1 BAND IT BET LITTEEKEN. I FEUILLETON. 8 IJ VOEGSEL Dinsdag 13 Juli 1926, No. 162 VEREENIGING VAN BURGEMEE&TEllS, WETHOUDERS EN SECRETARISSEN VAN CALVINISTISCHE LEVENS- EN WERELDBESCHOUWING „GROEN VAN PBINSTERER Maandag vergaderde le Middelburg in de sociëteit SI. Joris bovenstaande ver eenSging onder voorzitterschap van den heer C. P. I. D o m m i s se, burgemees ter van Maassluis, die deed zingen Ps. 68 2 en daarna voorlas Ps. 96. Na gebed hield spr. een openingsrede, waarin hij vooral den heer G v. d. Putte lid van Ged. Stalen van Zeeland, welkom heette en daarna alle op deze tweede vergadering der vereeniging. Spr. wees er op, dat Walcheren het land zijner vaderen is en reeds door Keizer Karei V genoemd werd de parel aan de Zeeuwsche kroon. Spreker wijst op de schoonheid van het eiland welke door G. Jacobs en zijn volgelingen in de huidige Zeeuwsdie schilderschool o.a. in het museum van den Zeeuwschen kunstkring tentoon wordt gestekt, terwijl het stedelijk mu seum te Vlissingen het heden en verle- leden bewijst. Spr. wijst dan op de Abdij en hel Raadhuis van Middelburg, en hel Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap pen met zijn museum^ om er op te wij zen, dat er meer is op Walcheren, liet is ook het eiland, waar sinds oude tijden het woord Gods wordt geliefd en waar men naar de ordinatiën des Ileeren wenschl te leven. Hervormd en gere formeerd voelen zich er één in den kamp legen ongeloof en revolutie, en zich innig aan liet Oranjehuis verbonden wetend, komt er telkens de liefde voor de dierbare vorstin en Haar Huis in' blijde juichtoon naar voren. Men zal hier goed begrijpen, waarom zich de mannen van Calvinistische levems- en wereldbeschouwing opmaken om te be vorderen en voor te slaan de toepassing en ontplooiing der nnti-revolutionnaire beginselen als richtsnoer van een positief Christelijk gemeenterecht en geineentebe leid Als overheidspersoon voelt men tel kens hoe moeilijk de taak is en toch dat men zich niet mag onttrekken aan wat on ze roeping is. Om dit goe.l le begrijpend dege studie noo iig Na de zon iVloeJJüe'd de patriarcliie op en werd Noach de dra ger van liet overheidsgezag. Dit werd later gesplitst in een politiek en een jus lilieel karakter. Langzamerhand won liet overheidsgezag in heleekenis en kwam men door nadenken van hel onbewuste in het bewuste overlieidsleven. Door Gods genieene gratie en bestel werd het eene volk meer begiftigd dan het andere door ontwikkeling, door dé groo- le mannen die Hij liet schonk, de staat en reehtgeniën, maar niet minder door wat Hij als wet in Israël gaf en door wat Christus als hel licht der wereld deed, Men heeft te bedenken, dal God in zijn algcnicene genade, ter beteugling van de zonde en het welzijn der menscli- heid hel overheidsambt in liet leven riep en Hij sommige menschenkinderenr met gezag bekleedde. Zij moeslen in het midden des volles het recht God' hoog houden en de verzorging des volk' behartigen. Men moet niet alleen een open oog hébben voor de beginselen die in Gods Woord liggen, maai* niel minder studie maken van wat de historie der volken en het boek der natuur zoomede de ervaring des levens anderen hebben geleerd. Als Christen is inen geroepen tegenover de theoriën van het onge loof inzake het gezag de principes te plaatsen en een Christelijk gezond volksleven le kweeken en daaraan de- juiste leidiug te geven. Spr. roept de broeders in Zeeland, die