liifcrplie ton! FEUILLETONJIi &UVtEBSit I TAB Vrijdag 29 April 1927 No. 100 PRINSES JULIANA ACHTTIEN JAAR. Er is eigenlijk altijd een vertrouwe lijke gemoedelijkheid geweest in de ver houding tusschen ons volk en ons vor stenhuis. Maar dat is er nog sterker op geworden nu achtereenvolgens drie vrouwen in dat vorstenhuis de plaats innamen, die tevoren altijd door man nen was ingenomen. Tegenover een vrouw zijn de gevoelens van zelf zachter gestemd, En is het meeleven sterker. We gelooven ten minste niet dat, toen de oudste zoon van Willem III acht tien jaar werd, er zoo hartelijk door zoo velen in die gebeurtenis belang werd gesteld, als nu ongetwijfeld morgen het geva. zal zijn mét het vieren van den achttienden verjaardag van Prinses Ju liana. Ais een „gewoon" meisje achttien jaar wordt, is dat al iets bijzonders, want dan verandert ze in een jonge dame. En al zijn we de tijden voorbij, waarin ze dan lange rokken kreeg en het haar op stak, ze krijgt toch ook zonder uiter lijke konteekenen de bewijzen vah eer bied, die we aan een jonge dame ver schuldigd zijn. Ze wordt naar belmoren ge-eerd. Voor een Prinses geldt dat alles ook! Er komen, als ze Kroonprinses is, nog annere deftig klinkende dingen bij, want ze krijgt een eigen rijksinkomen, en ze wordt plechtig toegelaten in den Raad van State. Maar we gelooven niet, dat de meeste Nederlanders zich van dat laatste zulk een bijzonder gewichtig ge volg voorstellen voor het landsbelang. Dat kan met de jaren zeker nog komen, maar voor 't oogenblik is er geen aan leiding om daar ernstig over te denken, De meesten vinden het interessanter, dat Prinses Juliana nu, behalve een eigen inkomen, ook een eigen paleis krijgt (dat op den Kneuterdijk), en dat ze in Leiden gaat studeeren. Want dat zijn de symptomen, waaruit blijkt, dat Zij, die we tot nu toe zelden of nooit zagen zonder de Koningin of den Prins, nu de periode van zelf standig leven begint. En dat is wèl van belang. En het is iets nieuws, om dat het een Prinses geldt. Ais vroeger een Prins van Oranje zelfstandig ging leven, was dat niets bijzonders. Maar een Prinses? Neen, dat is nog niet voor gekomen. En we heb ben moeite om ons dat voor te stellen, juist omdat we zoo gewend zijn geraakt aan de combinatie, de Koningin en de Priqses, of de Prinses met Haar Va der. Zelfs zijn we er van overtuigd, dat we Moeder eu Vader nog vaak steeds samen met de Prinses zullen zien Maar met dat al is de verandering een feit. En we zullen ons vertrouwd moeten maken met de gedachte, dal we nu een Prinses hebben die zelfstandig het leven in gaat, ook al is ze nog niet meerder jarig. Precies zooals ook het geval is wan neer een jongeman of jonge dochter uit het ouderlijk huis vertrekt naai' een universiteitsstad om daar te studeeren. Wat de Prinses trouwens ook gaat doen in Leiden, van uit haar nieuwe woning in Katwijk, ,,'t Waerle". Drie foto's uil het leveu van Prinses Juliana. In het midden ziet men Haar als dreumes op een wandeling, vergezeld door de zuster en een hof dame, die over haar waakten. De foto links geefl een beeld van het his torisch geworden tafereel op de Malie baan in Den Haag in November 1918 bij de groote demonstratie tegen de revo lutie. De foto rechts werd het vorig jaar genomen bij de herdenking van het 650-jarig bestaan van Amsterdam. Vanzelf komt nu de gedachte op, dat Haar Moeder dat nooit gekend heeft. Toen zij achttien jaar werd, riep Haar tegelijkertijd het ernstige ambt: ze werd Koningin. Heel haar jeugd was een voor bereiding ddarvoor, met al de ontzeg gingen die er het onvermijdelijk gevolg van zijn. En heel begrijpelijk is het, dat Zij haar dochter heeft doen genieten van wat Zij zelf door de omstandighe den heeft moeien missen: den vrijeren omgang van de vorstendochter, die tijd heeft voor andere dingen dan den plicht van het ambt. hel heeft Prinses Juliana niet ont broken aan kameraadjes, jongens en meisjes. Al wordt er, gelukkig! In ons land niet meegedaan aan het ijdele openbaar geschrijf over hel intieme le ven van onze