8 IJ VOEGSEL VAN DE ittlrpk taral VAN Woensdag 2 Juni 1926, No. 127 BINNENLAND. INDISCHE KROWIEK. XIII. Variété op de stoep. Van goochelaars, slangenbezweerders en toovenaars, - De mail met den doedelzak. Het menscheüjk pakket- De manga-triek. Het •wonder. Hoe de Koning van Spanje een rijksdaalder kwijt raakt. Doch met de kooplieden in porcelein,, kant, bont en Oostersche kunst zijn wij nog niet aan liet eind der vreemde bezoekers, die onze Indische erven en tuinen plegen binnen te slenteren. Mijn vriendelijke lezeressen en lezers, die gezien hebben, dal men in Indië onge veer alles aan de deur kan krijgen!,, van op uw stoep geroosterd geiten vlees sch tot damesjurken toe, zullen nu wellicht niet meer at te verrast zijn over de mededeeiing, dat wij inde Oost zelfs onze variétévoorstellingen aan huis bezorgd krijgen. Als wij op een Zondagmorgen in onze voorgalerij, waarvan de neergelaten krees of te wel zonne-schutsels den laaienden zonnebrand en 't schateren de licht buitensluiten, in onze lange stoelen bij boek of tijdschrift en koelen dronk van ons heerlijke dolce far niente genieten, dan klinken opeens daarbui ten de melancholieke tonen van een soort van doedelzak, waarop zachtjes altijd weer dezelfde eentonige, melodie wordt geblazen. Op het hooren van deze muziek staken de kinderen hun spel en steken met glinsterende oogen de< hoofden buiten. Ook voor ons zijn lec tuur en andere bezigheden, afgeloopen, de krees wordl omhoog getrokken en daar zwerft reeds een zonderlinge jtsoet ons erf op. Daar zijn de fakiers en 'de goochelaars! Voorop loopt een lange as cetische gestalte met een tulband en eeu woesten, niet al te zindelijken baard, gekleed in een lange witte toga. Daarachter de doedelzakspeler, die wel een copie van den aanvoerder lijkt, vervolgens een derde gebaarde en nog woester persoonlijkheid, die eenige man den torst en een zwaren zak. Een of meer kleine knapen vergezellen hen. De aanvoerder heeft in mij den heer des huizes gezien en richl na eenplech- ligen groet derhalve tot mij het woord in een soort van koeterwaalsch, waar in Maleisch en een paar woorden En- gelsch geradbraakl worden. De man vraagt tien gulden voor de voorstel ling en dank zij cle schitterende kin derogen bezwijk ik, nadat hij tol drie rijksdaalders is afgedaald. Maftr voordat hij begint, schiet mij iels te binnen. Is de trick van den manga-boom in den prijs begrepen, vriend, vraag ilc Neen, groote heer, j.s het antwoord. Welke fakier, die zich zelf respecteert, zou voor drie luttele rijksdaalders den man- ga-trick vertoonen aan ongeloovige. chris tenhonden. Neen, de manga-trick kost vijf gulden meer. Wij denken aan al die jaren, dal we niet meer in Scala zijn geweest, mijn vrouw tast grootmoe dig in haar beurs en draagt nog een rijksdaalder bij en ilc zoek ook nog eens MbÜtLLHGM. Uit het Engelsch van Baronesse Orczy. (Geautoriseerde vertaling van A. T.) Boek I. De .vooravond van den storm. 2). HOOFDSTUK H. 1. De Trouwdag. Barbara Frances of Babs zooals zij door haar vader genoemd werd voel de, dat haar trouwdag de ellendigste dag zou zijn, dien zij in haar leven gehad had. Toen zij wakker werd. voelde 7,ij zich ongelukkig; een paar uren hadl zij alles vergelen, wamt zij had zoo rustig als altijd geslapen, maar .toen zij wakker werd, kwam alles weer met zoo'n over stelpende werkelijkheid terug, dat zij in bed ging zitten huilen, in de hoop, dat de kindermeid nog zou slapen en nief zou zien. dal zij huilde. Zij was pas dertien jaar de arjme kleine Babs eu zij vond de gedachte van getrouwd (te zijn- afschuwelijk. Zij hield wel van Jim, als hij in een goede< bui was, want dan vroeg hij haajr*, om met hem in de bosschen rond te dwalen en dan liet hij haar zien, waar de grauwe ekster zijn provisiekamer had, of waar de kleine uiltjes juist hun grappige, groote, ronde oogen geopend hadden. In zulke dagen was Jitn heerlijk; hij