8 IJ VOEGSEL
VAN DE
ittlrpk taral
VAN
Woensdag 2 Juni 1926, No. 127
BINNENLAND.
INDISCHE KROWIEK.
XIII.
Variété op de stoep. Van
goochelaars, slangenbezweerders
en toovenaars, - De mail met
den doedelzak. Het menscheüjk
pakket- De manga-triek. Het
•wonder. Hoe de Koning van
Spanje een rijksdaalder kwijt
raakt.
Doch met de kooplieden in porcelein,,
kant, bont en Oostersche kunst zijn wij
nog niet aan liet eind der vreemde
bezoekers, die onze Indische erven en
tuinen plegen binnen te slenteren. Mijn
vriendelijke lezeressen en lezers, die
gezien hebben, dal men in Indië onge
veer alles aan de deur kan krijgen!,,
van op uw stoep geroosterd geiten
vlees sch tot damesjurken toe, zullen
nu wellicht niet meer at te verrast
zijn over de mededeeiing, dat wij inde
Oost zelfs onze variétévoorstellingen aan
huis bezorgd krijgen.
Als wij op een Zondagmorgen in onze
voorgalerij, waarvan de neergelaten
krees of te wel zonne-schutsels den
laaienden zonnebrand en 't schateren
de licht buitensluiten, in onze lange
stoelen bij boek of tijdschrift en koelen
dronk van ons heerlijke dolce far niente
genieten, dan klinken opeens daarbui
ten de melancholieke tonen van een
soort van doedelzak, waarop zachtjes
altijd weer dezelfde eentonige, melodie
wordt geblazen. Op het hooren van deze
muziek staken de kinderen hun spel
en steken met glinsterende oogen de<
hoofden buiten. Ook voor ons zijn lec
tuur en andere bezigheden, afgeloopen,
de krees wordl omhoog getrokken en
daar zwerft reeds een zonderlinge jtsoet
ons erf op. Daar zijn de fakiers en 'de
goochelaars! Voorop loopt een lange as
cetische gestalte met een tulband en
eeu woesten, niet al te zindelijken
baard, gekleed in een lange witte toga.
Daarachter de doedelzakspeler, die wel
een copie van den aanvoerder lijkt,
vervolgens een derde gebaarde en nog
woester persoonlijkheid, die eenige man
den torst en een zwaren zak. Een of
meer kleine knapen vergezellen hen.
De aanvoerder heeft in mij den heer
des huizes gezien en richl na eenplech-
ligen groet derhalve tot mij het woord
in een soort van koeterwaalsch, waar
in Maleisch en een paar woorden En-
gelsch geradbraakl worden. De man
vraagt tien gulden voor de voorstel
ling en dank zij cle schitterende kin
derogen bezwijk ik, nadat hij tol drie
rijksdaalders is afgedaald. Maftr voordat
hij begint, schiet mij iels te binnen. Is
de trick van den manga-boom in den
prijs begrepen, vriend, vraag ilc Neen,
groote heer, j.s het antwoord. Welke
fakier, die zich zelf respecteert, zou
voor drie luttele rijksdaalders den man-
ga-trick vertoonen aan ongeloovige. chris
tenhonden. Neen, de manga-trick kost
vijf gulden meer. Wij denken aan al
die jaren, dal we niet meer in Scala
zijn geweest, mijn vrouw tast grootmoe
dig in haar beurs en draagt nog een
rijksdaalder bij en ilc zoek ook nog eens
MbÜtLLHGM.
Uit het Engelsch van Baronesse Orczy.
(Geautoriseerde vertaling van A. T.)
Boek I. De .vooravond van den storm.
2).
HOOFDSTUK H.
1. De Trouwdag.
Barbara Frances of Babs zooals zij
door haar vader genoemd werd voel
de, dat haar trouwdag de ellendigste
dag zou zijn, dien zij in haar leven gehad
had. Toen zij wakker werd. voelde 7,ij
zich ongelukkig; een paar uren hadl zij
alles vergelen, wamt zij had zoo rustig
als altijd geslapen, maar .toen zij wakker
werd, kwam alles weer met zoo'n over
stelpende werkelijkheid terug, dat zij in
bed ging zitten huilen, in de hoop, dat
de kindermeid nog zou slapen en nief
zou zien. dal zij huilde.
