FEUILLETON,
Ho. m
Zaterdag 23 April 1927
170' Jaargang
MIDDELBURG» COURANT.
Dit nummer bestaat uit Twee bladen.
EERSTE BLAD.
ARBEIDSTIJDEN IN, EN
SLUITINGSUUR VOOR WINKELS.
Wij hebben nu den tekst voor ons
van de voorontwerpen over deze ma
terie die de Minister van A. aan den
Hoogen Raad van Arbeid om advies
heeft toegezonden. En daaraan heb
ben we meer houvast gekregen dan de
onlangs gepbliceerde Memorie van Toe
lichting gaf.
We weten nu dat de eene partij bij
deze kwestie, die der winkelbedienden,
een wettelijk voorschrift krijgt voor een
werkdag van negen uür, een vrijen Zon
dag en nog een vrijen hal ven dag; en
dat de tweede daarbij betrokken par
tij n.l. die der winkeliers, 'de zeker
heid krijgt, dat de sluiting van winkels
met bedienden gepaard zal gaan met
suu'ting van winkels zonder bedienden
ter vermijding van concurrentie.
Dal er nog een derde partij bij be
trokken is, n.l. het publiek, staat
niet in het ontwerp. Men kan het indi
rect afleiden uit sommige uilzonderin
gen bijv. uit de bepaling dal Zondags
morgens vóór hülf één melk verkpcht
mag worden, cn dat er voor 2 uur
's Zondags couranten mogen worden ver
kocht op de spoorwegstations.
Misschien is er ook aan-het publiek1
gedacht, nAAst het belang der patroons,
toen voor kappersondernemingen een
12-urige werkdag werd bepaald voor
den Zaterdag. Maar die bepaling is lijk
baar ontworpen door een ongetrouwden
man. of door een vader zonder doch
ters. Want zij geldt alleen voor de
mannelijke kappers, blijkbaar met het
oog op de Zalerdagsche baardstoppels.
Maar de werkelijkheid is dal sedert dc
mode van de pagekopjes de vrouwelijke
kappersbedienden minstens even druk
worden beziggehouden als de mannelijke
en dat Vooral vóór den Zondag een
massa page- en andere korte kopjes nog
naar een ijzertje in hel haar verlangen
Maar dal is een Jsl^fnigheïd tegen
over het groote belang van hel koo
pend publiek. En daarvan is in liet ont
werp heel weinig te vinden Zooals er
ook weinig of niets van dat belang van
het publiek te bespeuren is geweest in
de wettelijke regeling van den Arbeids
tijd in andere bedrijven.
Wc hebben slechts geringe hoop dal
er nog iets meer van dat belang in de
definitieve wet naar voren zal worden
gebracht. Maar het is tóch! gewenscht
dat de menschen, die geen winkelbe
diende en geen winkelier zijn, voor
uit weten, dat ook deze wet het hun
niet makkelijker zal maken. Zooals de
winkeliers, althans sommigen, dienen te
beseffen dat er onvermijdelijk verkpop-
gelcgenheden vernietigd worden, die niét
zullen worden vervangen.
Wc hechten zelf niet al te veel waar
de aan de nog bestaande gelegenheid,
tot hel koopen van snoeperijen of si-
gareu in winkels op Zondag Maar het
is een persoonlijke opvatting. Dc win
keliers zonder bedienden, die er nu hun
vrijen Zondag voor opofferen, denken er
anders over. En zij weten dat er dan
snoeperijen gekocht worden omdat op
dat oogenblik de lust ertoe opkomt.
Dat zijn geen dingen die te voren kun
nen worden ingeslagen. Je koopt Za
terdags geen reep chocolade omdat je
Stormachtige Hoogten.
Naar het Engelsch van EMILY BRONTE.
Door W. A. G. VAN STJMEN.
83).
.IEel duurde zoo lang, dat hel zelfs mij
■verschrikte. Wat zijn nicht betrof, zij
weende uil al haar macht, doodelijk ont
steld over liet onheil dat zö had aange
richt, hoewel ze niets zei.
Ik hield hem vast tol de vlaag zich
uitgeput had. Toen stootte hij mij weg en
liet zijn hoofd zwijgend hangen. CaLlia-
rina bedwong ook haar weeklachten,
nam een stoel tegenover hem en keek
plechtig in liet vuur.
