FEUILLETON. B li VOEGSEL TAX DB Donderdag 15 Sept. 1927 No. 217. BINNENLAND. WET INTERPELLATIE-RECIIT DER STATEN OVER HET GEMEENTE" TOEZICHT. Ook in de Prov. Staten van Friesland is door een der leden een voorstel in gediend om een adres tot de Tweede Ka mer te richten, inhoudende het verzoek om bij de behandeling van hel ontwerp tot wjjziging van de provinciale wel niet aan te nemen de wijziging, welke be oogt, aan de Staten het hun llians bij art. 163 toegekende recht te ontnemen om van Ged. Stalen verantwoording te vra gen van de wijze, waarop zij het toezicht op de gemeentebesturen uitoefenen. Ged. Stalen dier Provincie hebben nu in een uitvoerig prae-advies met beslist heid de aanneming van dit voorstel ont raden. Zij voeren daartoe o a hel volgend,e aan: De waardigheid van de Stalen zelf schijnt met de bestendiging van hel in- terpellalierechl niet gediend, diet toe zicht op de gemeentebesturen berust in laatste instantie bij de Kroon, dje krach tens de wet in hooger beroep over een aantal vragen beslist. Welke plaats is er nu voor een recht van interpellatie van de Staten in de .procedure, waarin de Gedeputeerde; Staten en de Kroon een rol vervullen? De zetel van adviseur der Kroon inzake der dooi" Haar te nemen beslissing is reeds bezet dpor den Raad van State. De Staten staan rechtens bui ten de procedure Welk figuur zouden zij nu maken, wanneer zij op een dag een levendig debat zouden voeren over een kwestie van toezicht op een gemeente bestuur en dan den volgenden dag zouden vernemen, dat dje Kroon juist Hare be slissing gegeven had, vóórdat hel debat in de Stalen was begonnen' De waar digheid der Stalen zou daardoor zeker niet worden verhoogd- Bezwaarlijk is in te zien dit iu de tweede plaats welke d,e prac'tische beteekenis kan zijn van een inlerpellalie recht van de Staten over d.e wijze, waar op de Gedeputeerde Staten hun eigen, zelfstandig toezicht op d,e gemeentebestu ren uitoefenen. De Staten-Generaal kun nen door gebruikmaking van het recht van interpellatie den minister tot aftre den nopen. Bij Staten en Gedeputeerde Staten ligt de zaak anders De Stalen als hoogste provinciaal orgaan kunnen door gebruikmaking van hun interpellalierechl betreffende de dagclijksche leiding en uil voering van zaken, die de provinciale huishouding raken, hij machte zijn hun opvatting te doen zegevieren Bij hel toe zicht op de gemeentebesturen is dit an ders. De Stalen kunnen vragen stellen, zij kunnen een meening hebben, maar zij kunnen aan de zaken niets verande ren. Ook preventieve kracht kan aan zulk een inlerpellalierecht niet worden toegekend Immers zullen zich de Gede puteerde Staten bij hun toezicht in den regel voegen naar het, door het inter pellalierechl in de Stalen-Generaal poli tiek controleerbare inzicht der regee ring, die in hoogste instantie beslist. Welke kans is er nu, dal de Gedeputeerde Stalen hun iu den regel mei het inzicht oer regeering overeenkomende meéning zullen pi'ijsgeven. omdat in de Staten een minderheid of meerderheid die meé ning niet deelt? Het eenige gevolg van het interpellecren zou zijn, dal er zonder eenige praclisch resultaat langgerekte discussies moeten worden gehouden, dis cussies, die voel tijd, en veel geld kosten, .en wel over vragen, waarover zoowel in de gemeenteraden als in de Staten,'- Generaal met meer resultaat kan worden gesproken. In de derde plaats wijzen wij op hel volgende Het moge juist zijn, dal het inlerpellalierecht der Stalen practische beteekenis mist, in ieder geval brengt de uitoefening van dat recht mede, dat in de Statenvergaderingen liet in de ge meenteraden verhandelde en de bekende of veronderstelde motieven van het dooi de gemeenteraden beslotene in den bree- de opnieuw kunnen worden besproken en aan veelsoortige criliek kunnen wor den onderworpen