vorstelijke familie, zoo als men dat in sommige andere landen doet, we hoorden loch wel genoeg van êen ongedwongen omgang, van een pret tig jeugd-leven, van een aanraking met veel anaere kinderen. En we welen uit die verhalen ook, dat Prinses Juliana een gezonde vroolijkheid bezil, dat ze graag mee doet, en bij officieele gelegen heden wel eens moeite heeft om officieel te blijven, zooals natuurlijk is voor een meisje. Oen, we zien een vorstenkind toch heel graag ook eens gewoon mensclielijk. Niets werkte sterker mee om haar toch reeds groote populariteit in Zeeland te verlioogen, dan het verhaal hoe echt meisjesachtig zc volle plezier had in het zich ldeeden in de Zeeuwsche dracht. Maar steeds was Zij tot nu toe de dochter, die haar Moeder of Vader ver- KUNST EN WETENSCHAPPEN. En dikt gaat nu anders worden. "We zullen nu dc Prinses leeren ken nen alleen, als zelfstandige persoon. Dat zal nog wel geleidelijk gebeuren, want ze begint nog pas het leven van studente. Maar het gebeurt dan loch. Er is een periode afgesloten, en een nieuwe ge opend. En daarom is er reden voor bijzondere feestelijkheid. En ook reden voor den wensch, dat Zij daarbij de aanraking met het Neder- landsche volk zal vinden, die den grond slag kan vormen voor de hechte gene- uegenlieid, welke Zij later als vorstin zal "behoeven. Dat Zij daarbij geleid zal worden door de zeer zorgzame opvoeding die de Ko ningin haar gaf en deed geven, weten we. En als we glimlacnend loezien hoe de Prinses dien voor Haar nieuwen weg opgaat, dan wenden we ons loch daarna om met een eerbiedige hulde aan de Moeder, die Haar dochter met zooveer tact tol nu toe wist te leiden, Zeeuwscli Genootschap der Wetenschappen. Aan het in de Donderdagavond gehou den vergadering van het bovengenoemde Genootschap door den secretaris, uitge brachte verslag over liet jaar 1926"27 ontleenen wij het volgende. De verandering in het voorzitterschap is stellig in hel afgeloopen jaar de be langrijkste gebeurtenis voor het Genoot schap geweest. Voor hel overige schijnt het jaar rustig zijne wenteling te hebben volbracht, in werkelijkheid werd door ^verschillende conservatoren hard en mei succes gearbeid; terwijl ook de vlij tige commissie voor Zeeuwsche Folklore, wederom een voor het Genootschap hoogst nuttig nieuw orgaan "bleek. "De evolutie, die het oude Genootschap door maakt, is onmiskenbaar. Dc nieuwe be ginselen van muse'umbeheer vonden gaandeweg toepassing en dat maakt nauwere samenwerking met andere in stellingen noodzakelijk Al is het bezoek aan bet museum wat teruggeloopen, het verheguende feit staat daartegenover, dat steeds meer bijzondere personen, leden en niet leden, zich bereid verklaren tol medewerk en hun hulp kan niet genoog worden gewaardeerd. De belangstelling voor de lezingen is bevredigend. De bi bliotheek len slotte ontwikkelt zich uiterst krachtig en het is te betreuren, dat de leeskamer niet meer bezoekers trekt, die zonder twijfel allen onder de rijke jfanwinsten iels van hunne gading zouden vinden. Uitgaven betreffende de meest verschillende gebieden stroomen onophoudelijk toe en verheffend is de liberaliteit, waarmede de groote welen- schappelijke lichamen, als de Kon. Aca demie van Wetenschappen, de akademiën der andere hoofdplaatsen van de oude en nieuwe wereld, hare schitterende en omvangrijke gaven schonken in ruïl van het bescheiden „Archief" van hel Ge nootschap. Waarom dan de nieuwe en oude schatten niet gebruikt? Want ook de oudere aanwinsten op bibliotheek gebied trekken, in tegenstelling met het museum, blijkbaar niet de aandacht, die zij verdienen. De tentoonstelling van wer ken uit de Provinciale Zeeuwsche Bibli otheek gehouden onder fle auspiciën van de Vereeniging ,.Voor de Kunst" bevatte ook een aantal handschriften en gedrukte werken, in eigendom toebehoorende aan het Genootschap. Een enkele bezoeker doet zich een bepaald handschrift voor leggen. Doch overigens blijkt van be langstelling niet veel. Hel Genootschap heeft het overlijden te betreuren van den directeur Jos. van Raalte en de leden mr, L. A. Bybau, rar H. C. Dresselhuijs, H. Jonker, dr. D. F. Scheurleer en W. F. N. Sibmacher Zijnen. De afgetreden voorzitter werd Stormachtige Hoogten. Naar het Engelsch van EMILY BlcONTE, Door C A. G. VAN STILTEN. 