IJ ;muLsie 3BE No. 231 Vpijdag 1 October f9®e 169' Jaargang, MIDDELBURGSCHE COURANT. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel BINNENLAND. rmefc [ater- eub. Bion. Bader ht. pen Been- BE TWEEDE MEMORIE VAX A NTH". OVER IIET BELGISCHE VERDRAG Verschenen is, wederom als een uit- 'VoeriC stuk de "Memorie van antwoord van Minister van Karnebeek op het twee de afdeelingsverslag der Tweede Kamer inzake het verdrag met België. Geen nadere onder handeling. Reeds dadelijk in den aanvang deelt de Minister mee in antwoord dus op de in het afdeelingsverslag algemeen uitgesproken hoop op nieuwe onderhan delingen met België om te streven voor wegneming van de nog groote, en voor talrijk© leden onoverkomelijke bezwaren dat tengevolge van de inmiddels door het Belgische parlement verleende goed keuring van liet verdrag in de positie een Wijziging is gekomen, die nadere on derhandelingen uitsluit. Gelijk bekend, kwam het verdrag in de Belgi sche Kamer in behandeling in de weet, waarin hier ;te lande het Voorloopig Ver slag verscheen. Maar ook indien dit niet had plaats gehad, zou de vraag zijn gere zen, of in het denkbeeld der Kamer had kunnen worden getreden. De be oogde onderhandelingen zouden trou- ben gehad dan die, welke tot het ad- wens principieel een ander karakter heb- Üitioneel protocol hebben geleid, en fei telijk op geheele of gedeeltelijke teniét- doening van het verdrag zijn gericht. On derhandelingen met zoodanige strekking zouden evenwel bij de behandeling van een gesloten verdrag minder gebruikelijk zijn geweest. Algemeene opmer kingen. Daarna volgen eenige beschouwingen •over bedenkingen van algemeene© aard. Tegenover het bezwaar van eenzijdig heid, wijst de Minister op de bedreiging onzerzijds van kanaalverbeteringen en regelingen in hel belang van den water stand. Maar bovendien, ligt niet aan het ver wijt van eenzijdigheid en. onevenredigheid een miskenning ten grondslag van den aard en de strekking van het verdrag als uitkomst der herziening? Het was des tijds bij den gang naar Parijs niet de vraag, welke voordeelen behaald zouden kunnen worden, alsof het om een ge wone wederkeerige beiangenregeling te doen ware geweest, maar de vraag, wel ke oplossing te geven zou zijn aan dé' vraagstukken, welke de herziening op het oog had en waartegenover Neder land zich geplaatst zag. Uit dit oogpunt moet het verdrag iin die eerste plaats worden beschouwd en dan is het dui delijk, dal de beoordeeling van het ver drag niet met een winst- en verliesreke ning kan worden afjgedaan, maai- dat de daarin opgenomen voorzieningen als op lossingen van deze problemen moeten worden gezien. Voorts wjjst de Minister er op dat het vigeerend Scheidegime niet zonder be denking was, wegens het overlaten aan België van uitvoering en kosten der wer ken in de Schelde: en dat de nieuwe regeling ook voor Nederland van be lang is. In beginsel is eigenlijk alleen de ar bitrage nieuw. Ook de kanalen moeten worden be zien in het licht van het territoriale probleem dal na den oorlog weer accuu t is geworden. De opheffing der neuitnaliteitsverpli'chl- ting en van het verbod om van. AnöwerJ pen een oorlogshaven te maken, waren nog geen reden om inzake de uitwegen! niet dan tegen compensatie tot nieuwe oplossingen mee te werken. Het politiek belang. De verleende medewerking was,4 afge scheiden van de overwegingen aan de territoriale verhouding als zoodanig ontleend, gevolg vau een staatkundige overweging, welke in het plaats maken van de beperkte souvereinileit van Bel gië voor een vrije en zelfstandige inter nationale handelsbevoegdheid liet voor naamste feit der herziening en in de her ziening zelve het oogenklik zag, waarin het van belang was tot oplossing van geschillen en opheldering van misver standen te geraken binnen hel bestek der scheidingsregeling. De opvatting, dat de inhoud van het verdrag in verlegenheid en druk zou zijn gekozen en dat daarin een exceptie zou kunnen liggen om zich thans daaraan te onttrekken, miskent den gedachtcn<*ang die aan het verdrag en het Nederlandsch standpunt ten grondslag ligt. Er is geen reden om nu niet uit de feiten de conse quentie te trekken, die