Middelnrgsebs teil
FEBILIETOB.
Bij Ruwe
Schrale Huid
PUROL
8 IJ VOEGSEL
L VAN PB
'I VAN
Dinsdag 18 Mei 1926, No. 115
de viering van
een volkenbondsdag.
D© Vereeniging voor Volkenbond en
Vrede tracht het denkbeeld ingang te
doen vinden oin van den 18den Mei (he
den), als herinnering aan de opening
van de eerste Vredesconferentie in Den
Haag, een Nederlandschen Volkenbonds
dag te maken. Zaterdag hebben we de
circulaire vernield, aan de hoofden van
inrichtingen van onderwijs gezonden, met
verzoek op 18 Mei in de klassen een
korte bespreking aan de vredesgedachte
te wijden.
We weten niet in hoever de resultaten
van deze circulaire overeenstemt met de
verwachtingen van de vereeniging. We
hebben wel bemerkt dat de vereeniging
ook rekent op de medewerking van de
pers. Immers er werden ons eenige arti
kelen toegezonden ter huldiging van
de vredesgedachte op dezen, dag.
De lezer zal ze niet in ons blad vinden.
Nu zouden we kunnen volstaan met ze
naast ons neer te leggen zooals we bijna
dagelijks, en zeker cenige malen per
week, propaganda-artikelen voor een of
ander denkbeeld, naast ons neerleggen.
Maar we geven er den. voorkeur aan met
een enkel woord toe te lichten waarom
we ons niet kupnen opwekken tot de
warmte die noodig is om vandaag een
waardeerend artikel te wijden aan de
vredesbeweging. (Of we dat artikel zelf
schrijven, dan wel een ons toegezonden
artikel daarvoor gebruiken, komt op het
zelfde neer).
De reden waarom we ons niet tot de
warmte van een herdenkingsartikel kun
nen brengen, is gelegen in het zeer ge
ringe vertrouwen dat de werkelijkheid
ons geeft in de naaste toekomst van toe
passing der idealen van volkenbond en
vrede. Dat vertrouwen is in de laatste
maanden zelfs zoo geschokt dat we het
een fout achten om de menschen nu voor
te spiegelen dat er werkelijk iets gerust
stellends bereikt is met d© vrejles-actie
die 18 Mei 1899 begon.
Zieker, we hebben in Den Haag een
vredespaleis, waarin het Permanente Hof
van Arbitrage werd gevestigd benevens
het Hof van Intern. Justitie, instellingen
van groote beteekenis voor het weg
werken van een deel der geschillen tus-
schen de volkeren. Maar de grootste ge
schillen en ook de andere factoren die
voornamelijk de brandstof vormen voor
een oorlog, worden door die instellingen
niet bereikt. Die schoof men op 'l ter
rein van den Volkenbond. Dat zou het
groote volkenparlement worden, waar de
ernstige wrijvingen tusschen de volkeren
zouden worden bezworen.
En is er nu iemand ter wereld, -die
durft zeggen, dat de toestand is den Vol
kenbond grond geeft voor het vertrou
wen, dat hij gewapende^ botsingen on
mogelijk zal maken? Het visioen van Lo
carno T dat een oogenblik stralend aan
den hemel stond, en dat dichterbij be
zien, veel van zijn straling verloor, is
geheel verbleekt, sedert het weinig ve^
heffende schouwspel van den strijd om
de Eaadszetels in dien Pond, aan het
licht bracht hoeveel tegenstellingen in
den boezem van dat lichaam werkten en
werken. We hebben gedacht dat het dooi
den Volkenbond uit zou zijn met onder
linge afspraken. Maar ze zijn er nog bij
de vleet, en er komen er telkens weer
De Hof der Lengenen.
Naar het Engelsch
van JUSTUS MILE FOSMAN.
Door J. S.
46).
„Het is in der daad verwonderlijk,
dat men mij niets daanvan gezegd heeft.
