liIitpÉ Courant
FEUILLETON.
Aspirin*
B IJ VOEGSEL
▼AN DB
■AR
Donderdag 13 Oct. 1927 No. 241
GEMEENTERAAD VAN -MIDDELBURG.
Gisteren vergaderde de gemeenteraad-
Voorzitter de burgemeester. Afwezig bij
den aanvang de hoeren Mes en vj. d. Beke
Callemfels.
Ingekomen stukkien.
Hel adres van den Ned. Federatieven
Bond van personeel in openbaren dienst
over de levering aan gasfabrieken,.
De voorzitter stelt voor dit in
handen van B,. en W. te stellen om adr
viess.
De heer Cornelisse vestigt er de
aandaent op, dat een aantal leveranciers
besloten zou hebben niets meer in minde
ring te brengen, wat voor de gemeente
nadeelig zou zijn.
De heer Jeronimu s vraagt, tot wel
ke bedragen door de in het adres bedoel
de leveranciers geleverd is aan de Mid-
delburgsche gemeentewerken in de jaren
'24, '25, en '26.
Besloten wordt het adres in handen
van B. en W. te stellea om praeadvies.
Bran dweer,
Aangaande hel adres inzake de vrij
willige brandweer en het praeadvies van
B. en \V. dienaangaande, doet de heer
IWonderge m hel denkbeeld aan de
hand om de vrijwilligers te zetten aan
twee spuiten.
De 'heer Jeronimus vraagt of een
kleine verhooging van het loon per uur,
en een aanmerkelijke verhooging van het
loon 'snachls niet misschien meer lief
hebberij zullen geven.
Een en ander zal nader worden me
degedeeld aan het bestuur vlan de Brand
weer.
Het praeadvies van B. en W. wordt z.
h. st. aangenomen.
Abattoir.
Bij het adres van slagers tegen het
abattoir stelt de voorz. voor, dit stuk te
voegen bij de stukken over de slacht
plaats. Afgewacht moet worden het be
richt van Ged. Staten, dat Middelburg
en Vlissingeu op de bepaalde plaats een
slachtplaats kunnen bouwen.
De heer Jeronimus vraagt of nog
op hel besluit door den raad teruggeko
men kan worden.
De voorz. zegt dat de zaak, nog be
sproken kan worden, als het bericht van
Ged. Staten in den raad komt
De heer De Veer meent dat de raad
op het principe besluit niet meer terug
kan komen.
De heer Onderdijk zegt, dat men
aan het werk gaat, zoodra de beslissing
van Ged. Staten is afgekomen. Als de
raad op het principebesluit terug wil
komen, zou dat uu moeten zijn.
Of anders zouden B. en W. praead
vies kunnen geven, als het besluit van
Ged. Staten bekend is.
De heer de Veer betoogt, dat de raad
zich met liet principebesluit moreel en
formeel gebonden heeft.
De voorz. zegt, dal toch als het be
sluit van Ged. Staten bekend wordt ge
maakt, daarover kan worden gesproken.
Het adres van de Ned- bond van Han
dels- en kantoorbedienden ^,Mercurius"
over de instelling van een bêdrijfskundi-
digen ambtenaar nan het hoofd eener
doelmatig ingerichte vakafdeeling, wordt
in handen gesteld van B. en "XV. om er
op te letten
Ingekomen is nog een adres van het
hoofdbestuur van den Algem. Bond van
WIE IS EDMUND GRAY?
Geautoriseerde vertaling naar het
Bngelsch, van WALTER BES ANT,
door Mej. B. HOOGEWERF.
74).
„Een soort keukentje dus" dacht Elsie
bij die ontdekking. „O, hoe vreeselijk, dat
sommige heeren zeker wel dag en nacht
in een dergelijke woning verblijven!"
Mei een huivering keerde ze weer naar
de zitkamer. Hier nam', ze een boek en
ging er voor het open venster zitten,
geen aandacht schenkend aan het feit,
dat ze door een ieder op het Plein kon
gezien worden.
Het was zeven uur, eer mr. Edmund
Gray kwam.
„ïla, kindlief," zei hij teeder. „Je bent
hier al vóór mij! Ik werïl opgehouden
door zaken. Wal?... dat weet ik niet
meer' Ik vergeet alles. Maar het komt
er ook weinig op aan He ben nu hier en
éér we een vigelante nemen, wil ik nog
even de vragen van den nieuwen cate
chismus met je doorloopeu. Ben je
klaar?"