nog geen lid der vereeniging zijn, toe sluit u direct aan, en stelt hen als voorbeeld den burge mee ster van Am sterdam, den heer W. de Vlugt als mede dien van Delft ,mr. C. van Baren, ten voorbeeld, naast die van Kampen en Hoogeveen. Spr. zegt ten sloltq dal ook liet werk der vereeniging helaas wel gebreken zal bezitten en stukwerk zal blijven ,maar met Gods kracht en hulp zal zij toch ter eere Gods trach ten door te varen naar hel volmaakte en daarbij gedenken aan de Zeeuwsche wapenspreuk „Luclor et Emergo" d i.- Ik worstel en ontkwam, dal ook in de volksmond aldus wordt vertaald „Lukt het van daag niel, djan mergen". Hier mede verklaarde spr. de* vergadering geopend. Nadat de notulen van de oprichtings vergadering >n November j.l. le Utrecht waren voorgelezen, en goedgekeurd^ deelde de heer Doorn, burgemeester van Zwijndrecht mede. dat de vereeniging 'thans ruim 70 leden telt. Hierna was het woord aan den lieer mr. J. L. Bouma, burgemeester van Hoogeveen voor zijn referaat over: „Ge meentelijke autonomi.e en ethische voor schriften," Spr. had de volgende stellingen ter verdediging opgemaakt: 1. De Gemeente-Autonomie in onze gemeentewet is ten onrechte geen abso- uul rechts begrip De Rijks-overhei|d is feitelijk in staat en juridisch bevoegd al les aan zich tc trekken. 2. Het omzetten Van zedelijke plichten rechtsplichten is niet aanbevelcns-/ waard, althans geen teeken van vooruit- Ban6 3. De Overheid ook de Gemeentelijke, handhavende de geestelijke vrijheid, aoortrekke bestuur en wetgeving met Christelijke geest en liouue rekeni|ng, dat liet Christendom grondslag is van ons volksleven. 4. Voorbeelden van praktische nioeil- lijkheaen en verschil van inzicht. De heer B o u m a zeide te meenen, dal hel onderwerp nog dikwijls -in de vereeniging aan ae orde ,zal komen door oe vele moeilijkheden dié er aan verbon den zijn en lieL wijst er op, dal: de ver eeniging zal moeten sluuren in de rich ting van stiioie. Spr, ging dan na wal on der autonomie verstaan wordt en de verschillende opvattingen, die daarom trent bestaan. Arl. 150 der gemeentewet neemt weer terug wal art. 141 der grond'- wel regell. Iioe hel zij het is volgens spr. niet goed, dat de rijkswet alles to!t zich neemt. Groen van Prinstereii zeifle reeds, dal gemeentelijke autonomie geen nood zakelijk kwaad is, doch wel de centrale regeling door het rijk. De antifrev. bur gemeester, secretarissen en wethouders zijn dan ook voor gemeentelijke autono mie. en dit omdat haar heleekenis groo- ter is geworden, dan men oorspronkelijk verwachtte. Men zie maar naar Duilseh- waar de gemeenten veel op zich nemen, dal in het belang van liet geheele rijk is. Men verwacht daarvan opbloei der ge meenten. Samenvoeging van kleijne ge meenten acht spr. niet gewenschl. Het algemeen kiesrecht heeft geen vooruit gang gebracht ,en spr. wijst op de demo craten, die leven met de hand in de zakken van anderen. Spr. meent, dal wij ziging van arl 150 der gemeentewei gc- wenscht is. De antvrev. zijn geen voor standers van schoolvooeding, volksop voeding, nielkvoorziening en dergelijke door de overheid. Onder overheidsgezag Uit het Engelsch van Baronesse Orczy. (Geautoriseerde vertaling van A. T.) Boek I. De vooravond van den storm, 26). Builen w,as het vol beweging Barbare merkte weldra, dal zij blinde lings een stroom volgde. De wegen en velden waren vol inenschen, mannen en vrouwen, en zelfs kinderen, die