Hierdoor komen, naar ons oordeel, ook de gemeenteraden in hel gedrang. Het uitlokken een er her nieuwde behandeling van gemeentezaken, en nu in de Statera dje zich, naar het stelsel der grond,wet' alleen niet de 'pro vinciale huishouding hebben te bemoei en. kan alleen de strekking hebben,, in vloed uit le oefenen op den gang' der gemeentelijke huishouding en levert dus bovendien een gevaar op voor de ge meentelijke autonomie, een gevaar, waar tegen de Kroon niet kan waken, zooals wel het geval is, wanneer de Gedepu teerde Staten zich dergelijke inbreuk ver oorloven. INDISCHE KRONIEK door D. BAUDUIN. XXXVI. Geestelijk leven. Hoe het vroe ger wasien hoe nu Een gelukkige verandering. Hel peil van de maatschappij en intellectueele bevre diging. De Indische Pers Daar is een tijd geweest waarlijk nog niet zoo lang geleden dat in een schil dering van het Indische leven in den trant, van deze Kronieken beschouwin gen .en opmei'kingen over hel geestelijk leven ongeschreven hadden moeien blij ven. Om van onze overigens Zoo ver dienstelijke voorouders uit den Gompag- mie's lijd maar geheel te zwijgen dient hier toch geconstateerd te worden, dat zelfs een kwart eeuw geleden de Euro- peesclie maatschappij in Indië nog hij na uitsluitend georiënteerd was naai den malerieelen kant van het leven. Om geestelijke waarden bekommerde men zich niet of weinig, het gezelschaps leven had één doel afleiding, vermaak. En zelfs dól doel werd niet altijd met fijne middelen bereikt. Nu moet men niet terstond dit ver schijnsel geheel of uilsluitend op reke ning stellen van het lage peil der kolo niale maatschappij uit die dagen. Inder daad haperde er aan dat peil veel, maar ook toen toch telde de Europeesche gemeenschap onder haar leden voortref- fclijke en hoogstaande elementen, die hel aan geest, intellect noch beschaving ont brak. Die elementen waren dun gezaaid zóó dun, dat zij op. de toenmalige kolo niale maatschappij niet vermochten hun stempel te drukken, dat zij nog 'geen voldoende gewicht in de weegschaal kon den leggen bij de oriënteering der ge meenschap en dat zij het sociale leven nog nie L in gecultiveerder beddingen kon den leiden. Daar was de maatschappij niet naar! Wie in het moederland mis lukt was, ging naar Indië. wie zich aan getrokken voelde tol ruw pionierswerk, ging naar Indië, wien de straten zijner vaderstad te nauw waren geworden en zich een onafhankelijk leven droomde onder andere hemelen .ging naar Indië, wien hel aan opleiding ontbrak om in het moederland iets te bereiken, ging naar Indië. Doch, zonder eenig odium te willen laden op die menschen, want zij zijn de noeste, onversaagde werkers geweest, die Indië voor ons hebben ge maakt. zij waren niet degenen, die te vens hel aanzijn konden schenken aan een bloeiend geestelijk leven. Overigens WIE IS EDMUND GRAY? Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch, van .WALTER BESANT, door Mej. E. HOOGEWERF. 52). „Vijftien jaar zeker,' herhaalde George. „Laat ik je helpen uit de moeilijkheid. Denk aan Elsie!" „Doet u mij hel genoegen en noemt u niet haar naam!" verzocht George, mei bovenmenschelijke poging om zijn zelf- beheersching le bewaren. „Hel zou haar hel liart breken, niet waar? Maai-, als wij de zaak nu m kuuuen sussen, zal zij er nog wel over heen komen." „En wat heeft u nog meer tc zeggen „Ik wil je beiden helpen Athelstan evenzeer. Wat doet die jongen anders weer ineens op le duiken? Was hij liever iu Oainberwell gebleven, in dal fraaie ge zelschap! Maar nu. geef mij de stukken terug. Je hebt er toch nog geen geld op geïnd; dan zal ik het wel alles met mijn broer in orde maken. Ook wil ik je een paar honderd pond voorschieten, dan moet je onmiddellijk het land verlaten en er vooral nooit weer tenigkeeren. Of schoon het feitelijk wel strafbaar is, ook i