idinrgsÉ Suil
FEUILlETÖi,
HE HAND HET HET LITTEEKEN.
Uit het F.ngelsch ran Baronesse Orczy
(Geautoriseerde vertaling van A. T.)
44
2.
Barbara dwaalde verder; de wonden
waren zoo slil als zij dit alleen zijn kun
nen met myriaden van liefelijke gelui
den die de lucht vullen en toch een he-
melsche. slilte veroorzaken. En elk van
deze geluiden, het gezoem van wilde
bijen de roep van dei lijsters, het fluiten
oer merels hel kirren der houtduiven
brachten allen haar liet verleden in
de gedachten, 'n bUler-zoele herinnering
aan lang geleden, ajleisi doorvlochten
inet gedachten aan Jim. Zij wais mis
schien te jong geweest in die buig
(verleden dagen om fen volle het genot
te waardeéren van die wandelingen buit
ten met hem, als hij haar de zorg
vuldig verborgen nesten van vogels liet
zien, of het hol van kleine dieren, wait
de meesten ni,et zagen. Hij had haar
geleerd, iederen vogel aan zijn zang
te herkennen en samen bedachten zij.
de langdurige gesprekken, die zij be
weerden, dat de héinelsche zangers met
elkander voerden. Zij herinnerde zich
een heftige strijd dien zij eens met Jim
had gehad, tóen zij beweerde dal de
lijster steeds zeidie „Hij deed het! hij
deed bet1'' terwijl Jim zeidej dat hei
was; „Kom naar bed! kom naar bed!"
en dan eindigde ineL een ongeduldig
„Oli, lieve!" En er w.as eipn heinelsclie
nacht lang geleden, loen zij op leen be
zoek op hel kasteel Broughlon was, en
bij in haar Immer gekomen was, en haar
gewekt had, alleen omdat een nachte
gaal juist builen haar (imam zong in de
takken vau den grooleu esch. Jim zei-
de haar, dat zij uit bed moest komen,
en ofschoon zij bang was dit juffrouw
Leako op haar brommen zou, had zij
hem toch moeien gekoprzamen.
Zij had haar schoenen aangetrokken
en Jim's hand vasthoudend, had zij naast
hem in de vensterbank gezeten en gc-i
luistcrd naar liet schitterendste lied van
van liefde en dank, dat ooil op Gods
aarde gezongen is Zij was loen niel veel
meer dan den klein kind maar zij her
innerde hel zich. Zij herinnerde zich
hoe zij daar zat, en Jim niel d.urfde zeg
gen ,dat zij koud was, want zij was in die
dagen half 'bang voor hem, en hij, met
zijn krullend, 'bruin haar en groote,
schitterende oogen, leek juist een van
die wezens die in de wouden wonen
en met vogels en andere dieren spreken
geheimzinnige schepsel waarvan juf
frouw Leakc die Scliotsche ouders had,
haar dikwijls verleide
Zij herinnerde het zich.
Dn toen zag zij hem opeens zitten!
waar zij al den lijd: al vermoed had;, dat
zij hem viudeu zou, op den rand vaa
de zandgroeve, met zijn rug tegen den
groote.il beukehoom. En een oogenhlik
hield zij haar adem in, want hem te zien
scheen minder een werkelijkheid dan
wel een visioen van dat verleden, dat
door de geluiden en de stilte van de
bosschen opgeroepen was De onder
gaande zon was achter hem en de oude
beukehoom wierp zijn lange, purperen
schaduw over hem, maar roudom hem
heen lagen plekken van zonneglans op
den met mos bedekten grond En op
'dat schitterend tapijt was blijkbaar op
£ijn verzoek een gevederde vergadering
samengekomenoflcke musschen, een
•lijster in zijn gespikkeld pak, twee glan
zende merels, en een paar woudduiven
met gewelfde halzen en rustcJoozc be
wegingen, terwijl een verlegen rood
borstje buiten dit groolsche gezelschap
om huppelde Zij kwamen allen mei
jfim het avondeten gebruiken, want hij
had een stuk brood in één hand en
een mes in de andere; hij at iets van
hel brood, en hel overige verdeelde hij
met kwistige hand onder zijn gasten.
