TWEEDE BLAD
FEUILLETON.
V
TAN BE
Zaterdag 17 Sept. 1927 No. 219.
Abonnementsprijs per kwartaal:
op de buitenwegen om Middelburg,
en voor de andere gemeenten per post
f 2.50
voor Middelburg en agentschap -Vlis-
MBgen f 2.80
weekabonnementen in Middelburg 18
sent per week.
Advertentién worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip van
omranding.
Gewone advertentién: 30 ct.
per regel.
Ingezonden Mededeelingea:
50 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen
•ran l<—7 regels f2,10, elke regel meer
30 cent.
Kleine advertentién niet groo-
ïer dan vijf regels druks en waarbij is
aangegeven, dat zij in deze rubriek moe
ien geplaatst worden, 85 cent bij voor
uitbetaling.
Advertentién onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Advertentién moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
KaTERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn.
Postohèque- èn Gironummer 43255.
VOOR DE HUISVROUWEN.
EEN EN ANDER OVER DE VOEDING
VAN HET SCHOOLGAANDE KIND.
Er is wel wat tegen om een veertien
dagen van tevoren aan te kondigen waar
over een volgend maal een praatje ge
houden zal worden, zooals een dinertje
waartoe een week of wat vooruit werd
gcnoodigd, als een looden last kan druk
ken, terwijl de spontane invitatie wer
kelijk vreugde doet opspringen, ook al
is het dan een onmogelijkheid de ge
kreukte jurk op te strijken, een nieuwe
zijden-tullen bloem te koopen of een
symetrische haargolf op te tooveren.
Het moderne leven is een aaneenschake
ling van kleine en groote afspraken met
jezelf en anderen, De meeste menschen
hebben de geheele werkweek vrijwel als
een braaf af te handelen lesrooster in
hun hoofd, daarvoor behoeft niet het on
derwijs gediend te worden, hoewel in
dien bloementuin de plichtperkjes wel
hel allerstevigst ingeraslerd worden wat
voor de zwervers van geest een groote
•wrevel enveiligheid beteekent.
De begaafde, lieftallige moeder van
Goethe placht eerst te verrichten wat
zij het minst prettige oordeelde, wat wijst
op een krachtige blijmoedigheid en ge
zonde energie en wat de moderne Ame
rikaan bedoelt met zijn: „Do it now".
„Je vergist je," zal een lezer denken.
„Daarmee wordt gemeend: „Doe het nu
dadelijk; stel niqt uit," Jawel, goed
begrepen, maar een mensch zal heusch
niet uitstellen of quasi vergeten wat
hem een vreugde is. Een jong meisje zal
niet vergeten den met een vriend afge
sproken tennismiddag, maar helaas wèl
het stoppen van haar zijden kousjes.
En zoo moet het dus kindervoeding
zijn, hoewel met een rood-glanzende to-
matenoverdaad voor oogen, er neiging is
WIEJSjlEDiVIUUD GRAY
Geautoriseerde vertaling naar het
Engel sch, van WALTER BESANT,
door Mej. E. HOOGEWERE.
54).
Ook den heeleu nacht dacht ze er over
na. En heeft men eenmaal zoo n opdoe
mend idee. dan is het verwonderlijk,,
hoe veel duidelijker en vaster vorm dit
krijgt, als men er over praat.
Op den ochtend begon Elsie dan ook.;
„Zeg, Alhelslan, weet je wat van som
nambulisme?"
„Ik heb eens gehoord van een maai,
die in dien toestand een grijzen been
schoot. Tenminste dit beweerde hij. Maar
dat is ook, al. wal ik er vm weel."
„Zouden dc menschen overdag dikwijls
in zoo'n toestand verkecren? George hecfl
mr. Dcring aangetroffen, dal lxij niemand
in de kamer zag. Hij deed d,e safe open
en legde er enkele papieren in TofCn
deed hij de safe weer dicht en ging aan
het venster zitten. Hij kwam na een tijdje
bij, dal wil zeggen, werd, weer zichzelvc.
