binnenland. t3 van dc k,r\idde:lbvrcsc=me ■si r»//j\^coy-j«nant^uw m TWEEDE BLAD iiopte bnri TAN Zaterdag 1 Oct. 1927 No, 231, ONDERWIJZERS <JP WACHTGELD, Nu in verschillende benoemingen dui delijk, voelbaar is de aandrang van de regeering om voor vacatures bij het lager onderwijs allereerst wachtgelders in aan merking te doen komen, is er bij het publiek; in eens een belangstelling geko men voor de wachtgelders.. En dat uit zich dan heel vaak in den wensch dat zoo spoedig mogelijk die wachtgelders opgeruimd moeten worden, omdat ze zooveel kpslen. Laat men niet overdrijven. Het is heel mensclielijk, dat iemand die zelf hard werkt, onbehaaglijk getroffen wordt door het zien van personen die salaris ont vangen zonder arbeid. Maar behalve dat de meeste dier wachtgelders waarlijk niet zelf om dat niets-doen gevraagd hebben, en heel graag anders willen, moet meu zich joch ook. al weer niet voorstellen dat dit alles zoo royaal toe gaat,. Ten eerste is biet wachtgeld 65 potl van hel laatst genoten salaris. En ten' tweede wordt er nog iets afgetrokken, zoo dra de wachtgelder inkomsten geniet uit een na zijn ontslag ter hand genomen betrekking of baantje^ Want dan gaat er zooveel af lot wachtgeld plus andere in komsten weer samen het bedrag van de tevoren genoten jaarwedde vormen,, Voorts verdwijnen er geregeld wacht gelders van de lijst, die in aanmerking komen voor pensioen,. Dat zTjn er ook nog al wat, want in den regel heeft men bij het aanwijzen der onderwijzers die op wachtgeld kwamen, meer op de oude ren gelet dan op de jongeren. En verder worden er geregeld wacht gelders benoemd in vacatures bij het on derwijs. Tegenover een totaal van ruim 36mil- lioen dal op de staatsbegrooling -is uitge trokken voor salarissen van de openbare lagere onderwijzers, en van ruim 40 mil - lioen voor de salarissen van liet bijzon der onderwijs, staat llan ook slechts 'n bedrag van Li millioen voor openbare onderwijzers op wachtgeld, en van 8 ton voor wachtgelders van het bijzonder on derwijs. Het zijn dan ook, niet de wacht gelders die de oorzaakj zijn van. de ge regelde stijging van de onderwijskjosten. Integendeel nemen ze, althans wat de -wachtgelders van het openbaar onderwijs betreft, geregeld af, na een toppunt be reikt te hebben in '26. Dit jaar kon er voor de „openbare" wachtgelders 4 Ion minder worden uitgetrokken dan bet vo rig jaar-. Dat hel aantal openbare onderwijzers op wachtgeld eerst veel grooler was dan dat der bijzondere scholen, is verkljaar- baar. Immers de nieuwe onderwijswet heeft tal van nieuwe bijzondere scKoIien doen ontstaan, ten koste van openbare scholen, waarvan er verscheidene in krompen of verdwenen. Merkwaardig is het echter dat in het laatste jaar in eens oolc het aantal wachtgelders bij het bijzonder onderwijs toenam. Terwijl in '25 en r26 met een begrootingsposl van 430.000 voor hen kon worden volstaan, moest er dilmaal! voor '28 op 8 ton gerekend worden. De toelichting tot dit verschijnsel ontbreekt. Maar wat wij, na dit korte overzicht van den stand van zaken, in het bijzon der wilden opmerken, dat is de waar schuwing, tegen de voorstelling of nu maar iedere wachtgelder bestemd kan worden voor iedere vacature die ont staat. Een onderwijzer die jarenlang met goed resultaat in een groote stad heeft gewerkt en daar op wachtgeld kwam, is nog niet geschikt om op een dorp met boerenjongens om te gaan. En bovendien kunnen we ons heel goed voorstellen, dat de leden van een gemeenteraad, die steeds gewend zijn om met groote zorg hun stem te overwegen bij de benoeming van een onderwijzerskracht, eenigszins argwanend staan tegenover een lijst van wachtgelders. Ze zullen onmiddellijk toe geven dat daaronder heel gdede zijn. Maar ze weten ook, dat er in verschil lende gevallen van die wachtgeldregeling gebruik is gemaakt ora minder goede krachten te loozen. En hel is uit de lijst der wachtgelders niet makkelijk op te maken wie de goede zijn en wie de minder goede .want