„Geheel klaar, meester."
Om half zeven stelde Oheckley zich
weer verdekt op; eu niet eens zoo heel
lang zal hij daar gezeten hebben, of
politiepersoneel over de invoering van
een vacanlietoeslag.
Naar B- en W. om advies.
Een schrijven van H. Hendrikse circu
leert onder de raadsleden.
Vraag-Panl.
De heer Paul dankt voor de beant
woorde vragen, 't Bedrag viel spr. echter
tegen, 'lis wel zeer twijfelachtig of het
wetsontwerp zoo wordt aangenomen. La
ten B. en W» het oor te luisteren leg
gen of er voor Middelburg nog een ver
andering mogelijk is.
Wachtgeldregeling
personeel meelfabriek
Aan de orde is de verlenging vaan öe
wachtgeldregeling van het personeel der
meelfabriek (25 pet. der bijdrage).
De heer Jeronimus is tegen dit
voorstel, dat hij een verkapte pensioenee-
ring noemt. Het is de vraag nog, df het
bedrijf hier ooit weer terug zal komen
en bovendien als dit lang sti.1 staat, is
er een groot bedrag noodig de zaak weer
op gang te brengen. Spr. gelooft dat wij
met deze regeling op den verkeerden weg
zijn. 't Komt hem voor, dat er zoo geen
einde aan is. Bovendien is verzocht de
fabriek te gelde te stellen,.
De voorz. betoogt, dat dat pogingen
om de fabriek te koopen mislukt zijn.
Men wil de fabriek hier houden.
mevr. De Graaf vrapgt wat er voor
de ontslagenen zou voortvloeien, als hef
idee van den heer Jeronimus werd aange
nomen.
De voorz.. Die zouden dan'dcomen bij
het Burgerlijk Armbestuur.
Mevr. De Graaf meent, dat dit voor
de gemeente nadeeliger zou zijn, zoo
wordt er geen bezuiniging verkregen.
De heer Paul vraagt wat de onderne
ming voor reden zou hebben om ie on
dersteunen, als zij niet van plan washier
het bedrijf niet meer in werking te
stellen.
Spr. gelooft, dat 't daardoor juist niet
uitgesloten moet worden geacht, dal dit
wel zal geschieden, Heeft de heer Jero
nimus eigenlijk bedoeld in het geheel
geen steun te verleenen? Als deze re
geling niet wordt aangenomen, wordt 't
duurder voor de gemeente.
De heer Onderdijk zegt, dat het al
of niet terugkeeren van het bedrijf, het
rijk wel zal beoordeelen, want die on
dersteunt mede, zooals anders nooit. Voor
de gemeente is 'l een rekensommetje.
Zoo is 't voordeeligsl. Alls hot voorbeeld,
door de Meelfabriek gegeven door de
andere bedrijven hier Ier stede was ge
volgd, dans zou er een betere regelfing
zijn voor de werldoozen, en zou die ook
minder kosten. Wij moeten dit dus met
beiden handen aangrijpen.
De heer Jeronimus erkent, dal de
regeling zoo voor de gemeente voor-
deeligcr is. Doch op den duur zullen wjj
toch moeten overgaan tot den afvoer van
gemeentekrachten, waar op het oogen-
hlik geen plaats voor is.
Het voorstel wordt z. h. st;. aangeno
men. De heer Jeronimus wenscht geacht
te worden te hebben tegengestemd
Gemeenterekening
'1926.
Aan de orde is de gemeenterekening
van 1926
"Wordt goedgekeurd, met alg stemmen
(de wethouders bleven buiten stemming),
nadat de heer Paul, naar aanleiding
van een der posten er op gewezen liad,
dal kleine herstellingen o a. ook bij eliec-
trische installaties wel door gemeentebe
drijven geschieden, waarop de heer de
Veer antwoordde, dat in dergelijke ge
vallen particulieren de herstellingen ver
richten, als '1 goedkooper is dan bij de
bedrijven.
De heer Cornelisse wees er bo
vendien nog op, dat hij heeft vernomen,
dat verscheidene installateurs niet in
aanmerking zijn gekomen.
