FEOILLETOI.
TWEEDE BLAD
TAH
Vrijdag 28 Mei 1926 No. 123.
LICHAAMSOEFENING EN VOLKS
GEZONDHEID).
Zooals wij Woensdag in. het verslag
van de vergadering van de Prov. Zeeuw-
sche Vereeniging Het Groene Kruis me
dedeelden, zouden wij nog nader terug
komen op do inleiding van den heer
arts J. G. Gieben over bovenstaand on
derwerp.
.Wanneer gevraagd wordt, aldus spre
ker, wat wel de meest noodzakelijke
voorwaarde is voor een goede gezond
heid, dan zal het antwoord moeten lui
den» arbeid, dit woord in den meest al-
gomeenen zin genomen. Immers is ons
lichaam altijd werkzaam en moet onder
rust eigenlijk worden verstaan een werk
zaamheid die niet wordt opgemerkt. De
slaap adeen brengt ons volledige rusL
En toch gaan dan de lichaamsverrich
tingen even goed hun gang, alleen de
sterkte er van is tot een minimum terug
gebracht. De werkzaamheid gedurende
den dag heeft vermoeidheid veroorzaakt,
deze weer heeft de prikkelbaarheid der
verschillende cellen verminderd. Aller
lei producten der stofwisseling, van «een
nut Aieer voor bet organisme, eerder
schadelijk, worden afgevoerd; de prik
kelbaarheid der cellen neemt weer toe,
en eindelijk is een zwakke prikkel van
buiten voldoende om ons wakker te
De spieren van den man die na de
rust zwaren arbeid verricht, trekken
negenmaal zooveel bloed naar zich toe
als de spieren van den man, die een dag
"te bed heeft doorgebracht. Hieruit volgt,
dat de voeding van een spier die werkt,
meer volkomen is. En lioe beier een
spier nieuwe elementen, voedingsstof
fen opneemt, des te beter is zij ook in
staat onverteerde producten te verwij
deren de bloedstroom houdt de spie
ren zuiver.
Maar dit bloed heeft tevens negen
maal meer zuurstof aan de spieren toe
gevoerd dan bij den man le bed het
geval was en het toetreden van zuurstof
tot het bloed en bijgevolg lot de weef
sels, is een noodzakelijke levensvoor
waarde. Bovendien is het spierweef
sel veel beter geschikt zuurstof op te
nemen dan eenig ander weefsel en maakt
het spierweefsel 43 pet. van de geheele
lichnamsmassa uit.
De vraag hoe in de groolere hoeveel
heid zuurstof van de arbeidende spier
wordt Voorzien, Is spoedig beantwoord.
Dit geschiedt n 1. door versterking van
de „ademgroolle", doordat de ademha
lingen dieper worden en in aantal toe
nemen. De spierarbeid is dan ook een
invloedrijke factor ten aanzien van de
diepte cn den vorm onzer ademhaling.
De door onze spieren verrichte ar
beid staat in een nauwe verhouding tot
den arbeid, die door het hart volbracht
moet worden. Hebben wij eerst maar
met goed geoefende spieren te doén,
dan zal ook het hart niet achterblijven.
Doch, al arbeidende, zal vroeger of
later, een gevoel van vermoeidheid op
komen. Zelfs kan dat gevoel den man
te bea nekruipen, die immers altijd wel
eenige spieren lang achtereen gebruikt,
b.v. de armspieren waarmede hij een
wat zwaar boek omhoog heeft gehouden.
Hier is geen belangrijke arbeid verricht
en toch zal oververmoeidheid van de
kleine spiergroep bij de werkzaamheid,
heirokken, bij onzen man te bed, den
schijn kunnen wekken alsof hij aan
algemeene spiervermoeidheid leed. Is
daarentegen een veel grooter bedrag aan
arbeid over groolere spiergroepén ver
deeld geweest, zonder dat de grens van
haar vermogen bereikt werd, dan merkt
men weinig van vermoeidheid, en de
arbeid kan, vooral als hij door korte
pauzen wordt afgewisseld, lang worden
volgehouden. En dus zou, hoe paradox
ook, de conclusie wel eens kunnen lui
den, dit de hard arbeidende man zich
niet zoo spoedig vermoeid zal voelen
•Is zjjn vriend te bed.