dal hangt niet alleen af van de actes. Laat men daarom van regeeringswege niet 5i te streng vasthouden aan den eisch van wachtgelders eerst. En laat men daarbij vooraf schiften, zoodat er geen onderwijzers komen in een om geving waar ze zich vreemd voelen. En laat men de gemeenteraden ook nog vrijheid geven om buiten de wacht* gelderslijst om te gaan, wanneer liet duidelijk is, dat de daarop naar voren komende krachten niet tol de besten be hoorden op hun vroegere standplaats Want bij slot van rekening is het be lang van het schoolgaand kind toch ook wat waard, misschien nog meer dan het toch niet zoo buitensporig hoog bedrag op de begrootïng. En dan nog mag mSn Men weg vol ledig afsluiten voor lien die de laatste jaren hun acte behaalden; en 'n,u wcrkljoos rondloopen? Hun positie is óók een be- lang. UIT DE PERS. Onze voorstellen le G c n v e. Onder het opschrift „voorzichtig" or dl in een hoofdartikel inde Standaard de pogingen der Neder], delegatie te Ge- nève besproken. Daarbij wordt er aan herinnerd, dat het Protocol van Geuève zelf voor ver wezenlijking niet vatbaar bleek, nadat de aanvankelijke geestdrift had "plaats ge maakt voor nauwgezette overweging der consequenties. Het struikelblok lag niet in de eerste plaats in de toepassing van het arbitrage-beginsel, waarvoor hel ook nu weer zonder twijfel op den weg van Nederland lag een ernstig beroep op de Mogendheden te doen. Het lag meer in de strekking van het Protocol ora de be staande territoriale verhoudingen in Europa te pelrificeren en voorts lag het in hoofdzaak in de regeling der sancties, met name in het beginsel der alge- meene onderlinge aansprake lijkheid, welke volgens het Protocol zou intreden krachtens eene beslissing van den Raad, in afwijking van liet Vol- 'kenbonds verdrag, dat volgens de hcer- schcndc uitlegging de beoordeeliug zelf standig aan de Staten overliet. Dit begin sel kwam neer, en zulks was ook liet streven, op een onbestemde militaire verplichting, hetwelk, wilde liet in hel oog van zich bedreigd achtende Staten eenigen waarborg bicden, concrete uil werking vorderde en dan noodwendig leiden moest tot militaire accoorden. Men herinnert zich hot „plan .con- certé", dat voorzien was in het verdrag van ouderlingen bijstand van.'1923, waar van het Protocol slechts eeü herziene en aangevulde nadere editie was. Men herinnert zich bovendien de rol. die te voren zulk een „plan conccrlé" ge speeld heefl bij de onderhandelingen te Parijs over het Belgische veiligheids vraagstuk bij gelegenheid van de her ziening van dc verdragen van 1839. Dat dit stelsel niet werd aanvaard' door die Staten, wier belang daarbij minder was gemoeid, doch die daarvan den last en het geweldig risico zouden hebben le dragen was begrijpelijk. In Groot-Brittanniê verzette men zich daartegen in alle partijen, terwijl, afge scheiden van dc vraag of van een collec tieve toepassing der sancties in de prac- tijlc 'bij conflict ooit iels terecht zou ko men, in Nederland gevoeld werd, dat hel stelsel tot politieke ondergeschikt heid aan vreemde macht en verlies van zelfstandigheid in militaire aangelegenhe den kon leiden. Is de in de dagbladen opgenomen, tekst der ook door onze. 'delegatie gevoteerde resolutie juist, dan zal er aanleiding zijn na te gaan. of niet een slap werd gezet in een richting, waarin tot dusver Ne derland zich niet heeft willen bewegen. Het verdient de aandacht, dal de Scandi navische Staten zich tegenover den inge slagen koers hebheu vrijgehouden door te verklaren, dal zij niet voornemens wa ren verplichtingen te aanvaarden, verder Eisch waar uoor Uw geld, RAVEL LIS! Rêve d'Or 3 ets. Fine Fleur Specials Cigarettes reikend dan die in het Volkcnbondssla- tuut gestipuleerd. In ieder geval is er «aanleiding tol bij zondere voorzichtigheid. Vooreerst, omdat de tegen een alge- meene regeling der sancties geldende be denkingen. dubbel wegen bij eene toe passing van het principe tusschen enkele partijen of