zes jaar geleden zou zijn aanvaard. Integendeel, de ont wikkeling, welke deze periode heeft ge kenmerkt, is een reden te meer om daar toe over (e gaan. Ontkennend wordt geantwoord op de vraag of b(j dit verdrag bewegingen in het spel zijn die bezwaarlijk in het openbaar kunnen worden meegedeeld. De Belgische territo riale aanspraken. Aan het verlangen naar een duideljjke verklaring dat door België van alle terri toriale aanspraken ten aanzien van. Ne derland wordt afstand gedaan, is bij de behandeling van 't verdrag in 't Belgische Parlement vanwege de Regeering vol daan. De Belgische Minister van Buitenland4-- sch© Zaken deed bij die gelegenheid uit komen, dat België zich houdt aan art. VI van het tractaat van 1839, waarbij door partijen afgezien wordt van territo riale aanspraken op grondgebied binnen elkanders grenzen gelegen. Het Schelderegiem. De bepaling dat het vaarwater te allen tijde moet beantwoorden aan de toene mende eischen' van scheepsbouw en scheepvaartbehoefte, is geen concrete verplichting, maar slechts een beginsel verklaring. De vaststelling der verplich tingen is een andere zaak, die elders in verdrag en toelichting is omschreven. De regeering is van oordeel, dat, nu het wenschelijk werd geacht onzen on- derhoudsplictt te begrenzen, dit alleen kon worden gevonden door een begren zing vau den aard en de hoeveelheid van het te verrichten werk. Dat de bijdragen van Nederland in de kosten van nieuwe kadewerken, strekkende tot verbetering van het vaarwater, onbegrensd zijn, is niet juist, aangezien het verdrag over de hoegrootheid van die bijdragen bepaalt, dat de beide staten zich nader daarover zullen verstaan. Het schijnt inderdaad moeilijk dienaangaande een meer bevre digende regeling te treffen dan deze, waarbij in elk geval afzonderlijk Neder land zijn aandeel in een uit te voeren verbeteringswerk nader zal vaststellen, tegenover gevallen waarin Nederland bij de uitvoering van een werk weinig of geen belang heeft, laten er zich andere danken, waarin het te ondernemen werk wel degelijk aan speciaal Nederlandsche belangen zou ten goede komen. Een an dere regeling zou^aan Nederland s poli tieke positie op de Schelde afbreuk heb ben gedaan. Het bezwaar dat de instelling van de Commissie van Beheer een aanranding zou zijn van onze souvereinileit. acht de Minister voldoende weerlegd. En wat de vraag betreft naai* de ver-, houding tusschen de hesluiten der com-' missie en die van het nationale militaire gezag in tijden van oorlog en oorlogsge vaar veroorlooft de Minister zich de op merking, dat het verdrag dienaangaande niets behoefde te bepalen, aangezien het antwoord op die vraag uit de rechten van den souvereinen staat voortvloeit. Er zij ten overvloede aan herinnerd, dal de toelichtende memorie uitdrukkelijk vaststelt, dat in oorlogsjijd de bepalingen in zake de vrije scheepvaart op de Schel de van kracht zullen blijven, voor zoover zulks vereenigbaar zal zijn niet de recli- len en plichten der oorlogvoerenden en der onzijdigen. Met dien tekst voor oogen kan het, 'al (zou [het niet reeds uit anderen hoofde volkomen vast starjn, geen twijfel lijden dat onder de bedoelde omstandig heden de administratieve regelingen voor hel vaarwater zullen moeten wijken voor de besluiten van het nationaal jgezag. dat is aangewezen om voor de nakoming van die rechten en plichten te. waken. Dc rechtspositie der voorbijvarende schepen De Minister betoogt dat de toestand slechts in gering opzicht zal verschillen van den liuidigen toestand. Alleen het privaatrechtelijk beslag op voorbijvaren de schepen is uitgesloten. De opschud ding welke eenigc malen door dergelijk beslag is veroorzaakt, en de wrijving die er 'l gevolg van was, zijn .do aanwij zing dal het gèen aanbeveling verdient de Schelde-verhouding aan deze inci denten bloot te stellen. De gevallen zijn zóó zeldzaam dat men liet om practische redenen niet behoeft te betreuren dat aan de bestaande bepalingen tot ver zekering van de vrijheid der doorgaande scheepvaart uitbreiding is gegeven. Gedraagt een doorvoerend schip zich niet naar de voor de vaart en hel ver keer geldende regelen, dan zal hel be voegde gezag