FEUILLETON. B IJ VOEGSEL ff Zaterdag 20 Aug. 1927 No. 195. KUNST EN WETENSCHAPPEN. Charles dc Cosier en Zeeland. Nu de ontelbare enthousiaste bewon deraars van Charles de Coster zich op maken om met luister het eeuwfeest van zijn geboorte te vieren (de groote Belgische schrijver zag in Augustus 1927 te Muenchen hel levenslicht), is hel niet onaardig om eens te wijzen op de nauwe relatie, welke er tusschen hem en Zee land bestaan heeft. Zijn eerste bezoek aan deze provincie bracht hij in het jaar 1856, en wel in September, vergezelschapt door zijn trou wen vriend, den schilder Adolf Dillens. .Veel had De Coster toen nog niet ge schreven, enkele, niet zeer belangrijke poëlische proeven in kleine tijdschriften en een paar van die bewerkingen van nationale folkloristische themata, welke 'later tesamen de bundel „Legendes fla- tnandes", zijn eerste boek, zouden vor men. In 1855 (12 April) had hij zijn candi- daatsexamen in de philosofie gedaan, en daarmede zijn universitaire loopbaan afgesloten. Hij gevoelde zich, eindelijk!, vrij. Hij liad duizend plannen. Het leven stond voor hem open. In deze geestelijke dispositie bezocht De Cosier voor de eerste maal Zeeland. Als de verwachting zoo hoog gespan nen en de geest zoo geëxalteerd is, dan kan een teleurstelling niet uitblijven Het is, de omstandigheden nauwkeurig be schouwende, heel begrijpelijk, dat het eerste contact van den jongen, roman- tischen, overprikkelden schrijver met de wijde, doorzichtige rust van het Zeeuw- sche landschap, hem een teleurstelling moest brengen. De tegenstelling tusschen Zijn ongebonden drift en de statige, onge naakbare schoonheid welke hem plot seling, na de Brusselsche, burgerlijke drukte, omringde, was tè groot I Aan zijn „ewieg Geliebte", de legenda rische „Elis.i", die eerst onlangs, dank Zij de eruditie van Minister Camille Huysmans, in diens belangrijke voorrede bij „Stephanie" (een lot heden toe on bekend gebleven jeugdwerk, een drama in verzen, van De Cos te r), geïdentifi ceerd is Elisa Adèle Guillemine Slruys, schrijft hij, van Zuid Beveland uit:,,Moi, )je suis dans .uu pays morne, mélancho- liquc, désert etlombé, a peine ces gens semblent ils vivre, a peine penser!" En iets later schrijft hij aan een ka meraad „Marchands, voilé tout ce que nous voyons autour de nous, braves marchands, il est' vraï, bons marchands, mais marchands tout de même Ziellier twee uitlatingen, welke getui gen van een volkomen incompta'bilité ©humeur"! Toch is reeds op deze eerste reis een kentering in De Costers gevoelens ten opzichte van Zeeland en zijn bewo ners gekomen. De rust en de grootsche ruimten van land- en water in deze pro vincie werkten langzaam' maar zéker op den al te rumoerigen schrijver in. En hij eindigde met een zoo diepen indruk van zijn reis te krijgen, dat hij deze nooit meer zou vergeten. Geen liefde op het eerste gezicht; maar een duurzaam gevoel dat steeds gegroeid is in innigheid en gloed. Na het verschijnen van de „Legendes flamandes" begon de Coster dadelijk aan de compositie en laler de uitwerking WIE IS EDMUND GRAY? Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch, van WALTER BESANT, door Mej. E. HOOGEWERF. 41). „Wacht nog even! Voor het oogen- blik werd Edjmund nog geen vervaischiing ten laste gelegd. We weten enkel, djal zijn naam werd gebruikt," zei mr. De- ripg._ „Na dat bezoek aan Gray's' Inn," zelle George ziju verslag voort, „ging ik naar mr. Ellis. En, Wat het mooiisLe is, geen van de stukken werd) nog verkocht1!" „Wat? Ze hebben er drie niaan|d|en den tijd| voor gehad en nog hebben ze ze niet verkocht! Dan moeten zich zeker onvoorziene moeilijkheden hebben voor gedaan'' Mr Lering was nu een en al leven „Wat voor moeilijkheden "dat begrijp ik Wel niet. wanl ze hebben ze Loch van een bekend procureur, dpor