Niet dat het er iets toe doet, maar ik
had graag hem mijn dank, mijn groote
erkentelijkheid betuigd voor den dienst,
dien jhij mij heeft bewezen. Ik vind
het vreemd ,dat hij met iden Prins mede-
gaat om zich in een strijd te mengen,
waarmede hij niets te maken heeft. Ik
vermoed ,dat alleen zijn vechtlust hem
daartoe gedreven heeft".
„Mevrouw"! zei ik, „de dapperste man
in Europa zou zich nog niet aangetrok
ken gevoelen tot een strijd in de Balkan
uit vechtlust ITij ging alleen, omdat hij
daarin het eenige middel zag om u ver
der van dienst te zijn. Ik begrijp niet,
dat u, die hem kent,, zoo onrechtvaai-dig
tegen hem zijn kunt. Zijn kracht, zijn
moed, en zijn krijgskunde gaat hij geven
om Prins Karei te bevestigen op den
troon zijner vaderen en u naast hem,
en hij verwacht daarmede tegelijkertijd
zijn leven te zullen verliezen. Hij heeft
"dj gezegd, dat hij nooit jmeer zou terug
komen."
nieuwe hij. Duitschland, dat zich door
die ruzie om de zetels den toegang tot
den Volkenbond voorloopig versperd zag,
heeft zijn heil inmiddels al gezocht in
een nieuw verdrag met Rusland, dat geen
lid is van den Volkenbond, en zelfs geen
gelegenheid nalaat om zich een tegen
stander daarvan te toonen.
Neen, een aanleiding tot het vieren
van het doorwerken van de gedachten
van Volkenbond en Vrede kunnen wij in
de huidige omstandigheden niet vinden
En de instelling' van de een „Volken-
boiulsdag" lijkt ons een maakwerk, dat
niet gebaseerd is op een bij breede lagen
der bevolking bestaande overtuiging. We
waardeeren wat werkelijk op arbitrage-
gebied bereikt is. Maar er is nog zoo
veel onzekers, dat we nog geen her
inneringsdag kunnen vieren.
Daarvoor kijken we met te veel zorg
naar hetgeen er uit de toestanden van
het oogenblik geboren kan worden.
„herstfallngsoord west
hove".
Zaterdag vond alhier de installatie
plaats van het bestuur der stichting
„Herstellingsoord Westhove" te Oost-
kapelle, in het leven geroepen door wij
len Vrouwe W. J. de Bruijn, Douairière
W. A. Graaf van Lynden.
De erflaatster heeft deze stichting be
stemd voor de verpleging gedurende
drie k vier zomermaanden van tenmin
ste twintig zwakke, mei zieke kijndercn
van zes tot twaalf jarigen leeftijd, van
arme ouders, zonder onderscheid van
godsdienstige gezindte, in Middelburgen
VHssingen woonachtig.
Behalve met de buitenplaats „West
hove" heeft zij de stichting gedoteerd
met een kapitaal van T 150.000.
In het bestuur heeft zij zelve voor
zien. Als bestuurders zijn door haar aan
gewezen de burgemeester en een der
wethouders van Oostkapelle, de burge
meesters van Middelburg, Vlissingen en
Domburg en haar neef mr. dr. R. Wi
Graaf van Lynden, wonende te BJoe-
mendaal.
Naar wij vernemen was het het ver
langen der erflaatster, dat de tegen
woordige directrice, jonkvr. Baronesse
van Till, die functie zou blijven beklee-
den, waartoe het bestuur deze bereid
heeft bevonden.
Dank zij de mildadigheid van de erf
laatster is liet voortbestaan van „West
hove", dat in 1889 door de toenmalige
eigenares, mevr. de Bruijn geb. jonkvr.
Boddaert, tot her steil ingsoord werd be
stemd en dat sedert, met een korte tus-
sclienpoos in de oorlogsjaren, toen het
kasteel door militairen was bezet, die
bestemming heeft behouden, dus verze
kerd hetgeen door iedereen, die| het
fraaie kasteel met zijn niet minder
mooie omgeving kent, zal worden toe
gejuicht.