Nog een ander gevoel zal zich doen
gelden, n.l. het gevoel van honger. En.
spr. behoeft wel niet te vragen wien
van de twee men zijn maaltijd het liefst
gunt, noch wie hunner den maaltijd de
meeste eer zal aandoen. Ongetwijfeld
zal dit de harde werker zijn, omdat de
spieren van ons lichaam niet minder
dan twee derden van de voedende be-
standdeelen van .het voedsel opnemen.
Hierom is ons meteen duidelijk waar
om zoo menig ziek of zwak kind vruch
teloos tot meer voedselgebruik wordt
aangespoord. Omdat er n.l. slechls één
weg is om liel voedselgebruik te ver-
-hoogen. En die weg is de behoeften
der weefsels, vooral van de spieren,
doen stijgen door hun een grooteren
arbeid op te dragen.
Ter voorkoming van de opvatting, als
zou het spierstelsel een min of meer
zelfstandig bestaan leiden, zegt spr;, er
geen deel van het lichaam is, waarmede
de spieren niet op nauwe wijze samen
werken; doch 't innigst is 't spierappa-
raat toch met het beenstelsel verbon
den. En onafgebroken oefenen beide,
het spier- en het beenstelsels invloed uit
óp elkaar.
Na er op gewezen te hebben, dat do
beenderen niet overal even hard zijn,
zegt sprdit op uiterst spaarzame
wijze het harde beenmaleriaal is aan
gebracht, in den vorm van dunne kokers
of lagen, terwijl het grootste gedeelte
van elk beenstuk uit zgn. sponsachtig
been bestaat, zoodat duizenden kleine
ruimten door stevige beenbalkjes en
boogjes met elkaar in verbinding staan.
Met recht kan hier van een architecto-
nischen bouw worden gesproken, waul
'geen bouwmeester kan met meer vernuft
en berekening het steunmateriaal voor
zijn spoorwegbrug of loskraan aanbren
gen, dan in liet been die kleine steunmid-
delen.
Spr. wijst dm op het verband dat
tusscheu ons spierapparaat en hel ze
nuwstelsel bestaat. Het zenuwstelsel
maakt ons lichaam met zijn duizender
lei uitingen en verrichtingen eerst tot
een eenheid, de eenheid n.l. in samen
werking cn wezen, zoowel als in verband
en doel. Dit komt o. a. zoo mooi aan hel
licht als wij nagaan hoe onze lichaams
bewegingen de noodige vastheid en doel
matigheid, soepelheid en snelheid kun
nen bereiken, In de spieren vinden wij
een aantal zgn. ontvanglichaampjes, die
te beschouwen zijn als inwendige zin
tuigen, welke door voortgeleiding van
-den ontvangen prikkel naar het centrale
zenuwstelsel, ruggemerg, kleine en groote
hersenen, deze laatste op de hoogte
brengen van alle veranderingen, welke in
de spieren met hun hulporganen pezen,
banden en gewrichten, plaats grijpen
Het centrale zenuwstelsel heeft dezen
inlichtingsdienst noodig om op zijn beurt
van oogenblik lot oogenblik zoowel de
spanningsloestand van elke spier, als de
samenwerking van felle betrokken spie
ren, voor een bepaalde beweging noo
dig, te kunnen regelen, en om daarbij
nog ahe onnoodige bijbewegingen te on
derdrukken.
Het hoog onlwikkeld coórdinaliever-
mogen bijv. van zeehonden is ontstaan
door een onafgebroken oefening en ont
wikkeling van de organen van evenwicht
en tonus, maar evenzeer van don spier-
zin, als spr. met dit korte woord die
fijne zintuigjes in de spieren, die inwen
dige zintuigen, mag aanduiden.