88). Edgar zuchtte; hij liep naar het ven ster en zag uit naar Gimmerton Kirk. Het was een mistige achtermiddag, maar de Februari-zon scheen flauw, en we konden juist de twee sparreboomen in den hof onderscheidien, en de schaarsch verspreide grafsteenen. „Ik heb vaak gebeden I" zei hij half tot zich zelf, „om de nadering van wat' nu komt; en nu begin ik terug te dein zen en het te vreezen. Ik dacht dat de herinnering aan het uur dat ik dit idal in kwam als bruidegom minder heerlijk zijn zou dan het Vooruitzicht dal ik spoe dig binnen enkele maanden, of mogelijk; weken, opwaarts gedragen. zo.u worden en neergelegd in zijn eenzame diepte! Ellen, ik ben heel gelukkig geweest met mijn kleine Oqthy; gedurende winteravon den en zomerdagen was ze een levend)© hoop naast mij maar ik ben even ge lukkig geweest als ik alleen lusschen die steenen, onder die Oiudp kerk droomde als ik gedurende die lange Juniavonden op den groenen heuvel van haar moe- der's graf lag, en verlangde, ja smachtte naar den tijd dat ik daaronder mocht liggen. Wat kan ik voor Oathy doenl? Hoe mopt ik haar verlatenP Ik zou er geen oiogenhlik om geven dat Linton Heath cliff's zoon is; noch hierom daf hij haar van mij wegneemt, als hij haar voor mijn verlies kon troosten. Ik zou er niet om geven dat Heathcliff zijn doel bereik te, en triomfeerde door mij van mijn) laatsten zegen te berooven! Maar als Linton onwaardig mocht zijn enkel zwak werktuig van zijn vader dan kan ik haar niet aan hem overlaten! En hoe hard het ook moge zijn om haar leven- digen geest te onderdrukken, ik moet haar bedroefd blijven maken, terwijl ik leef, erï^haar eenzaam achterlaten als ik sterf. Lieveling! Ik zou haar liever aan God overgeven en haar vóór mij in de aarde leggen." „Geef haar aan God over zooals het is. mijnheer',, antwoordde ik, _,eu als we u zouden verliezen wat Hij verhoede onder Zijn voorzienigheid wil ik haar lot het laatst als vriendin en raadgeef ster bijstaan. Juffrouw Oatharina is een goed meisje; ik ben niet bevreesd ze opzettelijk verkeerde wegen zal gaan: en menschen die hun plicht doen worden ten slotte altijd beloond." De lente naderde, toch kreeg mijn meester geen werkelijke kracht, hoewel hij zijn wandelingen door de velden met zijn dochter hervatte. Koor haar onerva-, ren begrip was dit op zich zelf al teeken van herstel; en dan waren zijn wangen vaak gekleurd en zijn oogen wa ren helder ze voelde zich zeker van zijn herstel. Op haar zeventienden verjaardag be zocht hij het kerkhof niet; het regende, en ik merkte op ter gelegenheid van zijn vertrek uit Mid delburg tol eerlid van het Genootschap benoemd Het eerelid inr. H. J. Dijkc- meester vierde zijn 80slen, de ijverige conservatrice, mej. A. M. de Man haar 70sten verjaardag, beide jubilarissen werden door liet bestuur gehuldigd, evenals het lid, den heer J. Wi. Perrels te Veerc, die zijn 40-jarige dienstver vulling herdacht. In de algemeene vergadering van '26 werden 37 nieuwe leden benoemd, die met één uilzondering, de benoeming aan. vaard hebben. Het Genootschap bestaat thans uil 2 eereleden, 59 directeuren en 594 leden, van wie 109 te Middelburg wonen, hel vorige jaar waren deze cijfers 1, 51 585 en 101. Het aanlal betalende bezoekers aan het museum bedroeg 3739, van wie 74 werden toegelaten legen verminderd tarief, het vorig jaar waren deze cijfers 4011 en 85. Op verzoek van den Minister van O.. K. en W. werd bepaald, dat houders van door de regeering uitgereikte kaarten vrijen toegang tot hel museum zullen hebben. Als tegenprestatie stelde de mi nister eene dergelijke kaart beschikbaar voor een van de bestuursleden van hel Genootschap. Het Genootschap trad in ruilverkeer met de Universileits bibliotheek te Gent. Gegevens omtrent het Genootschap wer den op verzoek verstrekt aan de ile- geering