i HUI ÜT IT «KIN. FEUILLETON. UVOEGSEL VAM DB liÉhplie tarnt VAN Zaterdag 31 Juli 1926, Ho. 178 ONZE SENAAT. Onze Eerste Kamer is voor de helft afgebroken en wéér opgebouwd, vrijwel met dezelfde bouwstoffen. De overgang van één zetel van de Anti Rev. naai' den Vrijheidsbond beteekent op de alge- meene verhouding heel weinig Het is echter wel curieus dat zoo iets mogelijk is bij een verkiezing naar evenredige vertegenwoordiging door colleges wier neuzen te voren geteld zijn, en die de zelfde Sorteering van politieke neuzen hebben als bij de vorige verkiezingen in '|23. Vermoedelijk heeft hier het toeval meegewerkt van de afwezigheid van een der anti Rev. Statenleden van Zuid Hol land, wanl iedere stem van een Zuid- Hollandsch Statenlid teil zwaar: voor 208 punten terwijl de stem van een Gel- dersch Statenlid slechts 120 punten haal(t, van een Overijsselsch lid 95, van een Groningsch lid 82, en van een Drenthsch lid 61. De beleekenis v.an deze verkiezing zit dan ook hoofdzakelijk in enkele per soonswijzigingen, en eigenlijk in één wij ziging, n.l. de vervanging van den heer Fransen als anti rev. lid, door oud- minister Colijn. De leider der auti-rev. partij hoort ook in de Volksvertegen woordiging. Wel is waai* heeft dr. ICuij- per jarenlang geen Kamerzetel gehad maar len slotte is hij dan toch ook in! hel Binnenhof aangeland, eerst in de Tweede Kamer, en toen in de Eerste. En dat is ook beter. Het stelsel van Evenr. Vertegenwoordiging heeft nu eenmaal de politieke partijen volledig oppermacht gegeven in de samenstelling der beide Kaniers, en bijgevolg is het logisch dat daar iajan ook, aan de eene of aan de andere zijde van het Binnenhof, de partijleiders zelf hun woord kunnen doen hooren. Overigens zal deze verkiezing zeer weinig belangstelling hebben bij het publiek. Getrapte verkiezingen zijn gewoonlijk weinig interessant, omdat, door de kennis van de samenstelling van het verkiezend college, men le voren al weet hoe de 'partijuitslag zal zijn. Het stemmen thans op partijlijsten met van te voren vastge stelde berekeningswaarde, maakt de ver kiezing nog minder interessant voor het publiek dan vroeger. Want aan de samen stelling dièr lijsten hebben de kiezers heelemaal geen part of deel. En wat vroeger nog wel een verrassing kou zijn door de keus vau den persoon die uit de stembus der Staten kwam, iS*nu ook al dof geworden doordat automatisch de gekozenen worden aangewezen uit jij sten Op één uitzondering na. De heer Kos ter, die als nieuw lid den niieuwen zclel van den Vrijheidsbond bezet, heeft dat te danken is aan voorkeurstemmen.. En verder laat deze Eerste Kamerver kiezing ons koud. We hebben van den den beginne ar niets gevoeld voor de in '23 ingevoerde nivelleering van de Eer ste Kamer op hetzelfde partijpeil als de Tweede. Dezelfde kiezers die d4e Twee de Kamer kiezen, kiezen ook de Staten leden, die weer de Eerste Kamerleden kiezen, alles volgens Evenr. Vertegen woordiging. De partijverhouding is dan ook in beide Kamers vrijwel gelijk. In Uit het Engelsch van Baronesse Orczy. (Geautoriseerde vertaling van A. T.) 34. „Omdat ik niet geheel vergeten kan, Tubal, dat gij en ik en Jim eenmaal speelmakkers waren, dat wij .met elkan der gingen visschen, vogelnestjes uithaal den, door de bosschen dwaalden, en met elkander in liet kasteel Broughlon verstoppertje speelden; omdat wij met elkander gelukkig waren, met élkander beknord werden, met elkander schreiden en lachten. Omdat een misdaad, als die £ij voorhebt, mij voor altijd den grond zou doen verafschuwen waarop gij gaat, de lucht, die gij