1 BAND IT BET LITTEEKEN.
I
FEUILLETON.
8 IJ VOEGSEL
Dinsdag 13 Juli 1926, No. 162
VEREENIGING VAN BURGEMEE&TEllS,
WETHOUDERS EN SECRETARISSEN
VAN CALVINISTISCHE LEVENS- EN
WERELDBESCHOUWING „GROEN
VAN PBINSTERER
Maandag vergaderde le Middelburg in
de sociëteit SI. Joris bovenstaande ver
eenSging onder voorzitterschap van den
heer C. P. I. D o m m i s se, burgemees
ter van Maassluis, die deed zingen Ps.
68 2 en daarna voorlas Ps. 96.
Na gebed hield spr. een openingsrede,
waarin hij vooral den heer G v. d.
Putte lid van Ged. Stalen van Zeeland,
welkom heette en daarna alle op deze
tweede vergadering der vereeniging.
Spr. wees er op, dat Walcheren het
land zijner vaderen is en reeds door
Keizer Karei V genoemd werd de parel
aan de Zeeuwsche kroon. Spreker
wijst op de schoonheid van het
eiland welke door G. Jacobs en zijn
volgelingen in de huidige Zeeuwsdie
schilderschool o.a. in het museum van
den Zeeuwschen kunstkring tentoon
wordt gestekt, terwijl het stedelijk mu
seum te Vlissingen het heden en verle-
leden bewijst. Spr. wijst dan op de Abdij
en hel Raadhuis van Middelburg, en hel
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap
pen met zijn museum^ om er op te wij
zen, dat er meer is op Walcheren, liet is
ook het eiland, waar sinds oude tijden
het woord Gods wordt geliefd en waar
men naar de ordinatiën des Ileeren
wenschl te leven. Hervormd en gere
formeerd voelen zich er één in den
kamp legen ongeloof en revolutie, en
zich innig aan liet Oranjehuis verbonden
wetend, komt er telkens de liefde voor
de dierbare vorstin en Haar Huis in'
blijde juichtoon naar voren. Men zal
hier goed begrijpen, waarom zich de
mannen van Calvinistische levems- en
wereldbeschouwing opmaken om te be
vorderen en voor te slaan de toepassing
en ontplooiing der nnti-revolutionnaire
beginselen als richtsnoer van een positief
Christelijk gemeenterecht en geineentebe
leid Als overheidspersoon voelt men tel
kens hoe moeilijk de taak is en toch dat
men zich niet mag onttrekken aan wat on
ze roeping is. Om dit goe.l le begrijpend
dege studie noo iig Na de zon iVloeJJüe'd
de patriarcliie op en werd Noach de dra
ger van liet overheidsgezag. Dit werd
later gesplitst in een politiek en een jus
lilieel karakter. Langzamerhand won liet
overheidsgezag in heleekenis en kwam
men door nadenken van hel onbewuste
in het bewuste overlieidsleven. Door
Gods genieene gratie en bestel werd
het eene volk meer begiftigd dan het
andere door ontwikkeling, door dé groo-
le mannen die Hij liet schonk, de staat
en reehtgeniën, maar niet minder door
wat Hij als wet in Israël gaf en door
wat Christus als hel licht der wereld
deed, Men heeft te bedenken, dal God
in zijn algcnicene genade, ter beteugling
van de zonde en het welzijn der menscli-
heid hel overheidsambt in liet leven
riep en Hij sommige menschenkinderenr
met gezag bekleedde. Zij moeslen in
het midden des volles het recht God'
hoog houden en de verzorging des volk'
behartigen.
Men moet niet alleen een open oog
hébben voor de beginselen die in Gods
Woord liggen, maai* niel minder studie
maken van wat de historie der volken
en het boek der natuur zoomede de
ervaring des levens anderen hebben
geleerd. Als Christen is inen geroepen
tegenover de theoriën van het onge
loof inzake het gezag de principes te
plaatsen en een Christelijk gezond
volksleven le kweeken en daaraan de-
juiste leidiug te geven.