„Hoe gevoelt ge u nji, jongenheer
Heathcliffinformeerde ik, na 10 mi
mi ten gewacht te hebben.
„Ik wou, dal zjj voelde wat ik voel,"
antwoordde hij„kwaadaardig, wreed
schepsel! Hareion raakt mij nooit aan.
hij heeft mij nog nooit in zijn leven ge
slagen En ik was vandaag beter: en!
daarzijn stem stierf wég in weè-
geklaag.
„Ik sloeg je niet!" mompelde Cathy,
terwijl ze op haar lip kauwde om een
nieuwe uitbarsting van emotie te voor
komen.
Hij zuchtte en kermde als iemand die
er Zondagsmiddag trek in zoudt kjrijgen.
En de vergeten sigaren die nu "Zon
dags nog in den winkel kuniiien worden
gekocht, zulleu voortaan in veel gevallen
worden aangeschaft in de café's d.w z.
volgens de uitdrukking van het ontwerp
„inrichtingen waar uitsluitend of in
hoofdzaak spijzen of dranken ter plaatse
zullen worden bereid of verkocht", en
die \vel Zondags open blijven.
Wat de avondsluiling betreft, zijn we
hiér reeds gewend aan acht uur. We
hebben echter eenigen tijd geleden nog
eens er over geschreven ,hoe bezwaar
lijk dat is voor menschen die om zes
uur van hun werk komen ,dan nog
moeten eten, dan hals over kop nog de
winkelstraten moeten gaan bezoeken,
willen ze niet de deuren gesloten vin
den omdat het acht uur is. Over de
door die vroege sluiting achterwege
blijvende aankoopen voor de avondbo
terham zullen wc maar niet uitweiden.
Maar dat bezwaar is er óók.
Nu komt er nog iets nieuws bij: de
vrije weekmiddag of morgen voor het
personeel.
De lezer zegt waarschijnlijk: wat zou
dat? Dan regelen ze dat wei om belur-
ten.
Maar zoo eenvoudig is het niet Er
kan veel méér gebeuren, al schuift het
Ryk dat ook af op de gemeenten.
Volgens het voorontwerp op de win
kelsluiting kan bij plaatselijke verorde
niyg de gemeenteraad bepalen, dal op
een werkdag per week gedurende een ge
deelte van den dag en wiel vóór of na
1 uur des namiddags, alle of'b opaal-
de groepen van winkels geslo
ten moeten z ij n. (art. 6)
Waarom? De toelichting spreekt-er niet
veel over. maar het is duidelijk liet
ontwerp schrijft ecu halvcn rustdag op
een werkdag voor, in navolgiug blijkbaar
van den vrijen Zaterdag voor fabrieksar
beiders c d liet is natuurlijk een win-
kclicrsbelang dat de vrije halve dag voor
hun personeel niet op een Zaterdag valt,
want dan komen de „vrijen" juist kot
pen. Maar wanneer dan? Er zijn winkels
met enkele bedienden, die moeilijk open
kunnen blijven .als het personeel vrij-af
heeft. En als die winkels sluiten, krijgen
met veel bedienden of die. met epn
patroon zonder bedienden, een voor
sprong. Dus radicaal: Alles dicht, oT ten
minste alle winkels van één groep lc
gelijk dicht.
Het publiek lelt bij die regeling blijk
baar niet mee. Dat flioct er maar op re
kenen, dat het Maandagmiddag geen sa
jet, Dinsdagmiddag geen aardewerk,
Woensdagmiddag geen kruiden ierswaren
Donderdagmiddag geen vleesch kan
£oopen. IIoc dat moot gaan met waren
huizen waar ze ver uiteen loopende ar
tikels aanbieden, kunnen we niet zeg
gen. Het verstandigste lijkt hel ons dan
maar flinkweg een sluitingsmiddag voor
Alle winkels tegelijk te bepalen, al lijkt
dat toch ook al weer lastig voor win
keliers met snel bedervende waren. Las
tig ook voor het publiek. Ongetwijfeld.
Maar wie durft dat belang nu te stel
len tegenover het belang van een vrijen
middag van het personeel?
Zonderling vonden we echter" een zin
in de toelichting bij deze bepaling.
,.Een dergelijke bevoegdheid - van oen
gemeenteraad, zoo lezen we daar, kan
vooral van belang zijn voor plattelands
gemeenten, waar nagenoeg ,geen winkels
met personee,l zijn."
