TWEEDE BLAD FEUILLETON. V TAN BE Zaterdag 17 Sept. 1927 No. 219. Abonnementsprijs per kwartaal: op de buitenwegen om Middelburg, en voor de andere gemeenten per post f 2.50 voor Middelburg en agentschap -Vlis- MBgen f 2.80 weekabonnementen in Middelburg 18 sent per week. Advertentién worden berekend per regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone advertentién: 30 ct. per regel. Ingezonden Mededeelingea: 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen •ran l<—7 regels f2,10, elke regel meer 30 cent. Kleine advertentién niet groo- ïer dan vijf regels druks en waarbij is aangegeven, dat zij in deze rubriek moe ien geplaatst worden, 85 cent bij voor uitbetaling. Advertentién onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk. Advertentién moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des KaTERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn. Postohèque- èn Gironummer 43255. VOOR DE HUISVROUWEN. EEN EN ANDER OVER DE VOEDING VAN HET SCHOOLGAANDE KIND. Er is wel wat tegen om een veertien dagen van tevoren aan te kondigen waar over een volgend maal een praatje ge houden zal worden, zooals een dinertje waartoe een week of wat vooruit werd gcnoodigd, als een looden last kan druk ken, terwijl de spontane invitatie wer kelijk vreugde doet opspringen, ook al is het dan een onmogelijkheid de ge kreukte jurk op te strijken, een nieuwe zijden-tullen bloem te koopen of een symetrische haargolf op te tooveren. Het moderne leven is een aaneenschake ling van kleine en groote afspraken met jezelf en anderen, De meeste menschen hebben de geheele werkweek vrijwel als een braaf af te handelen lesrooster in hun hoofd, daarvoor behoeft niet het on derwijs gediend te worden, hoewel in dien bloementuin de plichtperkjes wel hel allerstevigst ingeraslerd worden wat voor de zwervers van geest een groote •wrevel enveiligheid beteekent. De begaafde, lieftallige moeder van Goethe placht eerst te verrichten wat zij het minst prettige oordeelde, wat wijst op een krachtige blijmoedigheid en ge zonde energie en wat de moderne Ame rikaan bedoelt met zijn: „Do it now". „Je vergist je," zal een lezer denken. „Daarmee wordt gemeend: „Doe het nu dadelijk; stel niqt uit," Jawel, goed begrepen, maar een mensch zal heusch niet uitstellen of quasi vergeten wat hem een vreugde is. Een jong meisje zal niet vergeten den met een vriend afge sproken tennismiddag, maar helaas wèl het stoppen van haar zijden kousjes. En zoo moet het dus kindervoeding zijn, hoewel met een rood-glanzende to- matenoverdaad voor oogen, er neiging is WIEJSjlEDiVIUUD GRAY Geautoriseerde vertaling naar het Engel sch, van WALTER BESANT, door Mej. E. HOOGEWERE. 54). Ook den heeleu nacht dacht ze er over na. En heeft men eenmaal zoo n opdoe mend idee. dan is het verwonderlijk,, hoe veel duidelijker en vaster vorm dit krijgt, als men er over praat. Op den ochtend begon Elsie dan ook.; „Zeg, Alhelslan, weet je wat van som nambulisme?" „Ik heb eens gehoord van een maai, die in dien toestand een grijzen been schoot. Tenminste dit beweerde hij. Maar dat is ook, al. wal ik er vm weel." „Zouden dc menschen overdag dikwijls in zoo'n toestand verkecren? George hecfl mr. Dcring aangetroffen, dal lxij niemand in de kamer zag. Hij deed d,e safe open en legde er enkele papieren in TofCn deed hij de safe weer dicht en ging aan het venster zitten. Hij kwam na een tijdje bij, dal wil zeggen, werd, weer zichzelvc. Als hij dil ééns had,, kan; ihij hel wel meer hebben.' „Nu En dan?" „Je hebt gisteren toch van de hrieven om die edele vrucht ie huldigen en aan ie prijzen. Wacht eens, het is geen kwaad begin, want niet alleen de toma ten, maar alle vruchten moeten in de voeding van het kind, een eereplaats