FEUILLETON BIGGELAAR'5 60 ct. per t pond B IJ VOEGSEL TAR DB die opdook uit en terugging naar een on-{nen man en de bruine man, althans de bexrrcnen beslaan. oudere en verstandige, die voor hem Vrijdag 12 Aug. 1927 No. 188 BINNtNLAND. indische kroniek door D. BAUDUIN. XXXIII. De blij»en». Daar is in ons Indië een kleine groep van iandgenoolen maar toch grdbter dan ge misschien zoudt denken die, ofschoon olbloed Hollanders, ofschoon ook financieele overwegingen lien niel beletten om naar het vaderland terug te keeren, toch onder de palmen hun le vensavond slijten, kalm en welbesloten en die daar willen sterven, zonder heim wee naar het land, waar eens bun wieg stond. Dat zijn de blij Veris. De blijver, dal is Ide man, die nooit iets anders heeft willen dragen dan de toe- toep-jas en toen Iiij non-actief werelden helmhoed heeft verwisseld voor het zwar te stijve kaasbolletje. Hij heeft 'ti tanig rood-bruin gezicht en roestvlekken op zijn handen. De blijver ,dat is de man, die op zijn achttiende jaar in Indé is gekomen, die in veertig lange jaren één of twee keer met verlof is gegaan, die het Indië heeft gekend van vóór van Heutsz, toen er gratis pait werd geschonken in de loge menten en alle vreemde Oosterlingen des avonds met een lichtje moesten loopen, die over gouverneur-generaal Rooseboom praat zooals wij over Fock. De blijver, dat is de man, die, ofschoon hij naar stand en middelen een auto moest hebben,, nog altijd in zijn deeleman rijdt of in een zeer ouderwelsche houten kast met blinden ,die in zijn huis wipstoelen con serveert en goudvisschen in den mandi- bak, die zijn huisjongen eh zijn koltki al twintig jaar in dienst heelt en door zijn bedienden wordl aangesproken met Toewan Besar. De blijver spreekt in den regentijd van „guur" weer en draagt op koele dagen een overjas Wat houdt dezen man in Indië, wat weerhoudt hem terug te keeren naar zijn eigen land? Ach, is het nog wel zijn eigen land, dat koude land daarginds, waai-aan niets hem eigenlijk meer bindt. Dat is zoo heel geleidelijk gegaan, een proces van tijd en afstand! Twintig jaar geleden heeft hij voor het laatst in het v aderland rondgeneusd. Zijn moeder vond hij niet meer terug, mis schien ook wel niet meer zijn vader. Broers en zusters en de rest hebben har telijk gedaan, toen ze hem zagen en voor de geschenken, die hij meebracht, Sigarenkokers van gevlochten bamboe voor de mannen en paradijsvogels voor de vrouwen, is hij zwaar bedankt. Maar daarop is de belangstelling geluwd. Wel" iswaar hebben broers en ooms, en neven hem op den schouder geklopt te eten gevraagd, gezegd, dat hij maar moest aanloopen zooveel hij verkoos, dat hun huizen voor hem openstonden ernzoo- voort. Die vriendelijkheid was niet ge huicheld, maar in stilte voelde hij wel. dat ze toch iels anders was dan de wel doende hartelijkheid van gelijkgezinde, liefhebbende menschen, wier gezicht van binnen uit opklaart als ze je zien en die belangstellen iu je leven en in je werk. Zijn belangen wareln niet de hunne, zijn wereld en zijn levensvisie verschil den te veel van wat zij voelden en be grepen. Hij was en bleef de Indischgasl, begrepen beslaan. En in veel andere opzichten is 't hem toen ook niet zoo meegevallen. Ia de nauwe sleden, in de nauwe straten met hun hooge huizen heeft hij zich be klemd gevoeld, bij, die tien of vijftien jaar lang te voet en te paard zijn on derneming heeft doorkruist jboven zijn hoofd de ijlblauvve luchten, rondom de bergen en de wijde oneindigheid vaxi het Indische land, hij, die koning was op zijn estate ,die troonde in zijn huis met de paleisachtige ruimten aan den rand \an iet ravijn, waardoor bruisend de berg stroom omlaag