FEUILLETON
BIGGELAAR'5
60 ct. per t pond
B IJ VOEGSEL
TAR DB
die opdook uit en terugging naar een on-{nen man en de bruine man, althans de
bexrrcnen beslaan. oudere en verstandige, die voor hem
Vrijdag 12 Aug. 1927 No. 188
BINNtNLAND.
indische kroniek
door D. BAUDUIN.
XXXIII.
De blij»en».
Daar is in ons Indië een kleine groep
van iandgenoolen maar toch grdbter
dan ge misschien zoudt denken die,
ofschoon olbloed Hollanders, ofschoon
ook financieele overwegingen lien niel
beletten om naar het vaderland terug
te keeren, toch onder de palmen hun le
vensavond slijten, kalm en welbesloten
en die daar willen sterven, zonder heim
wee naar het land, waar eens bun wieg
stond. Dat zijn de blij Veris.
De blijver, dal is Ide man, die nooit iets
anders heeft willen dragen dan de toe-
toep-jas en toen Iiij non-actief werelden
helmhoed heeft verwisseld voor het zwar
te stijve kaasbolletje. Hij heeft 'ti tanig
rood-bruin gezicht en roestvlekken op
zijn handen.
De blijver ,dat is de man, die op zijn
achttiende jaar in Indé is gekomen, die
in veertig lange jaren één of twee keer
met verlof is gegaan, die het Indië heeft
gekend van vóór van Heutsz, toen er
gratis pait werd geschonken in de loge
menten en alle vreemde Oosterlingen des
avonds met een lichtje moesten loopen,
die over gouverneur-generaal Rooseboom
praat zooals wij over Fock. De blijver, dat
is de man, die, ofschoon hij naar stand
en middelen een auto moest hebben,,
nog altijd in zijn deeleman rijdt of in
een zeer ouderwelsche houten kast met
blinden ,die in zijn huis wipstoelen con
serveert en goudvisschen in den mandi-
bak, die zijn huisjongen eh zijn koltki
al twintig jaar in dienst heelt en door
zijn bedienden wordl aangesproken met
Toewan Besar. De blijver spreekt in den
regentijd van „guur" weer en draagt op
koele dagen een overjas
Wat houdt dezen man in Indië, wat
weerhoudt hem terug te keeren naar
zijn eigen land? Ach, is het nog wel zijn
eigen land, dat koude land daarginds,
waai-aan niets hem eigenlijk meer bindt.
Dat is zoo heel geleidelijk gegaan, een
proces van tijd en afstand! Twintig
jaar geleden heeft hij voor het laatst in
het v aderland rondgeneusd. Zijn moeder
vond hij niet meer terug, mis
schien ook wel niet meer zijn vader.
Broers en zusters en de rest hebben har
telijk gedaan, toen ze hem zagen en
voor de geschenken, die hij meebracht,
Sigarenkokers van gevlochten bamboe
voor de mannen en paradijsvogels voor
de vrouwen, is hij zwaar bedankt. Maar
daarop is de belangstelling geluwd. Wel"
iswaar hebben broers en ooms, en neven
hem op den schouder geklopt te eten
gevraagd, gezegd, dat hij maar moest
aanloopen zooveel hij verkoos, dat hun
huizen voor hem openstonden ernzoo-
voort. Die vriendelijkheid was niet ge
huicheld, maar in stilte voelde hij wel.
dat ze toch iels anders was dan de wel
doende hartelijkheid van gelijkgezinde,
liefhebbende menschen, wier gezicht van
binnen uit opklaart als ze je zien en
die belangstellen iu je leven en in je
werk. Zijn belangen wareln niet de hunne,
zijn wereld en zijn levensvisie verschil
den te veel van wat zij voelden en be
grepen. Hij was en bleef de Indischgasl,
begrepen beslaan.
