FEUILLETON.
B li VOEGSEL
TAX DB
Donderdag 15 Sept. 1927 No. 217.
BINNENLAND.
WET INTERPELLATIE-RECIIT DER
STATEN OVER HET GEMEENTE"
TOEZICHT.
Ook in de Prov. Staten van Friesland
is door een der leden een voorstel in
gediend om een adres tot de Tweede Ka
mer te richten, inhoudende het verzoek
om bij de behandeling van hel ontwerp
tot wjjziging van de provinciale wel niet
aan te nemen de wijziging, welke be
oogt, aan de Staten het hun llians bij
art. 163 toegekende recht te ontnemen om
van Ged. Stalen verantwoording te vra
gen van de wijze, waarop zij het toezicht
op de gemeentebesturen uitoefenen.
Ged. Stalen dier Provincie hebben nu
in een uitvoerig prae-advies met beslist
heid de aanneming van dit voorstel ont
raden.
Zij voeren daartoe o a hel volgend,e
aan:
De waardigheid van de Stalen zelf
schijnt met de bestendiging van hel in-
terpellalierechl niet gediend, diet toe
zicht op de gemeentebesturen berust in
laatste instantie bij de Kroon, dje krach
tens de wet in hooger beroep over een
aantal vragen beslist. Welke plaats is
er nu voor een recht van interpellatie
van de Staten in de .procedure, waarin de
Gedeputeerde; Staten en de Kroon een
rol vervullen? De zetel van adviseur der
Kroon inzake der dooi" Haar te nemen
beslissing is reeds bezet dpor den Raad
van State. De Staten staan rechtens bui
ten de procedure Welk figuur zouden zij
nu maken, wanneer zij op een dag een
levendig debat zouden voeren over een
kwestie van toezicht op een gemeente
bestuur en dan den volgenden dag zouden
vernemen, dat dje Kroon juist Hare be
slissing gegeven had, vóórdat hel debat
in de Stalen was begonnen' De waar
digheid der Stalen zou daardoor zeker
niet worden verhoogd-
Bezwaarlijk is in te zien dit iu de
tweede plaats welke d,e prac'tische
beteekenis kan zijn van een inlerpellalie
recht van de Staten over d.e wijze, waar
op de Gedeputeerde Staten hun eigen,
zelfstandig toezicht op d,e gemeentebestu
ren uitoefenen. De Staten-Generaal kun
nen door gebruikmaking van het recht
van interpellatie den minister tot aftre
den nopen. Bij Staten en Gedeputeerde
Staten ligt de zaak anders De Stalen als
hoogste provinciaal orgaan kunnen door
gebruikmaking van hun interpellalierechl
betreffende de dagclijksche leiding en uil
voering van zaken, die de provinciale
huishouding raken, hij machte zijn hun
opvatting te doen zegevieren Bij hel toe
zicht op de gemeentebesturen is dit an
ders. De Stalen kunnen vragen stellen,
zij kunnen een meening hebben, maar
zij kunnen aan de zaken niets verande
ren. Ook preventieve kracht kan aan
zulk een inlerpellalierecht niet worden
toegekend Immers zullen zich de Gede
puteerde Staten bij hun toezicht in den
regel voegen naar het, door het inter
pellalierechl in de Stalen-Generaal poli
tiek controleerbare inzicht der regee
ring, die in hoogste instantie beslist.
Welke kans is er nu, dal de Gedeputeerde
Stalen hun iu den regel mei het inzicht
oer regeering overeenkomende meéning
zullen pi'ijsgeven. omdat in de Staten
een minderheid of meerderheid die meé
ning niet deelt? Het eenige gevolg van
het interpellecren zou zijn, dal er zonder
eenige praclisch resultaat langgerekte
discussies moeten worden gehouden, dis
cussies, die voel tijd, en veel geld kosten,
.en wel over vragen, waarover zoowel
in de gemeenteraden als in de Staten,'-
Generaal met meer resultaat kan worden
gesproken.
