FEUILLETON, Ho. m Zaterdag 23 April 1927 170' Jaargang MIDDELBURG» COURANT. Dit nummer bestaat uit Twee bladen. EERSTE BLAD. ARBEIDSTIJDEN IN, EN SLUITINGSUUR VOOR WINKELS. Wij hebben nu den tekst voor ons van de voorontwerpen over deze ma terie die de Minister van A. aan den Hoogen Raad van Arbeid om advies heeft toegezonden. En daaraan heb ben we meer houvast gekregen dan de onlangs gepbliceerde Memorie van Toe lichting gaf. We weten nu dat de eene partij bij deze kwestie, die der winkelbedienden, een wettelijk voorschrift krijgt voor een werkdag van negen uür, een vrijen Zon dag en nog een vrijen hal ven dag; en dat de tweede daarbij betrokken par tij n.l. die der winkeliers, 'de zeker heid krijgt, dat de sluiting van winkels met bedienden gepaard zal gaan met suu'ting van winkels zonder bedienden ter vermijding van concurrentie. Dal er nog een derde partij bij be trokken is, n.l. het publiek, staat niet in het ontwerp. Men kan het indi rect afleiden uit sommige uilzonderin gen bijv. uit de bepaling dal Zondags morgens vóór hülf één melk verkpcht mag worden, cn dat er voor 2 uur 's Zondags couranten mogen worden ver kocht op de spoorwegstations. Misschien is er ook aan-het publiek1 gedacht, nAAst het belang der patroons, toen voor kappersondernemingen een 12-urige werkdag werd bepaald voor den Zaterdag. Maar die bepaling is lijk baar ontworpen door een ongetrouwden man. of door een vader zonder doch ters. Want zij geldt alleen voor de mannelijke kappers, blijkbaar met het oog op de Zalerdagsche baardstoppels. Maar de werkelijkheid is dal sedert dc mode van de pagekopjes de vrouwelijke kappersbedienden minstens even druk worden beziggehouden als de mannelijke en dat Vooral vóór den Zondag een massa page- en andere korte kopjes nog naar een ijzertje in hel haar verlangen Maar dal is een Jsl^fnigheïd tegen over het groote belang van hel koo pend publiek. En daarvan is in liet ont werp heel weinig te vinden Zooals er ook weinig of niets van dat belang van het publiek te bespeuren is geweest in de wettelijke regeling van den Arbeids tijd in andere bedrijven. Wc hebben slechts geringe hoop dal er nog iets meer van dat belang in de definitieve wet naar voren zal worden gebracht. Maar het is tóch! gewenscht dat de menschen, die geen winkelbe diende en geen winkelier zijn, voor uit weten, dat ook deze wet het hun niet makkelijker zal maken. Zooals de winkeliers, althans sommigen, dienen te beseffen dat er onvermijdelijk verkpop- gelcgenheden vernietigd worden, die niét zullen worden vervangen. Wc hechten zelf niet al te veel waar de aan de nog bestaande gelegenheid, tot hel koopen van snoeperijen of si- gareu in winkels op Zondag Maar het is een persoonlijke opvatting. Dc win keliers zonder bedienden, die er nu hun vrijen Zondag voor opofferen, denken er anders over. En zij weten dat er dan snoeperijen gekocht worden omdat op dat oogenblik de lust ertoe opkomt. Dat zijn geen dingen die te voren kun nen worden ingeslagen. Je koopt Za terdags geen reep chocolade omdat je Stormachtige Hoogten. Naar het Engelsch van EMILY BRONTE. Door W. A. G. VAN STJMEN. 