in nemen. De dierbare weekdubbeltjes (of zijn het tegenwoordig altegader kwart jes?) worden zoo hopeloos verknoeid (en de magen daarbij) aan die griezelige glet- chers in zakformaat: ijsco's en aan het! gekleurd snoepgoed, waarin de traditio- neele drop en zoethout den tandartsen een groote kans geven. Weliswaar staat in de Warenwet van 1922 vermeld, dat ook snoepgoed valt onder wettelijke controle en zijn b.v. de kleurstoffen al daardoor minder angstwekkend dan in onze lagere schooljaren, toen zes katjes drop voor een cent en tien negerballen voor eenzelfde som de diverse tongen in alle kleuren van een palet verfden. Maar welke wet ziet toe op de zwart gerouw de nagelvingers die de druivensuikerpro- ducten op blad of krant etaleeren voor het benauwde, bestoven raam, waar vlie gen en ander gedierte eerst eens critisch proeven? Een wet is een mooie uit vinding, maar wijze moeders en vaders kunnen meer tot stand brengen, niet door verbieden, maar door voorkomen en door het goede te geven. Een kind dat volop olienootjes, bananen, tomaten, enz. mag eten, heeft een groote kans buiten het snoepwinkeltje te blijven, hoewel de heimelijkheid vau kpl kalk- en klcur- festijn een wondere attractie inhoudt, waarbij alle paedagogische bedenkingen ineenschrompelen, O zoo'n zuurbal van twee cent, de grootste die toender- tijd de Middelburgsclie kermis vermocht op te leveren, een dikkert als een ten nisbal, die je gehemeltje en tong verfde en raspte, een verrukking, heimelijk ge noten in de aandachtsvolle les, tot een strenge blik den sprong naar de klaarge- houden zakdoekpunt eischte. Zonder een beetje romantiek komt geen mensch er ook geen kind, maar in ieder ge val is onmatige snoeplust sterk te rem men door gepaste genotmiddelen thuis uit te deelen en daarvan zijn vruchten de uitverkorenen, Samenstelling druiven: 20 pCt. kool hydraten, vitaminen. Samenstelling ba nanen: 6 pCt. eiwit, 20 pCt. koolhydra ten. Samenstelling olienootjes: 26 pCt. eiwit, 48 pCt. vet, 14 pCt. celstof. Het is natuurlijk wenschelijk, dat som mige vruchten, b.v. druiven gewasschen worden en niet voor alle magen is op eten van vruchtenschillen (grootendeels onverteerbare cellulose) raadzaam. Is er nu een overgang in de voeding van het kind, dat de school gaat bezoe ken, dat dus mist de veilige warmte van „onder moeders vleugels"? Inderdaad al is „zijn leeren, spelen", zooals het brave van Alphen-jongetje juichte, er wordt nu toch een volgehouden inspan ning gevergd, een concentratie des gees- tes naast een emotievoller bestaan, met andere woorden: een heviger leven, een sterkere stofwisseling dus. Geloof maar dat een eerste schooldag, eerste school weken indruk maken. Hoeveel ouderen en ouden herinneren zich niet dat mo ment waarin de maatschappij voor het eerst haar strenge oogen op een nieuw lid richt en een vreemde, soms wel heel lieve, maar toch óók nadrukkelijke stem, die niets van moeder heeft, rust en orde eischt. Nu komt het dikwijls voor dat een forens na een slok thee en een hap brood 's morgens wegholt naar den dwin- genden trein, maar niet minder dal hel lichtelijk geagiteerde schoolkind misse lijk en ongelukkig worstelt met zijn ha vermout of boterham met glibberig ei. Dwing en plaag dan niet teveel, maar maak een smakelijk klein pakje klaar (b.v. in een opvouwbaar trommeltje) van een paar sneedjes brood, een appel, een banaan, een suikerklontje (5 gram ener gie) voor het vrije kwartier. Bedenk dat een physiologische raad luidt: „Eet al leen als neiging daartoe bestaat." Een kind, dat propt, niet doorslikt, huilt en weigert, is meestal niet stout maar wel een ongelukkig klein mensch, evengoed als de volwassene, die gedwongen wordt medicijn in te nemen, waarvan de reuk