In de derde plaats wijzen wij op hel
volgende Het moge juist zijn, dal het
inlerpellalierecht der Stalen practische
beteekenis mist, in ieder geval brengt de
uitoefening van dat recht mede, dat in
de Statenvergaderingen liet in de ge
meenteraden verhandelde en de bekende
of veronderstelde motieven van het dooi
de gemeenteraden beslotene in den bree-
de opnieuw kunnen worden besproken
en aan veelsoortige criliek kunnen wor
den onderworpen Hierdoor komen, naar
ons oordeel, ook de gemeenteraden in
hel gedrang. Het uitlokken een er her
nieuwde behandeling van gemeentezaken,
en nu in de Statera dje zich, naar het
stelsel der grond,wet' alleen niet de 'pro
vinciale huishouding hebben te bemoei
en. kan alleen de strekking hebben,, in
vloed uit le oefenen op den gang' der
gemeentelijke huishouding en levert dus
bovendien een gevaar op voor de ge
meentelijke autonomie, een gevaar, waar
tegen de Kroon niet kan waken, zooals
wel het geval is, wanneer de Gedepu
teerde Staten zich dergelijke inbreuk ver
oorloven.
INDISCHE KRONIEK
door D. BAUDUIN.
XXXVI.
Geestelijk leven. Hoe het vroe
ger wasien hoe nu Een gelukkige
verandering. Hel peil van de
maatschappij en intellectueele bevre
diging. De Indische Pers
Daar is een tijd geweest waarlijk nog
niet zoo lang geleden dat in een schil
dering van het Indische leven in den
trant, van deze Kronieken beschouwin
gen .en opmei'kingen over hel geestelijk
leven ongeschreven hadden moeien blij
ven. Om van onze overigens Zoo ver
dienstelijke voorouders uit den Gompag-
mie's lijd maar geheel te zwijgen dient
hier toch geconstateerd te worden, dat
zelfs een kwart eeuw geleden de Euro-
peesclie maatschappij in Indië nog hij
na uitsluitend georiënteerd was naai
den malerieelen kant van het leven.
Om geestelijke waarden bekommerde
men zich niet of weinig, het gezelschaps
leven had één doel afleiding, vermaak.
En zelfs dól doel werd niet altijd met
fijne middelen bereikt.
Nu moet men niet terstond dit ver
schijnsel geheel of uilsluitend op reke
ning stellen van het lage peil der kolo
niale maatschappij uit die dagen. Inder
daad haperde er aan dat peil veel, maar
ook toen toch telde de Europeesche
gemeenschap onder haar leden voortref-
fclijke en hoogstaande elementen, die hel
aan geest, intellect noch beschaving ont
brak. Die elementen waren dun gezaaid
zóó dun, dat zij op. de toenmalige kolo
niale maatschappij niet vermochten hun
stempel te drukken, dat zij nog 'geen
voldoende gewicht in de weegschaal kon
den leggen bij de oriënteering der ge
meenschap en dat zij het sociale leven
nog nie L in gecultiveerder beddingen kon
den leiden. Daar was de maatschappij
niet naar! Wie in het moederland mis
lukt was, ging naar Indië. wie zich aan
getrokken voelde tol ruw pionierswerk,
ging naar Indië, wien de straten zijner
vaderstad te nauw waren geworden en
zich een onafhankelijk leven droomde
onder andere hemelen .ging naar Indië,
wien hel aan opleiding ontbrak om in
het moederland iets te bereiken, ging
naar Indië. Doch, zonder eenig odium
te willen laden op die menschen, want
zij zijn de noeste, onversaagde werkers
geweest, die Indië voor ons hebben ge
maakt. zij waren niet degenen, die te
vens hel aanzijn konden schenken aan
een bloeiend geestelijk leven. Overigens
WIE IS EDMUND GRAY?