83). .IEel duurde zoo lang, dat hel zelfs mij ■verschrikte. Wat zijn nicht betrof, zij weende uil al haar macht, doodelijk ont steld over liet onheil dat zö had aange richt, hoewel ze niets zei. Ik hield hem vast tol de vlaag zich uitgeput had. Toen stootte hij mij weg en liet zijn hoofd zwijgend hangen. CaLlia- rina bedwong ook haar weeklachten, nam een stoel tegenover hem en keek plechtig in liet vuur. „Hoe gevoelt ge u nji, jongenheer Heathcliffinformeerde ik, na 10 mi mi ten gewacht te hebben. „Ik wou, dal zjj voelde wat ik voel," antwoordde hij„kwaadaardig, wreed schepsel! Hareion raakt mij nooit aan. hij heeft mij nog nooit in zijn leven ge slagen En ik was vandaag beter: en! daarzijn stem stierf wég in weè- geklaag. „Ik sloeg je niet!" mompelde Cathy, terwijl ze op haar lip kauwde om een nieuwe uitbarsting van emotie te voor komen. Hij zuchtte en kermde als iemand die er Zondagsmiddag trek in zoudt kjrijgen. En de vergeten sigaren die nu "Zon dags nog in den winkel kuniiien worden gekocht, zulleu voortaan in veel gevallen worden aangeschaft in de café's d.w z. volgens de uitdrukking van het ontwerp „inrichtingen waar uitsluitend of in hoofdzaak spijzen of dranken ter plaatse zullen worden bereid of verkocht", en die \vel Zondags open blijven. Wat de avondsluiling betreft, zijn we hiér reeds gewend aan acht uur. We hebben echter eenigen tijd geleden nog eens er over geschreven ,hoe bezwaar lijk dat is voor menschen die om zes uur van hun werk komen ,dan nog moeten eten, dan hals over kop nog de winkelstraten moeten gaan bezoeken, willen ze niet de deuren gesloten vin den omdat het acht uur is. Over de door die vroege sluiting achterwege blijvende aankoopen voor de avondbo terham zullen wc maar niet uitweiden. Maar dat bezwaar is er óók. Nu komt er nog iets nieuws bij: de vrije weekmiddag of morgen voor het personeel. De lezer zegt waarschijnlijk: wat zou dat? Dan regelen ze dat wei om belur- ten. Maar zoo eenvoudig is het niet Er kan veel méér gebeuren, al schuift het Ryk dat ook af op de gemeenten. Volgens het voorontwerp op de win kelsluiting kan bij plaatselijke verorde niyg de gemeenteraad bepalen, dal op een werkdag per week gedurende een ge deelte van den dag en wiel vóór of na 1 uur des namiddags, alle of'b opaal- de groepen van winkels geslo ten moeten z ij n. (art. 6) Waarom? De toelichting spreekt-er niet veel over. maar het is duidelijk liet ontwerp schrijft ecu halvcn rustdag op een werkdag voor, in navolgiug blijkbaar van den vrijen Zaterdag voor fabrieksar beiders c d liet is natuurlijk een win- kclicrsbelang dat de vrije halve dag voor hun personeel niet op een Zaterdag valt, want dan komen de „vrijen" juist kot pen. Maar wanneer dan? Er zijn winkels met enkele bedienden, die moeilijk open kunnen blijven .als het personeel vrij-af heeft. En als die winkels sluiten, krijgen met veel bedienden of die. met epn patroon zonder bedienden, een voor sprong. Dus radicaal: Alles dicht, oT ten minste alle winkels van één groep lc gelijk dicht. Het publiek lelt bij die regeling blijk baar niet mee. Dat flioct er maar op re kenen, dat het Maandagmiddag geen sa jet, Dinsdagmiddag geen aardewerk, Woensdagmiddag geen kruiden ierswaren Donderdagmiddag geen vleesch kan £oopen. IIoc dat moot gaan met waren huizen waar ze ver uiteen loopende ar tikels aanbieden, kunnen we niet zeg gen. Het verstandigste lijkt hel ons dan maar flinkweg een sluitingsmiddag voor Alle winkels tegelijk te bepalen, al lijkt dat toch ook al weer lastig voor win keliers met snel bedervende waren. Las tig ook voor het publiek. Ongetwijfeld. Maar wie durft dat belang nu te stel len tegenover het belang van een vrijen middag van het personeel? Zonderling vonden we echter" een zin in de toelichting bij deze bepaling. ,.Een dergelijke bevoegdheid - van oen gemeenteraad, zoo lezen we daar, kan vooral van belang zijn voor plattelands gemeenten, waar nagenoeg ,geen winkels met personee,l zijn." Dat begrijpen we niet. We zouden zoo zeggen, dat in een streek met winkels zonder