Dinsdag 13 Jnli 1926 No. 162. 169* Jaargang. Bij dit nummer bfeboort een Bijvoegsel. BINNENLAND. het nedeheandsch-belgisch verdrag. Afdee lings ver slag Tweede Kamer. Verschenen is het zeer uitvoerig ver slag van het hernieuwde afdeclingson- derzoek van liet verdrag met België naar aanleiding van de Mem. van Anlw. Strek king. Ter aanduiding van de strekking van dit afdeelangsonderzoek zij kort gemeld: dat hulde wordt gebracht aan de ta lentvolle wijze van verdediging door den Minister; dat echter algemeen de hoop wen? uitgesproken van nieuwe onder handelingen met de Belgische re geering ter wegneming van de nog groote en voor talrijke leden der Kamer onover- komenlijke bezwaren, hetzij door een nieuw protocol, maar nog heter door een gewijzigd tractaat; dat veïe of verscheidene leden be zwaar hadden tegen het nieuwe Schel- de-regiem, tegen de regeling van de rechtspositie op de Schelde van han- délsschepen, en legen de regeling der loodsgelden; dat geen der leden de "tot stand koming van het Kanaal Antwerpen— M' o e r d ij k wenschelijk acht dat aigeme en betreurd werd dat noch in het tractaat, noch in het proto col een voorziening is getroffen voor de (spoorwegtarieven van Ter ne uzen; dat vele leden bezorgd waren over het vervallen van het verbod om van Ant werpen een oorlogshaven te makenj dat sommige leden betreurden dat de (Wielingenkwestie is blijven rusten, en dat de beloodsing der Wielingen aan België is oveirgelaten- 4 Op enkele punten laten we nog eenige bijzonderheden uit het verslag volgen-. Die houding van België. .Vele leden waren van oordeel dat de Belgische desiderata moeilijk met meer warmte, met meer talent, rOajar ook met meer eenzijdigheid ter conferentie door de Belgische delegatie kunnen zijn voor gestaan ,dan zij hier worden verdedigd door de Nederlandsche regeering. "indien de houding van een der landen niet tot wantrouwen aanleiding heeft gegeven ,is dit de houding van Neder land. Het heeft zich tijdens den oorlog volmaakt correct en zelfs vriendschap pelijk jegens België gedragen. België heeft daarentegen tot wantrouwen Aan leiding geven door zijn politiek© eischen en heeft dit nog tijdeus de onderhande lingen gedaan, zooals blijkt uit de be kende nota van den heer Hymans. Thans doet België nog geen afstand; van zijn politieke desiderata, ma|ar laat deze rus ten tot beter en geschikter tijd. Het onderhavige tractaat wordt door België slechts op afbetaling aanvaard- Het militaire tracta|at tusschen Frank rijk en België waarvan de inhoud ge heim is, stqmt evenmin tot gerustheid. In dit verband werd tevens gedacht aan de instructie, in Maart 1925 gegeven aan den Franschen gezant te Londen met betrekking tot het Duitsch voor stel tot het sluiten van een waarborgver- drag, dat geleid heeft tot de overeen komst van Locarno. Uit het antwoord van den Minister op de schriftelijke vraag van het Kamerlid van Vuuren moge blij ken, dat die instructie niet ter kennis van onze regeeriug is gebracht ,de zaak is daarom niet minder ernstig. Ér blijkt uit ,öat binnenskamers en zonder dat daarvan aan Nederland mededeeling is gedaan een actie is gevoerd en het ver moeden beslaat, dat die actie nog niet geëindigd is. Immers in die instructie wordt het onvermijdelijk verklaard om, mocht Nederland niet bij de bovenbe doelde overeenkomst zijn betrokken, naar' middelen te zoeken om daarin te voorzien. De Schelde. .Verscheidene leden hadden, na de bij het Protocol aangebrachte verbeteringen, nog ernstige bedenkingen. *De commissie van beheer vormt h. i. een ernstige aanranding