Het tweede gedeelte der voordracht
ving spr. aan met het beloog der stel
ling, dat een goede gezondheid alleen
mogelijk is wanneer het arbeidsvermo
gen van hel lichaam tot het bereikbare
is opgevoerd.
Arbeidsvermogen in dezen zin kan
tweeërlei beteekenis hebben. In de
eerste plaals kan er onder worden ver
staan, het vërinogen om den arbeid tc
leveren welke het lichaam lot zijn zeer
uiteenloopende verrichtingen in staat
stellen. Ten tweede kan het beteeko-
nen: uitwendige arbeid, b.v. arbeid die
noodig is voor onze beroepsbezigheden.
In het volgende zal uitsluitend over ar
beidsvermogen in de eerstgenoemde be
teekenis gehandeld worden, niet alleen
omdat het inzicht daardoor gemhkkelij-
Iter wordt, doch ook omdat verhooging
van dezen vorm van arbeidsvermogen
tevens moet leiden tot verhooging van
het vermogen uitwendigen arbeid te le
veren.
Tol dit bereikbare rekent spr. een
betere en krachtiger functie van de ver
schillende organen, doch niet minder de
promple cn fijne samenwerking daarvan,
welke door een geoefend zenuwstelsel
verkregen wordt.
Het spel nij onze kinderen, de sport
bij de jeugd en volwassenen, verder
het beroep, zij alle bieden ruime gele
genheid tot oefening van het lichaam,
maar tevens geldt voor alle deze, dat
bepaalde deelen en organen van het
lichaam meer tot inspanning worden ge
bracht aan andere. Het minst is dit van
toepassing op het spel, het meest op de
inspanning door het beroep gcêischt.
Wij weten hoezeer dit weer voor de ver
schillende beroepen uiteenloopt, hoezeer
b.v. de postbode zijn beenen heeft te
gebruiken, die weer bij den kleerma
ker tijdens zijn werk nagenoeg geheel
buiten dienst zijn gesteld.
Ook kan, bij het ontbreken van vooraf
gegane training, aan het lichaam een te
groote inspanning worden opgelegd. Het
boerenbedrijf slaat terecht als een ge-
izond vak bekend, doch wie weet niet
welke zware eischen dit vak, in den
drukken tijd, stelt aan den aankomenden,
onvolwassen arbeider, ten nadeele van
diens gezondheid en arbeidskracht
Bovendien zal door het opvoeren van
het arbeidsvermogen tengevolge van ge
regelde oefening, ons lichaam de beschik
king krijgen over een groolere hoeveel
heid reservekracht, waaruit het orga
nisme onder moeilijke omstandigheden
haar behoefte kan putten. De goede of
slechte afloop van elke ernstige ziekte
1s in hooge mate van de hoeveelheid
en oen aard dezer reservekrachten af
hankelijk.
Bij dit alles mag niel onbesproken
blijven een andere factor, die bij het
beoordeelen van de waarde der licha
melijke oefening dikwijls te veel over het
hoofd wordt gezien. De tegenwoordig©
methode van lichaamsoefening maakt
met vrucht gebruik van oefeningen die
een snelle beslissing, snel en juist ban
delen, vereischen, en die daardoor ook in
hooge mate bevorderlijk zijn tot het
aankweeken van beslistheid en moed
"De leerlingen moeien nu en dan eens
genoodzaakt worden al hun krachten
in te spannen. Zij leeren in den vollen
zin des woords te handelen.
Wanneer nu de noodzakelijkheid van
een alzijdige, harmonische opvoeding van
het lichaam mag worden aangenomen,
doet zich de vraag voor welke gegevens
er zijn, om de juiste grens naar boven
eenigszins te benaderen. Niemand kan
boven zijn aanleg uit. Elk gestel heeft
ook 2ijn kwetsbare plaatsen; als oorza
ken noemt spr. slechls erfelijke voor-
beschiktheid en doorgestane ziekten.