En in veel andere opzichten is 't hem
toen ook niet zoo meegevallen. Ia de
nauwe sleden, in de nauwe straten met
hun hooge huizen heeft hij zich be
klemd gevoeld, bij, die tien of vijftien
jaar lang te voet en te paard zijn on
derneming heeft doorkruist jboven zijn
hoofd de ijlblauvve luchten, rondom de
bergen en de wijde oneindigheid vaxi het
Indische land, hij, die koning was op zijn
estate ,die troonde in zijn huis met de
paleisachtige ruimten aan den rand \an
iet ravijn, waardoor bruisend de berg
stroom omlaag rolde, hij, die beval over
lallooze menschen en heersclite over de
hemel weet hoeveel bouws. Het heeft
hom moeite gekost om te wennen aan
de kleine kamers in de kleine huizen,
waar hij familiebezoeken heeft afgelegd
op ongemakkelijke stoelen, waar zijn ver
zoek om een splitje als een buitensporig(-
heid heeft geklonken, die 't heele huis
in beweging heeft gezet en waar hij zijn
eigen stem vreemd hard heeft hooien
dreunen in de propperige vestibuletjes
wanneer hij vroeg of de „njonja" thuis
was en zijn hoed en jas meteen in de
armen hoeft gedrongen van een ver
schrikten daghil, die liet later weer aan
haar mevrouw heeft verteld.
Ook het losse leven dat hij toen heeft
geprobeerd ,is een teleurstelling gewor
den Vrienden had hij niet meer, want
die het eens geweesf waren, hadden in-
tusschen andere ideeën gekregen, die
strookten met hun betrekkingen of ver-
eischlc levenshoudingen maar niet meer
met de zijn. Een toevallige of per brief
kaart geregelde ontmoeting, die begon
met handdrukken en uitroepen van ver
assing een gesprek, dat geteerd heeft
op gemeenschappelijke herinneringen en
wat n ieuwsgierigheid, waarin verder niets
is gezegd van alles, wat hij zich had voor-
sleid, dat geëindigd is met een vluchtige
uitnoodiging om kennis te komen maken
met in hem onbekend gebleven huwelij
ken verkregen vrouwen en kjnderen, dat
was alles, wat zij konden geven. En
toen heeft hij zich met nieuwe vrienden
of met een tegen het lijf geloopen collega-
Verlofganger vermaakt op plaatsen, waar
van de ï«lsche schijn hem maar een
week heeft geboeid.
Ontgoocheld is hij tenslotte weer op
de hooi gestapt en in zijn hart blij, dat
hij met goed fatsoen zijn verlof had af-
fgewerkl. En zijn volgende heeft hij laten
voorbijgaan, omdat zijn zaken of zijn be
zigheden hem terughielden, niet onver
biddelijk, maar net genoeg om voor zich
zelf een reden te heb,ben. Vroeg of laat
is daarop de blijver getrouwd, meestal
met een Indisch meisje ,dat evenmin zijn
gedachten terug kon voeren naai' het
oude land Van zjjn kinderen heeft hij er
enkele begraven onder de nalmen De
anderen zijn gegaan naar Holland, toen
hun tijd gekomen was om te leeren,
maar ze zijn weer teruggekomen, gehoor
jevend aan den „call of the country",
die als een vaste wet ouverbiddellijk
schijnt terug te roepen allen, die 'daar
ginds zijn geboren Ze hebben zich ge
vestigd en zijn op hun beurt getrouwd,
weliswaar overal verspreid, maar toch
in Indië en de meest nabije kan hem,
als 'l noodig is, in twee dagen wel be
reiken. Misschien is oolö zijn vrouw hem
wel ontvallen en wie anders dan hij inoet
zorgen voor bloemen op haar graf.
De blijver heeft Indië lief om het
and zelf en om wat het voor hem is
geweest, De b,Lijver is altijd oer-co re
servatie! en zijn oogen bliksemen als
hij hel heeft over de verslappende metho
des van den modernen tijd en over ware
of vermeende verkorting van ons gezag,
fljj zegt, wat hij meent en omdat 3iij
aiTeen maar meent wat reent en goeff
is, stelt hij nooit een wachter voor zijn
tong. Hij heerscht over zijn menschen,
zjjn bevelen in de landstaal geeft liij
zacht maar onherroepelijk, tegenspraak
is hem onbekend. Hij is streng, rechtvaar
dig en .genadig. En hij wordt onvoorwaar
delijk gehoorzaamd en bemind. Want
ondanks alles houdt hij van den brui-
WIE IS EDMUND 8RftV?
Geautoriseerde vertaling naar het
Engelsch, van WALTER BESANT,
door Mej. E. HOOGEWERF.
oudere en verstandige, die
hurkt houdt van den ouden Toewan Be-
sar. Hij weet, dat deze hem begrijpt en
dat hij op hem kan rekenen, meer dan, pp
andoren, die onbegrijpelijker wijs
hem houden voor wal hij niet is en van
hem willen maken, wal hij niet Kan zijn.