Dat begrijpen we niet. We zouden zoo
zeggen, dat in een streek met winkels
zonder personeel niemand taalt naar een
hevig lijdt, en hield dal ged(urende een
kwartier vol, blijkbaar met opzet om
zijn nicht te kwellen, want telkens wan
neer hij een gesmoorden snik van haai*
opving, lcgdeJiij hernieuwden pijn en pa
thos in de buigingen van zijn stem
Het spijt mij, dal ik je zeer gedaan,
heb, Linton!'" zei ze ten slotte, na on-
(verdragelijlce kwelling „Maar ik zou door
dat slootje geen zeer gedaan zijn, enl
ik dacht er geen oogenblik aan, dat dal!
bij jou wel Tiet geval was maar je|
bent niet erg bezeerd, wel Linton? Laat
mij niet naar huis gaan niet de gedachte
dat ik je kwaad gedaan heb Antwoord
mij, spreek legen mij".
„Ik kan niet tegen je spreken", mom
pelde iiij; „je hebt mij zoo'n pijn gedaan,
dal ik den boelen nacht met dezen ver-
slikkenden lioest zal wakker liggen! Als
je het zelf had, zou je weten watt dief
maar jij zult prettig slapen, ter
wijl ik in doodsangst verkeer, met nie
mand bij mij! He ben benieuwd of gij
er op gesteld zoud ziju om die vreese-
ïjjlce nachten door te maken!" En hij
begon luid te klagen, enkel uil mede
lijden voor zichzelf
„Daar u gewoon bent om vreeselijke
nachten door te brengen" zei ik, „zal
hel dc juffrouw niet zijn, die uw rus!)
verstoort, dit zou net precies zoo zijn)
als ze niet gekomen was. Maar zc zal u
niet opnieuw hinderen, en misschien zal
vrijen lialven dag op een weekdag. De
winkeliers doen liet daar zeker niet.
Waarom is zoo'n door den gemeenteraad
voorgeschreven lialven sluitingsdag dan
van zooveel belang voor de plattelands
gemeenten9 Of wringt de schoen ergens
anders, en is het de bedoeling om ter-
wille van de zeer enkele winkels met be
dienden alle andere winkels zonder be
dienden te kunnen dwingen tot het slui-
cen der deur? We hebben ook al gedacht
aan de bedoeling om te voorkomen dal
een plattelandsgemeente met winkels
zonder bedienden, concurrentie zou aan
cideu aan een aangrenzende stadgemeen-
te met winkels die lerwille van het
personeel een lialven dag moeten slui
ten. Maar dat klopt toch ook niet, want
zoo'n dorpsgemeenteraad zal daar al
licht niet toe meewerken, cn liever dat
bonheurtje aan zijn plaatselijke winke
liers gunnen.
Nu hebben we naar aanleiding van
vroegere beschouwingen al genoeg booze
woorden gehoord 0111 niet ook nu voor
bereid te zijn op verontwaardigde op
merkingen van winkelbedienden, die vra
gen of we hun dan niet een menschelijk
bestaan gunnen, en van winkeliers die
betoogen dal zij toch ook wel eens even
als andere menschen een vrij uur willen
hebben.
Och, de ergsten zullen ons niet geloo-
ven als we zeggen, dat we werkelijk wel
iets aan een ander gunnen. Maar daarom
behoeven we nog niet iedere regeling te
prijzen. En daar zoowel de winkelbedien
den als de wïhkeliers ruimschoots gele
genheid hebben door hun bonden en
vereenigingen, om him speciale belan
gen naar voren te brengeu, achten we
het hoogst gewenscht om ook de te veel
veronachtzaamde belangen van liet pu
bliek lc bepleiten, dal geen bonden en
vereenigingen heeft.
We welen heel goed, dal vooral vroe
ger véél te lange diensttijd van het win
kelpersoneel gdvorderd werd; en ook
dal liet voor veel winkeliers een zegen
is geweest, toen ze 's avonds ook eens
iels aan hun avond kregen.
Maar om dal te verkrijgen en om dal
uit te breiden is nog niet ieder middel
geoorloola, en mag niet geèischt worden,
dal alle* andere menschen zich zonder
protest maar moeten schikken.
