lüiiirgÉë int
FEUILLETON.
TWEEDE BLAD
i VAN
Zaterdag 23 Juli 1927 No. 171,
Abonnementsprijs per kwartaal
op "de buitenwegen om Middelburg,
•n voor de andere gemeenten per post
f 2.50
voor Middelburg en agentschap Vlis-
singen f 2.30
weekabonnementen in "Middelburg 18
■cent per week.
Advertentiën worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip van
omranding.
Gewone advertentiën: 30 ct.
per regei.
Ingezonden Mededeelingett:"
50 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen
van 1—7 regels f2.10, elke regel meer
)30 cent.
Kleine advertentiën niet groo-
ler dan vijf regels druks en waarbij is
aangegeven, dat zij in deze rubriek moe
ien geplaatst worden, 85 cent bij voor-
Juitbe taling.
Advertentiën onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra,
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
ons nlad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn.
Postchèque- en Gironummer 43255.
BINNENLAND.
HAAGSCHE BRIEVEN.
(Nadruk verboden).
Over twee onderwerpen heeft Den
Haag het dezer dagen druk gehad in de
zen hopeloozen komkommertijd, nu het
slechte weer en het slechte seizoen op
Scheveningen het voornaamste onder
werp onzer conversatie is, wat daarom
des te vruchtbaarder is, omdat het den
menschen de kans geeft om te mopperen
en mopperaars zijn langer van stof dan
tevreden luiden. Over twee onderwer
pen, het eerste is een beetje komisch,
een beetje interessant zelfs, want het is
een kunstzinnig conflict.
Een paar zeer ondernemende artiesten
zijn in dezen zomeriijd, die zoo win-
tersch is, de hachelijke onderneming be
gonnen, om een openlucht theater te
stichten. Ze konden ook niet weten dat
we zoo van mooi weer gespeend zouden
worden. Een aardig terreintje hebben ze
gevonden achter het Gymnasium aan de
Laan van Meerdervoort. Een klassieke
omgeving dus. En ze hebben hun reper
toire gekozen uit de Hollandsche klas
sieke letteren, ze hebben twee kleine
kluchten van Breero, dien oer-Hollander,
op het repertoire gebracht. De klucht
van „Symen sonder soetigheit" en de
klucht van „de koe".
Tot dusver hebben onze zoraertheaters
geprijkt tusschen eeuwenoude eiken. Dat
is er zoo het gebruikelijke terrein voor.
Daar speelt men stukken in lange ge
zwollen versregels en in breede gewa
den, daar „Vondelt" men, daar „Shake-
WIE IS EDMUND GRAY?
Geautoriseerde vertaling naar het
Engelsch, van WALTER BESANT,
doior Mej. E. HOOGEWERF.
26).
HOOFDSTUK VIII.
Ter eere van de Gebeurtenis.
De eetkamer bij mir. Dering was nog
in den ouden stijl ingericht, de stoelen,
tafel en buffet waren van zwaar maho
niehout; de muren waren behangien met
fluweelig donkerrood-geribt papier; gor
dijnen en kleeden waren eveneens rood:
er hingen stillevens aan den wand; er
stonden kunstvruchten op liet buffel.
Checkley, de oude klerk, die genoo-
dtgd was, als trouwe dienaar van het
huis. ter viering van het nieuwe deelge
nootschap, verscheen het eerst. In zijn
zwarte gehuurde Jas leek hij well een be
grafenis-ondernemer; het sombere op zijn
geiaat droeg er nog het zjjne toe bij, om
die gelijkenis des te treffender te doen
zijn. Waarom dat deelgenootschap hem
zoo somber maaide, weet ijc niet. Hij kon
toch niet verwachten, dal hij zelve ooit
tot deelgenoot zou bevorderd worden.
Misschien was het een soort jalouzie,
•die zijn gemoed vervulde. Althans, hij
wilde niet langer zoo veel weten van de
zaak.