Wanneer zijn tijd gekomen is, kjest de
blijver zich een woonplaats voor
den ouden dag, een stille plek 'ergens in
de koele bergen, een plaatsje, waaraan
hij aangename herinneringen heeft van
vroegere ,-hari besars", maar als het
eenigszins mogelijk is, toch daar, waar
hij uit zijn voorgalerij de bergen of
de vlakte kpn zien, waar hij zijn leven
heeft gewerkt Zijn gewoonten zijn dezelf
de gebleven, vroeg op en \Toeg naar bed,
bediend door zeer oude getrouwen, die
zijn vvenschen jaden, voordat hij ze zich
goed bewust is. Overdag maakt hij zijn
vaste wandeling drinkt zijn paar glaasjes
pait en speelt op de soos hombre met
een paar lieden van zijn tijd In zijn
zijn* courant interesseert hem eigenlijk
alleen de rubriek Indië, in Europeesclie
politiek stelt Hij geen belang, eienmin
in nieuwe uitvindingen, zooals dc Volks
raad. Oneindig belangrijker lijken hem de
oogstberichten v an de rubber en de thee
Een enkele maal in zijn stille huis of tus-
schen heel jonge menschen voelt hij zich
ontzaglijk eenzaam, maar niemand, die
daarvan iets merkt aan zijn dorre, roes
tige figuur.
Holland is voor hem bijna een klank
geworden. Soms als tegen zijn zin, laat
hij zich brengen om er over te praten
dan noemt hij namen uit zijn herinnerig,
van menschen en van dingen, die al lang
zijn vergeten. En als hij even de oógen
sluit om zich dat te binnen te brengen,
dan trilt in zijn binnenste misschien nog
wel een kieiae emotie, misschien ook
niet. En toch ondanks deze vervreemding
is hij in dat verre tropische land een
oerstuk Holland, dat zijn aard nimmer
verloochent, den aard van dc taaie, wils
krachtige pioniers van 'de lage landen bij
de zee, die Holland groot maakten iu de
wereld.
35).
Eerst zond George een telegram naar
de CSty om den makelaar te roepen. En
tpen terwijl de oude klerk steeds noj
naast de safé stond, en mr. Dering steedis
alle teekenen van opgewondenheid toon
de, ging hij de gecoupeerde brieven
doorkijken, die van hel kantoor van mr
Dering waren verzonden. Al maar
ruggaande, zoekt hij deze na van een
halfjaar.
,)Neen", ziei hij, ..hier is niets bij.
Gheckley, geef mij de brieven eens".
Dat waren de brieven die ingekotmen
waren bij mr. Dering op het kantoor.
Maar er was er niet een bij, gedurende
een tijdsverloop van een halfjaar, die be-
trekking had op dien verkoop van sluk-
ken cn aandeden
,^Als u hadt geschreven aan Ellis eu
Norlhcole", zei hij, „dan zou de copie
van den brief hier in het boek zijn. Als
ze u hadden geschreven, dan zoudjon de
brieven hij de andere ingekomen papie
ren zijn. Maar nu is het ook duidelijk, djat
.u geen schrijven ontving, en dhl er dus
geen verkoopen hebben plaats gehad'.
„Maar, waar zijn dan de certificaten
en waar zijn dan de djvi,d,tenden
,35at zullen we zien".
Even later kwam mr. Ellis en North-
cote, met een pakje papieren bij zich.
Iedereen kende mr. Ellis van Ellis en
Norlhcoite, een van de meest achtenswaar
dige makelaars van Londen. I-tij was
met veel zorg gekleed, keurig in heel zijn
wijze van optreden.
„Hier ben ik, waarde heer", begon hij
bereidvaardig, „in antwoord} op uw op
roep. He hoop, dat er toch niets) fouit
is?Ofschoon uw verzoek, dal ik
kele papieren zou meebrengen, mij dit
haast doen vermoeden".
„Er is heel wat fout", antwoordde mr
JJering „Ga zitten, waarde vriend' Geef
mr. EÏlis eens een stoel Gheckley. Austin,
vertel jij mr. Ellis eens, wat hij verlangt
te weten".
„U heeft gisteren een schrijven gerichjl
lot mr. Dering, waarin u hem een zekere
belegging aanbeval".
„Juist. Een zeer gunstige gelegenheid
is dit en het zal iels uitstekends blijken
te zijn".
„IJ maakte in uw brief melding van en
kele overdrachten en verkoopen, die
door hem in den laatsten tijd' zoiudlen
uitgevoerd zijn".