wanneer zij het gewild hadden, de mogelijkheden ontbraken, de Jtijden wa ren niet rijp. Daar waren schier onover komelijke hinderpalen. Ik noem slechts het gebrek aan coramunica,tie-middelen, aan geregeld contacL met geestelijke bronnen, het ontbreken van technische middelen om uitingen op cultuurgebied mogelijk te maken. De fijnst besnaarde en beschaafde menscli, die moet leven in 'n ongeciviliseerd land,, zonder noemens waard contact met zijns gelijken, niet zelden dag- of weekreizen verwijderd van eenig centrum van zeer betrekkelijke be schaving, die hel moet doen met nieuws berichten van een half jaar oud, die moet teren op een paar bodken, jaren her bij zijn komst in het vreemde land meegebracht, die den zworen dagelijk- scliein strijd om het bestaan moet voe ren en den misschien nog zwaaVderen tegen het klimaat omdat hem de hulp middelen van moderne hygiëne en com fort nog niet ten dienste stonden, ook hij is waarlijk gedoemd om op den duulr zich te zien overwinnen dool- materia listische gevoelens. En van den eenvou- digen gemiddelden pionier, zooais hier boven geteelcend, mocht men nog min der verwachten. Met dit nog tamelijk recente beeld voor oogon dient men tot recht begrip van de tegenwooridge verhoudingen te bedenken, dat zich in de Laatste kwart eeuw in onze Oost een evolutie heeft vol' trokken, die voor onze begrippen ver bijsterend mag heeten en die slechts de inlandsche maatschappij ten zeerste heeft beroerd doch ook de Europeesdie een geheel ander aanzien heeft gegevén. Want bijna alles, wat eens was, is nu veranderd. In den loop der latere jaren heeft Nederland in sleeds grooter aantal zijn zonen aan de koloniën afgestaan en daar onder hoe langer hoe meer ook intellec- lueeler krachten. Sinds lang is Indië ge lukkig niet meer de laatste uitkomst voor wie geen andere uitkomst wist, sinds lang ook is In Indië geen plaats dan voor geestelijk volwaardige krachten. En ofschoon daaraan nog wel iels hapert, ge leidelijk wint toch ook de overtuiging veld, dal voor Holland's intellectueele jeugd Indië het afzetgebied bij uitne mendheid is geworden boven de over voerde moederlandsche markten. De koloniale maatschappij heeft van deze gelukkige verandering den even gelukkigen terugslag ondervonden. De verbeterde kwaliteit barer elementen bracht het gezelschapsleven en de ver schillende vormen van onderling contact op hooger peil. klaar een zeker niet min der goede invloed ging uit van de uit breiding der communicatie-middelen en van den vooruitgang van wetenschap en techniek. Een steeds grooter spoorweg net. <le auto^ telegraaf en telefoon, liet ontstaan eener goed geoutilleerde en on- fhankelijkie pers, de steeds snellere ver binding met het moederland, wetenschap en techniek, die bewerkten, dat de le vensvoorwaarden verbeterden en hel le ven van alledag gemakkelijker, zelfs com fortabel eu voor wat de gezondheid be trof oneindig veiliger werd. de sport beoefening, die in zwang kwam en ook in de tropen voor "lichaam en geest een weldaad bleek, d^l alles 'en nog veel meer maakte dat in "een wonderlijk kort tijdsverloop de koloniale maatschappij op Europeesche leest werd geschoeid en oolc op geestelijk terrein een eve'n snelle als verheugende ontwikkeling te zien gaf. De tropen zullen allijd de tropen blij ven en de koloniale maatschappij zal allija sommige karaktertrekken behou den, die cc-n geestelijk levjen zooals in Weslersche landen ouder Westerlingen bloeit, onmogelijk maken. Ook zijn daar nog andere struikelblokken, zooals de meestal tijdelijke aard van het verblijf der Europeanen, het jonge Europeesche geslacht, in Indië geboren, doch waarvan liet zwaartepunt der opvoeding toch nog allijd in Nederland ligt en dat zich in het vreemde Oostersche land niet gelijk bijna steeds in Westersch eigen land de