zich zonder twijfel hunnen doen gelden. Zou door een schip zelf dc hulp van politie of justitie worden in geroepen dan is men volkomen bevoegd tot optreden. De aanhouding van voor de gezond heid schadelijke schepen om sanitaire redenen is reeds Ihaus uitgesloten. De loodsgelden. De Minister noemt het niet juist te zeggen, dal België mede beslist over de loodsgelden naar Rotterdam en dat Ne derland dus afstand doet van zijn be voegdheid, die loodsgelden naar zijn goedvinden te regelen. De werkelijkheid is daaraan tegenovergesteld. Nederland kan de loodsgelden naar Botterdam ge heel naar eigen goedvinden regelen maar de loodsgelden naar Antwerpen zulten in onderling overleg door België en Nederland tezamen, op voorstel van de Scheldecommissie worden vastgesteld. De omstandigheiddat bepaald is, aat de loodsgelden naar Antwerpen, behou dens overeenkomst tusschen de T>eid© Regeeringen ,niet hooger zullen mogen zijn dan die naar Rotterdam, heeft alleen tengevolge, dat een verlaging 'van. de doodsgelden 'naar Rotterdam aanstonds ook. tenzij de beide Regeeringen anders overeenkomen, een verlaging van die naar Antwerpen ten gevolge zal hebben, terwijl een verhooging van die naar Rot terdam de mogelijkheid schept, ook die naar Antwerpen te verhoogen Een bepaling, zooals door sommige le den gewenschi, dat wederkesrig de< loodsgelden naai* Antwerpen niet lager mogen zijn dan die naar Rotterdam, zou aan de regeling alle elasticiteit hebben ontnomen en het bedrag der loodsgelden naar Antwerpen geheel van Nederlands' inzicht afhankelijk hebben gemaald. Indien zulks met de scheepvaartbe- langen vereenigbaar zal blijken, beslaat tegen eenige grootere beperking van den klaringsdienst te Hansweert op Zon- en feestdagen geen bezwaar. liet verdrag verzet zich daartegen niet. Kanaal Antwerpen— M o r d ij k. De Minister erkent dat het kanaal, op zichzelf beschouwd, geen wensch van Ne derland is. Hel is een Belgisch desid©-i ratum, dat hier op zichzelf kan be schouwd worden; het moest bezien wor-v den in het kader van de herziening der scheidingsregeling van 1839 Het nieuwe kanaal werd van Belgische zijde gemotiveerd met een beroep op de bezwaren, aan den tegen woord igen weg verbonden, en op de ontoereikendheid van het kanaal van Hansweert in ver band met toekomstige en. zich steeds uitbreidende behoeften. En nu kwam het der regeering voor, dat het niet op haar weg lag, door de weigering van haar toestemming van het Nederlandsche ter ritoir een struikelblok te maken voor de verwezenlijking van een plan, dat geacht kon worden als scheepvaartweg beter aan den eisch te voldoen dan de tegen woordige route, endat tevens als op lossing en afdoening zou kunnen dienen van kwesties, die vroeger reeds lot ge- dachtenwisseiing en wrijving hadden aan leiding gegeven. Tegenover Nederlands toestemming ini den aanleg van hel'nieuwe kanaal stond, als onmiddellijke compensatie, dat de op ons Land rustende internationale ver plichting van art. IX 8, van het verdrag van 1839 kwam le vervallen, krachten^ welke het zich indertijd genoopt heeft ge zien, de k a ti a I e n tl o o r W a i c h e r e n> en door Z ui d-B ereland aan te leg gen en krachtens welke het in de toe komst nog voor aanzienlijke geldelijke opofferingen kon komen te staan. En nu is liet volkomen waar, dat, zoo- als in het Yoorloópig Verslag werd opge merkt, Nederland zich bij art. IV 12 van het nieuwe verdrag verbindt, de ka nalen door Walcheren en Zuid-Beveland Lu hun legen woord igen 9taat van bevaar baarheid te houden en op een desbetref fend verzoek van België er in zou moe ten toestemmeu, dat die kanalen zullen! worden verruimd, maar daarbij valt ia aanmerking te nemen, dat Neder land's» lasten met betrekking tot die twee kana len voortaan belangrijk geringer zullen) zijn dan voorheen, toen niet alleen he|j onderhoud, maar ook alle verbeteringen; geheel voor rekening van Nederland kwa men. Overigens valt in, aanmerking te ne men, dat met name het kanaal van Hansweert voor de Nederlandsche bin nenscheepvaart van belang blijft, ook al komt het nieuwe kanaal tot stand. Do concurrenten. In overeenstemming met dc zienswijze van anderen, die