Juist".
„Welke verkoopen dan?"
Mr Ellis keek in zijn papieren:
„Laatsleden Februarie, verkoop van
gereformeerde vereenig1ng
voor drankbestrijding.
Dc 27ste jaarvergadering van boven
genoemde vereeniging gehouden alhier
besloot tot aanhouding' van het voorstel
om de verplichte afdracht der af-
deelingen le verminderen van 50 op 10
cent per lid met verplichte afname van
een aantal maandblaaeu tegen 20 c. per
jaar en per stuk.
Hel hoofdbestuur zal onderzoeken of
hel mogelijk is om de 11 dagen een
blad in kleiner formaat te doen ver
schijnen.
Medegedeeld werd dat alle 9 provin
ciale bonden en 39 afd. vertegenwoor
digd waren en speciaal werden welkom
geheelen 5 afgev. van de studenteïiaf-
deeling „Dr. J. C. de Moor" le Kampen,
met den wenscb, dal ook spoedig te
Apeldoorn een afd. onder studenten zal
'worden opgericht.
Met algeuieene stemmen werd aange
nomen een voorstei, waarin uitgesproken
wordt, dal eenige actie voor de invoering
van alcoholvrijen avondmaalwijn builen
de vereeniging slaat en hare instemming
niet heeft.
Inzake de 'actie onder de jeugd werd
o. a naar voren gebracht, dal men met
dien arbeid voorzichtig moet zijn en niet
zonder meer met den J. C. G. O B.
in zee kan gaan. De jeugd moet niel
dood-georganiseerd worden.
Besloten werd dat de kwestie van de
oonbribulieheffing van verspreide leden
nader door het hoofdbestuur ouder de
oogen zal worden gezien. Daar reeds
meermalen en ook nu van vele zijden
klachten „werden vernomen over de sa
menwerking met andere bonden inzake
de blauwe week actie, werd na zeer
uitgebreide discussie met S2 tegen 16
stemmen besloten het hoofdbestuur
machtiging te verleenen om na een
laatste poging tot verbetering van een en
ander de samenwerking (e verbreken.
Aangenomen werd een voorstel van de
afd Middelburg om bij de Nat. commis
sie tegen bet alcoholisme dc aandacht
te vestigen op het groote gevaar dat in
den verkoop van allerlei schadelijke alco
holhoudende bonbons aan kinderen is
gelegen, en daartegen maatregelen le
vragen
Nog werd besproken de wenschelijk-
heid van de wijziging in de samenstelling
van het hoofdbestuur en vereenigde de
vergadering zich met de gedachte van
ds. Th. Kuipers, lid van het hoofdbestuur
om een moderamen van 3 leden samen
le stellen en verder zooveel leden in het
hoofdbestuur te benoemen als er prov.
bonden zijn. De besturen dier bonden
zullen voor 1 Jan. a.s. liun verlangens
ter kennis van het hoofdbestuur brengen
opdat dil geadviseerd door een jurist
nieuwe statuten en reglement kan ont
werpen, wat tocli moet mei het oog op
hel eindigen van den termijn der Kon.
goedkeuring.
Hierna hield de heer dr H. Enserink
uit Zuidwolde zijn referaat over „dr. A.
Ivuyper sr. en onze geheelonthouding"
en werd hij met groote aandacht aange
hoord en door vergaderden werd hem
met applaus en door den voorzitter met
hartelijke woorden dank gebracht.
Als plaats voor de volgende verga
dering werd Arnhem aangewezen.
De voorzitter dankte de ontvangende
afd noemde Middelburg een schoone
stad, al ontroerde het hem gezien te
hebben, dat buitenland ers, die
Middelburg op Marktdag bezoeken geld
uitdeelen aan kleine Zeeuwen,
die zich laten photografeeren.
Met de gebruikelijke dankbetuigingen,
het zingen van Ps. 81 6 en dankzegging
werd de vergadering hierop gesloten.
Na een gemeenschappelijke» maaltijd
in de sociëteit St. Joris, werd nog een
uilslapje naar Vlissingen gemaakt, aan
geboden voor de afd. Middelburg
suns1 en wetenschappen.
diggelaar a tiomt booh yoqr boon kwaliteit
neme eens een ppoéf met
KOFFIE
©e Gouden Ifoom
Av.D &G6CLAAP 5. CS RQO'ÖSPIDAAL
(Ingez. Med.)
Ilal. Opera-Concert.
Hotel Britannia.