een bekend makelaar' Neen, neen. Ifun zaak stond er goed voor! Maar ze waren mogelijk, niet bedreven genoeg in het kwaad I" „Vervolgens dëeldie mr, Ellis mij mee, dat enkele dividenden door uw Bank ontvangen werden. D:\arom ging ik aan van ziju onvergankelijk meesterwerk, dal hem zou maken tot een figuur van Ëurof- peesche belcekeuis, „De Legendle van Tijl Uilenspiegel en Lamme Goedzak Dit omvangrijke werk verscheen in de allerlaatste dagen, lusschen Kerstmis en Oudjaar van 1867. In den langen lijd van moeilijken, inspannenden. onafgebroken arbeid, onder de pijnlijksLe financieele omstandigheden volbracli t, kon er natuur lijk niets lcomen van reizen. En 'l succes van „La Légende d'Ulen- spiegel", door niemand minder dan Ca mille Lemonnier: „notre Bible Littéraire" genoemd, was niet van dien aard, dat de schrijver er een verbetering van zijh positie uit mocht verwachten. Noodge dwongen aanvaardde hij een baantje als leeraar aan de Krijgsschool te Brussel. En meer dan ooit was hij gebonden Maar de herinnering aan Zeeland had hem in al die jaren niet losgelaten In de slothoofdstukken van „La Légende d'U- lenspiegel', beschrijvende hoe Tijl uit zijn Vlaanderen verdreven, zich hij de watergeuzen aansluit, vinden wij de heer lijkste beschrijvingen van Zeeland, welke wij kennen in de litleraluur. De verrukte herinnering is een Hymne geworden breedbewegende lofzang op de zilte, door waaide atmosfeer en op het breede, for- sche water, die te samen versöhjjnen als een eeuwiggeldig symbool van de Vrijheid. Charles de Ooster lieefL Zeeland opge nomen en het boven de werkelijkheid getild; hij lieefl er een beeld van ge maakt, waarin allen die hunkeren naar Ruimte, Geestdrift en Liefde, het Land van hun Verlangen herkennen. In 1872 schreef De Cosier zijn roman „Le Voyage de Noce", welke gebeurtenis in de letterkundige werekl vrijwel on opgemerkt voorbijging. De teleurstelling hierover deed hem een oud plan weer opvatten. Hij wilde eeu verzameling „Lé gendes de l'Escaul" schrijven. Er zijn enkele bladzijden bewaard gebleven, in drukken, versch genoteerd in „De Koren beurs" te Goes en andere nolilies uit Tholen. Maai* als hij, na zoovele jaren, dezen arbeid tot een goed einde zou willen brengen, dan zou liet noodig zijn de in drukken wal op te frisschen. Maar er is geen geld. i Dc schilder Xavier Mellery weet raad. Hij is in relatie met deu redacteur Chor ion, van een belangrijk Fransch tijd schrift „Le tour du loonde", te vergel ij!- ken met onze vroegere ^,De Aarde en haar Vplken". Eu hij weet voor De Cos- ter gedaan le krijgen, dat hem een uit voerige studie over Zeeland besteld wordt. Mellery zal voor de prentjes zor gen. i Charles de Coster is enthousiast. Hij bezoekt Zceuwsch-Vlaanderen, Zuid-Be veland, Walcheren, Tliolcn, Schouwen Duiveland. Hij bestudeert de costumes ;en de oude gebruiken, hij bezoekt ker missen en markten. Kortom bij mengt zich zoo innig mogelijk onder het levende volk; maar vergeel daarom niet de folk lore en de historische schatten. Van het eerste misverstand lusschen Zeeland en De Coster is geen spoor meer over! Hij reist in een onafgebroken verrukking voor land en lieden, voor heden en ver leden. In 1874 verschijnt zijn uilvoerige studie in het Parijsch tijdschrift. En het succes bij de lezers is zoo groot, d(al de redfactie licm een geheele serie vau dergelijke artikelen over de verschillende sleden en hoeken van Nederland bestelt. Maai- de omstandigheden des levens en vooral dc ziekte verijdelen dil fraaie plan, waarvan De Ooster zelf zich veel voorstelde. In „Le Tour du Monde" verschenen nog slechts enkele prachtige, felgekleur de bladzijden over Amsterdam. Daar na niets meer. Ook „Légendes de l'Es caul" zouden nimmer het licht zien. 7 Mei 1879 stierf, onbekend en arm, dc