eveneens tol oordeelen bevoegd zijn, aclil de regeering reden aanwezig om zich te scharen apn de zijde van de leden, die zich hebben afgevraagd of niet bjj de actie tegen het verdrag ïyni sommige belangen een Ie ruime plaats is ingeruimd, en die van meening waren, dat dc bezwaren te breed zijn uitgemeten. België verwacht, dal het nieuwe kanaal aan Antwerpen, dal thans slechts een gering percentage (in 192-1 omstreeks 16 pet.) van het goederenvervoer langs don Rijn tot zich trekt, een toeneming; van het vervoer zal bezorgen; maar behoeft dit mede le brengen, dat het vervoer, dal thans over Rotterdam en Amsterdam plaats heeft, zal achteruitgaan? (Wegens plaatsgebrek moeten we ons lot deze* korte mcdedeeliug' bepalen.) Terne u zen. De regeling der Belgische spoorweg tarieven naar Terneuzen is een admini stratieve maatregel vau België, die niet op haar plaats zou zijn in het verdrag, of in het Protocol. Voor twijfel aan de waarde van een weloverwogen stellige en schriftelijke ge geven verklaring van de Belgische re geering. beslaat niet de minste grond. Uiterlijk bij het in werking treden van het verdrag zullen de voor Antwerpen geldende speciale tarieven in het verkeer met Terneuzen worden toegepast. De Wielingen. Er wordt door het verdrag niets ge- praejudicieerd over de Wielingen, ook niet door de regeling der beloodsing. De souvereine réchten en de vroegere voorbehoudene zijn uitdrukkelijk gehand haafd. De oorlogsschepen. De vraag of het vervullen van het ver bod van Antwerpen-oorlogshaven eeni'g verder gevolg heeft, wordt ontkennend geantwoord. De toelating van vreemde oorlógssche- D$n op de Schelde blijft voorbehouden aan de uitsluitende souvereijmteU van Nederland. Mocht België ooit weer tol de instelling eener tnarijbe overgaan, dan zouden principieel de Belgische schepen in geheel dezelfde verhouding tot de Ne derlandsche Schelde bomen te staan als de oorlogsvaartuigen van andere mogend heden. Het gevaar voor verwikkelingen met betrekking tot de Schelde was onder het regime der gewaarborgde onzijdigheid ze ker niet geringer, vermits daarbij ook de rechtspositie niet onbetwist was. Thans' is deze duidelijk, en hierin ligt voor Ne derland een positief voordeel van den hieuwen toestand. De vraag van sommige leden, of. krachtens de zeeneutraliteitsconvcntie van 1907, Nederland verplicht zou zijn om, ingeval Antwerpen een oorlogshaven werd, Vlissingen. Breskens en Zuid-Be veland te versterken, wordt ontkennend beantwoord Uit Stad an Provincie, Uit Middelburg. Zooals uit een advertentie in dit nummer blijkt, zal Zondag a.s. van des morgens 8 tot 10 uur alhier geen elec- trische stroom worden geleverd. Over de verbetering van hel Seis- plein alhier meldt ..De Kampioen van deze week het volgende: ..Op den hoek van het Seisplein en de Seisslraal bevindt zich een winkelpand, dal tengevolge van het feit. dat het zeer ver naai* voren springt, een groote belemmering vormt voor liet verkeer op dezen hoek. Het gemeentebestuur van Middelburg heeft nu het voornemen op geval'hierin verbetering le brengen dooi* genoemd perceel aan te koopen en te sloopen. Aangezien door deze verruiming het 'erkeer ter plaatse met automobielen en rijwielen zeer wordt gebaat, hebben de dagelijksche besturen van den A. X. W. B. en de IC. N. A. 0. elk een bijdrage van f 100 toegezegd in de kosten van erbe tering." Naar aanleiding van dil bericht kun nen we melden dat de daarin opgenomen mededeeling over de plannen van B. en W. minst genomen zéér voorbarig is Een halfjaar geleden is door B en \Y. in den Gemeenteraad toegezegd le on derzoeken of verbetering van dien hoek mogelijk is. Bij dal onderzoek is ook de aankoop van dat huis door de gemeente in bespreking geweest. Maar dat heeft niet tot een overeenstemming geleid we gens groot verschil van meening over den prijs, zoo zelfs dat er op het o ogenblik weinig kans op verwezenlijking van het denkbeeld bestaat. ITi t Vlisslngeu.. Heden herdenkt de heer C J. van der Eijk den dag waarop hij voor 25 jaar in dienst trad op het kantoor der Kon. Mij. „de Schelde" te Vlissingen. Namens chef en personeel werd den ju bilaris een stoel aangeboden en ook van andere