Slechts één der solisten was dezelfde
n verleden jaar, Enrica Alberti. De
vijf andere waren nieuwe. Maar, toch
zouden we vrijwel hetzelfde "kunnen
schrijven als een jaar geleden. Want
behalve dat we ook nu weer eenige
derzelfde keurnummers uit de opera-
litteratuur kregen te hooren, hebben ook
de zangers eu zangeressen van gisteren
avond het publiek in een oogwenk be
koord door hun mooie weeke stem
men en hun meeslepende warme voor
dracht. Het ging bij het publiek in stij
gend enthousiasme; en telkens ën telkens
werden de zangers teruggeroepen.
Iu de eerste plaats wederom Enrica
Alberti, dè Puccini-zangeres bij uitne
mendheid, met een voordracht zoo warm
en bovenal: zoo bezield, dal ze, ook
zonder dat men haar in 't Italiaansch
kan volgen, de aandacht van haar toe
hoorders van noot tot noot vasthoudt.
Giuseppina Lucchese, de lichte so
praan van het gezelschap, was al dadelijk
overwinuares met een schitterende ver
tolking van de vuurwerk-achtige colora
tuur van Meyerbeer's Ombra leggiera.
Maar de waardeering die we toen al
voelden in het gespannen houden der
muzikale voordracht óók daar waar geen
coloratuur te zingen was (iets wat colo
ratuur-zangeressen heel vaak verwaar-
loozen) werd nog versterkt toen ze na
de pauze o. a. eenige liederen zong.
Naast deze beide zangeressen, en trou
wens ook naast de zangers, sloeg de
mezzo-sopraan Elena Lebedensky, een
Russin, te veel uit het soort. In haar
Russische liederen gaf ze echter veel
karakteristieks.
Tan de heeren allereerst Leo Piccioli,
de bariton, mooi van slemklank en na
tuurlijk van voordracht. Het was merk
waardig vanzelf sprekend, zooals hij de
Cavatine van Figaro voordroeg, maar
tevens een staaltje van zelfbeheersching
cn techniek. Trouwens ook de Proloog
van Paljas kwam er bij hem uit met een
rustige dictie, zonder cenig hinderlijk
werken op effecten.
De lyrische tenor Giovanni Manurïlta,
had bij velen uit het publiek de her
innering te overwinnen aan de buitenge
wone praeslalies van Tine Folgar van
verleden jaar. En op dat peil van smel-
tenden zang stond hij niet. En liet nasale
hadden we liever in t overigens mooie
timbre gemist.
Maar op zich zelf beschouwd was het
toch ook weer heel bijzonder wat deze
/zanger praesleerde in zijn verzorgden
en technisch geheel beheerscliten zang,
'zoodaf ook hij telkens een langdurig ap-
palus uitlokte
En eindelijk nog de bas Luigi Balzan,
die Ju zjjn eerste nummer blijkbaar nog
niet de ware stemming had, maar die de
Pif-paf-aria uit de Hugenoten tot iels bij
zonder moois maakte.
En dan de samenzang: eerst het in
nige ineenvloeien van de stemmen van
tenor en bariton in het duet uit de
Pêcheurs de Perles" van Bizet; en aan
het slot de kwartet-finale uit de tweede
acte van „Lucia de Lammermoor". die
een klankweelde was van mooie stem
men, en die na hel aanhoudend applaus
gedeeltelijk herhaald werd.
Heel terecht lieten de zangers ook den
begeleider Mario Parenli in de hulde
deelen. Uiterst fijn en .gevoelig heeft hij
hen geaccompagneerd.
De zaal was goed bezet. Maar ver
leden jaar waren er, meeuen we, meer
Middelburgers.
LANDBOUW.
De Bond van Yereenigingen van
Oud-Leerlingen van Landbouwwintercur-
susscti in Zeeland heeft een commissie
van drie leden benoemd, die zich met de
andere landbouwcorporaties, waaronder
de Zeeuwsche Maatschappij van Land
bouw, zal verslaan aver de vorming van
een algemeenc commissie voor onderzoek
verschillende stukken, alle behoorlijk met
de nummers hier opgeteekend, ter waar
de van 6.500 pond. Laatsledjen Maart,
verkoop van verschillende stukken, even
eens alle behöörlijl? genummerd, ter-
waarde van omtrent twaalf duizend pondi.
Laatsleden April, verkoop van stukken
ter waarde van twintigduizend, pondf'.