Wal geleek hel veel op hel verleden I
Barbara was als kind dikwijls jaloersch
geweest van de manier, waarop Jinl
met vogels omging; hij liet musschen
en roodborstjes uit zijn hand eten, en
nu! Daar kwam een vette nvusch aange*
sprongen tol den punt van zijn laars,
en het roodborstje kreeg moed om na
der te komen; toen hij een kruimeltje
expres voor hem gooide De houtdui
ven deftiger dan de andere, hielden de
kleinere op een afstand, terwijl do eeuwi
ge strijd lusschen merel en lijster op
een lievig gevecht dreigde uil te Ioopen
Barbara stond er stil, als belooverd,
naar Ie kijken. In den laalslen lijd had
zij dezen kant van Jim's karakter ver
geten; zij had hem alleen kortaf som
ber, bijna dreigend gezien, alsof hij per
soonlijk in oorlog was met de rost van
de wereld Ilij had deze buien lang
geleden ook gehad, toen hij nog een jon
gen was en als hij deze buien had,
had Barbara bepaald hel land aan hem
en wendde zij zich lol Tubal om aange
beden en gevleid te worden Maar alles
wat hard en weerspannig in Jim was,
verkeerde in zachtheid, als hij met
stomme dieren te maken had, en zijn
koppigste buien verdwenen, zoodra hij
een dier in nood zag
Terwijl Barbara daar stond, stiller
dan de vogels aan Jim's voeten, scheen
hel haar inderdaad, alsof zij een stuk
vau haar vroeger leven nog eens weer
doorleefde Jim, die de vogels eten
gaf, en zij, er naar kijkend, een beetje
bang voor hem, miaar met een hart dat
door deze teederheid naar hein getrok
ken werd. Zij durfde bijna niet adem'
halen, om zijn genoode gasten niet weg
te jagen, en zij was zoo slil naderbij
gekomen, dal zij er heel zeker van was,
dal liij haar niel had hooren komen.
3.
Toen sprak hij op eens tegen haar,
zonder zelfs maar zijn hoofd in haar
richting te keereu
„Kijk eens, Babs", zei hij. „naar dien
jongen schelm Hebzucht wint hel van
vrees."
Dit was zoo echt Jim Die plotselinge
aanroepingen, als men dacht, dat hij te
ceel verdiept was, om te zien. Eu lliij had
haar Babs genoemd!. een naam,dien
zij in vele lange maanden niet gehoord
had, een naam, die plotseling een schijn
van werkelijkheid aan dezen droom van
het verleden gaf. Evenmin als ooil
dacht zij er nu aan, geen gehoor aan
dezen oproep te geven, en zij liep zoo
zacht als zij kon naar hein toe Maar
,bij haar eerste beweging was er een'luid
geklepper, en de gevederde vergadering
was weg, verdwenen lusschen de takken
en hel bladerendak.
„Ik heb ze opgejaagd', zei ze vol
spijt.
Jim stond op.
„Oh! zij komen wel weer terug', zei
bij vol vertrouwen; „er is geen grooter
durfal dan eeu roodborstje, als er geen
musschen in de buurl zijn. Kijk tie
kleine schelm eens naar ons gluren!'
Barbara Irachllc in de richling te
kijken, die hij wees, maar haar oogen
waren onbegrijpelijk dof en zij Icon niets
zien dan de mengeling van jonge kas
tanjes en eiken. Zij vond, dat Jim er
eenzamer, ongelukkiger uitzag danvroe-
IT1 OOST-INDIK.
De kwestie der
relourcoinmissic.