Geautoriseerde vertaling naar het
Engelsch, van .WALTER BESANT,
door Mej. E. HOOGEWERF.
52).
„Vijftien jaar zeker,' herhaalde
George.
„Laat ik je helpen uit de moeilijkheid.
Denk aan Elsie!"
„Doet u mij hel genoegen en noemt u
niet haar naam!" verzocht George, mei
bovenmenschelijke poging om zijn zelf-
beheersching le bewaren.
„Hel zou haar hel liart breken, niet
waar? Maai-, als wij de zaak nu m
kuuuen sussen, zal zij er nog wel over
heen komen."
„En wat heeft u nog meer tc zeggen
„Ik wil je beiden helpen Athelstan
evenzeer. Wat doet die jongen anders
weer ineens op le duiken? Was hij liever
iu Oainberwell gebleven, in dal fraaie ge
zelschap! Maar nu. geef mij de stukken
terug. Je hebt er toch nog geen geld op
geïnd; dan zal ik het wel alles met mijn
broer in orde maken. Ook wil ik je een
paar honderd pond voorschieten, dan
moet je onmiddellijk het land verlaten en
er vooral nooit weer tenigkeeren. Of
schoon het feitelijk wel strafbaar is,
ook i wanneer zij het gewild hadden, de
mogelijkheden ontbraken, de Jtijden wa
ren niet rijp. Daar waren schier onover
komelijke hinderpalen. Ik noem slechts
het gebrek aan coramunica,tie-middelen,
aan geregeld contacL met geestelijke
bronnen, het ontbreken van technische
middelen om uitingen op cultuurgebied
mogelijk te maken. De fijnst besnaarde
en beschaafde menscli, die moet leven in
'n ongeciviliseerd land,, zonder noemens
waard contact met zijns gelijken, niet
zelden dag- of weekreizen verwijderd van
eenig centrum van zeer betrekkelijke be
schaving, die hel moet doen met nieuws
berichten van een half jaar oud, die
moet teren op een paar bodken, jaren
her bij zijn komst in het vreemde land
meegebracht, die den zworen dagelijk-
scliein strijd om het bestaan moet voe
ren en den misschien nog zwaaVderen
tegen het klimaat omdat hem de hulp
middelen van moderne hygiëne en com
fort nog niet ten dienste stonden, ook
hij is waarlijk gedoemd om op den duulr
zich te zien overwinnen dool- materia
listische gevoelens. En van den eenvou-
digen gemiddelden pionier, zooais hier
boven geteelcend, mocht men nog min
der verwachten.
Met dit nog tamelijk recente beeld
voor oogon dient men tot recht begrip
van de tegenwooridge verhoudingen te
bedenken, dat zich in de Laatste kwart
eeuw in onze Oost een evolutie heeft vol'
trokken, die voor onze begrippen ver
bijsterend mag heeten en die slechts
de inlandsche maatschappij ten zeerste
heeft beroerd doch ook de Europeesdie
een geheel ander aanzien heeft gegevén.
Want bijna alles, wat eens was, is
nu veranderd.
In den loop der latere jaren heeft
Nederland in sleeds grooter aantal zijn
zonen aan de koloniën afgestaan en daar
onder hoe langer hoe meer ook intellec-
lueeler krachten. Sinds lang is Indië ge
lukkig niet meer de laatste uitkomst voor
wie geen andere uitkomst wist, sinds
lang ook is In Indië geen plaats dan
voor geestelijk volwaardige krachten. En
ofschoon daaraan nog wel iels hapert, ge
leidelijk wint toch ook de overtuiging
veld, dal voor Holland's intellectueele
jeugd Indië het afzetgebied bij uitne
mendheid is geworden boven de over
voerde moederlandsche markten.