kend"* hel geluid van eiken vogel en kon altijc nesten vinden Maar op andere tijden in mijn zakken. Vooruit, de vijf rijks daalders zijn er en nu begin, fakieav toovenaar, slangenbezweerder, duivels kind- Met een breeden grijns kijkt hij naar het stapeltje zilver, dat yoorloo- pig nog op onze theetafel ligt, dan ver strakt zijn tronie, hij geeft eenige kor te® bevelen, de helpers ontpakken de manden, de twee kleine knapen sprei den een kleed en de doedelzakspeler komt in actie. Met vlugge passen, al door de eentonige melodie aan zijn in strument ontlokkend, draait hij om een [nan, waarover tos een rieten deksel ligt. Sneller en sneller komen de tonen eu opeens wordt het deksel opgetild. Do afschuwelijke kop van een cobra wordl zichtbaar, dan nog een. Het dek sel glijdt op den grond en twee mon sterachtige slangen rijzen zacht wegend uit de mand omhoog. De doedelzakspe ler staat nu onbeweeglijk, als uit brons gegoten. De reptielenlijven kronkelen uit do mand, de koppen nu omlaagl, ab soluut aangetrokken door de mu ziek,' die hen fascineert. Dan kronke-" len zij tegen den man. omhoog, slin geren hun monsterachtige glimmende bochten om zijn beenen, strengelen zich om zijn armen en zijn hek. Hun ge spleten tongen trillen uit hun vurige,, afgrijselijke bekken. En de doedelzak speler speelt onbeweeglijk, als hit brons gegoten. De melodie wordt zachter, min der snel De gedrochtelijke lijven ont spannen zich, de koppen zakken. Handig ondoet de muzikant zich met zijn vrije hand van de reusachtige omstrengeling en rolt zijn vervaardelijke serpentines netjes weer in hun mand. Het deksel gaat er op en wordt met een touw bevestigd. De bezwering is afgeToopen. Maar nu komt de tweede acte, de goo chelarij. Toovenarïj vinden de kinde ren hel en wij, de volwassenen;,, mis schien ook. Daar worden bekers, diei wij tevoren mochten betasten, meteen handgebaar van drie tot één gesmol ten en van één weer tot drie. Daar wordt een ei, een rauw ei uit onze keuken voor onze oogen op den stoep tót moes geslagen, maar noch de hand, die dat deed, noch de stoep vertoonen eenige vlek van eierdooier, noch is er eenig schilfertje van een eierschaal te bekennen. Daar worden kleine kuikentjes gelooverd uit een bloempot, dien wij zelf leeg hebben omgekeerd, kleine kui kentjes, één, twee, drie een half dozijn die komen en in het niet verdwijnen. Er krioelt, er kronkelt iets in mijn bin nenzak. Vol afschuw grijp ik naar mijn borst, de toovenaar is mij voor en haalt uit mijn zak twee slangen. Na deze ervaring schuif ik wat achteruit. Een van de groote manden wordt ge opend en ons ter onderzoek toegescho ven. Hel is een gewone rieten mand vies en vuil maar zonder iels verbór gens. Een der knapen duikt er in, het deksel gaat er op en alles wordt met touwen omwonden en dichtgesnoerd. Daar ligt» het menschelijk pakket. Maar de drie Britsch-Indiërs trekken lange, vlijmscherpe zwaarden. En daarmede doorsteken en doorpriemen zij de dicht- gesnoerde mand in alle richtingen, zon der ophouden. In onze verbeelding zien wij liet bloed er uit druppen, hooren wij de doodskreten van het slachtoffer. Maar neen, de slachting is voorbij. De mand wordt in een ommezien ontpakt en springlevend wipt de bronzen knaap eruit. lntusschen heeft zich achter de too venaars op ons erf een dichte haag van belangstellenden gevormd. Al onze be dienden en ook die van de naburige er ven hebben hun werk in den steek ge laten en kijken toe, zooals Oosterlingen toekijken, hevig geïnteresseerd, maar on bewegelijk, geluidloos. En nu, nu komt het groote moment. De inanga-trlck. De oude heer, de aanvoerder, zal zich zelf met deze allerzwaarste kunst be lasten. lei, kebon, kom eens hier, roept de Magiër, en onze tuinjongen nadert was hij brommig en stil, sprak urenlang niet, en als hij zijn mond open deed, was 't, om gedichten op te zeggen, ^die hij öf uit liet hoofd geleerd had, óf die hij