BIJVOEGSEL
BINNENLAND.
^FEUILLETON.
GELDKON1NGEN.
>2
TAN DB
VAN
Maandag 8 Nov. 1926, No. 263
HET VERDRAG MET BELGIË.
Nog een protest.
Ook door het college van "TB. en W.
van Rotterdam is In een schrijven aan
Minister van Karnebeek opgekomen, tegen
de bewering in diens rede, dat het ge
meentebestuur van Rotterdam in 1919
2ich heeft vereenigd meL het denkbeeld
van 'n kanaal Autwerpen-Moerdijk, naar
aanleiding van het meergenoemd rapport
van de afd. voor economische zaken
van hel Dep. van Buitenl. Zaken over
de lïaven van Rotterdam'.
Hel rapport is niet toegezonden aan
het gemeentebestuur, en hierover is nim
mer advies gevraagd over de kanaaldenk
beelden. Het is alleen vertrouwelijk toe
gezonden aan den burgemeester. In dat
44 bladzijden lange rapport werd met
vermelding v,an andere zaken, terloops
vermeld, dat er in België denkbeelden
van zulk een kanaal waren gerezen,
maar er werd bijgevoegd, dat men dit
plan niet als ernstig kon beschouwen.
In een tweede rapport aan den burge
meester inieL am het gemeentebestuur)
werden do plannen op geheel dezelfde
wijze besproken, met toevoeging van de
.opmerking. „Ieder zal toegeven dat wij
hier weer zijn op het gebied van de
'fantasie." Naar aanleiding van dit twee
de rapport schreef de burgemeester, dat
hij mei grooïe belangstelling cn warme
ingenomenheid van hel rapport had ken-
als genomen, en verzocht hij het aan
de wethouders ter lezing te mogen voor
leggen. Dit is vertrouwelijk geschied,
in?ar er was geen aanleiding voor Bi. en
W. om éen advies uit te brengen, en
zeker niet over de. sis niet ernsli» be
schouwde kanaalplannen.
Verschillende
stemme n.
De heer E. Heldring, voorz. van de
Amisterdamsche Kamer van Koophandel,
(publiceerde in hel Hand. een beschou
wing, waarin hij de bedenkingen tegen
het Moerdijkkanaal handhaaft, maar de
politieke gebreken en leemten nog groo-
ter acht, n.l. hel samen beheeren van,
de Schelde met een staal, die nog voor
enkele jaren de souvereiniteit op dat ge
bied opeisehte; de open gebleven kwestie
van doorvaart van Belgische oorlogs
schepen, en het open blijven der Wie-
lingenkwestie.
„Het zou reeds op grond van zijn
politieke en economische zwakheden zeer
te betreuren zijn, indien hel aanhangige
verdrag goedgekeurd werd; bedenkelijker
nog schijnt het, eenig verdrag met Bel
gië van dergelijke beteekenis te sluilen,
zoolang de WieliugenkweSlie niet op be
vredigende wijze voor beide partijen ge
regeld is."
De hoefijzer correspondent van hel
Ilandbl. besluit een beschouwing aldus
„Wij kunnen dus helaas de mogelijk
heden vsn dit Verdrag niet zoo optimis
tisch zien sis de minister het doet en wij
moeten dus indien een uitweg door een
schorsingsmolie met slsnog wordt ge
wezen, blijven hopen op verwerping. Be
zorgd over de onmiddellijke gevolgen ma
ken wij ons thans, als wij uu dit verdrag
afwijzen, evenmin als nu wijlen Struycken
het deed in 1920 terstond nadat België
het had gedaan. Toen zei hij 'ons name-
Geautoriseerde vertaling naai- het
Engelsch, ran
E. PHILIPS OPPENHEIM,
door W. M. D. SPIES—v. d. LINDEN.
26).
HOOFDSTUK II.
Overpeinzingen.
Voordat er vele uren vau de reis
voorbij gegaan waren, had Littleslon ge
merkt, dat Virginia niet in 't oog loopend,
maar toch onmiskenbaar trachtte hem te
ontwijken.