schrijver van een der heerlijkste en rijkste hoeken uiL de wereldlitteratuur „La Légende d'ülenspicgel"; en, nu, maken duizende en duizende lezers en vereerders in geheel Europa zich gereed bij den directeur. Eu bereid u uu Voorop een nieuwe verrassing1' „Nog een vcrvalsching? „Ja, nog eeu vervalsching. Nu negen maanden geleden, lieefl u een brief ge zonden aan d(en directeur dien heb ik gezien waarin u uw client Edmund) Gray introduceert, <^ie zich gaarne een crediel geopond( zag. Hij stortte een kleine som gekls, d[io steeds te zijner beschikking is gebleven; waar hij niet aan gedacht heeft. Nu laatsledjeu Fe bruari, ontving de dfirecleur weer een brief van u en in Maart en April ander maal, waarbij' u hem certificaten toezond en hem verzocht de dividenden te innen. Eigenhandig plaatste u de papieren in dc Bank. Ik zag de brieven. Ilc zou zwe ren op uw handschrift." „Die lui hebben evenveel handigheid! als durf!" „In alle deelen was hel een brief van u, een brief, die de knapste schriftkun dige voor uw schrift zou gehoudfen héb ben. Uw naam dekt en waarborgt alles." „Heb jc den directeur meegedeeld, wat er heeft plaats gehad?" Zeker ik heb hem alles verteld. En [dit is, in groote trekken, d|e lezing die hij er op nahoudt: „Uw deelgenoot," Zei hij, beweert dat dljc papieren bemach tigd zijn dlpor vervalsching in geschrifte. Hij zegt, dal djp introdutie-brief een vei<- [yalsching is. Goed. "lis mogelijk! Maar ik heb dit crediief geopend vo<?r eeu klant om zijn nagedachtenis waardig te eeren. •De Zeeuwen hebben reden in hel bij zonder om Charles dc Coster, in deze dagen, met dankbaarheid t,e gedenken hij heeft hel schoonste lied van hun land gezongen; hij heeft den geest en 't beeld van Zeeland en hel Zeeuwsche volk in de wereldlitteratuur gebracht. Domburg. J. GRESHOFF Vertaling: „Ik ben in een dxodsch, droefgeestig', eenzaam land, deze menschen schijnen ter nauwernood te leven, ter nauwernood te denken." En verder: „Kooplui, ziedaar alles wat we om ons heen zien, eerlijke kooplui, dat is waar, goede kooplui, maar toch kooplui!" INDISCHE KRONIEK. door D. BAUDUIN. XXXIV. De reis naar Nederlandsch-Indfië. Onze Hollandsche hooien voor aan. Is de tweede Idas ook nog „deftig". Het reis-seizoen. Over zeeziekte, zeezieken, pillen, buikbanden en alcohol. Nu ik in vorige kronieken aan hel \emde ouzer Molukken-reis heb vastge knoopt eenige beschouwingen over het verlrek uiL Indië, wordt mij uil den le zerskring de opmerking gemaakt, dat ik tol op heden verzuimde om aandacht le wtijden aan de reis naar Nederlatndsch- Iudië. Dat is volkomen waar, maar dil verzuim was ia zooverre /opzettelijk, om- dfat ik scliroomde nog een me.d,er te schrijven over een reis, die reeds zoo ontelbare malen is beschreven. De bo- ^euoemde opmerking en nadere over weging doen mij besluiten di'l stand|pimt te laten varen. Want het is even waar dal hij, die lipt onderneemt om over het leven van den Europeaan iu Indië te schrijven, over de reis naar Indië eigenlijk niet geheel en al kan zwijgen, w-aal zij is niet slechts het begin van hei Ind'ischc leven, dal ik lol uu toe heb trachten te schilderen, maai- zij is in tal 'an opzichten ook de daadwerkelijke in troductie. In eeu tijdsverloop van d;rie lot vier weken Wordt de reiziger gelei delijk voorbereid op zijn nieuwen le vensstaat en ten dcele reeds ingewijd in de geheimen van hel onbekende Oos ten en van het vreemde leven, dal hem' wacht In zooverre zal de toekomstige verbinding door de lucht de ouderwcl- sche scheepsreis nimmer kunnen ver-! vangen. "Want nu in onze dagen de vlieg-' machine deu afstand lusschen moeder land en Insulinde voor mail en ondier-; nemende pasagiers telkens opnieuw weet te verkorten en we het beleven, dat de eerste zakenman, weliswaar een Amerikaanschc