groepen, zooals in de resolu tie wordt voorzien, waneer daartoe „een solidariteit, voortspruitende uit aardrijks kundige ligging", aanleiding mocht ge ven. Maar bovendien omdat., tengevolge van de niet-lotslandkoming van 'dè verdragen tot herziening van die van 1829, hel veiligheidsvraagstuk met be trekking tol België weer aan de orde zou kunnen komen en het van be lang is daartegenover vrij te slaan Het zou te betreuren zijn, indien de verwach ting ware gewekt, dal Nederland thans te vinden zou zjj/i voor de aanvaarding van aansprakelijkheid en verplichtingen, die het nimmer heeft gehad en ook niet heeft willen aanvaarden mol het oog op zijn meest vilale belangen HAAGSCHE BRIEVEN. (Nadruk verboden). In zekeren zin, en in meer dan opzicht, was de afgeloopen week voor Den Haag een feesttijd Dit is ..de derde Dinsdag in September alle jaren Eer voor den Hagg dan voor dc Hagenaars. Door de „opening der Statenkamers' zooals deze plechtigheid hier heel Ik kan mij niet goed cenig Hagenaar voor stellen, die ,als hij of er loe in dja gelegenheid is geweest, den plcchtigen optocht der Koningin in den t gouden koets" en haar gevolg, naar het Binnen hof, niet. eens heefl mee aangekeken, en nog jninder, opnieuw als hij of zij er toe in de gelegenheid was, de plech tigheid in de oude .liïilcluvnnl hiel'Iieefl bijgewoond En ook kan ik mij geen Ha genaar voorstellen, schoon ik weel dat er zoo zijn, die, wanneer beroep of ambt er hem niet toe leidt, er zonder reden 1 legen den lijd. dal de Koningin nog eens voor uitloopt. Die optocht is vgd nog steeds wal men zou kunnen noemen „fraai", ons burgerlijk koning schap komt er op zijn schitterendst bij voor 'den dag, schoon de luister sedert Sen oorlo.g belangrijk ls verminderd, dc de gouden koets, geschenk, zooals men weel, van de Amerikaanschc burgerij, is wel een opmerkelijk rijtuig, en niet zonder wereldsehen praal, die lakeien in witte kuitcbrocken en statige kazak ken, de koetsier witbepruikt zijn indruk- wekkend' genoeg Maar de Hagenaar be- 1 schouwt den optocht als bekend. Tenzjj men dit tenzij komt het onderscheid, waarom de ^opening van dc Stalenika- mers" eer een feestdag is voor Den Haag dan voor de Hagenaars. Tenzij de Hage naars familieleden, vrienden of kinnissen van elders over hebben, expresselijk ge komen om de plechtigheid le zien. Want de dag van de opening der Ka mers is toch wel een feestdag voor Den Haag. Ten eerste dan wel hel jaarlijk- sche, doch steeds ongewone schouwspel. Die nog altijd eigenaardige optocht, als uil een anderen tijd, andere sfeer, van andere menschen dan de gewone, vorvol- j gens dc vele landgenooten, zelfs uil de verste provinciën, velen aan hun kleed- aame dracht, die aardige meisjes uil Zee- land o ik laat 'de meisjes uit Friesland, uit Overijssel, uil welke landstreek ook, in haar eer, maar de Zccuwsclic schoo- nen hebben mijn harl gestolen, hlle Zeeuwsche schoonen' die aardige meisjes mei haar glundere vrijers jc kunt zoo zien. djat zij' ..uil zijn, en zij geven iels vroolijks aan onze stad i Daarbij komt. dal Den Haag voor dc- r zen dag althans geabonneerd is op zon neschijn „Dc klerk van hel weer" moet wel sterk Oranjegezind zijn. dal hij. die anders de Hagenaars in het Schcvcmng- sche seizoen zoo kan „pesten" er is geen ander woord voor, ik neem het niet terug' toch klaarblijkelijk zijn ibcsl doel om ons voor dezen dag zon- neschijn te geven, Zooveel zonneschijn als hij kan missen Het mag 's morgens nog regenen eu 's avonds gieten, maar Hier langs af te knippen en te bewaren B \tr\INDCr\DLAO Angstige Oogenblikken door C. E. DE DILLE HOGER WAARD,. Jan en Karei, zoontjes van notaris van Buren waren een stelletje jongens, zooals er twaalf in eeu dozijn gaan. Ze waren volstrekt geen brave Hendrikken en hielf- den veel van een grap, „te veel" zeiden hun ouders en ouderwijzers zelfs, maar ze zouden toch nooit mei opzei iemand pijn doen af schade berokkenen. Dat dit wel eens bij ongeluk gebeurde, ja, welke