lie-, pen te paard reden of in koetsen zaten,, volgers van het leger, vagebonden, da- mens, heeren officieren met hun vrou wen, soldaten met him beminden en landloopevs bij massa's. Hel leger 'be woog zich zuidwaarts en al de nasleep er van deed hetzelfde Men zeide, dat het Parlemenlsleger zoo nabij was, dat een slag niet vermeden kon worden, en dat het dwaasheid van den Koning zou ge weest zijn, .als hij zijn tocht naar het Noorden had voortgezet Zijne Majesteit was vroeg in den ochtend gewekt, en had van dien tijd af beraadslaagd in Harboröugh, waarnia hel leger in slag orde w.as opgesteld op den heuvel, die zich van Farndon naar Oxen uitstrekt, gereed voor een aanval van den vijand. Barbara sprak met enkelen der voor bijgangers, van wie sommigen vrienden waren; iedereen was in de opgewekste stemming. De overwinning was zeker, de vooruitzichten van den Koning waren wil spr. verstaan, dat men alleen in moet grijpen als het noodig blijkt en 'de aalschappij zelve iels iiyel goed doet Als men daarbij weet, dat God de wereld geschapen heeft, dan is men vrij daar naast andere regelingen te treffen. De uitvoering van het gezag zal an ders moeten zijn bij de Christenen dan bijv. bij de Mohammedanen. Spa', toont dan met voorbeelden aan dat men ais overheidspersoon wel zooveel mogelijk moet trachten volgens Gods gebod le le ven, maar dat men locli bijna dagelijks verplicht kan zijn iets te iloen, wat niet tot eere Gods is. Men vergete niet, dajt hetgeen de taak is van een persoon of van de kerk, nog niel de taak isl van de overheid. Art. 168 van de grondwet laai de beleidenis van de godsdienst geheel vrij en art. 170 stelt alle godsdiensten gelijk. Volgens spr. moet Nederland een Christelijke overhead hebben en is o.a het nationaal onderwijs liijer Christelijk onderwijs. De overheid is alleen noodig voor liet leven aan deze zijde van hel grar en haar zijn niet voor le schrijven de tien geboden, ook ni(et de zedewei, de bergrede of het Onze Vader. Maar men kan en mag de regelen door God gesteld niel vervangen door wetten of verordeningen. Men maakt dan de toe-, standen niel beter, men moet de behar tiging der geestelijke eigenschappen over laten aan <le kerken, die geen invloed op de overheid verlangen Spr. wijst dan o.a. op de Zondagsrust en meent dal men de zorg daarvoor aan de gemeenten moet overlaten, voor de Zondagsheiliging zullen de particulieren zelf wel zorgen. Betreffende de armenzorg betreurt spr. hel dal deze al meer en meer overgaat naar de gemeente, doch ook hier is weer verschil van inzicht over. Plaatselijke keuze acht spr. haast overbodig, waar het particulier initiatief op lult gebiled der drankbeslrijdimg zooveel kracht ontwik keld. Het vloekverbod is Nvel, goed, en liet last met aan de meeniing van andersden kenden als nlhcisleu enz. Wat betreft een rookverbod meent spr dal 'men daarbij de macht aan de ouders ontneemt, men gaat toch ook niet na of iemand le veel thee of koffie drinkt, of hij le weinig eel of zich slecht kleed. Maar över al deze ■n vele andere dingen is in eigen kring verschil van meeniiig en men maakt dan ook een crisis door. Spr. eindigt met den wensch, dat alle na veel teleurstel ling, ook smaken de vreugde van hel auli-rev. beginsel. De vooi'z. wees er op, dat de refe rent wieer veel reden lol overdenking heeft gegeven en hij geeft daarop gele genheid met hem van gedachten le selen. Van deze gelegenheid