en van hel biljet en v.aii de socialistische verhandelingen gehoor4?Dat kon Checkley niet doen." „Nu, en?" „Maar mr. Dering wèl. Als hij ééns' zoo'n bui had, kon hij ze wel telkens en telkens weer hebben: Hij klaagt voort durend,, dat hij dingen vergeel.' „Maar de brieven van gisteren waren geadresseerd, aan Edmund Gray. Hoe zou er nu verband hestaau tusschen Edjtumd Gray en Edward, Deriug?" „Ik weet niet, Maar, zie je: hoe meer ik er over nadenk, hoe meer ik overtuigd) raak, dat Checkley niet d,e aanlegger is van dit ondernemen o[ er zelfs in be trokken zou zijn." 6 „Dezelfde liand, moet steeds bezig zijn geweest. En, als hel dan niet Checkley is geweest, die behulpzaam was. wie moet hel dan zijn? En met welk een. boosaardigheid "tracht hij niet de schuld op een ander te werpen!" „Dat komt, omdat hij bang is, dpt hij de schuld, krijgt. Hij is immers dc eenige, door wiens hancl alle brieven gaan „Checkley is de eenige die het kan ge daan hebben." „Juist. Hij voelt, dal d,e menschen het zóó moeien opvatten en dit maakt hem 200 vreeselijk bang Daarom liegt hij zoo hartgrondig, als het hem maar mo gelijk is, om de verdenking op een ander te werpen. Jij en George houden hem voor schuldig. Neen, ik niet. Als ik den hem al wit om zijn neus doet worden. Sommige kinderen worden dwaas ver wend met overbodige cadeautjes en doo- zen bonbous, die ze als kannibalen ver slinden, maar als ze vervolgens logisch weigeren hun maaltijd geanimeerd te ge bruiken, gaat de heerschende dikwijls over tot tuchtmiddelen, die aan het wreedaardig pillen van Kerstmiskalkoe nen doet denken. Waar ook de best gebouwde school lokalen, hoewel hygiënisch geventileerd, verwarmd, en verlicht toch altijd damp- kringcontact geven tusschen hare be woners, is het begrijpelijk dat in de schooljaren de meeste kinderziekten op treden, verschillende infecties hun weg vinden. Een der beste afweermiddelen is doel matige voeding, waarin dus dierlijk en plantaardig eiwit, vet, koolhydraten, zou ten en vitaminen hun plaats moeten in nemen met een hoeveelheid afhankelijk valk den leeftijd, groei en arbeidsverrich- tingen van het kind Het is duidelijk, dat vooral het groeiend organisme veel eiwit noodig heeft, wanneer maar tegelijkertijd bedacht wordt dat hiertoe niet alleen versch vleesch, versche visch en eieren, maar zeker niet minder boonen en erw ten, bruin brood, havermout, noten enz. in aanmerking komen. Het is absoluut af te raden een kind met sterke vleesch- voeding (80 gram per dag is voor een kind van 1216 jaar voldoende) te wil len goeddoen integendeel, de in het vleesch besloten extractiefstoffen zijn niet zonder bezwaar, speciaal voor een gevoelig temperament en hoeveel mo derne kinderen blinken uit door kalmte en gelijkmatigheid in deze rustloos- malende molen: de maatschappij? Zorgvuldige voeding wordt dan pas doeltreffend als de kleeding een waar dig pendant vormt. Ons lieve klimaat eischt wol voor eerste huidbedekking, soepele camisooltjes of flanellen, die we kelijks in lauw zeepsop gewasschen wor den, eischt wollen kousen en stevige liefst rubbergezoolde schoenen, waarmee desnoods eens straffeloos door een plas of goot getrapt kan worden en die in smeltende sneeuwwaterdagen, voorkomen natte voeten, het beste fundament voor maag, darm en keelstoornissen. Op sora- ipige scholen is de navolgenswaardige maatregel ingevoerd, dat de kinderen hun straatschoeisel verwisselen voor dik- villen pantoffeltjes die de voeten warm houden en lawaai dempen. Het is duidelijk dat we 't hier hebben over het bevoorrechte kind, komend uit het milieu waar welvaart heerscht, hoe wel te hopen is dat financieele kracht niet leidt tot halen en brengen met de auto. Laat een kind loopen of fietsen naar