Vervolgens is de grens tusschen gezond
en ziek minder scherp dan de leek
gewoonlijk denkt. Ook voor velen, die
niet volkomen gezond zijn te noemen,
kan methodische oefening een weldaad
zijn, doch voor dezen zal het programma
er anders moeten uilzien dan voor de
gezonden- In hel verslag over den staat
der volksgezondheid over het jaar 1924
wordt de opmerking gemaakt, dat te
■weinig aandacht wordt geschonken aan
goede gymnastische oefeningen.
Alleen wanneer voor gezonden en
zwakken de leiding van de lichamelijke
oefening aan deskundige handen is toe
vertrouwd, kan men er gerust op zijn
dat met den mnfderen aanleg, de licha
melijke tekortkomingen, den achterstand
tengevolge van doorgestane ziekten, re
kening wordt gehouden; dat het groot
.aantal kindereu uit deze lange achter
hoede, voor wie oefening van het li
chaam een heilzaam hulpmiddel is ge
bleken, maar hun krachten zullen wor
den geoefend enontzien. Deskundige
Voor welken
maaltijd ook steeds zijn
de spijzen bereid met „Duryea
Maizena" een genot voor ieder
die een heerlijk en smakelijk
voedsel op prijs stelt.
Geen enkel product is zoo veel
zijdig in het gebruik en bewijst
zooveel nuttige diensten bij
het koken als
Reeds meer dan 80 jaar de eenige echte.
(Ingez. Mcdjj
De Hof der Lengenen
Naar het Engelsch
▼an JUSTUS MILE FOSMAN.
Door J. S.
51).
Prinses Eleanor legde het pakje onge
opend naast zich neer, maai* haaroogen
volgden liet stuk lint, dat Denis .Mallory
vlug opraapte en weer in zijn zak stak.
„Wat is dat?" fluisterde zij.
„Een kleinigheid, mevrouw," zei hij
anet afgewende blik „,van geen waarde,
beijalve voor mij."
„Wilt u het mij laten zien vroeg
Eleanor nederig.
Hij kreeg een kleur en aarzelde,
maar de Prinses hield haar hand op
en een oogenblik later legde hij er de
slrik in.
„Een strikje van lint?" zei ze. „Niets
dan een verfrommeld strikje Een nogal
waardeloos ding, sir, al zegt op dat het
voor u waarde heeft. U hebt nogal
slecht gezorgd voor uw schat! Er zit
een groote vlek op.
„Dat zijn eervolle vlekken .madame",
zei Denis koel, „ik behoef er mij niet
voor te schamen."
De Prinses gaf een verschrikt geluid
en liet het stukje lint uit haar handen
vallen. Ze raapte het weer op en kéék
hem aan.
„Meent u, dat hetbloedvlekken
zijn? Uw bloed)"
„Hel kan voor u van weinig belang
izijn, mevrouw," zei hij. „Het spijt me,
dat liet uit mijn zak viel. Mag ik het
terug hebben?"
Hij nam het bevlekte stukje zijde
van haar aan, stond op en boog.
„En nu, mevrouw," zeide hij, heb ik
mijn taak volbracht. Ik zal u niet langer
lastig vallen. Ik vraag u verlof heen
te gaan."
„Neen ,neen", riep ze uit; ,U mag nog
niet weggaan. Ik lieb u zooveel te vra
gen over den Prins! Mag ik u ver
zoeken le blijven?"
„Mevrouw, ik beu sileeds Lot uw dienst.
Ik zal u gaarne vertellen, alles wat ik
weet, over den dood van den Prins. Ik
was alleen bang, dat mijn tegenwoor
digheid niet gewenscht zou zijn, nadat
ik mijn zending had vervuld- Wal wilde
u nog weten?"
