i HUI ÜT IT «KIN.
FEUILLETON.
UVOEGSEL
VAM DB
liÉhplie tarnt
VAN
Zaterdag 31 Juli 1926, Ho. 178
ONZE SENAAT.
Onze Eerste Kamer is voor de helft
afgebroken en wéér opgebouwd, vrijwel
met dezelfde bouwstoffen. De overgang
van één zetel van de Anti Rev. naai' den
Vrijheidsbond beteekent op de alge-
meene verhouding heel weinig Het is
echter wel curieus dat zoo iets mogelijk
is bij een verkiezing naar evenredige
vertegenwoordiging door colleges wier
neuzen te voren geteld zijn, en die de
zelfde Sorteering van politieke neuzen
hebben als bij de vorige verkiezingen in
'|23. Vermoedelijk heeft hier het toeval
meegewerkt van de afwezigheid van een
der anti Rev. Statenleden van Zuid Hol
land, wanl iedere stem van een Zuid-
Hollandsch Statenlid teil zwaar: voor
208 punten terwijl de stem van een Gel-
dersch Statenlid slechts 120 punten haal(t,
van een Overijsselsch lid 95, van een
Groningsch lid 82, en van een Drenthsch
lid 61.
De beleekenis v.an deze verkiezing zit
dan ook hoofdzakelijk in enkele per
soonswijzigingen, en eigenlijk in één wij
ziging, n.l. de vervanging van den heer
Fransen als anti rev. lid, door oud-
minister Colijn. De leider der auti-rev.
partij hoort ook in de Volksvertegen
woordiging. Wel is waai* heeft dr. ICuij-
per jarenlang geen Kamerzetel gehad
maar len slotte is hij dan toch ook in!
hel Binnenhof aangeland, eerst in de
Tweede Kamer, en toen in de Eerste.
En dat is ook beter. Het stelsel van
Evenr. Vertegenwoordiging heeft nu
eenmaal de politieke partijen volledig
oppermacht gegeven in de samenstelling
der beide Kaniers, en bijgevolg is het
logisch dat daar iajan ook, aan de eene of
aan de andere zijde van het Binnenhof,
de partijleiders zelf hun woord kunnen
doen hooren.
Overigens zal deze verkiezing zeer
weinig belangstelling hebben bij het
publiek.
Getrapte verkiezingen zijn gewoonlijk
weinig interessant, omdat, door de kennis
van de samenstelling van het verkiezend
college, men le voren al weet hoe de
'partijuitslag zal zijn. Het stemmen thans
op partijlijsten met van te voren vastge
stelde berekeningswaarde, maakt de ver
kiezing nog minder interessant voor het
publiek dan vroeger. Want aan de samen
stelling dièr lijsten hebben de kiezers
heelemaal geen part of deel. En wat
vroeger nog wel een verrassing kou zijn
door de keus vau den persoon die uit de
stembus der Staten kwam, iS*nu ook al
dof geworden doordat automatisch de
gekozenen worden aangewezen uit jij sten
Op één uitzondering na. De heer Kos
ter, die als nieuw lid den niieuwen zclel
van den Vrijheidsbond bezet, heeft dat
te danken is aan voorkeurstemmen..
En verder laat deze Eerste Kamerver
kiezing ons koud. We hebben van den
den beginne ar niets gevoeld voor de in
'23 ingevoerde nivelleering van de Eer
ste Kamer op hetzelfde partijpeil als de
Tweede. Dezelfde kiezers die d4e Twee
de Kamer kiezen, kiezen ook de Staten
leden, die weer de Eerste Kamerleden
kiezen, alles volgens Evenr. Vertegen
woordiging. De partijverhouding is dan
ook in beide Kamers vrijwel gelijk. In
Uit het Engelsch van Baronesse Orczy.
(Geautoriseerde vertaling van A. T.)
34.
„Omdat ik niet geheel vergeten kan,
Tubal, dat gij en ik en Jim eenmaal
speelmakkers waren, dat wij .met elkan
der gingen visschen, vogelnestjes uithaal
den, door de bosschen dwaalden, en
met elkander in liet kasteel Broughlon
verstoppertje speelden; omdat wij met
elkander gelukkig waren, met élkander
beknord werden, met elkander schreiden
en lachten. Omdat een misdaad, als die
£ij voorhebt, mij voor altijd den grond
zou doen verafschuwen waarop gij gaat,
de lucht, die gij inademt, en omdat ik
nooit weer een gelukkig uur zou ken
nen.'''