Hij had te Cambridge gestudeerd, was
eén soort athleel en een gezien jong-
m'ensch van goede familie; de gedachte
kwam echter geen oogenblilc in helm'
op, dat er iels persoonlijks in haar ge
voelens kon zijn. Hij kW am daarom' lol
de conclusie, dat zij óf ontdekt had, dat
hij niet vreemd was aan Stella's daad, óf
dat zij hel doel van haar reis naai* Euro
pa voor hem wenschle geheim te Wou
den.
Op den middag van den dag, dat zij
hem voor den eersten keer duidelijk
getoond liad, dat zij hem1 op een afstand
wilde houden, kwam hij op een gegeven
moment met zijn sloel naast haar zit
lyk met een lachend gezicht, dat hij, al
was hij een der onderhandelaars geweest
volstrekt niet rouwig er om was, dat dit
verdrag niet was tot stand gekomen.
Wèl zullen wij de verwerping be
treuren, omdat wij den eisch der Histo
rie-liquidatie. consolidatie, pacificatie
óók zoo zien als de minister.
Doch wij zullen tóch verwerping beter
vinden dan aanneming
Omdst er ons voor 's ministers ver
trouwen geen voldoende grond aanwezig
dunkt."
Nog merkt hij op dat ilc aanneming
met kleine meerderheid even onge-
wenscht is als een verwerping met kleine
meerderheid.
De Ster-correspondent van de N. R.
Crt. betoogt d,at de Minister meer heeft
wëggécijferd dan weg-geargumeuteerd.
De Minister waarschuwde, hel verdrag
nieL te verwerpen, tcrwille van zekere
Ncderlandsche desiderata. Zijn wij er ze
ker van. zoo zei hij, dat ook de Belgen
niet nog desiderata hebben?
Is dat dan zoo afschrikwekkend? vraagt
de correspondent. Laat ze er mede ko
men. Als zij' zoo billijk zijn als de onze,
dan is daar niets legen. Zouden wij ze nu
niet krijgen, aan kwamen ze toch bij een
andere gelegenheid voor den dag.
De minister heeft verder iets gezegd,
del de correspondent als nog veel ernsti
ger beschouwthij heeft gevraagd- Als
hel verdrag verworpen wordt, is men
er dan zeker van dat wijy terugvallen op
de resolutie v: n 4 Juni (waarbij de groo-
te mogendheden besloten, dat geen over
dracht van souvereiniteit en van territo
rium mocht plaats vinden) en niet op
die van 8 iMaart 1919?
De correspondent zegt deze vraag niet
scherp genoeg te kunnen terugwijzen.
Natuurlijk blijft bel bij de resolutie van
1 Juni 1919. Wie zou dal definitieve be
sluit van de groote mogendheden dal niet
eens aarzelend maar volgens een reeds
veel vroeger opgevatte meening genomen
was. nog ongedaan kunnen maken? Wie
zou dat wenschen?
Een vra,ag aan Ged.
S t a, t e n van Zeeland.
De heer nn*. J. Adriaanse, lid van
de Provinciale Staten van Zeeland, heeft
schriftelijk bel verzoek gericht lot Ged.
Stalen te willen mededeelcn of juist is
wat hij van ter zijde heeft vernomen1!
dat kort geleden vanwege de regeering
ten tweede male advies van dat college
is gewaagd naar aanleiding van het bij
de Slatem-Generaal ter ratificatie aan
hangig gemaakt verdrag met België en
dal bij die gelegenheid Ged. Stalen heb
ben gewaagd of de opgelegde geheim
houding omtrent liet eerste advies niet
mocht vyorden opgeheven en publicatie
van beide adviezen kon geschieden. Te
vens zou mr. A. het op prijs stellen te
vernemen wat op deze vragen door de
regeering is geantwoord.