En wat ons in ai deze dingen het
meeste hindert, nog méér zelfs dan de
vcrwaarloozïng van het gerief der koo-
pers, dat is de onzalige dwang waartoe
iedere regeling móet leiden, ter voorko
ming van den voorsprong van den man
zonder bedienden boven den winkel met
bedienden. We gelooven, dat daarin een
factor zit, die verderfelijken invloed
beeft. Menschen met een nog vrij
beroep, wier arbeid hun lust is, die met
op de kfSk kijken als ze bezig zijn.
en wier grootste voldoening het is
:s avonds naar bed te gaan met het ge
voel dal zc den dag goed besleed heb
ben die ^allen zullen het beste be
grijpen wal we bedoelen met dien vei
derfclijken invloed. En ze zuilen met
ons een kregelige gewaarwording krij
gen, als ze zien hoe die regelingsijver
den dwang lol niets-doen, tot sluiten,
oplegt aan een winkelier zonder bedien
den. die met opoffering van lijd en
met voortdurende zorg voor zijn win
kel, er In slaagt om zijn zaak lot een
levensbestaan tc maken, maar die vroe
ger moet sluiten dan hij zelf zou wen-
schen terwille van hel sluitingsuur voor
de zaken met bedienden, en die nu ook
al weer de mogelijkheid heeft te voorzien
nog een halven dag gedwongen werke-
u kalmer worden als wij u verlaten
„Moet ik weggaan?' vroeg Oatharina
droevig, terwijl ze zich over hem heen-
boog. „Verlang je dat ilc wegga, Linton
„Je kan niet veranderen wat je gedaan
hebt", antwoordde hij gemelijk, terwijl
liij voor haar terugkromp. „behalve als
je liet nog erger maakt door mij lc kwel
len tol Ik eea koortsaanval krijg"
„Dus dan moet ik weggaan" herhaalde
ziï 77
„Laat mij ten minste met rust", zei liij,
„ik kan je gepraat niet verdragen.'
Ze idraaldc en weerstond mijn vertoo-
geu om te vertrekken hinderlijk -lang;
maai* daar hij nog 'opkeek nóg sprak,
maakte zc eindelijk een beweging naar
de deur en ik volgde
We werden door een gil teruggeroepen
Linton was van zijn stoel op de haard
steen gegleden cn lag zich te wringen
met de echte onhandelbaarheid van een
bedorven rakker van een kind, dat be
sloten was om zoo hinderlijk en kwelziek
te zijn als maai* mogelijk was
Ik peilde zijn aard volkomen uit zijn
gedrag en zag terstond, dat hel dwaas
heid zou zijn een poging te doen om
hem toe te geven Maar zoo was jicfl
met mijn gezellin niet; ze liep vol schrik
terug, knielde jiecr en schreide en suste
en smeekte, tot hij kalm werd uit gebrek1
aan adem, heelemaal niet uit berouw
omdat liij haar verdriet deed.
loos te zijn, omdat de bedienden van an
dere zi?ken een vrijen middag of morgen
moeten hebben. Met een boete or hech
tenis in het vooruitzicht als hij er zich
niet aan houdt
We kunnen niet gelooven, dat het goed
is steeds maar weer toe te geven aan
het verlangen naar meer vrijen lijd. We
hebben nog zoo bitter weinig goede re
sultaten vernomen van de zelfontwikke
ling, die. ons werd voorspeld toen de
arbeidswet in behandeling was. En we
zijn overtuigd, dat velen graag meer
zouden willen werken.
Maar we leven nu eenmaal in een tijd,
waarin de sociale wetgeving té veel be-
hcerscht wordt door de vakbonden, dan
dat we de illusie zouden hebben die
stroom spoedig te zien verzwakken.
Maar zij die er anders over denken, be
hoeven toch niet zich te laten mee-
duwen zonder te waarschuwen.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
De Beet hove n-a vono van de
Zang vereen. „Tot Oefening en
U i t s p a n n i n g."
Men schrijft ons
N'a Bacn thans Beethoven. Twee groo-
ten, die leefden hoog boven de menschen
van hun tijd uit, en tol wie we nu nog
altijd opzien met ontzag en vrceze. om
dat we weten, dat de schoonheid van
hun werken zoo overweldigend is, dat
wij ternauwernood spreken durven, van
wat wij er schoons aan ervaren hebben.