George kwam met zijn schoonmoeder
spearet" men en dat gaat erg goed tus
schen die natuurlijke coulissen en wat
heestertjes, liefst op een geaccidenteerd
terreintje met een natuurlijk tooneel en
n amphitheater van mos.
Maar zoo tuschen de stadstuintjes is
wat nieuws. Het gymnasium is een goede
plaats. Dat trekt de jeugd, die Breero
moet kennen, en daar komen toch de
kunstzinnig aangelegde menschen, van
wege de relatie mét de volksuniversiteit,
en het repertoire is daar ook niet slecht
gezien.
Maar op één ding heeft men niet ge
rekend. Dat is op de groote gevoelig
heid van de Hagenaars voor geluiden van
anderen. Men had er om moeten den
ken, kan men achteraf zeggen. Er zijn
precedenten genoeg.
Heeft niet jaren geleden al de be
roemde Hagenaar dokter Bredius, sinds
dien door den fiscus verjaagd, een ern
stig conflict meT den Dierentuin gehad,
omdat hem in zijn woning, die aan dezen
haast dierloozen tuin grensde, de kinde
ren in den speeltuin hinderden? En heeft
hij toen niet als tegenprestatie met een
misthoorn, de genoegens van de concer
ten in dien Dierentuin bedorven?
Heeft men dan vergeten dat telkjgs
conflicten over blaffende honden en
kraaiende hanen en miauwende katten
zijn uitgebroken, en men gekreten heeft
om verordeningen, die dezen overlast
voor de zoo op rust en stilte beluste Ha
maars wegnemen.
Hagenaars klagen altijd over lawaai.
Nog niet lang geleden zijn er protesten
opgegaan tegen de bezoekers van een
dancing, niet/terwijl ze dansten en niet
omdat de saxophoon de protesteerenden
hinderde, maar omdat de danslustigen,
als het danseest was geëindigd, te luid
lachten en spraken op straat.
En de gemeenteraad heeft in moeten
grijpen tegen de radio, die de rust ver
stoort van degenen die hem onwillends
moeten aanhooren, zoodat er een ver
bod zal komen dat men zijn loudspeaker
niet mag laten galmen, zingen of spreken
met open ramen.
Men had dus voorbereid kunnen zijn,
dat de omwonenden van het gymnasium,
wier tuintjes en achterhuizen daarop
uitkomen, de kluchten niet zouden ap-
precieeren en op de gebruikelijke wijze
zouden gaan protesteeren.
En nu komt er nog iets bij, dat de zaak
bedenkelijk maakt. Dat is dat Breero
niet gewoon is een blad voor zijn mond
te nemen. Dat is zijn groote charme.
Daarom geloof ik dat de leerlingen van
H. B. S. en Gymnasium ook zooveel van
hem houden. Voegt men hierbij echter
dat een regisseur ook bij repetities niet
gewend is een blad voor zijn mond te
nemen en dat het gebruikelijk is kracht
termen aan te wenden, als het niet naar
den zin van deze heeren gaat, dan is
er iets begrijpelijks in het protest.
Wie de voorstellingen niet bijwoont,
maar ze herhaaldelijk moet aanhooren,
kleine kindertjes heeft, die in den zand
bak spelen en die graag vreemde en on-
welvoegelijke uitdrukkingen opvangen
en in hun onschuldig kindervocabulairtje
opnemen: wie bedenkt, dat er jonge
meisjes op de thee kunnen zijn, die zelf
niet zoo angstig zijn misschien tegen
woordig voor een wat grof woordje, en
het kunnen laten passeeren, maar moe
ders en tantes, in een pijnlijk parket
brengen; wie al deze dingen even over
denkt, kan zich indenken, dat de omwo
nenden de kunstzinnige prestaties ver
foeien.