onzer souve- reiniteit, en is onaannemelijk. Ten aanzien van de doorvaart van vreemde handelsschepen in tijden van oorlog ep oorlogsgevaar vestigden deze leden de aandacht op de Toelichtende oorlog en oorlogsgevaar niets is gere geld. Voorts gingen zij mede met liet denkbeeld om de benoeming van den voorzitter der arbitragecommissie, in ge val van geschil, op te dragen aan den president van het Permanente Hof van ^Internationale Justitie, indien dit althans uitvoerbaar is. Vele leden stelden de vraag, waarom de beslissing van het geschil zelf niet aan dat Hof wordt opgedragen inpiaats van aan een arbitrage-commissie. Verscheidene leden waren bevreesd, dat de algemeene eischen betreffende de bevaarbaarheid van de Schelde zooals deze in artikel IV 2 van het tractaat zijn gesteia, ver strekkende gevolgen kunnen hebben. Zij erkennen, dal het hier een levensbelang voor België geldt en weDschten dan ook geen verzet te gen het begipsel aan te teekenen, maar zij waren desniettemin van oordeel, dat deze bepaling te 'absoluut is geformu leerd. öeze leden drongen aan op overlegging van de ter zake uitgebrachte adviezen van den Rijkswaterstaat en van den |Provincialen Waterstaat van Zeeland. Daarnevens wensclilen zij instelling van een commissie van deskundigen, welke over omvang en uitvoeringsmogelijkheid van het bovenbedoelde hoofdbeginsel Re geering en Volksvertegenwoordiging van advies zal dienen. Het vastleggen van dit hoofdbeginsel achtten vele leden des te bedenkelijker, omdat de oommissie van beheer en de scheidsrechters, die hun besluiten o- m. daarop hebben te gronden, er mede rekening 2uilen moeten houden, dat de belangen van de scheepvaart boven de andere belangen gaan, welke op den waterweg betrekking hebben. Hierdoor wordt de veiligheid van de oevers in gevaar gebracht, want de geul loopt hier en dSar vlak onder den wal. Ten opzichte van het weggraven van dijken vroegen verscheidene leden waar om niet wordt verklaard, dat er geen verplichting kan bestaan 0111 in het be lang van de scheepvaart dijken te ver leggen, of niet wordt bepaald, dat de voorgenomen werken d.e veiligheid van de langs de oevers gelegen landen niet mogen verminderen? Met het oog op liet groote belang, dat hierbij is betrok ken, drongen deze leden alsnog op een dergelijke bepaling aan. De voorgestelde bepaling achtten zij geheel onvoldoende. Wordt het weggraven van dijken toege staan, dan komt men op het gebied van kanalisatie, terwijl het alleen behoort te on an om het behoud van een natuur lijken waterweg. Rechtspositie schepen. De regeling van de rechtspositie van op de Schelde varende handelsschepen, achtten vele leden volmaakt onbevredi gend. Nog ernstiger achtte men den inbreuk op de Nederlandsche souvereiniteit, die in deze bepaling is gelegen. Nederland geeft hiermede prijs de uitoefening van het politierecht op de Schelde tegenover de doorvarende schepen, een politie recht, dat zelfs op een deel der open zee wordt uitgeoefend. Men achtte het on toelaatbaar, dat Nederland binnen zijn gebied de strafwet niet meer zal kunnen handhaven. Bovendien rijst do vraag, of hieruit geen moeilijkheden met vreemde mo gendheden zullen voortvloeien. Loodsgelden. De regeling van de loodsgelden kan verscheidene leden evenmin bevredigen. Immers de loodsgelden naar Antwerpen worden in gemeen overleg tusschen de heide landen vastgesteld en daardoor be slist België mede over de loodsgelden naar Rotterdam. Nederland doet dus af stand van zijn volkomen interne bevoegd heid om. de loodsgelden naar Rotterdam, naar