„Je teekent de datums en d|e bedragen
toch aan Austin?" vroeg mr. Dering.
„Zeker, maar die zullen we zoo dade
lijk nog wel nauwkeuriger krijgen. Nu,
mr. Ellis, u heeft natuurlijk instructies
ontvangen bij de papieren? Werden u die
schriftelijk of mondeling medegedeeld;?'
„Schriftelijk. Iu brieven, door mr. De
ring zeiven geschreven".
„Heeft u die brieven bij u?"
„Ik heb hier alles bij mij, in behoor
lijke orde"
Hij legde de hand, op d|e papieren.
„Hier bijvoorbeeld, is de eersle brief,
gedateerd 14 Februarie, dje betrekking
heeft op deze overdrachten, U zult zich
dien ongetwijfeld herinneren mr. De-
ring?"
Hij nam den brief op en las dien, bard/
op:
„Waarde Ellis,
Ik sluit hierbij in, een pakje certifi
caten en aandeden, ten bedrage van
ongeveer 6.500 pond, courante waarde,
Will u die overdragen op naam van Ed
mund Graï. 22 South Square. Gray's
Inn? Mr. Edmund Gray is een client, en
ik zal het bedrag van hem betaald krij
gen. Zend mij dus die papieren van ttïa
overdracht en de berekening van het
bedrag, dat hij ons schuldig is Tegelijk
met uwe commissie. Als altijd,
uw dienaar,
EDWARD DERING."
„Dat is de brief. Het is niel de manier
van handelen die u gewend; is, toch kan
ik er niets buitengewoons in vinden
„Neem mij niet kwalijk, zei George,
„Ik ben niet zoo gewoon stukken le koo-
pen, als mijn deelgenoot. Wjlt u er mij
dus alles van vertollen?"
„Wij zouden het gedaan hebben en
onzen cliënt de rekening hebben gezon
den v,an het bedrag, tegelijk met onze
commissie. Als we instructies hadden ge-
J kregen, om le verkoopen, zouden we
mr. Dering hebben uitbetaald liet bedrag
verminderd met ons commissieloon. Met
een overdracht is dat iets andiers. Mr.
Deriug droeg deze stukken over aan zijn
cliënt mr. Edmund Gray. Het was dus
aan hem, om mot den cliënt den prijs
van de overdracht en de waardje van de
stukken te verhandelen. Darom zonden
wij een rekening voor die overdracht.
Die werd uit de hand( geleverd} en de
bode ontving daarvoor een wissel".
George nam den brief van hem over
keek den inhoud iu en legdje 'm voor
zijn deelgenoot.
Mr. Dering las den brief, hield 'm bij
hel licht bekeek 'm zeer nauwkeurig
en schoof 'm toen naar Gheckley:
1 „Als iemand mijn handschrift kent, dan
ben jij 't wel. Wiens schrift is dal?"
„Het lijkt het uwe. Maar de letters
beveu wat. Het is niel zoo flink als uw
schrift in den regel placht le zijn. Toch
zou ik het 't uwe noemen, als ik niet aan
uw gezicht zag, dat het niet zoo is
,Neen, het is niet mijn schrift, 11c heb
dien brief niet geschreven. Dit is voor
Ret eerst, dat ik van den inhoud, van
den brief hoor. Kijk maar de ondjer-
teekening, Gheckley. Twee puntjes ont
breken na het woord Dering, en de krul
na de laatsten n is verkort lot half de
lengte. Heb je ooit gezien, dat ik ook
maar het minst afweek van mijn onder-
teekening?"
„Nooitantwoordde Gheckley. „Twee
puntjes ontbreken en een halve krul.
Gaat u voort, sir! Ik dacht daar juist
zoo iets Maar gaat u voort!"
meent toch niet dat dit bijvoor
beeld een vervalscliing in geschrifte is?"
vroeg mr. Ellis. „Maar dan O, dat
is onmogelijk Dan zou hel 'l begin zijn
van 'n heele serie vervalschingen. Dat valt
baast niel aan te nemen. Debrief kwam
van dit kantoor, het poststempel toont aan,
dat hij uit dit district kwam. Het ant
woord werd hierheen gezondjen. De over
drachten, let wel, de overdrachten wer
den eveneens naar dit kantoor gestuurd.
Ik zond het bewijs van overdracht, ge
steld op naam van Edmund. Gray, naar
dit kantoor ik zond de berekening van
de overdracht met mijn commissiekoslen
naar dit kantoor en kreeg voor die kos-