beweerde zelf gemaakt te hebben, wat Babs nooit geloofde. Dan had hij er geeu begrip van om te spelen, vond verstoppertje gek eu zei, dat meisjes hem verveelden, omdat zij stemmen als eksters ïiadden, die zij op zetten als er'eeu muis of een spitmfepn ander onschadelijk beestje to T zicht was. Hij lachte Babs oolc uit om tiaar liefdesgeschiedenis meT Tubal, iels waar voor Babs mei al de waardigheid! van haar dertien jaar zeer gevoelig was, en hij had haar eens ineen twistgesprek over de verdiensten en fouten van Tubal als man en minnaar .gezegd, dat als zij Mevrouw Fiennes was, zij haar echtge noot moest eereu en gehoorzamen, en als liij er op stond dat zij haar omgang met Tubal die niet eeus een heer was, zou opgeven dan zou zij hein moeten gehoorzamen, omdat alle vrouwen voor God moesten zweren dat zij in alle opzichten haar echtgenooten zouden ge hoorzamen. En bij de gedachte, om iemand te gehoorzamen, kwam Babs' geheele ziel in opstand. Zij had het nooit in haar geheele leven gedaan. Moederloos geworden bijna dadelijk na haar geboorte, toen overgelaten aan de teedere zorg van een pleegvader, die haar verafgoodde, had Babs als een waar koninginnetje geregeerd, zoowel :fiake Larï Bourgli- lon, waar zij een trouwe. Kieine bezoek trillend op zijn beenen, Waar om te vluchten, zoo hard als hij anders nooit loopt. Maar het gaat niet om zijn leven. Een bloempot moet hij verschaffen en een gieter Opgelucht stelt hij' ze ter hand. En nu schept de toovenaar met zijn handen wat tuinaarde en vult er den bloèmpot mee. En uit den grooten zak haalt hij een manga-pit. "Wc mogen ze bekijken Het is een gewone pit, een doodgewone pit van een mangavrucht. En die begraaft de toovenaar in zijn bloempot. Daarop knielt hij en spreekt woorden die wij niet verstaan en hij be weegt met zijn handen over het pas ge plante en zijn oogen worden strak en in zijn baard gaan klanken verloren Dan neemt hij den gieter en voorzichtig begiet hij de aarde. En dan spreidt hij over den pot een geldeurden lap en zijn handen schuiven onder den lap totdat zij op den bloempot rusten en voor onze oogen begint het wonder. Heel, heel langzaam rijst de doek on der de zacht bewegende handen. Hooger en hooger rijst de doek, heviger en he viger prevelt de toovenaar. Zijn oogen zijn gesloten, zijn borst hijgt als onder groote inspanning, Hooger en hooger rijst de doek. En dan met een ruk werpt de toovenaar den doek weg en wij zien. wij zien met onze eigen oogen uil den bloempot den jon manga-boom oprijzen, wel reeds een halven meter hoog. Zijn bedauwde blaadjes van een heel teer, pas uitgeloopen groen Met een diepe buiging staat de Magiër op en met een nog dieper buigifcig cm- pocheert hij zijn vijf rijksdaalders, ter wijl zijn helpers manden en zak op hun schouders tillen en langzaam! het erf ver laten En dan houdt de Magiër tot mij een speech, die daarop neerkomt, dat ik de voornaamste heer ben, de machtig ste, de goedertierenste, die ooit door Allah werd geschapen. En omdat dat zoo is. zal hij als bewijs zijner dank baarheid voor ons nog een zijner kunsten vertoonen, de grootste van zijn reper toire. Of de groote lieer liem nog één oogenblilc aandacht en vooral' vertrouwen wil schenken. Vooral veel vertrouwen- Wil de groote heer een zilverstuk ujl zijn zak opdiepen, liefst een gulden en dien vast omklemd in zijn rechtervuist houden? Wil de allergenadigste gemalin van den grooten heer dalzelfde' doen? Wij diepen guldens op en doen het. Wie kan neen zeggen, als een Magiër de grootste kunst van zijn repertoire ten beste wil geven. Wil de Konipgin van Italië ook een gulden in hare rechter vuist klemmen, zoo~ adresseert de too venaar zich daarop tot de tweede dame van ons gezelschap. En wil de Koning van Spanje dal ook doen, dit lot onzen m'annelijken gast. Dc Koningin van Italië en de Koning van Spanje doen wat hun gevraagd wordt. Alleen, de Koning van