De koloniale maatschappij heeft van
deze gelukkige verandering den even
gelukkigen terugslag ondervonden. De
verbeterde kwaliteit barer elementen
bracht het gezelschapsleven en de ver
schillende vormen van onderling contact
op hooger peil. klaar een zeker niet min
der goede invloed ging uit van de uit
breiding der communicatie-middelen en
van den vooruitgang van wetenschap en
techniek. Een steeds grooter spoorweg
net. <le auto^ telegraaf en telefoon, liet
ontstaan eener goed geoutilleerde en on-
fhankelijkie pers, de steeds snellere ver
binding met het moederland, wetenschap
en techniek, die bewerkten, dat de le
vensvoorwaarden verbeterden en hel le
ven van alledag gemakkelijker, zelfs com
fortabel eu voor wat de gezondheid be
trof oneindig veiliger werd. de sport
beoefening, die in zwang kwam en ook in
de tropen voor "lichaam en geest een
weldaad bleek, d^l alles 'en nog veel
meer maakte dat in "een wonderlijk kort
tijdsverloop de koloniale maatschappij op
Europeesche leest werd geschoeid en oolc
op geestelijk terrein een eve'n snelle als
verheugende ontwikkeling te zien gaf.
De tropen zullen allijd de tropen blij
ven en de koloniale maatschappij zal
allija sommige karaktertrekken behou
den, die cc-n geestelijk levjen zooals in
Weslersche landen ouder Westerlingen
bloeit, onmogelijk maken. Ook zijn daar
nog andere struikelblokken, zooals de
meestal tijdelijke aard van het verblijf
der Europeanen, het jonge Europeesche
geslacht, in Indië geboren, doch waarvan
liet zwaartepunt der opvoeding toch nog
allijd in Nederland ligt en dat zich in
het vreemde Oostersche land niet gelijk
bijna steeds in Westersch eigen land de
dragers voelt en dc scheppers van cul
tuur, tenslotte doel en streven van den
ECHTE €ATZ-ROTTERDAMMER
de modedrank
BU DE WANDELING. Hij gaal vasi mee op uw wandel-
lochl. hij is uw (rouwe melgezel, en laai U nimmer m
den sleek, vooral nu hij ook per (lesch zoo gemakkelijk
is mee le voeren Ziin opwekkende, mei prikkelende
smaak verhoogi uw uiihoudingsvermogen Hij draagl
een weilig gedeponeerd zwarl elikel, waarborg dal hel
mineraal-, soda- ol spuilwaler. al ol niel mei suiker,
werd vermengd mei -- -
ECHT gwz°€l!X€l\
CATZ ZOON van PEISELA .GRONINGEN
Gebotteld verkrijgbaar bij
Fa. J. A. PIETERS en Fa. ADR. C. VAN DE KAMER, Middelburg
(Ingez Mmi
zullen we de beele zaak dan verder in
den doofpot stoppen,"
„Heel vriendelijk van u.'
„Je ziet, ik wil alles zoo gemakkelijk
mogelijk voor je maken, maar vooral
ook schandaal vermijden Wal Athelstan
betreft, ik herinner ra ij hem kceleinaal
mei meer en zou hem zeker niet kenneji
al viel ik over hem. Maai- met jou heb ik
altijd veel op gdhad, Lol nu dit geval zich
voordeed."
„Zeer verplicht, inderdaad.'
„Toen de zaak uitkwam, zei ik lol
lady Dering: „Lie've, het spijt mij voor
je zuster want hel zal haar geweldig
veel verdriet doen. Hel engagement zal
natuurlijk vowbroken worden, maar we
kunnen geen schandaal hebben! Daar
zijn we niet rijk genoeg voor. Ik zal
intusschen trachten alles voor alle par
tijen^ zoo goed mogelijk te makenDit
zei ik tot lady Dering. Maar wees nu
verstandig en volg mijn raad. Deel Athel
stan mee, wat ik gezegd heb. Het bevel
tol inhechtenisneming van Edmund Gray
zal morgen, naar ik meen. of mogelijk
ook overmorgen, uitgevaardigd worden.