inademt, en omdat ik nooit weer een gelukkig uur zou ken nen.''' Terwijl zij aldus sprak, onbewust de haar zichzelf opgelegde terughoudend heid verloor en niet Steeds meer vuur pleitte, was Tubal naast haar stoel ko men staan. Zijn oogen rustten met cy nisch welbehagen op het prachtige beeld dat zij bood in haar afgedragen, maar nog elegant rijkleed van donkergroen flu weel, met den neteldoekschen kraag om haai- prachtigen lialS; zij zat met een knie over den ander geslagen en onder haar kleed kwam haar klein voetje te voor schijn; haar handen, in rijk geborduurde lederen handschoenen hielden 'haar rij de Eerste Kamer. 30 rechts, 20 links; in de Tweede Kamer, rechts 58 (met in begrip van de kleine groepen) en 42 links. VARIA. WOELIGE DAGEN IN MIDDELBURG. De PJ undering bij de Patriotten in 1787. De stof voor dit stuk geschiedenis! putte ik uit „Omstandig verhaal van het Voorgevallene le Middelburg bij gele genheid der Revolutie in «ten /are 1787, door A. J. V. Oauwenberg. Gedrukt in Holland in 1796", en uit een handschrift van dr. De Puijt te Middelburg, geschre ven de week na de plundering. Plundering en Patriotten! Jonge menschen zouden haast verplicht^ziju om de beleekenis van die twee woorden le gaan opzoeken in een Verklarend Woordenboek. Als ze dit stuk hebben gelezen zullen zij zoo ongeveer een idee hebben, wal een plundering is. En de Patriotten? Wellicht is hun uit de schooljaren nog de voorstelling bij gebleven, dat het vijanden van den Prins yan Oranje waren, van Prins Willem V. En dal waren ze ook in 1787. Maar in vroeger jaren, een dertig jaar terug, verwachtten zij van den Prins, toen nog een kind, dat lyj bij zijn meer derjarigheid met vaste hand de heersch.- zuchtige Regenten zou terecht zetten en een einde maken aan hun dwingelandij. In die verwachtingen worden zij ver sterkt door de predikatiën die zij in de heerschende kerk van vele kansels aan hoorden, waarin de Prins werd voorge steld als zóó goed, zóó verstandig en zóó flink, dal van hem alle goeds mocht worden verwacht, en dat er onder zijn bestuur zeker een gouden eeuw voor Neerland zou aanbreken. (Wie hierover meer wil lezen, kan het vinden in JVDr. J. Harlog, De Patriotten en Oranje, 1747 1787"). Toen nu de Prins meerder jarig was geworden, en er geen verbe teringen kwamen, meenden de Patrioli- len, dat ze door den Prins verraden wa ren en overgeleverd aan de Regenten. Zoo werden ze vijanden van den Prins en vonden bondgemooten in de Staatsf- gezinde (dus anli-Prinsgezinde) Regent ten. Daarvan getuigen de Patriottische geschriften van dien tijd, terwijl ook een onverdacht Oranjeman als Willem Bil,- derdijk die opvalling deelde. Heflige pamfletten tegen den Prins verschenen, waarin hij een Nero, een Alva, een Judas Iscariol werd genoemd, en beschuldigd van verraad des Vaderlands. De Staats gezinde Staten van Holland en van Utrecht raden legen den Prins op en ontnamen hem zelfs zijn rechten. Wilr Iem V verliet daarop Den Haag en ves tigde zich te Nijmegen op het Valkhof, toen nog een groot kasteel. 