en aan het Instilut de Coopera tion scientifique international van den Volkenbond. De conservator vpn de Zelandia 111 u s tr a ta vond ook dit jaar gelegen heid de catalogiseering der kaartenver zameling voort te zetten, in casu kaarten en plattegronden der s teden Zierikzee, Goes, Tholen, Veere ön Vlissingen en van het eiland Walcheren, tot een aan tal van ongeveer 125. De aanwinst bestond uit 19 stuks. De conservator van de Steenenka mer wijst op de medewerking van alle zijden, niet het minst van het bestuur, en op hel bezoek van dr, A. E. Remou- champs, conservator van "s rijks mu seum voor oudheden te Leiden, die ad- vres gaf voor een nieuwe inrichting van de z.g. steenenkamer, waarbij met geringe koste» zoowel wetenschappelijk, als nesthetlsch een beter effect kon ver kregen worden, bestuur en conservator zijn met dit plan zeer ingenomen en hopen hel geleidelijk te kunnen uitvoe ren. Een eerste stap Ln. deze richting is de smalle zijgang tot magazijn in te richten, hiermede werd op het einde van het verslagjaar een begin gemaakt. Dit zal gelegenheid geven de opstelling in de zaal voor het publiek eenigszins te verbeteren en tevens scherven en an dere voorwerpen, die documenteele „U gaat zeker vanavond niet uit, fnijn- heer?" Hij antwoordde „Neen, ik zal het dit jaar een weinig langer uitstellen." Hij schreef opnieuw aan Linton, en gaf uiting aan zijn groot verlangen om hem te zien; en als hij met dien voor den dag had kunnen komen zou zijn vader hem ongetwijfeld veroorlooft} hebben om te komen. Zooals hel nu was gaf hij, zooals hem bevolen werd een' antwoord, dat meedeelde, dat Mr. He- atlicliff bezwaar had tegen zijn bezoeken aan de Grange, maar dat het hem ver heugde dat zijn oom zoo goed,1 was aan hem te denken, en dat hij hem op zijn wandelingen soms hoopte te ontmoeten en persoonlijk te vragen dat zijn nicht en hij niet lang zoo, volkomen gescheiden zouden blijven. Dat gedeelte van zijn brief was een voudig en waarschijnlijk van hem zelf. Heathcliïï wist dat hij welsprekend om Oathariua's gezelschap kon pleiten „Ik vraag niet", zei hij, „dal ze hier bezoeken mag afleggen, maar zal ik haar nooit zien omdat mijn vader mij verbiedt om naar huis te gaan, en u haar verbiedt om naar het mijne te komen? Rijd nu en dan met haar naar de Heights; en Iaat ons in uw tegenwoordigheid enkele woorden wisselen !Wij hebben niets ge daan om deze scheiding te verdienen; en u bent niet boos op mij u hebt geen reden om een afkeer van mij te hebben dat erkent u zelf. Beste oom! zend mij morgen een vriendelijk briefje en verlof waarde hebben, maar niet alle demon- strabel zijn, ordelijk te bergen. De conservator wijst erop, dat als men geen gave voorwerpen heeft, scher ven en stukkjen welkom moeten zijn om een fiistorischen, technischeu en aeslischen indruk van 'het in den Joop der eeuwen gebruikt vaatwerk te kun nen geven. ,wat ook voor "Se kennis der geschiedenis in algemeen opzicht van beteekenis is. Naast de scherven enz. kunnen urnen en andere artikjelen /gevonden in andere dee ten van ons land, geplaatst worden ter vergelijking Dankbaar gewaagt de conservator van rhel beschikbaar stéllen voor mejuffrouw M. G. A. de Man van drie fraaie (doch zeer broze) Gerinaansche urnen uit Weerd afkomstig van dezelfde makelarij als in Zeeland gevonden. Onder de nieuwe aanwinsten was veel uit het verdronken land van Zuid-Beve- land en ook uit Schouwen. De conser vator houdt zich aanbevolen voor alle berichten omtrent den tegenwoordigen toestand, voorgenomen of uitgevoerde afgravingen van vluchtbergen en voor allo voorwerpen (ook de minste of gerin- ste potscherven) daar gevonden. De conservatrice van de Ouder- wetsche Kamer en Zeeuwsche klee der drachten, deelt mede, dat de rijke schenking van de familie Mu- lock Houwer bestaande uit een verzame ling Schouwensche vrouwekleeren, uit het begin en het midden der 19e eeuw, uitgestald is in een zeer geschikte glazen kast, die een in het oog loopende plaats in de ruime gang der eerste verdie ping heeft gekregen. De