Spr. roept de broeders in Zeeland,
die nog geen lid der vereeniging zijn,
toe sluit u direct aan, en stelt hen als
voorbeeld den burge mee ster van Am
sterdam, den heer W. de Vlugt als mede
dien van Delft ,mr. C. van Baren, ten
voorbeeld, naast die van Kampen en
Hoogeveen. Spr. zegt ten sloltq dal
ook liet werk der vereeniging helaas
wel gebreken zal bezitten en stukwerk
zal blijven ,maar met Gods kracht en
hulp zal zij toch ter eere Gods trach
ten door te varen naar hel volmaakte
en daarbij gedenken aan de Zeeuwsche
wapenspreuk „Luclor et Emergo" d i.-
Ik worstel en ontkwam, dal ook in de
volksmond aldus wordt vertaald „Lukt
het van daag niel, djan mergen". Hier
mede verklaarde spr. de* vergadering
geopend.
Nadat de notulen van de oprichtings
vergadering >n November j.l. le Utrecht
waren voorgelezen, en goedgekeurd^
deelde de heer Doorn, burgemeester van
Zwijndrecht mede. dat de vereeniging
'thans ruim 70 leden telt.
Hierna was het woord aan den lieer
mr. J. L. Bouma, burgemeester van
Hoogeveen voor zijn referaat over: „Ge
meentelijke autonomi.e en ethische voor
schriften,"
Spr. had de volgende stellingen ter
verdediging opgemaakt:
1. De Gemeente-Autonomie in onze
gemeentewet is ten onrechte geen abso-
uul rechts begrip De Rijks-overhei|d is
feitelijk in staat en juridisch bevoegd al
les aan zich tc trekken.
2. Het omzetten Van zedelijke plichten
rechtsplichten is niet aanbevelcns-/
waard, althans geen teeken van vooruit-
Ban6
3. De Overheid ook de Gemeentelijke,
handhavende de geestelijke vrijheid,
aoortrekke bestuur en wetgeving met
Christelijke geest en liouue rekeni|ng, dat
liet Christendom grondslag is van ons
volksleven.
4. Voorbeelden van praktische nioeil-
lijkheaen en verschil van inzicht.
De heer B o u m a zeide te meenen,
dal hel onderwerp nog dikwijls -in de
vereeniging aan ae orde ,zal komen door
oe vele moeilijkheden dié er aan verbon
den zijn en lieL wijst er op, dal: de ver
eeniging zal moeten sluuren in de rich
ting van stiioie. Spr, ging dan na wal on
der autonomie verstaan wordt en de
verschillende opvattingen, die daarom
trent bestaan. Arl. 150 der gemeentewet
neemt weer terug wal art. 141 der grond'-
wel regell. Iioe hel zij het is volgens spr.
niet goed, dat de rijkswet alles to!t zich
neemt. Groen van Prinstereii zeifle reeds,
dal gemeentelijke autonomie geen nood
zakelijk kwaad is, doch wel de centrale
regeling door het rijk. De antifrev. bur
gemeester, secretarissen en wethouders
zijn dan ook voor gemeentelijke autono
mie. en dit omdat haar heleekenis groo-
ter is geworden, dan men oorspronkelijk
verwachtte. Men zie maar naar Duilseh-
waar de gemeenten veel op zich nemen,
dal in het belang van liet geheele rijk is.
Men verwacht daarvan opbloei der ge
meenten. Samenvoeging van kleijne ge
meenten acht spr. niet gewenschl. Het
algemeen kiesrecht heeft geen vooruit
gang gebracht ,en spr. wijst op de demo
craten, die leven met de hand in de
zakken van anderen. Spr. meent, dal wij
ziging van arl 150 der gemeentewei gc-
wenscht is. De antvrev. zijn geen voor
standers van schoolvooeding, volksop
voeding, nielkvoorziening en dergelijke
door de overheid. Onder overheidsgezag
Uit het Engelsch van Baronesse Orczy.
(Geautoriseerde vertaling van A. T.)
Boek I. De vooravond van den storm,
26).