eigen goedvinden te regelen. De bepaling, dat de loodsgelden van uit volle zee naar Antwerpen en omgekeerd, be houdens overeenkomst tusschen de beide regeeringen, niet meer zullen mogen be dragen dan die, welke worden geheven voor de reis uit volle zee naar Rotter dam en omgekeerd, is1 met liet oqg 0^1 den veel grooteren afstand van zee naar Antwerpen dan naar Rotterdam, onre delijk. Zij vormt een opzettelijke bevoor deeling van Antwerpen, terwijl bovendien een wederkeeringe bepaling, dat de loodsgelden naar Antwerpen niet lager mogen zijn dan die naar Rotterdam, ont breekt. Dctarom gaven deze leden de voorkeur aan de bepaling van het be slaande verdrag, waarhij tusschen de loodsgelden en de lengte der vaarwegen, evenredigheid was voorgeschreven. Deze bepaling voldoet aan de hoogste eischen van billijkheid. Gevraagd werd of het niet mogelijk is het inklaren te Hansweert op Zon den zij in de waardeering van de be zwaren die zij daartegen koesterden. Vele leden betoogden, dat de eiscb van België ten aanziien van dit Kanaal op niets gegrond is en geheel ingaat te gen het belang van onze eigen havens. Blijkbaar was het doel een groot deel van de Rijnvaart, waarvoor Amsterdam en Rotterdam geografisch zijn aangewe zen, naar Antwerpen over te brengen, Dat de totstandkoming van dit kanaal zou kunnen worden gevorderd omdat Antwerpen reeds bij het verdrag van 1839 als Rijnhaven zou zijn erkend, kon den deze leden niet toegeven. Uitvoerig werden de bezwaren voor Nederland aangegeven. Andere leden achten deze voorstelling te somber, daar Rotterdam voor de Rijn vaart een voorsprong blijft behouden, en wezen op de voordeelen voor de afsva- tering,en van het opheffen der verplich- tig tot verbetering van het kanaal van Wemeldinge. Wielihgenkwestie. (Sommige leden betoogden, dat Neder land zich niet bereid had moeten ver klaren tot hervatting der onderhandelin gen zonder oplossing der Wielingen- kwestie. Andere leden meenden, dat niet de eisch kan worden gesteld, j£ij dit trac taat een oplossing aan de .Wielingen kwestie te geven. In geen geval kan, naar hunne meening, het onopgelost blijven van deze kwestie als een bezwaar tegen 't tractaat worden aangevoerd. Het was een vreemde eisch van België dat Nederland bij dit traclaat zijn vechten op dit punL zou prijsgeven, maar het tractaat staat thans 'los van deze kwesie. Sommige leden achtten het in verband hiermede onverklaarbaar, dat de be- loodsing van de AVielingen geheel aan de Belgen is overgelaten. 0 Gevraagd werd, bij welk land de be tonning van de Wielingen zal- zijn en wie b.v. na het zinken van een schip in dat vaarwater het wrak zal moeten opruimen. De vraag werd gesteld, hoe het po litietoezicht op de Wielingen zal worden geregeld; moeten beide Staten dit uitoe fenen of een van beide en, 2100 ja, welke Antwerpen oorlogs- h av^tt. Sommige leden, die de regelen van 't internationaal recht toepasselijk achten op de doorvaart van Belgische oorlog" schepen op 'de Schelde, vragen dl geble ken is dat de Belgische regeering liet daarmee eens is. Sómmige leden vestigden de aandacht op de bepalingen van de zeeneutr.ili'teits- conventie van 1907, waarvan art. 25 een onzijdige mogendheid den plicht oplegt, toezicht te oefenen ter voorkoming van schending der verdragsbepalingen. -Ter wijl zij onzen plicht tot het heiellen van die schending aanvaardden, vroegen zij .of Nederland, in geval Antwerpen oor- logshaven wordt, Vlissingen, Breskens en Zuid-Beveland zal moeten versterken. In dit verband werd door enkele le den ook gevraagd of indertijd