Vermeld zij nog, dat de* vrije wandeling
op de buitenplaats op de thans be
staande wijze bestendigd zal blijven.
de ziekemiuiskwestie te
vlissingen.
Tegen gisterenavond had het comité
van 12 te Vlissingen, hetwelk ton
doel heeft actie tegen het raadsbesluit te
voeren inzake den ziekenhuisbomv een
aantal der personen, die adhaesi© mei
het streven hebben getoond, lot eene
1 vergadering bijeengeroepen.
De voorzitter van liet comité, de heer
J. C. Paap, hield eene inleiding, waar
aan het volgende is ontleend
Spr. heeft getracht de leden van den
gemeenteraad een ernstigen wenk te go-
ven om toch niet overijld te handelen,
maar kalm den lijd te laten om het rap
port van Burg. en Weth. te overwegen.
Dit heeft helaas niet mogen halten en de
meerderheid van den raad heeft ge
meend in dc zitting van 16 April le
moeten doordrijven een voorstel, d3t bij
gebrek aan behoorlijke toelichting, on
voldoende voorbereid genoemd moet
En ik vertelde haar, wat er gebeurd
was na haar redding ,toen de Prins zou
heengaan. Geërgerd, ging ik nog verder
en verzweeg haar niets van alles wat De-i
nis gedaan had .dag en nacht, toen zij
ontvoerd was. Van het een kwam ik op
het ander, en ik schilderde haar de ver
leiding, waaraan hij had blootgestaan,
toen hij haar dagelijks in den hof zag,
hoe hij gevochten had met den Prins
en diens leven spaarde. Ik deelde haar
ook iets mede van zijn strijd tegen de
absinth en hoe hij ook daarin overwon
nen had, maar ik spaarde haar niet
het schrikkelijke -tooneel in den nacht,
volgende op den dag, waarop Denis het
laatst haar in den tuin gesproken had,
toen ik hem in zoo erbarmelijken toe
stand bewusteloos op zijn kamer vond
Zoo ging ik voort met den man te
verdedigen, die mijn dierbaarste vriend
was, en ik vertelde haar, dat wij allen,
Mac. Kensie, Von Altdorf, de Prins, hem
beschouwden als den edelsten, meest on-
zelfzuchtigen man, die wij ooit hadden
leeren kennen. En de Prinstes luisterde
met neergeslagen oogen, en zonder een
woord te spreken gretig naar al wat ik
haar te zeggen had.
Dat drong toen niet zoo tot mij door,
want ik was beleedigd in mijn vriend,
maar nu ik mij alles weer voor den
geest roep begrijp ik, dat ze hongerig
was naar de woorden van lof over den
man ,die ze liefhad, maar (dat ze het niet
worden. Wiaartoe die haast9 Is een voor
stel dat heden goed is misschien over
een maand niet meer goed? Neen, daar
voor moet zijn geweest een andere grond
en wel deze de voorstanders waren
overtuigd ,dat indien de ingezetenen vol
doende op de hoogte zouden zijn van de
finandjeele gevolgen ,van dit voorstel en
den omvang van denl last die daardoor op
de schouders van de ingezetenen zou
worden gelegd, de kans op aanneming
van het voorstel zou verkeken zijn.
De heer Hoogkamer heeft de behan
deling ingeleid en heeft in zulke schrijlle
kleuren een beeld gegeven van den toe
stand in het tegenwoordige Ziekenhuis
der gemeente dat alleen het feit, dat het
den tegenstanders bekend was, 'lioc
schromelijk hier werd overdreven, een
verklaring geven kon, dat die tegenstan
ders den moed gehad hebben toch te
gen te stemmen Spr. wijst op een brief
door rëfeénten van het Gasthuis d.d. 22
Februari 1926 geschreven aan Burg. en
Weth. waarin zij woordelijk zeggen
„Moge de inrichting in enkele opzichtten,
als niet voor het doel oorspronkelijk ge
bouwd, te wenschen overlaten, toch kun
nen (naar men ons van deskundige zijde
verzekert) de belangen der patiënten als
zoodanig zeer zeker voldoende behar
tigd worden geacht, om daarin geen re
den tot overbrenging der patiënten naar
een ander ziekenhuis te zien".