Hollaudsche jongen zou niet bij ondervinding weten, dat dit maar al te gemakkelijk geschieden kon? Jan en Karei vonden- dat op zoo'n oogenblfik dan wei vervelend, erg vervelend zelfs, maar och, ze waren het zoo beet gauw' weer vergeten. Hun geheugen scheen lien voor derge lijke dingen maar al te spoedig in den steek te laten. En toch kon datzelfde geheugen hun soms dc beste diensten bewijzen. Geen hunner zou b.v. vergeten op een lang vooruit afgesproken vrijen middag naar Oom Jorissen le gaan, die een groo te lieercboerderij had niet vör van het dorp, waar de familie van Buren woonde. Evenmin zouden zij vergeten, dat eiken .Vrijdagnamiddag, even na vieren, dc Sprits-man kwam om Moeder van zijn heerlijke, versclie sprits te verkoopen Dat was altijd een wedstrijd, wie Vrij dagmiddag het eerst thuis was Jan en Karei of de Sprits-man. Gewoonlijk won nen de beide eersten bet, maar sinds bet groote landhuis, dat vlak bij hun villa gelegen was, niet meer bewoond werd, was de Sprits-man wel vijf minuten eer der bij hen en het was niet gemakkelijk die vijf minuten in te halen. De Sprits- man was dus in dein kaatsten tijd gewoon lijk de eerste, maar veel' scheelde; het niet en het gebeurde hoogst zelden, dat hij tien nog tegenkwam, nadat hij mevrouw van Buren reeds sprits verkocht had. Als het een enkele maal gebeurde, riep hij hun toe „Ga maar gauw naar huis, jongens! Versch is dc sprits het lekkerst!" Nu, daarin had de Sprits-man natuur lijk geluk versch was de sprits hel lek kerst. Moeder zei dan lachend „jMaar jongens, dat weten jullie nu Al: Ime sprits versch smaakt. Wacht dus eens met ze te proeven, lol ze oud is. Dan kun je zelf over liet verschil oor- deelen." Terwijl Moeder dit zei, gaf ze beide bengels echter al een koekje, zoodal het „wachten tot de sprits oud 'was" eigenlijk nooit plaats vond. Reeds vóór dien Tijd was de koek in den letterlijken zin des woords op en werd er door Jan en Karei uitgerekend, over hoeveel dagen de Sprits-man weer zou komen. Met hein stonden zij altijd op den besten voet, terwijl zij met Mina het dienstmeisje, dal al van Vader en Moe ders trouwen af bij hen was, wel eens overhoop lagen Hoe dat kwam, zouden zij zeil' niet hebben kunnen zeggen, want eigenlijk mochten zij Mina wel lijden. Mina, wiens Vader nogal veel fruil- boomeu in zijn tuin had slaan, bracht voor dc jongens wel eens wat appels en peren mee en dan was Mina heet aar dig natuurlijk. .Maar diezelfde Mina mop perde, als zc alweer dat s'techle ge heugen! vergaten voelen te teen en op haar sehoónen ganglooper, dien ze „eige-zellevers geklopt had," duidelijk sporen van zand o£ modder achterlieten En Mina keek wel eens boos, wanneer ze uil school kwamen en aan de bel' ruiden, alsof er minstens brand was. Dat deden zc graag Mina laten Schrikken. En of Moeder nu al herhaalidc malen gezegd had, dat ze 't niet mochten doen, hen er zelfs voor gestrafd had. zij scheneu het maar niet te kunnen la ten. Telkens bedachten zij weer wal an ders, waardoor Mina het, zooals zij hel zelf uitdrukte, „door die kwajongens op haar zenuwé's kreeg." Op zekeren dag gingen meneer en, me vrouw -van Buren samen uit, iets wal de jongens zich niet herinnerden, dal ooit gebeurd was. Meestal mochten ze mee, als Vader en Moeder samen één of meer dagen uitgingen, 't Werd dan altijd zóó geschikt, dat hel in dc vaeantic of op een Zondag viel. Maar nu kwamen Oom Kees en Tante Nans uil Indië terug en zou de gelieele familie de groote menschen ten minste samenko men in het huis, dal Oma met de Tantes aan de Keizersgracht in Amsterdam be woonde. Jan en Karei blo ven dus alleen thuis met Mina, die eeu oogje in hel zeil zou houden, dal ze niet in zeven slooten te gelijk liepen Overdag gingen ze naar school, ze zouden uit eten gaan, 's avonds hadden ze hun huiswerk te maken en den volgenden dag zouden Vader en Moe der al weer bijtijds thuis zijn. Moeder was haastig van huis gegaan eu zou Vader aau het station