
De heer v. Dusscldorp verdedigt
nogmaals zijn standpunt
De heer Onderdijk dankt voor de
toegezegde toelating van de pers.
De heer v 't H o f f is tegen de motie-
Welleman, Hij acht het standpunt van
Ged. Staten beter.
De motie wordt verworpen met 23
tegen 15 steramen.
Vóór de V D en S. D'. A. P„ en de
heeren v. Dixhoorn, Moelker, v Oeveren.
Wallien, Kakebeeke en Dieleman.
Hierna wordt gepauseerd
Middagzitting.
Motiei-Adriaan se.
Verantwoordingsplicht
Ged Staten.
Aan de orde is de motie-Adjriaanse c s
aan de Staten-Generaal aan le dringen
op het behoud van de verantwoordings
plicht van Ged. Stalen van hel door hen
op de gemeentebesturen uilgeoefendé
toezicht aan de Prov Staten op le hef
fen. en niet over te gaan Itol <le idesbetref-
fende wijziging der Prov. wet
Afdeelingen
Tweeërlei opval ting is in de afdeelin
gen tot uiting gekomen Door verschillen
de leden werd betoogd, dat Ged Stalen
niet slechts terzake van hun bestuur van
het eigenlijke Provinciaal huishouden,
doch ook bij het op de gemeentebesturen
uit te oefenen toezicht optreden als ver
tegenwoordigers. als lasthebbers van de
Prov Blaten, en dat 7ij mitsdien voor al
hun gedragingen te dien aanzien door de
Prov Staten Ler verantwoording kunnen
worden geroepen
Andere leden, die zich niet wenschen
te begeven in de vraag of inderdaadi een
zoo ruime verantwoordingsplicht, als
door bovenbedoelde leden werd be
doeld, steun vindt in de historische ont
wikkeling onzer staatsinstellingen, waren
toch van oordeel, dat zoodanige verant
woordingsplicht past in hel raam der te
genwoordige tijdsomstandigheden, die als
eerste voorwaarde stellen dal de publie
ke zaak publiek wordl behandeld
Waar Ged Staten niet in het openbaar
vergaderen, is de mogelijkheid om ver
antwoording le vorderen noodig, om de
motiëven. die Ged Stalen hebben geleid,
te kunnen toetsen aan de rechtsovertui
ging, die leeft in de bevolking der Pro
vincie, gelijk die overtuiging bij monde
van de vertegenwoordiger-- d er bevol
king, ae Prov. Stalen, tot uiting komt
Voorts wordt nog betoogd, dat behoud
van den verantwoordingsplicht ook hier
om gewenschl is, omdat eenerzijds bij
het wegvallen van dien plichl. .geeneriet
verantwoording meer zou bestaan, en
Ged. Stalen m tsdien eiken rem zouden
missen terwijl anderzijds, zoo van de uit
spraken der Prov Stalen in de meesle
gevallen al geen repressieve kracht uit
kan gaan. een heilzame preventieve wer
king daaraan niel kan worden ontzegd
Een voordeel, dat in het behoud van
hel interpellatierecht gelegen zou zijn
dal n 1 Ged Staten gedwongen zouden
worden, zich duidelijk rekenschap le ge
ven van de motieven, die hen bij hun
beslissingen leiden, werd door andere
leden erkend, doch deze leden warén
van oordeel, dat Ged. Staten daartoe, ook
zonder verantwoordingsplicht aan de
Prov Stalen wel gehouden zijn, omdat
van hun beslissingen t a v besluilen
van gemeentebesturen beroep op de
Kroon open staat.
Deze leden waren voorts van oordeel,
dat Ged Staten met betrekking tot de
zaken, waarvoor het interpellatierecht
verlangd wordt, veel beter op dp hoogte
zijn dan de Prov Staten Hun beslissin-
dit loch ook niet, mei het groote werk,
dat u ondernomen heeft."
De blik, die deze woovvlen vfergev
zelde, drukte echter een onbedwingbaar
verlangen uit, om juist met het bezwaar
voor den dag te treden.
„Maar foeï' Zou mijn leerlinge nu
Bezwaren hebben, die ik niet kende?
Dat mag immers niet! Gauw! Vertel
mij alles!"
„Ik heb u toch al verleid, dal ik
verloofd ben?"
„Ja. Den naam van je verloofde heb
je mij ook gezegd George Austin, is hiel
niet? Er was eens een Austin,
't Is net of ik me dien naam herii^
ner, maar dat geeft nu met!"
Woensdag gaan we trouwen
„Zóó gauw HF' Maar je had mij imïners
oeto'ofd. dal ik loch niel mijn leerlinge
zal verliezen, niel waar?1'
„Jfcen, gefxefde meester Zoodra we
weergekoraen zijn van ons huwelijks
reisje, kom ik u opzoeken en bij u
leeren. Dal hoeft u niet in twijfjel te
trekken. Ik kan u niet meer uit mijn
leven laten gaan. Ik zal mijn mijn
man meebrengen."
„Als ik denken moest, dal je huwe
lijk je van mij af zou nemen, dan zou
ik mij al zeer ongelukkig achten. Maar
vertel nu eerst eiens wat je op hel hart
hebt."
re. v»Igd.|