In den Indischen Volksraad hcofl de
regeeringsgemachligde, naar aanleiding
van opmerkingen van den heer Talm a
over het kwaad vau de relourcommissies,
o. a. het volgende opgemerkt:
In de late oorlogs- en de eerste na
oorlogs jaren, tijdens de algenieene zeden
verwildering, is dit misbruik ongetwijfeld
toegenomen. De ongewisheid der prij
ken, liet toenemen van den irreëelen
handel hebben daartoe medegewerkt. Te
gen dit groeiend kwaad moest stelling
worden genomen, vooral daar der regee
ring bleek, dat hel zich sterk had ver
breid.
Nu is het uiterst moeilijk ter zake
over de noodige bewijzen te beschikken;
wel had de regeering Langs zekeren weg
veelvuldige aanwijzingen gekregen, doch
zij meende daarvan geen verder naar
buiten blijkend gebruik te mogen maken.
Enkele door locale ressorten aanhangig
gemaakte rechtszaken van dezen aard,
waarvan de afloop met groote belang
stelling werd afgewacht, toonden, dat de
strafrechter op deze zaken geen val had.
Er bleef daarom voorshands niets an
ders over dan zich te beperken tol
eenige gevallen alle van ouden datum1
waarover de regeering min of meer
bij loevai gegevens bereikt hadden langs
eeu weg, welke bel gebruik maken daar
van volkomen toelicht. Die gegevens be
troffen een 7-tal arcliiteclen en opzich
ters van den dienst der B. O. W.
De gevallen werden nader onderzocht
zij bleken uiteraard zeer verschillend,
gaven een sterk uiteenloopenden indruk
van dc mentaliteit der bedrijvers. Het
kwaaci varieerde hier van bet aanne
men van enkele geschenken tioor mijn
heer of mevrouw van een o, zoo vrien-
delijken en opdringendeu reiziger, tot
het eischeti otider z.ekere omstandighe
den van een vrij groot percentage en
zelfs het schriftelijke onderhandelen of
beschikken daarover. In de oogen der
belrukken firma bestond echter natuur
lijk teu deze geen essentieel verschil,
hel een als het ander werd aangemerkt
als retourcommissie.
Het bepalen van de strafmaat was
moeilijk. Ëenerzijds wonschl de Regee
ring te demonstroeren, welk lol verdere
relourcommissie-klanlen zou treffen, an
derzijds waren onder deze toevallige
groep er enkelen, die steeds te goeder
naam en faam hadden bekend geslaan,
goeae werkers, die eer slachtoffer dan
boosdoener moeten worden geacht. Toen
heeft de Regeering na rijp beraad beslo
ten om te beginnen allen uil 's Lands
dienst te ontslaan, onder toekenning van
pensioen. Waar er meerdere betrekkelijk
jonge krachten bij waren, wier pen
sioen uiteraard minimaal was, trof deze
slag hen wel heel zwaar.
Daarom lieeR de. landvoogd goedge
vonden, dal voor hen, ten lanzien vau
wie dc directeur der B. O. W. dit nuttig
en oirbair dacht, de straf werd verlicht,
door te vergunnen, hen weder onder ge
heel lijdelijk verband aan een belrekkiug
te helpen. De laatste heeft van die ver
gunning gebruik gemaakt door een vier
tal, van wie den indruk was verkregen,
dal hun het gebeurde bel minst mocht
worden aangerekend, lijdelijk te her
plaatsen op een maandgeld, dat hun
met hel pensioen voorioopig een in
komen geeft, ongeveer gelijk aan bet
vroegere. Een vijfde, die ernstiger
schuldig leek, werd op een beduidend
lager salaris lijdelijk opnieuw te werk
gesteld, omdat hel al te hard scheen
dezen man, die een gezin met Iwaalf
kinderen heeft, geheel .broodeloos te
maken. Voor twee anderen werd niets
gedaan.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
T e n t o o n s tII
Heyenbrock .,1 n de
S leenro t se".