Deze verklaring van de tegenwoordige
regenten durft spr., die ©enjige jaren liet
voorrecht had regent van het Gasthuis te
zijn, evenals dr. Vermaas, de vroegere
voorzitter van Regenten, volkomen tc
onderschrijven Dat Regenten er steeds
op uit zijn het tegenwoordige ziekenhuis
zooveel mogelijk te verbeteren, kan nogi
daaruit blijken dat in de jaren 1925 en
1926 nog ongeveer voor f 20 000 voor dit
doel is besteed, Wat toch zeker niet had
behooren te gebeuren, indien men zoo
spoedig tot nieuw-bouw had willen over
gaan.
Maar is dan misschien nieuw-bomv
noodzakelijk, omdat er te kort is aan
verpleegruimteSpr. zegt: „Er is niet
alleen geen gebrek aan verpleegruimte,
maar een zeer voldoende overschot." In
1925 zijn in 't Gasthuis verpleegd pa
tiënten uit andere gemeenten,, die werden
opgenomen a f 2.50 per dag, terwijl de
kostprijs volgens Burg. en Weth. zelf
is f 2.94. Hier werd dus een subsidie van
45 cent per verpleegdag gegeven aan an
dere gemeenten, waaruit toch zeker geen
patiënten behoeven te worden opgeno
men als er werkelijk gebrek aan plaats
ruimte is. Nu is het spr. bekend dat in >de
laatste weken misschien maanden, het
gemeente ziekenhuis buitengewoon be
zet is, veel meer dan in vorige maanden.
Waar het aantal inwoners der ge
meente niet vermeerderd is en in Vlis
singen geen epidemie heerscht, is het
niet gemakkelijk de oorzaak van dezen
buitengewonen toeloop van patiënten aan
te wijzenmen kan er slechts naar gis
sen. In 1925 werden in het gemeente-zie
kenhuis verpleegd 313 patiënten ge
durende 15525 verpleegdagen, elke pa
tiënt verbleef dus gemiddeld 50 dagen
in het gemeente-ziekenhuis. In het St.
Joseph-zickeuhuis is de gemiddelde ver-
pleegduur der patiënten 24 dagen. Het
abnormaal groot aantal' verpleegdagen
per patiënt in het gemeente-ziekenhuis
wijst er op, dat er patiënten verpleegd
worden met abnormaal langen duur.
Daaronder zijn ouden van dagen en t
b. e.-Iijders. De ouden van dagen, die
blijvend ziek zijn, kunnen véél econo
mischer .verpleegd worden in een zie
kenzaaltje'elders in het, gesticht b.v. in
het nieuw aangekochte huis, en d© t. b.
c-lijders in een sanatorium.
Spr. gelooft niet, dat de ervaring lot
deze noodzakelijkheid brengen zal, maar
ware dit het geval dan zou de gemeente
met vrij geringe kosten door alle moei
lijkheden heen zijn. Wat verpleegruimte
betreft is nieuwbouw dus volstrekt niet
noodzakelijk. Tegenover de bewering van
den heer Hoogkamer „zoo kan het niet
Janger blijven", wil spr. de zijne stellen:
„Er zijn in ons land weinige gemeenten
van den omvang vaii Vlissingen, waar
wilde laten merken.
Toen ik uitgesproken had, rees ze
overeind in haar stoel met een gebaar
van vermoeidheid.
„Deze gentleman," zei ze koel,schijnt
geen gebrek te hebben aan yriendéjU, die
voor hem in de bres springen. Ik
wensch er niet met uover te redetwis
ten. Ik herinner mij hem alleen als
iemand die me slecht heeft behandeld
en wreed Willen we over iets anders
spreken?"
Maar ik werd rood van kwaadheid.