En schikken doen we hier niet. De
opvoerenden heben heel erg den indruk
gehad, dat de bewoners der belenden
de perceelen hen. zijn gaan plagen. Het
is moeilijk uit te maken, want dat hangt
samen met huishoudelijke bezigheden.
Maar er zijn kleeden geklopt, en er is
opvallend rumoerig huiswerk in de tui
nen verricht, juist terwijl de artiesten de
sappige boert van Breero ten beste ga-
I
Daar wordt een artiest op zijn beurt'
ook prikkelbaar van. Dat zijn deze ar
tiesten, die hun openluchtschouwburgje
niet zoo erg bezet zagen, ook geworden,
en nu is er een fout begaan. Er is doorj
de artiesten, met steepen gegooid over de
schutting. Er is gegooid met twee stee-
nen en een stok, de corpora delicti lig
gen ter griffie.
Het is nu een principieele zaak ge
worden. Een zaak om recht en billijk
heid. Natuurlijk mogen de menschen in
hun tuintjes kleeden kloppen, speciaal
in hun tuintjes, daar buiten zijn streng
voorgeschreven uren. Maar artiesten
mogen niet met stee.nen en een stok
gooien.
Het openluchttheater is bedreigd met
sluiting, de burgemeester, de commis
saris van politie zijn er bij te pas geko
men, het gerecht zal uitspraak doen over
het geval van de steenengooierij. Maar
de voorstellingen vinden doorgang, de
ondernemers hebben gedaan gekregen
dat ze spelen mochten ende be
langstelling voor Breero's kluchten is
toegenomen, want als iets een beetje
op een schandaaltje lijkt, als er wat stof
over opgejaagd wordt, als er ingezon
den stukken over geschreven worden,
dan komt er altijd wat leven in de brou
werij, omdat er dan over wordt gepraat.
Een tweede onderwerp, dat ons even
heeft bezig gehouden, is dat van het
groote Dierenpark dat te Wassenaar mis
schien zal komen.
Dit is iets van grootschen opzet. De
man die dit ondernomen heeft is een
zeer enthousiast mensch, dokter van
Leeuwen, sinds jaren niet meer practi-
seerend, die indertijd van zich deed spre
ken, als vioolbouwer die een nieuwe
theorie over het vernis had. Hij is in
ieder geval een buitengewoon energiek
man, en hij heeft groote belangstelling
voor zijn plan weten op te wekken.
Hij heeft de pers reeds rondgeleid in
het geweldige park, dat acht bunder
groot is en op zich zelf een schitterend
landgoed. Daar heeft hij zijn plannen
ontvouwd, verteld waar de Noordpool-
aanleg zal komen en waar het boschje
voor de apen, de bassins voor de nijl
paarden, het hok voor de giraffes, waar
de leeuwen en tijgers zullen rondwan
delen, enz. en in welke verdraagzaam
heid de beesten in de voor hen zoo goed
mogelijk gemaakte en aangepaste omge
ving daar zullen leven en een attractie
zullen worden voor Den Haag, zoodat er
dagelijk minstens zeshonderd menschen
zullen komen om de dieren te zien en
zich in het park te verlustigen en met
hun entree en vertering de onkosten
goed zullen maken. Die onkosten zijn
niet onbelangrijk, de prijzen der dieren
heeft de heer van Leeuwen den men
schen medegedeeld: een rhinoceros-paar
kost 18000 gulden.
De dieren zullen niet in hokken ko
men, maar zoo veel mogelijk vrij rond-
loopen in afgerasterde gedeelten. Ver
der komen er een ontspanningsgebouw
en al wat er verder hoort bij zulk een
groote inrichting. Een kleinhandel in
deze gedierten is aan de zaak verbon
den, ge weet dus waar ge een boa con
strictor of een tapir kunt krijgen in het
vervolg, als ge daar behoefte aan hebt.