De aanleiding tot den Beethoven-avond
op 6 Mei a.s is het feit, dat het in Maart
1.1. honderd jaar geleden was. dat deze
meester stierf. Toch niet meer dan een
aanleiding. Beethoven zelf heelt dat ron
de getal niet noodig, om uit vergetelheid
naar voren te worden gebracht. Ilij hoeft
zijn plaats terstond ingenomen en is po
pulair geworden naar beide kanten. Zoo
als de kop van Napoleon is de kop van
Beethoven bekend. In den eersten den
besten galanteriewinkel koopt men een
buste van den componist,die blijkbaar
tot tic gewone versiering van een piano
behoort en haar plaats heeft tusschcn
familieportretten en een virtuoos van
erkende bekwaamheid vertelt, dat hij
steeds zijn "grootste vreugde gevonden
heeft in de vertolking van de muziek
werken van dit grootscli genie. Ieder
een kent wel de een of andere anecdote
van hem en die wat meer welen, pra
len van liet „Hei 1 igensladter Testament
Dal hij dool' geworden is. weel iedereen.
Beter ingewijden kennen den strijd, dien
dat gebrek hem heeft veroorzaakt. Van
zijn hoog gevoel van kunstenaarschap
gaan verhalen onder de menschen rond,
ook over het ontzag, dat de eenvoudigen
voor hem hadden. Van zijn groote liefde
voor de natuur vertelt ieder, de specia
listen houden zich bezig met de puzzle
van dc ,unslcrbliche Gelichte" Van zijn
moeielijk leven weel ieder te verhalen
cn daarom hoort men in zijn muziek ook
l allerliefst den weerklank van dien
mociclijkcr. strijd, waarin hij geworsteld
heeft, totdat hij in de vreugde de over
winning heeft gegrepen.
Zijn werken zijn bekend. Laat ik 't
liever zoo zeggen van zijn werken ko
men er steeds weer op de concertpro
gramma's voor. En niet alleen bij een
gelegenheid als Tlal het honderd jaar
geleden is. dat hij stierf, trachten diri
genten door de uitvoering van zijn wer
ken de menschen van dezen dag den
grooten componist nader te brengen
,Ik zal hem in zijn stoel lichten' zei
ik. ,,cn dan mag hij' er uil vallen zoo
veel als ï\ij wilwij kunnen niet blijven
om liem gade te slaan. Ik hoop, dat u nu
oldoende weel, miss Oalhy, dat u niet
dé persoon bent om hem wel te doen en
dal zijn gezondheidstoestand niet zoo
slecht is uil gehechtheid aan u Zie zoo,
daar zit hij! Kom mee, zoodra hij weet,
dat er iemand bij is die óm* zijn önz.nï
gcefl, zal hij blij ziju om stil Ie liggen"'
Ze plaatste een kussen ïondcr zijn hoofd
bood hem wat waler aanhij verwierp
dit laatste cn bewoog zich onophoudelijk
op hel eerste alsof het een sleen of een
blok lioul was Ze probeerde het makke
lij leer te leggen
„Ik heb er niet genoeg aan", zei hij!
.dit is uiet hoog genoeg",
Calharina bracht een ander, da* ze er
boven op legde.
,Dat is te hoog", mompelde hel irri-
leerende wezen.
„Hoe moei ik het dan doen?"
ze wanhopig.
Hij draaide zich naar haar op. ter
ijl zij half bij den stoel neerknielde en
veranderde haar schouder in een steun
..Neen, dat gaat niet" zei ik. „IT zult
Jevrcden moeten zijn met hol kussen,
jongenheer Heathcliff. Dc juffrouw heeft
al te veel tijd aan u besteed; we kun
nen geen vijf minuten langer blijven."
..Ja, ja, dat kan wel!" antwoordde Ca-
En gros verkrijgbaar by N.V. J. G. <Jb
I. J. v. d. HARST, Grossiers, Middefbuig,
(Itigez. Med.J
Wie iets van deze schoonheid eenmaal
ervaren hebben, voelen telkens weer de
diepe ontroering, welke zijn werk bij hen
wekt en die naar uitvoeringen gaan,
ornaat men daar nu eenmaal gezien
moet worden, zetten, nadat zfj zich onder
zoo n so'nate ontzetlena verveeld hebben,
een gezicht, alsof ze zeggen willen er
is toch maar een Beethoven. Dat kunnen
ze gerust zeggen, want het zegt niets
en het zal niet tegengesproken worden.