school beschut door cape of regen mantel, met een stevige muts op; laat het blijmoedig worstelen met storm, gen, sneeuw en hagei laat het stap pen met lichte, krachtige voeten en ge nieten van het jolige hondje langs de straat, het bonkende orgel, de dravende menschen, de wuivende boomen, die straks weer hun bladeren laten vliegen, necrtollen en krijgertje spelen, van de dreigende wolkenreuzen en de blauwe voorjaarsluchten, waarin het blanke schapewolkje verwonderd drijft, laat het kind plansen in het leven, stop het niet in „de wagen" waarin motorgebrom en benzinestank doof en dom maken. Maar gedenk als November nadert en het gaat er alweer heen met kille strii men, als onder de zijomkapte lamp avonds de kinderen zitten, lezend en werkend, een voortvarende al met een heimelijk 5 December handwerk, gedenk het arme kind. Het kind met de katoe nen kleertjes en gatenkousen, met pun tige ellebogen en mager halsje. En laten dan de welvarende moeders en vaders bedenken die prachtinstelling: „Kinder voeding" en diep in hun zak duiken, op dat de kleuters weer hun hart kunnen ophalen aan bruine boonen met gebak ken spek en erwtensoep met worst. Op dat wc ons niet alleen dan verbroederd en verantwoordelijk gevoelen als schaat senrijdend of zwemmend in kanaal of: Schelde standsverschil en dergelijke non sens wegvallen Een volgend maal over „de Openlucht- school' te Katwijk. VARIA. ARNEMUIDEN door D. A POLDERMAXS. Lustig wapperde de ,-Erremusche" wasch aan de vele drooglijnen in de pittige morgenkoelte en de verweerde, bcgroend-rooie pannendaken van de ver trouwelijk tegen mekaar geplakte lage nuisjes warmden zich knus in dc vroolij- kc. jonge Jiulizon. In de smalle straatjes was nog niet veel levendig ge<lo(e .,'t durp was op z'n besten wakker". Hier een verver, die de deur en dc luiken van een in elkaar gedoken huisje in een nieuw groen-mel- wit óp deed bloeien; dóór n Erre- muuscb viscüvrouwlje-in-dcn-dop, dal d'r blauw-eu-zwarl baaien rok, ,.d'r keu-,' in 't donker gapende deurgat uilkloplc, want; „merrege is 'l omrners Zondag'' 'n Ouwe vrouw sleekl d'r grijze hoofd met de krappe, witte muts on de „gou we krullen" builen de deur en roept in d'r zangerig-lijmig dialect d'r over buurvrouw, die aan '1 ruilen zecracn is. toe. „Burè-è. ei je Jan a liezic-è-è?" „E jaeêt!" En metéén valt je dal eigenaardige van die Arnemuische laai op Een Zeonwsch dialect is or niet Schouwsch, Toolscli, Zuid-Bevelandsch, Walchersch- alles heeft z'n eigen stempel. Er is zelfs onaerscheul tusschen de deelen van een zelfde eiland, maar zooals ze hier op Arnemuideu spreken, doen ze nergens anders, óók niet op Walcheren. Do woor den worden gerékt en de laatste letter greep van ieder zin-afsLuilend woord krijgt "n loonloozen staart Probeer maar: „Moedè-è-è-iM" Waltè-è-è?" ,,I)aer ei je 'n Goesch manneljè-è-è" „Zooè-è. Eli wal komt die doê-è-è?" „Ie kom' mie 'n verlotehè-è-è 41 „Zooë-è-è! Je mó zegge, datlc me nie mee doe kunnè-è-c, want datte me mae errcine vischterljes binnè-è-è' Dat steevast de g voor h en omge keerd de h voor 'n g wordt uilgesproken, is algemeen Zeeuwsch. 'n Echte Zeeuw ^verliest dat nóót Aan dc kaai praai j ik drie ouwe visscherslui, waarvan de een wanhopige pogingen doel om z'n kauwspieren voor goed Maar nee, i iiij is ai n end in de zestig en z'n ikaken- gymnastiek blijkt goed Ic hebben ge- werkt'-Zc nemen me heel gemoedelijk op sleeptouw en ze vertollen mc van d'i bedrijf, vól ongemak, vól water en vind en vól van gevaren „Toen voo drie jacr iu Juli? Xêe, dae was ik nie bic; mac urn wel!" - 's Zondagsavonds trekt de visschende bevolking van huis af, per fiets of per frein. naar Vlissingen of Veere, want „van 'L durp uul" vaart er geen een. „Dal was vroeger