Prinses Eleanor scheen niel op haar
leiding door den leeraar en den onder
wijzer in de lichamelijke oefening, doch
niet minder geregelde leiding en hygië-
nisch toezicht door geneeskundigen, die
door aanleg cn studie 'zich door dit
werk voelen aangetrokken. Wie denkt
hier niet in de eersle palats aan den
schoolarts? Op twee voorname punten
van zijn werkzaamheid wil spr. de
aandacht vestigen. Zijn zorg richt zich
ten eerste op het beschermen van het
kind tegen de lichamelijke nadeelen. aan
het schoolleven noodzakelijk verbonden.
Dan is er het geneeskundig onderzoek,
waaraan de kinderen op geregelde tij
den worden onderworpen, met het doel
stoornissen en afwijkingen le ontdekken
en deze zoo mogelijk te doen verhelpen.
De aard van deze bemoeiingen kan wor
den samengevat in de woorden: be
schermen en opheffen (van het zwakke,
het gebrekkige, het ziekelijke). Dit werk
is zeer zeker noodzakelijk, en het meest
voor de hand liggend. Als de dienst goed
is opgezet, krachtig geleid, en.... alge
meen ingevoerd, kan hij in waarheid
worden „een goed georganiseerde veld
tocht tegen de lichamelijke ellende en de
verhoedbare invaliditeit \yelke een deel
van de volksklasse vooral, lam slaat vóór
nog de strijd des levens is begonnen.
Dan zullen wij eenige jaren later niet
langer een groot deel van deze kinderen,
als geregelde bezoekers, in de consulta
tiebureaus, de lighallen eu sanatoria voor
tuberculose, in de verschillende poli
klinieken ook voor tandheelkunde, op de
spreekuren der huisartsen, in de oefen
zalen voor heilgymnastiek, lerugvinden.
Nu komt dit alles staat, gemeente, zie
kenfondsen en particulieren op groote
kosten te staan; het lcost groote offers
sir. U spreekt altijd over den Prins, den
armen man, en over zijn dood. U zegt
geen woord over uzelf. Wat bent u van
plan te gaan doen nu de oorlog in
Novodnia is al'geloopen? Creighton ver
telde me, dat u voor de pers gewerkt
hebt. Gaat u dat weer doen?"
,,Ncen, mevrouw," zei Denis,/lat heb
ik alleen gedaan om niel te sterven van
honger in een tijd dat er nergens iets
lo vechten viel. maar de dood van een
oude oom heeft me van alle geldelijke
zorgen bevrijd, lli ,ga naar Afrika. daa\
is weer oorlog.
„Maar uw vrienden, mr. Creighlon
en kolonel Von Alldorf. Hebben die
geen rechl op u? Die zullen u toch
zoo spoedig niet weer laten vertrekken,
vooral nu u kunt wonen waai' u wilt."
„Mijn vrienden, mevrouw, zullen nooit
beproeven mij hier le houden, want zjj
weten, waarom ik weg moet. Ik heb
nog één ding te doen, dat mij in Novod
nia met alle andere dingen mislukt is."
De Prinses huiverde eveu, want ze
wist, wal hij bedoelde.
- „En is er niets, dat u van besluit zou
kimnen doen veranderen? Niets dat u
in Parijs zou kunnen terughouden?"
„Maai* een enkel ding, mevrouw, en
„Vertel me, vertel me maar over uzelf I daarop hoef ik nooit te hopen."
aan tijd, laten wij alleen maar denken
aan ae patiënten voor velen hunner
is thans de kans op volledig herstiel
zelfs uitgesloten offers aan kunst:
de kunst gaat vèr tegenwoordig
Doch, zou het niet verstandiger zijn ge
weest, al die afwijkingen en stoornissen
te hebben nagegaan toen ze nog pas in
hun begin waren; toen de gelegenheid
daarvoor zoo buitengewoon gunstig was:
het bijeen zijn van heel hel opgroeiend
geslacht binnen de muren van het school
gebouw; toen voor de jonge patiënten
lastige kwesties als landurige loonderving
of onderbreking van een kostbare oplei
ding, van een pas aangevangen loopbaan,
nog niet bestouden?