Ged. Stalen wenschten in hun ant
woord in de eerste plaats op te merken,
dat zij, hoezeer tot hel verstrekken der
gewaagde inlichtingen, wanneer men lel
op het bepaalde in art. 163 der Prov. Wet
geenszins gehouden, desalniettemin gaar
ne bereid zijn, voor zooveel van hen
afhangt, deze te verstrekken. Het is juist,
dal kort geleden en wel bij schrijven
van 28 Juli 1926 no. 127, afd. Waters Laat
A (Kabinet) door den Minister van
Waterstaat aan hun College is gevraagd,
tot welke opmerkingen de kennisneming
van het Yoorloopig Verslag omtrent de
nieuwe overweging in de Afdeelingen
van de Tweede Kamer betreffende het
hier bedoelde Verdrag ten opzichte van
de belangen, welke hel Departement van
Waterstaat raken, aanleiding gaf. Het is
evenzeer juist, dal hun college bij het
uitbrengen van hel gevraagde advies de
publicatie van dit en van het te voreirt
uitgebrachte advies ter sprake heeft ge
bracht. Tegen de bedoelde publicatie be
slaat bij den Minister van W|alerstb|at
evenwel ook t hans nog bezwaar.
ten.
„Ik ben niet van plan u heel erg lang
lastig te vallen, juffrouw Longworth",
zei hij, „maar Tk lean niet nalaten u
een waag te doen. Ik verlang niet van u,
dal u een mogelijke belofte breekt, zelf
kan ik u ook niet veel zeggen, maar ik
non graag willen weten of uw bezoek aan
Engeland iets te Waken heeft, met wat
er op zekeren middag in de bibliotheek
van uw oom1 gebeurde."
„U weet daar dus van af?" vroeg zij
kalm.
„Ja", antwoordde hij. „Ik weet, dal
er oen stuk gestolen werd door uw
jnichtje, die hel aau iemand gaf, wiens
naam ik niel noemen wil, maar die nu in
Europa is. Ik wil u ook dit zeggen: ik
tsteek naar Engeland over om dien man
in het oog te houden. Het is eigenaardig,
dat u. die ook in deze zaak gemoeid was,
nu met dezelfde boot de overtocht maaier.
„Het doel van mijn reis gaat niemand
aan, behalve mijzelf", zei Virginia, ter
wijl zij over de zee staarde.
De jonge man knikte.
„ik verwachtte, dat u dal zoüdl zeg
gen meraie hij kalm' op. „Toch, onze
ontmoeting noopte mij tol deze vraag.
AfS ïk u in LÓncfen met iets van dienst
lean zijn, dan hoop ik, dat u mij dat da
delijk zult laten weten. Uw oom zou 't
mij nooit vergeven, als ik niet alles voor
PRINSEN ASTRII) TE VLISSIXGEN.
/Zondagmorgen hecrschte aan het Sta
tion Vlissingen een meer ongekende
drukte dan op andere Zondagen door
dat men ponton en hal in gereedheid
pan hel brengen was voor de ontvangst
van Prinses Aslrid van Zweden, de ge
malin van Prins Leopold van België en
Haar familie. Loopers werden gelegd,
draperiën aangebracht, vlaggen geplaatst.
Hiermede wa,s menj bezig toen te ruim 9
uur de voorgeschreven saluutschoten
aankondigden dat de Zvveedsche Krui
ser Fylgia op de Ncderlandsche wateren
was aangekomen, en geescorleerd door
drie torpedobooten onzer marine koers
zetten naar de buitenhaven. Door net
verwisselen vsn loods, werd dit laatste
eind van de reis nog eenigszins vertraagd
en was hel ruuu 10 uur toen de Kruiser
de lvaven binnenvoer. Hier moest eerslr
worden gezwamd en was het legen kwart
voor elf toen de Fylgia; aan de Noorde
lijke ponton was gemeerd.
