iss Gezondheid met f glazen Zaterdag 5 Februari 1927 FEUILLETON. VS No. 30, 170' Jaargang MIDDELBUR6SCHE COURANT. mt- Dit lunmtr bestaat uit Twee bladen. EERSTE BLAD. Abonnementsprijs per kwar taal: op de buitenwegen om Middelburg, en voor de andere gemeenten p. post f 2.50; voor Middelburg en agentschap Vlis- singen f 2,30; weekabonnementen in Middelburg 18 cent per week. Advertentiën worden berekend per regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone advertentiën: 30 cent per regel. Ingezonden Mededeelin- i e n 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels f2.10, elke regel meer 30 cent. Kleine advertentiën niet grooter dan vijf regels druks en waarbij is aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk, Advertentiën moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn. Postcheque en Gironummer 43255. EENZIJDIGE ONTWAPENING. Als deze maand de Tweede Kamer weer bijeenkomt, zal ze o. a. in behan deling nemen het ontwapeningsvoorstel der S. D. A. P.-fractie. Moeten we dat nu nog als ernsitig bedoeld beschouwen? Toen het Werd ingediend was het 'begin Maart '25.. dus juist toen de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen van dat jaar begon. Hefmaalcte toen dan ook den indruk van een verkiezingsmanoen- ver. Men zal zich trouwens herinneren, dat in die verkiezingscampagne de S. D. A. P. zich geducht geweerd beeft met dat ontwapening'sidée, gesteund door de Vrijz. Democraten, hoewel het toen al heel duidelijk was, dat er niet liet minste uitzicht was op het verkrijgen van zulk een ontwapening van Nederland afzon- derlija. De later gehouden begrootings- óebatten hebben dat-oolc voldoende aan getoond. Maar er is in dien tusschentijd meer gebeurd. Een der argumenten voor het indienen van bedoeld voorstel door de "S. D. A. P.-ÏTactie, en zelfs 'n aanleiding daartoe, was bet indienen in Denemar ken van een ontwapeningswet door de toenmalige socialistische regeering. Wij verkeeren, zoo werd toen betoogd, in dezelfde positie als Denemarken. Dat was wel is waar niét gebleken in den jongsten oorlog, toen onze geografische ligging ons aan veel grooter gevaren bloot stelde dan Denemarken, maar dat argument deed opgeld: wat Denemarken kon doen, konden wij ook doen. Het werd toen een beetje weggedoe zeld, dat het nog geen wet was; dat misschien wel door een compromis het voorstel door de Deensche Tweede Ka mer zou worden aangenomen, maar dat Stormachtige Hoogten, Naar het EngeWch van EMILY BRONTÉ. Door W. A. C. VAN STR1EN. 26). 27). „Volkomen goed; als monschen goed handelen die alleen met het oog op het heden trouwen. En vertel ons nu waarom u ongel ulckig bent. Uw broer zal het pret tig vinden; de oude heer eiudamo zullen, denk ik, geen bezwaar hebben, u zult uit een ordeloos tehuis, zonder gezelligheid, ontsnappen naar oen rijk en respectabel huis; en u hebt Edgar lief on Edgar heeft u lief. Alles schijnt glad on gemakkelijk te loopeu waar is dan de hinderpaal „Hier! en hier!" antwoordde Catha- rina, terwijl ze met haar eene hand op haar voorhoofd sloeg en mot de andere op haar borst:- „waar ziel dan ook wo nen mag in mijn ziel en in mijn hart beu ik overtuigd dat ik verkeerd doel" „Dat is heel vreemd! Ik begrijp het niet." „Dat is mijn geheim; maar als je mij niet voor den gek houdt, zal ik het uit leggen; ik kan het niet duidelijk doen maai- ik zal je iets lhten voelen. Van wat ik voel." Zij ging weer bij me zitten; haar gelaiat de Deensche Senaat het zeker niet zou laten passeeren. En in den tusschentijd is het nog anders geworden: het voor stel heeft den tocht door de Deensche Tweede Kamer ook niet volbracht, en is nu zelfs geheel en al van de baan, omdat de sociaal-democratische regee ring tengevolge van den .uitslag der jongste verkiezingen gedwongen was af Maar het Nederlandsche navolgiugsidée leel't nog op z'n eentje voorW* Toch zijn er in de wereld ook nog èndere dingen veranderd. We gelooven ten minste niet, dat iemand ervan zal uurven gewagen, dat het er nu zoo vreed zaam