Als hij dil ééns had,, kan; ihij hel wel meer
hebben.'
„Nu En dan?"
„Je hebt gisteren toch van de hrieven
om die edele vrucht ie huldigen en aan
ie prijzen. Wacht eens, het is geen
kwaad begin, want niet alleen de toma
ten, maar alle vruchten moeten in de
voeding van het kind, een eereplaats in
nemen. De dierbare weekdubbeltjes (of
zijn het tegenwoordig altegader kwart
jes?) worden zoo hopeloos verknoeid (en
de magen daarbij) aan die griezelige glet-
chers in zakformaat: ijsco's en aan het!
gekleurd snoepgoed, waarin de traditio-
neele drop en zoethout den tandartsen
een groote kans geven. Weliswaar
staat in de Warenwet van 1922 vermeld,
dat ook snoepgoed valt onder wettelijke
controle en zijn b.v. de kleurstoffen al
daardoor minder angstwekkend dan in
onze lagere schooljaren, toen zes katjes
drop voor een cent en tien negerballen
voor eenzelfde som de diverse tongen in
alle kleuren van een palet verfden. Maar
welke wet ziet toe op de zwart gerouw
de nagelvingers die de druivensuikerpro-
ducten op blad of krant etaleeren voor
het benauwde, bestoven raam, waar vlie
gen en ander gedierte eerst eens critisch
proeven? Een wet is een mooie uit
vinding, maar wijze moeders en vaders
kunnen meer tot stand brengen, niet door
verbieden, maar door voorkomen en door
het goede te geven. Een kind dat volop
olienootjes, bananen, tomaten, enz. mag
eten, heeft een groote kans buiten het
snoepwinkeltje te blijven, hoewel de
heimelijkheid vau kpl kalk- en klcur-
festijn een wondere attractie inhoudt,
waarbij alle paedagogische bedenkingen
ineenschrompelen, O zoo'n zuurbal
van twee cent, de grootste die toender-
tijd de Middelburgsclie kermis vermocht
op te leveren, een dikkert als een ten
nisbal, die je gehemeltje en tong verfde
en raspte, een verrukking, heimelijk ge
noten in de aandachtsvolle les, tot een
strenge blik den sprong naar de klaarge-
houden zakdoekpunt eischte. Zonder
een beetje romantiek komt geen mensch
er ook geen kind, maar in ieder ge
val is onmatige snoeplust sterk te rem
men door gepaste genotmiddelen thuis
uit te deelen en daarvan zijn vruchten
de uitverkorenen,
Samenstelling druiven: 20 pCt. kool
hydraten, vitaminen. Samenstelling ba
nanen: 6 pCt. eiwit, 20 pCt. koolhydra
ten. Samenstelling olienootjes: 26 pCt.
eiwit, 48 pCt. vet, 14 pCt. celstof.
Het is natuurlijk wenschelijk, dat som
mige vruchten, b.v. druiven gewasschen
worden en niet voor alle magen is op
eten van vruchtenschillen (grootendeels
onverteerbare cellulose) raadzaam.
Is er nu een overgang in de voeding
van het kind, dat de school gaat bezoe
ken, dat dus mist de veilige warmte van
„onder moeders vleugels"? Inderdaad
al is „zijn leeren, spelen", zooals het
brave van Alphen-jongetje juichte, er
wordt nu toch een volgehouden inspan
ning gevergd, een concentratie des gees-
tes naast een emotievoller bestaan, met
andere woorden: een heviger leven, een
sterkere stofwisseling dus. Geloof maar
dat een eerste schooldag, eerste school
weken indruk maken. Hoeveel ouderen
en ouden herinneren zich niet dat mo
ment waarin de maatschappij voor het
eerst haar strenge oogen op een nieuw
lid richt en een vreemde, soms wel heel
lieve, maar toch óók nadrukkelijke stem,
die niets van moeder heeft, rust en orde
eischt. Nu komt het dikwijls voor dat
een forens na een slok thee en een hap
brood 's morgens wegholt naar den dwin-
genden trein, maar niet minder dal hel
lichtelijk geagiteerde schoolkind misse
lijk en ongelukkig worstelt met zijn ha
vermout of boterham met glibberig ei.