Spanje had geen lossen gulden, hij om klemt een rijksdaalder. Daar staan we nu met ons vieren in een kring, de rechterhanden vooruitge stoken, toi Vuisten gebald om de zilver stukken. Dan treedt de toovenaar in ons midden, zonder een onzer aan .te raken en zonder een onzer ook maar korter dan twee passen te naderen. Nu legt hij uit; hij zal alleen door de kracht van zijn niagisclien blik het zijver in onze handen in koper veranderen. Ik zie. hoe de Koning van Spanje no<g krampachtiger zijn rijksdaalder omknelt. Maar de Ma giër heeft liet ook gezien Zachlje's' schudt hij hel hoofd. Neen, zoover is het nog niet. Wij mogen eerst allemaal nog eens even kijken of we ook nog ons zilver in de handen hebben. We kijken allemaal Ja, ze zijn' er nog. Drie vochlige guldens en één vochtige rijksdaalder. Dan worden de vuisten weer gebald. De Ma giër staal onbeweeglijk. Hij begint met mij. Zijn oogen boren zich in de mijne. Ik kijk terug, zoo hard ik kan. O, eu ik voel mijn gulden in mijn vuist, ik voel hem, ik voet hein, knap hij, die hem ev- uit kan halen. De' Magiër kijkt en prevelt. Dan slaat hij zijn oogen aieer en zegt ster was. Overal was haar wil wet ge weest, en, mqt uitzondering van Jiui Fiennes, maakte zij zich sterk, dat zij iaderen man om haar pink kon "winden. Hoe kan zij er dan aam denkeu te ge hoorzamen aan die eenige uilzondering op haar gulden regel? Dat kou zij niet. En wat liet opgeven betrof van Tubal die haar liefhad, zeide zij Jim heel duidelijk dat zij liever sterven wilde,, waarop Jim ging lachen en akeliger dan ooil werd. Eu nu was werkelijk de dageraad aangebroken van dezen laal- sten dag van haar souvereiniteil, van haar onafhankelijkheid, de laatste mor gen, dat zij Barbara Brent heelter. Na twaalf uur vandaag zou zij Mevrouw Fiennes zijn! Wat afschuwelijk! Was het niet schandelijk, dezen laat- sten heerlijken morgen in bed door te brengen, nu cle wilde rozen zoo dicht bloeiden in de heggen bij den vijver en de spyrea geurde langs den rand van het waler? Juist toen de merel zóó ging zin gen en fluiten, d'at het bijna oorverdoo- vend werd eh Dina, de kleine zwart en witte patrijshond beneden hard ging blaf fen'' Een oogenblik later was Barbara ufit bed en vroeg luidruchtig om gekleed te worden. „Onmogelijk, freuile Barbara!" zei de kindermeid „Het is pas zes uur en als ik lT straks kleed, zal het in Uw trouw- kleed zijn." „Ik wil nu onmiddellijk gekleed wor den." zei de kleine tiran van Stake .Lark, „en in mijn blauw wollen kleedje en „have a look al it, sir". Ik open mijn krampachtig gesloten vingersen bij al le goden van den Olympus in mijn hand palm ligt een koperen vierdui'tstuk! Maar reeds heeft hij zich gewend lot de aller genadigste gemalin en zj|et, ook zij blijkt een vierduitstuik te omklemmen. Den twee gekroonden hoofden vergaat t al niet beter, en terwijl' wij elkaar beteuterd aankijken, is de Magiër uij den lering ge stapt en dragen zijn lange schrale, beenen hem snel van het erf. Op den weg maakt hij nog twee zeer gehaaste bui gingen en weg is hij. tn de verte kli/nkt zwakjes de eentonige melodie van den doedelzakspeler. „Er zijn meer dingen tusschen hemel en aarde..,.", zegt de Koningin van Italc Maar de Koning van Spanje vloekt zachtjes en tast nervëus naar zijn hor loge. D. B. KWATTA'54 thVA-RKP Beter dan Goed: DE BESTE (Ingez. Med.J STUKKEN VOOR DE PROV. STATEN VAN ZEELAND. Opcenten op de rijlcs- belas ti ngen. Ged. Staten stellen Prov. Staten voor te besluiten tot dekking van de uitgaven der provincie voor het dienstjaar 1927 te heffen te rekenen van 1 Januari 1927 vijftig opcenten op de hoofdsom der grondbelasting voor de ongebouw de eigeudomman; vijftig opcenten op de hoofdsom der groudbelasting voor de gebouwde eigen dommen vijftig opcenten op ftoofdsom cfer personeele belasting; te rekenen van 1 Mei 1927 twintig op centen op de hoofdsom der vermogens belasting; twintig