De heer O n d e r d ij k betoogt, dat er
bij gemeentewerken een lijst ligt, waar
door diverse vakmenschen regelmatig aan
de beurt komen. Mochten er eventueel
namen ontbreken, dan kan die lijst wor
den aangevuld.
zoo vrij en onbevangen, als maar immer
mogelijk, vertoonde zich daar hef gelaat
van miss Elsie Arundel aan het open
vensterKijk, wat was er nu meer
noodig. Edmund Gray was Atheislan
Arundel of George Austin, of beiden, en
Elsie was hun medeplichtige. Wat zou
sir Samuel in z'n schik zijnDien zelfden
avond, zou hij zich nog bij dien ouden
heer aanmelden'
Telkens keek Oheckley weer eens uit,
om van zijn ontdekking te genieten. Maar
op eenshij moest zich aan de deur
posten vasthouden, hij kon zijn verba
zing dan ook niet langer verbergjen,
wantdaar zag hij, over de medeplich
tige gebogen, met een uitdruldring van
vaderlijke teederheid niemand meer
of minder, dan mr. Dering zelve'...
Ja, mr. Dering! Wat beleekende dat?....
Zou mr. Dering nu twelve het geheim
oplossen van Edmund Grav?..., Was
hij op diens leamers doorgedrongen en
had hij daar nu niet Edmund Gray, maar
Elsie Arundel gevonden?
„Vriend," zei de politie-agent, zóó vóór
hem staand, dat zijn uitzicht was onder
schept, „je schijnt daar iets te zienj,
wat je bijzonder interesseert?"
„O ja, dat is zoo!"
„Vindt je anders, dat je nu niet lang
genoeg hebt gekeken naar dien ouden
heer? En er is een jongedame óók.
Om nu zoo lang naar haar te kijken, is
heeleiuaat niet beleefd I"
„Neen. neen. Daar heb je ook gelijk
Godsh aizen
Aan de orde zijn voorts de supple-
toire begroo'ting 1926 en de rekening
1926 der Godshuizen.
De heer V e r t r o g t zegt, dat de com
missie gaarne de inlichtingen van de
Godshuizen over de opmerkingen der C.
v Fin., zal ontvangen.
De voorz. zegt, dat dit zeker zal
geschieden.
De heer Jeronimus zegt, dat in
derdaad verschillende posten de raming
belangrijk hebben overschreden. De 0.v.F.
is nu wel overtuigd van de noodzakelijk
heid, doch heeft zij wel de noodige in
lichtingen gehad?
Mevr. W e ij 1 zegt, dat de C. v. Fin.
die inlichtingen heeft ingewonnen. Alleen
wanneer daaruit vraagpunten blijven,
zouden die opnieuw in den raad
ter sprake kunnen worden gebracht. An
ders is 't fniet Ide bedoeling om met al die
inlichtingen in den raad te komen, De
rekening heeft bovendien ter visie gele
gen; leden, die dus vragen willen stellen
jcunnen dit doen aan B. en "Wl. die deze
in de volgende vergadering zouden 'be
antwoord hebben. Maar wij heb
ben het beheer van liet Gasthuis nu een
maal gegeven aan een college Van regen
ten en bovendien zijn de uitgaven van
het bestuur met de noodige waarborgen
omgeven. Uitgaven bosten de* f 50 worden
niet gedaan, zonder dat twee deskundige
regenten daarin zijn gekend. Verdere be
langrijke zaken worden in het gebedje
college besproken. Spr. vindt dus niet,
dat op den weg van den raad ligt, de di
verse zaken verder uit te pluizen, tenzij
de raad reden heeft voor gebrek aan
vertrouwen.
De heer Jeronimus zegt, dat er
geen kwestie is van gebrek aan vertrou
wen; maar van een onderstreeplng van
den wensch der C. v. Fin,, voor een
uitgebreidere toelichting.
De suppletoire begrooling 1926 en de
rekening worden z. h. st. goedgekeurd.
Alsnu is aan de orde de begnooting
1928.
De heer H o n d i u s vraagt of van de
rente van het kapitaal van het weeshuis
geen verpleeggelden worden besteed. Spfr.
meent toch, dat dit kapitaal gegeven was
als verpleeggelden voor een zeker soort
van weezen. Sur. vraagt dit ook als in
lichting, niet als een uiting van wan
trouwen
De voorz. zegt. dat de rente der
fondsen verwerkt is in de algemeen© re
kening der Godshuizen.
De heer v. d. iW e e I zal de vragen van
den heer Hondius aan het Jjestuur van
het Godshuis voorleggen. Fen zeker ver
trouwen in dat bestuur is toch wel ge-
wenscht.
De voo rz. gelooft ook niet, dat de
vertrouwenskwestie er iets mee te maken
heeft.