Terwijl zij aldus sprak, onbewust de
haar zichzelf opgelegde terughoudend
heid verloor en niet Steeds meer vuur
pleitte, was Tubal naast haar stoel ko
men staan. Zijn oogen rustten met cy
nisch welbehagen op het prachtige beeld
dat zij bood in haar afgedragen, maar
nog elegant rijkleed van donkergroen flu
weel, met den neteldoekschen kraag om
haai- prachtigen lialS; zij zat met een knie
over den ander geslagen en onder haar
kleed kwam haar klein voetje te voor
schijn; haar handen, in rijk geborduurde
lederen handschoenen hielden 'haar rij
de Eerste Kamer. 30 rechts, 20 links;
in de Tweede Kamer, rechts 58 (met in
begrip van de kleine groepen) en 42
links.
VARIA.
WOELIGE DAGEN IN MIDDELBURG.
De PJ undering
bij de Patriotten in 1787.
De stof voor dit stuk geschiedenis!
putte ik uit „Omstandig verhaal van het
Voorgevallene le Middelburg bij gele
genheid der Revolutie in «ten /are 1787,
door A. J. V. Oauwenberg. Gedrukt in
Holland in 1796", en uit een handschrift
van dr. De Puijt te Middelburg, geschre
ven de week na de plundering.
Plundering en Patriotten! Jonge
menschen zouden haast verplicht^ziju
om de beleekenis van die twee woorden
le gaan opzoeken in een Verklarend
Woordenboek. Als ze dit stuk hebben
gelezen zullen zij zoo ongeveer een
idee hebben, wal een plundering is.
En de Patriotten? Wellicht is hun uit
de schooljaren nog de voorstelling bij
gebleven, dat het vijanden van den Prins
yan Oranje waren, van Prins Willem
V. En dal waren ze ook in 1787.
Maar in vroeger jaren, een dertig jaar
terug, verwachtten zij van den Prins,
toen nog een kind, dat lyj bij zijn meer
derjarigheid met vaste hand de heersch.-
zuchtige Regenten zou terecht zetten en
een einde maken aan hun dwingelandij.
In die verwachtingen worden zij ver
sterkt door de predikatiën die zij in de
heerschende kerk van vele kansels aan
hoorden, waarin de Prins werd voorge
steld als zóó goed, zóó verstandig en
zóó flink, dal van hem alle goeds mocht
worden verwacht, en dat er onder zijn
bestuur zeker een gouden eeuw voor
Neerland zou aanbreken. (Wie hierover
meer wil lezen, kan het vinden in JVDr.
J. Harlog, De Patriotten en Oranje, 1747
1787"). Toen nu de Prins meerder
jarig was geworden, en er geen verbe
teringen kwamen, meenden de Patrioli-
len, dat ze door den Prins verraden wa
ren en overgeleverd aan de Regenten.
Zoo werden ze vijanden van den Prins
en vonden bondgemooten in de Staatsf-
gezinde (dus anli-Prinsgezinde) Regent
ten. Daarvan getuigen de Patriottische
geschriften van dien tijd, terwijl ook een
onverdacht Oranjeman als Willem Bil,-
derdijk die opvalling deelde. Heflige
pamfletten tegen den Prins verschenen,
waarin hij een Nero, een Alva, een Judas
Iscariol werd genoemd, en beschuldigd
van verraad des Vaderlands. De Staats
gezinde Staten van Holland en van
Utrecht raden legen den Prins op en
ontnamen hem zelfs zijn rechten. Wilr
Iem V verliet daarop Den Haag en ves
tigde zich te Nijmegen op het Valkhof,
toen nog een groot kasteel.
't Spreekt van zelf, dat de Oranjei-
gezinden hierdoor verbitterd werden en
op weerwraak zonnen. Een erge steen
des aanstoots, waren hun de Exercitier
Gcnoolschappcn, meestal uit Patriotten
bestaande, die eenige jaren vroeger ter
verdediging des Vaderlands tegen Keizer
Jozef waren opgericht, op aandrijving
der Regeering (1785).