Dwing en plaag dan niet teveel, maar
maak een smakelijk klein pakje klaar
(b.v. in een opvouwbaar trommeltje) van
een paar sneedjes brood, een appel, een
banaan, een suikerklontje (5 gram ener
gie) voor het vrije kwartier. Bedenk dat
een physiologische raad luidt: „Eet al
leen als neiging daartoe bestaat." Een
kind, dat propt, niet doorslikt, huilt en
weigert, is meestal niet stout maar wel
een ongelukkig klein mensch, evengoed
als de volwassene, die gedwongen wordt
medicijn in te nemen, waarvan de reuk
en van hel biljet en v.aii de socialistische
verhandelingen gehoor4?Dat kon
Checkley niet doen."
„Nu, en?"
„Maar mr. Dering wèl. Als hij ééns'
zoo'n bui had, kon hij ze wel telkens en
telkens weer hebben: Hij klaagt voort
durend,, dat hij dingen vergeel.'
„Maar de brieven van gisteren waren
geadresseerd, aan Edmund Gray. Hoe zou
er nu verband hestaau tusschen Edjtumd
Gray en Edward, Deriug?"
„Ik weet niet, Maar, zie je: hoe meer
ik er over nadenk, hoe meer ik overtuigd)
raak, dat Checkley niet d,e aanlegger
is van dit ondernemen o[ er zelfs in be
trokken zou zijn." 6
„Dezelfde liand, moet steeds bezig zijn
geweest. En, als hel dan niet Checkley
is geweest, die behulpzaam was. wie
moet hel dan zijn? En met welk een.
boosaardigheid "tracht hij niet de schuld
op een ander te werpen!"
„Dat komt, omdat hij bang is, dpt hij
de schuld, krijgt. Hij is immers dc eenige,
door wiens hancl alle brieven gaan
„Checkley is de eenige die het kan ge
daan hebben."
„Juist. Hij voelt, dal d,e menschen het
zóó moeien opvatten en dit maakt hem
200 vreeselijk bang Daarom liegt hij
zoo hartgrondig, als het hem maar mo
gelijk is, om de verdenking op een ander
te werpen. Jij en George houden hem
voor schuldig. Neen, ik niet. Als ik den
hem al wit om zijn neus doet worden.
Sommige kinderen worden dwaas ver
wend met overbodige cadeautjes en doo-
zen bonbous, die ze als kannibalen ver
slinden, maar als ze vervolgens logisch
weigeren hun maaltijd geanimeerd te ge
bruiken, gaat de heerschende dikwijls
over tot tuchtmiddelen, die aan het
wreedaardig pillen van Kerstmiskalkoe
nen doet denken.
Waar ook de best gebouwde school
lokalen, hoewel hygiënisch geventileerd,
verwarmd, en verlicht toch altijd damp-
kringcontact geven tusschen hare be
woners, is het begrijpelijk dat in de
schooljaren de meeste kinderziekten op
treden, verschillende infecties hun weg
vinden.
Een der beste afweermiddelen is doel
matige voeding, waarin dus dierlijk en
plantaardig eiwit, vet, koolhydraten, zou
ten en vitaminen hun plaats moeten in
nemen met een hoeveelheid afhankelijk
valk den leeftijd, groei en arbeidsverrich-
tingen van het kind Het is duidelijk, dat
vooral het groeiend organisme veel eiwit
noodig heeft, wanneer maar tegelijkertijd
bedacht wordt dat hiertoe niet alleen
versch vleesch, versche visch en eieren,
maar zeker niet minder boonen en erw
ten, bruin brood, havermout, noten enz.
in aanmerking komen. Het is absoluut
af te raden een kind met sterke vleesch-
voeding (80 gram per dag is voor een
kind van 1216 jaar voldoende) te wil
len goeddoen integendeel, de in het
vleesch besloten extractiefstoffen zijn
niet zonder bezwaar, speciaal voor een
gevoelig temperament en hoeveel mo
derne kinderen blinken uit door kalmte
en gelijkmatigheid in deze rustloos-
malende molen: de maatschappij?