anders, mencier. Ik j weet 'r nog van, datte mc voerü Zie jc dacr die sukerpicen? Xoe goed! 1 Dat was loeu waeler cn dan voere me I zóo uul Sloe icr nae toe." In Arncniui- den komt er nooit 'n hoogaars, ol' 't moet er eens een zijn „om óp le poesien. want dae kom vee valigheid in, dat bc- griep je En ól naar 't tij is, loopen ze 's Maandagsmorgens oï -s nachts uil, om de heelc wetek le dobberen en .,le lobberen", dikwijls om d'r zuur ver- dienden boterham machtig le worden. Want het is belangena geen ijdel woor- dengescherm, als Kniertje zucht; „dc visch wordt duur betaald Zoo zuchten lev honderden Kniertjes, 't Is nog niet j ééns noodig, dat de hoog-öp jagende zwart-groene kuil'golven dreigen de lich- ie, plalgekielde notedopjes óp le zwel- l=D0ET VERMOEIENISVERDWUNENf (Iugci MedJ schuldige moest vinden, zou ik van een heel ander plan uitgaan." Alhelslan had werk le verrichten, waardoor hij onmiddellijk na hel ontbijt uit moest. Toen Elsie dus alleen was. begon ze weer over dat vreemde slaapwandelen ojp klaarlichten dag van mr. Dcring te denken, over zijn voortdurende buien van vergeetachtigheid, over d.c dingen, die op zijn tafel en in de safe werdeln gevonden en d,ie alle verband hield(eit wet Edmund Gray Chcchley kon die brieven niet op tafel en dip djugeni niet in de safe hebben gelegd. - Elsie keek op dc klok Het was even over negenen. Ze liep naai' haar kamer, zette haar hoed op en riep een vigclanle. Ze was er om half tien. Oheckteyi legde, als gewoonlijk, alles bij zijn chef op lafel klaar. Het jonge meisje voelde zigh getroffen op hel zien van den oudfgediende, die nu al zestig jaar lang, iederen ochtend, vol ijver en naijver, deze plichten waar nam. Ze stond in hel aangrenzend, kan toor, maar sloeg hem gade d,oor dc open deur. Toen hij klaar was, trad hij hel vertrek binnen, waar zij zich bevond en zag haar. „O!" mompelde hij. ..Is u dal? Ja, maar hij is er nog uiel Aiksf u lm*. Dering wenscht te spreken, dan is u ook vroeg genoeg. En de nieuwe deelgenoot is er gen. maar de kou en de ongemakken aan boord maken hel leven verre van aangenaam De visch wordt duur be taald' „Slaepe In 'n nauw kotje!" „En wal eleu jullie nou aau boord?" „Brood meneer; niks anders as bróód" „En aardappels?" „Nooit. Dae zouc me den lied nije voo kunne doeë" ,,En visch? „Die me vange. bin om te verkóopen. Dót Zou le diere wezeü" 'l Meest vangen ze garnalen, of zooals 'n recht geaarde Zeeuw zegt görnet. Die worden allemaal aan boord gekookt in zeewater met zout en dól gedeellp, dal naar Engeland gaat „wat of die Ieii- gelsc dóe mee doeë, dót begriep 'k mie fel m'n versland nie, wanl die zoute nie, dal ze d'r wit van zieé." Frankrijk en België nemen óók heel wal al' en sommigen visschen voor de inmaKcrij le Brouwershaven. Vrijdagsavonds loopen ze weer binnen in Voeie of Vlissingen en daar zie je ze .dan, dc bruine zeilen met het witte A R M. Da's 'u vroolijk gezichtals 't mooi weer is en je slaat zelf aan den kant. Aardig voor hem, die nog niet weet. dal in de witte letters op 't bruine zeil u dc algêmeenc klacht van Arue- rauiden tegeugrijnslArm De visscherjj neemt eer af dan loc l Hoogste nummer is op 'l oogenblik ■12 cn oc hclll van de Arnemuienaars, die d'r kost verdienen als land- of fa brieksarbeider, wordt groeier. M'n drie wandelmakkers laten don tros vallen ze gaan om de koffie cn ik slenter de slralou weer door Waar [er wereld anders dc kinders zoo als hij tooverslag uit de straatstcenen opschie ten, mag Joost welen. Ik zet m'n drie poot gemoedereerd uil in 'n leego straal en eer ik goed en wel m'n toestel heb opgezet daar komen ze aangespo- ten. „dc gnus". „Zeit, Janna. Gecrljè-è, die man maekl 'n petrè-è-l" Maar ze zijn meegaande' Nou' lil letterlijken