Mevr. fWeïj I heeft dat vertrouwen ook
niet in twijfel willen trekken.
De begrooting wordt z. h. st .goedge
keurd.
Teruggaaf abonne
mentsgelden duin
water.
Aan de orde is liet afwijzend praead
vies op het verzoek van D. J. Jansen,
om teruggaaf van f !1(33 van hel abonne
mentsgelden over 1926 voor de duinwa
terleiding.
Na eenige discussie z. h. st, goedge-
-keurd.
Vragen Mes.
Thans krijgt de heer Mes, inmiddels
ter vergadering gekomen, evenals de lieer
v. d. Beke Gallenfels, gelegenheid, tot na
dere bespreking van zijn vragen en het
antwoord van B. en W. betreffende de
woningbouwvereniging.
De heer Mes wees op een ingezonden
stuk in de Middelburgsche Courant,
waarin de heer J. P. van Hiel, secretaris
der vereeniging, betoogend, dat alles in
de beste orde was. Wanneer hij daar
mede bedoelde de financiën voor het
bestuur, de vergoeding van voorzitter,
secretaris en penningmeester, dan gaat
spr. hiermede accoord. Echter geeft het
antwoord van B. en W, op de gestelde
in."
„En nu even in der minne die zaak
behandeld, maar denk je, dat mr. Ed
mund Gray, hier tegenover, het wel zoo
heel aangenaam zou vinden, als hij wist,
dat hij iederen avond werd bespied,?
Dat kunnen we op den duur toch niet
toelaten zie je, tegenover zoo'n infat-
soenlijk man, als mr. Edmund, Gray."
„Zeg agent, ken je hem dan, dien
ouden heer, daar aan het venster?" hijg
de Oheckley.
„Zeker. Zoo lang ik hier nu al ojp post
sta, dat wil zeggen, twee jaren lang. De
menscheu hier in Gray's Inn hebben
hem geloof ik, at tien jaar lang gekend.
Het is mr. Edmund Gray. Hij komt hier
niet geregeld. Hij heeft er ook uiet zijn
kantoor Maai* hij vertoont zich zooi nu en
dan Mr. Edmund Gray heet hij. Ik wou
dal alle heeren in de Inn zoo royaal
waren als hij!"
„O, maar het is onmogelijk' Zeg het
nog eens agent' Misschien ben ik een
beetje doof. Ik ben al heel oud, weet je.
Zeg het nog eens?"
Wat scheelde den man toch! Want hij
trilde over al zijn leden en zijn oogen
stonden wijd opengesperd van schrik of
verbazing
Wat scheelde den man toch! Want hij
trilde over al zijn leden en zijn oogen
stonden wijd opengesperd van schrik of
verbazing.
Natuurlijk, dat is mr. Edmund Gray.'
„Wal doet dat meisje bij hem? Waar-
vragen een anderen kijk. Ofschoon spr.
reeds bij voorbaat dpnk heeft gebracht
aan B. en W-, wil spr. dit nogmaals doen,
vooral voor hun uitgebreide beantwoor
ding der vragen, waarin hem alsmede de
belastingbetalers een groote surprise be
zorgd werd, want eerlijkheidshaive moet
spr zeggen, dat hij veel gehoord, had,
maar niet alles wist.
Echter meent spr. op deze zaak terug
te moeten komen, daar het antwoord
hem niet bevredigt en zeker ook nog wel
een enkele vraag op zijn plaats is. Of
schoon weinig ter zake doende, zeggjen
B. en W. dat het beter is te sprekeui
van een ongedekt verlies, dan van een
tekort .Spr. meent dat als de schulden
de baten overtreffen, men spreekt van
een tekort, doch hij zal zich aan d,e ler-
men van B. en W. houden In de verga
deringen van 9 Sept en 21 Oct. 1925,
hebben de heeren Vertregl, Boasson.
Bosman, Portheine, Hondius, v. d. Beke
Gallenfels en Streefkerk, allen meer of
minder bij B. en W. op sterkere controle
over de Alg. Woningbouw ver. aangedron
gen en bij monde van d,eu voorzitter is dit
toegezegd. Daarvan is niets meer gehoord,
en nu krijgt de raad te hooren van een
ongedekt verlies van f 5329 12'/s over de
esploitatiejaren 1 Januari 1925 tot 31
Maart 1927 van hel complex Bagijnliof.