Builen w,as het vol beweging
Barbare merkte weldra, dal zij blinde
lings een stroom volgde. De wegen en
velden waren vol inenschen, mannen
en vrouwen, en zelfs kinderen, die lie-,
pen te paard reden of in koetsen zaten,,
volgers van het leger, vagebonden, da-
mens, heeren officieren met hun vrou
wen, soldaten met him beminden en
landloopevs bij massa's. Hel leger 'be
woog zich zuidwaarts en al de nasleep
er van deed hetzelfde Men zeide, dat het
Parlemenlsleger zoo nabij was, dat een
slag niet vermeden kon worden, en dat
het dwaasheid van den Koning zou ge
weest zijn, .als hij zijn tocht naar het
Noorden had voortgezet Zijne Majesteit
was vroeg in den ochtend gewekt, en
had van dien tijd af beraadslaagd in
Harboröugh, waarnia hel leger in slag
orde w.as opgesteld op den heuvel, die
zich van Farndon naar Oxen uitstrekt,
gereed voor een aanval van den vijand.
Barbara sprak met enkelen der voor
bijgangers, van wie sommigen vrienden
waren; iedereen was in de opgewekste
stemming. De overwinning was zeker,
de vooruitzichten van den Koning waren
wil spr. verstaan, dat men alleen in
moet grijpen als het noodig blijkt en 'de
aalschappij zelve iels iiyel goed doet
Als men daarbij weet, dat God de wereld
geschapen heeft, dan is men vrij daar
naast andere regelingen te treffen.
De uitvoering van het gezag zal an
ders moeten zijn bij de Christenen dan
bijv. bij de Mohammedanen. Spa', toont
dan met voorbeelden aan dat men ais
overheidspersoon wel zooveel mogelijk
moet trachten volgens Gods gebod le le
ven, maar dat men locli bijna dagelijks
verplicht kan zijn iets te iloen, wat niet
tot eere Gods is. Men vergete niet, dajt
hetgeen de taak is van een persoon of
van de kerk, nog niel de taak isl van de
overheid. Art. 168 van de grondwet laai
de beleidenis van de godsdienst geheel
vrij en art. 170 stelt alle godsdiensten
gelijk. Volgens spr. moet Nederland een
Christelijke overhead hebben en is o.a
het nationaal onderwijs liijer Christelijk
onderwijs. De overheid is alleen noodig
voor liet leven aan deze zijde van hel
grar en haar zijn niet voor le schrijven
de tien geboden, ook ni(et de zedewei,
de bergrede of het Onze Vader. Maar
men kan en mag de regelen door God
gesteld niel vervangen door wetten of
verordeningen. Men maakt dan de toe-,
standen niel beter, men moet de behar
tiging der geestelijke eigenschappen over
laten aan <le kerken, die geen invloed op
de overheid verlangen Spr. wijst dan
o.a. op de Zondagsrust en meent dal
men de zorg daarvoor aan de gemeenten
moet overlaten, voor de Zondagsheiliging
zullen de particulieren zelf wel zorgen.
Betreffende de armenzorg betreurt spr.
hel dal deze al meer en meer overgaat
naar de gemeente, doch ook hier is weer
verschil van inzicht over. Plaatselijke
keuze acht spr. haast overbodig, waar
het particulier initiatief op lult gebiled der
drankbeslrijdimg zooveel kracht ontwik
keld. Het vloekverbod is Nvel, goed, en liet
last met aan de meeniing van andersden
kenden als nlhcisleu enz. Wat betreft een
rookverbod meent spr dal 'men daarbij
de macht aan de ouders ontneemt, men
gaat toch ook niet na of iemand le veel
thee of koffie drinkt, of hij le weinig eel
of zich slecht kleed. Maar över al deze
■n vele andere dingen is in eigen kring
verschil van meeniiig en men maakt
dan ook een crisis door. Spr. eindigt met
den wensch, dat alle na veel teleurstel
ling, ook smaken de vreugde van hel
auli-rev. beginsel.
De vooi'z. wees er op, dat de refe
rent wieer veel reden lol overdenking
heeft gegeven en hij geeft daarop gele
genheid met hem van gedachten le
selen.
Van deze gelegenheid werd gebruik ge
maakt door de herren J. W. Egberts, J
Iluizinga, mr. G. van Baren, P. Doorn en
P. A. Schwartz, burgemeesters resp.
Alm kerk, Terneuzcn, Delft, 'Zwijndrecht
en Rillaud-Bath.