Zij was pas dertien jaar de arjme
kleine Babs eu zij vond de gedachte
van getrouwd (te zijn- afschuwelijk. Zij
hield wel van Jim, als hij in een goede<
bui was, want dan vroeg hij haajr*, om
met hem in de bosschen rond te dwalen
en dan liet hij haar zien, waar de grauwe
ekster zijn provisiekamer had, of waar
de kleine uiltjes juist hun grappige,
groote, ronde oogen geopend hadden. In
zulke dagen was Jitn heerlijk; hij kend"*
hel geluid van eiken vogel en kon altijc
nesten vinden Maar op andere tijden
in mijn zakken. Vooruit, de vijf rijks
daalders zijn er en nu begin, fakieav
toovenaar, slangenbezweerder, duivels
kind- Met een breeden grijns kijkt hij
naar het stapeltje zilver, dat yoorloo-
pig nog op onze theetafel ligt, dan ver
strakt zijn tronie, hij geeft eenige kor
te® bevelen, de helpers ontpakken de
manden, de twee kleine knapen sprei
den een kleed en de doedelzakspeler
komt in actie. Met vlugge passen, al
door de eentonige melodie aan zijn in
strument ontlokkend, draait hij om een
[nan, waarover tos een rieten deksel
ligt. Sneller en sneller komen de tonen
eu opeens wordt het deksel opgetild.
Do afschuwelijke kop van een cobra
wordl zichtbaar, dan nog een. Het dek
sel glijdt op den grond en twee mon
sterachtige slangen rijzen zacht wegend
uit de mand omhoog. De doedelzakspe
ler staat nu onbeweeglijk, als uit brons
gegoten. De reptielenlijven kronkelen uit
do mand, de koppen nu omlaagl, ab
soluut aangetrokken door de mu
ziek,' die hen fascineert. Dan kronke-"
len zij tegen den man. omhoog, slin
geren hun monsterachtige glimmende
bochten om zijn beenen, strengelen zich
om zijn armen en zijn hek. Hun ge
spleten tongen trillen uit hun vurige,,
afgrijselijke bekken. En de doedelzak
speler speelt onbeweeglijk, als hit brons
gegoten. De melodie wordt zachter, min
der snel De gedrochtelijke lijven ont
spannen zich, de koppen zakken. Handig
ondoet de muzikant zich met zijn vrije
hand van de reusachtige omstrengeling
en rolt zijn vervaardelijke serpentines
netjes weer in hun mand. Het deksel
gaat er op en wordt met een touw
bevestigd. De bezwering is afgeToopen.
Maar nu komt de tweede acte, de goo
chelarij. Toovenarïj vinden de kinde
ren hel en wij, de volwassenen;,, mis
schien ook. Daar worden bekers, diei
wij tevoren mochten betasten, meteen
handgebaar van drie tot één gesmol
ten en van één weer tot drie. Daar
wordt een ei, een rauw ei uit onze
keuken voor onze oogen op den stoep tót
moes geslagen, maar noch de hand, die
dat deed, noch de stoep vertoonen
eenige vlek van eierdooier, noch is er
eenig schilfertje van een eierschaal te
bekennen. Daar worden kleine kuikentjes
gelooverd uit een bloempot, dien wij
zelf leeg hebben omgekeerd, kleine kui
kentjes, één, twee, drie een half dozijn
die komen en in het niet verdwijnen. Er
krioelt, er kronkelt iets in mijn bin
nenzak. Vol afschuw grijp ik naar mijn
borst, de toovenaar is mij voor en
haalt uit mijn zak twee slangen. Na
deze ervaring schuif ik wat achteruit.
Een van de groote manden wordt ge
opend en ons ter onderzoek toegescho
ven. Hel is een gewone rieten mand
vies en vuil maar zonder iels verbór
gens. Een der knapen duikt er in, het
deksel gaat er op en alles wordt met
touwen omwonden en dichtgesnoerd.