xnillionair, doodnucliler een vliegLuig chartert om het heele tra ject door de lucht le volbrengen, nu be hoeft men waarlijk geen fantast le zijn om zich een niet meer verre toekomst te verbeelden, waarin ook de gewone tro- penganger door familie en vrienden niet langer naar station of zeekade wordt ge bracht, maar naar het vliegveld. Zoo ver is het inlusschen uog niet en dus ben ik voorloopig voldoendë up to dale, wanneer ik deze kroniek wijd, aan de vaart naar Indië over zee. Wie naar Indië gaat, kiest als reisgelegenheid een boot van dc maatschappij ..Neder land" of van de „Rollcrdamsche Lloyd". Dat spreekt zoo ongeveer vanzelf. Hel is geen chauvinisme, wat daartoe be weegt Reizende Nederlanders plegen aarvan geen overdreven last le hebben en zicli niet zelden spoedig le vergapen aan builenlaudschc heerlijkheid. Het is eenvoudig eigenbelang, dat een onzer twee nationale lijnen doet kiezen Zoowel Üe eeue als de andere hebben van ouds her een alom verspreide reputatie van betrouwbaarheid, voorlrefffelijke verzor ging, oer-Hollandsche concurrentie niet geheel uitgeschakeld. Wie behagen schept in cosmospolilisch reisgezelsch ap laat wel eens het oog vallen op de. groole Fran- sche stoomvaartlijn, dc Messageries Ma- rilimcs, wiier trotsche zeekasteelen van King-penemuint is a 20 cenh per ons verkrijgbaar m j-p specie Je JJ/ng -zeJtjea en verder in reJJen ven 5 en JOeJe.f Voor H.H. Winkeliers verlcrijgb aar bij de voornaamste grossiers (Ingez. Med.) die met een introdljiclie le voorschijn kwam van den hesten procureur uil Lon den, wiens handschrift ik ken en dat ilc ook wel degelijk herken in dien brief. Enlccl op zulle een bewering zou ilc dus nieL mogen afgaan. Tol hem een proces werd aangedaan, kan ik niet anders doen, dan hem behand|elen als icdereji ande- 'en klant. Inlusschen zal "ik onderzoek instellen naar zijn verleden." „Juist," zei mr. Dering. „Vervolgens vroeg ik hem, wat liij doen zou, als de klaut dc papieren wilde te ughebben. Hij zei, dal, alls den klahL een proces was aangegaan, hij dan hoogst waarschijnlijk een wenk van hoogerhand zou krijgen, die hem de papieren zou doen houden en afgeven als deel uitmakend van de documenten voor hel ï'cchlsgeding. „Juist, juist! De directeur leent fde wei," „En wat wissels betreft,'' ging hij voort, „die zal ilc ook betalen- of onlvaugen," tenzij ilc van hoogerhand (gewaarh schuwd wordt." „He geloof George, dat wij heel goed gedaan hebben, dat we er nog geen zaak van hebben gemaakt," zei mr. Dering zich in de handen wrijvend. „Toch zijn het geen lpandige schurken, alles wel beschouwd. Ze. meenden de aandacht van zich af te leiden door mijn naam te ge bruiken, daar dachten ze zich achter te verschuilen. Ze hadden de stukken on-( twintigduizend ton en grooler, van Mar seille varen op het verre Oosten en den reiziger voor Nederlandsch-Indiê lot Sin gapore brengen; wie volop goedlcoop wil reizen en daaraan ieLs ten offer bren gen, kiest soms de vrachtschepen met passagiers-accomodalie van de Deulsch:- Australische Dampfschiffgcselschaft of de booten van den Nord-Dculschen Lloyd of die van den Italiaanschen Lloyd Triès- lino. Hel is jammer, dat onze nationale lijnen lot nog toe niet het middel heb ben weten te vinden om althans deze goedkoopere builenlandsche concurren ten tden wind uil tlje zeilen tc nemen door hun eigen passage-prijzen te verlagen. Die passage-prijzen zijn ook nu nog, ge zien de noodzakelijkheid eener goede maar ook voor alle beurzen bereikbare nationale verbinding lusschen moeder land eu koloniën, le hoog. Toch moet ik iu dit verband wijzen op hel vcrlcccrdp inzicht van velen, die de groote reis naar Indië ondernemend, hel aan zichzelf ver plicht meenen te zijn om eerste klas te reizen Niet zelden wordt hierdoor aan valseh schaamtegevoel of verkeerd