Daarna beu je niet meer te redden
„Ben je niet mee»- te redden?" her
haalde George. „Is dal at wal u mij te
zeggeu heeft, sir Samuel?"
„Ja, alles."
„Nu, laten we dan." en George nam
een pak papieren van de tafel, „naar
mijn deelgenoot gaan Dan zult u liooren,
wat ik te zeggen heb,"
Europeaan in de tropen, dat zich nog de. Indische maatschappij geen flauw
altijd laat resumeeren in pensioen ver- begrip haaden van de omstandigheden,
dienen, na een bepaald, aantal jaren waaronder Indische journalisten moes-
en zooveel mogelijk geld verdienen in ten werken en van de invloeden, waar
zoo weinig mogelijk jaren met voor bijna tegen zij moesten vechten,
allen als uiteindelijk ideaal terug Intusschen. ook de Indische pers heeft
naar huis. Door dit laatste wordt zien in latere jaren aan de veranderd)®
verklaard, dat onder de Europeanen in verhoudingen welen aan te passen en
de tropen geen dichters en romanschrij- haar werkwijste en outillage gomorler-
vers worden gevonden, noch musici noch niseerd. Daardoor is de taak der redac-
andere lieden die de kunst als levens- j lies er niet gemakkelijker op geworden,
taak hebben gekozen. j Een indische dagbladredactie bestaat ge-
Maar oorgoed is toch voorbij de woonlijk uil niet meer dan vier of vijl
tijd, toen man of vrouw, die naar Indië menschen, in tegenstelling met die van
ging, bij voorbaat afstand deed van in- j groole bladen in het moederland, die
telleclueele bevredigingen. In een vorig soms den omvang aannemen van een
hoofdstuk heb ik reeds beschreven, wel- klein departement. Deze vier of vijf men-
ke ontspanningsmogelijkheden de Euro- I sclien maken de krant Zij moeten daar-
peaan in Indië, althans in de groolere om zijn all round journalisten, die elk
centra, lot zijn beschikking heeft Too-j oogenblik elkaar moeten kunnen vor-
neel, opera, solisten, orchest, bioscoop, vangen, voor elkaar inspringen, even
hij kan er van genieten Weliswaar, 3e gced een hoofdartikel moeten kunnen
bioscoop uatuurlijk uitgezonderd, niel op j senrijven als een verslag, en die verba-
geregelde tijden, niet permanent, even- zend hard moeten werken. En toch we-
miu steeds in onfaerispelijken vorm, maarlen Z'J< gering in aantal als zij zijn,
de mogelijkheden zijn er en zij zullen onder ook nu nog vaak zeer moeilijke
naar alle waarschijnlijkheid kwantitatief I omstandigheden op de hoogte te blij-
en kwalitatief zich in opgaande lijn blij- ven van den tijd en van hun laak. Men
ven bewegen. Ook over de actie der vindt op hel oogenblik in Indië ver-
Kunstkringen heb ik reeds hel een en schillende voortreffelijk geredigeerde
ander verteld. Ik kan er nu nog bijvoe-dagbladen, die gezien in het kader der
gen, dat die actie niet slechts beperkt omstandigheden, volstrekt niel behoeven
blijft lot muziek en tooneel, maar dat j pnder te doen voor hun grootste colle-
het verbond van Kunstkringen eveneens j ga's in het moederland
schilderijententoonstellingen organiseert I Indië is gelukkig nog niet zoo verpo-
en lezingen op allerlei gebied laat liou-1 litiekl als het moederland Men kent
den. er nog niet de tallooze partijen en par-
Ook net onderwijs in de laatste vijf i ttjtjes, die hier de nationale eenheid lot
en twintig jaar is reusachtig verbeterd, i een illusie maken. Daarom zijn de Indi-
Bandoeng en Batavia zijn centra gewor- j sche dagbladen dan ook geen politicise