ondjer bui- tenlaudschen invloed de bouw van het fort De Ruijter Ie Vlissingen werd stop gezet. Andere leden waren van oordeel, dat de gang van zaken in de toekomst vermoedelijk weinig van de bestaande zal afwijken, gezien den spoed, die door Nederland altijd werd betracht bij de behandeling van verzoeken om van Vlis- siungen naar Antwerpen op te varen. Voorts achtten zij de veronderstelde ge vallen denkbeeldig. Zij achtten het weinig waarschijnlijk, dat Antwerpen inderdaad tot oorlogsba- ven zal worden gemaakt en merkten op, dat in de maand Juni van dit jaar België heeft besloten lot opheffing van zijn oorlogsvloot. Archéologie") thans de aardige gedachte gehad aan Prinses Juliana in een zeer fraai gedrukt adres van hulde in herin- ffêbing te brengen, dat zij burgeres is van het kanton Genève, terwijl haar daarbij tevens werd aangeboden de authentieke acte van haar burgerschapsrechten, on derteekend door den tegenwoordigen pre sident van den Staatsraad van Genève en diens kanselier. Afschriften van de documenten, waarop dit Geneefsche bur gerrecht berust, en andere die aantoonen de betrekkingen ,die bestonden tusschen het Huis van Oranje en de graven van Genève, zijn tevens aan prinses Juliana aangeboden door bemiddeling van den Nederlandschen gezant te Bern. de uitspraak van »e maatscii. van nijverheid! en handel. Gisteren heeft te Utrecht de aangekon digde vergadering dezer „Maatschappij" plaats gehad, speciaal belegd ter bespre king van het verdrag met België. De kwestie werd ingeleid door twee voorstanders: oud-minister Bongaerts en prof. v. Eijsinga, en door twee tegen standers: prof. Colenbrander en prof. Moresco. Van deze redevoeringen zij in bijzonder gewezen op die van prof. Colenbrander wegens de scherpe kri tiek op Minister Van Karuebeek. Aan do discussies namen deel de hee- ren R. Nierstrasz, Mussert, Joekes, mr. E. Eokker, J. Schuithuis en Voorst Va der. Namens de afd. Amsterdam werd een motie ingediend aan het hoofdbestuur opdragend de Staten Generaal te verzoe ken het tractaat niet goed te keuren. Op voorstel van Deventer werd dit slot veranderd in een verzoek aan den Mi nister van Buitenl. zaken om zich met zijn Belgischen ambtgenoot in verbinding te stellen tot verdere gedachtenwisseling. Aldus werd de motie m. a. st. aange- Mijnhardt's laxeertabletien regelen zonder Memorie, waarin wordt gezegd, dat in oorlogstijd de bepalingen van de eer ste paragraaf van artikel IV van kracht blijven, voor zoover zulks vereenigbaar 1 feestdagen te verhicden of althaus zoo- zal zijn met de reclileu en plichten der [veel mogelijk te beperken, oorlogvoerenden en der onzijdigen. lulus-1 Het kanaal Antwerpen— schen merkten zij op, dat over d<j l Moerdijk, verhouding Ilusschen de besluiten der I Door geen der leden werd de totstand- commissie van "beheer en die van het koming van het kanaal Antwerpen— nationale militaire gezag in tijden van l Moerdijk wenschelijk geacht, al verschil-1 Oudheidkunde („Société d'Histoire et d' prinses juliana als burgeres van genève. In den afgeloopen winter, zoo Schrijft men uit Genève aan de N. 11. Grt., kort nadat eerst de Geneefsche Journalisten kring door het organftseeren van een avondmaaltijd ter eere van Nederland reeds blijk had gegeven vau de groote genegenheid, die in Geneefsche kringen voor Nederland bestaat,lieeft daarna een der bekenste geschiedkundigen dezer stad, de heer Guillaumc Fali|o, in een be langwekkende voor de Geneefsche 'ver eeniging voor geschiedenis en oudheid kunde gehouden rede een overzicht ge geven van 'de vele