inzicht een financieel offer gebracht, dal de porlemonnaie eigenlijk volstrekt nicf lijden kan. Daarom zij hier uitdrukkelijk vermeld, dat de tweede klas op onze Hollandsche booleu alleen in belreklcelijlc overbodige ïuxe bij de eerste lclasse ach terblijft, doch in accomodate eu verzor ging eigenlijk geen noemenswaard ver schil oplevert. Deze zijn ook voor de tweede klasse voortreffelijk. En wat hel publiek betreft, men vindt zoowel in de eerste als in de tweede klas elementen, die in hel vooronder thuis hoorên, de audere, de betere, komen zoowel in de eerste als in de tweede klas volkomen tot hun recht, vinden er hun pass geselschap en kunnen er zicli geheel op hun gemak voelen. In onzen tijd staat nu eenmaal, minder dan ooit te voren innei'lijkc en zelfs ook uiterlijke bescha ving nog slechts in zeer flauw verhand met den prijs van een ticket. De „Nederland"-boolen vertrekken Amsterdam naar Genua, die van den Rot-: jterdamschen Lloyd van Rotterdam en van Marseille. Wie met kleinere of met kleine kinderen reist, doet verstan dig om reeds te Amsterdam of Rotterdam aan boord te gaan. De reis dwars door Europa, belast en beladen met kroost en veel bagage, om een boot te halen, die niet gemist mag worden en die geen vijf minuten op u wacht, is volstrekt geen genoegen. Daarentegen bespaart het aan boord gaan in eigen land. vertrek kend uit eeu bekende en lol allerlei laatste diensten bereide omgeving, veel zorg, terwijl men levens dan komt op een schip met nog maar betrekkelijk weinig passagiers, waar het personeel volop tijd voor u heeft en gijzelf volop tijd om u en de uwen te installeeren en een weinig in te leven vóór dal te Mar seille of Genua de groole invasie plaats heeft. Een vrije vrouw, een vrij© man, een echtpaar zonder kinderen kan na tuurlijk zonder eenig bezwaar de route over land kiezen en aan. de groole reis eeu paar dagen aangenaam reizen door Europa of een roerend afscheid van Pa rijs vastknoopen. verwijld moeten' verkoopen Des le beter, intusschen Nu hebben wij de hand ge legd op de stukken. Het zou de zaak verbazend veel ingewikkelder hebben ge maakt, als die verkocht waren. Wal dat betreft zijn we veilig. Want je begrijpt, dat ze, ua wat ze nu gehoord hebben ze aan de Bank zeker niet zouden uit geven zonder ons eerst le waarschuwen Hel blijft voor ons nu enkel de vraag: hoe kwam die Edmund Gray in het bezit van ons eigendom?" Hij zat een paar minuten stil na te denken. Toen begon hij weer: Het ver lies van het geld zou een zware slag Voor mij zijn geweest. Wel heb ik nog genoeg over en ook zit mijn familie er gelukkig niet op te wachten. Maar toch zou het een zware slag zijn. Dal gevoel van beroofd te worden, is zoo ellendig zie jel He begrijp nog niet, waarom die doodstraf is afgeschafL voor degenen, die zich vergrijpen aan het eigendom van een ander. Het verlies zou mij niet rui neeren, maar toch zou het verschrikke lijk zijn. Het zou zóó vele jaren van mijn leven vernietigen. Ieder jaar beduidt een zekere som, die gespaard werd. Veertig duizend pondi beduidj tien jaar van mijn leven, nieL zóó gesteld, dal ik tien jaar jonger zou wezen, maar tien jaren arbeid vernietigd! Hoe zou ik hel nu den man kunnen vergeven, die mij dit had aan gedaan?" Op dat oogenblik trad Checkley binnen. Dan is er daar nog voor lieu, die het tijdstip van hun vertrek zelf kunnen be palen de keuze van het seizoen. Wie 'uitsluitend voor zijn genoegen reist, zal vermijden om in de maanden Juni, Juli en Augustus door dc Roodë zee le varen. Hel is dan in die conlrijen zóó warm, dat de overtreffend,© trap van ..heet" volkomen le kort schiet om den toestand le schetsen. Deze beproeving duurt vier dagen en is voor geestelijk of lichamelijk niet al te krachtige individuen dikwijls een zware beproeving. Den verderen