Bij de beaulwoording van de opmer
kingen meende de lieer Bouma, dat (lij
er nog al goed was afgekomen, hij had
meer bestrijding verwacht, maar vindt
nu gelegenheid er eens op te wijzen, dat
naast anti-rev. overhcidsstelsel er ook
een goed anti-rev Maatschappelijk leven
moet zijn. Verder dal een slaat bepaalde
inzichten op godsdienstig terrein niet mag
bestrijden. Een norm voor de houding
van een burgemeester ook een anti-rev
is nitl le stellen, want de eischen 'te Am
sterdam ziju andere dan bijv. te Hooge
veen, waar spr. met een overgroole
meerderheid in den raad veel niakkelijkei
werkt dan burgemeester de Vlugl te Am
sterdam
Waar gewaagd was of spr. zijn
meeningen in een 20-tal stellingen wil
uitwerken, zeide spr. niet dat doel te
hebben, hij is zelf gekomen om te leeren.
De voorz. sloot zich aan bij de
heeren, die mr. Bouma reeds hulde
brachten voor de groole studie, di\e hij
van hel onderwerp had gemaakt en voor
de eerlijke wijze, waarop hij zijn meening
uiteenzette. Spr. lioopl, dajt als de ver
eeniging een bescheiden orgaan kan op
richten, mr. Bouma zijn ineenifagen daar
in nog eens zal wijllen bespreken
Besloten werd dat het aanlal bestuurs
leden in het reglemenl zal luiden 9 in
plaats van 7, zooals aanvankelijk wa;s
vastgesteld
Naast de heeren Dommisse en Doorn
werden thans al vast gekozen de heeren
P. A Schwartz, burgemeester van Ril-
land-Bath; mr. J. L. Bouma, burge
meester van Hoogeveen, A Sonke secre
taris van Harderwijk en P. G. Laernoes,
wethouder ran Vlissiugen
Hierna werd de vergadering door den
burgemeester van Delft, mr G. van Ba
ren niet dankgebed gesloten.
uut mekarc ouwe. As ze buten bin zien-
ge, as je 't ziengen noeme wil, van. Sara,
je rok zakt of. Da s wel 'n ouwen deun,
mae ie schient erg in de smaeke te blu-
ven; en den neef uul Kanneda ök vee,
ofschoon nie zoo erg as ..oudl 'r Ue imoed
mae in Noe, daer is geen nood voe, voe
die inoea Wal zou 't! Strakjes gae ze
wee varder en dat trek zoo mae deur
tot diepe in den nacht Nog laele oor je
de belten rienkele en dae bin d'r mae
geen bitje, die d'r nie over dienke, dat
vlak op d' Eintjeszansclie mart de Zon
dag an ekommen is Mae 'n mensch kan
ok me overaol gehele om dienke. vooraol
(nie, as 't mart en doenker is D a 's
nog eeleganseh eender as vroeger!
den lOen van Ooimaend 1926
nooit zoo schitterend geweest, en de be
slissende slag van lietlen zou hem zeker
voor goed van ziju vijanden bevrijden
cn ofschoon het Parlementsleger bijna
tweemaal zoo talrijk was, zou de be
kwaamheid van Prins Rupert en zijn
schitterende ruiterij spoedig korte met
ten maken met die ruwe recrutcn, die
door psalmgezang niel in goede soldaten
zouden veranderen.
D,at was de geest, die allen bezielde,
welke op dien gedenkwaardige» morgen
van 14 Juni op weg waren.
Tegen den middag vluchlle die ge
heele slroom, om het leven te redden
Een, door schrik bevangen menigte stort
te zicli als een slroom over velden en
wegen ,over heggen en slooten in dalen
en op de hellingen; paardenhoeven
dreunden; inenschen schreeuwden; wa
penen, uilrustingen werden weggewor
pen; mannen en vrouwen, vervolgersen
vervolgden in een vreeselijke gruwelijke
mengeling. Kreten van wanhoop, van
schrik, van doodsangst, vulden de lucht
met hun afschuwelijke klanken. Lippen
die dezen morgen in domme zelfgenoeg
zaamheid glimlachten, waren samenge
trokken in aijgst, kelen, waaruit slechts
een paar uren geleden gelach klonk, de
den heesche krelen van waanzin, uil
doodsangst geboren, liooren.