uitziet, met de troepenzendingen ^haar China, de oorlogsbedreigingen in Midden-Amerika, den kruiser-aanbouw in de Vereen. Staten en de telkens von kende wrijvingen in Klein Azië. In zoo'n sfeer ypelen wij er niets voor om ons land tot een weerloos invalsterrein te maken voor anderen die het goedkoo- per vinoen op het gebied van een ander te gaan vechten. En we Weten het uit ervaring, dat de verre afstand geen mo tief lot geruststelling is. Een revolver schot in Bosnië in Oost Europa zette in '14 heel West Europa om ons lieen in Vlammen. Uns leger en onze vfoot hebben voor ons nog altijd de beteekenis die ze in den groolen oorlog hadden, n.l. die van cLen bewaker onzer neutraliteit. We zijn er vast van overtuigd, dat zonder dat leger en die vloot de zaken voor ons in den grooten oorlog lieel anders zouden zijn geloopen. Natuurlijk zeggen de ont- wapenaars, dat dit niet zoo is. Dat is wel in strijd met d© opvatting der soc. dem. Kamerfractie in '14, maar dat wordt zoo nauw niet genomen. Die frac tie denkt er nü anders over en zegt, dat als wij toen hadden moeten vechten ons leger reddeloos verloren zou zijn geweest. Ja, dat is al evenmin te bewij zen als onze meening, dat het wel an ders kon zijn geloopen ook. Maar "fïaar- mee is Iron wens ook niet weggerede neerd, dat 'l bestaan van ons leger en van onze vloot de vechtende mo gendheden heeft gedwongen uit le re kenen hoeveel troepen en tijd het zou kosten om die weermacht „reddeloos verloren" te doen.gaan. In ieder geval voelen we ons veiliger bij dat léger dan bij dc door de ontwapenaars voorge stelde Veiligheidswacht van hoogstens 3000 man en een Zeewacht van 200 man, met opheffing van alle verdedi gingswerken. Toch zal ook nu weer allereerst het onmachlsargument naar voren worden gehaald. Dat is in den loop van onze geschiedenis in de laatste drie eeuwen van tijd tot tijd telkens 'herhaald, en soms is er zelfs naar gehandeld. Maar dal leidde gewoonlijk tot een periode van nationale vernedering, waaraan pas een eind kwam zoodra de idéé hel won, dat We wél wat konden. Toen de leider der S. D. A. P{, de heer Albarda, deze week hier ter slede een politieke redevoering hield, heeft hij na de pauze uitsluitend"over de ont wapening gesproken, en toen weer voort durend er op gehamerd, dat wij reeds weerloos z ij n, dat wij in een modernen oorlog niets vermogen. Wij kunnen daartegenover slechts zeggen daar anders over te donken, zoolang Ne derland niets meer wenscht dan neutra- liteitsverdediging. En daar gaat liet geluk kig bij ons nog altijd om. Maar bij die gelegenheid heeft de heer Albarda hog een ander argument ge bruikt. „Ontwapening is een zedelijke plicht, en een volk mag niet wachten me! het uitvoeren van een zedelijlfen plicht", zoo zei hij. Ja, wacht even: we 'vinjden het voor een volk, en dus voor zijn regeering en volksvertegenlwoordigmg, een even dringenden zcdelijken plicht om er voor te zorgen dat land en volk niet geteisterd worden door oorlogsellende. Afschuw voor de oorlogsverschrikkingen heeft den oorïog niet weg bunnen krijgen, zelfs niet na de vreeslijjke ervaringen van '14—'18. ,Dat zien we nu duidelijk om ons heen De oorlogskans is ér nog, daar moeten we mee beginnen. 'En als we dan lezen hoe resultaatloos voorloopig ,pók nóg maar liet voorbereidend werk voor de al gemeen© ontwapening door den Volken bond is, d|an achten 'we/ het een zedelijken plicht voor ieder landsbestuur om met die oorlogsmogelijkheid rekening te hou den. En dan vinden we het een onnoozele blindheid voor -de realiteit, om le ver wachten dat anderen, do grooten tot meerderen voortgang bij die ontwapening zullen komen, wanneer de dwerg Neder land in de VolkenbondsvergaderLng komt zeggen- wij hebben het voorbeeld gege ten, voig ons na, zooals de lieer Al barda het uitdrukte. Dal', zïjin woorden. Die anderen zouden na .ons voorbeeld niets doen. Behalve misschien zouden op- ringschs tiend de schouders zouden op halen niet de opmerking gevaarlijk ide alisme De heer Albarda is overtuigd, dat