zin! Als ik afgeknipt en ingepakt heb, daar Nvandel ik als 'n modernen Rattenvanger van Ihmicln Errcmue door. gevolgd en omringd door 'n steeds aaugroeienden stoel. En nou zou ik nog eens op de fLuit moeten gaan spelen' Weel jc wal! Ik wip even 'l mooie, ouwe raadhuis binnen, 't Geluk dient me ik vind er den gemoedelijken, vrieii deli jkcn gemeente -ontvanger, den heer Buijs Erremucnacr „van zijn voeten lot den top." Een hcele poos heb ik gezel lig met hem zitten boomen cn hij is trolsch op z'n geboorteplaats wal hem ui i tol ccrc strekt. Natuurlijk komt ook hier dc ramp van Juli '21 lei- sprake 's Morgens oin "n uur of zeven was 't al vliegend stormweer. Angstig vroeg 'n vrouwtje „Zouwe ze uul vveze. Buijs? Vanochend om vier ure was 'l mooi weer. 'Ic d'r uul hewisl" En om half negen neep de tijding ..dc visschers bin uut'de droge kelen dicht en de angstige harten ineen Daar, om half View, ratelde de telefoon op 'l raadhuis en klonk de droeve mare. dal de A R N 17 vergaan was En dón zoo'n vreese- lijke boodschap te moeten brengen bij natuurlijk nog niet. Want die haast zich nooit zool Misschien will u er even hij gaan zitten en de krant inkijken? Hier heeft u de Times. Hij zal hier zijn, om kwart voor tienen!" Checkley ging ook zitten cn nam een pen. Maar die legd,c hij gauw weer neer en begon le praten „Wc zitlcn in moeilijkheden, miss. Niet dat u daar iets aau doen kunt' Dat zeg ik n iet. Maai* hel wordt hoe langer lioc erger. Want hcjl is niet genoeg dal zo den chef bestolen hebben ze gaan kern nu ook nog bespotten. Ze leggen brieven op tafel, geadresseerd; aan dien Edmund Gray Ze doen dp safe open en leggjan er dingen in, d;e behooren aan Edmund! Gray. En we zijn niet meer zoo jong, als wc ééns waren, dus dpi gaal ons niet in dc kleereu zitten! We zijn ook niet meer zoo prompt. Soms konten we wal laat cn soms schijnen we gedurende een poosje niet «precies te welen, wie we zijn en waar we zijn. O, T is niets, dat zal wel weer voorbijgaan als die ellende ook geleden is. Maar denk eens aan, wat een schreeuwende ondankbaarheid, miss! Niet. dal ik het u kwalijk neem. Maar u zult er toch ook svel van afweten van al de ellendie, die wc hier op hel oogen blik doormaken" Elsie antwoordde niet. Ze had ook nie.ts le zeggen. Ze kon met den ouden klerk immers niets bespreken, aangaande de .bewuste zaak; Toen hield Checkley zich weer. of hij vol ijver aan liet pennen ging. Ma ar de ochtend was heel. het was dpodslil op hel kantoor. Niemand zal het den ouden man dus kwalijk nemen, dal zijn pen al langzamer ging, dal zijn hoofd, achter over viel in zijn stoel cn dat hij insliep. Elsie zal volkomen stil. Om lien uur hoorde ze iemand, de trap opkomen, de deur van hel particuliere kantoor van mr. Dering ging open cn dc chef zelf trad binnen Hij stond, een oogenblik op den dyempel. keek eens rond en zoodra Elsie hem zag, werd ze .gewaar, d,at hij .andermaal ver keerde in den toestand, zooals George dien beschreven had Zóó kwam mr. Dering "s morgens gewoonlijk óp hel lcauloor. Zijn jas was niet dichL- gekuoopl. zijn gelaal droeg de weldadig- vriendelijkc uitdrukking, die Elsic op hel portret had aangebracht Hij sloot de d,eur en Irad aan hel ven ster Mcl lichten tred. zond,er den ouden Jjlerk in zijn slaap te slorcu, trad Elsie nu ook iu hel kantoor vifli mr. Dering en sloot de d,cur achter zich. De slaapwandelaar stond, nog aan het venster. Ze trad op hem toe en tikte hein even op den arm." Hij schrikte en koerd,e zich om „Wat is er van uw dienst jongedame? Kan ik wal voor u doen?" „Ik vrees van niet," antwoordde zij. Weifelend keek hij haar aan En zich toen blijkbaar iets herinnerend, trad. hij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1927 | | pagina 5