De belangstelling voor de persoonlijk
heid en het leven van Beethoven is
alleszins gerechtvaardigd, 't Is noodig,
dal we den werker zien zooals hij* is,
niet zooals men over hem fabelt. Bui
tengewoon verdienstelijk is in dit opzicht
een studie van Dr Bernel Kempers
in nel Handelsblad, waarin liij aantdont,
dat ieder dwaalt, die Beethoven alleen
ziet, duister, in zich zelf gekeerd, onge
naakbaar, en onheilspellend als Jupiter
lonans. omdat in werkelijkheid niets
Bcelhoven zoo geboeid heeft als een
onbuigzame energie cn een onmetelijke
vreugde in het leven. Tol recht verstand
van zijn Werken de eerste voorwaarde,
tot het recht genieten daarvan is dat
zeker ncodig. evenals dal in de verhalen
omtrent zijn levenswijze en levenserva
ringen W'ahrheil en Dichiung nauwkeu
rig gescneidcn worden Maar dit worde
toch steeds bedacht, dat meer dan van
iemand anders, Beothovens werken zijn
gedenkschriften zijn Bach hoeft liet ont
zettend moeilijk gehad, maar als hij zijn
werken sclireer, was hij zoo heel ver
weg van zijn leven van eiken dag en
vertoefde hij in de zonnige rogionen van
blijde vroomheid. Daarom zijn zijn com
posities niet de uiting van zijn levens
strijd. Beethoveu geeft in zijn compo
sities de uitdrukking van zelfs de gering
ste bijzonderheden van zijn leven En
omdat hij zoo diep doorgedrongen is in
zijn eigen bestaan, daarom kan hij zien
de grootheid vin liet leven en verheerlij
ken dc noogere machten, die bet bobben
geschapen. In zijn machtige genialiteit
omvat hij den ganschen kosmos en het
eenvoudige leven van bloemen en hoo
rnen. Ilij vertolkt ervaringen van diepe,
pijnlijke zieleworsteling. waarin de wan
hoop grijnst als een vreeselijk monster
en hij heeft aan de symphonic bet
scherzo gegeven. En alles wat hij ge
schreven heeft, ligt op een hoog niveau,
waar de kunstenaar bei Gottes G naden
sonverein hccrschl en machtig werkt.
Willem Anoriessen scnrijl'j vin hem:
,,In zijii latere levensjaren betreedt Beet
hoven een land, waarin geen zijner voor
gangers nog ooit een schrede gezel had
en waarvan de huiveringwekkende
schoonheid meer dan een geslacht den
adem zou beklemmen En nog altijd
is slechts aan bevoorrechten de verhef
fing gegund, in dit tooverrijk te schou
wen met klaren, begrijpenden blik."
Zoo'n woord schrikt af, want liet getal
bevoorrechten is zoo gering. Wij belioo-
thy. „Hij is nu goed en geduldig. Ilij be
gint nu te denken dat ilc. vannacht veel
grooler ellende zal hebben dan hij, als
ik geloof dal bij door mijn bezoek, erger
is geworden, en dan durf ik niet terug
tc komen. Zeg de waarheid Linton: want
ik moet niet kjomen als ik je pijn gedaan
heb."
.Je moet komen om mij te genezen",
antwoordde hij ..Je bont verplicht te
kpmen, omdat je mij bezeerd hebt je
weet, dal je mij heel erg bezeerd hebt!
ik was niet zoo zic-kj toen je binnen
kwam als ik nu hen was ik wel?"
,Maar je licht jezelf ziek gemaakjt
door te schreien en jo zoo op le win
den Ik was niet de oorzaalc. van alles"
zei zijn nicht. „Maar we zullen nu vrien
den zijn. En verlang je naar mij ver
lang je werkelijk mo soms te zien?"
Ik zei jc al dat ik. dat deed", ant
woordde hij ongeduldig. „Ga op den
stoel zitten en laat mij op j'e knie leu
nen. Zoo placht mama. le doen. heele
middagen achtereen. Zit stil en spréék
niet: maar je moogt een lied zingen als
je zingen kunt; of je moogt een aardige
lange interessante ballade opzeggen
een van die je mij beloofde le loeren
of oen verhaal. Maar ik zou liever een
ballade liooren begin nu"
Catharina herhaalde de langste die ze
zich kon herinneren Dc bezigheid be
viel hun heiden bijzonder. Linton wilde