De menschen die van zulk een plan
hoorden, hebben wat ongeloovig het
hoofd geschud. Zou dat gaan in Den
Haag, heeft men zich afgevraagd. Er
sweepstakes over de uitvoering van het
plan, die volgens den dokter met den
aanstaanden verjaardag van de Prinses
kan verwacht worden.
Men moet het den Hagenaars niet
euvel duiden als ze wat ongeloovig zijn,
wanneer er van groote plannen sprake
is. Nog kort geleden is er een ijspaleis
plan geweest. We hebben hotelplannen
bij bosjes, schouwburgplannen zijn hier
voor eenige jaren aan de orde van den
dag geweest, 'n museumplan van Berlage
bracht het tot de tentoonstelling van
een maquette, een concertzaal-plan van
een gebouw dat het terrein tusschen
Paulez en het paleis der Koninginmoe-
der zou beslaan, slechts tot een paar
krantenberichten.
Dit plan heeft het nog het verst ge
bracht, heeft de officieele medewerking
van de gemeenten Den Haag en Wasse
naar en men heeft het terrein reeds aan
de journalisten laten zien. Er is blijk
baar al eenig geld, hoewel er geruchten
gaan van nog niet de gansche som, en
dus is het zeer wel mogelijk dat de ko
ning der dieren er binnen een jaar zal
brullen, of wat nog erger is, zijn mari
tieme naamgenoot.
Maar ik ben langzamerhand een zeer
sceptisch Hagenaar geworden, en ik moet
alles eerst zien voor ik het geloof, ik
doe niet graag voorspellingen en wacht
liever tot ik zelf met mijn zoontje en
een zak apennootjes bij het apenboschje
gestaan heb. v. T.
en met zijn verloofde. Vergevensgezind
heid, vrede en zacntmoedigheid stonden
mrs. Arundel op het geltot te lezen.
Ze was rijk-gekleed, in een donkerrood
fluweelen kleed, en ze droeg koslbaire
sierselen. Fr wordt immers beweerd, dat
Joodsche dames met de pracht van haajr
gewaad den bloei van haar zaak te "ken
nen geven. Waarom ook niet? Het is een
vorm van succes-genieten. Er zijn vele
vormen. De een koopt boeken, de ande(r
verzamelt schilderijen. Waarom zou 'dus
mrs, Arundel geen rood-fl|uwecl dragen,
als zc daar vermaak in vond? Ze droeg
dit meer om te loonen, dat liet een
bijzondere gelegenheid was.
Haat' dochter, lady Dering, verscheen
in amberkleurige zijde, met een aigrette
van veeten in het haar. Elsie droeg een
wit kleedje ,dat wel iets had van een
bruidsjapon, maai* zij zag er veel geluk
kiger uit, dan de meeste bruidjes.
Hilda's echtgenoot, sit Samuel, die wel
een ,-zes a zeven jaar jonger was, dan
zijn broer, dicteerde geheel den man van
welstand; in houding en kleeding. Hij
was corpulent ,had een flinke kleur, eeu
kalen schedel en een zwart geverfden
knevel.
De oneenigheden waren totaal verge
ten. Mrs. Ammdel omhelsde haar doch
ter.
„Lieve kind", fluisterde zij, „Wij heb
ben het gehoord 1 Alles is nu anders ge
worden door de gelukkige gebeurtenissen,
die je dan wel tot eer strekken, 'George."
Ze drukte ook hem teeder de hand
„Ik kan je niet zeggen ,hoe gelukkig
die tijding ons allen heeft gemaakt! Je
zult rijk worden, in den loop der jaren.
Sir Samuel zei juist nog..;." „Ik zei,
jongeman", viel de Ridder in ,",dat het
schoonste nog is van het bezit van geld,
dat het 't karakter zoo zeer ontwikkelt
Van de armen verlangen wij niet zooveel
deugden; enkel eerlijkheid en ijver. Maar
als een man rijkdom heeft verkregen, dan
eerst letten wij op zijn betere hoedanig
heden."