rolde, hij, die beval over lallooze menschen en heersclite over de hemel weet hoeveel bouws. Het heeft hom moeite gekost om te wennen aan de kleine kamers in de kleine huizen, waar hij familiebezoeken heeft afgelegd op ongemakkelijke stoelen, waar zijn ver zoek om een splitje als een buitensporig(- heid heeft geklonken, die 't heele huis in beweging heeft gezet en waar hij zijn eigen stem vreemd hard heeft hooien dreunen in de propperige vestibuletjes wanneer hij vroeg of de „njonja" thuis was en zijn hoed en jas meteen in de armen hoeft gedrongen van een ver schrikten daghil, die liet later weer aan haar mevrouw heeft verteld. Ook het losse leven dat hij toen heeft geprobeerd ,is een teleurstelling gewor den Vrienden had hij niet meer, want die het eens geweesf waren, hadden in- tusschen andere ideeën gekregen, die strookten met hun betrekkingen of ver- eischlc levenshoudingen maar niet meer met de zijn. Een toevallige of per brief kaart geregelde ontmoeting, die begon met handdrukken en uitroepen van ver assing een gesprek, dat geteerd heeft op gemeenschappelijke herinneringen en wat n ieuwsgierigheid, waarin verder niets is gezegd van alles, wat hij zich had voor- sleid, dat geëindigd is met een vluchtige uitnoodiging om kennis te komen maken met in hem onbekend gebleven huwelij ken verkregen vrouwen en kjnderen, dat was alles, wat zij konden geven. En toen heeft hij zich met nieuwe vrienden of met een tegen het lijf geloopen collega- Verlofganger vermaakt op plaatsen, waar van de ï«lsche schijn hem maar een week heeft geboeid. Ontgoocheld is hij tenslotte weer op de hooi gestapt en in zijn hart blij, dat hij met goed fatsoen zijn verlof had af- fgewerkl. En zijn volgende heeft hij laten voorbijgaan, omdat zijn zaken of zijn be zigheden hem terughielden, niet onver biddelijk, maar net genoeg om voor zich zelf een reden te heb,ben. Vroeg of laat is daarop de blijver getrouwd, meestal met een Indisch meisje ,dat evenmin zijn gedachten terug kon voeren naai' het oude land Van zjjn kinderen heeft hij er enkele begraven onder de nalmen De anderen zijn gegaan naar Holland, toen hun tijd gekomen was om te leeren, maar ze zijn weer teruggekomen, gehoor jevend aan den „call of the country", die als een vaste wet ouverbiddellijk schijnt terug te roepen allen, die 'daar ginds zijn geboren Ze hebben zich ge vestigd en zijn op hun beurt getrouwd, weliswaar overal verspreid, maar toch in Indië en de meest nabije kan hem, als 'l noodig is, in twee dagen wel be reiken. Misschien is oolö zijn vrouw hem wel ontvallen en wie anders dan hij inoet zorgen voor bloemen op haar graf. De blijver heeft Indië lief om het and zelf en om wat het voor hem is geweest, De b,Lijver is altijd oer-co re servatie! en zijn oogen bliksemen als hij hel heeft over de verslappende metho des van den modernen tijd en over ware of vermeende verkorting van ons gezag, fljj zegt, wat hij meent en omdat 3iij aiTeen maar meent wat reent en goeff is, stelt hij nooit een wachter voor zijn tong. Hij heerscht over zijn menschen, zjjn bevelen in de landstaal geeft liij zacht maar onherroepelijk, tegenspraak is hem onbekend. Hij is streng, rechtvaar dig en .genadig. En hij wordt onvoorwaar delijk gehoorzaamd en bemind. Want ondanks alles houdt hij van den brui- WIE IS EDMUND 8RftV? Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch, van WALTER BESANT, door Mej. E. HOOGEWERF. oudere en verstandige, die hurkt houdt van den ouden Toewan Be- sar. Hij weet, dat deze hem begrijpt en dat hij op hem kan rekenen, meer dan, pp andoren, die onbegrijpelijker wijs hem houden voor wal hij niet is en van hem willen maken, wal hij niet Kan zijn. Wanneer zijn tijd gekomen is, kjest de blijver zich een woonplaats voor den ouden dag, een stille plek 'ergens in de koele bergen, een plaatsje, waaraan hij aangename herinneringen heeft van vroegere ,-hari besars", maar als het eenigszins mogelijk is, toch daar, waar hij uit zijn voorgalerij de bergen of de vlakte kpn zien, waar hij zijn leven heeft gewerkt Zijn gewoonten zijn dezelf de gebleven, vroeg op en \Toeg naar bed, bediend door zeer oude getrouwen, die zijn vvenschen jaden, voordat hij ze zich goed bewust is. Overdag maakt hij zijn vaste wandeling drinkt zijn paar glaasjes pait en speelt op de soos hombre met een paar lieden van zijn tijd In zijn zijn* courant interesseert hem eigenlijk alleen de rubriek Indië, in Europeesclie politiek stelt Hij geen belang, eienmin in nieuwe uitvindingen, zooals dc Volks raad. Oneindig belangrijker lijken hem de oogstberichten v an de rubber en de thee Een enkele maal in zijn stille huis of tus- schen heel jonge menschen voelt hij zich ontzaglijk eenzaam, maar niemand, die daarvan iets merkt aan zijn dorre, roes tige figuur. Holland is voor hem bijna een klank geworden. Soms als tegen zijn zin, laat hij zich brengen om er over te praten dan noemt hij namen uit zijn herinnerig, van menschen en van dingen, die al lang zijn vergeten. En als hij even de oógen sluit om zich dat te binnen te brengen, dan trilt in zijn binnenste misschien nog wel een kieiae emotie, misschien ook niet. En toch ondanks deze vervreemding is hij in dat verre tropische land een oerstuk Holland, dat zijn aard nimmer verloochent, den aard van dc taaie, wils krachtige pioniers van 'de lage landen bij de zee, die Holland groot maakten iu de wereld. 35). Eerst zond George een telegram naar de CSty om den makelaar te roepen. En tpen terwijl de oude klerk steeds noj naast de safé stond, en mr. Dering steedis alle teekenen van opgewondenheid toon de, ging hij de gecoupeerde brieven doorkijken, die van hel kantoor van mr Dering waren verzonden. Al maar ruggaande, zoekt hij deze na van een halfjaar. ,)Neen", ziei hij, ..hier is niets bij. Gheckley, geef mij de brieven eens". Dat waren de brieven die ingekotmen waren bij mr. Dering op het kantoor. Maar er was er niet een bij, gedurende een tijdsverloop van een halfjaar, die be- trekking had op dien verkoop van sluk- ken cn aandeden ,^Als u hadt geschreven aan Ellis eu Norlhcole", zei hij, „dan zou de copie van den brief hier in het boek zijn. Als ze u hadden geschreven, dan zoudjon de brieven hij de andere ingekomen papie ren zijn. Maar nu is het ook duidelijk, djat .u geen schrijven ontving, en dhl er dus geen verkoopen hebben plaats gehad'. „Maar, waar zijn dan de certificaten en waar zijn dan de djvi,d,tenden ,35at zullen we zien". Even later kwam mr. Ellis en North- cote, met een pakje papieren bij zich. Iedereen kende mr. Ellis van Ellis en Norlhcoite, een van de meest achtenswaar dige makelaars van Londen. I-tij was met veel zorg gekleed, keurig in heel zijn wijze van optreden. „Hier ben ik, waarde heer", begon hij bereidvaardig, „in antwoord} op uw op roep. He hoop, dat er toch niets) fouit is?Ofschoon uw verzoek, dal ik kele papieren zou meebrengen, mij dit haast doen vermoeden". „Er is heel wat fout", antwoordde mr JJering „Ga zitten, waarde vriend' Geef mr. EÏlis eens een stoel Gheckley. Austin, vertel jij mr. Ellis eens, wat hij verlangt te weten". „U heeft gisteren een schrijven gerichjl lot mr. Dering, waarin u hem een zekere belegging aanbeval". „Juist. Een zeer gunstige gelegenheid is dit en het zal iels uitstekends blijken te zijn". „IJ maakte in uw brief melding van en kele overdrachten en verkoopen, die door hem in den laatsten