den van middelbaar en hooger onder- organen in de beteeEenis, die wij aaar-
wijs en uit den aard der .zaak heeft zich j aan geven Dal zou ook niet goed zijn,
in die centra door de aanwezigheid van want door de geweldige afstanden dije
talrijke en voortreffelijke onderwijskrach- geen transport toelaten dat snel genoeg
ten een wetenschappelijk leven ontwik-1 kan zijn om de actualiteit van het dag-
keld, dat ook buiten de muren der on- blad niet verloren te doen gaan, kan
derwijsinriclitingen zijn invloed laat gel
den. Bibliotheken zijn tegenwoordig in
vele Indische sleden 1e vinden, musea
van beteekenis zijn geopend, congressen
op allerlei gebied worden gehouden De
boekhandel is uit zijn vasten Indischen
slaap oulwaakl en allengs op 'moderne
leest geschoeid. Een niel voorhanden
boek kan desgewensebt, telegrafisch be
steld, in drie of vier weken worden
een Indisch blad geen groep van overal
verspreide politieke geestverwanten bê-
dienen, doch moet zich bepalen tol liiet
bestrijken van een bepaald ressort of
streek, waar lezers van allerlei gezind
heid wonen, al loopen die gezindheden,
zooals ik reeds zeide, nu niet zoo vier
uiteen. Daardoor hebben sommige bla
den in sommige streken van Java en
Sumatra een soort van positie, die veel
Juist. Dal is verstandig' Ik wist wel,
dat je vatbaar was voor goeden raad
Mijn broer is zeker alleen op dit vroege
uur."
De heeren Iradeu nu uit George's kan
toor en de klerken zagen, dat dc jonge
deelgenoot fier het hoofd omlioog hield.
Mr. Dering zat op zijn gewone plaals,
maar de brieven lagen, nog ongeopend
voor hem. Hij zag er vermoeid, slecht
en verdrietig uit.
„Edmuud", begon sir Samuel, „hier
breng ik je een jongeman, die je een ge
wichtige mededeeliug heeft te doen
„Is het over „dal geval"? Heb je
eindelijk wat uitgevonden?"
Op prikkelbaren loon werd die vraag
geuit.
„Ik vrees van niet. Je weet, dal ik
geloof aan al, wal we tol nu toe hebben
uitgevonden' Maar nu", zei sir Samuel,
en wreef zich in de handen, „nu koml
hel lang-verwachtel"
George viel hem in de rede;
„Wal ik le zeggen heb, neemt niel lang
lijd in. Ik hoorde van sir Samuel, dal
hij en Oheckley onder elkaar een geval
hébben opgemaakt, waarbij ik betrokken
zou zijn in deze vervalschingen en dat
nu al zoo ver is gekomen, dat ik mijn
vonnis tegemoet zie, wal uw broer te
recht beschouwt als een groole schan
de. Daarom stelde hij mij voor, eerlijk
voor de heele zaak uil le komen en de
gestolen papieren terug He geven, wat
ilc helaas niet kan doen, om de door
geleverd. De nieuwste tijdschriften, pe- overeenkomst heeft miel een monopolie,
riodieken of brochures uil het moe- Ik moet er terstond bijvoegen, dal zij
derland en uit den vreemde worden ge- daarvan geenszins misbruik maken, doch
regeld aangevoerd, leestrommels circu
leeren door het geheele binnenland.
Last not least is daar de Indische
pers, de veelbesprokene, de veel ge
smade en daarom ook zeer miskende,
die in werkelijkheid reeds vóór vijf en
twintig jaren eorypheeën telde, die
zich met de besten in het moederland
konden meten Waarmee ik niet zeggen
wil, dal zij en zelfs haar eorypheeën
geen gebreken hadden. Hel tegendeel is
waar. maar hel feit, dal die gebreken
dikwijls veel te breed werden uitgeme
ten en niet zelden daarom de verdien
sten werden verzwegen, was niet dc
•eeleer bchoorien tot de voortreffelijk
ste organen.