lijd van het jaar behoeft men geen rekening ie houden met de atmosferische gestehli- hedeu. Weliswaar kan het in de win!er- maanden wel eens spoken in het Kanaal en langs de Fransche kust. de Golf van Biscaje bezit zelfs eeu zekere berucht heid, weliswaar kan men ruw weer tref fen bij kaap Gardafui en, wanneer de moessonwindon waaien, een stevige dei ning in den Indischen Oceaan, maar dat alles is tevoren moeilijk te voorspellen, het kan meevallen, het kan tegenvallen en heeft ook in het laatste geval aan boord van een moderne groote mailboot weinig of niets le beleelcenen voor wie de zoo gevreesde zeeziekte ten prooi zijn gevallen doch haar na twee of drie dagen glansrijk le boven zijn gekomen. Dezulken zijn dan verder immuun of nagenoeg. Er zijn natuurlijk ook hard nekkiger gevallen, lieden, die wel een week land bleèk zien om hun neus en onpasselijk worden van elensluchl, maar ook voor hen breekt toch zeker de dag aan, waarop ze met fiksclie zeebeenen weer als normale menschen over li,el rol- lennc dek kuieren en tegen etenstijd on geduldig op hun horloge kijken. En d,an zijn er nog, de waarheid gebiedt mij het te zeggen, gevallen van menschen, die de heele reis onpasselijk blijven of al thans oiibehasglijk, sommige dagen min der. andere dagen weer wojt erger, en die alleen opfleuyen, wanneer zij op de di verse landingsplaatsen den vaslen wal weer voor een paar uur onder hun voe ten voelen. Maar dit zijn, hel is bijna onnoodig om het te zeggen, uitzon deringsgevallen; hier speelt liet meer of minder onstuimige van de zee schier geen rol meer, deze menschen kunnen eenvoudig niet tegen de zee en tegen de altijd ietwat rollende beweging van het schip, zooals anderen duizelig wor den op een trapje of op een balcon of last lcr ij gen van koorts in (flen hooitijd Wat nu de zeeziekte betreft, waaraan ook de normale passagier gewoonlijk niet ontsnapt, bet aantal onfeilbare middelen den aanstaanden zeevaarders daartegen aangeprezen is inderdaad legio. Vooral dames laten zich door zulke welgemeen de adviezen gemeenlijk sterk beïnvloe den. Zij hebben soms dagen voor dat ze aan lword gaan, reeds anli-zceziekle-piil- lcn of tabletten geslikt en houden dat aan booyd zeil ook vol. Msiar nu blijft het daar niet hij. D:?ar komen de andere) raadgevingen drink uitgeperste citroen, zegt de een, draag een buikband, zegt een ander, stopt watjes in uw ooren, raadt een derde aan, neem adrenaline, adeline. opium, eet appels, eet niet, eet zoo veel mogelijk. en liet onnoozele slachtoffer doet alles of maar dc helft, met een kaartje van den directeur van de Bank. „He ben hier gekomensprak de be zoeker haastig, ..om u iels belangrijks te vertellen, wat hedenochtend plaats vond. Toen wij de zaak bespraken, mr. Austin, wist ik dit nog niet. Het gebeurde om tien uur, zoodra de deuren open gin gen. Er werd een brief gebracht van mr. Dering. ,Nog een vervalsching' Wanneer komt daar ooit een einde aan?" verzoekende de certificaten me© te geven aan den bretoger van den brief. De certificaten van mr. Edmund Gray. Dit werd gedaan. Ze zijn dus niet langer aan de Bank." „O, dan zijn ze naluurlijk (gewaar-: schuwd!" riep George, ..Wie was de bo de?" „Een jongen. Hel leek wel een kan- toorlooper." ,Jk zal dadelijk navraag doen, of liet oen van onze jongens was. Gaaf u voor! „Dit maakte een eind aan de moeilijk heid, hoe wij moesten handelen in tge- val de papieren door u verlangd wer den. Wij hebben ze nu niet meer! En wat de dividenden betreft, we zullen die blijven ontvangen, tot we een order of een opdracht krijgen „Voor het oogenblik hebben We dus enkel id© brieven," zei George. „Het moei lijke is nu om Edmund Gray, persoon- Tijk betrokken te krijgen hij het geval!

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1927 | | pagina 5