't Spreekt van zelf, dat de Oranjei- gezinden hierdoor verbitterd werden en op weerwraak zonnen. Een erge steen des aanstoots, waren hun de Exercitier Gcnoolschappcn, meestal uit Patriotten bestaande, die eenige jaren vroeger ter verdediging des Vaderlands tegen Keizer Jozef waren opgericht, op aandrijving der Regeering (1785). Ook hier in Middelburg was zulk een Genootschap, dat eerst uit 50 leden bet- stond, maar er weldra 100 telde. In 1786 werd hun door de Oranjegezinde Regea- ring bevolen hun genootschap te ontbin den; doch nu werd hun door de Schut terij van den Edelen Busses wier schut tershof tegenwoordig Hospitaal heel, aangeboden om in hunne confrérie le worden opgenomen, waarvan zij dan ook gebruik maakten. Zij werden nude schut ters genoemd, terwijl de stedelijke ger wapen.de burgerij de burgerwacht heette. Van weerszijden maakte men nu elkaar verdacht; allerlei hatelijke aantijgingen werden in leelijke pamfletten verspreid, en dienden slechts om de partijwoede te meer op te wekken. Dat dit menigmaal tot handtastelijkheden leidde, en dat de publiek gesarde en geplaagde Patriotten in Middelburg de huïp der justitie inrie pen, doch tevergeefs, is gemakkelijk te begrijpen. i Juni 1787 kwam er aan de kaai een Dordlsch jacht, dat de Statenvlag (rood, wit, blauw) voerde. Dat was niet naar den zin van een troep opgescho ten jongens van de Oost-Indische werf die weldra door meerderen, ook volwas senen, gevolgd, den schipper gelastten de vlag in le halen, en door den oranje wimpel le vervangen. Dr. van der Kemp, die daar passeerde, verweet het volk dit optreden; men pakte hem aau, rukte hem den "hoed vau het hoofd, zette hem dezen met oranje ver sierd, weer op, joeg hem zoo naar huis en duwde hem de deur in. Daarop rende een deel van het volk een jonkman, Stamperius, achterna, die zeker ook niet oranje op de graat was, doch deze wisl te ontkomen. Een andere troep trok naai' de Schuitvlolstraal en viel het huis aan van den graankooper van den Berg. Hier sloegen ze de ruiten in, en toen Van den Berg ze eerst met kokend water had begoten, en daarna een geweerschot op hen bad gelost, trok ken ze hel benedenhuis in, en vernielden daar wat ze maar vonden. Onderlusschen waren 'de schutters bijt- eengekomen in hun Schuttershof, en hadden drie afgevaardigden gezonden naar den magistraat op het stadhuis om hem rapport te doen van wat er in de stad gebeurde, en hunne hulp ter beteu geling der beroerten aan te bieden. Toen .die afgevaardigden nu 's avonds om 10 uur nog niet terug waren, trokken de Schutters in volle wapenrusting, onder bevel van hun kapitein Clement, naar de Markl, waar zij zich in twee geler deren opstelden, terwijl kapitein Clement naar het stadhuis trok, om le vernemen. Waarom hunne afgevaardigden nog geen antwoord hadden gebracht. Hij kreeg ten antwoord, dat hunne hulp niet noodig was en het corps uiteen moest gaan. Zij marcheerden toen weer naar hun Schuttershof, 'en werden op de Markt vervangen door eenige compagnieën bur gerwachten, van wier optreden ten goede nergens is gebleken. Na de plundering in de Schuitvlot- straat, trok een goed deel volks naai' hel huis van dr. Steveningk in de Noord- straat (nu de Doopsgezinde Kerk) en maakte er veel kabaal, doch tot plunder ren kwam het niet. "s Anderen daags echter, Zaterdag 30 Juni, kwam er met den Rotterdammer veerschipper een troep Amsterdammers, die zich door de stad verspreidde. Het duurde ijiet lang of met ander vreemd volk en een goed getal Middelburgers, stonden zij voor het huis van dr. Steveningk te razen en te schreeuwen, hetgeen weldra gevolgd werd door hel ingooien van ruiten. Daaiv op zette de dokter, geholpen door zijn knecht en twee meiden, alle ramen open, en waarschuwde de menigte, dat hij ge weld met geweld zou keren. Toen toch een Middelburger een proote kei door een der ramen smeet beloonde hij de zen daarvoor met een schot in de heup. Nu trok de troep zich in het St. Joris- straatje terug, en waagde nog slechts een enkele een steen te werpen. Een braui echter durfde het wagen een handvol steeuen in het huis te werpen, maar kreeg een schol