De Koning? Ah! de Koning zou die
krankzinnige vlucht gestuit hebben, als
hij gekund had- Het ontbrak hem niet
aan moed. Toen de stroom van vluch
tende ruiterij hem bijna neerwierp, deed
hij wanhopige pogingen, om de regimen
EINTJESZANSCHE MART.
Eest ei je Krunege, dón Kwedamme
en 'n weke nae aien is 't Einljeszónsche
jtnart. Da's eigentlik den voornaemsten
op Goesche mart dan nae neturelik. want
mie Einljeszansche marl is 'l voe de
durpen in de buurle ok zoo wat
kerremisse. Noe wè geen kraemen of
geen kuresèl, mae wèrke doe ze
toch nie en 's achtemiddogs zeker
nie. Zoo'n bitje feesterigheid za' 'k
mae zegge. Vroeger, man lieve, noe, dan
gienge ze spelerie en dan kwarame ze
op Eintjeszand ók Dae was 't dan 'n cel
gedoe van spillen en kraemen en lae-
besen, mae in de leste jaeren is dat 'n
stik verminderd; die kraemen en zoo be
doel 'k, want spelerien is eeleganseh
uut den tied Noe riedl agauw icderen-
üicen d'r mee de fiets van deur en oeveê
autoos zie je nie stuve' Vreedl
En van 't jonge volk, dal begriep
je, is t'r op de durpen geen een, die
tuus bluuft. 'I Wemelt zoo mae van de
fietsers en die nie fietse, die zilte d'r
tuus nae le kieken of ze kuiere zoo'n
bitje Op sommegle plekken staet 'r 'n
lacbes mie sukergoed en keezen. Da's
voe de guus, die aol op z'n Zondagsch
binne. 't Is jamlmer, dat de meeste op
burgerseli gae nieuwmodesche jur
ken en oen en aol van die buteumedël-
sche kousens. Nel soms bloole kielen
Lilliu gin bitje! En de kleine jongers
bin meneertjes' Da's jammer zeg 'k,
want oen hoerendracht is hie mien
voe klein en groot vee mooier as dien
burger proenk.
's Aevens mezieU voe den dans in
d'errebergen Ok awee vee anders as
vroeger. Toen a je den boerendans voe
de filel. De mu/ekanten mie d'r fiole
boven op 'n oogen taefel, die riepe
„In de rondte 1 Noe de misjes! Noe
de jongers! Twéé an twéé' Vier an
Eu sommigle mieke d'r van „afan
deuV' en „affekaal", Op 'n ende was "t
,aolle zevene!" Ze stampten mie d'r
voeten man, dal 'n arigheid was en dae
ware d'r mae zadders kaerels be
doel 'k die dansten iu d'r ondervest
van de wermtel Want mie Eintjeszansclie
mart f s 't gemeenlienge wérm en j' eit
'r nog al is onweer bie.
Mae noenoe dónse ze ók al op
z'n burgers. Ze danse noe eigentlik meer
mie d'r ermen en ze verkoope zotte
gremasten mïe d'r lief en d'r ood en d'i
bednen. Lache aoe ze d'r glad nie bie,
mae ze aieke aol stroef, 't Liekcn nie
erg vee op dansen en de mez.iek! Groo-
ten tied! Eeleganscli anders" Geen fiole,
mae 'n groolen urgei, mie trommels en
en zoo'n klepperdieok, net as 'n
keezekleppcr en bellen en aol dal ge-
veugel.
De meiden zitle mie de jongers op
de banken langs de kant en ze drieiike
ilimmenade Vroeger aollegaer klaren mie
suker of annies.