hel voorstel niet door de Kamer zal worden aangenomen. Wij ook. Maai* dén is zoo'n kansloos initiatiefvoorstel ook zonder ern stige bedoeling. En dan is de Actie voor zulk een ontwapeningsplan voor Neder land alleen een onverantwoordelijk werk. Want het bemoeilijkt de menschen om te berusten in de altijd zure opofferingen van geld ën moeite, die bet iustandhou: den van een weermacht eischt. Want zuur vinden we die uitgaven zeker. Maar er is wel meer zuur in de wereld, waar we echter toch in berusten, omdat het nu éénmaal móet, niet door onze schuld, 'maar door de werking der onïstandigf- heden werd droeviger en ernstiger, en haar sa- mengeklemde handen trilden. Nolly, heb jo nooit wonderlijke droo- men?" zei ze plotseling, na eenige minu ten van nadenken. „Ja nu en dm," antwoordde ik. „Ik ook. Ik heb in mijn loven droomen gehad die mij steeds bij gebleven zijn en mijn denkbeelden veranderd hebben; ze zijn mij door- en door gegaan, zooals wijn zich in water oplost en hebben de kleur van mijn geest veranderd. En dit is er een van ik zal hem jo vertelleu maar pas op dat jo over geon enkel deel er van lacht." „O, doo het niet, Miss Catbsirinal" riep ik uil. „We zijn ongelukkig genoeg zon der dat we geesten en visioenen oproepen om ons te verbijsteren. Kom, kom, wees vroolijk, zooals altijd 1 Kijk naar don klei ne Hareion hij droomt niets akeligs. Hoe lief glimlacht hij in zijn slaap!" „Ja; en hoe lief vloekt zijn vader in zijn eenzaamheid! Ilc denk dat je nog een her tinnering aan hem hebt toen hij er net zoo een was als dat mollige ventje bijna net zoo jong en onschuldig. Maar je moet toch naar me luisteren, Nelly hot duurt niet lang; en ik kan vanavond niet vroolijk zijn." „Ik wil het niet hooren, ik wil het niet hooront" herhaalde ilc haastig. 11c héchtte toen sterk aan droomen en doe het nog; en Catharina h'ad iets on- PEPERMUNT AAN DE SPITS t I AAN En gros verkrijgbaar bij N.V. J. G. J. J. v. d. HARST, Grossiers, Middelburg. (Ingez. Med.j BINNENLAND. kanten van goeden wil de bepalingen van het tractaat licht aanleiding kunnen ge ven tot strijd, omüat de moeilijkheden er „als opgestapeld" liggen, is in de Tweede Kamer overvloediglijk gebleken. Te eer der is geschil te duchten, als aan tien goeden wil of aan de neiging tot volhar- tige samenwerking iets mocht haperen. En te recht merkt het verslag der Eerste Kamer op, dat die geschillen talrijker en „veel moeilijker" zullen wezen „dan (er) uit het bestaande verdrag ooit zijn ont staan." Derhalve is voor ons land geen enkel verdrag voor volledige geschilbe slechting zóó urgent als juist éen met België; men mag het van het aanhangig tractaat van 3 April 1925 het onmisbaar corol.larium noemen. Al heeft op voet vsn wederkeerigheid Nederland tot Augustus 1936 en België tot September 1940 of Maart 1941 de verplichte rechtspraak van het per manente hof van internationale justitie (in het Vredespaleis) aanvaard voor rechtsgeschillen, nochtans blijft een alge meen arbitrage- en verzoeningsverdrag tusschen de twee landen veréiscbt ia omdat naast rechtspraak in rechtsgeschil len de verzoeningsprocedure (of arbitra ge naast verzoening) verplicht moet wor den gesteld voor de zeker niet minder ge vaarlijke belanggeschillen, en (b). om dat onderwerping aan het Haagsche Hof geschiedt voor een beperkt aantal jaren, terwijl hel aanhangig tractaat beoogt te gelden voor onbeperkten tijd. Trouwens, nu Nederland en België elk oor zich al hun rechtsgeschillen voor de naaste toekomst onderwierpen aan het Haagsche hof „behoudens die ten aanzien waarin partijen... nopens een andere wij ze van vreedzame beslechting zouden zijn overeengekomen,is moeilijk in tc zien, hoe men een nieuw rijzend geschil over de Wielingen aan "s hofs jurisdictie onttrokken zou kunnen achten; want het verdrag van 3 April 1925, wel verre van voor Wielingengeschillcii eon „andere" wijize van oplossing le bedingen zwijgt. Bezwaar tegen een algemeen verdrag van arbitrage en verzoening tusschen België en ons, desnoods met