ip het hoofd. Dit bracht' den schrik onder de menigte. Een uur daarna kwam er een stads bode, gevolgd door een luitenant der burgerwacht met dertien man. Hij ge lastte den dokier namens Burgemeesters geen tegenstand meer te bieden, daar hein nu hulp gezonden werd. De dokter gaf de boodschap mee terug, dat die hulp vroeger had moeten komen, dan had hij geen geweld met geweld behoeven te keren. De luitenant beval hem daiarop alle ramen dicht te doen, en schaarde zijn manschappen voor de stoep. Toen ze daar ongeveer een half uur hadden geslaan, sloeg een dier helpers met zijn geweer een heel raam in, met zooveel kracht, dat het geweer in stuk ken op de stoep viel. De luitenant zette het nu op een loopen, daarin door zijn manschappen gevolgd. Korl daarna gingen de vensters weer open, maar geen der plunderaars durf de iets te ondernemenwei legde er een hel geweer aan op dr. St. ma;ar toen deze dal zag legde hij ook aan, waarop de andere maakte dat hij weg kwam. Tegen den donker hegon het echter meenens te worden. Van een oud oor- logsfregal, aan een der voorname hee- ren Loebehoorend, had men een G-ponder (kanon) en eenige kleinere slukjes ge schut met hel noodige Ier uit en lood gehaald, en deze stelde men nu op in het straatje en richtte ze op het huis. Ongeveer 10 uur 's avonds begon het bombardement, 't Ging er op los met kogels, schroot, steenen en glas, zóó, dal de projectielen zelfs in de Korte Noordstraat nog schade aanrichtten. De dokter liet zich ook niet onbetuigd, en! schoot nog een turfsteker (looper achter een turfkar) in de lendenen. Hij» zelf bekwam verscheidene kwetsuren en zijn knecht of helper kreeg een stuk ijzer in den nek, zoodat hij onbekwara werd, Ier verdediging. Het huis had al geen ruit meer heel, toen er twee compagnieën Zwilsers uit Vlissingen en Veere aanrukten onder be vel van een luitenant, die den doktejr sommeerde de deur te openen en hem binnen te laten. Toen een der meiden na eenigen tijd dc deur opende, stormde er met den luitenant ook 'n troep plunde raars binnen, die de meid wilden dwin gen te zeggen jvaar de dokter was. Haar eeuig antwoord was: „Hij is weg!" Ziende dal de vogel was gevlogen, zond de officier een ordonnans naar hel stadhuis, en kreeg kort daarop bevel met zijn manschappen daarheen te ko men. Nu begon het bombardeeren opnieuw, en verscheen de dokier weer voor de ramen. Toen echter de stukken ijzer lot achter in het huis vlogen, oordeelde .hij hel raadzaam het huis uit en door zijn tuin in dien van mevr. van der Poorten te vluchten, welk voorbeeld de meiden spoedig volgden. De dokter en zijn as sistent verborgen zich daarop in een luinMiis op don zolder. Ook hier achtten zij zich nog niet veilig en klommen daar om over schuttingen en muren tot zij in den tuin van den Franschen instituteur mr. Rabinil waren gekomen, welks tuin uitkwam op het pleintje in de Lombard»- straat. Onderlusschen was het gros der plun deraars hel huis binnen gedrongen en vierden er hunne vernielzucht den vol len teugel. Niets bleef er heel: zelfs op hot dak zaten de lui om dit af te breken. De stadswerkers braken de stoep op en kwamen weldra met de brandspuit om de kelders vol te pompen: men zei dat die vol buskruit zaten. Ze hadden daarvan echter gauw genoeg, want hel water liep door een riool zoo gauw weg ah het ér ia kwam. (Slot volgt.) Middelburg* L. II. D. SPORT. zweep over haar knie gebogen. H aar klein hoofd scheen by na stralend van jeugd en schitterende kleur tegen den don keren achtergrond van den stoel: en het morgenzonlicht ,dat door het ven ter kwam, lag over