Daar ligt» het menschelijk pakket. Maar
de drie Britsch-Indiërs trekken lange,
vlijmscherpe zwaarden. En daarmede
doorsteken en doorpriemen zij de dicht-
gesnoerde mand in alle richtingen, zon
der ophouden. In onze verbeelding zien
wij liet bloed er uit druppen, hooren
wij de doodskreten van het slachtoffer.
Maar neen, de slachting is voorbij. De
mand wordt in een ommezien ontpakt
en springlevend wipt de bronzen knaap
eruit.
lntusschen heeft zich achter de too
venaars op ons erf een dichte haag van
belangstellenden gevormd. Al onze be
dienden en ook die van de naburige er
ven hebben hun werk in den steek ge
laten en kijken toe, zooals Oosterlingen
toekijken, hevig geïnteresseerd, maar on
bewegelijk, geluidloos.
En nu, nu komt het groote moment.
De inanga-trlck.
De oude heer, de aanvoerder, zal zich
zelf met deze allerzwaarste kunst be
lasten. lei, kebon, kom eens hier, roept
de Magiër, en onze tuinjongen nadert
was hij brommig en stil, sprak urenlang
niet, en als hij zijn mond open deed,
was 't, om gedichten op te zeggen, ^die hij
öf uit liet hoofd geleerd had, óf die
hij beweerde zelf gemaakt te hebben,
wat Babs nooit geloofde.
Dan had hij er geeu begrip van om
te spelen, vond verstoppertje gek eu zei,
dat meisjes hem verveelden, omdat zij
stemmen als eksters ïiadden, die zij op
zetten als er'eeu muis of een spitmfepn
ander onschadelijk beestje to T zicht
was. Hij lachte Babs oolc uit om tiaar
liefdesgeschiedenis meT Tubal, iels waar
voor Babs mei al de waardigheid! van
haar dertien jaar zeer gevoelig was,
en hij had haar eens ineen twistgesprek
over de verdiensten en fouten van Tubal
als man en minnaar .gezegd, dat als zij
Mevrouw Fiennes was, zij haar echtge
noot moest eereu en gehoorzamen, en
als liij er op stond dat zij haar omgang
met Tubal die niet eeus een heer was,
zou opgeven dan zou zij hein moeten
gehoorzamen, omdat alle vrouwen voor
God moesten zweren dat zij in alle
opzichten haar echtgenooten zouden ge
hoorzamen. En bij de gedachte, om
iemand te gehoorzamen, kwam Babs'
geheele ziel in opstand. Zij had het
nooit in haar geheele leven gedaan.
Moederloos geworden bijna dadelijk na
haar geboorte, toen overgelaten aan de
teedere zorg van een pleegvader, die
haar verafgoodde, had Babs als een
waar koninginnetje geregeerd, zoowel
:fiake Larï Bourgli-
lon, waar zij een trouwe. Kieine bezoek
trillend op zijn beenen, Waar om te
vluchten, zoo hard als hij anders nooit
loopt. Maar het gaat niet om zijn leven.
Een bloempot moet hij verschaffen en
een gieter Opgelucht stelt hij' ze ter
hand. En nu schept de toovenaar met
zijn handen wat tuinaarde en vult er
den bloèmpot mee. En uit den grooten
zak haalt hij een manga-pit. "Wc mogen
ze bekijken Het is een gewone pit, een
doodgewone pit van een mangavrucht.
En die begraaft de toovenaar in zijn
bloempot. Daarop knielt hij en spreekt
woorden die wij niet verstaan en hij be
weegt met zijn handen over het pas ge
plante en zijn oogen worden strak en
in zijn baard gaan klanken verloren
Dan neemt hij den gieter en voorzichtig
begiet hij de aarde. En dan spreidt hij
over den pot een geldeurden lap en zijn
handen schuiven onder den lap totdat
zij op den bloempot rusten en voor
onze oogen begint het wonder.