werd gebruik ge maakt door de herren J. W. Egberts, J Iluizinga, mr. G. van Baren, P. Doorn en P. A. Schwartz, burgemeesters resp. Alm kerk, Terneuzcn, Delft, 'Zwijndrecht en Rillaud-Bath. Bij de beaulwoording van de opmer kingen meende de lieer Bouma, dat (lij er nog al goed was afgekomen, hij had meer bestrijding verwacht, maar vindt nu gelegenheid er eens op te wijzen, dat naast anti-rev. overhcidsstelsel er ook een goed anti-rev Maatschappelijk leven moet zijn. Verder dal een slaat bepaalde inzichten op godsdienstig terrein niet mag bestrijden. Een norm voor de houding van een burgemeester ook een anti-rev is nitl le stellen, want de eischen 'te Am sterdam ziju andere dan bijv. te Hooge veen, waar spr. met een overgroole meerderheid in den raad veel niakkelijkei werkt dan burgemeester de Vlugl te Am sterdam Waar gewaagd was of spr. zijn meeningen in een 20-tal stellingen wil uitwerken, zeide spr. niet dat doel te hebben, hij is zelf gekomen om te leeren. De voorz. sloot zich aan bij de heeren, die mr. Bouma reeds hulde brachten voor de groole studie, di\e hij van hel onderwerp had gemaakt en voor de eerlijke wijze, waarop hij zijn meening uiteenzette. Spr. lioopl, dajt als de ver eeniging een bescheiden orgaan kan op richten, mr. Bouma zijn ineenifagen daar in nog eens zal wijllen bespreken Besloten werd dat het aanlal bestuurs leden in het reglemenl zal luiden 9 in plaats van 7, zooals aanvankelijk wa;s vastgesteld Naast de heeren Dommisse en Doorn werden thans al vast gekozen de heeren P. A Schwartz, burgemeester van Ril- land-Bath; mr. J. L. Bouma, burge meester van Hoogeveen, A Sonke secre taris van Harderwijk en P. G. Laernoes, wethouder ran Vlissiugen Hierna werd de vergadering door den burgemeester van Delft, mr G. van Ba ren niet dankgebed gesloten. uut mekarc ouwe. As ze buten bin zien- ge, as je 't ziengen noeme wil, van. Sara, je rok zakt of. Da s wel 'n ouwen deun, mae ie schient erg in de smaeke te blu- ven; en den neef uul Kanneda ök vee, ofschoon nie zoo erg as ..oudl 'r Ue imoed mae in Noe, daer is geen nood voe, voe die inoea Wal zou 't! Strakjes gae ze wee varder en dat trek zoo mae deur tot diepe in den nacht Nog laele oor je de belten rienkele en dae bin d'r mae geen bitje, die d'r nie over dienke, dat vlak op d' Eintjeszansclie mart de Zon dag an ekommen is Mae 'n mensch kan ok me overaol gehele om dienke. vooraol (nie, as 't mart en doenker is D a 's nog eeleganseh eender as vroeger! den lOen van Ooimaend 1926 nooit zoo schitterend geweest, en de be slissende slag van lietlen zou hem zeker voor goed van ziju vijanden bevrijden cn ofschoon het Parlementsleger bijna tweemaal zoo talrijk was, zou de be kwaamheid van Prins Rupert en zijn schitterende ruiterij spoedig korte met ten maken met die ruwe recrutcn, die door psalmgezang niel in goede soldaten zouden veranderen. D,at was de geest, die allen bezielde, welke op dien gedenkwaardige» morgen van 14 Juni op weg waren. Tegen den middag vluchlle die ge heele slroom, om het leven te redden Een, door schrik bevangen menigte stort te zicli als een slroom over velden en wegen ,over heggen en slooten in dalen en op de hellingen; paardenhoeven dreunden; inenschen schreeuwden; wa penen, uilrustingen werden weggewor pen; mannen en vrouwen, vervolgersen vervolgden in een vreeselijke gruwelijke mengeling. Kreten van wanhoop, van schrik, van doodsangst, vulden de lucht met