Ook hier in Middelburg was zulk een
Genootschap, dat eerst uit 50 leden bet-
stond, maar er weldra 100 telde. In 1786
werd hun door de Oranjegezinde Regea-
ring bevolen hun genootschap te ontbin
den; doch nu werd hun door de Schut
terij van den Edelen Busses wier schut
tershof tegenwoordig Hospitaal heel,
aangeboden om in hunne confrérie le
worden opgenomen, waarvan zij dan ook
gebruik maakten. Zij werden nude schut
ters genoemd, terwijl de stedelijke ger
wapen.de burgerij de burgerwacht heette.
Van weerszijden maakte men nu elkaar
verdacht; allerlei hatelijke aantijgingen
werden in leelijke pamfletten verspreid,
en dienden slechts om de partijwoede te
meer op te wekken. Dat dit menigmaal
tot handtastelijkheden leidde, en dat de
publiek gesarde en geplaagde Patriotten
in Middelburg de huïp der justitie inrie
pen, doch tevergeefs, is gemakkelijk te
begrijpen.
i Juni 1787 kwam er aan de kaai
een Dordlsch jacht, dat de Statenvlag
(rood, wit, blauw) voerde. Dat was niet
naar den zin van een troep opgescho
ten jongens van de Oost-Indische werf
die weldra door meerderen, ook volwas
senen, gevolgd, den schipper gelastten
de vlag in le halen, en door den oranje
wimpel le vervangen.
Dr. van der Kemp, die daar passeerde,
verweet het volk dit optreden; men pakte
hem aau, rukte hem den "hoed vau het
hoofd, zette hem dezen met oranje ver
sierd, weer op, joeg hem zoo naar huis
en duwde hem de deur in.
Daarop rende een deel van het volk
een jonkman, Stamperius, achterna, die
zeker ook niet oranje op de graat was,
doch deze wisl te ontkomen. Een andere
troep trok naai' de Schuitvlolstraal en
viel het huis aan van den graankooper
van den Berg. Hier sloegen ze de ruiten
in, en toen Van den Berg ze eerst met
kokend water had begoten, en daarna
een geweerschot op hen bad gelost, trok
ken ze hel benedenhuis in, en vernielden
daar wat ze maar vonden.
Onderlusschen waren 'de schutters bijt-
eengekomen in hun Schuttershof, en
hadden drie afgevaardigden gezonden
naar den magistraat op het stadhuis om
hem rapport te doen van wat er in de
stad gebeurde, en hunne hulp ter beteu
geling der beroerten aan te bieden. Toen
.die afgevaardigden nu 's avonds om 10
uur nog niet terug waren, trokken de
Schutters in volle wapenrusting, onder
bevel van hun kapitein Clement, naar
de Markl, waar zij zich in twee geler
deren opstelden, terwijl kapitein Clement
naar het stadhuis trok, om le vernemen.
Waarom hunne afgevaardigden nog geen
antwoord hadden gebracht. Hij kreeg ten
antwoord, dat hunne hulp niet noodig
was en het corps uiteen moest gaan.
Zij marcheerden toen weer naar hun
Schuttershof, 'en werden op de Markt
vervangen door eenige compagnieën bur
gerwachten, van wier optreden ten goede
nergens is gebleken.
Na de plundering in de Schuitvlot-
straat, trok een goed deel volks naai' hel
huis van dr. Steveningk in de Noord-
straat (nu de Doopsgezinde Kerk) en
maakte er veel kabaal, doch tot plunder
ren kwam het niet. "s Anderen daags
echter, Zaterdag 30 Juni, kwam er met
den Rotterdammer veerschipper een
troep Amsterdammers, die zich door de
stad verspreidde. Het duurde ijiet lang
of met ander vreemd volk en een goed
getal Middelburgers, stonden zij voor het
huis van dr. Steveningk te razen en te
schreeuwen, hetgeen weldra gevolgd
werd door hel ingooien van ruiten. Daaiv
op zette de dokter, geholpen door zijn
knecht en twee meiden, alle ramen open,
en waarschuwde de menigte, dat hij ge
weld met geweld zou keren. Toen toch
een Middelburger een proote kei door
een der ramen smeet beloonde hij de
zen daarvoor met een schot in de heup.
Nu trok de troep zich in het St. Joris-
straatje terug, en waagde nog slechts een
enkele een steen te werpen. Een braui
echter durfde het wagen een handvol
steeuen in het huis te werpen, maar
kreeg een schol ip het hoofd. Dit bracht'
den schrik onder de menigte.