tijd' zoiudlen uitgevoerd zijn". Juist". „Welke verkoopen dan?" Mr Ellis keek in zijn papieren: „Laatsleden Februarie, verkoop van gereformeerde vereenig1ng voor drankbestrijding. Dc 27ste jaarvergadering van boven genoemde vereeniging gehouden alhier besloot tot aanhouding' van het voorstel om de verplichte afdracht der af- deelingen le verminderen van 50 op 10 cent per lid met verplichte afname van een aantal maandblaaeu tegen 20 c. per jaar en per stuk. Hel hoofdbestuur zal onderzoeken of hel mogelijk is om de 11 dagen een blad in kleiner formaat te doen ver schijnen. Medegedeeld werd dat alle 9 provin ciale bonden en 39 afd. vertegenwoor digd waren en speciaal werden welkom geheelen 5 afgev. van de studenteïiaf- deeling „Dr. J. C. de Moor" le Kampen, met den wenscb, dal ook spoedig te Apeldoorn een afd. onder studenten zal 'worden opgericht. Met algeuieene stemmen werd aange nomen een voorstei, waarin uitgesproken wordt, dal eenige actie voor de invoering van alcoholvrijen avondmaalwijn builen de vereeniging slaat en hare instemming niet heeft. Inzake de 'actie onder de jeugd werd o. a naar voren gebracht, dal men met dien arbeid voorzichtig moet zijn en niet zonder meer met den J. C. G. O B. in zee kan gaan. De jeugd moet niel dood-georganiseerd worden. Besloten werd dat de kwestie van de oonbribulieheffing van verspreide leden nader door het hoofdbestuur ouder de oogen zal worden gezien. Daar reeds meermalen en ook nu van vele zijden klachten „werden vernomen over de sa menwerking met andere bonden inzake de blauwe week actie, werd na zeer uitgebreide discussie met S2 tegen 16 stemmen besloten het hoofdbestuur machtiging te verleenen om na een laatste poging tot verbetering van een en ander de samenwerking (e verbreken. Aangenomen werd een voorstel van de afd Middelburg om bij de Nat. commis sie tegen bet alcoholisme dc aandacht te vestigen op het groote gevaar dat in den verkoop van allerlei schadelijke alco holhoudende bonbons aan kinderen is gelegen, en daartegen maatregelen le vragen Nog werd besproken de wenschelijk- heid van de wijziging in de samenstelling van het hoofdbestuur en vereenigde de vergadering zich met de gedachte van ds. Th. Kuipers, lid van het hoofdbestuur om een moderamen van 3 leden samen le stellen en verder zooveel leden in het hoofdbestuur te benoemen als er prov. bonden zijn. De besturen dier bonden zullen voor 1 Jan. a.s. liun verlangens ter kennis van het hoofdbestuur brengen opdat dil geadviseerd door een jurist nieuwe statuten en reglement kan ont werpen, wat tocli moet mei het oog op hel eindigen van den termijn der Kon. goedkeuring. Hierna hield de heer dr H. Enserink uit Zuidwolde zijn referaat over „dr. A. Ivuyper sr. en onze geheelonthouding" en werd hij met groote aandacht aange hoord en door vergaderden werd hem met applaus en door den voorzitter met hartelijke woorden dank gebracht. Als plaats voor de volgende verga dering werd Arnhem aangewezen. De voorzitter dankte de ontvangende afd noemde Middelburg een schoone stad, al ontroerde het hem gezien te hebben, dat buitenland ers, die Middelburg op Marktdag bezoeken geld uitdeelen aan kleine Zeeuwen, die zich laten photografeeren. Met de gebruikelijke dankbetuigingen, het zingen van Ps. 81 6 en dankzegging werd de vergadering hierop gesloten. Na een gemeenschappelijke» maaltijd in de sociëteit St. Joris, werd nog een uilslapje naar Vlissingen gemaakt, aan geboden voor de afd. Middelburg suns1 en wetenschappen. diggelaar a tiomt booh yoqr boon kwaliteit neme eens een ppoéf met KOFFIE ©e Gouden Ifoom Av.D &G6CLAAP 5. CS RQO'ÖSPIDAAL (Ingez. Med.) Ilal. Opera-Concert. Hotel Britannia. Slechts één