uitzondering van wat de Wielingen raakt, kan niet ge komen zijn van Nederlandsclien kant. Na een veeljarige periode* van aarzeling, al thans van afwachten, is de Nederlaud sche regeering naai* haar éigen woord met overtuiging den weg der alomvatten de beslechtingsverdragcn opgegaan met Zwitserland gebrekkig in 1925, met Duitschland in 1926), gehoorzamend aan den geest van artikel 57 grondwet en aariknoopend aan wat al vroeger partieel bereikt werd met Denemarken (1904), Italië (1909), Amerika (1913. China (1915). Voor vreedzame betrekkingen tus schen ons en België schijnt een compleet arbitrage- en verzoeningsverdrag als het in Mei 1926 met Duilschlanjd gesloteue een waarborg dien men, juist naast het aanhangig tractaat. niet kan missen. Hij ontbreekt. HET NEDERLANDSCII-BELGISCft VERDRAG. Di c beslechting v a n g e s c h L11 e h: Prof. C. vsn Vollenhoven zegt in de Economisch-Statische Berichten Evenmin als de overleggingen der Tweede Kamer over het Belgisch verdrag richt het zorgvuldig verslag der Eerste Kamer aandacht op het ontbreken van een algemeene voorziening nopens ge schilbeslechting tusschen België en ons land. Dat zelfs bij aanwezigheid aan wieers- gewoou sombers in haar gelaal, zoodat ik bang was voor iets waarin ik mogelijk een profetie zou zien, die een vreese- lijko ramp voorspelde Hot hinderde haar, maar zo ging niet voort. Ze vatte blijkbaar een juuler onder werp aan, en begon spoedig opnieuw „Als ik in den hemel was,jlolly, zou ik uiterst ongelukkig zijn." „Omdat u niet geschikt bent om er heen lo gaan", antwoordde ik. „Alle zondaars zouden in don hemel ellendig zijn." „Maai* daarom is het niet. Ik droomde eens dat ik daar was." „Ilc zeg u, dat ik niet naar uw droo men wil luisteren. Miss Catharina 1 Ik ga naar -bod", viel ilc haar opnieuw in de rode. Zo lachte en hield mij tegen, want ik maakte een -beweging om mijn stoel le ver laten. „Dit beleekent niets", riep zij„ik wou maai* zeggen dal de hemel mijn tehuis niot scheen to zijn; en mijn hart brak, zoo schreide ik van verlangen om op aarde te rug te komen; en de engelen waren zoo toornig dat ze mij er uit slingerden, mid den in de hei boven op Wulhering Heights; en daar ontwaakte ik snikkend van vreugde. Dat is voldoende om mijn geheim te verklaren ,zoo goed als do andore droom. Ik heb niot meer ver langen om Edgar Linton le trouwen dan ik heb om in den hemel te zijn en 'als VOOR DE HUISVROUWEN. Ziekenvoeding. (Prévenir est micux que guérir" is ecu vrij wat gvacicuser motto dan zijn pendant „der Mensch 1st, was er iszl", beide fiankeercnd hel opschrift: „In en om de Keuken", een maandelijksch vak blad, sinds eenigen tijd omgewerkt tot „In en om do Woning", wat minder vet- materiecl klinkt en mogelijkheid biedt voor ruimere, zelfs aesthetische bespie gelingen. Dal voorkomen beter dan ge nezen is, blijft in tusschen een Tianaal- gemakkelijke waarheid, waarvoor eeruge attentie over'te hebben in dezen bacüURn- winter, toch geen dwaasheid ik. Uit wijken behoeft niet een vorm van angst le openbaren, maar kan wijs beleid be- tcekenen. Wie in het moderne stads verkeer niet eerst links en rechts uit ziet, alvorens het nat-gludde asfalt in rechte 'lijn snel over te steken, loopt groole kans het slachtoffer te worden van een of andere voortsuizende auto Wie in infectieuse maanden zich roe- keloos-uitdagend of angst-verkrompen toont, noodigt de onzichtbare, geheim zinnige dampkringsvijanden uit tot venij- nigen aanval Welke houding is wellicht aan te prij zen9 Me dunkt die der blijmoedige on verschilligheid wat aangaat eigen cor pus; die der zorgvolle, opgewekte toewij ding wal de heel- en halfzieken om ons heen'betreft. Drogisten en apothekers bcieven waarschijnlijk goede weken, want suggestief werkt de overtuiging, waar mee vele middelen worden aangepre zen. I)e een zweert bij,' aspirine, driemaal daags in combinatie met een warme kwast, dc ander put zijn finali ties uil incl heil brengende formamint en wybrrtjes een derde traditioneel aan gelegd, wandelt rond met