In de builen- en bijinenlïaven waren de
marine schepen gepavoisseerd. lu de
omgevuit» van de buitenhaven bewogen
zich honderden, die het aankomen van
den kruiser gade sloegen. Toen de boot
gemeerd was begaf zich het eerst aan
boord de Zvveedsche gezapt te 's-Gra
ven lia ge. de heer Adlercreuts, om de
Prinses, Haar moeder, de 'hertogin van
West-Gothland en Haar zuster, prinses
Martha te verwelkomen. Deze hadden
de reis van Zweden met de „Fylgia"'' me
degemaakt. Vervolgens gingen ook de
waarnemende gezant van België te 's-Gra-
vanhage Comte de Lalaing met den Bel
gischen Consul te Vlissingen, den lieer J.
vsn Boven, t evens vice-consul van België
en ook de commissaris der Koningin, jlir.
mr. J. W„ Quarle^ van Ufford, als ver
tegenwoordiger onzer Koningin, alsmede
Kapitein ter zee Lam, perst aanwezend
zee officier san boord om de Hooge gas
ten te complinieiitceren.
^Hierbij bood de Commissaris der
Koningin namens H. M. de Koningin aan
Prinses Astrid een prachtige mand
bloemen aan en aan de Hertogin, en
Prinses Msrtha ook ieder ceu fraaie bloe
mentuil.
Ook mevrouw Adlercreuts. die evenals
mevrouw van Boven aan dc Ilooge Gas
ten werden voorgesteld, bood bloemen
aan terwijl hetzelfde geschiedde door de
dames de Deroij en Decrop namens de
Belgische loodsen te Vlissingen. Ook na
mens de Zweedsche kolonie te Hilversum
waren bloemen voor Prinses Astrid ge
zonden.
De Prinses dankte voor de gebrach
te hulde en vroeg aan de dames van de
Belgische kolonie, van wie mejuffrouw
Deroij in welgekozen woorden de beste
wenschen voor een gelukkig huwelijk met
den beminden Prins Leopold, Hertog van
Brabant had vertolkt of zij Belgen van
geboorte waren, waar zij geboren werden
en hoeveel Belgische loodsen te Vlissin
gen wonen.
Na deze begroetingen verlieten ide
Vorstelijke personen den Kruiser en inin-
zaambuigend wandelde de Prinses met
Haar familieleden en gevolg en genoemde
autoriteiten door den hal cn de Kon.
wachtkamer naar hel tweede perron.'
waar de Mailtrein van 11.43 werd ver
wacht. Hier was gelegenheid ook de heer
Casinjel, commissaris van gemeente- en
rijkspolitie te Vlissingen voor te stellen.
Precies op tijd reed de mailtrein bin
nen en stapten daar uit de Hertog van
"W'csl-Gothiand. vader van Prinses Astrid
en broeder van den Zweedscheu Kouiug
zijn getrouwden dochter met Haar Ge
maal en de jongere broeder van de Prin
ses. Ook hier was het de Commissaris
der Koningin, die ïtfmcns li. M. woorden
van welkom sprak op Nederlandsehen
bodem. De Hertog inspecteerde 'hierop
de eere wacht der marine, die onder
commando van den luitenant ter zee,
eerste klasse Josselin de Jong, opi het
perron stond opgesteld. Het muziekkorps
van de matrozen opleiding speelde het
Zweedsche Volkslied en de tambours en
pijpers deden zich ook hooren.
N? liet inspectecren van de wacht,
begaf hol Hooge gezelschap zich weder
door de Koninklijke wachtkamer bn den
hal naar den Kruiser, van welk oorlog
u deed, wat ik kon."
Virginia lachte eenigszins bitier.
„Mijn oom", zeide zij, „zal waarschijn
lijk zijn hoofd niet over mij breken. Mij
heeft in het vervolg mijn diensten niet
meer noodig. Als ik terug ga, ga ik weer
naar mijn eigen familie."
Littleson had werkelijk met haar te
doen. Ilij voelde, dat tot op zekere
hoogte dit alles zijn schuld was
„Dal is juist iels voor Pliineas", zei
bij- „Hard als staal en zonder een grein
tje medegevoel. Ik zie niel in, hoe u iels
doen kunt aan wat gebeurde. U stond
niets vrijwillig af. U hebt aan niemand
'wat verteld."
„Mijn oom oordeelt alleen naar den
uitslag", zeide. Virginia. „Per slot van
rekening is die manier onfeilbaar. En
nu ,ga iic wat lezen. Vindt u het goed?
Van pralen krijg ik hoofdpijn."