treffen. Niet, dat Moeder zich verlaat had. maar er was plotseling eeu telefoontje geko men, dat de boot heel spoedig verwacht'' werd en Moeder was hals over kop weg gehold, haastig afscheid nemende van de jongens. Het was dus niet te verwon deren, dal zij vergat hen nog eens le helpen onthouden Mina toch vooral niet te plagen of te laten schrikken. Pas toen zij in den trein zat. dacht zij cr aan. maar toen was hel natuurlijk le laat „We zullen cr maar hot beste van ho pen", dacht Moeder. „Mina kan heel aardig met hen omspringen en ze hebben door hun school en hun huiswerk niet veel tijd om kattekwaad uil te voeren Toen dc jongens dien middag bjj Tan te Jenuv en Oom Guus gegeten hadden, waren zij dadelijk na tafel naar huis (ge- gaan om hun huiswerk te maken en hun lessen voor den volgenden dag te leeren Toevallig hadden zij dien avond nogal veel te doen en Mina vond de jongens dan ook heel ijverig aau het werk. toen zij hun om acht uur een kopje thee bracht. „Sclnelén jullie al op?" vroeg zc vrien delijk. „Nou Mien fijn! We zijn al bijna klaar. Weet jij nog, wanneer Karei do Groote leefde vroeg Jan, „Nooit van gehoord, ten minste ik,her~ inner het" mij niet meer." moest Mina bekennen. „Of wanneer dc Tachtigjarige Oorlog uitbrak?" „Mij te geleerd hoor!" antwoordde Mi na en zij slofte weer naar ligar kpukem,- naar haar potten en pannen, waarmee zo heler vertrouwd was dan met de jaar tallen uit dc Vaderloiidsche Geschiede nis, Na een tijdje was het huiswerk, klaar en zaten de lessen er nagenoeg in. Morgen nog even overkijken'zei Jan, terwijl Karei eu hij hun boeken opruim den. Twee minuten later slaken de jongens hun hoofden om den hoek der keuken deur. riepen: „Dag Mien." en stormden uaar boven, niet omdat zij zoo'n haast hadden om onder dc wol te kruipen, maar meer uil gewoonte. Onder l uilklceden had Jan plots eeu inval. „Zeg Karei," begon hij, ,il^ geloof, dat Mina al lxecl weinig van Geschiedenis af weet. 'k Durf wedden, dat zc nooit van de Maagd van Orleans gehoord heeft," volle Karei, „Nou ja. wal zou dat?" die slaap begon le krijgen, „Dal wij een voorstelling moeten ge ven. een voorstelling van dc. Maagd van Orleans. Als ze T eens gezien heeft, ont houdt ze 't vast.' p,Hoe bedoel je?" „Wel we slaan allebei een laken onu ons heen. 'I Is heel eenvoudig „Maar er waren tocl» geen twee Maagden van Orleans?'" ..Doel er niet loc. Als ze t tweemaal ziel. zat ze het beter onthoud"».. Wc gaan boven aan de trap slaan en "dan roepen we haar. Vooral geen licht ma ken. hoor! Want dan ziel ze dadelijk dat wij T zijn,. Dc maan geelt genoeg licht door T gangraain." „Fijn, man!" zei Karei wiens slaap nu heelemaal over was. Het duurde nic'l lang meer. of aan weerszijden van dc trap stond ee.il in het wit gehulde Joanne d' Yre. die wel niet lieel veel op de heldin uit de I'ransche Geschiedenis leek. maar er toch voor moest doorgaan. „Micn. kom 's effen"' riep Jan. Bijna proogllc hij het uit van bel lachen om liet malle gezicht dat Karei trok* „We willen je nog wat laten zien!" voegde dc laatste cr aan loe, r „Ja. hoor' Ik kom zoo. Tc Moet bo ven toch effen sluiten op de groote» slaapkamer!" riep Mina terug .die van,' van den prins geen kwaad vermoedde eu van dc Maagd van, Orleans niet op de liooglc was - 1 was ook, al zoo heel lang. geleden dal zij school had gegaan! Slof, slof! daar kwam Mina aan. Ge lukkig maar, dal hel donker was. want do jongens konden zjcli bijna uiel goed meer houden. Reeds was Mina onder op de trap, daar lcwam ze om den hoek met een broed gebaar onder hel witte laken wilde Jan juist iels zeggen, toen - hoe hel precies gebeurde, heelt hij nooit geweten, Mina mei oen luiden gil van de trap viel. Van schrik had zij waarschijn lijk. dc leuning losgelaten en was zij' achterover gevallen. Nu was het de beurt van de jongens om te schrikken,- Doodelijk ontsteld gooi den zjj de lakens weg. knipten het licht

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1927 | | pagina 5