der solisten was dezelfde n verleden jaar, Enrica Alberti. De vijf andere waren nieuwe. Maar, toch zouden we vrijwel hetzelfde "kunnen schrijven als een jaar geleden. Want behalve dat we ook nu weer eenige derzelfde keurnummers uit de opera- litteratuur kregen te hooren, hebben ook de zangers eu zangeressen van gisteren avond het publiek in een oogwenk be koord door hun mooie weeke stem men en hun meeslepende warme voor dracht. Het ging bij het publiek in stij gend enthousiasme; en telkens ën telkens werden de zangers teruggeroepen. Iu de eerste plaats wederom Enrica Alberti, dè Puccini-zangeres bij uitne mendheid, met een voordracht zoo warm en bovenal: zoo bezield, dal ze, ook zonder dat men haar in 't Italiaansch kan volgen, de aandacht van haar toe hoorders van noot tot noot vasthoudt. Giuseppina Lucchese, de lichte so praan van het gezelschap, was al dadelijk overwinuares met een schitterende ver tolking van de vuurwerk-achtige colora tuur van Meyerbeer's Ombra leggiera. Maar de waardeering die we toen al voelden in het gespannen houden der muzikale voordracht óók daar waar geen coloratuur te zingen was (iets wat colo ratuur-zangeressen heel vaak verwaar- loozen) werd nog versterkt toen ze na de pauze o. a. eenige liederen zong. Naast deze beide zangeressen, en trou wens ook naast de zangers, sloeg de mezzo-sopraan Elena Lebedensky, een Russin, te veel uit het soort. In haar Russische liederen gaf ze echter veel karakteristieks. Tan de heeren allereerst Leo Piccioli, de bariton, mooi van slemklank en na tuurlijk van voordracht. Het was merk waardig vanzelf sprekend, zooals hij de Cavatine van Figaro voordroeg, maar tevens een staaltje van zelfbeheersching cn techniek. Trouwens ook de Proloog van Paljas kwam er bij hem uit met een rustige dictie, zonder cenig hinderlijk werken op effecten. De lyrische tenor Giovanni Manurïlta, had bij velen uit het publiek de her innering te overwinnen aan de buitenge wone praeslalies van Tine Folgar van verleden jaar. En op dat peil van smel- tenden zang stond hij niet. En liet nasale hadden we liever in t overigens mooie timbre gemist. Maar op zich zelf beschouwd was het toch ook weer heel bijzonder wat deze /zanger praesleerde in zijn verzorgden en technisch geheel beheerscliten zang, 'zoodaf ook hij telkens een langdurig ap- palus uitlokte En eindelijk nog de bas Luigi Balzan, die Ju zjjn eerste nummer blijkbaar nog niet de ware stemming had, maar die de Pif-paf-aria uit de Hugenoten tot iels bij zonder moois maakte. En dan de samenzang: eerst het in nige ineenvloeien van de stemmen van tenor en bariton in het duet uit de Pêcheurs de Perles" van Bizet; en aan het slot de kwartet-finale uit de tweede acte van „Lucia de Lammermoor". die een klankweelde was van mooie stem men, en die na hel aanhoudend applaus gedeeltelijk herhaald werd. Heel terecht lieten de zangers ook den begeleider Mario Parenli in de hulde deelen. Uiterst fijn en .gevoelig heeft hij hen geaccompagneerd. De zaal was goed bezet. Maar ver leden jaar waren er, meeuen we, meer Middelburgers. LANDBOUW. De Bond van Yereenigingen van Oud-Leerlingen van Landbouwwintercur- susscti in Zeeland heeft een commissie van drie leden benoemd, die zich met de andere landbouwcorporaties, waaronder de Zeeuwsche Maatschappij van Land bouw, zal verslaan aver de vorming van een algemeenc commissie voor onderzoek verschillende stukken, alle behoorlijk met de nummers hier opgeteekend, ter waar de van 6.500 pond. Laatsledjen Maart, verkoop van verschillende stukken, even eens alle behöörlijl? genummerd, ter- waarde van omtrent twaalf duizend pondi. Laatsleden April, verkoop van stukken ter waarde van