Heel, heel langzaam rijst de doek on
der de zacht bewegende handen. Hooger
en hooger rijst de doek, heviger en he
viger prevelt de toovenaar. Zijn oogen
zijn gesloten, zijn borst hijgt als onder
groote inspanning, Hooger en hooger rijst
de doek. En dan met een ruk werpt de
toovenaar den doek weg en wij zien.
wij zien met onze eigen oogen uil den
bloempot den jon manga-boom oprijzen,
wel reeds een halven meter hoog. Zijn
bedauwde blaadjes van een heel teer,
pas uitgeloopen groen
Met een diepe buiging staat de Magiër
op en met een nog dieper buigifcig cm-
pocheert hij zijn vijf rijksdaalders, ter
wijl zijn helpers manden en zak op hun
schouders tillen en langzaam! het erf ver
laten En dan houdt de Magiër tot mij
een speech, die daarop neerkomt, dat
ik de voornaamste heer ben, de machtig
ste, de goedertierenste, die ooit door
Allah werd geschapen. En omdat dat
zoo is. zal hij als bewijs zijner dank
baarheid voor ons nog een zijner kunsten
vertoonen, de grootste van zijn reper
toire. Of de groote lieer liem nog één
oogenblilc aandacht en vooral' vertrouwen
wil schenken. Vooral veel vertrouwen-
Wil de groote heer een zilverstuk ujl
zijn zak opdiepen, liefst een gulden en
dien vast omklemd in zijn rechtervuist
houden? Wil de allergenadigste gemalin
van den grooten heer dalzelfde' doen?
Wij diepen guldens op en doen het. Wie
kan neen zeggen, als een Magiër de
grootste kunst van zijn repertoire ten
beste wil geven. Wil de Konipgin van
Italië ook een gulden in hare rechter
vuist klemmen, zoo~ adresseert de too
venaar zich daarop tot de tweede dame
van ons gezelschap. En wil de Koning
van Spanje dal ook doen, dit lot onzen
m'annelijken gast. Dc Koningin van Italië
en de Koning van Spanje doen wat hun
gevraagd wordt. Alleen, de Koning van
Spanje had geen lossen gulden, hij om
klemt een rijksdaalder.
Daar staan we nu met ons vieren in
een kring, de rechterhanden vooruitge
stoken, toi Vuisten gebald om de zilver
stukken. Dan treedt de toovenaar in ons
midden, zonder een onzer aan .te raken
en zonder een onzer ook maar korter
dan twee passen te naderen. Nu legt hij
uit; hij zal alleen door de kracht van
zijn niagisclien blik het zijver in onze
handen in koper veranderen. Ik zie. hoe
de Koning van Spanje no<g krampachtiger
zijn rijksdaalder omknelt. Maar de Ma
giër heeft liet ook gezien Zachlje's'
schudt hij hel hoofd. Neen, zoover is
het nog niet. Wij mogen eerst allemaal
nog eens even kijken of we ook nog ons
zilver in de handen hebben. We kijken
allemaal Ja, ze zijn' er nog. Drie vochlige
guldens en één vochtige rijksdaalder. Dan
worden de vuisten weer gebald. De Ma
giër staal onbeweeglijk. Hij begint met
mij. Zijn oogen boren zich in de mijne.
Ik kijk terug, zoo hard ik kan. O, eu ik
voel mijn gulden in mijn vuist, ik voel
hem, ik voet hein, knap hij, die hem ev-
uit kan halen. De' Magiër kijkt en prevelt.
Dan slaat hij zijn oogen aieer en zegt
ster was. Overal was haar wil wet ge
weest, en, mqt uitzondering van Jiui
Fiennes, maakte zij zich sterk, dat zij
iaderen man om haar pink kon "winden.
Hoe kan zij er dan aam denkeu te ge
hoorzamen aan die eenige uilzondering
op haar gulden regel? Dat kou zij niet.