Een uur daarna kwam er een stads
bode, gevolgd door een luitenant der
burgerwacht met dertien man. Hij ge
lastte den dokier namens Burgemeesters
geen tegenstand meer te bieden, daar
hein nu hulp gezonden werd. De dokter
gaf de boodschap mee terug, dat die hulp
vroeger had moeten komen, dan had
hij geen geweld met geweld behoeven te
keren. De luitenant beval hem daiarop
alle ramen dicht te doen, en schaarde
zijn manschappen voor de stoep.
Toen ze daar ongeveer een half uur
hadden geslaan, sloeg een dier helpers
met zijn geweer een heel raam in, met
zooveel kracht, dat het geweer in stuk
ken op de stoep viel. De luitenant zette
het nu op een loopen, daarin door zijn
manschappen gevolgd.
Korl daarna gingen de vensters weer
open, maar geen der plunderaars durf
de iets te ondernemenwei legde er een
hel geweer aan op dr. St. ma;ar toen
deze dal zag legde hij ook aan, waarop
de andere maakte dat hij weg kwam.
Tegen den donker hegon het echter
meenens te worden. Van een oud oor-
logsfregal, aan een der voorname hee-
ren Loebehoorend, had men een G-ponder
(kanon) en eenige kleinere slukjes ge
schut met hel noodige Ier uit en lood
gehaald, en deze stelde men nu op in
het straatje en richtte ze op het huis.
Ongeveer 10 uur 's avonds begon het
bombardement, 't Ging er op los met
kogels, schroot, steenen en glas, zóó,
dal de projectielen zelfs in de Korte
Noordstraat nog schade aanrichtten. De
dokter liet zich ook niet onbetuigd, en!
schoot nog een turfsteker (looper achter
een turfkar) in de lendenen. Hij» zelf
bekwam verscheidene kwetsuren en zijn
knecht of helper kreeg een stuk ijzer
in den nek, zoodat hij onbekwara werd,
Ier verdediging.
Het huis had al geen ruit meer heel,
toen er twee compagnieën Zwilsers uit
Vlissingen en Veere aanrukten onder be
vel van een luitenant, die den doktejr
sommeerde de deur te openen en hem
binnen te laten. Toen een der meiden na
eenigen tijd dc deur opende, stormde
er met den luitenant ook 'n troep plunde
raars binnen, die de meid wilden dwin
gen te zeggen jvaar de dokter was.
Haar eeuig antwoord was: „Hij is weg!"
Ziende dal de vogel was gevlogen,
zond de officier een ordonnans naar hel
stadhuis, en kreeg kort daarop bevel
met zijn manschappen daarheen te ko
men.
Nu begon het bombardeeren opnieuw,
en verscheen de dokier weer voor de
ramen. Toen echter de stukken ijzer lot
achter in het huis vlogen, oordeelde .hij
hel raadzaam het huis uit en door zijn
tuin in dien van mevr. van der Poorten
te vluchten, welk voorbeeld de meiden
spoedig volgden. De dokter en zijn as
sistent verborgen zich daarop in een
luinMiis op don zolder. Ook hier achtten
zij zich nog niet veilig en klommen daar
om over schuttingen en muren tot zij in
den tuin van den Franschen instituteur
mr. Rabinil waren gekomen, welks tuin
uitkwam op het pleintje in de Lombard»-
straat.
Onderlusschen was het gros der plun
deraars hel huis binnen gedrongen en
vierden er hunne vernielzucht den vol
len teugel. Niets bleef er heel: zelfs
op hot dak zaten de lui om dit af te
breken. De stadswerkers braken de stoep
op en kwamen weldra met de brandspuit
om de kelders vol te pompen: men zei
dat die vol buskruit zaten. Ze hadden
daarvan echter gauw genoeg, want hel
water liep door een riool zoo gauw weg
ah het ér ia kwam. (Slot volgt.)
Middelburg* L. II. D.
SPORT.
zweep over haar knie gebogen. H aar klein
hoofd scheen by na stralend van jeugd
en schitterende kleur tegen den don
keren achtergrond van den stoel: en
het morgenzonlicht ,dat door het ven
ter kwam, lag over het zachte goud van
haar haar en omlijnde het edele profiel,
den slanken, rechten nek en het begin
der gevulde schouders met een gouden
licht. En nu zij uitgesproken had en haar
grijze, diepe ooogen, die vol van onver-
goten tranen waren ,naar hem toekeer
de, ontsnapte een kreet van bewondering
aan zijn volle, zinnelijke lippen.