personeel niemand taalt naar een hevig lijdt, en hield dal ged(urende een kwartier vol, blijkbaar met opzet om zijn nicht te kwellen, want telkens wan neer hij een gesmoorden snik van haai* opving, lcgdeJiij hernieuwden pijn en pa thos in de buigingen van zijn stem Het spijt mij, dal ik je zeer gedaan, heb, Linton!'" zei ze ten slotte, na on- (verdragelijlce kwelling „Maar ik zou door dat slootje geen zeer gedaan zijn, enl ik dacht er geen oogenblik aan, dat dal! bij jou wel Tiet geval was maar je| bent niet erg bezeerd, wel Linton? Laat mij niet naar huis gaan niet de gedachte dat ik je kwaad gedaan heb Antwoord mij, spreek legen mij". „Ik kan niet tegen je spreken", mom pelde iiij; „je hebt mij zoo'n pijn gedaan, dal ik den boelen nacht met dezen ver- slikkenden lioest zal wakker liggen! Als je het zelf had, zou je weten watt dief maar jij zult prettig slapen, ter wijl ik in doodsangst verkeer, met nie mand bij mij! He ben benieuwd of gij er op gesteld zoud ziju om die vreese- ïjjlce nachten door te maken!" En hij begon luid te klagen, enkel uil mede lijden voor zichzelf „Daar u gewoon bent om vreeselijke nachten door te brengen" zei ik, „zal hel dc juffrouw niet zijn, die uw rus!) verstoort, dit zou net precies zoo zijn) als ze niet gekomen was. Maar zc zal u niet opnieuw hinderen, en misschien zal vrijen lialven dag op een weekdag. De winkeliers doen liet daar zeker niet. Waarom is zoo'n door den gemeenteraad voorgeschreven lialven sluitingsdag dan van zooveel belang voor de plattelands gemeenten9 Of wringt de schoen ergens anders, en is het de bedoeling om ter- wille van de zeer enkele winkels met be dienden alle andere winkels zonder be dienden te kunnen dwingen tot het slui- cen der deur? We hebben ook al gedacht aan de bedoeling om te voorkomen dal een plattelandsgemeente met winkels zonder bedienden, concurrentie zou aan cideu aan een aangrenzende stadgemeen- te met winkels die lerwille van het personeel een lialven dag moeten slui ten. Maar dat klopt toch ook niet, want zoo'n dorpsgemeenteraad zal daar al licht niet toe meewerken, cn liever dat bonheurtje aan zijn plaatselijke winke liers gunnen. Nu hebben we naar aanleiding van vroegere beschouwingen al genoeg booze woorden gehoord 0111 niet ook nu voor bereid te zijn op verontwaardigde op merkingen van winkelbedienden, die vra gen of we hun dan niet een menschelijk bestaan gunnen, en van winkeliers die betoogen dal zij toch ook wel eens even als andere menschen een vrij uur willen hebben. Och, de ergsten zullen ons niet geloo- ven als we zeggen, dat we werkelijk wel iets aan een ander gunnen. Maar daarom behoeven we nog niet iedere regeling te prijzen. En daar zoowel de winkelbedien den als de wïhkeliers ruimschoots gele genheid hebben door hun bonden en vereenigingen, om him speciale belan gen naar voren te brengeu, achten we het hoogst gewenscht om ook de te veel veronachtzaamde belangen van liet pu bliek lc bepleiten, dal geen bonden en vereenigingen heeft. We welen heel goed, dal vooral vroe ger véél te lange diensttijd van het win kelpersoneel gdvorderd werd; en ook dal liet voor veel winkeliers een zegen is geweest, toen ze 's avonds ook eens iels aan hun avond kregen. Maar om dal te verkrijgen en om dal uit te breiden is nog niet ieder middel geoorloola, en mag niet geèischt worden, dal alle* andere menschen zich zonder protest maar moeten schikken. En wat ons in ai deze dingen het meeste hindert, nog méér zelfs dan de vcrwaarloozïng van het gerief der koo- pers, dat is de onzalige dwang waartoe iedere regeling móet leiden, ter voorko