KERKNIEUWS.
De z a a k-B russaard.
Dinsdag heeft de Classis Haarlem der
Gerei. Kerken behandeld", de opdracht
der Synode te Groningen om 1e onder
zoeken of hel de hedoeling van._ds.
Brussaard le Bloemendaal was zijn in
Dec. '26 afgelegde verklaring te ver-
schuld sun dc Indische pers. maar van ««Uren, ca zich te vergewissen of hij
oebovocsoe beoordeelaars in hel mee. "nm? '■dat dc v?»"*
onbevoegde beoordeelaars in het moe
derlana, die bij gebrek aan kennis van
eenvoudige reden, dat er niets te beken
nen valt Maar één ding moet ik wel
doen; u heeft mij het geval in handen
gegeven
„Juisl. Maar ik heb geen beschuldiging
tegen je uitgesproken. Hèb je wal uitge
vonden
„Hel gaal toch moeilijk samen, dat
iemand, die beschuldigd werd vau ceD
vergrijp, tegelijk een opdracht zou heb
ben, om die zaak te onderzoeken. Dus
zie ik daarvan af en kom u de papieren
brengen, die er op betrekking hebben
Het is heler, dal u het in handen geeft
aan iemand, die gewoon is, dergelijke
zaken te behandelen."
„Nonsens!" riep mr, Dering.
„Jongmensch. je hebt mij bedrogen,"
viel sir Samuel iu. Je beloofde mij, met
je bekentenis voor den dag te Ji'eden en
dit is er geen Deze man is ongetwijfeld
schuldig," keerde hij zich lot ^ijn broer.
„Ik heb je niet gevragd, het onderzoek
op te geven," sprak mr. Dering lot zijn
deelgenoot. „Ik heb gehoord, wal er be
weerd werd, maar dal zoogenaamde „ge
val" berust geheel op een veronderstel
ling. Tot nog tee is er niets, wat een on
miskenbare aanwijzing geeft op één per
soon, zelfs niel op Edmund Gray
„Ik mag dan geen rechtskundige zijn."
sprak nu weer sir Samuel, maar dal er
duidelijk bewijs van de schuldigen werd
geleverd, begrijp ik toch zeer goed."
,,Ik heb geen keuze, ik moet het geval
opgeven," begon George weer. „Mrs.
is toegedaan, dal men disputanel zou
Aruudel heeft al haar dochter verzocht,
hel eugagemeut af le breken, de toegang
tot hel huis werd mij ontzegd. Elsie is
bij haar moeder weggegaan en heeft haar
intrek genomen bij haar broer. Dus, sir,
neemt u de papieren en geeft u ze aan
een ander."
Werktuigelijk nam mr. Dermg het pak
en legde er de hand op
„Laat ik u even iu herinnering bren
gen ,hoe ver we nu zijn," sprak George:
„We hebben bewezen, dal Edmund Gray
een bestaand persoon is, hij velen be
kend. Maar we hebben niet bewezen
het verband, dat er bestaat tusschen hem
eu de ontvreemdingen, die uitgevoerd
werden op zijn naam. Klaarblijkelijk is
hij een zeer achtenswaardig persoon
Hel blijft nog steeds een open vraag wie
hel vergrijp heeft gepleegd, en het zou
mij ten zeerste verheugen, als ik hooren
mocht, dal dit vraagstuk opgelost is."
„Verheugen?.... Zóó?... Dat is ver
wonderlijk!" merkte sir Samuel op.
„Acht jaar geleden mr Dering. stond
hier een ander cn werd beschuldigd Van
een dergelijk vergrijp Hij weigerde toen
langer op hel kantoor te blijven, wat
heel dwaas was. De tijd heeft zijn oni-
schuld bewezen. Maar ik blijf. Ik hen uw
deelgenoot En deelgenootschap kan en
kel verbroken worden mei onderling
goedvinden."
(Wordt vervolgd