,,Op mijn woord,!" riep hij uit, ter
wijl hij voor haar stond met zijn handen
in zijn zakken, zijn hoofd op rijde en haar
met cynisch welbehagen aankeek, „op
mijn woord, ge zijt mooi geworden, Me
vrouw, en ik heb wel zin 'f
Brandend van verontwaardiging, raad
de Barbara zijn voornemen, vóór hij
bet had uitgesproken, zij sprong toor
nig op, terwijl hij een paar stappen na
derbij kwam en ruw lachend voortging.
„Ja! ik heb wel zin aan uw roerend
pleidooi toe te geven. Mevrouw, want
ik ben maar een man, en ik kan niet
geheel vergeten, dat gij, zelfs als kind
wist waf kussen was. Oh!"' voegde hij
er grijnzend bij, „ge behoeft nu niet
de manieren en houding van een grootc
dame aan te nemen. Ge zijt komen
smeeken ,dat kunt ge niet ontkennen.
Ge zijt komen smeeken ,en ik vind u
zoo aanlokkelijk, dat ik bereid ben, een
koop met u te sluiten. Ik wil u alles
beloven, meisjeliefl'" en plotseling sloeg
CÏGAKETTEN.
ALLÉÉN VERKRIJGBAAR IN EERSTE KLAS SIGARENZAKEN.
(Ingez. Med.)
hij zijn armen om haar schouders, „alles
als ge mij wilt kussen, zooals ge deedt
in de dagen waarvan ge met 'zooveel
liefde spreekt. Wat wilt ge ,dat ik doen
zal?'" ging hij voort, en hij hield haar
zóó stevig vast, dat zij voor 't oogenhlik
zich niet verweren kon. „He wil doen. wat
het ook zijn mag,*"
„Gij zijt gek. Tubal," zeide zij, haar
stem zoo goed mogelijk beheerscliend,
en in zijn armen worstelend, om zich
los te maken,
„Dat kan zijn,'" zei hij, Iangzaaim en
heesch fluisterend, „maar ge zult me
toch kussen, mijn liefje. Ge zult me nu
kussen, en dan zullen we Jim Fiennes
naar den duivel laten loopen, zooals hij
zelf wil. Ik zal twintig pond voor dien
kus betaald hebben .maar, bij God! hij
is het waard. Kus mij, BabslY
Zij kon hem een oogenblilc recht in de
oogen zien, toen zeide zij met rustige
vastberadenheid
„Ik zou even lief een slang uit het
gras opnemen èn die kussen!"
Maar haar verontwaardiging scheen
hem slechts le vermaken want hij lachte
en zeide vroolijk.
„Kus Wat ge wilt, maar doe het mij
eerst, kleine heks. Bij God —1"'
De laatste woorden werden in zijn
keel gesmooord. In de lpmpe pogingen,
die hij deed om Barbara's lippen met
de zijne te bereiken, .scheen hij haar
minder stevig vast te houden, want zy
slaagde er in, zich los te maken, en het
volgende ©ogenblik had zij haar hand
opgeheven, die den rijzweep nog vast
hield, en daarmee sloeg zij hem over het
gezicht. Hij slaakte een kreet van woede
en pijn en struikelde duizelig en verblind
achteruit. Toeu hij zich weer voldoende
hersteld had, om rond te kunnen zien,
was Barbara verdwenen.
IJ 3
Zij reed naar huis vol van gedachten
in oproer een oproer, waar bittere t<
Ieurstelling en verontwaardiging strijd
voerden met zelfverwijt. Zij was er niet
alleen in geslaagd het hart van een
schurk van een afschuwelijke daad af le
keeren, maar zij had een waren storm
van schandelijke driften in hem wak
ker geroepen driften, waarin wraak en
teleurstelling zeker den boventoon zou
den gaan voeren. Zij had niets gedaan jóm
Jim te redden, en Tubal zou haar nu
evenzeer halen als hij den Squire haalte,
en tegen Jim werken met den daarbij-
gevoegden wensch, om haar leed te doen.