collectie werd door ecu belangstellend lid uit Zierikzee aangevuld met eenige fraaie damesklee- dingstukken afkomstig van een patri ciërsfamilie uit Schouwen, vermoedelijk uit hel begin van de 19e eeuw. O.m. op het gebied van Zuid-Bevelandsche kap- hoedeu en Walchersche mutsen, werden belangrijke aanwinsten verkjregen. De verzameling Schilder ij en werd verrijkt met twee belangrijke door Peter Lely geschilderde portretten van den Koning Stadhouder Willem III en zijn gemalin Maria van Engeland. De bei de stukken zijn door den Prins geschonken aan Francois van Bredehofi, vrijheer van Oosthuizen, Kwadijk qnz. attaché van den keurvorsr van Brandenburg en zijne gemalin Caecillia de Jonge van El- lemeet, na een verblijf van eenige dagen te hunnen huize tusschen de jaren 1682 en 1690. De familie van Bredehoff de Vicq stond door bemiddeling ran dr. W. Slütterheim de beide doeken in bruikleen af aan het Genootschap waar zij thans de vergaderzaal sieren. De conservatrice van het Munt- en penningkabinet geeft 'n uitvoerige beschrijving van de in April 1926 te Zóu- telande onider een 'Vloer gevonden 240 zilveren eu 217 gouden munten geda- om u op te zoeken waar het u maar be valt, behalve op Thrushcross Grange. Ik geloof dat een onderhoud, u zou over tuigen dat het karakter van mijn vader niet het mijne is; hij verzekert dat ik meer u neef ben dan zijn zoon; en hoe wel ik fouten heb, die mij Oathajina on waardig maken, beeft zij ze verontschul digd, en om harentwil moest u dat ook doen. U informeert naar mijn gezond heid die is beter, malr terwijl ik af gesneden blijf van alle hoop en tot een zaamheid veroordeeld, of tot het gezel schap van iüenschen die nooit van mij hielden en het ook nooit zullen doen, hoe kan ik dan vroolijk en gezond zijn?" Edgar kon, hoewel hij voor den jon gen voelde, zijn toeslemming voor de inwilliging van zijn verzoek niet geven, omdat hij Oatharina niet vergezellen kon. Hij zei dat ze elkaar misschien in den zomer konden ontmoeten; intusschen gaf hij zijn wensch te kennen dat hij voiort mocht gaan met nu en dan te schrijven, en verbond zich hem allen raad en troost te geven, waarloe hij door brieven in staat was; daar hij zeer goed zijn moei lijken toestand te middpn van zijn fa milie begreep. Linton willigde dit in en als hij niet) onder dwang gestaan had| zou hij ver moedelijk alles bedorven hebben door zijn brieven met klachten en weeklagen te vullen, maar zijn vader hield scherp over hem de wacht; en stond er natuur lijk op dat hij iederen regel dien mijn meester stuurde aan hem liet zien; dus inplaats dat hij zijn bijzonder persoonlijk lijden en ellende neerpende, de onder werpen die voortdurend) in zijn gedachten den voorrang hadden, maakte hij zin spellingen op de wreede verplichting dpt hij van zijn vriendin en .geliefde geschei den gehouden werd), en gaf op kieschei wijze te kennen, dat Mr. Linton spoedig een onderhoud moest toestaan, of dat hij anders vreesde d;at hij hem opzettelijk met leege beloften misleidde. Oathy was thuis een machtige bond genoot, en door hun wederzijdsch aan- .dringen haalden zij tttn slotte mijn mees ter over lepr In toe te stemmen da|t izij ongeveer eens in de week samen een rit of een wandeling maakten ondermijn hoede, en op de velden die het dichtst bij de Grange waren; want toen Juni kwam ging hij nog steeds achteruit, en hoewel hij jaarlijks een gedeelte van zijn inkomen ten behoeve van nyjn jonge meesteres op zij had gelegd, had hij een natuurlijk verlangen dat zij het huis van haar voorvaderen mocht behouden of daarheen tenminste binnen korten lijd terugkeeren, en hij dacht dat haar eeni ge kans dat dit gebeurde lag in een ver eeniging met zijn erfgenaam. Hij had er geen idee van dat de laatste bijna even snel als hij zelf verminderde; en ik ge loof nie tdat iemand anders daaraan dacht; geen dokter bezocht de Heights, en niemand zag jongenheer Heathcliff om ons verslag uit te brengen van zijd toestand. (V«É ittoI#!)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1927 | | pagina 5