goede betrekkingen, die in het verleden tusschen Nederland en Genève bestaan hebben, en daarbij den wensch geuit dat van Geneefsche zijde op de een of andere tastbare wijze getuigenis zou worden afgelegd dat liet tegenwoordige Genève zich nog herin nert welke belangrijke diensten Neder' landers vroeger aan deze stad bewezen bebben. In verband met dezen wensch van. den heer Guillaume Fa tip heeft de Geneef sche Vereeniging voor Geschiedenis ot Pijn uw Doos 60 ct. Bij apoth. en Drogisten. (Ingez. Med.) Uit Stad en Provincie. Uit Middelburg. Aan den raad der gemeente Mid delburg is dour de afd. Middelburg en Omstreken van den Ned. Bond van Koffiehuis- Restauranthouders en Slij ters per adres aan den "gemeenteraad eraan herinnerd, dat de laatste Zaterdag van de kermis de koffiehuis- en restau rantgelegenheden in deze gemeente op het gewone sluitingsuur gesloten moe ten zijn, en wel te 12y» uur 's avonds. Vroeger werd toestemming verleend tot 2 uur des nachts deze zaken ge opend te mogen houden en adressanle vraagt tnaus den raad te willen bevor deren, dat wederom dit oude g» worde ingesteld; daar op den laatsten kermisdag velen nog, bij het uitgaan viair de schouwburgen, variété's etc. in een café, restaurant, of poffertjeskraam iets wenschen te gebruiken, het geen niet goed meer mogelijk is bij het thans geldende sluitingsuur. Adressante is overtuigd dat door zulk een vaststelling van het sluitingsuur drankmisbruik en wat daarmede verband houdt, geenszins in de hand zal wor den gewerkt, maar dat ongetwijfeld do aantrekkelijkheid van de kermis erdoor zal toenemen hetgeen toch ook aan liet vreemdelingenverkeer ten goede komt. De busjes alhier, wier opbrengst strekt om de behoeftige tuberculoselij ders versterkend voedsel te verschaffen, hebben in het tweede kwartaal van dit jaar opgebracht f 188.84. Nu een ieder logé's heeft, vacantile krijgt, kermis viert of geniet van de heerlijke zomersche dagen wordt het ver trouwen uitgesproken dat de giften in deze weken zeer, zeer ruim zullen vloeien. Tot adjunct-commies ter griffie van den Polder Walcheren werd met ingang van 1 Augustus a.s. benoemd de heer H. Luijk te Veere. o Uit Vlissingen. Burg. en Weth. van Vli s s in ge n deelen den raad mede, dat het be stuur der woningbouwvereeniging „Goed Wonen" twe© begroolingen en exploita tierekeningen heeft ingediend, resp. voor den bouw van 26 arbeiderswoningen met magazijn en kantoortje en 56 arbeiders woningen op het terrein gelegen ten Noorden vau den Singelweg. Voor het eerste plan (genaamd plan C) wordt geraamd voor grondaankoop f 15000; bouwkosten f 81500; honorarium archi tect f 1453; idem opzichters f1800; en renteverlies tijdens den bouw f 3000; sa men f102753 of totaal f103000. •Voor het tweede plan (plan D) wordt geraamd bouwkosten f 151200; grondaan koop f4200; troltoirkosten^f 1100 en di verse kosten honorarium architect, op zichters enz. ad f 200 per woning, f 11200, samen f168000. Het ligt in de bedoeling van het be stuur, dat de benoodigde gelden bij voor schot worden verstrekt door de ge meente, evenals ten aanzien van don bouw der vorige 72 woningen is ge schied. Deze voorschotten kunnen na voltooiing der woningen worden omgezet in hypotheken en wel eerste van resp. f 61800 en f 100.800 te verstrekken door een instelling en tweede van resp. f 41200 en 67200 te verstrekken door de ge meente. Volgens ingezonden exploitatierekening van plan C zouden de de totale uit gaven per jaar bedragen f 7827 en de ontvangsten wegens huur f 7836.10, en voor plan D resp. f 13272 en f 