D'r gezichten bin nog net as vroeger
'blienke! Blienke' Van 'l dansen, waul
medeemenl dan ei je 'l wee: „mo me
nog is 'n rondje?'* En dan pompe ze
wee mie d'r ermen op d'urgelmeziiek 1
Voe d'erreberregc 'n schep fietsen
vreedl 'n Veint die t'r op past en je
snapt op de waereld nie, oe da ze z'aol
ten te vereenigen,, die nog intact ge
bleven waren; hij was bereid zich aan
hun hoofd te stellen ,met hen den vijand
aan le vallen en een helfdhaftige poging
le doen ,om de fortuin een keer te doen
nemen. Maar een vriend het was
Lord Carwath - greep zijn teugel vast,
en riep hem toe „Wilt ge l'w dood tege
moet gaan?" En Karei dralend als al
tijd, flink van voornemen maar zwak
van wil, hield een oogenblik stil, voor
hij bevel tot den aanval gaf. Op dat
oogenblik riep «en zijner officieren
luide „Marcheert rechts!" en de laatste
der ruiterij reserve namen hun Kouingi
met zich mede en voegden zicli bij de1
overhaaste vluchtelingen.
Zij hielden geen van allen stil, voor
dal zij vlak bij Leicester waren; de
Koning en Prins Rupert, Digby en Lang-
dale, de ontvreden mannen van Yorks
shire en de bloem van Rupert's ruiterij/
Van alle zijden kwamen drommen vij
anden om hen le vervolgen Cromwell
van de linkerzijde, Whalley van rechts.
Oakey's dragonders op zijde, zij overvie
len hen als een stortvloed, soldaten en
burgerSp» vagebonden en edelen, vrouwen
en landloopers; zij versloegen hen, dood
den heil met den sabel onder kreten
van „Denk aan Cornwall'" „Denk aan
Leicester 1" En in naam van deze af
schuwelijke herinneringen werd de
wraak misschien nog afschuwelijker
Oh' de afschuw, de jammer, de el
lende van dil alles' de ontzettende, onlw
zettende tragedie' Barbara, die vroeger
in den morgen tot Farndon Fields
LANDBOUW.
Stpnd der Bieten-gewassen
Op 10 Juli was de stand van liet hi|e"
ten ge nv as zoodanig, dat, hoewel het war
me weer van de laatste dagen den bieten
zeer ten goede is gekomen, toch de ach
terstand niet is ingehaald
Thans komen naar De Grondwet
van gisteren meldt van alle zijden be
richten over het doorschieten der bieten
een verschijnsel dal den fabrikant met
angst en zorg vervult, aangezien zaad
bieten een ernstige belemmering ople
veren voor oe fabrikatfc.
Door enkele fabrieken is reeds aan
nun bieten-leveranciers het verzoek ge
richt, deze zaadbalen thans reeds uil de
velden le verwijderen, daar ze anders
Loch geweigerd zullen worden
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
«aan was, zag het lieele verschrikkelijke
beeld .als een panorama, even als Jim
Fiennes het zag, maar van een geheel
't eerst een vluchtige, overwinning be-»
punt. Zij had gejuicht ,toen Rupert in
haalde ,toen Iretou zijn zwaard overgaf
en toen Skippon viel; zij had gesiddérfd,
toen Cromwell's ruiterij 'de rechterzijde
van liet leger aanviel ,die te kampen had'
met de konijnenholen ,die den grondi
gevaarlijk voor de paarden maaktenzij
was er nu getuige van, verstijfd van
schrik toen zij ver weg op Dust Hill liet
leger van den Koning zich zag omwenden!
om te vluchten, door schrik bevangeul
en verspreid als sneeuwvlokken, door
een slormwind.
Een paar oogenblikken later vverd zij
zicli bewust zoowel van gevaar, on
middellijk gevaar voor zich /elf en haar
gezellen als van den afschuw van het
geen zij zag. Zij greep juffrouw Leake
bij den pols en trok haar, die versuft als
zij was ,geen weerstand bood, binnen de
bescherming van de haag, die het veld
aan de Oostelijke zijde begrensde. Hier
was een aantal munitiewagens achter
gelaten en daarachter vond Barbaró een
schuilplaats, zelfs toen de door schrik
bevangen horde als een donderbui langs
de helling vloog. Als een ware nacht
merrie aanschouwde zij de vreeselijke
oplossing en ontbinding van wat eeu aan
eengesloten lichaam van dappere strij
ders-geweest was in eenheden van ellen
dige menschelijke wrakken ,die beangst
voor hun leven vluchtten; van achter
de beschermende barricade van wagens
Hel Openluchtspel bij Kou«le-
ker ke.