En wat liet opgeven betrof van Tubal
die haar liefhad, zeide zij Jim heel
duidelijk dat zij liever sterven wilde,,
waarop Jim ging lachen en akeliger
dan ooil werd. Eu nu was werkelijk
de dageraad aangebroken van dezen laal-
sten dag van haar souvereiniteil, van
haar onafhankelijkheid, de laatste mor
gen, dat zij Barbara Brent heelter. Na
twaalf uur vandaag zou zij Mevrouw
Fiennes zijn! Wat afschuwelijk!
Was het niet schandelijk, dezen laat-
sten heerlijken morgen in bed door te
brengen, nu cle wilde rozen zoo dicht
bloeiden in de heggen bij den vijver en
de spyrea geurde langs den rand van het
waler? Juist toen de merel zóó ging zin
gen en fluiten, d'at het bijna oorverdoo-
vend werd eh Dina, de kleine zwart en
witte patrijshond beneden hard ging blaf
fen''
Een oogenblik later was Barbara ufit
bed en vroeg luidruchtig om gekleed te
worden.
„Onmogelijk, freuile Barbara!" zei de
kindermeid „Het is pas zes uur en als
ik lT straks kleed, zal het in Uw trouw-
kleed zijn."
„Ik wil nu onmiddellijk gekleed wor
den." zei de kleine tiran van Stake .Lark,
„en in mijn blauw wollen kleedje en
„have a look al it, sir". Ik open mijn
krampachtig gesloten vingersen bij al
le goden van den Olympus in mijn hand
palm ligt een koperen vierdui'tstuk! Maar
reeds heeft hij zich gewend lot de aller
genadigste gemalin en zj|et, ook zij blijkt
een vierduitstuik te omklemmen. Den
twee gekroonden hoofden vergaat t al
niet beter, en terwijl' wij elkaar beteuterd
aankijken, is de Magiër uij den lering ge
stapt en dragen zijn lange schrale, beenen
hem snel van het erf. Op den weg
maakt hij nog twee zeer gehaaste bui
gingen en weg is hij. tn de verte kli/nkt
zwakjes de eentonige melodie van den
doedelzakspeler.
„Er zijn meer dingen tusschen hemel
en aarde..,.", zegt de Koningin van Italc
Maar de Koning van Spanje vloekt
zachtjes en tast nervëus naar zijn hor
loge. D. B.
KWATTA'54
thVA-RKP
Beter dan Goed: DE BESTE
(Ingez. Med.J
STUKKEN VOOR DE PROV. STATEN
VAN ZEELAND.
Opcenten op de rijlcs-
belas ti ngen.
Ged. Staten stellen Prov. Staten voor
te besluiten tot dekking van de uitgaven
der provincie voor het dienstjaar 1927
te heffen te rekenen van 1 Januari
1927 vijftig opcenten op de hoofdsom
der grondbelasting voor de ongebouw
de eigeudomman;
vijftig opcenten op de hoofdsom der
groudbelasting voor de gebouwde eigen
dommen
vijftig opcenten op ftoofdsom cfer
personeele belasting;
te rekenen van 1 Mei 1927 twintig op
centen op de hoofdsom der vermogens
belasting;
twintig opcenten op de hoofdsom der
inkomstenbelasting; met dien verstande
dat cle opcenten op de hoofdsom der
inkomstenbelasting zich bepalen tot de
aanslagen der belastingplichtigen, be
doeld bij art. la der wet opdie belasting.
Deze heffingen waren het vorig jaar
dezelfde
Raadhuis te Veere.
Naar aanleiding van een verzoek
schrift van B. en W, der gemeente-Veere!
om een bijdrage uit de Prov kas Ln >de|
kosten van herstel van het raadhuis
aldaar, wijzen Gecl. Staten Prov. Staten
o. a. op de beginselen, wanneer huns
orachlens, in het algemeen vanwege de
provincie bijdragen in de kosten van her
stellingswerken, behooren te worden ver
leend. Blijkens besluit van 22 Dec. 1925
hebben Prov. Staten zich met deze ziens
wijze vereenigd, ten aanzien van de ker
ken te ICapelle en IJzendijlce.