'Wij moeten hier een weinig dieper op
ingaan, omdat geneeskundig-hygiënisch
toezicht op de schoolbevolking dubbel
noodig is, als dit mede gericht zal zijn
op verhooging van de levenskracht van
de geheele schooljeugd, niet enkel op
bescherming tegen nadeelige invloeden
en hulp aan de zwakken. Ook de gezonde
jeugd moet voorhit.
Als het kind bedrijvig is, beweging
zoekt, naar het spel liaakt, dan hebben
wij, meer aan tot dusverre, het in
stinct van den jeugdigen mensch te eer-
biedigen, dat de meest gunstige voor
waarden zoekt te verwezenlijken tol ont
wikkeling van diens lichamelijke waar
den, al liggen deze niet juist in de rich
ting van het verstandelijke. De school nu
dwingt het kind tol stilzitten, tot het
aannemen, gedurende langen tijd, van
een bepaalde lichaamshouding, die daar
door onvermijdelijk wordt tol een ver
keerde. Noch de vermaning van den on
derwijzer, rechtop le zitten, noch de
,Xooit?" fluisterde zij,, hel hoofd van
hem afgewend;, ,u was toch niet ge
woon zoo pessimiiisch te zijn, sir.'
Denis was le zeer overtuigd, dat zijn
zaak hopeloos stond, anders zou hij aan
den loon en de houding van de Prinses
wel begrepen hebben, dat ze hemi min
der hard beoordeelde dan vroeger .Toch
gaf haar vriendelijkheid hem moed. Hij
sprong op, stónd een oogenblik met zijn
rug naar haar toe in het water van
het bekken te kijjken en "wendde zich
toen eensklaps tol haar.
Mevrouw." zeide hij, ,ik heb u iets
le vragen voor ik uit Parijs Vertrek om
nooit weer terug le keereu. Het is mo
gelijk, dat u niet kunt of niel wilt vol
doen aan mijn verzoek nu, dar» is het
aanmatigend van mij om het vragen.
Toen ik u de laatste keer hier in de
hof heb ontmoet, zei ik u, dat ik niets
van u wilde vragen, geen vergiffenis,
geen medelijden, maar loen ik weken
geleden, tusscheu leven en dood zwefef-
de, en niel wist of ik den volgenden
morgen nog wel ontwaken zou, toen
heb ik liggen denken* dat ik in vrede
had kunnen sterven, als ik uw vergif
fenis had hekomen voor het kwaad dat
ik u heb gedaan; niet uw medelijden
behoefde ik, maar wel Uw vergiffenis.
Toen ik met den Prins Parijs verliefi
wilde ik u dienen door hem te dienen,
Tin dan zoodoende mijn leven'le verlie
zen, dal voor mij geen waarde meer
heeft. Maar zooals u weet, ik ben te
kort geschoten, want ik heb niets voor
u kimnen doen, helaas en ik leef nog,
Het schijnt, dat ik verder niets voor n
zal kunnen doen, en daar ik zoo moge
lijk nog meer afkeer van hel leven heb
gekregen dan voorheen, ga ik naar Af
rika om het te verliezen. Hebt u zulk
een goedheid van hart, Prinses, dat u
raij vergiffenis kan schenken voor de
bitterheid, die ik u heb aangedaan? Kunt
ii mij vrede geven?"
Eleanor stond op en keek hem aan.
,,L' vergeven?" zei ze, met sidderende
stem. „U vergeven? Ik zou op mijn
kniecfi moeien vallen en u om vergiffe
nis smeeken, want er er is nooit een
man geweest, die een vrouw zoo trouw
en met zulke opofferingen heeft ge
diend, als u hel mij heeft gedaan, en dat
zonder uitzicht er iets voor te ontvan
gen. TJ vergeven? Als ik toch maken
kon. dal u de verschrikkelijke dingen
vergeten kon, die ik u gezegd heb hier
op deze plaats, als diit lieele, verschrik
kelijke tooneel uit uw herinnering weg-
gewischl kon worden, wat zou ik dan