11718.60. Dit batig slof van plan D kan worden aangewend lot delging der kosten van, renteverlies der grondkosten van het bouwblok van 72 woningen en het te stichten blok C. De 28 woningen enz. zullen worden gebouwd op een deel van het terrein, bestemd voor den bouw van 142 wonin gen, waarvoor een rijks grondvoorschot werd verleend van f 96508. Daarna werd het geheel© terrein opgehoogd, bestraat en van rioleering voorzien. Door het rijk werd destijds slechts een bouwvoor- schot verleend voor 48 woningen en werden 72 woningen gesticht, waarvoor een premie van f 300 per woning door het rijk is verleend. Aan de uitvoering der plannen zijn volgens burg. en weth. verschillende voordeelen verbonden. Ten eerste om dat de grondkosten van het nog onbe bouwde terrein jaarlijks belangrijke uit gaven voor de vereeniging met zich bren gen, welke uitgaven wecferom op de ge meente terug vallen, doch in de tweede plaats kan niet alleen worden tegemoet gekomen aan de vraag van een bedui dend aantal barer leden tot het verkrij gen van eene nieuwe woning, doch le vens kan hierdoor worden voorzien in de behoefte aan woningen welke zal ont staan door vestiging in deze gemeente van de gezinnen, tengevolge van de waarschijnlijke overplaatsing van de op leiding der marine van Gorinchem naar Vlissingen. De kosten van aanleg van do Nijverheidsstraat en de Sot legem straat die het woningcomplex ten Noorden en ten "Westen begrenzen, drukken voor de volle breedte op het bebouwde terrein» Een middel om deze lasten voor het be bouwde complex le verminderen is o. m. het bouwen aan deze aangelegde straten» waardoor de exploitatie zeer belangrijk in gunstigen zin wordt beïnvloed- Burg. en weth. stellen dan ook voor den ge- vraagden financieelen steun te ver- leenen. Inzake de nieuwe jaarweddenregeling van de burgemeesters, secretarissen, ont vangers en wethouders der gemeenten zooals die door Ged. Staten is ontworpen, stellen burg. en weth. voor te berichten» dat de raad zich met dit ontwerp kan vereenigen. Alleen voor den ontvanger is eene wijziging in de periodieke verhoo- gingen te wachten, doch waar de hui dige titularis tevens controleur is der bedrijven en zijn jaarwedde als zoodanig daalt naarmate zijn salaris als outvènger stijgt, heeft de wijziging geen financieel© gevolgen voor de gemeente. Voorgesteld wordt 357 M3 bouwgrond aan de verbindingsstraat tusschen da Scheldcstraat en dr. Otlestraat te verkoo- pen aan de N.V. Bouw- en Exploitatie maatschappij „Walcheren" legen f lOper M2 of totaal voor f 3570. Burg. en Weth. stellen voor eervol ontslag le vcrleenen aan. den heer H. A. Gerretsen, leeraar A. v. N., tegen 1 September wegens vertrek naar Den Haag. Uit Zuid-Bevel and. Tijdens stormweer verspeelde de motorboot YE 56 op dc Schelde onder den Icrsekschcn wal (aan den z.g. Franschen trap) anker en ketting. Fen andere hooi voud niet alleen na eenig visschen beijde terug maar ook nog een andere ketting en anker, denkelijk loe- bchoorend aan een scheepje dat daar een paar jaar geleden verongelukt is, en waarvan de bemanning toen verdronk. Als een bijzonderheid kan ook hog ge- nlêld worden dat in de korven ook nog aantal oude ijzeren kanonkogels liepen, wellicht nog afkomstig «van den' tijd toen de Franschen hier ammunutife brachten. Voor belanghebbenden zijn de ze oude kogels nog le beziciil^en. U11 TKolen. In de zitting van den gemeenteraad van Scherpe nisse was afwezig de de heer Jac. Biolier. In antwoord op een schrijven van Bi.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1926 | | pagina 1