Met inachtneming dier beginselen zou
de in liet onderhavige geval uit te kee-
ren bijdrage, aangezien het geheel der
geraamde herstellingskosten minder dan
f 30.000 bedraagl, 10 pet. kunnen beloe
ren van het geraamde bedrag, of, afge
rond naar beneden, f 2500.
In beginsel was door Ged. Staten
reeds besloten, aan Prov Staten een
voorsiet te doen tot liet verleeuen van
een zoodanige bijdrage, waarvan f 1500
uil den dienst 1928 en f 1000 uil den
dienst 1929 gekweten 7-ouden kynnen
worden en ook na een corresponndenlie
met het ministerie van onderwijs K. en
W. liebben Ged. Staten gemeend niet op
die beslissing terug te komen. Zij stellen
derhalve voor aan de gemeente Veere
uil de Prov. kas een bijdrage inffde kos
ten van herstel van hel raadhuis aldaar
leeren schoenen, zoodal ik nog eens
voor het laatst in dén tuin met Dinakan
stoeien."
Natuurlijk kreeg Babs haar ziii dat
kreeg zij altijd en een half uuv later
vloog zij de trappen af van liet eene
terras op het andere en dan recht het
park door met Dina achter haar apn.
Juist aan den anderen kant van den
grensmuur, die het park omgaf .lag een
huisje met rieten dak en klimop bedekt,
met een tuin er omheen, die nu prijk
te met muurbloemen eu vergeet-mij-
nietjes. Er liep een laag houten hek om
den tuin heen; Babs bleef even naast
den ingang staan, toen bukte zij zich,
nam een handvol kiezelsleenen en
wierp die legen een der vensters van
hel huisje, dat wal juist boven den in
gang
Toen liep zij weg en slond niet stil
voor dal zij bij het mooie ineer was in
den benedenluin, juist mei het volle uit
zicht op het groote huis. Daar bleef zij
staan en keek naar het huis; niet met de
bedoeling, om zijn prachtige verhoudin
gen en architectonische schoonheden
te bewonderen, die zeer groot waren1,
maar alleen om met een merkbaar
verachtelijke uitdrukking naar de ra
men van Jim's kamer te kijken.
Hij en zijn broeders en Lord en
Lady Saye and Sele, en verscheidene
anclére gasten, waaronder Bab's eigen
vader en broeders, waren den vorigen
dag op Stake Lark gekomen, en Babs
Wist, dat Jim de kleine hoekkamer in den
linker vleugel had, die mei de smalle,
toe toe staan ten bedrage van f 2500
en wel in dier voege dat inli928 f 1500
en in 1929 f1000 beschikbaar Bal wpr-^
den gesteld.
Wijziging regl- en
verordeningen
De handhaving van dc bepalingen,
voorkomende in de diverse veror
deningen en reglementen, is o.iu opge
dragen aan de beambten, genoemd, zoo-
"als daar staat, „in: art. 8 van hel Wetboek
van strafvordering.
In het nieuwe Wetboek van strafvor
dering, dat op 1 Januari 1926 in werking
is getreden, worden deze beambten even
wel genoemd in art. 1-11.
Ter voorkoming van moeilijkheden bij
eventueele strafvervolgingen zullen dus
deze verordeningen en reglementen moe
ten worden gewijzigd en zal in het be
trokken artikel daarvan moeten wor
den gelezen in plaats van „art. lil Van
het Wetboek van strafvordering".
Wat voorts liet reglement op hel ver
voer van passagiers met de booten van
de sloombootdiensten der provincie Zee
land aangaat, het heeft alleen betrekking
op hel vervoer van passagiers, niet van
rijwielen b.v. zoodat eene strafbaarstel
ling van het vervoer van rij wielen, zon
der dal een kaartje daarvoor genomen
wordt, thans niet mogelijk is. Het zou
daarom aanbeveling verdienen, naar
Ged. Staten meenen, dit reglement ook
op het vervoer van rijwielen toepasselijk
te maken, waartoe eenige wijzigingen
van dit reglement noodig zijn.
Congres voor Redding-
wezen en Eerste Hulp
bij Ongelukken.