„Als hij u slecht behandeld heeft, me
vrouw dan was het om uw leven te red
den. Als het oneervol was, révat hij deed,
dan was het, omdat uw leven hem bo
ven zijn eer ging. En als dat nog niet
niet genoeg is, hij heeft uw leven een
tweede maal gered en geeft nu het zijne1
in uw dienst! Ik vraag u verlof om
heen te gaan mevrouwt"
De prinses strekte halfweg haar
hand naar mij uit en keek mij smee-
kend aan.
„Ach neen, mr. Creigbtont Ga niet
weg. Ik had niet bedoeld
„Ik vraag u verlof om heen te gaan
mevrouw!" zei ik nog eens want ik was
heel boos.
„Ga uw gang sir," zei ,ze, en ze zonk
weer in haar stoel terug. „Ik verlang
volstrekt niet, dat u heengaat, maar als
u weg mo'et, wil ik u niet terughouden.
Alleen alleen verzoek ik u wel te tbe-
ziekenhuisverplegmg zoo uitstekend ge
regeld is als in Vlissingen zelf met een
nieuw ingericht, goed geoutilleerd zie
kenhuis als het St Joseph-ziekenhuis en
een gemeente-ziekenhuis waarvan Regen
ten volkomen naar waarheid getuigen,
dat de belangen der patiënten als zoo
danig daar zeker voldoende behartigd
worden."
De burgemeester heeft in zijn inleiding
gezegd: „Gij hebt te beslissen of de ge
meente zelf voor haar zieken zal blijven
zorgen dan wel of die zorg zal worden
overgedragen aan een particuliere ït.
Kath. instelling." Hij heeft verzuimd te
wijzen op de mogelijkheid: „Zie van uw
plan tot nieuw-bouw af en ga met regen
ten voort dc bestaande inrichting, die aan
alle redelijke eischen voldoet, zoo goed
mogelijk te houden en spaar daardoor de
gemeente een financieelen last, dien zij
niet dragen kan."
Nu dc raadsmeerderheid, met voorbij
zien van financieele bezwaren, het be
sluit doorgedreven heeft, rest den te
genstanders wemig anders dan een be
roep op Ged. Staten, die uitsluitend de
zaak van financieele zijde bezien kun
nen. De voorstanders van nieuwbouw
hebben dus zelf de idieele zijde van de
zaak buiten debat gesteld.
Spr. komt dan tot de financieele zijde
van het vraagstuk.
Hij geeft een uitvoerige becijfering
om aan te toonen dat Vlissingen de ver
hooging der jaarlïjksche uitgaven, ver
bonden aan nieuw-bouw, niet kan dra
gen, en zegt dan o.m. dat in de begroo
ting voor 1926 onder ontvangsten is ge
bracht een saldo van f154.000 (dienst
1924), waarvan Burg. en Weth. bij vaste
stelling van het vermenigvuldigingscijfer
der Inkomstenbelasting op 1,53 meenden!
f 75.000 te kunnen reserveeren voor 1927.
Berekend werd dat toen het belastingjaar
1D26—'27 zou moeten opbrengen f456.000.
Door vaststelling in de laatste raadszit
ting van het vermenigvuldigingscijfer op
1.34, moet deze raming worden terugge
bracht tot T 115.000 en valt dus te vree
zen, dal voor het dienstjaar 1927 weinig
meer uit dit dan opgeteerd potje zal
overblijven. Ook dit bedrag zal dan weer
uit belasting gevonden moeten worden.
In de laatste dagen is nog eens gewezen
op een groote vordering die de Maat
schappij „Zeeland" bij de gemeente
schijnt te zullen indienen. Zoodra de
haven zal zijn voltooid, moet de gemeente
zorgen voor de inrichting daarvan, waar
mede een zeer aanzienlijk bedrag ge
moeid is. De plannen tot stichting van
een abattoir verkeeren in vergevorder
den slaat van voorbereiding. Het nu ge
nomen besluil tot nieuwbouw van een
ziekenhuis, waardoor de gemeentelijke
belasting wederom met 12 pet. zal moe
ten worden verhoogd, is de laatste drup
pel, die d«n emmer doet overloopen
De gemeentekas komt in de eerstvol
gende jaren voor zware eischen en de
belasting-betalers moeten goed begrijpen
dat door het complex van genoemde be
sluiten, het vermenigvuldigingscijfer
misschien weer zal verhoogd moeten
worden tot ongeveer hetzelfde bedrag,
waarop dit in het zware jaar 1921—'22
moest worden vastgesteld. Waar het van
algemeene bekendheid is, dat de invor
dering van de tegenwoordige belastin
gen in deze gemeente reeds buitenge
woon moeilijk is, durft spr. 't nemen van
besluiten, waaruit een soortgelijke be-
lastingverhooging zal moeten voortvloei
en, onverantwoordelijk en èen financi
eele ramp voor de gemeente te noemen.