Of er controlemaatregelen door B. en
W. genomen zijn, weel spr. niet, maar
zij hadden den raatl kunnen en moeten
inlichten over dit verlies Dat binnenkort
een verzoek van de Alg. Woningbouw
vereniging te dier zake door B. en W
zal worden overwogen, zal zeker de be
lastingbetalers weer tol vreugde stem
men. Op het complex Stijfsclweg was
het op 31 Maart fi,l. niet beter en wel),
een ongedekt verlies van f7709. Of het
Dijkgeschot en de waterleiding daarop
zooveel van invloed zijn, betwijfelt spr.,
men had toen de huren moeten opslaan,
gelijk elke huisbaas terecht doet.
Met het oog op vraagj 3 zou spr. willen
vragen wanneer B. en Wu het een en
ander ter kennis van het bestuur hebben
gebracht want hij betwijfelt ten zeerste
dc djrecte medewerking van hel bestuur.
Op 20 September heeft hij zijn wagen
ingezonden aan B. en W„ toevallig komt
dien avond de oproep voor een algo
meene vergadering en mei ingang van
2 October een toeslag op de woningen
van 15 cent. Dat B. en W, overtuigd zijn
er geen sluitende exploitatierekening zal
zijn het volgende jaar, blijkt daaruit, dat
zij zullen nagaan hoe het dan nog be
staande ongedekt verlies ware te dek
ken. Ieder zal moeten toegeven er bij de
algemeene woningbouwvereeniging iets
hapert. Wat bij „Volksbelang" kan, moet
ook zeker kunnen bij deze vereeniging
„Volksbelang" gaat goed en gaarne
brengt spr. een eeresaluut aan dat hq-
stuur. Echter meent hij dat men op
deze manier niet voort kan gaan. Deze
bouwvereeniging zal telkens met tekorten
hebben te kampen en voortdurend zal
dit aanleiding geven tot onaangename
dingen met de gemeente. De bestuurs
leden zijn ongetwijfeld van goeden wit,
maar aan het hoofd staan personen,
niet gewend dergelijke groote kapitalen
te beheeren. De verliezen zullen télkên
jare grooter en grooter worden.
De voorz. zegt dat 14 dagen vóór de
indiening der vragen al tusschen de wo
ningbouw en het gemeentebestuur een
bespreking heeft plaats gehad over een
h uurbijslag.
„De heer Paul erkent het recht van
ieder raadslid om vragen te doen, doch
ontkent het recht vragen te doen op de
wijze als de heer Mes heeft gedaan. De
heer Mes schermt met groole woorden,
ierwij] hij volgens spr. niets van de zaak
begrijpt.
Heeft de heer Mes het accountants
rapport gelezen? Als dal zoo is, dan
heeft hij daarin kunnen lezen, dat er
aan de administratie niets hapert. Maar
het tekort is ontstaan door verschillende
oorzaken, als in het antwoord worden
genoemd. De conclusies van het rap
port hebben niets dan lof voor de ad
ministratie, die dan ook volkomen in or
de is bevonden.
om zijn ze daar samen?"
"Hoe zou ik nu weteu, waarom zij
hem bezocht? Het is een aardig jong
ding Waarschijnlijk is hij haar grootva
der."
Oheckley liet iets hooren, wat het
midden hield '„l(ussclien een kreun en
een zucht, en zei:
„Daar moet ik nog eens over den
ken Neem me niet kwalijk agent. Ik
ben een oude man, eeneenIk
heb nogal een schok gehadGoeden
avond agent!"
Hij keek andermaal op. Ja, daar zat
ze te praten! Even later trad Elsie van
hel vensier terug en hij zag, dal ze haar
hoed opzette.
vHeb je er nog niet genoeg van, ouwe
heer?" vroeg de agent.
„Neen, nog even'. Ik wilde haar zien
•uilgaan. Ja, daar gaan ze samen."
„Je ziet er lilt, of je erg geschrokken
bent, ouwe heer*! Als ik jou was, ging
ik maar gauw naar huis, en dronk een
hartig slokje.'
Oheckley kwam dien avond vroeger
dan anders in de Salutation. De wande
ling daarheen had hem moeite gekost en
niet zoodra was hij er de gelagkamer
binnengetreden, of hij liet zich ïu een
armstoel vallen
„Goede Hemel, mr. Oheckley! Wat
scheelt er aan?" vroeg de buffetjuf
frouw
Het gezelschap was toch al' vrij vol
tallig en ze keken. Oheckley aan vol
Brrrr
wat een nattigheid, echt weer voor
rheumatiek, neuralgiën, jicht en
spit. Men vergete niet dat bij zulke
aanvallen niets zoo goed is als
Tabletten.