ming van den voorsprong van den man zonder bedienden boven den winkel met bedienden. We gelooven, dat daarin een factor zit, die verderfelijken invloed beeft. Menschen met een nog vrij beroep, wier arbeid hun lust is, die met op de kfSk kijken als ze bezig zijn. en wier grootste voldoening het is :s avonds naar bed te gaan met het ge voel dal zc den dag goed besleed heb ben die ^allen zullen het beste be grijpen wal we bedoelen met dien vei derfclijken invloed. En ze zuilen met ons een kregelige gewaarwording krij gen, als ze zien hoe die regelingsijver den dwang lol niets-doen, tot sluiten, oplegt aan een winkelier zonder bedien den. die met opoffering van lijd en met voortdurende zorg voor zijn win kel, er In slaagt om zijn zaak lot een levensbestaan tc maken, maar die vroe ger moet sluiten dan hij zelf zou wen- schen terwille van hel sluitingsuur voor de zaken met bedienden, en die nu ook al weer de mogelijkheid heeft te voorzien nog een halven dag gedwongen werke- u kalmer worden als wij u verlaten „Moet ik weggaan?' vroeg Oatharina droevig, terwijl ze zich over hem heen- boog. „Verlang je dat ilc wegga, Linton „Je kan niet veranderen wat je gedaan hebt", antwoordde hij gemelijk, terwijl liij voor haar terugkromp. „behalve als je liet nog erger maakt door mij lc kwel len tol Ik eea koortsaanval krijg" „Dus dan moet ik weggaan" herhaalde ziï 77 „Laat mij ten minste met rust", zei liij, „ik kan je gepraat niet verdragen.' Ze idraaldc en weerstond mijn vertoo- geu om te vertrekken hinderlijk -lang; maai* daar hij nog 'opkeek nóg sprak, maakte zc eindelijk een beweging naar de deur en ik volgde We werden door een gil teruggeroepen Linton was van zijn stoel op de haard steen gegleden cn lag zich te wringen met de echte onhandelbaarheid van een bedorven rakker van een kind, dat be sloten was om zoo hinderlijk en kwelziek te zijn als maai* mogelijk was Ik peilde zijn aard volkomen uit zijn gedrag en zag terstond, dat hel dwaas heid zou zijn een poging te doen om hem toe te geven Maar zoo was jicfl met mijn gezellin niet; ze liep vol schrik terug, knielde jiecr en schreide en suste en smeekte, tot hij kalm werd uit gebrek1 aan adem, heelemaal niet uit berouw omdat liij haar verdriet deed. loos te zijn, omdat de bedienden van an dere zi?ken een vrijen middag of morgen moeten hebben. Met een boete or hech tenis in het vooruitzicht als hij er zich niet aan houdt We kunnen niet gelooven, dat het goed is steeds maar weer toe te geven aan het verlangen naar meer vrijen lijd. We hebben nog zoo bitter weinig goede re sultaten vernomen van de zelfontwikke ling, die. ons werd voorspeld toen de arbeidswet in behandeling was. En we zijn overtuigd, dat velen graag meer zouden willen werken. Maar we leven nu eenmaal in een tijd, waarin de sociale wetgeving té veel be- hcerscht wordt door de vakbonden, dan dat we de illusie zouden hebben die stroom spoedig te zien verzwakken. Maar zij die er anders over denken, be hoeven toch niet zich te laten mee- duwen zonder te waarschuwen. KUNST EN WETENSCHAPPEN. De Beet hove n-a vono van de Zang vereen. „Tot Oefening en U i t s p a n n i n g." Men schrijft ons N'a Bacn thans Beethoven. Twee groo- ten, die leefden hoog boven de menschen van hun tijd uit, en tol wie we nu nog altijd opzien met ontzag en vrceze. om dat we weten, dat de schoonheid van hun werken zoo overweldigend is, dat wij ternauwernood spreken durven, van wat wij er schoons aan ervaren hebben. De aanleiding tot den Beethoven-avond op 6 Mei a.s is het feit, dat het in Maart 1.1. honderd jaar geleden was. dat