dragers voelt en dc scheppers van cul tuur, tenslotte doel en streven van den ECHTE €ATZ-ROTTERDAMMER de modedrank BU DE WANDELING. Hij gaal vasi mee op uw wandel- lochl. hij is uw (rouwe melgezel, en laai U nimmer m den sleek, vooral nu hij ook per (lesch zoo gemakkelijk is mee le voeren Ziin opwekkende, mei prikkelende smaak verhoogi uw uiihoudingsvermogen Hij draagl een weilig gedeponeerd zwarl elikel, waarborg dal hel mineraal-, soda- ol spuilwaler. al ol niel mei suiker, werd vermengd mei -- - ECHT gwz°€l!X€l\ CATZ ZOON van PEISELA .GRONINGEN Gebotteld verkrijgbaar bij Fa. J. A. PIETERS en Fa. ADR. C. VAN DE KAMER, Middelburg (Ingez Mmi zullen we de beele zaak dan verder in den doofpot stoppen," „Heel vriendelijk van u.' „Je ziet, ik wil alles zoo gemakkelijk mogelijk voor je maken, maar vooral ook schandaal vermijden Wal Athelstan betreft, ik herinner ra ij hem kceleinaal mei meer en zou hem zeker niet kenneji al viel ik over hem. Maai- met jou heb ik altijd veel op gdhad, Lol nu dit geval zich voordeed." „Zeer verplicht, inderdaad.' „Toen de zaak uitkwam, zei ik lol lady Dering: „Lie've, het spijt mij voor je zuster want hel zal haar geweldig veel verdriet doen. Hel engagement zal natuurlijk vowbroken worden, maar we kunnen geen schandaal hebben! Daar zijn we niet rijk genoeg voor. Ik zal intusschen trachten alles voor alle par tijen^ zoo goed mogelijk te makenDit zei ik tot lady Dering. Maar wees nu verstandig en volg mijn raad. Deel Athel stan mee, wat ik gezegd heb. Het bevel tol inhechtenisneming van Edmund Gray zal morgen, naar ik meen. of mogelijk ook overmorgen, uitgevaardigd worden. Daarna beu je niet meer te redden „Ben je niet mee»- te redden?" her haalde George. „Is dal at wal u mij te zeggeu heeft, sir Samuel?" „Ja, alles." „Nu, laten we dan." en George nam een pak papieren van de tafel, „naar mijn deelgenoot gaan Dan zult u liooren, wat ik te zeggen heb," Europeaan in de tropen, dat zich nog de. Indische maatschappij geen flauw altijd laat resumeeren in pensioen ver- begrip haaden van de omstandigheden, dienen, na een bepaald, aantal jaren waaronder Indische journalisten moes- en zooveel mogelijk geld verdienen in ten werken en van de invloeden, waar zoo weinig mogelijk jaren met voor bijna tegen zij moesten vechten, allen als uiteindelijk ideaal terug Intusschen. ook de Indische pers heeft naar huis. Door dit laatste wordt zien in latere jaren aan de veranderd)® verklaard, dat onder de Europeanen in verhoudingen welen aan te passen en de tropen geen dichters en romanschrij- haar werkwijste en outillage gomorler- vers worden gevonden, noch musici noch niseerd. Daardoor is de taak der redac- andere lieden die de kunst als levens- j lies er niet gemakkelijker op geworden, taak hebben gekozen. j Een indische dagbladredactie bestaat ge- Maar oorgoed is toch voorbij de woonlijk uil niet meer dan vier of vijl tijd, toen man of vrouw, die naar Indië menschen, in tegenstelling met die van ging, bij voorbaat afstand deed van in- j groole bladen in het moederland, die telleclueele bevredigingen. In een vorig soms den omvang aannemen van een hoofdstuk heb ik reeds beschreven, wel- klein departement. Deze vier of vijf men- ke ontspanningsmogelijkheden de Euro- I sclien maken de krant Zij moeten daar- peaan in Indië, althans in de groolere om zijn all round journalisten, die elk centra, lot zijn beschikking heeft Too-j oogenblik elkaar moeten kunnen vor- neel, opera, solisten, orchest, bioscoop, vangen, voor elkaar inspringen, even hij kan er van genieten Weliswaar, 3e gced een hoofdartikel moeten kunnen bioscoop uatuurlijk uitgezonderd, niel op j senrijven als een verslag, en die verba- geregelde tijden, niet permanent, even- zend hard moeten werken. En toch we- miu steeds in onfaerispelijken vorm, maarlen