hun afschuwelijke klanken. Lippen die dezen morgen in domme zelfgenoeg zaamheid glimlachten, waren samenge trokken in aijgst, kelen, waaruit slechts een paar uren geleden gelach klonk, de den heesche krelen van waanzin, uil doodsangst geboren, liooren. De Koning? Ah! de Koning zou die krankzinnige vlucht gestuit hebben, als hij gekund had- Het ontbrak hem niet aan moed. Toen de stroom van vluch tende ruiterij hem bijna neerwierp, deed hij wanhopige pogingen, om de regimen EINTJESZANSCHE MART. Eest ei je Krunege, dón Kwedamme en 'n weke nae aien is 't Einljeszónsche jtnart. Da's eigentlik den voornaemsten op Goesche mart dan nae neturelik. want mie Einljeszansche marl is 'l voe de durpen in de buurle ok zoo wat kerremisse. Noe wè geen kraemen of geen kuresèl, mae wèrke doe ze toch nie en 's achtemiddogs zeker nie. Zoo'n bitje feesterigheid za' 'k mae zegge. Vroeger, man lieve, noe, dan gienge ze spelerie en dan kwarame ze op Eintjeszand ók Dae was 't dan 'n cel gedoe van spillen en kraemen en lae- besen, mae in de leste jaeren is dat 'n stik verminderd; die kraemen en zoo be doel 'k, want spelerien is eeleganseh uut den tied Noe riedl agauw icderen- üicen d'r mee de fiets van deur en oeveê autoos zie je nie stuve' Vreedl En van 't jonge volk, dal begriep je, is t'r op de durpen geen een, die tuus bluuft. 'I Wemelt zoo mae van de fietsers en die nie fietse, die zilte d'r tuus nae le kieken of ze kuiere zoo'n bitje Op sommegle plekken staet 'r 'n lacbes mie sukergoed en keezen. Da's voe de guus, die aol op z'n Zondagsch binne. 't Is jamlmer, dat de meeste op burgerseli gae nieuwmodesche jur ken en oen en aol van die buteumedël- sche kousens. Nel soms bloole kielen Lilliu gin bitje! En de kleine jongers bin meneertjes' Da's jammer zeg 'k, want oen hoerendracht is hie mien voe klein en groot vee mooier as dien burger proenk. 's Aevens mezieU voe den dans in d'errebergen Ok awee vee anders as vroeger. Toen a je den boerendans voe de filel. De mu/ekanten mie d'r fiole boven op 'n oogen taefel, die riepe „In de rondte 1 Noe de misjes! Noe de jongers! Twéé an twéé' Vier an Eu sommigle mieke d'r van „afan deuV' en „affekaal", Op 'n ende was "t ,aolle zevene!" Ze stampten mie d'r voeten man, dal 'n arigheid was en dae ware d'r mae zadders kaerels be doel 'k die dansten iu d'r ondervest van de wermtel Want mie Eintjeszansclie mart f s 't gemeenlienge wérm en j' eit 'r nog al is onweer bie. Mae noenoe dónse ze ók al op z'n burgers. Ze danse noe eigentlik meer mie d'r ermen en ze verkoope zotte gremasten mïe d'r lief en d'r ood en d'i bednen. Lache aoe ze d'r glad nie bie, mae ze aieke aol stroef, 't Liekcn nie erg vee op dansen en de mez.iek! Groo- ten tied! Eeleganscli anders" Geen fiole, mae 'n groolen urgei, mie trommels en en zoo'n klepperdieok, net as 'n keezekleppcr en bellen en aol dal ge- veugel. De meiden zitle mie de jongers op de banken langs de kant en ze drieiike ilimmenade Vroeger aollegaer klaren mie suker of annies. D'r gezichten bin nog net as vroeger 'blienke! Blienke' Van 'l dansen, waul medeemenl dan ei je 'l wee: „mo me nog is 'n rondje?'