deze meester stierf. Toch niet meer dan een aanleiding. Beethoven zelf heelt dat ron de getal niet noodig, om uit vergetelheid naar voren te worden gebracht. Ilij hoeft zijn plaats terstond ingenomen en is po pulair geworden naar beide kanten. Zoo als de kop van Napoleon is de kop van Beethoven bekend. In den eersten den besten galanteriewinkel koopt men een buste van den componist,die blijkbaar tot tic gewone versiering van een piano behoort en haar plaats heeft tusschcn familieportretten en een virtuoos van erkende bekwaamheid vertelt, dat hij steeds zijn "grootste vreugde gevonden heeft in de vertolking van de muziek werken van dit grootscli genie. Ieder een kent wel de een of andere anecdote van hem en die wat meer welen, pra len van liet „Hei 1 igensladter Testament Dal hij dool' geworden is. weel iedereen. Beter ingewijden kennen den strijd, dien dat gebrek hem heeft veroorzaakt. Van zijn hoog gevoel van kunstenaarschap gaan verhalen onder de menschen rond, ook over het ontzag, dat de eenvoudigen voor hem hadden. Van zijn groote liefde voor de natuur vertelt ieder, de specia listen houden zich bezig met de puzzle van dc ,unslcrbliche Gelichte" Van zijn moeielijk leven weel ieder te verhalen cn daarom hoort men in zijn muziek ook l allerliefst den weerklank van dien mociclijkcr. strijd, waarin hij geworsteld heeft, totdat hij in de vreugde de over winning heeft gegrepen. Zijn werken zijn bekend. Laat ik 't liever zoo zeggen van zijn werken ko men er steeds weer op de concertpro gramma's voor. En niet alleen bij een gelegenheid als Tlal het honderd jaar geleden is. dat hij stierf, trachten diri genten door de uitvoering van zijn wer ken de menschen van dezen dag den grooten componist nader te brengen ,Ik zal hem in zijn stoel lichten' zei ik. ,,cn dan mag hij' er uil vallen zoo veel als ï\ij wilwij kunnen niet blijven om liem gade te slaan. Ik hoop, dat u nu oldoende weel, miss Oalhy, dat u niet dé persoon bent om hem wel te doen en dal zijn gezondheidstoestand niet zoo slecht is uil gehechtheid aan u Zie zoo, daar zit hij! Kom mee, zoodra hij weet, dat er iemand bij is die óm* zijn önz.nï gcefl, zal hij blij ziju om stil Ie liggen"' Ze plaatste een kussen ïondcr zijn hoofd bood hem wat waler aanhij verwierp dit laatste cn bewoog zich onophoudelijk op hel eerste alsof het een sleen of een blok lioul was Ze probeerde het makke lij leer te leggen „Ik heb er niet genoeg aan", zei hij! .dit is uiet hoog genoeg", Calharina bracht een ander, da* ze er boven op legde. ,Dat is te hoog", mompelde hel irri- leerende wezen. „Hoe moei ik het dan doen?" ze wanhopig. Hij draaide zich naar haar op. ter ijl zij half bij den stoel neerknielde en veranderde haar schouder in een steun ..Neen, dat gaat niet" zei ik. „IT zult Jevrcden moeten zijn met hol kussen, jongenheer Heathcliff. Dc juffrouw heeft al te veel tijd aan u besteed; we kun nen geen vijf minuten langer blijven." ..Ja, ja, dat kan wel!" antwoordde Ca- En gros verkrijgbaar by N.V. J. G. <Jb I. J. v. d. HARST, Grossiers, Middefbuig, (Itigez. Med.J Wie iets van deze schoonheid eenmaal ervaren hebben, voelen telkens weer de diepe ontroering, welke zijn werk bij hen wekt en die naar uitvoeringen gaan, ornaat men daar nu eenmaal gezien moet worden, zetten, nadat zfj zich onder zoo n so'nate ontzetlena verveeld hebben, een gezicht, alsof ze zeggen willen er is toch maar een Beethoven. Dat kunnen ze gerust zeggen, want het zegt niets en het zal niet tegengesproken worden. De belangstelling voor de persoonlijk heid en het leven van Beethoven is alleszins