„Zoo is hel!" meende nu ook Hilda.
„Dan treden zijn betere hoedanigheden
aan het Jicht. Elsie ,kind, Sat is een heel
aardig toiletje. Ik geloof niet, dat ik het
al eens van je gezien heb. Hoe vindt
je mijn japon»"
George aanvaardde dezen plofselingen
ommekeer van opvatting met een glim
lach. Het maakte op hem den indruk, of
hij beloond werd voor de een of andere
goede daad.
Het diner begon om zeven uur De
gastheer zelve leidde mrs. Arundel bin
nen en liet Elsie plaats nemen aan zijn
linkerzijde. In 't eerst beloofde het een
stille feestelijkheid te worden De jonge
verloofden voelden zich niet in een s terne
ming, om veel te praten. Ze waren nog
niet bekomen van de overweldigende ver
rassingen van den dag.
Sir Samuel sprak nooit aan hel begin
Van een diner, bovendien was er schild
padsoep icn (roode harder en haring
Het zou dus niet beleefd zijn om deze
schepselen niet eenige aandacht te
schenken.
Zijn vrouw sprak nooit veel, bij geen
VOOR DE HUISVROUWEN.
Vacantiev oeding
Het is bijzonder aanlokkelijk, om over
vacantie te denken en te spreken, als je
niet tot de bevoorrechten gerekend kan
worden, die door hei en bosch dwalen
zooals enthousiaste schaatsenrijdersver-
halen 't meest tot hun recht komen, in
hef hoekje van den haard, met de spor
tieve beenen gestrekt naar de fantastisch,
vlam-omkringelde beukenblokken. -
En dan weet ieder die „Apfelschnut
las, dat het kleine meisje bij voorkeur de
interessante buitenwereld inblikte, opge
steld achter het mooie ijzeren hek, dat
haar eigen zonnigen bloementuin af
scheidde van de rest van de wereld.
„Dat, wat je niet hebt," heeft een zil
veren bekoring, want in de vervulling
ligt meteen de kans op desillusie, kant
en klaar voor hen, die, met fantasie be
deeld, de te beleven reis van te voren
opsieren met een kleur en geur, die de
starre werkelijkheid wel eens koppig
onthoudt. Zoo kan het lezen in den
Zwitserschen Baedeker den laaglander in
een toestand van levensblijheid en elas
tische energie brengen, die hem dc waar
schuwende woorden: „Bergsteigung, nur
für sehr geübten", alleen doen voorne
men, den allereersten dag na aankomst,
meteen dien acrobatischen toer uit te
voeren. Daar gaat hij dan, met zijn
hart en schoenen den lagen Weilanden
ontstegen, daar gaat hij met glocdnieu-
wen rugzak, waarin twee kei-harde
broodjes en een thermosflesch met land-
wijn, ende Zwitserschc zomerwereld
glimlacht bezorgd om zooveel zonnige
naïviteit. Smaragdgroen,
als een zon-doorstoofde reine lande, tin
telt onder hem 't bergen-omsloten meer,
waarop de „Schiller", de „Wilhelm Teil
als witte vlinders worden, naarmate hij
zich hart-bonzend hooger rept. Er
komt een moment, dat hij pioenrood,
draaierig en volkomen „en nage" begrij
pen leert, dat een Frohnalp geen duin
achter de Oranjezon gelijkt, waarvan je
desnoods gemoedelijk ruggelings af komt
glijden. Er komt een moment, dat hij
geen trek meer in de met ham bevloerde
broodjes, noch in den helderen landwijn
heeft, dat zijn nieuwe rugbekloppende
zak en puntige bergstok met edelweisz-
inkerving, hem geen heimelijken trots
meer bieden. Er komt een moment,
dat hij uiterst moeilijk en langzaam het
geitenpad met ellendig steentjesgeschuif
aftast en pas weer van Zwitserland houdt,
als hij 's avonds aan het koelte-toewui-
vende meer, een buikig karafje Wcisz-
wein voor zich heeft staan en zijn ge
zwollen voeten, na het heerlijk-warme
bad in viltslofjes uitrusten.