Naar aanleiding van het adres van het
Comité van Organisatie voor het 3e In-,
lernationaal Congres voor Reddingwezen
en Eerste Hulp bij Ongelukken te Am
sterdam. houdende het verzoek om een
subsidie uit de Provinciale, fondsen, om
de totstandkoming yan het Congres te
bevorderen, melden Ged Staten Prov.
Staten dal zij. hoewol zij allerminst wil
len twijfelen aan het groote nut. dal een
zoodanig congres in het algemeen kan
afwerpen, zij daarin geen specifiek Pro
vinciaal belang bespeuren.
Zij stellen dan ook voor bet verzoek af
te wijzen.
S c li o o 1 o n d e r w ij z e r s-
we d u w en be u r s.
Ged. Slaton stellen Prov. Stalen ver
schillende wijzigingen voor in het ro-
glemcnl der Sehoolonderwijzerswedu-
wenbeurs.
Drinkwaterleiding-
verordening
Ged Staten stellen Prov Staten voor
de Drinkwflterverordening. behoudens
eenige bepalingen, niet van toepassing
te verklaren op de, op het tijdstip harer
inwerkingtreding reeds bestaande drink-
waterleidingbedrijvcn. zoolang do werk
zaamheden dier bedrijven zich niel uit
breiden builen het gebied, waarbinnen
zij op dat tijdstip werden uitgeoefend.
Landbouwonderwijs
Naar aanleiding van door ons reeds
gemelde vragen van don heer Jac. Wclle-
man nopens het ingebruik geven van
openbare schoollokalen voor het geven
van landbouwonderwijs, hebben Ged. Sta
len geantwoord dat zij het juist achten,
dat door hun college bezwaar is ge
maakt tegen hel besluit van den Raad
eener gemeente, waarbij gratis eeu ver
warmd en verlicht lokaal der openbare
school beschikbaar werd gesteld ten be
hoeve van een in die gemeente te geven
cursus in plantenziekten, uitgaande van
de Zeeuwsche Landbouwmaalschappij. Zij
hebben zich daarbij gesteld op het voor
dergelijke gevallen in het algemeen aan
genomen standpunt, dal. hoezeer er geen
bezwaar tegen bestaat, dat een gemeente,
door beschikbaarstelling van eenige ge
meentelijke localiteit, aan cursussen als
hier bedoeld of aan andere instellingen
van. openbaar belang kosteloos onderdak
verleent, de billijkheid medebrengt, dat
indien de gemeente bovendien nog onkos-
spitse vensters, die wijd open stonden.
Een paar secoiTden bleef Babs stilstaan
Soms kon Jim van veel nut zijn, want
hij wist altijd precies waar de lijster zijn
nest gebouwd had of hoeveel jongen de
grijze zandpieper had uitgebroed. In dat
opzicht was hij van meer nut dan Tubal,
die liever jonge kikvorschen vischte, en
die de eieren brak, als hij eten nest vond
Maar als speelmakker was Tubal wel
twee maal. zooveel waard als Jim, want
ofschoon Tubal 'n paar jaar ouder was dan
Jim was hij Babs'slaafen danste hij naar
haar pijpen, precies als een groote beer
Waarom kwam Tubal niet? Zij had liem
geroepen door het kiezelzand tegen zijn
vensterruiten te gooien. Babs wilde een
makker hebben op dezen mooien mor
gen, den laatsten dien zij genieten! kon,
voordal zij een getrouwde vrouw werd,
daarna zouden de dagen om te spelen
voorbij zijn. Maar de gedachte aan Jim
had den ochtend bedorven Babs was
in disharmonie met alles rondom haar
het gefluit van de merel hinderde haar,
Dina was vervelend en de wilde jozen
stonden buiten haar bereik. Zij ging ge
drukt en knorrig op den Cronk van den
ouden wilgenboom zitten, die over den
vijver heen hing en sij wilde juist gaan
huilen, toen plotseling Tubal voor tiaar
stond, warm en buiten adem. hij had
gauw zijn kleeren aangeschoten en zoo
vlug hij kon den geheelen weg van het
huisje af geloopen.
(Wordt vervolgd.)