Hij boog en ging heen. Voor een uur
of langer liep hij hel dek aan de andere
zijde op cn neer en dacht na. Het was
natuurlijk onmogelijk, dat dit kind den
oceaan overstak in de liosyi het stuk
van 'Morris Vine los te krijgen, waar al
Jhun aanbiedingen en hun overredingen
hem niel hadden kunnen bewegen er
afstand vau tc doen. En toch kon hij
liaor reis niet verklaren. Hij wist heel
goed, dal Pliineas Duge geen vrienden
of familie in Engeland bad. En pas éen
schip toen ssluutsclioten weerklonken.
De op liet dek opgestelde adelborsten
en matrozen brachten een fascisten groet.
Van uil hel publiek klonk af en toe „Vive
Is: princesse de Brabant'!. De Prinses
dankte steeds zeer vriendelijk voor deze
hulde en beantwoordde de groet door de
omslanders Haar gebracht. Ook tegen
over de aanwezige persfotograven en
filmopnemers waren de vorstelijke per
sonen zeer welwillend en vergemakkelijk
ten zij hun werk ten zeerste.
Nadat afscheid was genomen van de
autoriteiten, waarbij de Prinses verze
kerde. zeer getroffen te zijn door de har
telijke ontvangst te Vlissingen, werden de
touwen los gegooid en werd de Kruiser
door een sleepboot naar de rcede ge
bracht Ook toen bleven de Vorstelijke
personen pan dek cn salueerden vriende
lijk legen de achlerblijvenden.
Het officieele was weer afgéloopen en
de a'utorileilen cn belangstellenden ver
heten het station, sprekende over den
aangenamen indruk die de jonge kroon
prinses van Belgic op allen had ge
maakt.
KERKNIEUWS
-- Zondag had in de Ned. Herv. Kerk
tc Kamperland plaats het afscheid
van ds. de Wijk, die zich bepaalde bij
den tekst Jozua 2 vs. 21. Zooals gewoon
lijk volgden de toespraken door hem
tot het college van kerkeraad en kerk
voogdij. Hij werd toegesproken door bur
gemeester Verhorst, Ds. v. d. Linde als
consulent, ds. Hoogendijk namens de ge
meente Kortgene waar ds. de Wijk con
sulent van was, en door ouderling Buij-
ze, die de gemeente verzocht haar schei
denden leeraar slaande toe te zingen
Ps. 121 vers 4. Het kerkgebouw was vol,
zelfs enkelen van zijn vroegere gemeen té
Zoulelande waren tegenwoordig.
HANDEL, NIJVERHEID EN
VISSCHERIJ.
Lezing Zeevaartschool
Vlissingen.
.Donderdagavond heeft de heer Ir. Gor
ter voor de leden van den Ned. Bont"/
van Technici, Bazen cn Onderbazen-ver-
eeniging „De Schelde" en de Vereenigiug
v. Voortgezet Nijverheidsonderwijs (V. N.
O.) en genoodigden een lezing gehouden
in de Aula der Zeevaartschool. Onder
werp „De taak van den Technicus in de
Fabriek".
Spreker hield aan de hand van tal
rijke plaatjes een zeer interessante le
zing, welke allen waren gewijd aan de
gevaren in dc verschillende bedrijven.
In ons land hebben per jaar ongeveer
een 120.000 ongevallen plaats, waarvan
80.000 alleen in de fabrieken Buiten deze
pmgevallen hebben ook nog plaats de
vele huishoudelijke ongevallen, waarvan
iedereen kan medepraten.
Spreker liet ook hel Museum nog eens
zien, als meer met 'de bedoeling het be
slaan van deze inrichting, die geheel
een particuliere instelling is, en groote
financiecle offers eisclit, te steunen door
zich als donateur op te geven.
Spreker roemde Amerika als liet land
hetwelk op steeds pakkende wijze de ge
varen van ongevallen, door middel der
Pers en platen, liet zien. De meeste
platen werden uitgegeven door de Gene
ral Motor Cy. Door den heer Gorter Is
een Amerikaansch boekje omgewerkt
voor Nederland en hoewel het nog ter
perse is, kwam reeds een aanvraag voor
ongeveer 8000 exemplaren.