Zorgvuldige voeding wordt dan pas
doeltreffend als de kleeding een waar
dig pendant vormt. Ons lieve klimaat
eischt wol voor eerste huidbedekking,
soepele camisooltjes of flanellen, die we
kelijks in lauw zeepsop gewasschen wor
den, eischt wollen kousen en stevige
liefst rubbergezoolde schoenen, waarmee
desnoods eens straffeloos door een plas
of goot getrapt kan worden en die in
smeltende sneeuwwaterdagen, voorkomen
natte voeten, het beste fundament voor
maag, darm en keelstoornissen. Op sora-
ipige scholen is de navolgenswaardige
maatregel ingevoerd, dat de kinderen hun
straatschoeisel verwisselen voor dik-
villen pantoffeltjes die de voeten warm
houden en lawaai dempen.
Het is duidelijk dat we 't hier hebben
over het bevoorrechte kind, komend uit
het milieu waar welvaart heerscht, hoe
wel te hopen is dat financieele kracht
niet leidt tot halen en brengen met de
auto.
Laat een kind loopen of fietsen naar
school beschut door cape of regen
mantel, met een stevige muts op; laat
het blijmoedig worstelen met storm,
gen, sneeuw en hagei laat het stap
pen met lichte, krachtige voeten en ge
nieten van het jolige hondje langs de
straat, het bonkende orgel, de dravende
menschen, de wuivende boomen, die
straks weer hun bladeren laten vliegen,
necrtollen en krijgertje spelen, van de
dreigende wolkenreuzen en de blauwe
voorjaarsluchten, waarin het blanke
schapewolkje verwonderd drijft, laat het
kind plansen in het leven, stop het niet
in „de wagen" waarin motorgebrom en
benzinestank doof en dom maken.
Maar gedenk als November nadert en
het gaat er alweer heen met kille strii
men, als onder de zijomkapte lamp
avonds de kinderen zitten, lezend en
werkend, een voortvarende al met een
heimelijk 5 December handwerk, gedenk
het arme kind. Het kind met de katoe
nen kleertjes en gatenkousen, met pun
tige ellebogen en mager halsje. En laten
dan de welvarende moeders en vaders
bedenken die prachtinstelling: „Kinder
voeding" en diep in hun zak duiken, op
dat de kleuters weer hun hart kunnen
ophalen aan bruine boonen met gebak
ken spek en erwtensoep met worst. Op
dat wc ons niet alleen dan verbroederd
en verantwoordelijk gevoelen als schaat
senrijdend of zwemmend in kanaal of:
Schelde standsverschil en dergelijke non
sens wegvallen
Een volgend maal over „de Openlucht-
school' te Katwijk.
VARIA.
ARNEMUIDEN
door
D. A POLDERMAXS.
Lustig wapperde de ,-Erremusche"
wasch aan de vele drooglijnen in de
pittige morgenkoelte en de verweerde,
bcgroend-rooie pannendaken van de ver
trouwelijk tegen mekaar geplakte lage
nuisjes warmden zich knus in dc vroolij-
kc. jonge Jiulizon.
In de smalle straatjes was nog niet
veel levendig ge<lo(e .,'t durp was op
z'n besten wakker". Hier een verver, die
de deur en dc luiken van een in elkaar
gedoken huisje in een nieuw groen-mel-
wit óp deed bloeien; dóór n Erre-
muuscb viscüvrouwlje-in-dcn-dop, dal d'r
blauw-eu-zwarl baaien rok, ,.d'r keu-,'
in 't donker gapende deurgat uilkloplc,
want; „merrege is 'l omrners Zondag''
'n Ouwe vrouw sleekl d'r grijze hoofd
met de krappe, witte muts on de „gou
we krullen" builen de deur en roept
in d'r zangerig-lijmig dialect d'r over
buurvrouw, die aan '1 ruilen zecracn is.
toe.