Z'J< gering in aantal als zij zijn, de mogelijkheden zijn er en zij zullen onder ook nu nog vaak zeer moeilijke naar alle waarschijnlijkheid kwantitatief I omstandigheden op de hoogte te blij- en kwalitatief zich in opgaande lijn blij- ven van den tijd en van hun laak. Men ven bewegen. Ook over de actie der vindt op hel oogenblik in Indië ver- Kunstkringen heb ik reeds hel een en schillende voortreffelijk geredigeerde ander verteld. Ik kan er nu nog bijvoe-dagbladen, die gezien in het kader der gen, dat die actie niet slechts beperkt omstandigheden, volstrekt niel behoeven blijft lot muziek en tooneel, maar dat j pnder te doen voor hun grootste colle- het verbond van Kunstkringen eveneens j ga's in het moederland schilderijententoonstellingen organiseert I Indië is gelukkig nog niet zoo verpo- en lezingen op allerlei gebied laat liou-1 litiekl als het moederland Men kent den. er nog niet de tallooze partijen en par- Ook net onderwijs in de laatste vijf i ttjtjes, die hier de nationale eenheid lot en twintig jaar is reusachtig verbeterd, i een illusie maken. Daarom zijn de Indi- Bandoeng en Batavia zijn centra gewor- j sche dagbladen dan ook geen politicise den van middelbaar en hooger onder- organen in de beteeEenis, die wij aaar- wijs en uit den aard der .zaak heeft zich j aan geven Dal zou ook niet goed zijn, in die centra door de aanwezigheid van want door de geweldige afstanden dije talrijke en voortreffelijke onderwijskrach- geen transport toelaten dat snel genoeg ten een wetenschappelijk leven ontwik-1 kan zijn om de actualiteit van het dag- keld, dat ook buiten de muren der on- blad niet verloren te doen gaan, kan derwijsinriclitingen zijn invloed laat gel den. Bibliotheken zijn tegenwoordig in vele Indische sleden 1e vinden, musea van beteekenis zijn geopend, congressen op allerlei gebied worden gehouden De boekhandel is uit zijn vasten Indischen slaap oulwaakl en allengs op 'moderne leest geschoeid. Een niel voorhanden boek kan desgewensebt, telegrafisch be steld, in drie of vier weken worden een Indisch blad geen groep van overal verspreide politieke geestverwanten bê- dienen, doch moet zich bepalen tol liiet bestrijken van een bepaald ressort of streek, waar lezers van allerlei gezind heid wonen, al loopen die gezindheden, zooals ik reeds zeide, nu niet zoo vier uiteen. Daardoor hebben sommige bla den in sommige streken van Java en Sumatra een soort van positie, die veel Juist. Dal is verstandig' Ik wist wel, dat je vatbaar was voor goeden raad Mijn broer is zeker alleen op dit vroege uur." De heeren Iradeu nu uit George's kan toor en de klerken zagen, dat dc jonge deelgenoot fier het hoofd omlioog hield. Mr. Dering zat op zijn gewone plaals, maar de brieven lagen, nog ongeopend voor hem. Hij zag er vermoeid, slecht en verdrietig uit. „Edmuud", begon sir Samuel, „hier breng ik je een jongeman, die je een ge wichtige mededeeliug heeft te doen „Is het over „dal geval"? Heb je eindelijk wat uitgevonden?" Op prikkelbaren loon werd die vraag geuit. „Ik vrees van niet. Je weet, dal ik geloof aan al, wal we tol nu toe hebben uitgevonden' Maar nu", zei sir Samuel, en wreef zich in de handen, „nu koml hel lang-verwachtel" George viel hem in de rede; „Wal ik le zeggen heb, neemt niel lang lijd in. Ik hoorde van sir Samuel, dal hij en Oheckley onder elkaar een geval hébben opgemaakt, waarbij ik betrokken zou zijn in deze vervalschingen en dat nu al zoo ver is gekomen, dat ik mijn vonnis tegemoet zie, wal uw broer te recht beschouwt als een groole schan de. Daarom stelde hij mij voor, eerlijk voor de heele zaak uil le komen en de gestolen papieren terug He geven, wat ilc helaas niet kan doen, om de door geleverd. De nieuwste tijdschriften, pe- overeenkomst heeft miel een monopolie, riodieken of brochures uil het moe- Ik