Zij stortte tranen van spijt over haai'
heethoofdige daad, haar gebrek aan zelf-
beheersching; rij voelde nu, dat hij had
kunnen maken, dat haar mindere zijn
plaats niet vergat, als rij haar zenuwen
beter meester was geweest; maar ze
moest nog rillen bij de herinnering aan
dat vreeselijk tooneel. Het feit, dat zulk
een paria de oogen op haar had gewor
pen, haar had durven aanraken, gaf haar
een gevoel van verdorvenheid alsof rij
in de nabijheid van iets onreins geweest
was.
Maar Barbara was er de vrouw niet
naar, om lang bij haar éigen zorgen stü
te blijven staan. Tubal was m haar
Zeeuwsehe waterpad vinders
adspirant-kwartier meesiers
ter Koopvaardij.
Het is nu ruim anderhalf jaar geleden
dat het zeil-hulpmotorjacht „Zeeuwsche
Padvinder" werd ingewijd. Wij maakten
daar destijds melding van.
Aan de heeren Kol. E. Berdeqis vfan
Berlekom te Middelburg en M. Teerling
te Vlissingen bleek het al spoedig, dat,
wilden zij veilig varen mei hun padvin
ders, zij den jongelui zooveel mogelijk
zeemanschap behoorden bij te brengen,
hetgeen werd bereikt door het houden
van oefeningen met hun vaartuig gedu
rende de zomermaanden en theoretische'
cursussen gedurende de wintermaanden.
Waar nu het meerendeel der jongelui
zeeman wil worden en Walcheren nu
juist niet ip de onmiddellijke nabijheid!
van een scheepvaartcentrum is gelegen
en de jongens zich uit kracht der ge
woonte tot hun leiding wenden, teneinde
aan een schip te worden geholpen, was
hel die leiding, welke middelen trachtte
le verkrijgen den jongens hierin te hel
pen.
In de eerste plaats werd er op aan
gestuurd om do verkregen bekwaamhe
den der jongens officieel erkend te krij
gen.
Door medewerking van de bevoegde
autoriteiten werd een staats-examen ver
kregen, terwijl aan hen, die mot succes
deelnamen aau dit examen, een diploma
werd uitgereikt voor adspiranl-kwarticr-
meesler.
Het eerste examen 'heeft plaats gehad
in de Paaschvacantie op en met hun
schip op de Oude Maas.
Daartoe kwam aan boord een com-t
missie, bestaande uit de heeren van Roo
sendaal, voorzitter. Bakker, oud-gezag
voerder Holland—Amerika Lijn; Wilkens,
oud-gezagvoerder Mij Nederland, en dr.
Haak. Dc hoeren Bakker en Wilkens na
men examen af in zeemanschap, terwijl!
dr. Haak examineerde in Eerste Hulp bij/
oogen zoo diep gezonken, dat het den
ken alleen aan hem een vernedering ge
worden was Zij bande Tubal uit haar
gedachten als ongedierte, en haar gedich
ten keerden weer tot Jim terug. Maar
waarom Jim' Zij móest dat inderdaad,
zichzelf afvragen, want hij was niets voor
haar, slechts in naam een getrouwde
vrouw, verlangde zij naar volkomen vrij
heid, zoodra deze onrustige tijden voor
bij waren. Maai' toch moest zij asn Jim
denken, zijn hulpeloosheid, ziek, en die
afschuwelijke Tubal loerend op den ach
tergrond, die een schandelijken koop sloot
met kolonel Scrape en het geld telde, dat
hem voor zijn verraad betaald was. Zij
had haar best gedaan, Jim te redden en
het was haar mislukt; kon een abstract
verlangen, om eèn onrecht te herstellen,
meer van haar eischen? Waarschijnlijk
niet. Toch kon zy zich niet losmaken
van de gedachten aan Jim. Zij had ont
zettend medelijden met hem. Ja, zoo
was het. Zij had medelijden met hem1,
omdat hij ziek en hulpeloos was, en
misschien vertrouwen stelde in den Ju
das. die hein verried. Zijl voelde een vaag,
moederlijk gevoel voor Iiem in haar ziel
ontwaken, een gevoel, waarvan geen
werkelijk goede vrouw ooit geheel vrij
is het gevoel van medelijden met wat
zwak is, afgescheiden van eenige vraag
van vijandschap, een'innerlijk verlangen,
om te beschermen
s k. t iwrrolgd.)