Zij verzachten de pijnen en be
vorderen de afscheiding van
urine-zuur.
Men eische echter steeds de origineele
verpakking "fioyefc", ken- -
baar aan den oranje bond
en het Bayerferals.
Prijs 75 ets.
Weiger namaak of losse tabletten.
(Inge*. Med.)
Spr. wijst er nog op, dat men uit
het onderhoudsfonds uiets heeft mogen
putten om verliezen op vorige exploita
tierekening te dekken.
"Wat de controle betreft, in de ver
schillende vergaderingen had ook de
wethouder san fabricage zitting; daaruit
mag worden geconcludeerd, dat ook B.
en W. wel degelijk een oog in het zeil
houden.
Uit de vragen, zooals die door den
heer Mes zijn gesteld, hebben ook raads
leden opgemaakt, dat er iels aan de wo
ningbouwvereeniging ,,los" was. Spr. ont
kent dit en zegt, dat het bij de R. K.
instellingen loch financieel ook niet al
tijd even rooskleurig is geweest. Laat
de heer Mes dus voorzichtig zijn met
naai- anderen te kijken.
Spr. meent voorts, dat de vragen blijk
hebben gegeven van weinig waardeering
voor de bouwvereeniging. En dat ver
dient die wel.
Als de woningbouwvereeniging de zaak
niet had aangepakt, wie liad 't dan
wel gedaan? De arbeiders hebben thans
zelf gebouwd.
De voorzitter acht 't beter te
spreken van een verlies, dan van een
tekort. Het woord „tekort" wordt meest
al gebezigd, als er iets niet in den
haak is.
De heer Den Hollander betreurt
het, dat de heer Paul zoo weinig onpar
tijdig is opgetreden. Spr. is verheugd met
het antwoord van B. en "W., waardoor
alles onjuisi is geweken wat is gezegd.
Er is Inderdaad veel, waar de ♦bouwver
eeniging niets aan kan doen, en spr.
gelooft dan ook, dat de oorzaak schuilt
bij hen, die de berekening hlebben op
gezet, zóó, dat er geen rekening is ge
houden met een surplus. Men had voor
onvoorziene uitgaven moeten zorgen. Zijn
bijv. bij de woningen aan den Stijfsel-
weg de huren niet al te krap opgeztet?
Bovendien heeft men bij andere bouw-
vereenigingen, dat meerder huur wordt
gevraagd van hen, die meer verdienen.
"Wilde de vereeniging dat niet doen, dan
had ze de huren kunnen verlioogen.
liet bestuur had voorzichtiger moeten
zijn, waardoor veel zou zijn voorkomen.
De voorzitter wijst er op, dat
het hier gaat om een bijslag op de hu
ren. Een verhooging zou voor »/4 aan
het rijk komen, en daar zouden wij dus
niets mee kunnen doen.
De heer Hondius gelooft, dat de
verbazing.
„Geef me eens iets sterks Robert
Gauw wat! En zóó, enkel Zonder wa
ter!"
Robert kwam met een klein glas bran
dewijn, dal de oude man haastig uit
dronk
„O. riep hij. „Ik heb gezien
„Zeker een geest'" meende het buf
feljuffertje, dat met een glas water kwam
aandragen. „Zal ik u wat koud water
tegen het voorhoofd houden?"
„Neen, dank je Ik ben nu weer be
ter. Heeren Dit laatste op plech-
tigen toon- „Ik heb vanavond een goe
den man .een ouden man een
rijken man gezien, die ten onder gebracht
■werd, van zijn geld werd beroofd en op
zij gedrongen En, ten slotte, was er
nog een jong meisje, die er zich zekier
vroolijk over maakte, hem bespotte."
„O, dat komt zoo dikwijls voor, mr.
Oheckley, dat een rijke man zijn geld
verliest," zei de geldschieter. „Maar, wie
weet ook, hoe achterstallig hij was, met
het betalen van zijn rekeningen en zoo
voort. Nog vrij wat erger is het, als je
met goed vertrouwen een man gehol
pen hebt en het eind (is, dat je niets terug
krijgt voor al je zorgen en je moeiten,
dat je je eenvoudig troosten moet met
de uitspraak- waar niet is, verliest de
keizer zijn recht!"
Wcedt r0rrotgd.\