Hel is nu al verscheidene jaren ge
leden d.al Heijenbrock plotseling verraste
door zijn vlotte kleurbeelden vin fa-
brx-kstafereelen, speciaal van "jzargi'de-
rijen. Er hadden al velen vóór hem het
zelfde gedaan, maar ieder deed hei op
zijn eigen wijze. Heijenbrock geeft die
tafereelen als een samenstel van kleur
vlakken. verdoezeld door stoom en rook
en hier en daar doorboord door hel
felle licht van gloeiend metaal of door
eeu Lamp, Dal aigemeene beeld is voor
hem hoofdzaak. De ontzaglijke werking
van krachtige menschenlicliamen, die. an
deren er in hel bijzonder uit haalden,
moet ge hij hem niet zoeken De tee-
kening van zijn arbeiders is zelfs eer
rustig. Het mooie in zijn werk is bo
venal de kleur, meest uitbrekend in de
halfdonkere sfeer van een fahrieksruim-
le. Als hij buiten werkt, mist zijn toon
de warmte van de kleuren binnen. Dan
worden ze spoedig mal. De hier han
gende schilderij van de lichters voor
een fabrieksgebouw is daar een voor
beeld van; en ook hel tafereel van los
sen en laden voor een groot mailschip
Maar dit laatste geeft locli ook weer
treffend weer de warreling van die groo
te bedrijvigheid Een enkel stuk hangt
hier van arbeifl in het vrije veld hijs
van een maai mach ine in volle actie,
maar da^r voldeed ons de kleur hel min
ste. Met bijzondere aandacht hebben we
echter gekeken naar hel schilderij van
bloeiende struiken bij een hardblauw
water. Dat is weer Heijenbrock op zijn
besl. Ook hierin weer geen diepgaande
ontleding, maar de zuivere en buitenge
woon knappe weergave van hetgeen liem
als kleurencombinatie trof
Het besl weel hij zijn effect le berei
ken met pastel Het is de moeite waard
van dichtbij te bekijken met welke kleur-
flilsen hij dal doet
LANDBOUW.
De verbouw van k a r w ij in
Nederland.
M. A. J. Gocdewaagen. plantkundige
aan hel Rijkslandbouwproefslalion te
Groningen, heeft in hot „Heil- und Ge(-
würzpllanzen" een artikel over bovcu-
.VAN DE
VAN
Woensdag 18 Aug 1926, No. 193
BINNENLAND
B IJ VOEGSEL
DE RIJKSMIDDELEN IN JULI 192«.
De opbrengst van de Rijksmiddelen
(hoofdsom en opcenten over de maand
Juli 1926 bedroeg f 39.373.553, tegen
f 37.'100.263 over de maand Juli 1925
Het één twaalfde gedeelte der ra
ming over liet geheele jaar bedraagt
f38.183.000
We laten hieronder volgen de op
brengst over de eerste zeven maanden
van 1926, vergeleken met die over dc
eerste zeven maanden van 1925.
1926 1925
Grond hel. - 15.130 509 - 11.538.621
Pers. bel. - 14600.902 - 12 537.100
Ink bel - 61 028 239 - 01.023.243
Div. en T. - 8.131813 - 8.539.248
Verai. bel - 5713.596 - 5.891.875
Suiker - 24.792 617 - 23 952.996
Wijn - 1 481.781 - 1 319.471
"Gedist. - 26.144.607 - 26.357.784
Zout - 1.173.998 - 1.183.535
Bier - 6.596.700 - 6.464.011
Geslacht - 5.436.745 - 5.419.200
Tabak - 12.971 330 - 9.551.077
Speelk. - 52 004 - 57.973
Rijwiel hel. - 6 55S.285 - 6.419.124
Zegelrecht - 14,196.527 - 13,886.203
Reg, recht - 12 330.622 - 13.059.639
Succ. recht - 25 809.333 - 25.289.599
Invoerrecht - 33 725 189 - 22.028.780
Goud, zilv. - 190.618 - 578.0S2
Essaailoon - 584 - 504
Statistieke. - 2 353.213 - 2.409.438
Domeinen - 1.841.520 - 1.552.349
Staatsloterij- 413.233 - 414 669
Jacht, visch - 93.539 - 96.155
Loodsgeld - 2.649.250 - 2.290.019
Mijnrcht - 392.643
To laat f 287.023 122 f 265.256.667
De opcenten ten bate van heL Lee-
ningsfonds gaven over Juli '26 eeu
opbrengst van f 7.003.206, legen een
Ibedrag van f6.987.254 in Juli 1925.