Door den spreker werd op doek ge
bracht een schema van Opvoedkundige
Maatregelen bij ongevallen alsook een
schema van hygiënische maatregelen, o.a.
het stelsel van belooning geven voor uit
vindingen ter voorkoming van ongevallen
enz. Ook mag niet vergeten worden het
brandgevaar, het gemakkelijk uit de voe
ten kunnen komen bij braud.
Dang werd stil gestaan bij de oog be
scherming, de soorten glas ter bescher
ming gebruikt, waarvan er waren die
paar weken geleden had Virginia, toen zij
aan tafel met hem praatte, hem verteld,
dat zij vooreerst geen hoop koesterde
naar Europa te gaan. Later op den dag,
zond hij een marconigram naar New
York, Misschien zou Wciss begrijpen wat
er achter slak, dal dit kind op de boot
was.
„U hebt dus toch een vriend van u
aan boord ontmoet?" merkte Mildmay
op, voor haar stoel stilstaande. „Hij is
een vriend van mij", zeide zjj, „en ik
mag hem niel. Daarom heb ik legen
hem gezegd, dat ik van praten hoofd-
pijn Inrijg."
„Dan vermoed ik begon hij.
„U moet niets vermoeden, maar gaan
zitten", zeide zij. Vertel mij als 't u be
lieft wat over Londen, of over iels an
ders, wal dan ook. Ik ben vandaag wat
moe, ik geloof dat ik wel kan zeggen,
wat gedrukt. Ik kan niel lezen en ik ga
liever niet zitten denken,"
„U bent nog zoo'n kind", zei hij zacht,
„om zoo te praten!"
„Ik ben negentien", antwoordde zij
„cn soms voel ik mij, of ik negen en
dertig was."
„Negentien!" herhaalde hij, en heel
alleen op de boot naar een vreemd
jland. De Amerikaansclie mentaliteit is
iels wonderlijks."
Zij schudde hel hoofd.
met buitengewone krachtproeven, als liet
er op afschieten, van een p/stóolkoged
beproefd werden, waarvan als resultaat
hel versplinteren van het glas in geringe
mate.
Bij dc gelegenheid tot het stellen van
a-ragen vroeg de heer Koolwijk eenige
inlichtingen aangaande de Lichttechni-
scheVereeniging. Door den heer Gorter
werd het een en ander uitvoerig beant
woord.
.De voorzitter bracht namens allen
donk voor den leerrijken avond.
Wie rk loo s he id.
.Zaterdag stonden bij de Arbeidsbeurs
alhier als werkloos ingeschreven:
4 typografen, 5 grondwerkers, 13 op
perlieden, 24 schilders. 3 steenhouwers,
15 timmerlieden, 1 houldraaier, 18 meu
belmakers. 3 stoffeerders, 2 stoelmakers,
5 kleermakers, 4 schoenmakei's, 1 zadel
maker, 2 bankwerkers, 2 eleclriciens, 1
machinist, 2 rijwielherstellers, 1 piano
maker, 5 smeden, 1 a-ormer. 1 draaier,
2 stokers, 1 boekbinder, 6 bakkers, 1
molenaar, 2 slagers. 10 boerenarlieiders,
7 winkelbedienden, 1 colporteur, 2 chauf
feurs, 2 lcellners, 9 kantoorbedienden,
3 van andere groepen, 64 met vakkennis
zonder bepaald beroep cn 197 zonder
vakkennis (ongeschoolden). Verder 12
a-rouwen, war 2 avinkeljulfrouwen3kan
toorbedienden, 1 kinderjuffrouw, 3 werk
vrouwen. van Arnemuiden, en 3 Avasch-
ATouwen voor wasch aan huis. Totaal
432. Vorige week 395.v
Handelsregister.
Aan de in „Handelsberichten" opge
nomen wekelijksche openbaarmakingen
in zake het Handelsregister, ontleenen
we betreffende Zeeland de volgende
opgaven:
Nieuwe i n s c h r ij v i n ge n*.