gerechtvaardigd, 't Is noodig, dal we den werker zien zooals hij* is, niet zooals men over hem fabelt. Bui tengewoon verdienstelijk is in dit opzicht een studie van Dr Bernel Kempers in nel Handelsblad, waarin liij aantdont, dat ieder dwaalt, die Beethoven alleen ziet, duister, in zich zelf gekeerd, onge naakbaar, en onheilspellend als Jupiter lonans. omdat in werkelijkheid niets Bcelhoven zoo geboeid heeft als een onbuigzame energie cn een onmetelijke vreugde in het leven. Tol recht verstand van zijn Werken de eerste voorwaarde, tot het recht genieten daarvan is dat zeker ncodig. evenals dal in de verhalen omtrent zijn levenswijze en levenserva ringen W'ahrheil en Dichiung nauwkeu rig gescneidcn worden Maar dit worde toch steeds bedacht, dat meer dan van iemand anders, Beothovens werken zijn gedenkschriften zijn Bach hoeft liet ont zettend moeilijk gehad, maar als hij zijn werken sclireer, was hij zoo heel ver weg van zijn leven van eiken dag en vertoefde hij in de zonnige rogionen van blijde vroomheid. Daarom zijn zijn com posities niet de uiting van zijn levens strijd. Beethoveu geeft in zijn compo sities de uitdrukking van zelfs de gering ste bijzonderheden van zijn leven En omdat hij zoo diep doorgedrongen is in zijn eigen bestaan, daarom kan hij zien de grootheid vin liet leven en verheerlij ken dc noogere machten, die bet bobben geschapen. In zijn machtige genialiteit omvat hij den ganschen kosmos en het eenvoudige leven van bloemen en hoo rnen. Ilij vertolkt ervaringen van diepe, pijnlijke zieleworsteling. waarin de wan hoop grijnst als een vreeselijk monster en hij heeft aan de symphonic bet scherzo gegeven. En alles wat hij ge schreven heeft, ligt op een hoog niveau, waar de kunstenaar bei Gottes G naden sonverein hccrschl en machtig werkt. Willem Anoriessen scnrijl'j vin hem: ,,In zijii latere levensjaren betreedt Beet hoven een land, waarin geen zijner voor gangers nog ooit een schrede gezel had en waarvan de huiveringwekkende schoonheid meer dan een geslacht den adem zou beklemmen En nog altijd is slechts aan bevoorrechten de verhef fing gegund, in dit tooverrijk te schou wen met klaren, begrijpenden blik." Zoo'n woord schrikt af, want liet getal bevoorrechten is zoo gering. Wij belioo- thy. „Hij is nu goed en geduldig. Ilij be gint nu te denken dat ilc. vannacht veel grooler ellende zal hebben dan hij, als ik geloof dal bij door mijn bezoek, erger is geworden, en dan durf ik niet terug tc komen. Zeg de waarheid Linton: want ik moet niet kjomen als ik je pijn gedaan heb." .Je moet komen om mij te genezen", antwoordde hij ..Je bont verplicht te kpmen, omdat je mij bezeerd hebt je weet, dal je mij heel erg bezeerd hebt! ik was niet zoo zic-kj toen je binnen kwam als ik nu hen was ik wel?" ,Maar je licht jezelf ziek gemaakjt door te schreien en jo zoo op le win den Ik was niet de oorzaalc. van alles" zei zijn nicht. „Maar we zullen nu vrien den zijn. En verlang je naar mij ver lang je werkelijk mo soms te zien?" Ik zei jc al dat ik. dat deed", ant woordde hij ongeduldig. „Ga op den stoel zitten en laat mij op j'e knie leu nen. Zoo placht mama. le doen. heele middagen achtereen. Zit stil en spréék niet: maar je moogt een lied zingen als je zingen kunt; of je moogt een aardige lange interessante ballade opzeggen een van die je mij beloofde le loeren of oen verhaal. Maar ik zou liever een ballade liooren begin nu" Catharina herhaalde de langste die ze zich kon herinneren Dc bezigheid be viel hun heiden bijzonder. Linton wilde

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1927 | | pagina 1