* En dan pompe ze wee mie d'r ermen op d'urgelmeziiek 1 Voe d'erreberregc 'n schep fietsen vreedl 'n Veint die t'r op past en je snapt op de waereld nie, oe da ze z'aol ten te vereenigen,, die nog intact ge bleven waren; hij was bereid zich aan hun hoofd te stellen ,met hen den vijand aan le vallen en een helfdhaftige poging le doen ,om de fortuin een keer te doen nemen. Maar een vriend het was Lord Carwath - greep zijn teugel vast, en riep hem toe „Wilt ge l'w dood tege moet gaan?" En Karei dralend als al tijd, flink van voornemen maar zwak van wil, hield een oogenblik stil, voor hij bevel tot den aanval gaf. Op dat oogenblik riep «en zijner officieren luide „Marcheert rechts!" en de laatste der ruiterij reserve namen hun Kouingi met zich mede en voegden zicli bij de1 overhaaste vluchtelingen. Zij hielden geen van allen stil, voor dal zij vlak bij Leicester waren; de Koning en Prins Rupert, Digby en Lang- dale, de ontvreden mannen van Yorks shire en de bloem van Rupert's ruiterij/ Van alle zijden kwamen drommen vij anden om hen le vervolgen Cromwell van de linkerzijde, Whalley van rechts. Oakey's dragonders op zijde, zij overvie len hen als een stortvloed, soldaten en burgerSp» vagebonden en edelen, vrouwen en landloopers; zij versloegen hen, dood den heil met den sabel onder kreten van „Denk aan Cornwall'" „Denk aan Leicester 1" En in naam van deze af schuwelijke herinneringen werd de wraak misschien nog afschuwelijker Oh' de afschuw, de jammer, de el lende van dil alles' de ontzettende, onlw zettende tragedie' Barbara, die vroeger in den morgen tot Farndon Fields LANDBOUW. Stpnd der Bieten-gewassen Op 10 Juli was de stand van liet hi|e" ten ge nv as zoodanig, dat, hoewel het war me weer van de laatste dagen den bieten zeer ten goede is gekomen, toch de ach terstand niet is ingehaald Thans komen naar De Grondwet van gisteren meldt van alle zijden be richten over het doorschieten der bieten een verschijnsel dal den fabrikant met angst en zorg vervult, aangezien zaad bieten een ernstige belemmering ople veren voor oe fabrikatfc. Door enkele fabrieken is reeds aan nun bieten-leveranciers het verzoek ge richt, deze zaadbalen thans reeds uil de velden le verwijderen, daar ze anders Loch geweigerd zullen worden KUNST EN WETENSCHAPPEN. «aan was, zag het lieele verschrikkelijke beeld .als een panorama, even als Jim Fiennes het zag, maar van een geheel 't eerst een vluchtige, overwinning be-» punt. Zij had gejuicht ,toen Rupert in haalde ,toen Iretou zijn zwaard overgaf en toen Skippon viel; zij had gesiddérfd, toen Cromwell's ruiterij 'de rechterzijde van liet leger aanviel ,die te kampen had' met de konijnenholen ,die den grondi gevaarlijk voor de paarden maaktenzij was er nu getuige van, verstijfd van schrik toen zij ver weg op Dust Hill liet leger van den Koning zich zag omwenden! om te vluchten, door schrik bevangeul en verspreid als sneeuwvlokken, door een slormwind. Een paar oogenblikken later vverd zij zicli bewust zoowel van gevaar, on middellijk gevaar voor zich /elf en haar gezellen als van den afschuw van het geen zij zag. Zij greep juffrouw Leake bij den pols en trok haar, die versuft als zij was ,geen weerstand bood, binnen de bescherming van de haag, die het veld aan de Oostelijke zijde begrensde. Hier was een aantal munitiewagens achter gelaten en daarachter vond Barbaró een schuilplaats, zelfs toen de door schrik bevangen horde als een donderbui langs de helling vloog. Als een ware nacht merrie aanschouwde zij de vreeselijke oplossing en ontbinding van wat eeu aan eengesloten lichaam van dappere strij ders-geweest was in eenheden van ellen dige menschelijke wrakken ,die beangst voor hun leven vluchtten; van achter de