Zceuwsche EiLnden (Middelburg).
Coöp. KoleiiA'ereeniging „Ons Belang",
Wi A.", Rilland-Balh. het aankoopen van
brandstoffen. Voorzitter: A. Borns, Ril
land-Balh, 2e voorzitter: W. Lobbezao,
Rilland-Balh; le secretaris: J. A. Leijs,
Rilland-Balh; 2e secretaris: J. Bouwens,
Rilland-Bath; Comm.: J. Dourloo, C. H.
Lobbezoo, E. Tange, allen Rilland-Bath.
(2733).
Jan J. de Jonge, Goes, Groote Markt
28, voeder- en lcunstmesthandel. (2732).
Rund- en Varkensslagerij Ierseke, Dam
0 48. E.: J. Stevense, Ierseke. Gevol
machtigde: 0. P. van de Plasse, Ierseke
(B.P.) (2730).
Wijzigingen
N. V. "Cultuurmaatschappij „Soember
Moedjoer", Houtkade H 114, Statuten ge
wijzigd.
p. J. van Damme Jr., Vlissingen, Wal-
straal 74. Zaak omgezet in Vennootschap
onder Firma. Venn.: P. J, J. en N. J.
van Dammc, allen ICoudekerke. Handels
naam gewijzigd in: Gebroeders van Dam
me (2731).
Westelijk N. Brabant (Breda).
Op /last van den Kantonrechter is de
inschrijving doorgehaald van: B. S. Ne-
lisse, Tliojen, Hoogstraat 44.
Opheffingen
Zceuwsche Eilanden (Middelburg
,N. V. Zceuwsche Meelmolen en Graan
handel „Dc Hoop", Ylïssingsch Bolwerk
Q 292.
LEGER EN VLOOT.
Een der torpedobooten, die gister
morgen den Zweedschen Kruiser moesten
cscorfleeren bekwam een boei in den
schroef cn moest naar Vlissingen lerug-
kceren. Dos midd.rgs kon de boot zich
weer bij hel escorte a-ocgen.
Dezer dagen meldden wij, dat kapi
tein ter zee jhr. H. Rendorp „op A-e;r-
zoek" zou worden gepensïonneerd. Men
deelt thans aan de N. R. Crt. mede, dat
de woorden „op a-erzoek" niet juist wa
ren.
Vergund om naai* Nederland terug
to keeren .aan. den officier van admini
stratie lo klas A. van Houte; den of
ficier van (administratie 2e kl. J. R. Sie-
„Het is niet de „Amerikaansclie men
taliteit", zeide zij eenvoudig. „Het is de
noodzakelijkheid. Ik geloof, dat elk meis
je ter Avereld, Engelsch of Amerikaansch,
hel prettiger zou vinden, als iemand
voor haar zorgde, dan alleen te reizen."
„U maakt, dat iemand lust krijgt
begon hij, terwijl hij zich wat voorover
boog en haar in tie oogen keek.
„Ik geloof eigenlijk", viel zij hem in
de rede. ,dat ik beier deed, le gaan
lezen."
,,v), neen!' smeekte hij. „Ik beloof
Hl heel érnstig, le pralen. Het is mijn
schuld niet, dat ik het A-ergat. U keek
mij aan, ziet u, en wij zijn in Enge
land niel aan zulke oogen gewend."
„U bent of li eel dwaas of heel brutaal.
Ik geloof, dal ik u weg zal sturen."
„Er is niemand anders, zei hij, om zicl)<
heen kijkend, „om u te amuseeren en 'ik
zal er werkelijk heel erg mijn best voor
doen."
„Geef mij dan die bonbons eens aan en
begin," zeide zij. „Vertel me, over do
landstreek, waai* u woont."
„Mildmay, die zeven huizen bezat in
hel Vereenigd Koninkrijk, wist niet goed
lo beginnen, maar hij vertelde haar over
één er van (waar hij trouwens nooit woon
do )een kaal, grijssteenen bouwsel op do
kust van Northumberland. De ramen er-
van werden bespat door hot schuim van