twintigduizend, pondf'. „Je teekent de datums en d|e bedragen toch aan Austin?" vroeg mr. Dering. „Zeker, maar die zullen we zoo dade lijk nog wel nauwkeuriger krijgen. Nu, mr. Ellis, u heeft natuurlijk instructies ontvangen bij de papieren? Werden u die schriftelijk of mondeling medegedeeld;?' „Schriftelijk. Iu brieven, door mr. De ring zeiven geschreven". „Heeft u die brieven bij u?" „Ik heb hier alles bij mij, in behoor lijke orde" Hij legde de hand, op d|e papieren. „Hier bijvoorbeeld, is de eersle brief, gedateerd 14 Februarie, dje betrekking heeft op deze overdrachten, U zult zich dien ongetwijfeld herinneren mr. De- ring?" Hij nam den brief op en las dien, bard/ op: „Waarde Ellis, Ik sluit hierbij in, een pakje certifi caten en aandeden, ten bedrage van ongeveer 6.500 pond, courante waarde, Will u die overdragen op naam van Ed mund Graï. 22 South Square. Gray's Inn? Mr. Edmund Gray is een client, en ik zal het bedrag van hem betaald krij gen. Zend mij dus die papieren van ttïa overdracht en de berekening van het bedrag, dat hij ons schuldig is Tegelijk met uwe commissie. Als altijd, uw dienaar, EDWARD DERING." „Dat is de brief. Het is niel de manier van handelen die u gewend; is, toch kan ik er niets buitengewoons in vinden „Neem mij niet kwalijk, zei George, „Ik ben niet zoo gewoon stukken le koo- pen, als mijn deelgenoot. Wjlt u er mij dus alles van vertollen?" „Wij zouden het gedaan hebben en onzen cliënt de rekening hebben gezon den v,an het bedrag, tegelijk met onze commissie. Als we instructies hadden ge- J kregen, om le verkoopen, zouden we mr. Dering hebben uitbetaald liet bedrag verminderd met ons commissieloon. Met een overdracht is dat iets andiers. Mr. Deriug droeg deze stukken over aan zijn cliënt mr. Edmund Gray. Het was dus aan hem, om mot den cliënt den prijs van de overdracht en de waardje van de stukken te verhandelen. Darom zonden wij een rekening voor die overdracht. Die werd uit de hand( geleverd} en de bode ontving daarvoor een wissel". George nam den brief van hem over keek den inhoud iu en legdje 'm voor zijn deelgenoot. Mr. Dering las den brief, hield 'm bij hel licht bekeek 'm zeer nauwkeurig en schoof 'm toen naar Gheckley: 1 „Als iemand mijn handschrift kent, dan ben jij 't wel. Wiens schrift is dal?" „Het lijkt het uwe. Maar de letters beveu wat. Het is niel zoo flink als uw schrift in den regel placht le zijn. Toch zou ik het 't uwe noemen, als ik niet aan uw gezicht zag, dat het niet zoo is ,Neen, het is niet mijn schrift, 11c heb dien brief niet geschreven. Dit is voor Ret eerst, dat ik van den inhoud, van den brief hoor. Kijk maar de ondjer- teekening, Gheckley. Twee puntjes ont breken na het woord Dering, en de krul na de laatsten n is verkort lot half de lengte. Heb je ooit gezien, dat ik ook maar het minst afweek van mijn onder- teekening?" „Nooitantwoordde Gheckley. „Twee puntjes ontbreken en een halve krul. Gaat u voort, sir! Ik dacht daar juist zoo iets Maar gaat u voort!" meent toch niet dat dit bijvoor beeld een vervalscliing in geschrifte is?" vroeg mr. Ellis. „Maar dan O, dat is onmogelijk Dan zou hel 'l begin zijn van 'n heele serie vervalschingen. Dat valt baast niel aan te nemen. Debrief kwam van dit kantoor, het poststempel toont aan, dat hij uit dit district kwam. Het ant woord werd hierheen gezondjen. De over drachten, let wel, de overdrachten wer den eveneens naar dit kantoor gestuurd. Ik zond het bewijs van overdracht, ge steld op naam van Edmund. Gray, naar dit kantoor ik zond de berekening van de overdracht met mijn commissiekoslen naar dit kantoor en kreeg voor die kos-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1927 | | pagina 5