En nu denkt hij niet in de allereerslte
plaats aan de zeer weinige ingezetenen
die in deze belastingverhooging 'n groot
bedrag zullen moeten dragen. De ge
meente telt slechts een gering aantal
aanslagen boven een belastbaar inkomen
van f 7000 en deze weinige belasting
betalers kunnen te samen zeker slechts
een klein gedeelte van het betaalde be
drag opbrengen. Maar spr. denkt voorna
melijk aan den middenstand en de arbei
ders, van wie hij uit persoonlijke ervaring
zeggen kan, dat zij door de tegenwoordige
belasting reeds zwaar worden gedrukt.
Deze personen nu zijn het in de eerste
denken, dat u altijd welkom bent hier
in den tuin, en dat ik altijd blij zal zijn
er u te ontmoeten."
Ik boog en liep weg; On ik zeil tot me
zelf dat het lang zou moeten duren
voordat ik weer zou gaan wandelen in
den hof van het oude klooster.
HOOFDSTUK XXIII.
Uit de kranten werden we niet veel
wijzer en nieuws dat we direct uit het
Zuiden kregen, was schaars. Ik kreeg
een brief van Denis, geschreven onge
veer een week na 'zijn aankomst. Hij
vertelde vaag over de plannen om de
hoofdstad te verdedigen en Man de maat
regelen die de Prins genomen had.
Eerst aan het eind kwam de oude Denis
te voorschijn. „Hou je werkelijk het oog
op haar, beste vriend? Spaar je wel alle
onaangenaamheden? Schrijf me over
haar nu en dan ,hoe ze er ui te iel, of ze
gezond is, of ze at wat gelukkiger lijkt?
Dat is het eenige, wat voor mij van be
lang is, dat zij gezond en gelukkig is."
Ik sprak over den brief met de Prin
ses toen ik haar den eerstvolgenden keer
in den tuin ontmoette, want toen mijn
•drift voorbij was, had ik mijn besluit
om niet weer terug te komen laten va-
reu ,en zoodoende ontmoette ik haar
dkiwijls en ik trachtte haar te verstrooi
en en op te vroolijken door over allerlei
dingen met haar te praten.
Toen ik haar het slot van den brief
mededeelde, beefden baar handen, maar
ar» van ^ar,den
ien Gelaat
fè v. Doos30-60-90ct
(Lügeï. Med.)
plaats, die verhooging van belasting-druk
allerminst kunnen lijden. Het is om deze
redenen dat spr. met de hulp van de ver
gadering en de gelijkdenkende inwoners
tfan de gemeente trachten wil het on
zinnige besluit, dat de gemeenteraad
heeft genomen, zoo mogelijk nog tc doen
vernietigen en de gemeente daardoor
le bewaren voor wat hij nog eens noemen
wil: „een financieele ramp'
Besloten werd door de vergadering)
om lijsten 'te laten circuleeren in de ge
meente, met het aoel te trachten liet
raadsbesluit van 16 April dngedaan te
doen maken.
handel, nijverheid en
visscherij,
Werkeloosheid.