„Burè-è. ei je Jan a liezic-è-è?"
„E jaeêt!"
En metéén valt je dal eigenaardige
van die Arnemuische laai op Een
Zeonwsch dialect is or niet Schouwsch,
Toolscli, Zuid-Bevelandsch, Walchersch-
alles heeft z'n eigen stempel. Er is zelfs
onaerscheul tusschen de deelen van een
zelfde eiland, maar zooals ze hier op
Arnemuideu spreken, doen ze nergens
anders, óók niet op Walcheren. Do woor
den worden gerékt en de laatste letter
greep van ieder zin-afsLuilend woord
krijgt "n loonloozen staart Probeer maar:
„Moedè-è-è-iM"
Waltè-è-è?"
,,I)aer ei je 'n Goesch manneljè-è-è"
„Zooè-è. Eli wal komt die doê-è-è?"
„Ie kom' mie 'n verlotehè-è-è 41
„Zooë-è-è! Je mó zegge, datlc me
nie mee doe kunnè-è-c, want datte me
mae errcine vischterljes binnè-è-è'
Dat steevast de g voor h en omge
keerd de h voor 'n g wordt uilgesproken,
is algemeen Zeeuwsch. 'n Echte Zeeuw
^verliest dat nóót Aan dc kaai praai
j ik drie ouwe visscherslui, waarvan de
een wanhopige pogingen doel om z'n
kauwspieren voor goed Maar nee,
i iiij is ai n end in de zestig en z'n ikaken-
gymnastiek blijkt goed Ic hebben ge-
werkt'-Zc nemen me heel gemoedelijk
op sleeptouw en ze vertollen mc van
d'i bedrijf, vól ongemak, vól water en
vind en vól van gevaren
„Toen voo drie jacr iu Juli? Xêe,
dae was ik nie bic; mac urn wel!" -
's Zondagsavonds trekt de visschende
bevolking van huis af, per fiets of per
frein. naar Vlissingen of Veere, want
„van 'L durp uul" vaart er geen een.
„Dal was vroeger anders, mencier. Ik
j weet 'r nog van, datte mc voerü
Zie jc dacr die sukerpicen? Xoe goed!
1 Dat was loeu waeler cn dan voere me
I zóo uul Sloe icr nae toe." In Arncniui-
den komt er nooit 'n hoogaars, ol' 't
moet er eens een zijn „om óp le poesien.
want dae kom vee valigheid in, dat bc-
griep je En ól naar 't tij is, loopen ze
's Maandagsmorgens oï -s nachts uil,
om de heelc wetek le dobberen en
.,le lobberen", dikwijls om d'r zuur ver-
dienden boterham machtig le worden.
Want het is belangena geen ijdel woor-
dengescherm, als Kniertje zucht; „dc
visch wordt duur betaald Zoo zuchten
lev honderden Kniertjes, 't Is nog niet
j ééns noodig, dat de hoog-öp jagende
zwart-groene kuil'golven dreigen de lich-
ie, plalgekielde notedopjes óp le zwel-
l=D0ET VERMOEIENISVERDWUNENf
(Iugci MedJ
schuldige moest vinden, zou ik van een
heel ander plan uitgaan."
Alhelslan had werk le verrichten,
waardoor hij onmiddellijk na hel ontbijt
uit moest.
Toen Elsie dus alleen was. begon ze
weer over dat vreemde slaapwandelen
ojp klaarlichten dag van mr. Dcring te
denken, over zijn voortdurende buien
van vergeetachtigheid, over d.c dingen,
die op zijn tafel en in de safe werdeln
gevonden en d,ie alle verband hield(eit wet
Edmund Gray Chcchley kon die brieven
niet op tafel en dip djugeni niet in de safe
hebben gelegd.