beschermende barricade van wagens Hel Openluchtspel bij Kou«le- ker ke. Zooals we reeds hebben medegedeeld, zal Zondag den 18den Juli, in de duinen le Koudekerke, op initialief van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling, een openluchtvoor stelling 'worden gegeven van Vondel's „Joseph in Dotliau", op le voeren door Het Zomertooneeleen gezelschap 1dat zich tijdelijk gevormd heeft uit leden van Hel Schouw too neel, onder leiding van den regisseur Ben Groenevelt, en dat reeds op verscliillende plaatsen deze voorstelling mei succes gaf. We vernamen dat men bij de duinen een uitmuntend plekje voor de voor telling heeft gevonden. Men hoopt de toeschouwers te plaatsen tegen de op- loopende duinhelling, zoodat allen goed kunnen zien. En getuidsproeven hebben bewezen dat daar uitmuntend kan wor den verstaan wat de spelers zeggen. Bo vendien zijn er maatregelen getroffen dat men op geriefelijke wijze naar bet terrein van hel spel vervoerd kan worden. Over het stuk „Joseph in Dothan" heb ben we eenige jaren geleden uitvoerig ga- schreven, loen op Wcsthove daarvan een openluchl-voorstelling werd gegeven door een Vlaamsch gezelschap onder leiding van dr. de Gruijter. De bezoekers zullen zich herinneren dal deze daarbij een ge heel bijzondere opvatting volgden door de broers van Joseph (het stuk behan del! de bekende geschiedenis van den verkoop van Joseph door zijn jaioersche broeders) ais boeren uit onzen lijd te verloonen. We meenen dat liet Zomer tooneel dal anders opvat. In ieder gevai is deze herinnering vol doende om nog weer in gedachten te brengen welk een zeer levendig, en door zijn variatie zeer pakkend beeld. Vondel lieefl gegeven van deze broeders. Vooral de harde figuur van Simeon, is meester lijk geteekend. En naar wij! in recenlips lazen wordt die figuur bij het Zomertoo neel zeer verdienstelijk uitgebeeld door Co Balfoort. De rol van Joseph wordt gespeeld door Carel Rijken, die van den aarzelenden e n goedhartigeu Ruben door zag zij vervolgden en vervolgers langs haar stuiven als een woesten stroom,) wanneer de wateren door zworen regen val gezwollen en de sluisdeuren doorge-i broken zijn. Zij wachtte een geheel uuh of langer, terwijl deze krankzinnige ril voortdurende, en zij wist, dat zij nooit de .afschuwelijkheden vergeten zou, die zij toen zag. Tegen haar rokken aan gedrukt zat haar kindermeid, juffrouw Leake, niel veel anders dan een pakje zenu wen. De ongelukkige vrouw was ter nauwernood bij kennis zij lag onbewege lijk met haar kap stijf over het hoofd gelrokken, tiaar handen voor haar ooren, om de vreeselijke geluiden buiten te sluiten. Gedurende een uiur of langer verborgen die twee vrouwen zich daar, terwijl ruiters en woeste, onbereden paarden langs vlogen en mannen en vrouwen gillende langs liepen, terwijl aan alle kanten rondom haar uitrustin gen, gordels, wapenen, helmen, roekeloos weggeworpen werden door dien svilden troep van een beangste massa, die er slechts op bedacht was, alles weg te wer pen, wal deze overhaaste vlucht kon in den weg staan Op een oogenblik voelde Barbara een zwaren slag op haar schou der; de pijn was ondraaglijk; een doode- lijke walging Ik?ving haar, deze sombere wereld scheen plotseling van haar weg tc wijken, zich. in een. donkeren mist te hullen en daarna geheel te verdwijnen, (Wordt vervolgd.) t v f t ,.ir

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1926 | | pagina 5