opcenten op de hoofdsom der inkomstenbelasting; met dien verstande dat cle opcenten op de hoofdsom der inkomstenbelasting zich bepalen tot de aanslagen der belastingplichtigen, be doeld bij art. la der wet opdie belasting. Deze heffingen waren het vorig jaar dezelfde Raadhuis te Veere. Naar aanleiding van een verzoek schrift van B. en W, der gemeente-Veere! om een bijdrage uit de Prov kas Ln >de| kosten van herstel van het raadhuis aldaar, wijzen Gecl. Staten Prov. Staten o. a. op de beginselen, wanneer huns orachlens, in het algemeen vanwege de provincie bijdragen in de kosten van her stellingswerken, behooren te worden ver leend. Blijkens besluit van 22 Dec. 1925 hebben Prov. Staten zich met deze ziens wijze vereenigd, ten aanzien van de ker ken te ICapelle en IJzendijlce. Met inachtneming dier beginselen zou de in liet onderhavige geval uit te kee- ren bijdrage, aangezien het geheel der geraamde herstellingskosten minder dan f 30.000 bedraagl, 10 pet. kunnen beloe ren van het geraamde bedrag, of, afge rond naar beneden, f 2500. In beginsel was door Ged. Staten reeds besloten, aan Prov Staten een voorsiet te doen tot liet verleeuen van een zoodanige bijdrage, waarvan f 1500 uil den dienst 1928 en f 1000 uil den dienst 1929 gekweten 7-ouden kynnen worden en ook na een corresponndenlie met het ministerie van onderwijs K. en W. liebben Ged. Staten gemeend niet op die beslissing terug te komen. Zij stellen derhalve voor aan de gemeente Veere uil de Prov. kas een bijdrage inffde kos ten van herstel van hel raadhuis aldaar leeren schoenen, zoodal ik nog eens voor het laatst in dén tuin met Dinakan stoeien." Natuurlijk kreeg Babs haar ziii dat kreeg zij altijd en een half uuv later vloog zij de trappen af van liet eene terras op het andere en dan recht het park door met Dina achter haar apn. Juist aan den anderen kant van den grensmuur, die het park omgaf .lag een huisje met rieten dak en klimop bedekt, met een tuin er omheen, die nu prijk te met muurbloemen eu vergeet-mij- nietjes. Er liep een laag houten hek om den tuin heen; Babs bleef even naast den ingang staan, toen bukte zij zich, nam een handvol kiezelsleenen en wierp die legen een der vensters van hel huisje, dat wal juist boven den in gang Toen liep zij weg en slond niet stil voor dal zij bij het mooie ineer was in den benedenluin, juist mei het volle uit zicht op het groote huis. Daar bleef zij staan en keek naar het huis; niet met de bedoeling, om zijn prachtige verhoudin gen en architectonische schoonheden te bewonderen, die zeer groot waren1, maar alleen om met een merkbaar verachtelijke uitdrukking naar de ra men van Jim's kamer te kijken. Hij en zijn broeders en Lord en Lady Saye and Sele, en verscheidene anclére gasten, waaronder Bab's eigen vader en broeders, waren den vorigen dag op Stake Lark gekomen, en Babs Wist, dat Jim de kleine hoekkamer in den linker vleugel had, die mei de smalle, toe toe staan ten bedrage van f 2500 en wel in dier voege dat inli928 f 1500 en in 1929 f1000 beschikbaar Bal wpr-^ den gesteld. Wijziging regl- en verordeningen De handhaving van dc bepalingen, voorkomende in de diverse veror deningen en reglementen, is o.iu opge dragen aan de beambten, genoemd, zoo- "als daar staat, „in: art. 8 van hel Wetboek van strafvordering. In het nieuwe Wetboek van strafvor dering, dat op 1 Januari 1926 in werking is getreden, worden deze beambten even wel genoemd in art. 1-11. Ter voorkoming van moeilijkheden bij eventueele strafvervolgingen zullen dus deze verordeningen en reglementen moe ten worden gewijzigd en zal in het be trokken artikel daarvan moeten wor den gelezen in plaats van „art. lil Van het Wetboek van strafvordering". Wat voorts liet reglement op hel ver voer van passagiers met de booten van de sloombootdiensten der provincie Zee land aangaat, het heeft alleen betrekking op hel vervoer van passagiers, niet van rijwielen