het zachte goud van haar haar en omlijnde het edele profiel, den slanken, rechten nek en het begin der gevulde schouders met een gouden licht. En nu zij uitgesproken had en haar grijze, diepe ooogen, die vol van onver- goten tranen waren ,naar hem toekeer de, ontsnapte een kreet van bewondering aan zijn volle, zinnelijke lippen. ,,Op mijn woord,!" riep hij uit, ter wijl hij voor haar stond met zijn handen in zijn zakken, zijn hoofd op rijde en haar met cynisch welbehagen aankeek, „op mijn woord, ge zijt mooi geworden, Me vrouw, en ik heb wel zin 'f Brandend van verontwaardiging, raad de Barbara zijn voornemen, vóór hij bet had uitgesproken, zij sprong toor nig op, terwijl hij een paar stappen na derbij kwam en ruw lachend voortging. „Ja! ik heb wel zin aan uw roerend pleidooi toe te geven. Mevrouw, want ik ben maar een man, en ik kan niet geheel vergeten, dat gij, zelfs als kind wist waf kussen was. Oh!"' voegde hij er grijnzend bij, „ge behoeft nu niet de manieren en houding van een grootc dame aan te nemen. Ge zijt komen smeeken ,dat kunt ge niet ontkennen. Ge zijt komen smeeken ,en ik vind u zoo aanlokkelijk, dat ik bereid ben, een koop met u te sluiten. Ik wil u alles beloven, meisjeliefl'" en plotseling sloeg CÏGAKETTEN. ALLÉÉN VERKRIJGBAAR IN EERSTE KLAS SIGARENZAKEN. (Ingez. Med.) hij zijn armen om haar schouders, „alles als ge mij wilt kussen, zooals ge deedt in de dagen waarvan ge met 'zooveel liefde spreekt. Wat wilt ge ,dat ik doen zal?'" ging hij voort, en hij hield haar zóó stevig vast, dat zij voor 't oogenhlik zich niet verweren kon. „He wil doen. wat het ook zijn mag,*" „Gij zijt gek. Tubal," zeide zij, haar stem zoo goed mogelijk beheerscliend, en in zijn armen worstelend, om zich los te maken, „Dat kan zijn,'" zei hij, Iangzaaim en heesch fluisterend, „maar ge zult me toch kussen, mijn liefje. Ge zult me nu kussen, en dan zullen we Jim Fiennes naar den duivel laten loopen, zooals hij zelf wil. Ik zal twintig pond voor dien kus betaald hebben .maar, bij God! hij is het waard. Kus mij, BabslY Zij kon hem een oogenblilc recht in de oogen zien, toen zeide zij met rustige vastberadenheid „Ik zou even lief een slang uit het gras opnemen èn die kussen!" Maar haar verontwaardiging scheen hem slechts le vermaken want hij lachte en zeide vroolijk. „Kus Wat ge wilt, maar doe het mij eerst, kleine heks. Bij God —1"' De laatste woorden werden in zijn keel gesmooord. In de lpmpe pogingen, die hij deed om Barbara's lippen met de zijne te bereiken, .scheen hij haar minder stevig vast te houden, want zy slaagde er in, zich los te maken, en het volgende ©ogenblik had zij haar hand opgeheven, die den rijzweep nog vast hield, en daarmee sloeg zij hem over het gezicht. Hij slaakte een kreet van woede en pijn en struikelde duizelig en verblind achteruit. Toeu hij zich weer voldoende hersteld had, om rond te kunnen zien, was Barbara verdwenen. IJ 3 Zij reed naar huis vol van gedachten in oproer een oproer, waar bittere t< Ieurstelling en verontwaardiging strijd voerden met zelfverwijt. Zij was er niet alleen in geslaagd het hart van een schurk van een afschuwelijke daad af le keeren, maar zij had een waren storm van schandelijke driften in hem wak ker geroepen driften, waarin wraak en teleurstelling zeker den boventoon zou den gaan voeren. Zij had niets gedaan jóm Jim te redden, en Tubal zou haar nu evenzeer halen als hij den Squire haalte, en tegen Jim werken met den daarbij- gevoegden wensch, om haar leed te doen. Zij stortte tranen van spijt over haai' heethoofdige daad, haar gebrek aan