HET LEGGEN VAN EEN ZINKSTUK.
De 'bijgaande drie foto's hebben be
trekking op een werkzaamheid die in
Zeeland maar al le vaak noodig is,
n.i. hel loggen van een zinkstuk Ier
bescherming van den vóór-oever van een
dijk tegen de afschurende werking van
den stroom.
Deze foto's wc-rden genomen bij der
gelijk werhy in Juli, uitgevoerd voor hel
ealamiteuse waterschap Walzoorden. Bij
dc haven en het bekende provinciale
steiger van dien naanv maakt de hoofd
stroom' van de Wester Schelde een
scherpe bocht, zoodat do voor-oever
lusschen dat steiger en het Noordelijker
gelegen zgn. Oude Hoofd, geducht wordt
aangevallen. Dat uil -stokende Oude
Hoofd is reeds geruimen tijd door zink-
slukken beschermd. In 1920 zijn even
ten Nooruen van hel steiger een reeks
nkshikken gelegd, en in aansluiting
daaraan zijn er in Juli j.l. weer drie
gelegd, naast elkaar. Het Zuidelijkste,
van 70 M. lengte en 20 M. breedte, werd
(gelegd 1 Juli; het middelste cu langste,
van 90 M. lengte en 20 M breedte, werd
den 17den Juli gezonken; en het Noor
delijkste, in trapeziumvorm; van 70 M.
lengte en 20 tol 25 M. brce Ite, ging den
31sten Juli in de diepte. Hel middelste
van die drie is met een kraagstuk ver
bonden, dal met een dam' van 95 M.
lengte vastzit aan de zeewering van
van den daar gelegen Noorddij'kpoldcr.
Uil dit laatste cijfer blijkt levens hoe
ver uit den oever die zinkslukkeii ge
legd zijn. Ter meerdere nauwkeurigheid
zij nog gemeld, dat deze ziukslukken
zich bevinden ter hoogte van de dijk-
paleu 57 en 58.
De foto's geven nu althans een klein
denkbeeld van het werk, dat met hel
leggen van een zinkstuk gemoeid is.
Allereerst worut het zinkstuk uit teen
gevlochten, wat aan den wat geschiedt
op een beschutte plaats. Wal dat vlecht
werk betcekont kan men beseffen, ais
men nagaat, dal b.v. het middelste dezer
stukken een oppervlakte liceft van 1800
vierk. Meter. Men ziet dit werk op de
beide kleine foto's. Is het geheele sluk
gereed, dan wordl hel bij hoog water
naar de plaals gesleept waar hel zal
worden gezonken Rondom worden sche
pen gelegd, beladen met steenen Met
die steenen wordt de gevlochten mal
bezwaard, wal eenvoudiger geschreven
is aan gedaan, want dal werk moet in
korten lijd gebeuren, en toch zoo, dat
de mat niet ongelijk belast wordt, daar
zij dan scheef zakt Dit werk ziet men
op de derde foto En zoo zalft het met
steenen belaste Muk op den bodem,
dien het tegen verder uilschuren dooi
den stroom beschermt.
Het leggen \an deze drie stukken werd
aanbesteed voor een som van f 33 316.