b.v. zoodat eene strafbaarstel ling van het vervoer van rij wielen, zon der dal een kaartje daarvoor genomen wordt, thans niet mogelijk is. Het zou daarom aanbeveling verdienen, naar Ged. Staten meenen, dit reglement ook op het vervoer van rijwielen toepasselijk te maken, waartoe eenige wijzigingen van dit reglement noodig zijn. Congres voor Redding- wezen en Eerste Hulp bij Ongelukken. Naar aanleiding van het adres van het Comité van Organisatie voor het 3e In-, lernationaal Congres voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken te Am sterdam. houdende het verzoek om een subsidie uit de Provinciale, fondsen, om de totstandkoming yan het Congres te bevorderen, melden Ged Staten Prov. Staten dal zij. hoewol zij allerminst wil len twijfelen aan het groote nut. dal een zoodanig congres in het algemeen kan afwerpen, zij daarin geen specifiek Pro vinciaal belang bespeuren. Zij stellen dan ook voor bet verzoek af te wijzen. S c li o o 1 o n d e r w ij z e r s- we d u w en be u r s. Ged. Slaton stellen Prov. Stalen ver schillende wijzigingen voor in het ro- glemcnl der Sehoolonderwijzerswedu- wenbeurs. Drinkwaterleiding- verordening Ged Staten stellen Prov Staten voor de Drinkwflterverordening. behoudens eenige bepalingen, niet van toepassing te verklaren op de, op het tijdstip harer inwerkingtreding reeds bestaande drink- waterleidingbedrijvcn. zoolang do werk zaamheden dier bedrijven zich niel uit breiden builen het gebied, waarbinnen zij op dat tijdstip werden uitgeoefend. Landbouwonderwijs Naar aanleiding van door ons reeds gemelde vragen van don heer Jac. Wclle- man nopens het ingebruik geven van openbare schoollokalen voor het geven van landbouwonderwijs, hebben Ged. Sta len geantwoord dat zij het juist achten, dat door hun college bezwaar is ge maakt tegen hel besluit van den Raad eener gemeente, waarbij gratis eeu ver warmd en verlicht lokaal der openbare school beschikbaar werd gesteld ten be hoeve van een in die gemeente te geven cursus in plantenziekten, uitgaande van de Zeeuwsche Landbouwmaalschappij. Zij hebben zich daarbij gesteld op het voor dergelijke gevallen in het algemeen aan genomen standpunt, dal. hoezeer er geen bezwaar tegen bestaat, dat een gemeente, door beschikbaarstelling van eenige ge meentelijke localiteit, aan cursussen als hier bedoeld of aan andere instellingen van. openbaar belang kosteloos onderdak verleent, de billijkheid medebrengt, dat indien de gemeente bovendien nog onkos- spitse vensters, die wijd open stonden. Een paar secoiTden bleef Babs stilstaan Soms kon Jim van veel nut zijn, want hij wist altijd precies waar de lijster zijn nest gebouwd had of hoeveel jongen de grijze zandpieper had uitgebroed. In dat opzicht was hij van meer nut dan Tubal, die liever jonge kikvorschen vischte, en die de eieren brak, als hij eten nest vond Maar als speelmakker was Tubal wel twee maal. zooveel waard als Jim, want ofschoon Tubal 'n paar jaar ouder was dan Jim was hij Babs'slaafen danste hij naar haar pijpen, precies als een groote beer Waarom kwam Tubal niet? Zij had liem geroepen door het kiezelzand tegen zijn vensterruiten te gooien. Babs wilde een makker hebben op dezen mooien mor gen, den laatsten dien zij genieten! kon, voordal zij een getrouwde vrouw werd, daarna zouden de dagen om te spelen voorbij zijn. Maar de gedachte aan Jim had den ochtend bedorven Babs was in disharmonie met alles rondom haar het gefluit van de merel hinderde haar, Dina was vervelend en de wilde jozen stonden buiten haar bereik. Zij ging ge drukt en knorrig op den Cronk van den ouden wilgenboom zitten, die over den vijver heen hing en sij wilde juist gaan huilen, toen plotseling Tubal voor tiaar stond, warm en buiten adem. hij had gauw zijn kleeren aangeschoten en zoo vlug hij kon den geheelen weg van het huisje af geloopen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1926 | | pagina 5