Als werkloos staan ingeschreven 3
typografen, 10 grondw., 14 opperlieden,
1 schilder, 2 steenhouwers, 11 timmer
lieden, 2 meubelm., I houtdraaier, 1
stoelmaker, 3 kleermakers, 3 schoenma
kers, 1 zadelmaker, 13 bankwerkers. 3
etectriciens, 1 machinist, 1 monteur
(leerling), 2 stokers, 5 bakkers. 9 boeren
arbeiders, 2 boomkweekers, 7 winkelbe
dienden, 2 chauffeurs, 12 kantoorbed.,
2 huisknechten, 9 van andere groepen,
38 inet vakkenis (zonder bep. beroep),
159 zonder vakkennis (ongeschoolden).
Verder 13 vrouwen w. o. 1 boekbind-
ster, 4 kantbed., 1 dtenstb., voor dagen
nacht), 2 werkvr., en 3 waschvr., 'voor
wasch aan huis). Totaal 328. vorige week
296 personen.
sport.
Op Zondag 9 Mei hield de Postdui-
venvereeniging ..De Snelpost' alhier
een wedvlucht van uit Novon (Frankrijk)
afstand 219 K.M. De duiven werden te
7.10 in vrijheid gesteld met N.W. wind.
D© eerst aankomende duif werd gecon
stateerd door den heer C. J. Witte te
10,45 u. De prijzen werden als vol^t
behaald: le, lie en 14e prijs C. J. Witte;
2e, 6e en Te prijs F. O. Poppe; 3e A.
de Kraker; 4e J. de Buck; 5e B, Baasi;
8e 0. F. Poppe; 9e, 10e, 15e en 16e pr.
J. de Brec, 12e E. Polvliel.
Bij het Zondag op de baan der
Haagsche Golfclub plaatsgevonden ont
moeting tusschen het Hollandsche en
het Belgische team was de uitslag 8t.
Ingezonden Stukken.
de bezwaarden der geref.
KERKEN.
Geachte Redactie!
Sta me toe een enkele toelichting te
geven op het verslag van de vergadering
der bezwaarden uit de Gereï. Kerken
van Walcheren. „De belangstelling uit
verschillende plaatsen was grooter dan
verwacht kon worden aldus vangt het
het veïslag aan. Gelukkig, dal de ver
wachting niet hoog gespannen was. want
er waren uit heel Walcheren slechts
20 leden eener Geref. Kerk tegenwoor
dig, waarvan nog één als niet-bezwaar-
de, maar als nieuwsgierige den kleinen
lering moest verlaten Zegge 20 van de
10.112 leden! Door bedoeld verslag is
over de opkomst ongetwijfeld een ver
keerden indruk gewekt en het lijkt me
goed dien weg te nemen. Heeft die
slechte opkomst den leiders dier ver-
ze zei niets. Daarop deed z© eenige
vragen die me gelegenheid gaven, op
nieuw over hem te sproken.
Ik was toen dom genoeg om niet te
merken, dat het opzet was, maai- ze
legde het altijd zoo aan dat ik weer
over Denis begon. Nu was dit niet moei
lijk, want ik was zoozeer over hem
vol, dat ik het als volkomen van zelf
sprekend beschouwde .dat we het pver
hem hadden.
Ik vertelde haar en ik moest het
telkens weer overtellen van den eer
sten avond in het café d'Alen^on. toen
we Denis hadden uitgekozen om haar te
redden van haar melancholie Ik ver
telde over alle volgende voorvallen.tot
van het diner bij Voisin en het vertrek
aan de Gare de l'Est. Ik verhaalde iiaflr
ook van zijn lotgevallen, zijn avonturen
te land en ter zee in vreemde landen,
zijn gevechten met zeeroovers en zijn
zooken naar mijnen. En prinses Eleanor
luisterde zonder een woord te spreken.
Intusschen wachtten wij maar af, wat
er gebeuren zou, hopende op goede en
vreezende voor slechte tijdingen
Kolonel Von Altdorf kreeg af en toe
telegrammen .waarin hem mededeeling
over den toestand werd gedaan. Eerst
vertelde hij een en ander van den in
houd; al spoedig zei hij niets meer
maar ik merkte op dat Ibij ieder volgend,
telegram zijn gezicht zorgelijker werd.
(Wordt vervolgd J