zelf- beheersching; rij voelde nu, dat hij had kunnen maken, dat haar mindere zijn plaats niet vergat, als rij haar zenuwen beter meester was geweest; maar ze moest nog rillen bij de herinnering aan dat vreeselijk tooneel. Het feit, dat zulk een paria de oogen op haar had gewor pen, haar had durven aanraken, gaf haar een gevoel van verdorvenheid alsof rij in de nabijheid van iets onreins geweest was. Maar Barbara was er de vrouw niet naar, om lang bij haar éigen zorgen stü te blijven staan. Tubal was m haar Zeeuwsehe waterpad vinders adspirant-kwartier meesiers ter Koopvaardij. Het is nu ruim anderhalf jaar geleden dat het zeil-hulpmotorjacht „Zeeuwsche Padvinder" werd ingewijd. Wij maakten daar destijds melding van. Aan de heeren Kol. E. Berdeqis vfan Berlekom te Middelburg en M. Teerling te Vlissingen bleek het al spoedig, dat, wilden zij veilig varen mei hun padvin ders, zij den jongelui zooveel mogelijk zeemanschap behoorden bij te brengen, hetgeen werd bereikt door het houden van oefeningen met hun vaartuig gedu rende de zomermaanden en theoretische' cursussen gedurende de wintermaanden. Waar nu het meerendeel der jongelui zeeman wil worden en Walcheren nu juist niet ip de onmiddellijke nabijheid! van een scheepvaartcentrum is gelegen en de jongens zich uit kracht der ge woonte tot hun leiding wenden, teneinde aan een schip te worden geholpen, was hel die leiding, welke middelen trachtte le verkrijgen den jongens hierin te hel pen. In de eerste plaats werd er op aan gestuurd om do verkregen bekwaamhe den der jongens officieel erkend te krij gen. Door medewerking van de bevoegde autoriteiten werd een staats-examen ver kregen, terwijl aan hen, die mot succes deelnamen aau dit examen, een diploma werd uitgereikt voor adspiranl-kwarticr- meesler. Het eerste examen 'heeft plaats gehad in de Paaschvacantie op en met hun schip op de Oude Maas. Daartoe kwam aan boord een com-t missie, bestaande uit de heeren van Roo sendaal, voorzitter. Bakker, oud-gezag voerder Holland—Amerika Lijn; Wilkens, oud-gezagvoerder Mij Nederland, en dr. Haak. Dc hoeren Bakker en Wilkens na men examen af in zeemanschap, terwijl! dr. Haak examineerde in Eerste Hulp bij/ oogen zoo diep gezonken, dat het den ken alleen aan hem een vernedering ge worden was Zij bande Tubal uit haar gedachten als ongedierte, en haar gedich ten keerden weer tot Jim terug. Maar waarom Jim' Zij móest dat inderdaad, zichzelf afvragen, want hij was niets voor haar, slechts in naam een getrouwde vrouw, verlangde zij naar volkomen vrij heid, zoodra deze onrustige tijden voor bij waren. Maai' toch moest zij asn Jim denken, zijn hulpeloosheid, ziek, en die afschuwelijke Tubal loerend op den ach tergrond, die een schandelijken koop sloot met kolonel Scrape en het geld telde, dat hem voor zijn verraad betaald was. Zij had haar best gedaan, Jim te redden en het was haar mislukt; kon een abstract verlangen, om eèn onrecht te herstellen, meer van haar eischen? Waarschijnlijk niet. Toch kon zy zich niet losmaken van de gedachten aan Jim. Zij had ont zettend medelijden met hem. Ja, zoo was het. Zij had medelijden met hem1, omdat hij ziek en hulpeloos was, en misschien vertrouwen stelde in den Ju das. die hein verried. Zijl voelde een vaag, moederlijk gevoel voor Iiem in haar ziel ontwaken, een gevoel, waarvan geen werkelijk goede vrouw ooit geheel vrij is het gevoel van medelijden met wat zwak is, afgescheiden van eenige vraag van vijandschap, een'innerlijk verlangen, om te beschermen s k. t iwrrolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1926 | | pagina 5