- Elsie keek op dc klok Het was even
over negenen. Ze liep naai' haar kamer,
zette haar hoed op en riep een vigclanle.
Ze was er om half tien. Oheckteyi
legde, als gewoonlijk, alles bij zijn chef
op lafel klaar.
Het jonge meisje voelde zigh getroffen
op hel zien van den oudfgediende, die
nu al zestig jaar lang, iederen ochtend,
vol ijver en naijver, deze plichten waar
nam. Ze stond in hel aangrenzend, kan
toor, maar sloeg hem gade d,oor dc open
deur.
Toen hij klaar was, trad hij hel vertrek
binnen, waar zij zich bevond en zag
haar.
„O!" mompelde hij. ..Is u dal? Ja,
maar hij is er nog uiel Aiksf u lm*. Dering
wenscht te spreken, dan is u ook vroeg
genoeg. En de nieuwe deelgenoot is er
gen. maar de kou en de ongemakken
aan boord maken hel leven verre van
aangenaam De visch wordt duur be
taald'
„Slaepe In 'n nauw kotje!" „En
wal eleu jullie nou aau boord?"
„Brood meneer; niks anders as
bróód"
„En aardappels?"
„Nooit. Dae zouc me den lied nije
voo kunne doeë"
,,En visch?
„Die me vange. bin om te verkóopen.
Dót Zou le diere wezeü"
'l Meest vangen ze garnalen, of zooals
'n recht geaarde Zeeuw zegt görnet.
Die worden allemaal aan boord gekookt
in zeewater met zout en dól gedeellp, dal
naar Engeland gaat „wat of die Ieii-
gelsc dóe mee doeë, dót begriep 'k mie
fel m'n versland nie, wanl die zoute nie,
dal ze d'r wit van zieé."
Frankrijk en België nemen óók heel
wal al' en sommigen visschen voor de
inmaKcrij le Brouwershaven.
Vrijdagsavonds loopen ze weer binnen
in Voeie of Vlissingen en daar zie je
ze .dan, dc bruine zeilen met het witte
A R M. Da's 'u vroolijk gezichtals
't mooi weer is en je slaat zelf aan den
kant. Aardig voor hem, die nog niet
weet. dal in de witte letters op 't bruine
zeil u dc algêmeenc klacht van Arue-
rauiden tegeugrijnslArm
De visscherjj neemt eer af dan loc
l Hoogste nummer is op 'l oogenblik
■12 cn oc hclll van de Arnemuienaars,
die d'r kost verdienen als land- of fa
brieksarbeider, wordt groeier.
M'n drie wandelmakkers laten don tros
vallen ze gaan om de koffie cn ik
slenter de slralou weer door Waar [er
wereld anders dc kinders zoo als hij
tooverslag uit de straatstcenen opschie
ten, mag Joost welen. Ik zet m'n drie
poot gemoedereerd uil in 'n leego straal
en eer ik goed en wel m'n toestel heb
opgezet daar komen ze aangespo-
ten. „dc gnus". „Zeit, Janna. Gecrljè-è,
die man maekl 'n petrè-è-l" Maar ze
zijn meegaande' Nou' lil letterlijken zin!
Als ik afgeknipt en ingepakt heb, daar
Nvandel ik als 'n modernen Rattenvanger
van Ihmicln Errcmue door. gevolgd en
omringd door 'n steeds aaugroeienden
stoel. En nou zou ik nog eens op de
fLuit moeten gaan spelen'
Weel jc wal! Ik wip even 'l mooie,
ouwe raadhuis binnen, 't Geluk dient
me ik vind er den gemoedelijken, vrieii
deli jkcn gemeente -ontvanger, den heer
Buijs Erremucnacr „van zijn voeten lot
den top." Een hcele poos heb ik gezel
lig met hem zitten boomen cn hij is
trolsch op z'n geboorteplaats wal hem
ui i tol ccrc strekt. Natuurlijk komt
ook hier dc ramp van Juli '21 lei-
sprake
's Morgens oin "n uur of zeven was 't
al vliegend stormweer. Angstig vroeg 'n
vrouwtje „Zouwe ze uul vveze. Buijs?