Zooals we reeds hebben medegedeeld,
zal Zondag den 18den Juli, in de duinen
le Koudekerke, op initialief van het
Instituut voor Arbeidersontwikkeling, een
openluchtvoor stelling 'worden gegeven
van Vondel's „Joseph in Dotliau", op
le voeren door Het Zomertooneeleen
gezelschap 1dat zich tijdelijk gevormd
heeft uit leden van Hel Schouw too neel,
onder leiding van den regisseur Ben
Groenevelt, en dat reeds op verscliillende
plaatsen deze voorstelling mei succes gaf.
We vernamen dat men bij de duinen
een uitmuntend plekje voor de voor
telling heeft gevonden. Men hoopt de
toeschouwers te plaatsen tegen de op-
loopende duinhelling, zoodat allen goed
kunnen zien. En getuidsproeven hebben
bewezen dat daar uitmuntend kan wor
den verstaan wat de spelers zeggen. Bo
vendien zijn er maatregelen getroffen dat
men op geriefelijke wijze naar bet terrein
van hel spel vervoerd kan worden.
Over het stuk „Joseph in Dothan" heb
ben we eenige jaren geleden uitvoerig ga-
schreven, loen op Wcsthove daarvan een
openluchl-voorstelling werd gegeven door
een Vlaamsch gezelschap onder leiding
van dr. de Gruijter. De bezoekers zullen
zich herinneren dal deze daarbij een ge
heel bijzondere opvatting volgden door
de broers van Joseph (het stuk behan
del! de bekende geschiedenis van den
verkoop van Joseph door zijn jaioersche
broeders) ais boeren uit onzen lijd te
verloonen. We meenen dat liet Zomer
tooneel dal anders opvat.
In ieder gevai is deze herinnering vol
doende om nog weer in gedachten te
brengen welk een zeer levendig, en door
zijn variatie zeer pakkend beeld. Vondel
lieefl gegeven van deze broeders. Vooral
de harde figuur van Simeon, is meester
lijk geteekend. En naar wij! in recenlips
lazen wordt die figuur bij het Zomertoo
neel zeer verdienstelijk uitgebeeld door
Co Balfoort. De rol van Joseph wordt
gespeeld door Carel Rijken, die van den
aarzelenden e n goedhartigeu Ruben door
zag zij vervolgden en vervolgers langs
haar stuiven als een woesten stroom,)
wanneer de wateren door zworen regen
val gezwollen en de sluisdeuren doorge-i
broken zijn. Zij wachtte een geheel uuh
of langer, terwijl deze krankzinnige ril
voortdurende, en zij wist, dat zij nooit de
.afschuwelijkheden vergeten zou, die zij
toen zag. Tegen haar rokken aan gedrukt
zat haar kindermeid, juffrouw Leake,
niel veel anders dan een pakje zenu
wen. De ongelukkige vrouw was ter
nauwernood bij kennis zij lag onbewege
lijk met haar kap stijf over het hoofd
gelrokken, tiaar handen voor haar ooren,
om de vreeselijke geluiden buiten te
sluiten. Gedurende een uiur of langer
verborgen die twee vrouwen zich daar,
terwijl ruiters en woeste, onbereden
paarden langs vlogen en mannen en
vrouwen gillende langs liepen, terwijl
aan alle kanten rondom haar uitrustin
gen, gordels, wapenen, helmen, roekeloos
weggeworpen werden door dien svilden
troep van een beangste massa, die er
slechts op bedacht was, alles weg te wer
pen, wal deze overhaaste vlucht kon in
den weg staan Op een oogenblik voelde
Barbara een zwaren slag op haar schou
der; de pijn was ondraaglijk; een doode-
lijke walging Ik?ving haar, deze sombere
wereld scheen plotseling van haar weg
tc wijken, zich. in een. donkeren mist te
hullen en daarna geheel te verdwijnen,
(Wordt vervolgd.)
t
v
f
t
,.ir