zijden ontving hij veel blijken v belangstelling. De afdeeling Vlissingen van den Christelijken Metaalbewerkersbond heeft zich gisteravond met algemeene stemmen vereenigd met de voorstellen der Directie van de Kon. Maatschappij „de Schelde" inzake de nieuwe loonrege ling- Hedenavond vergaderen de afdeelin- gen van den Alg. Ned. en den R- K. Bond en de hoofdbesturen van deze bonden adviseeren eveneens accoord te gaan met de regeling o Dit Walcheren Hedenmorgen was de landbouwer v. D van Zoutelande bij het postkantoor te Koudekerk e met een wagen met 2 paarden, toen door het breken van een lens van het achterwiel, de wagen kan telde Na overladen van de 1800 kilo witte boonen op een anderen wagen kon v. D. zijn weg weer vervolgen. In de Woensdagmiddag gehouden vergadering van den raad van Bigge- lcerke waren alle leden tegenwoordig. F. loo ffl F jgovlkF tQ5 I HALVE 211 HEELEp^DUDH L FL. TL FL. .—IN geen l^ter'fabrikaat! gratis Ixocnure^} t (Inigez. Med.) Ingekomen was een verzoek van den kring „Walcheren" der Z. L. M om een bijdrage in de kosten van een ia '927 te houden Landbouwtentoonstel ling- Overeenkomstig het voorstel van B ea W. wordt met alg st besloten een bijdrage te verleenen van f 25. Gelezen worden verzoeken van den Chr. Metaalbewerkersbond in Nederland en van den Chr. Besturenbond 1e Mid delburg. om toetreding tot hel Werk loosheidsbesluit 1917 De voorzitter deelt mede. dat B en W. op dezelfde gronden als reeds meerdere malen is besloten, adviseeren niet op de verzoeken in te gaan De heer P. Janse heeft zich hier bij steeds kunnen neerleggen, doch is thans van zienswijze veranderd, te meer daar hier ook geen werkverschaffing ïr wordt gegeven. De menschen die onder het Werkloosheidsbesluit vallen, zouden er door worden gesteund Hij stelt voor aan te sluiten De voorzilter antwoordt .dal de reden tot niet aanslui ting hoofdzakelijk was. dal slechts enkele menschen. die in Missingen hun werk hebben, hierdoor zijn gebaat, waardoor 'ten aanzien van dc landarbeiders een precedent wordt geschapen. Besloten wordt niet aan te sluiten De heer Iv Janse wordt geacht te hébben tegen gestemd. Ingekomen is een schrijven, meldend dat de toezegging betreffende den aanleg van een. rijwielpad naar Kromïiienboebe wordt aanvaard Overgegaan wordt lol behandeling der gemeentebegrooting voor 1927 Bij den post ..jaarwedde van den veldwachter" stelt de heer P. Janse voor, ter uitvoe ring van het in de vorige vergadering genomen besluit de jaarwedde te ver hoogen met f 150 Dc heer A. Janse stelt voor, als het dan werkelijk noodig is dadelijk de maximum jaarwedde t. w. f 1100te geven en het dan zon te laten X'a eenige bespreking wprdf hier toe m. a. besloten. De begrooting wordt ten slotte vastgesteld in ontvang en. uitgaaf op f 21.105 11. met een post voor onvoorziene uilgaven van f 1250 en een post voor Pt. Inkomstenbelasting an f6900.—. Besloten wordt ook voor dezen winter oor den Landbouwcursus gratis ver lichting en verwarming te verstrekken. Bij de rondvraag spreekt de heer Coppoolse de wenschelijkheid uit om ook met fietsen de verkeersregeling in de kom van het dorp op le volgen. De voorzitter acht het practisch niet mogelijk. Door auto's en wagens wordt er tamelijk goed de hand aan gehouden, de fietsen moeten hel dan zelf maar ris- keeren. De heer J. Janse vraagt wan neer er eens een begin wordt gemaakt niet den regenbak in liet gemeentehuis. De voorzitter zal er nogmaals bij den timmerman op aandringen een begin te maken. KERKNIEUWS. Ds. Smelik afgezet. Dc classis Breukeien der Geref. Ker ken besloot tot afzetting van ds. Smelik, te Tienhoven. Naar de Tel. verneemt, is besloten dat ds. Smelik ondanks deze afzetting a.s. Zondag te Tienhoven zal preeken. Geref. Kerk. Beroepen le Amsterdam-Zuid binnen het kerkverband, ds, H. S. Kouma te Leeuwarden RECHTZAKEN. A r r. rechtbank l c Middelburg. Zitting van 29 October 1926 In de zitting der Rechtbank a 1 - hier werd heden voortgezet de be handeling der vroeger uitgestelde zaak tegen D. K., 24 jaar, landbouwer te Se- rooskerke. Verdachte werd ten laste gelegd, dat

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1926 | | pagina 1