Vanochend om vier ure was 'l mooi
weer. 'Ic d'r uul hewisl" En om
half negen neep de tijding ..dc visschers
bin uut'de droge kelen dicht en de
angstige harten ineen Daar, om half
View, ratelde de telefoon op 'l raadhuis
en klonk de droeve mare. dal de A R N
17 vergaan was En dón zoo'n vreese-
lijke boodschap te moeten brengen bij
natuurlijk nog niet. Want die haast zich
nooit zool Misschien will u er even hij
gaan zitten en de krant inkijken? Hier
heeft u de Times. Hij zal hier zijn, om
kwart voor tienen!"
Checkley ging ook zitten cn nam een
pen. Maar die legd,c hij gauw weer neer
en begon le praten
„Wc zitlcn in moeilijkheden, miss. Niet
dat u daar iets aau doen kunt' Dat zeg
ik n iet. Maai* hel wordt hoe langer lioc
erger. Want hcjl is niet genoeg dal zo
den chef bestolen hebben ze gaan kern
nu ook nog bespotten. Ze leggen brieven
op tafel, geadresseerd; aan dien Edmund
Gray Ze doen dp safe open en leggjan
er dingen in, d;e behooren aan Edmund!
Gray. En we zijn niet meer zoo jong, als
wc ééns waren, dus dpi gaal ons niet in
dc kleereu zitten! We zijn ook niet meer
zoo prompt. Soms konten we wal laat
cn soms schijnen we gedurende een
poosje niet «precies te welen, wie we
zijn en waar we zijn. O, T is niets, dat
zal wel weer voorbijgaan als die ellende
ook geleden is. Maar denk eens aan, wat
een schreeuwende ondankbaarheid, miss!
Niet. dal ik het u kwalijk neem. Maar u
zult er toch ook svel van afweten van
al de ellendie, die wc hier op hel oogen
blik doormaken"
Elsie antwoordde niet. Ze had ook nie.ts
le zeggen. Ze kon met den ouden klerk
immers niets bespreken, aangaande de
.bewuste zaak;
Toen hield Checkley zich weer. of
hij vol ijver aan liet pennen ging. Ma ar de
ochtend was heel. het was dpodslil op
hel kantoor. Niemand zal het den ouden
man dus kwalijk nemen, dal zijn pen al
langzamer ging, dal zijn hoofd, achter
over viel in zijn stoel cn dat hij insliep.
Elsie zal volkomen stil. Om lien uur
hoorde ze iemand, de trap opkomen, de
deur van hel particuliere kantoor van
mr. Dering ging open cn dc chef zelf
trad binnen Hij stond, een oogenblik op
den dyempel. keek eens rond en zoodra
Elsie hem zag, werd ze .gewaar, d,at hij
.andermaal ver keerde in den toestand,
zooals George dien beschreven had Zóó
kwam mr. Dering "s morgens gewoonlijk
óp hel lcauloor. Zijn jas was niet dichL-
gekuoopl. zijn gelaal droeg de weldadig-
vriendelijkc uitdrukking, die Elsic op hel
portret had aangebracht
Hij sloot de d,eur en Irad aan hel ven
ster Mcl lichten tred. zond,er den ouden
Jjlerk in zijn slaap te slorcu, trad Elsie
nu ook iu hel kantoor vifli mr. Dering
en sloot de d,cur achter zich.
De slaapwandelaar stond, nog aan het
venster. Ze trad op hem toe en tikte hein
even op den arm." Hij schrikte en koerd,e
zich om
„Wat is er van uw dienst jongedame?
Kan ik wal voor u doen?"
„Ik vrees van niet," antwoordde zij.
Weifelend keek hij haar aan En zich
toen blijkbaar iets herinnerend, trad. hij