Heele reisvereenigingen zie je zoo,
wanneer de leider niet waakzaam is als
de trouwe herdershond, die de Drentsche
schapen bijeenhoudt, de bergen opstor
men met Kalverstraat-hcrrie, om den
volgenden dag, volkomen getemd, achter
hun chef aan te drentelen.
De wijze Zwitser zal niet uit Vlissingen
enkele gelegenheid. Het statige van haar
schoonheid gedoogde dit niet. Pralen
gaf lic^it aanleiding lot lachen en dit
weer tot vertrekken van hel gelaat. Een
vrouw moet de mannen wel weten aan
te moedigen om le pralen, maar dit
kan zij doen, zonder daarom zelve nor
veel te zeggen.
Opeens begon mr. Dering te pralen.
Hij deed er blijkbaar zijn best voor.
Eerst met mrs. Arundel over gewone
dingen, toen met Elsie, eu vervolgens
met zijn broer. Maar steeds zóó, of het
hem moeite kostte, of hij. eigenlijk, ver
vuld was van andere u.ngen. Het gaf
het gezelschap iets gedwongens.
Toen het Dessert op tafel stond,
"schonk hy allen in en hield een vrien
delijke toespraak.
„Mijn deelgeuoot, begon hij. „Dezen
dronk breng ik u loc. Dat uw betrekicing
met ons huis voorspoedig moge wezen.
Het is een gelluk voor mij, dat ik zulk
een deelgenoot heb mogen vinden. El
sie, jij bent hier ook in begrepen, ik
weusch je beiden alle geluk!"
Hij ledigde het volle bokaal en liet de»
liet de karaffen rondgaan.
Toen begon hij le praten, en hetgecu
liij sprak was hoogst vreemd.
Ware nu de eenigszins overspannen
verbeelding van een schrijver aan het
woord geweest, dan zou ik het mij heb
ben kunnen begrijpen, maar van hem,
van een strengen, ouden secretaris, een
man die nooit eenigen onzin heeft ge
sproken, is het héél onbegrijpelijk. Op
z'u zachtst gesproken. Hij zei nu yvel,
En gros verkrijgbaar bij N,V. J. G.
I. J. v. d. HARST, Grossiers, Middtfbur®.
(lager. Mad.)
een kittig vaartuigje zee in sturen, we
tend dat hij bij „de Ruyter" al schip
breuk lijdt; hij zal met eerbied de zee,
die toch misschien het mooiste van alles
is, wat ooit geschapen werd, aanschou
wen, en haar geweldig rhythme stil be
luisteren.
Ook de eeuwige bergen hebben hun
strenge reserve, hebben hun machtigen
adem, die nieuw leven, maar ook vernie
tiging kan toevoeren. Zeker is voor
iedere reis, die werkelijk geestelijke ver
ruiming beoogt, noodig: voorbereiding
door het boek, dat niet alleen feiten op
stapelt, maar tevens inzicht geeft betref
fende land en volk, en dan ter plaatse
een passieve activiteit, een laten
inwerken van de sfeer, een contact zoe
ken met de bevolking, een ver blijven
van mondaine hotels, die, over den ge-
heelen aardbol verspreid, wellicht weinig
srschil bieden.
'k Kan mij wonderwel indenken, dat
in de „Regina's" van Londen, Moskow,
Jeruzalem, Hongkong, Calcutta enz., de
soep, de ober en de gasten niet zoo
enorm uiteenloopend blijken, maar neem
den staf op en wandel; wandel bedaard
en opmerkzaam en dan zal er contact
zijn met den zwart-oogigen onderwijzer
uit Tanger en de pelzenverkoopstcr uit
Siberië, al zal de conversatie een pan
tomime blijven, waarin, volgens traditie,
oogen, handen en voeten spreken.