moet er terstond bijvoegen, dal zij derland en uit den vreemde worden ge- daarvan geenszins misbruik maken, doch regeld aangevoerd, leestrommels circu leeren door het geheele binnenland. Last not least is daar de Indische pers, de veelbesprokene, de veel ge smade en daarom ook zeer miskende, die in werkelijkheid reeds vóór vijf en twintig jaren eorypheeën telde, die zich met de besten in het moederland konden meten Waarmee ik niet zeggen wil, dal zij en zelfs haar eorypheeën geen gebreken hadden. Hel tegendeel is waar. maar hel feit, dal die gebreken dikwijls veel te breed werden uitgeme ten en niet zelden daarom de verdien sten werden verzwegen, was niet dc •eeleer bchoorien tot de voortreffelijk ste organen. KERKNIEUWS. De z a a k-B russaard. Dinsdag heeft de Classis Haarlem der Gerei. Kerken behandeld", de opdracht der Synode te Groningen om 1e onder zoeken of hel de hedoeling van._ds. Brussaard le Bloemendaal was zijn in Dec. '26 afgelegde verklaring te ver- schuld sun dc Indische pers. maar van ««Uren, ca zich te vergewissen of hij oebovocsoe beoordeelaars in hel mee. "nm? '■dat dc v?»"* onbevoegde beoordeelaars in het moe derlana, die bij gebrek aan kennis van eenvoudige reden, dat er niets te beken nen valt Maar één ding moet ik wel doen; u heeft mij het geval in handen gegeven „Juisl. Maar ik heb geen beschuldiging tegen je uitgesproken. Hèb je wal uitge vonden „Hel gaal toch moeilijk samen, dat iemand, die beschuldigd werd vau ceD vergrijp, tegelijk een opdracht zou heb ben, om die zaak te onderzoeken. Dus zie ik daarvan af en kom u de papieren brengen, die er op betrekking hebben Het is heler, dal u het in handen geeft aan iemand, die gewoon is, dergelijke zaken te behandelen." „Nonsens!" riep mr, Dering. „Jongmensch. je hebt mij bedrogen," viel sir Samuel iu. Je beloofde mij, met je bekentenis voor den dag te Ji'eden en dit is er geen Deze man is ongetwijfeld schuldig," keerde hij zich lot ^ijn broer. „Ik heb je niet gevragd, het onderzoek op te geven," sprak mr. Dering lot zijn deelgenoot. „Ik heb gehoord, wal er be weerd werd, maar dal zoogenaamde „ge val" berust geheel op een veronderstel ling. Tot nog tee is er niets, wat een on miskenbare aanwijzing geeft op één per soon, zelfs niel op Edmund Gray „Ik mag dan geen rechtskundige zijn." sprak nu weer sir Samuel, maar dal er duidelijk bewijs van de schuldigen werd geleverd, begrijp ik toch zeer goed." ,,Ik heb geen keuze, ik moet het geval opgeven," begon George weer. „Mrs. is toegedaan, dal men disputanel zou Aruudel heeft al haar dochter verzocht, hel eugagemeut af le breken, de toegang tot hel huis werd mij ontzegd. Elsie is bij haar moeder weggegaan en heeft haar intrek genomen bij haar broer. Dus, sir, neemt u de papieren en geeft u ze aan een ander." Werktuigelijk nam mr. Dermg het pak en legde er de hand op „Laat ik u even iu herinnering bren gen ,hoe ver we nu zijn," sprak George: „We hebben bewezen, dal Edmund Gray een bestaand persoon is, hij velen be kend. Maar we hebben niet bewezen het verband, dat er bestaat tusschen hem eu de ontvreemdingen, die uitgevoerd werden op zijn naam. Klaarblijkelijk is hij een zeer achtenswaardig persoon Hel blijft nog steeds een open vraag wie hel vergrijp heeft gepleegd, en het zou mij ten zeerste verheugen, als ik hooren mocht, dal dit vraagstuk opgelost is." „Verheugen?.... Zóó?... Dat is ver wonderlijk!" merkte sir Samuel op. „Acht jaar geleden mr Dering. stond hier een ander cn werd beschuldigd Van een dergelijk vergrijp Hij weigerde toen langer op hel kantoor te blijven, wat heel dwaas was. De tijd heeft zijn oni- schuld bewezen. Maar ik blijf. Ik hen uw deelgenoot En deelgenootschap kan en kel verbroken worden mei onderling goedvinden." (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1927 | | pagina 5