een verbor gen pijpkan eellje in den mond en een enkei menschenkina zegt aan het ei'noe der maand, dat Muiford gelijk had met zijn uitspraak „dal de geest moet heerschen en een geneesmiddel slechts als lijdelijke, zwakke steun recht hcefl En dan blijven cr gelukkig de duizen den. die liet veel te druk Jiebben, om zich vóóruit, over wit ook, bezorgd te ma ken; die werken „zoolang het dag is" en zonder tobben hun moede hoofd gerust neerleggen tol verkwikkenden slaap Voor 'dezulken, verwant aan den on- vergetclijiien Pallieter, zijn deze aanlee- keuipgen volmaakt overbodig, niet be doeld - .Maar niet allen zijn zoo levenskrach tig en geestelijk gezond, dat het zonder «enigen steun gemakkelijk gaal. totdat we ons op de zomersche, geurige lieide kunnen uitstrekken en „lachen in den zonneschijngelijk Adama van Schcl- tema. Niets niet alte drankjes en poe ders ter wereld kunnen vergoeden het groole licht dat zegenrijk verwarmt en intens vernietigt alle kwaad willende ba cillen Maar een kille regenmoesson, afgewisseld door lauwe, tlamperige da gen in ons armelijk deel, inplaats van de ouderwetscfic, romantische winters. De winters van weken lang spiegelglad ijs, de winters vhn blauwen, slralenden he mel, roode wangen, schitterende pret- oogen, dampende koppen waterchocola met „schrooisel" Wie wijs wil wezen, berust, laat hel geleuter over weer en wind over aan die slechte man daar binnen Heatrcliff niot zoo om laag gehaald had, zou ik er niet aan gedacht hebben. Het zou mij verlagen als ik Heath cliff nu trouwde; daarom zal hij nooit weten hoe ik hem liefheb, en dat niet, omdat hij knap is, Nolly, maar omdat hij meer mijn eigen is dan ik zelf. Waar onze zielen ook van gemaakt zijn, die van hem en van mijr zijn dezelfde, en die vap Linton verschilt er evenzeer van als een manestraal van den bliksem verschilt of vorst van vuur'1 Voor deze redo ten einde was bemerk te ik HeaLbclifPs tegenwoordigheid Daar ik een zwakke beweging hoorde, wendde ik mijn hoofd oni en zag hem van do 1 ank oprijzen en goruiscllloos wegsluipen. Hij had geluisterd tot hij Catharina hoorde zeggen, dal hij haai* verlagen zou als zo hem trouwde en toen was hij niet lan ger blijven locliooren. Mijn metgezel, die op den grond zat, kon door den rug van do liooge bank zijn tegenwoordigheid of vertrek niet opmer ken; maar ik schrok en verzocht haar lo zwijgen. „Waarom vroeg zij, terwijl ze zenuw achtig rondkeek. „Joseph is hier" antwoordde ik, daar ik, bij geluk do wielen van zijn wagen den weg op hoorde rollen; en Heathcliff zal met 'hem binnen komen. Ik weet niet ze- Iker of hij zoo juist niet aan do deur was". „O, hij zou mij aan de deur niet kun nen beluistoren!" zei ze „Geef mij Jlaro- ton. terwijl ja bet avondeten "klaar zen als het klaar is, vraag mij clan met jou to eten. Ik verlang mijn lastig geweten in slaap to sussen en de overtuiging to hebben dat Heathcliff van deze dui gen geen begrip beeft dat hoeft hij niet, wel9 Hij weel niet wat hol zegt lief te hebben?" „Ik zou niot welen waarom hij dat niet even goed zou weten als u'\ antwoordde ik; „en als u zijn keus zijl, zal hij het ongelukkigste schepsel zijn dat ooit gebo ren werd Zoodra u Mrs Linton wordt, verliest hij vriendin en geliefde en allés! Ilobt u overwogen hoe u do scheiding zult dragen en boe hij bet zal dragon geheel verlaten te zijn in de wereld? Omdat Miss Cathairiua „Hij geheel verlaten! wij gescheiden!" riep zo op een toon van verontwaardiging uit. „Wie zal ons scheiden9 Zij zullen liet lot van Milo ondergaan' Niet zoo ring als ik leef. Ellen voor geen enkelen sterveling Iedere Linton op den aard bodem mag in het niet verzinkenv voor ik er in toestem Heathcliff te verzaken. Och, dat is mijn bedooling niet dat meen ik niet! Ik zou Mrs Linton niet worden! als zulk een prijs gevorderd werd' Dij zal evenwel voor mij zijn als hjj hel heel zijn. loven geweest is Edgar moot zijn antipa thie afschudden en hem ten minste dul-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1927 | | pagina 1