In de z g. damesrubrieken, die in som
mige bladen heensluren naar een onnoo-
zele mondainiteit. wordt er ieder jaar
gezaagd over de kleeding, die dc vrouw
van de wereld noodig heeft op de reis.
De portcmonnaie wordt daarbij hoog
hartig genegeerd; nu, het slijk der aarde
is ook volkomen bijkomstig, als j'e we
ken lang reist en welke fatsoenlijke
modeschrijfster gewaagt daarvan?
Helaas, aan reizen is maar één schaduw
zijde, al is het plebeïsch en realistisch,
daarvan te getuigen: Het is kostbaar.
Ik zat in het treintje voor Jungfraujoch,
met een bezwaard hart om den gewel
digen prijs van dat benauwde tunnel-
experiment, maar schaamde rae aan
stonds, toen een opgewekte pater fami-
lias insteeg, meevoerend vrouw "fen vier
dochteren, die, boven aangekomen, door
een geweldig enthousiasme en vervol
gens door schwindei overvallen werden.
Wat van even groote beleekenis mag
gerekend worden als de kleeding, die
eenvoudig, doelmatig en sportief (o.a. in-
geloopen, uitstekend schoeisel) moet zijn,
blijkt de voeding. Hoevelen keeren
huiswaarts met een ontredderde maag en
weerspannige ingewanden, kortom met
een grondige spijsverteringsstoornis, die
moeizaam met slappe thee, karnemelk en
nujol verholpen moet worden?
Vacantie houden is een kunst beoefe
nen, die vooral de zeer actieven, de mo
dern gejaagden, moeilijk leeren, omdat
juist voor hen de dagelijksche, soms ver
foeide tredmolen wel remmend werkt,
maar daarnaast ook middel tot behoor
lijke plaatsing van energie. Vrijheid
vergt zelfbeperking" en kalme, volle aan
dacht voor het nieuwe, dat aan alle kan
ten inwerkt.
Zoo is ook dc voeding; zoodra de grens
overdaverd of overvlogen is, (niet allen
zijn zoo gelukkig om in een boot weg
dat het een zinsbegoocheling was.
Maar wie heeft nu ooit gehoord van
zulk een inan, <lic droomeu cn zins
begoochelingen zou hebben Ik hoop
niet dat hol een teelten is van ges
tes-achteruitgang".
Zeker bad niemand mr. Dering ooit
hooren spreken, op deze wijze. Ia den
regel was hij stil cn ernstig, zelfs aan
liet hoofd van zijn tafel. Hij sprak wei
nig en evei.eensoverzwaarwichtige din
gen. Maar. deze avond, was de toon van
fzijn gesprek, zoowel als zijn gelaat heel
anders. Wie zou ooit verwacht hebben,
dal mr. Dering er voor uitgekomen was
ttoe Jiij wel aan zinsbegoocheling en
droomgezichten leed? Vergeet niet, dat
de spreker vjjf-en-zeventig jaar oud was
eu dat hij haast nooit sprak, dan het
hoog-noodige. Dan zal het u duidelijk
worden, hoe zeer het gezelschap ver
baasd was.
Hij begon met het hoofd op le rich-
en le glimlachen ,met een hein vreemde
cn niewue zachtmoedigheid. Maar Elsei
dacht aan haar portret
„We zijn allen ééu gezin hier", zei hij
en dus kan ik vrijuit praten. He wil u
vertellen van iets heel merkwaardigs, dat
mij overkomen is. Het heeft dit merk
ik nu al een paar jaar in mij omge
woeld, maar nu legt het duidelijk be
slag op mij, en het is ééu van de rede
nen. waarom ilc de zaken van hel huis nu
overgedragen heb in handen van een
jonger man. Want het kan. een leeken
van het einde zijn".
(Wordt vervolgd.)